Juf&meester winter 2016-2017

Page 1

NR. 7 • WINTER 2016-2017

UITGETEST VOORLEZEN AAN VIERVOETERS

IEDER KIND OP EIGEN NIVEAU

HET VOORDEEL VAN DIGITAAL LEREN

MIS ONZE VAN INDAGEN 2017 NIET!

ONDERWIJS VAN DE TOEKOMST WAT WE KUNNEN LEREN VAN DE FINNEN

LEES ER MEER OVER OP PAGINA 26

: EN OOK NOEAG EN SOCIAL MEDIA -IDEEËN H JUFFEN

EN NUTTIGE APPS BOEIENDE BOEKEN

H HEBBEDINGEN H CR


ADVERTENTIE

Slim aan de slag met de vernieuwde Mijn VAN IN

Online differentiatiemodules om het beste uit elk kind te halen

Handige downloads voor je methodes: jaarplannen, lesdoelen ... ‌

Een persoonlijk dashboard voor je klas en school

www.differentiatiemodules.be

Mijn planner, een gloednieuwe leerkrachtenagenda

Vernieuwde Mijn VAN IN Bordboeken voor je digitaal bord www.mijnvaninbordboek.be

Veelgestelde vragen over je VAN IN-methodes

www.mijnplanner.be

Slimmer taken geven met de duizenden motiverende oefeningen op bingel www.bingel.be

Neem snel een kijkje op www.mijnvanin.be geef meer dan les 160828_VI_Advertentie Mijn Van In juf Magazine_NL_V2.indd 1

28/10/16 09:37


09:37

VOORWOORD

Is jouw school klaar voor morgen? Beste lezer(es),

I

n tegenstelling tot andere jaren ontvangt u deze keer uw gratis Juf&Meester voor de kerstvakantie. Een goed moment dachten we: lekker veel leestijd in het vooruitzicht!

Zonder zorgen naar de school en klas van morgen is het centrale thema in dit nummer. In een snel veranderende schoolomgeving verdienen leerkrachten en scholen het om ondersteund te worden in hun kernactiviteit: talenten van alle kinderen maximaal helpen ontwikkelen. Voor elk schoolteam is het duidelijk dat differentiatie hierbij het sleutelwoord is. Maar de oplossing is tegelijk ook dé grote uitdaging. Daar moeten wij u als praktijkexpert niet van overtuigen. In deze zevende Juf&Meester bieden we u inzichten en inspiratie aan die helpen om het beste onderwijs te realiseren, vandaag en morgen.

Colofon Juf is een productie van uitgeverij VAN IN. Verantwoordelijke uitgever: Winfried Mortelmans. Nijverheidsstraat 92/5, 2160 Wommelgem. Business unit manager: Vicky Adriaensen. Marketingmanager: Denis Janssens. Projectverantwoordelijke: Karin Hendrickx. Redactie: Lieven Bossuyt, Barbara De Munnynck, Ann Everaert, Grete Flies, Lies Geens, Ria Goris, Karin Hendrickx, Denis Janssens, Emilie Lachaert, Ronald Meeus, Matthias Reygel, Dirk Van der Borgt, Caroline Vanderhaegen, Martine van der Steen, Eveline van Schandevijl, Barbara Van den Abeele, Michèle Weisz. Fotografie: Karel Hemerijckx, Denis Janssens, Willem Rosiers, Lize Van Schoor. Coördinatie: Delphine Buyle, Isabelle Rossaert. Productie: contentconnections.be Vormgeving: Inge D’haen.

Uitgeverij VAN IN focust in zijn productontwikkeling op leermiddelen die adaptief oefenen en gepersonaliseerd onderwijs in de praktijk waarmaken. Bingel hoeven we u in dat kader allicht niet meer voor te stellen. Uw leerlingen maakten het voorbije jaar 173 miljoen oefeningen op een van de eilanden. Samen met ruim 13.000 van uw collega’s zette u meer dan 500.000 taken klaar. Dit is gepersonaliseerd onderwijs in de praktijk. Hoe wij op dat ingeslagen pad verdergaan, kunt u ontdekken op onze VAN IN-dagen in februari 2017. Meer hierover in deze Juf&Meester op p. 26. Schrijf u vandaag al in. We wensen u een fijne eindejaarsperiode en alvast een goede start in het nieuwe jaar.

Het VAN IN-team JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017

3


INHOUD

22 06

18

13 28

06 BV op school Auteur Kris Van Steenbergen

10 Boektoppers

22 Achter de schermen: Zo komt een VAN IN-methode tot stand

13 Digitaal differentiĂŤren

Zo wordt de wiskundeles boeiend

26 Zonder zorgen naar je school van morgen

35 In de cloud

Welkom op de VAN IN-dagen

Altijd en overal kunnen werken

18 Reportage proeftuinscholen

28 Reportage

36 Creatief met lege blikjes

Is er een onderwijsrevolutie in de maak?

Als kinderen voorlezen aan honden

Maak er een potje van

Het digitaal platform als extra hulp in je klas

4

33 Interview

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017


46

36

33

35

44 40 42

40 Hebbedingen 42 Social media? I like! Twee juffen getuigen

44 Onderwijs in Finland Wat kunnen we leren?

46 WO doe je zo: Op verkenning in het bos

49 Leuke apps 50 Puzzel

Doe mee en win!

