Vak III Inkomsten van onroerende goederen 101
1 Uitgangspunt bij belastbare grondslag 103
1.1 Kadastraal inkomen 103
1.2 Brutohuur 104
1.3 Vrijstelling van het onroerend inkomen in de personenbelasting 105
2 Wie moet het onroerend inkomen aangeven? 106
2.1 Algemene principes 106
2.2 Speciale gevallen 109
3 Inkomsten van onroerende goederen behorend tot privépatrimonium 110
3.1 Eigen woning 110
3.2 Onroerende goederen die de belastingplichtige voor zijn beroep gebruikt (code 1105-59/2105-29) 114
3.3 Gebouwen die niet verhuurd worden of verhuurd worden aan een privégebruiker (code 110658/2106-28) 118
3.4 Gronden, materieel en outillage die niet verhuurd worden of verhuurd worden aan een privégebruiker (code 1107-57/2107-27) 119
3.5 Onroerende goederen die overeenkomstig de pachtwetgeving of een vergelijkbaar buitenlands recht dat de pachtprijzen beperkt, verhuurd worden aan land- of tuinbouwers (code 1108- 56/2108-26) 120
3.6 Gebouwen die verhuurd worden aan personen die ze gebruiken voor hun beroepswerkzaamheid (codes 1109-55/2109-25 en 1110-54/2110-24) 121
3.7 Gronden die verhuurd worden aan een beroepsgebruiker (codes 1112-52/2112-22 en 1113-51/2113-21) 124
3.8 Materieel en outillage die verhuurd worden aan een beroepsgebruiker (codes 1115-49/2115-19 en 1116-48/2116-18) 124
3.9 Ontvangen erfpacht/opstalvergoeding (code 1114-50/2114-20) 125
4 Onroerende
inkomsten van in het buitenland gelegen onroerende
goederen 127
4.1 Belastbaar inkomen van buitenlands onroerend goed 127 4.2 Bepaling KI voor buitenlands onroerend goed 128
4.2.1 KI voor gebouwde onroerende goederen gelegen in het buitenland 128
4.2.1.1 KI voor ongebouwde onroerende goederen gelegen in het buitenland 129 4.2.1.2 KI voor materieel en outillage gelegen in het buitenland 129 4.2.2 Aangifteverplichting van verwerving, vervreemding of andere gebeurtenissen m.b.t. buitenlands onroerend goed 130
5 Oefeningen 130
Vak IV Bezoldigingen van werknemers 135
1 Algemeen 137
1.1 Definitie 137 1.2 Wie valt onder die categorie? 137 1.3 Tijdstip van belastbaarheid 138 1.4 Indeling 138
Inhoud 9
2
Eigenlijke bezoldigingen (art. 31, tweede lid, 1° WIB 1992) 139
2.1 Belastbare bestanddelen 139
2.2 Vrijgestelde bestanddelen 139
2.3 Tarief 162
2.4 Aangifte en loonfiche 281.10 164
3 Voordelen van alle aard (art. 31, tweede lid, 2° WIB 1992) 166
3.1 Algemeen 166
3.2 Vaststelling van de waarde van het voordeel van alle aard 168
3.3 Forfaitaire ramingen 169
3.4 Tarief 181
3.5 Aangifte en loonfiche 281.10 181
4 Vergoedingen verkregen op grond van of bij het stopzetten van de arbeid of het beëindigen van een arbeidsovereenkomst 182
4.1 Vervroegd vakantiegeld 182 4.2 Opzeggingsvergoeding 182
4.3 Inschakelingsvergoeding 183 4.4 Tarief 183
4.5 Aangifte en loonfiche 281.10 184
5 Belastingstelsel voor beroepsinkomsten van sportbeoefenaars 186
6 Herstel van een tijdelijke inkomstenvermindering (art. 31, tweede lid, 4° en art. 31bis WIB 1992) 186
6.1 Gewone vervangingsinkomsten 186 6.2 Achterstallen van vervangingsinkomsten 194 6.3 Vervangingsinkomsten van de maand december (openbare overheid) 194
7 Vroeger verworven bezoldiging (art. 31, tweede lid, 5° WIB 1992) 194 8 Helper van zelfstandige 195
9 Niet ingehouden persoonlijke sociale bijdragen (code 1257-04/2257-71) 196
10
Beroepskosten 196
10.1 Werkelijke beroepskosten (1258-03/2258-70) 196 10.2 Forfaitaire beroepskosten 211 10.3 Wijze van taxatie 213
11 Huwelijksquotiënt 215
11.1 Slechts een van beide echtgenoten heeft beroepsinkomsten 215 11.2 Beide echtgenoten hebben beroepsinkomsten 216 11.3 Geen toepassing huwelijksquotiënt 217
12
Inhoudingen 217
12.1 Inhoudingen voor aanvullend pensioen 217
12.2 Bedrijfsvoorheffing 218 12.3 Inhoudingen voor de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid 218
Inhoud 10