Een prijs winnen met Juf&Meester? Onze wedstrijd vind je op www.jufmagazine.be JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017

5


INTERVIEW

ID-Kit Kris Van Steenberge (°1963) Papa van drie volwassen kinderen en twee dochters van 7 en 9. Actief in de basisschool van het SintGummaruscollege in Lier sinds 1985. Schrijver van Woesten (2014) en Blindelings (2016), allebei uitgegeven bij uitgeverij Vrijdag. Woesten werd bekroond met de Bronzen Uil en de Debuutprijs 2014.

6

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017

“Ik was een beweeglijk kind. Vandaag zou ik vast een of andere stempel krijgen.”


Schrijver KRIS VAN STEENBERGE gaf zeventien jaar lang les aan het vijfde leerjaar. Sinds het succes van zijn debuutroman Woesten combineert hij het schrijverschap met een halftijdse functie op school. Voor ‘Juf&Meester’ blikt Van Steenberge terug op zijn eigen tijd op de basisschool: “Ik was een beweeglijk kind. Vandaag zou ik vast een of andere stempel krijgen.”

K

ris Van Steenberge was vijftig toen zijn debuutroman Woesten in 2013 verscheen. De leraar van het Sint-Gummaruscollege in Lier raakte een gevoelige snaar bij lezers en critici met zijn vertelling over een doktersfamilie met een mismaakte zoon ten tijde van de Eerste Wereldoorlog. Woesten kreeg lovende recensies, meerdere prijzen en vond een groot lezerspubliek. Twee verklaringen voor het succes komen altijd terug. Van Steenberge hanteert een opvallend, origineel en verzorgd Nederlands. Bovendien is hij een rasverteller. “Het eerste vind ik een mooi compliment, het tweede kan ik verklaren”, lacht Van Steenberge tijdens onze ontmoeting in het Antwerpse Letterenhuis. “Ik heb tien jaar in het eerste leerjaar gestaan en daar heb ik geleerd hoe je een spanningsboog moet opbouwen. Kinderen van zes zijn genadeloos. Je moet je verhaal boeiend brengen, of je bent hun aandacht na een minuut al kwijt.” Kris Van Steenberge is in het Letterenhuis om te vertellen over zijn tweede roman, Blindelings. “Vandaag heb ik geen eigen klas meer,” vertelt de schrijver. “Ik voer nu halftijds beleidsondersteunende taken uit op school, waaronder ook preventie en veiligheid. Die halftijdse baan geeft me de ruimte om mijn werk te combineren met mijn literaire activiteiten. Ik heb altijd ontzettend graag met kinderen gewerkt, ik mis het wel vaak.” Kris Van Steenberge is linkshandig, dat valt meteen op wanneer hij boeken signeert: “Ik heb nog een leraar gehad die me daarvoor met een regel op mijn handen tikte. Maar toen hij merkte dat het niets uithaalde, is hij er gauw mee gestopt. Ik heb er geen trauma aan overgehouden en schrijf nog steeds links én met een eerder bizarre pengreep.”

Hoe reageerden je ouders, wanneer je thuis vertelde dat de leraar je op de vingers sloeg?

“Ik zat in de vroege jaren ‘70 op de basisschool. Dat was nog de tijd dat ouders de leerkracht van hun kinderen altijd gelijk gaven. Vandaag is zoiets ondenkbaar (lacht). Als ik niets verkeerd had

gedaan, moest ik toch naar de meester luisteren. En als ik wel iets had mispeuterd, kreeg ik er van vader nog een straf bovenop.” Na het tweede leerjaar veranderde je van school. Was dat moeilijk?

“Ik deed de kleuterschool en het eerste en tweede leerjaar op het parochieschooltje St.-Jozef in Hove. Dat had geen derde leerjaar voor jongens, dus wij moesten toen de beroemde keuze maken tussen het gemeentelijke en het katholieke onderwijs. Met mijn gezinsachtergrond was het evident dat ik naar het Sint-Gabriëlcollege in Boechout zou gaan, waar nog enkele broeders voor de klas stonden. Een paar vriendjes maakten een andere keuze, maar dat was geen ramp. We zagen elkaar na schooltijd, wanneer we op straat speelden in de wijk. Ons lievelingsspel was een soort hockey. We bouwden onze goals met bakstenen, midden op de weg. Als er een auto kwam, moest die stoppen terwijl wij de goal afbraken. En zodra hij was doorgereden, zetten wij de goal terug en speelden gewoon verder. Toen kon dat nog.” Schreef jij als kind al pareltjes van opstellen?

“Ik heb vaak mogen horen dat ik een goede pen had en ik was ook graag met woorden bezig. Als iemand van de klas een speech moest schrijven, was ik er als de kippen bij. Zoals veel kinderen ben ik een paar keer aan een boek begonnen, om na het derde hoofdstuk toch maar in de bomen te gaan klimmen of te gaan voetballen. In mijn tijd werden er op het einde van het schooljaar nog prijzen gegeven aan de kinderen met de beste resultaten voor wiskunde, WO, Nederlands … Ik heb zo heel wat boeken gewonnen en was daar best wel trots op. Ik was dol op Pietje Puk, Winnetou, De Rode Ridder en de boeken van Jan Terlouw. Achteraf bekeken heb ik heel wat boeken, zoals Ratje - een jongen van de straat van Anne De Vries - gelezen op een moment dat ik er nog wat te jong voor was. Dat kon bij ons thuis. De boeken >

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017

7


INTERVIEW

Juf&Meester geeft 10 exemplaren van Blindelings weg

stonden klaar in de kast om te nemen, zelfs die van Louis Paul Boon. Censuur, dat was niets voor mijn vader.”

Wil jij een exemplaar winnen van Kris Van Steenberges tweede roman Blindelings, over de frictie tussen vier mensen en twee generaties, tussen droom en daad of tussen uitverkorenen en verdoemden? Surf dan naar jufmagazine.be en waag je kans.

8

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017

Was jij een hoogvlieger op school?

“Ik was een hoogvlieger die de klassieke fout maakte om nooit te ‘leren leren’. Met als gevolg dat mijn resultaten vanaf het derde middelbaar steil bergaf gingen. Nu studeer ik graag, maar vroeger niet. Ik was zo’n leerling die uitrekent hoeveel hij voor elk vak moet hebben om het net te halen. Zolang ik niet in de problemen kwam, was het goed voor mijn ouders.”


met mijn leraar in de clinch, voor een volle klas. Het conflict ging over eerlijkheid. Ik vond het fundamenteel oneerlijk dat de meester mocht zeggen wat hij wilde, maar dat ik daar als leerling niet op mocht antwoorden. Voor mij kon er pas eerlijkheid zijn als we allebei recht van spreken hadden. Die leraar, mijnheer Reeskens, gaf niet toe maar hij bleef ergens wel correct. Hij heeft me nooit zwaar afgerekend op die botsing.” Zijn er nog juffen of meesters die je zijn bijgebleven?

“Ik stond 10 jaar in het eerste leerjaar, daar leerde ik hoe je een spanningsboog moet opbouwen.”

Maakte jij het de leraren soms lastig?

“Aan het begin van de basisschool was ik zeker geen kapoen. Maar ik was wel een heel beweeglijk kind. Vandaag zou ik waarschijnlijk een of andere stempel krijgen … Gek genoeg gaf die beweeglijkheid zelden conflicten. Ik herinner mij dat er op school veel structuur was maar ook veel ruimte. Mijn leraren waren streng maar rechtvaardig en ik vond dat als kind een fascinerende combinatie. In het zesde leerjaar begon ik nogal mondig te worden. Toen ging ik eens frontaal

“Die Reeskens was echt een markante figuur. Als hij toezicht deed op de speelplaats en hij vond dat er te veel papiertjes lagen, dan floot hij. Wij moesten dan stokstijf blijven staan en wanneer hij opnieuw floot, beginnen opruimen. Maar hij wachtte altijd even tussen de twee fluitsignalen. Stel je voor: die man kon een overvolle speelplaats lamleggen en weer in beweging brengen … simpelweg door te fluiten. Dat had iets magisch. Mijnheer Reeskens liet zijn leerlingen ook elk jaar kerststukjes maken voor de oude of alleenstaande mensen van Boechout. Die mochten we dan kort voor de kerstvakantie per twee of per drie gaan afgeven. Te voet, met het adresbriefje in onze hand. Met het verkeer van vroeger kon dat nog en het gaf ons een bijzonder gevoel. Verder ben ik rond mijn negende of tiende stiekem verliefd geweest op een juf die tijdelijk op onze school was. Ze gaf geen les aan mijn klas, maar als ik haar het aanwezigheidsregister mocht brengen, dan was mijn dag goed.” Wist je als kind al dat je later zelf voor de klas wou staan? “Nee, eigenlijk niet. Pas als leider in de jeugdbeweging besefte ik dat ik graag met kinderen wilde werken. Nu nog vind ik dat de essentie van een job in het onderwijs: bezig zijn met de kinderen, vorming geven aan jonge mensen van vlees en bloed. Het draait om hen, veel meer dan om leerplannen of handleidingen … In mijn schoolcarrière heb ik zeventien jaar lesgegeven aan het vijfde leerjaar. Ik vond de omgang met die leeftijdsgroep, waarin het pre-puberale gedrag begint, heel mooi. Ze zijn te groot voor Sinterklaas maar te klein om mee te kunnen met echte tieners en dat wringt. Ik vond het aangenaam om kinderen op zo’n moment te begeleiden. En ik liet hen natuurlijk graag kennismaken met alles wat samenhangt met taal, toneel en teksten. Maar dat spreekt wellicht voor zich? (lacht)” Je jongste twee dochters zitten nog op de basisschool. Hoe betrokken ben jij als ouder bij de school? “Ik probeer de agenda’s van mijn dochters mee op te volgen, al is mijn vrouw daar het meeste mee bezig. Wij geven allebei les in de school van onze dochters, dus we gaan op oudercontact bij collega’s. Dat lijkt misschien vreemd, maar als iedereen wat afstand neemt, lukt het.”

p

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017

9


BOEKTOPPERS: TROEVEN

Haal nog meer uit

Boektoppers met de extra’s!