Overuren die recht geven op overwerktoeslag 219 14
Overheidspersoneel zonder arbeidsovereenkomst 221 15 Werkbonus 221 16 Werkhervattingsloon 222 17 Ingehouden roerende voorheffing op auteursinkomen 222 18 Helpende gezinsleden van zelfstandigen 222 19 Oefeningen 222
Vak V Pensioenen
1
229
Belastbare inkomsten 231
1.1 Algemeen 231
1.2 Pensioenen die betrekking hebben op een beroepswerkzaamheid of toegekend worden in het kader van een wettelijke sociale beschermingsregeling 232
1.2.1 Wettelijke pensioenen 232
1.2.2 Individuele pensioentoezegging zonder externe financiering 233
1.3 Vergoedingen tot herstel van een bestendige inkomstenderving 236 1.4 Het vrij aanvullend pensioen van de zelfstandige 241 1.5 Uitkeringen van individuele levensverzekeringen 245
1.6 Collectieve (groepsverzekeringscontract en pensioenfonds contract) en individuele pensioentoezeggingen (IPT) met externe financiering 248
1.7 Uitkeringen aanvullende pensioenovereenkomsten voor zelfstandigen POZ 252
1.8 Uitkeringen vrij aanvullend pensioen voor werknemers (= VAPW) 253
1.8.1 Algemeen 253
1.8.2 Uitkering VAPW-kapitaal 256
1.8.3 Parafiscale bijdragen 256
1.8.4 Afzonderlijk belastbaar 256
1.8.4.1 Vastgoedfinanciering 257 1.8.4.2 Stopzetting en overdracht 257
1.9 Uitkeringen bij het pensioensparen 257
2 De taks op het langetermijnsparen 262
2.1 Algemeen 262
2.2 Toepassingsgebied 262
2.3 Het bevrijdende karakter van de taks 262
2.4 Belastbaar feit 262 2.5 Tarief 264
3 Oefeningen 266
13
Inhoud 11
Vak VI Ontvangen onderhoudsuitkeringen 269
1 Algemeen 271
2 Voorwaarden van belastbaarheid 271 3 Belastbaar bedrag en taxatieregime 275
3.1 Niet-gekapitaliseerde uitkering 275 3.2 Gekapitaliseerde uitkering 276 4 Aangifte 277 5 Oefeningen 277
Vak VII Inkomsten van kapitalen en roerende goederen
279
1 Roerende inkomsten: wat zijn dat en aan wie komt de belasting erop toe? 281
2 Roerende inkomsten: belastbaar tijdstip 281 3 Belastbaar bij wie? 282
4 Dividenden en intresten 283
4.1 Algemeen 283 4.2 Vrijstelling in de personenbelasting van gewone dividenden van aandelen van vennootschappen voor een schijf van 800,00 EUR 284 4.3 Niet-verplicht aan te geven dividenden en intresten die niet van de personenbelasting zijn vrijgesteld 288 4.4 Verrekenbare roerende voorheffing ingehouden op dividenden die van de personenbelasting zijn vrijgesteld 289
4.5 Verplicht aan te geven dividenden en intresten (code 1165- 96/2165-66 tot en met 1446-09/2446-76) 289
5 Inkomsten uit de verhuring van roerende goederen (code 1156-08/2156-75) 295
6 Inkomsten uit lijfrenten of tijdelijke renten (code 1158-06/2158-73) 296
7 Belastingstelsel inzake auteursrechten en naburige rechten 297
8 Oefeningen 297
Vak VIII Vorige verliezen en aftrekbare bestedingen 299
1 Nog aftrekbare beroepsverliezen van vorige belastbare tijdperken 301
2
Onderhoudsuitkeringen 302
2.1 Algemeen 302
2.2 Voorwaarden van aftrekbaarheid 302
2.3 Aangifte 302
3 Bijzondere bijdragen voor sociale zekerheid die, met betrekking tot de jaren 1982 tot 1988, in 2021 aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening zijn betaald 303
Inhoud 12
4
Aanrekening van de aftrekbare bestedingen 303
4.1 Algemeen 303
4.2 Aanrekening van de aftrekbare bestedingen op de inkomsten van gemeenschappelijk belaste echtgenoten (art. 105 WIB 1992) 303
5 Oefeningen 304
Vak IX Intresten en kapitaalaflossingen van leningen en premies van individuele levensverzekeringen die recht geven op een belastingvoordeel 307
1 Algemeen 309
2 Uitgaven van leningen afgesloten vanaf 1 januari 2005 en eraan gekoppelde le vensverzekeringen m.b.t. de eigen woning 311
2.1 Overzichtschema’s 312
2.2 Vlaamse geïntegreerde woonbonus (art. 145/38/1 en art. 145/38/2 WIB 1992) 316
2.2.1 Voorwaarden Vlaamse geïntegreerde woonbonus voor intresten en kapitaalaflossingen 316