Boektoppers voorstellen is wellicht overbodig, maar wist je dat VAN IN tal van extra’s heeft ontwikkeld om nog veel meer uit de verhalen te halen? We stellen ze graag aan je voor, want meer extra’s betekenen nog meer lees- en voorleesplezier! De voorleescd: gezellig genieten in de luisterhoek Op de voorleescd die bij elk pakket en abonnement kleuterboeken steekt, worden alle boeken expressief voorgelezen. Een cd-speler, koptelefoon en een rustig hoekje volstaan voor uren luisterplezier. De kleuter kan zelfstandig het verhaal in de prentenboeken volgen: een belletje geeft telkens aan wanneer hij of zij het blad mag omdraaien en het harpgeluid laat weten dat het boek uit is. Zo ‘leest’ de kleuter al helemaal alleen. “Nadat ik het verhaal heb voorgelezen in de klas, is het fijn dat zelfs jonge kleuters helemaal alleen het verhaal nog eens kunnen beluisteren met het boek erbij. Intussen heb ik al een hele verzameling voorleescd’s van Boektoppers in mijn klasbib. Mijn anderstalige kleuters zijn gek van Kar van de koning. Ze ‘lezen’ luidop mee! Zo leren ze snel woorden bij.” Juf Marleen, 1ste kleuterklas, Borgerhout

10

Kleurplaten: de klassiekers Heel klassiek en toch nog altijd heel geliefd bij de kleinsten: op de website van Boektoppers vind je voor de kleuters leuke kleurplaten met hun favoriete personages zoals Anna, Karel en Kaatje, Rikki of mooie prenten uit de prentenboeken van de pakketten. “Het thema ‘tanden poetsen’ werkte ik uit met het boekje Anna poetst haar tanden. Een van mijn leerlingen is een grote fan van Anna en ze was heel opgetogen met de bijbehorende kleurplaat. Haar mama vertelde me dat de ingekleurde poetskalender nu in de badkamer hangt en dat het poetsen nu een stuk vlotter verloopt!” Juf Nele, 1ste kleuterklas, Kessel-Lo

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017

Liedjes: er zit muziek in Boektoppers Nieuw zijn de liedjes die aansluiten bij de boeken en speciaal geschreven werden voor Boektoppers. Een liedje dat de kleuters snel kunnen meezingen is erg dankbaar om een thema mee te verrijken. Op de voorleescd’s vind je zo bij elk pakket twee speelse nummers en bij het abonnement maar liefst vier aanstekelijke liedjes, prachtig uitgevoerd door professionele muzikanten. “Het boek Mannetje tak is een succes in mijn klas. Dat er net bij dat verhaal ook een liedje zat, vond ik top. Het bracht me op een idee voor een leuk dansje. De kleuters brachten elk twee takjes mee naar de klas en we hebben een geweldige dag gehad. Voor herhaling vatbaar!” Juf Tinne, 2de kleuterklas, Merelbeke


Boektoppers op bingel: interactief aan de slag Speelse verwerkingsoefeningen op bingel: zo leuk kan begrijpend lezen zijn. De opdrachten zijn eenvoudig en leuk om te maken en bieden een extra prikkel voor de kinderen om het boek te lezen. Handig als taakje voor thuis, voor hoekenwerk of voor wie sneller klaar is. “Sommige leerlingen houden niet zo van lezen, maar zijn wel verwoede bingelaars. Sinds er online oefeningen bij elk leesboek van Boektoppers beschikbaar zijn, zijn ze duidelijk meer gemotiveerd om te lezen. ‘Gewone’ boeken liggen nog wat moeilijk, maar Boektoppers met bingeloefeningen, dat zien ze wel zitten! Omdat ik elk jaar Boektoppers koop voor de klasbib, kunnen ze ook bingelen met de titels van vorig jaar. Handig!” Juf Kelly, 2de leerjaar, Mechelen

Luisterboeken: een troef voor moeizame lezers Didactische suggesties: extra pit in de klas Via de website van Boektoppers kun je een hele reeks didactische suggesties bij de Boektoppers helemaal gratis aanvragen. Speelse instaptips, creatieve ideeën, leuke opdrachten: een schat aan materiaal om het maximum uit elk boek te halen. “Vorige week ben ik in mijn derde kleuterklas aan de slag gegaan met het heerlijke boek De wolf die uit het boek viel. Oudere kleuters zijn al goed vertrouwd met de verschillende sprookjes waar een wolf in voorkomt. Het werden echte ‘wolvendagen’ met als hoogtepunt het toneeltje waarin ze het vervolg van het boek mochten spelen!” Juf Adriana, 3de kleuterklas, Genk

Elk pakket van leerjaar 1 tot leerjaar 5-6 bevat een luistercd. Voor sommige kinderen is lezen een hele opdracht. Velen missen het voorleesplezier dat ze als kleuter hadden. Luisterboeken bieden dan een perfecte uitkomst: prachtige verhalen, levendig voorgelezen door de beste vertellers. Het leestechnisch niveau speelt geen rol en de kinderen pikken heel wat nieuwe woorden en zinsconstructies op. Ook aanbevolen voor sterke lezers! “Een van mijn leerlingen heeft dyslexie, lezen is voor haar allesbehalve een pretje. Haar vader vertelde me dat ze als kleuter dol was op prentenboeken, maar tijdens het eerste leerjaar bekoelde haar liefde voor boeken. Door de luisterboeken heeft ze de draad terug opgenomen en kan ze weer volop genieten van de mooiste verhalen. Roald Dahl is haar favoriete schrijver! Dankzij Boektoppers heb ik al een hele reeks luistercd’s voor weinig geld. Top!” Juf Laura, 4de leerjaar, Kortrijk