2.2.2 Voorwaarden Vlaamse geïntegreerde woonbonus voor premies levensverzekeringen 317
2.2.3 Korf Vlaamse geïntegreerde woonbonus: basis + eventueel toeslagen 318
2.2.4 Verdeling kapitaalaflossingen, intresten en premie schuldsaldo 322
2.2.5 Aangifte van de Vlaamse geïntegreerde woonbonus 322
2.2.6 Fiscaal voordeel van de opgevulde korf 323
2.2.7 Formaliteiten 323
2.2.8 Voorbeelden Vlaamse geïntegreerde woonbonus 323 2.2.9 ‘Vlaamse geïntegreerde woonbonus’ niet combineerbaar met oude Vlaamse belast ingverminderingen van vóór 2016: speciale keuzeregeling 331
2.3 De Vlaamse belastingvermindering woonbonus (generatie 1 en generatie 2) (art. 145/37 en art. 145/38 WIB 1992) 335
2.3.1 Bestedingen die in aanmerking komen voor de Vlaamse belasting vermindering woonbonus 335
2.3.2 Begrenzing van de gewestelijke woonbonuskorf 341
2.3.3 Vrije verdeling bij echtgenoten 344
2.3.4 Tarief van de gewestelijke belastingvermindering woonbonus 345
2.3.5 In de aangifte te vermelden bedrag en gegevens 345
2.3.6 Combinatie verschillende woonbonusleningen afgesloten tussen 1 januari 2005 en 31 december 2014 (= van woonbonus generatie 1) 358
2.3.7 Combinatie woonbonuslening afgesloten tussen 1 januari 2005 en 31 december 2014 met woonbonuslening afgesloten in 2015 (= combinatie van de woonbonus van gener atie 1 met de woonbonus van generatie 2): wettelijke opvulvolgorde 360
2.3.8 Vlaamse woonbonus generatie 2: optimalisatie superkorf door verdere aanvulling 363
2.3.9 Omzetting gewestelijke belastingvermindering woonbonus in betaalbaar belastingkrediet 364
2.4 Gewestelijke belastingvermindering voor gewone intresten (art. 145/43, WIB 1992) 365
2.5 Gewestelijke belastingvermindering langetermijnsparen voor kapitaalaflossingen 370
2.6 Premies van individuele levensverzekeringen die in aanmerking komen voor de gewestelijke belastingvermindering langetermijnsparen (art. 145/39, 1° en 145/40 § 1 WIB 1992) 378
Inhoud 13
3
Uitgaven van leningen afgesloten vanaf 1 januari 2005 en levensverzekeringen die geen betrekking hebben op de eigen woning 379
3.1 Overzichtschema’s uitgaven van leningen afgesloten vanaf 1 januari 2005 en levensverzekeringen die geen betrekking hebben op de eigen woning 380
3.2 Federale gewone intrestaftrek 381
3.3 Federale belastingvermindering langetermijnsparen voor kapitaalaflossingen 386
3.4 Premies van individuele levensverzekeringen die geen betrekking hebben op de eigen woning, andere dan deze die in aanmerking komen voor de federale woonbonus 390
4 Eigen woning die ook deels wordt verhuurd 391
5 Eigen woning die ook deels beroepsmatig wordt gebruikt 400
6 Herfinancieringslening 403
7 Uitgaven van leningen afgesloten vóór 1 januari 2005 en eraan gekoppelde le vensverzekeringen m.b.t. de eigen woning 407
8 Uitgaven van leningen afgesloten vóór 1 januari 2005 en (er al dan niet aan ge koppelde) levensverzekeringen die geen betrekking hebben op de eigen woning 407
9 Keuzeregeling ingeval ‘woonbonuslening generatie 1 en/of 2’ werd afgesloten terwijl er nog een ‘oude hypothecaire lening van vóór 2005’ liep m.b.t. diezelfde woning 407
10 Vlaams gewest: korven met elkaar in verbinding m.b.t. aj 2022, per echtgenoot 407
11 Speciaal geval: lening van de partner mee afbetalen 407
12 Oefeningen 407
Vak X Uitgaven die recht geven op een belastingvermindering 413
1 Algemeen 415
2 X.I.A Uitgaven voor behoud of herwaardering van beschermd onroerend erfgoed 417 3 X.I.B Uitgaven betaald aan wijk-werkcheques 418 3.1 Algemeen 418 3.2 Bedrag dat in aanmerking komt voor belastingvermindering 419 3.3 Aangifte 419 4 X.I.C Uitgaven voor dienstencheques 420 4.1 Algemeen 420 4.2 Bedrag dat in aanmerking komt voor belastingvermindering 420 4.3 Omzetting belastingvermindering dienstencheques in belastingkrediet 421 4.4 Aangifte 421