Themaboek: multiculti in de kijker Dit jaar bevat elk pakket Boektoppers, van de jongste kleuters tot leerjaar 6, een themaboek over multiculturaliteit. Soms is dat thema op de voorgrond aanwezig, zoals in Sinterklaas is toch geen dief. In andere boeken, zoals in Een dans voor Soesje speelt een kind uit een andere cultuur de hoofdrol zonder dat dit het onderwerp van het verhaal is. Want dat is precies de boodschap: multiculturaliteit is gewoon een gegeven in onze maatschappij. “In het boek Bottenjacht vindt een groepjes kinderen een walvisbot. Eén van de kinderen is een vluchteling met een woelig verleden, een thema dat af en toe wordt aangeraakt. Een van mijn anderstalige kinderen was erg geraakt door deze details omdat ze zich er in herkende, maar vooral omdat de jongen een nieuwe thuis had gevonden. Dat gaf haar hoop. Mooi he?” Meester Stijn, 3de leerjaar, Aalst

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017

11


ADVERTENTIE

De mooiste en leukste prenten- en leesboeken aan een lage prijs

© Clavis Uitgeverij, Hasselt-Amsterdam, illustratie van Liesbet Slegers uit ‘Karel en zijn opa’ een prentenboek voor kinderen vanaf 2 jaar. www.clavis.be - www.clavisbooks.nl

GRATIS leuke extra’s

Voor kleuters: meezingliedjes, kleurplaten, voorleestips & didactische tips

Voor het lager onderwijs: speelse oefeningen op bingel

Themaboek multi-culti in elk pakket

Ideaal voor de klasbib Meer info op www.boektoppers.be

geef meer dan les


Digitaal differentiëren

Digitaal differentiëren kun je leren

Inspirerend onderwijs op maat van elk kind: hoe begin je eraan in een grote klasgroep, met heel diverse leerlingen en het M-decreet? Heel wat schoolteams zijn op zoek naar ondersteuning om dit efficiënt en succesvol te doen. Goed nieuws: er is nog plaats op de virtuele trein van digitaal differentiëren, die halt houdt bij alle noden en behoeften van elke individuele leerling, de klasgroep en de leerkracht. Meester Jordan Biskup is er alvast mee vertrokken. All aboard!

Differentiëren is niet nieuw. Waarom zouden er digitale hulpmiddelen nodig zijn? “Ik beweer niet dat er iets mis is met de materialen, werkblaadjes en ondersteuning die er vroeger voorhanden waren. Het probleem is dat die niet echt meer afgestemd zijn op de grote, heterogene klasgroepen waar leerkrachten nu voorstaan. Die grote diversiteit zorgt ervoor dat er heel veel tijd en energie kruipt in de voorbereidingen op maat van elke leerling. Het gaat niet meer om twee leerlingen per klas die wat extra oefeningen nodig hebben, dat was nog overzichtelijk. Als je nu een les wil geven die inspeelt op de ontwikkeling van elk kind, moet je veel meer individuele informatie sprokkelen en bundelen tot verschillende leertrajecten. Want de aandacht mag niet alleen gaan naar de kinderen die meer ondersteuning nodig hebben, we moeten ook oog hebben voor de leerlingen die gebaat zijn met net meer uitdaging. Om die spreidstand

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017

13


efficiënt aan te pakken – zowel inzichtelijk als praktisch – moeten leerkrachten vandaag meer handvatten aangereikt krijgen en volgens mij kunnen digitale tools daar het antwoord op zijn.” Wat is voor jou al de meest nuttige tool gebleken? “Stel: een leerling maakt een toets voor wiskunde of taal over meerdere onderwerpen. Elke vraag is daarbij gekoppeld aan een bepaald leerdoel en staat op een aantal punten. Wanneer je die punten ingeeft in het online systeem, krijg je per leerling individueel, maar ook voor de hele klas een duidelijk overzicht van de sterktes en zwaktes.”

En vervolgens kun je beginnen te differentiëren. “Als blijkt dat de hele klas slecht scoorde op een bepaalde vraag, is het misschien nuttig daarover een herhalingsles in te lassen. Anders kun je inderdaad per leerling een leertraject op maat met aangepaste remediërende of verrijkende oefeningen opvragen, gebaseerd op de resultaten van de toets. Online differentiatie met meer training of net wat moeilijkere oefeningen om hen meer uit te dagen, afhankelijk van wat ze nodig hebben. Ze kunnen die taak op een computer of tablet maken of je drukt een gepersonaliseerde werkbundel af. Vroeger gebeurde de zorg vooral buiten de klas, bijvoorbeeld bij de taakleerkracht, terwijl je nu binnen de