Inhoud 14
5 X.I.D Vlaamse belastingvermindering voor uiterlijk tegen 31.12.2018 gesloten reno vatieovereenkomsten 422
5.1 Voorwaarden waaraan de renovatieovereenkomst moet voldoen 422
5.2 Voor wie geldt de belastingvermindering? 423
5.3 Bedrag van de belastingvermindering 424 5.4 Bijzonderheid: overdracht van belastingvermindering 425
6 X.I.E Belastingvermindering voor vernieuwing van een sociale huurwoning gedaan van 2013 tot 2018 425 6.1 Algemeen 425 6.2 Voorwaarden 425 6.3 Bedrag en periode van toekenning belastingvermindering 426 6.4 Formaliteiten 427 6.5 Aangifte 427
7 X.II.A Giften 428 7.1 Algemeen 428 7.2 Voorwaarden voor belastingvermindering 428 7.3 Beperking van de aftrek 429 7.4 Aangifte 429
8 X.II.B Kosten van kinderopvang 430 8.1 Algemeen 430 8.2 Voorwaarden van aftrekbaarheid 430 8.3 Onverenigbaarheid 433 8.4 Beperking van de aftrek 433 8.5 Belastingvermindering 435 8.6 Aangifte 435 9 X.II.C Bezoldiging van een huisbediende 435
10 X.II.D. Bijdragen en premies voor een aanvullend pensioen voor zelfstandigen 436 10.1 Algemeen 436 10.2 POZ: wat? 437 10.3 POZ: voor wie? 437 10.4 Fiscale behandeling van de POZ-premies 437 10.5 Aangifte 438
11 X.II.E Betalingen voor duaal pensioensparen 438
11.1 Principe 438 11.2 Voorwaarden 439 11.3 Bedrag dat in aanmerking komt voor belastingvermindering en tarief 439 11.4 Aangifte 440
Inhoud 15
12 X.II.F Aandelen van de vennootschap-werkgeefster 441
12.1 Principe 441
12.2 Voorwaarden 441
12.3 Bedrag dat in aanmerking komt voor belastingvermindering 441
12.4 Belastbaarheid bij vroegtijdige vervreemding 442
12.5 Aangifte 443
13 X.II.G Betalingen voor verwerving van nieuwe aandelen van startende kleine ven nootschappen 443
13.1 Mogelijkheden 443
13.1.1 Rechtstreekse inschrijving of onrechtstreeks via tussenkomst van een startersfonds 443
13.1.2 Startende of jonge vennootschap 445
13.1.3 Voorwaarden m.b.t. de vennootschap waarin het kapitaal wordt geïnvesteerd 445
13.1.4 Aandelen of deelbewijzen (of certificaten) 447
13.2 Bedrag en tarief van de belastingvermindering 447 13.3 Aangifte 450
13.4 Terugname van de genoten belastingvermindering 451
14 X.II.H. Betalingen voor verwerving van nieuwe aandelen van groeibedrijven 454
14.1 Mogelijkheden m.b.t. de verwerving van nieuwe aandelen 454
14.2 Voorwaarden m.b.t. de vennootschap waarin het kapitaal geïnvesteerd wordt (‘groeibedrijf’) 455
14.3 Aandelen (of certificaten) 457 14.4 Belastingvermindering 457
14.5 Attest 281.88 459 14.6 Aangifte 459
14.7 Terugname van de belastingvermindering onder de vorm van een belastingvermeerdering 460
15 X.II.I.1 Betalingen gedaan in 2021 die recht geven op de belastingvermindering voor verwerving van nieuwe aandelen van een kleine vennootschap met sterke omzetdaling voor de periode van 2 november 2020 tot 31 december 2020 462
15.1 Algemeen 462
15.2 Voorwaarden m.b.t. de vennootschap waarin geïnvesteerd wordt 463
15.3 Aandelen 464
15.4 Belastingvermindering 464
15.5 Attest 281.83 465
15.6 Aangifte 466
15.7 Terugname van de genoten belastingvermindering vanaf 2022 onder de vorm van een belastingvermeerdering 467
16 X.II.I.2 Overgedragen belastingvermindering voor betalingen gedaan in 2020 voor verwerving van aandelen van een kleine vennootschap met sterke omzetda ling voor de periode van 14 maart 2020 tot 30 april 2020 468
Inhoud 16
17 X.II.I.3 Terugname van de voorheen werkelijk verkregen belastingmindering voor betalingen gedaan in 2020 voor verwerving van aandelen van een kleine ven nootschap met sterke omzetdaling voor de periode van 14 maart 2020 tot 30 april 2020 469
18 X.II.J. Premies van een rechtsbijstandsverzekering 470
19 X.II.K Uitgaven voor de plaatsing van een vast laadstation voor elektrische wagens in of bij de woning 472
19.1 Algemeen 472