ID-Kit Jordan Biskup is 35 jaar, staat 15 jaar in de klas, is ICT-coördinator van twee scholen uit de Scholengemeenschap Sint-Jan & Visitatie en geeft ondersteuning aan de andere vijf scholen uit die groep, is co-leraar wiskunde en Frans in het zesde leerjaar van basisschool O.-L.-V.-Visitatie Mariakerke

klas op een virtuele en subtiele manier zorggroepen kunt creëren. Dat ondersteunt niet alleen de klasleerkracht, maar ook de zorgleerkracht of co-teacher in de klas. De kinderen weten zelf niet in welke groep ze zitten en dat is ook helemaal niet relevant voor hen. De leerkracht kan hen digitaal indelen op basis van de zorg die ze nodig hebben om per groep gerichte oefeningen en inhouden te selecteren. Al die voorbereidingen deden we vroeger manueel, maar nu gaat het met enkele muisklikken allemaal automatisch. Tools zoals bingel en Mijn VAN IN maken zo het onderwijs en het lesgeven echt ‘slimmer’ dan vroeger.” Overzicht lijkt me hier het codewoord? “Ook daar kan het digitale bij helpen. Een digitaal dashboard zoals dat op de startpagina van Mijn VAN IN geeft absoluut veel inzicht en overzicht in een klas. Het stelt elke leerkracht in staat om voortgang te volgen en acties te ondernemen: de ene leerkracht wil een overzicht van het aantal oefeningen die tijdens een bepaalde periode gemaakt zijn, de andere wil weten welke taken de laagste scores opleverden. Je kunt bijvoorbeeld ook zien welke leerlingen nooit thuis oefenen, misschien omdat ze geen computer ter beschikking hebben. Die leerlingen kun je dan een extra oefenmoment op school aanbieden. Je kunt zelfs zien wanneer een kind op het platform heeft gewerkt. Stel dat je de klas twee weken de tijd hebt gegeven voor een grote digitale taak, maar dat ze er blijkbaar allemaal pas op de laatste dag aan beginnen. Dan kun je misschien beter in de toekomst zo’n taak opdelen in kleinere stukken. Daar heb je in andere omstandigheden geen zicht op. Je mag natuurlijk ook geen slaaf worden van het systeem. Als leerkracht blijf je diegene die zijn klas het beste kent en je gebruikt de tools in je eigen voordeel en dat van de kinderen.” Dit helpt leerkrachten alvast vooruit, hoe plukken leerlingen er de vruchten van? “Elk individu boekt hiermee natuurlijk het meeste vooruitgang, want er hinken minder kinderen achterop en niemand zit zich te vervelen. Deze digitale tools spelen namelijk in op de grote gemengde klasgroepen van tegenwoordig, waarin een kind al eens door de mazen van het net glipt. Bij het inoefenen van mondelinge vaardigheden Frans heb ik daar al

14

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017


handig gebruik van gemaakt. In een klas van 25 leerlingen is je lesuur om vooraleer iedereen twee zinnetjes gesproken heeft. Via bingel kun je hen echter spraakopnames laten maken. Die kunnen ze dan zelf herbeluisteren of het originele geluidsfragment nog eens afspelen. De leerkracht kan ze ook beluisteren en individuele feedback geven of er toch een klassikaal moment van maken. Het is wellicht een kwestie van tijd vooraleer de spraakopname verder uitgewerkt zal worden, zodat het systeem automatisch aan de leerkracht kan duidelijk maken welk kind extra aandacht nodig heeft. Maar ik vind het alvast goed dat er ook een soort verantwoordelijkheid bij de kinderen ligt: dat ze kritisch kunnen luisteren naar zichzelf om het vervolgens te verbeteren. Dat is bij andere oefeningen ook zo. Wanneer ze op de computer een oefening maken, krijgen ze instant feedback over hun antwoord. Is het fout, dan moeten ze verder zoeken en redeneren richting de oplossing. Die vinden ze dan ook zelf. Wanneer ze nu na twee dagen een toets terugkrijgen, zijn ze in hun hoofd al niet meer bezig met dat specifieke onderwerp. Als die dan ook nog eens klassikaal verbeterd wordt, is het misschien voor de helft van de klas niet relevant dat de leerkracht bij die ene vraag zo lang stilstaat.” Speelt het op die manier in op de leertrajecten op maat van elke leerling die het onderwijs steeds meer vraagt? “Niet elke leerling heeft de leerkracht even hard nodig. Sommige leerlingen verwerven kennis en vaardigheden immers gemakkelijk zelf. Via bingel kunnen ze dan op de computer of tablet een instructiefilmpje bekijken waaraan ze voldoende hebben om met de oefeningen aan de slag te kunnen. De leerkracht kan dan meer tijd besteden aan hen die een woordje uitleg met tussenstappen willen. Het is zoals ‘flipping the classroom’, waarbij de theorie al gekend is wanneer leerlingen de klas binnenstappen, zodat er meer tijd is voor