19.2 Beoogde uitgaven 472 19.3 Belastingvermindering 473
19.4 Aangifte 474
20 X.II.K Minderwaarden op aandelen geleden n.a.v. de gehele verdeling van het maatschappelijk vermogen van private privaks 475
20.1 Algemeen 475
20.2 Beoogde private privaks 476
20.3 Minderwaarde en berekening van de minderwaarde 476 20.4 Berekening van de belastingvermindering 477 20.5 Aangifte 477
21 X.II.M Kwijtgescholden huurprijs en huurvoordelen 477 21.1 Principe 477 21.2 Geviseerde onroerende goederen 477 21.3 Geviseerde verhuur 478 21.4 Voorwaarden m.b.t. de huurder 478 21.5 Voorwaarden inzake de verhouding tussen huurder en verhuurder 478 21.6 Kwijtgescholden huurprijs en huurvoordelen voor de maanden maart, april, mei, juni, juli, augustus en/of september 2021 van het voor de onderneming aangewende gedeelte. 479 21.7 Belastingvermindering 479 21.8 Aangifte 480
22 X.II.L Belastingvermindering voor lage- energiewoningen, passiefwoningen of nule nergiewoningen 481 22.1 Algemeen 481 22.2 Beoogde investeerders 481 22.3 Belastingvermindering 481
22.3.1 Bedrag van de belastingvermindering 481 22.3.2 Tien jaar na elkaar 482 22.4 Aangifte 482
23 X.II.M Belastingvermindering voor aandelen van erkende ontwikkelingsfondsen 483
Inhoud 17
24 X.II.N Belastingvermindering voor nieuwe elektrische voertuigen 485
24.1 Algemeen 485 24.2 Voorwaarden 485 24.3 Voor wie? 486 24.4 Bedrag van de vermindering 486 24.5 Aangifte 488
25 X.II.O. Belastingvermindering voor uitgaven in het kader van een adoptieprocedure 488 25.1 Algemeen 488 25.2 Adoptieprocedures die worden beoogd 488 25.3 In aanmerking komende uitgaven 489 25.4 Wanneer kan de belastingvermindering worden genoten? 489 25.5 Bedrag van de belastingvermindering 490 25.6 Aangifte 490
26 Oefeningen 491
Vak XI Bedragen die in aanmerking komen voor een belastingkrediet 495
1 Vlaams belastingkrediet voor Winwinleningen 497
1.1 Voorwaarden 497 1.2 Berekening van het belastingkrediet 500 1.3 Aangifte 502
2 Vlaamse belastingkrediet voor Vlaams Vriendenaandeel 503
2.1 Toegangsvoorwaarden - inbrenger/natuurlijk persoon 503 2.2 Toegangsvoorwaarden - inbrenggenietende vennootschap 504 2.3 Voorwaarden inzake de inbreng 505 2.4 Geen ‘cascade’ Winwinlening en Vriendenaandeel 507 2.5 Geen cumul met federale voordelen 507 2.6 Naleving van bepaalde voorwaarden gedurende 60 maanden 507 2.7 Belastingkrediet 508 2.8 Aangifte 509 2.9 Aanvraagprocedure en formaliteiten 509 2.10 Formaliteiten en bewijs 510
Vak XII Voorafbetalingen 513
1 Algemeen 515
2 Voorafbetalingen per echtgenoot 516 3 Aangifte 517
Inhoud 18
4 Belastingvermeerdering 517
4.1 Toepassingsgebied 517 4.2 Berekening van de belastingvermeerdering 517 4.3 Bestemming van het teveel aan voorafbetalingen 519
5 Bonificatie 519
5.1 Toepassingsgebied 519 5.2 Berekening van de bonificatie 519
Vak XIII Rekeningen en individuele levensverzekeringen in het buitenland, juridische constructies en leningen aan startende kleine vennootschappen 521
1 Rekeningen in het buitenland 523
2 Individuele levensverzekeringscontracten in het buitenland 524 3 Juridische constructies 524
4 Aantal leningen toegekend aan startende kleine vennootschappen 525
Vak XIV Beroep en ondernemingsnummer 527
1 Beroep uitgeoefend in 2021 529 2 Ondernemingsnummer 529
Vak XV Diverse inkomsten 531
1 Algemeen 533
2 Winsten of baten uit diensten verleend in het kader van de deeleconomie en ver goedingen voor verenigingswerk 535
2.1 Algemeen 535 2.2 Inkomsten uit de deeleconomie 535 2.3 Vergoedingen voor verenigingswerk 536 2.4 Fiscaal regime voor winsten en baten uit de deeleconomie en vergoedingen voor verenigingswerk 539 2.5 Verenigingswerk: nieuwe fiscale regels voor inkomsten vanaf 2022 542
3 Toevallige winsten of baten behaald buiten de deeleconomie en buiten het vereni gingswerk 543