Leen Bresseleers (37) testte met haar derde leerjaar een prototype van de app ‘Bingel Raket’ uit. “In onze school zitten kinderen uit veel verschillende culturen, achtergronden en thuissituaties. Differentiëren is altijd noodzakelijk geweest. Maar dat wil niet zeggen dat het gemakkelijk is. Zeker met de diverse instroom van de laatste jaren zit ook ik geregeld met de handen in het haar als ik probeer tegemoet te komen aan de noden van elke leerling. Ik was dan ook erg enthousiast om mee na te denken over ‘Bingel Raket’ en een prototype van de app uit te testen. Mijn grootste wens was dat het een tool zou zijn waarmee de kinderen zelfstandig konden werken in de klas. Ik droomde dus van een heel gemakkelijk te gebruiken digitale aanvulling bij de werkschriften en een digitale vervanging van de extra werkbladen die ik achteraan in mijn klas heb liggen. De test in de klas is geweldig positief geweest. In mijn klas lagen enkele tablets. Wanneer een leerling in de les tijd over had, of nood had om een oefening digitaal nog eens te maken, of op een oefening vastgelopen was en ik niet meteen

kon helpen, kon hij de oefening uit het werkschrift met de tablet inscannen. Hij ging dan meteen digitaal aan de slag. Het voordeel van zo’n digitale oefenreeks is dat ze veel meer aansluit bij de leerbehoefte van een leerling: eerst gemakkelijk, dan geleidelijk aan moeilijker tot de leerling het helemaal begrepen heeft. Ik zie ‘Bingel Raket’ dus als een virtuele co-teacher in de klas die eerste hulp toepast als er een kind dreigt uit te vallen. Een kind kan zelfstandig de weg vinden naar ‘Bingel Raket’ en de rest van de klas wordt er niet door gestoord. Voor de kinderen zelf is het natuurlijk ook altijd plezant om met een tablet te werken. En ook de sterkere leerlingen krijgen uitdagende oefeningen. Na de test mocht ik de bevindingen van mijn leerlingen en mezelf vertellen aan de mensen van VAN IN. Op basis van de feedback wordt dit prototype verder uitgewerkt. Dat maakt ‘Bingel Raket’ veelbelovend, omdat het effectief rekening houdt met de noden in een klaslokaal.”

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017

15


samen vaardigheden oefenen en feedback. Soms is het ook nuttig als een kind een bepaald lesonderwerp thuis al een beetje heeft kunnen voorbereiden – een filmpje bekijken, een tekst lezen – zodat het de volgende dag meteen mee kan als hij de theorie herhaald krijgt. Pre-teaching dus. En elk kind doet zo succeservaringen op,

“Sommige leerlingen verwerven kennis en vaardigheden gemakkelijk zelf. Dat kan via instructies op bingel.” wat tenslotte erg belangrijk is. Mijn collega uit het zesde leerjaar en ik gebruiken ook de bordboeken als we differentiëren en aan co-teaching doen. De bladzijde uit

het werkboek wordt weergegeven op het digitaal bord, waarop de hele klas kan volgen. Ik neem met een kleiner groepje de computer erbij die hetzelfde bord toont, maar ik geef er een specifiekere uitleg rond. Vaak bereiden we bordschema’s samen voor, die we dan meteen tevoorschijn toveren wanneer nodig.” Het klinkt inderdaad allemaal erg magisch. Waarom zou een school niet op de kar van digitale differentiatie en digitaal leren willen springen? “Ik ken voorlopig geen mensen die er weigerachtig tegenover staan. Zeker wanneer het een handig en gebruiksvriendelijk systeem is, wil elke leerkracht ermee werken. Maar het is niet alleen een kwestie van willen: een school moet ook de mogelijkheid hebben om zulke digitale oplossingen feilloos te laten draaien. Dat

begint met goed functionerende ICTinfrastructuur die voor alle leerkrachten en leerlingen toegankelijk is. Draadloos internet is een must, maar die moet ook stand houden wanneer een hele klas tegelijk met de laptop of tablet werkt. Dat vraagt investeringen die niet onmiddellijk zichtbaar zijn, maar die op termijn wel renderen. Op onze school vroegen collega’s zich vijf jaar geleden ook af waarom er zoveel tijd, geld en werk kroop in iets wat nog een ver-van-hun-bedshow was. Achteraf is dat het perfecte moment gebleken om die werken en investeringen te doen, zodat we nu heel vlot met alle tablets aan de slag kunnen. Sommige scholen hebben daar helaas (nog) niet de middelen voor, omdat er ook andere prioriteiten zijn. Maar zo missen leerlingen en leerkrachten wel veel kansen.” Hoe blijven jij en je collega’s op de hoogte van alle digitale vernieuwingen? “Als ICT-coördinator is het natuurlijk mijn job om dat te doen. Onze school tekende eerder al in op de VAN INworkshops om met hun platform bingel en Mijn VAN IN te leren werken en indien nodig krijgen we er een bijscholing over. Als er dan nog collega’s zijn die er moeite mee hebben, ondersteunen we elkaar daarin. Veranderingen worden niet altijd door alle collega’s op gejuich onthaald, maar dat is meer uit onzekerheid. Eens ze een infomoment of opleiding gevolgd hebben, is iedereen blij met de vernieuwing, omdat die weer heeft ingespeeld op een van onze specifieke noden. Ik hoor wel vaker dat zo’n platform zich ontfermt over de praktische kant van de zaak, zodat de leerkracht weer het menselijke aspect voor zijn rekening kan nemen.” Wat is de digitale droom van jouw school? “Meer en meer collega’s verlangen naar voldoende computers, laptops en tablets in elke klas en niet alleen in het ICT-lokaal. Zo kunnen ze die nog beter integreren in de lessen en in functie stellen van de individuele noden per leerling. Ik vermoed dat de toekomst van elke school er zo zal uitzien.”

p

16

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017


ADVERTENTIE

Mijn planner Je agenda inplannen was nog nooit zo eenvoudig!