3.1 Voorwaarden van belastbaarheid 543 3.2 Belastbaar bedrag 545 3.3 Taxatieregime 545 3.4 Aangifte 545
4 Prijzen, subsidies … toegekend aan geleerden, schrijvers of kunstenaars 546
5 Premies voor sportieve prestaties op Olympische Spelen, Paralympische Spelen, wereldkampioenschappen of Europese of andere continentale kampioenschappen 546
Inhoud 19
6 Inkomsten verkregen uit onderverhuring 546
6.1 Algemeen 546
6.2 Belastbaar bedrag 546
6.3 Gemeubileerde onderverhuur 547
6.4 Taxatieregime 548 6.5 Aangifte 548
7 Loten van effecten van leningen 549
8 Verhuring van jacht-, vis- en vogelvangstrechten 549
9 Meerwaarden op ongebouwde onroerende goederen 549
9.1 Algemeen 549 9.2 Toepassingsvoorwaarden 549 9.3 Belastbaar bedrag 551 9.4 Taxatieregime 552 9.5 Aangifte 552 10 Interne meerwaarden 553
11 Meerwaarden op belangrijke deelnemingen 553
12 Meerwaarden op gebouwde onroerende goederen 553
12.1 Algemeen 553 12.2 Toepassingsvoorwaarden 554 12.3 Belastbaar bedrag 555 12.4 Taxatieregime 556 12.5 Aangifte 556
13 Vergoeding voor ontbrekende coupon of voor ontbrekend lot van een zakelijke zekerheidsovereenkomst of van een lening 559
14 Persoonlijke vergoedingen uit de exploitatie van uitvindingen toegekend aan onder zoekers 559 15 Oefeningen 559
Vak XVI Bezoldigingen van bedrijfsleiders 561
1 Bedoelde personen 563
1.1 Eerste categorie: de mandatarissen 563 1.2 Tweede categorie: de zelfstandige directeurs en interne consultants 563
2 Attractiebeginsel 564
3 Belastbare bezoldiging 565
3.1 Tijdstip van belastbaarheid 565 3.2 Indeling 565 3.3 Eigenlijke bezoldiging 565 3.4 Voordelen van alle aard 566
Inhoud 20
3.5 Huurherkwalificatie 566
3.6 Vergoedingen verkregen op grond van of bij het stopzetten van de arbeid of het beëindigen van een arbeidsovereenkomst 573
3.7 Niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen (of ‘loonbonus’) 574
3.8 Vrijstelling voor extra vrijwillige overuren gepresteerd in de strijd tegen COVID-19 en/of in het kader van de relance 574 3.9 Vergoedingen verkregen tot volledig of gedeeltelijk herstel van een tijdelijke derving van bezoldigingen bedrijfsleider 574 3.10 Coronasteun aan bedrijfsleiders: crisisoverbruggingsrechten in het kader van de coronacrisis en eenmalige coronapremie 598,80 EUR 575 4 Tegen 33 % belastbare bezoldigingen van gelegenheidswerknemers in de horeca 576 5 Vestigingspremie van het impulsfonds voor huisartsengeneeskunde 576 6 Sociale lasten 577 7 Beroepskosten 578 7.1 Werkelijke beroepskosten 578 7.2 Kostenforfait 580 8 Inhoudingen 581 9 Bezoldiging van bedrijfsleiders tewerkgesteld in dienstverband, als zelfstandige in bijberoep of als student-zelfstandige 581 10 Werkbonus 581 11 Werkhervattingsloon 581 12 Inkomsten en/of kosten van buitenlandse oorsprong 582 13 Begin- en einddatum als bedrijfsleider 582 14 Ingehouden roerende voorheffing op auteursinkomen 582
585
Toepassingsgebied 587
Belastbaar tijdstip 587
Berekening belastbare nettowinst 588
De eigenlijke exploitatiewinst (code 1600-49/2600-19) 589 4.1 Bedrijfseconomische brutowinst 589 4.2 De andere winstbestanddelen 589 4.3 Vaststelling van de exploitatiewinst (code 1600-49/2600-19) in de praktijk 597
Vak XVII Winsten uit nijverheids-, handels- of
Inhoud 21
15 Oefeningen 582
landbouwondernemingen
1
2
3
4
5 Voorheen vrijgestelde winst die belastbaar wordt (behalve meerwaarden) 600
6 Financiële opbrengsten (code 1602-47/2602-17) 601
6.1 Principe 601
6.2 Wanneer worden roerende goederen en kapitalen gebruikt voor de uitoefening van de brutowinst? 601
6.3 Belastbaar roerend inkomen 602 6.4 Tijdstip van belastbaarheid 603
7 Meerwaarden (na aftrek van werkelijke kosten van overdracht als u kiest voor de aftrek van uw werkelijke beroepskosten) (code 1603-46/2603-16 en 160445/2604-15) 604
7.1 Activa die voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt 604
7.2 Indeling van de meerwaarden 605
7.3 De niet-uitgedrukte en niet-verwezenlijkte meerwaarden 605
7.4 Uitgedrukte, niet-verwezenlijkte meerwaarden 606 7.5 Verwezenlijkte meerwaarden 607
8 Voorheen afgetrokken werkelijke kosten van vervreemding 623
9 Compensatievergoedingen (code 1605-44/2605-14, 1636-13/2636-80, 1618-31/2618-01, 1637-12/2637-79 en 1610-39/2610-09) 624 9.1 Bedoelde vergoedingen 624 9.2 Belastbaar regime van de compensatievergoedingen 626 9.3 Aangifte 628 9.4 Speciaal geval: Crisisoverbruggingsrecht voor zelfstandige met winsten en de bruto coronapremie voor zelfstandigen 628
10 Vergoedingen verkregen tot herstel van een tijdelijke winstderving 630 10.1 Bedoelde vergoedingen 630 10.2 Vergoedingen wegens tijdelijke winstderving versus compensatievergoedingen 630 10.3 Belastbaar regime van de vergoedingen tot tijdelijke winstderving 631 10.4 Vrijstelling 631 10.5 Aangifte 632 11 Sociale bijdragen (code 1632-17/2632-84) 632 11.1 Verplichte sociale bijdragen in het kader van het sociaal statuut van zelfstandigen 633 11.2 VAPZ-bijdragen 633
12 Andere beroepskosten (code 1620-29/2620-96, code 1611- 38/2611-08 en code 1606-43/2606-13) 635
12.1 Wettelijk kostenforfait voor winstenbehalers 635 12.2 Aftrek van werkelijke andere beroepskosten 637 12.3 Algemeen principe: art. 49 WIB 1992 638 12.4 Kosten van onroerende goederen 640 12.5 Intresten van leningen 641 12.6 Bezoldigingen van personeelsleden 642 12.7 Commissies, erelonen, vergoedingen en voordelen betaald aan derden 644
Inhoud 22
12.8 Afschrijvingen 647 12.9 Voorziening voor vakantiegeld 653 12.10 Verzekeringspremies 653
12.11 Bijdragen voor een vergoeding bij arbeidsongeschiktheid 653 12.12 Premies van collectieve verzekeringen 654 12.13 Belastingen 654 12.14 Geldboeten 655 12.15 Kledingkosten 657 12.16 Restaurantkosten 659 12.17 Receptiekosten 660
12.18 Kosten van relatiegeschenken 662 12.19 Kosten met betrekking tot jacht, visvangst, yachten of andere pleziervaartuigen en lusthuizen 663 12.20 Kosten die op een onredelijke wijze de beroepsbehoeften overtreffen 665 12.21 Sociale voordelen 665 12.22 Maaltijdcheques, sport/cultuurcheques, ecocheques en consumptiecheques 670
12.23 Betalingen gedaan aan een belastingplichtige gevestigd in een belastingparadijs 673 12.24 Autokosten 673 12.25 Kosten voor 120 % aftrekbaar 683 12.26 Verhoogde aftrek voor afschrijvingen op nieuw publiek vast laadstation 684 12.27 Kosten van vervreemding van activa (code 1620-29/2620-96) 685
12.28 Bezoldiging meewerkende echtgenoot of wettelijk samenwonende partner (code 1611-38/ 2611-08) 686 12.29 Andere beroepskosten (code 1606-43/2606-13) 687
13 Vrijgestelde waardeverminderingen en voorzieningen voor risico’s en kosten (code 1609-40/2609-10) 688
13.1 Algemeen 688 13.2 Waardeverminderingen op handelsvorderingen 688 13.3 Voorzieningen voor risico’s en kosten 689 13.4 Vrijstelling van opbrengsten ingevolge gerechtelijk reorganisatieplan of minnelijk akkoord (code 1608- 41/2608-11) 691
14 Economische vrijstellingen (code 1612-37/2612-07, 1613-36/2613-06, 162227/2622-94, 1633-16/2633-83 en 1614-35/2614-05) 691
14.1 Algemeen 691
14.2 Vrijstelling voor bijkomend personeel voor uitvoer en integrale kwaliteitszorg 692
14.3 Vrijstelling voor ander bijkomend personeel 694
14.4 Vrijstelling voor tewerkstelling van stagiairs 697
14.5 Vrijstelling voor sociaal passief ingevolge het eenheidsstatuut 698
14.5.1 Algemeen 698
14.5.2 In aanmerking te nemen werknemers 699
14.5.3 Bedrag van de fiscale vrijstelling 701
14.5.4 Terugname van de vrijstelling 703
Inhoud 23
14.5.5 Bijzondere gevallen 704
14.5.6 Formaliteiten 705 14.6 Investeringsaftrek 705
15 Toekenning aan de meewerkende echtgenoot (art. 86, WIB 1992) (code 161633/2616-03) 711
15.1 Toepassingsgebied 711 15.2 Voorwaarden 712
15.3 Fiscale gevolgen van toekenning meewerkinkomen 713
16 Beroepsverliezen 716
16.1 Principe 716 16.2 Beroepsverliezen van het belastbare tijdperk 717 16.3 Beroepsverliezen van vorige belastbare tijdperken 718 16.4 Beroepsverliezen van de andere echtgenoot 719
17 Huwelijksquotiënt 719
17.1 Principe 719 17.2 Slechts een van beide echtgenoten heeft beroepsinkomsten 719 17.3 Beide echtgenoten hebben beroepsinkomsten 720 18 Oefeningen 722
Vak XVIII Baten van vrije beroepen, ambten, posten of andere winstgevende bezigheden 729
1 Toepassingsgebied 731 2 Belastbaar tijdstip 731 3 Berekening belastbare nettobaten 732 4 Ontvangsten (code 1650-96/2650-66) 733 5 Ontvangsten sportbeoefenaar (code 1658-88/2658-58) 733 6 Ontvangsten opleider, trainer, begeleider (code 1659- 87/2659-57) 734
7 Achterstallige erelonen (code 1652-94/2652-64) 734 7.1 Definiëring 734 7.2 Tarief 735 8 Voorheen vrijgestelde baten die belastbaar worden (code 1651-95/2651-65) 735 9 Meerwaarden (code 1653-93/2653-63 en 1654-92/2654-62) 735 10 Voorheen afgetrokken kosten van vervreemding 736
11 Vergoedingen en premies (code 1682-64/2682-34, 1655-91/2655-61, 166779/2667-49, 1683-63/2683-33 en 1661-85/2661-55) 736
Inhoud 24
12 Vergoedingen verkregen tot herstel van een tijdelijke winstderving 736
13 Sociale bijdragen (code 1656-90/2656-60) 737
14 Andere beroepskosten 738
14.1 Werkelijke beroepskosten (codes 1675-71/2675-41, 1669- 77/2669-47 en 1657-89/2657-59) 738 14.2 Kostenforfait 739
15 Economische vrijstellingen (code 1666-80/2666-50, 1678-68/2678-38, 168165/2681-35 en 1662-84/2662-54) 740
16 Toekenning aan de meewerkende echtgenoot (code 1663-83/2663-53) 741 17 Beroepsverliezen 741 18 Huwelijksquotiënt 741 19 Inkomsten verkregen in bijberoep of als student-zelfstandige (code 1668-78/266848) 741 20 Oefeningen 741
Vak XIX Voorheffingen in verband met een zelfstandige beroepswerkzaamheid 745
1 Roerende voorheffing (code 1756-87/2756-57) 747
2 Forfaitair gedeelte van de buitenlandse belasting (code 1757-86/2757-56) 747
3 Bedrijfsvoorheffing (code 1758-85/2758-55) 747
4 Belastingkrediet voor de aangroei van eigen middelen (code 1759-84/2759-54) 748 4.1 Principe 748 4.2 Eigen middelen 748 4.3 Aangroei van de eigen middelen 749 4.4 Verrekening en terugbetaalbaarheid 749 4.5 Formaliteiten 749 4.6 Aangifte 750
Vak XX Bezoldigingen van meewerkende echtgenoten en wettelijk samenwonende partners 751
1 Algemeen 753 2 Voorwaarden en beperkingen 753 3 Fiscale gevolgen van toekenning bezoldiging meewerkinkomen 753 3.1 Bij de geholpen echtgenoot 753 3.2 Bij de meewerkende echtgenoot 753
Inhoud 25
4 Tarief 755
5 Aangifte 755
6 Specifieke uitkeringen crisisoverbruggingsrecht in het kader van de coronacrisis 755
Vak XXI Winst en baten van een vorige beroepswerkzaamheid 759
1 Algemeen 761
2 Stopzettingsmeerwaarden 761
2.1 Principe 761 2.2 Belastbaar bedrag van de stopzettingsmeerwaarde 762 2.3 Belastbaar regime van de stopzettingsmeerwaarden 762 2.4 Voortzettingsstelsel 764
2.5 Inbreng in een vennootschap 766 2.6 Inbreng in een landbouwvennootschap 767 2.7 Aangifte 767
3 Voorheen afgetrokken kosten van vervreemding 768
4 Premies en vergoedingen 769
5 Winst en baten verkregen of vastgesteld na de stopzetting 769
5.1 Principe 769 5.2 Belastbaar tijdstip 770 5.3 Belastbaar regime 770 5.4 Aangifte 770
6 Vergoedingen van alle aard die na de stopzetting zijn verkregen 770
6.1 Principe 770 6.2 Belastbaar tijdstip 771 6.3 Belastbaar regime 771 6.4 Aangifte 771
7 Beroepskosten gedaan of gedragen na de stopzetting (code 1696-50/2696-20 en 1697-49/2697-19) 771
7.1 Principe 771 7.2 Kosten van vervreemding van activa (code 1696-50/2696-20) 772 7.3 Andere beroepskosten (code 1697-49/2697-19) 772
8 Oefeningen 773
Inhoud 26
Vak XXII