Januari 2017


REPORTAGE

Proeftuinscholen

Zin in leren!

Zin in leven!

Kinderen goesting geven om te leren, door te vertrekken vanuit hun persoonlijke ontwikkeling: dat is de ambitie van het nieuwe leerplanconcept van de katholieke basisscholen. Proeftuinschool Sint-Eduardus in Merksem/Schoten is alvast helemaal gewonnen voor het idee en plande een studiedag om de eerste ervaringen met het nieuwe concept uit te wisselen.

O

ngelooflijk veel goesting, dat is wat de 76 leerkrachten van VBS SintEduardus op deze zonnige najaarsdag mee naar huis nemen. Via een spel en groepsgesprekken hebben ze zich de hele ochtend ondergedompeld in ZILL, het nieuwe leerplanconcept van de katholieke koepel. ZILL staat voor ‘Zin in leren! Zin in leven!’ en is een ambitieus plan dat de harmonische ontwikkeling van kinderen centraal stelt. Essentieel in het nieuwe plan is dat de persoonsgebonden ontwikkelvelden en de cultuurgebonden ontwikkelvelden geen gescheiden werelden zijn, maar dat ze voortdurend met elkaar in verbinding staan. De combinatie van al die ‘ontwikkelingen’ is voor elk kind uniek en dat is waar het nieuwe leerplan op inspeelt.

“Onze leerkrachten kun je gerust specialisten op het vlak van differentiatie noemen.” Directeur Piet Bellens

18

Proeftuinschool Het is geen toeval dat de Sint-Eduardusschool geselecteerd werd als een van de proeftuinscholen van het leerplanconcept. Met meer dan vijftig verschillende nationaliteiten in de vestiging in Merksem heeft de school al een heel traject afgelegd qua zorg en differentiatie. “Onze leerkrachten kun je gerust specialisten op het vlak van differentiatie noemen,” klinkt het bij directeur Piet Bellens. “Al die verschillende nationaliteiten maken de rijkdom van onze school uit. Wij zijn een afspiegeling van de maatschappij hier in Merksem. Iets waar ik

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017

heel trots op ben. Dit jaar staat alles in het teken van het ZILL-concept, zodat leerkrachten de kans krijgen om te groeien in dit toch wel bijzonder innovatieve concept. Vandaag hebben we een eerste studiedag gepland rond de persoonsgebonden ontwikkeling van het kind. In januari volgt dan een tweede dag waarin we meer zullen focussen op de cultuurgebonden ontwikkelingen.”

Hefboom voor vernieuwing Wat maakt het nieuwe leerplanconcept nu zo vernieuwend? “De nadruk ligt niet langer op alleen leerdoelen halen. Vertrekkend vanuit de schooleigen context wordt inspelen op de unieke talenten van elke leerling belangrijker, met bijzondere aandacht voor wie het moeilijk heeft,” zo klinkt het bij het kernteam van Sint-Eduardus, een groepje van twaalf leerkrachten en zorgcoördinatoren. “ZILL stelt de persoonsgebonden ontwikkelingen gelijk aan de cultuurgebonden ontwikkeling zoals taalontwikkeling, ontwikkeling van logisch en wiskundig denken, ontwikkeling van oriëntatie op de wereld, … Er wordt gestreefd naar een constante wisselwerking tussen die twee. Neem bijvoorbeeld de ontwikkeling van het innerlijk kompas. Hoe leer je een kind om richting te geven aan zijn leven? Hoe help je het om veerkrachtig te reageren? Dat is nieuw.” “Voor veel leerkrachten is dit plan ook een ant-


woord op de vraag: wat doe je met kinderen die niet alle leerdoelen halen. Ook in ZILL blijven we de lat hoog leggen voor alle kinderen, het nastreven van de generieke doelen blijft de opdracht. Er komt echter meer ruimte voor individuele trajecten. De harmonische ontwikkeling is het uitgangspunt, leren en leven met elkaar verbinden. Dat is één van de krachtlijnen van het concept.”

Verweven met elkaar Moet je als leerkracht aan elke les wiskunde of taal een persoonsgebonden aspect koppelen? “Zeker niet,” legt zorgcoördinator Kathleen uit. “Het plan

“Het plan is geen keurslijf. Je kan het zien als een inspiratiebron om de verschillende ontwikkelvelden en thema’s meer met elkaar te verweven.” Zorgcoördinator Kathleen

is geen keurslijf. Je kunt het zien als een inspiratiebron om de verschillende ontwikkelvelden en thema’s meer met elkaar te verweven. Door extra individuele aandacht staan we stil bij de persoonlijke ontwikkeling van het kind. We stimuleren veerkracht en laten voelen dat het kind zichzelf kan zijn. Dat is het persoonsgebonden stukje dat bij de les wiskunde kan komen.” Ook zorgcoördinator Gert ziet heel wat voordelen in de ZILLaanpak. “Bij wiskunde werken we traditiegetrouw heel cognitief. Als er vroeger iemand een probleem had met rekenen, werd dat meteen cognitief aangepakt. Met het nieuwe leerplan worden we als >

Een hele voormiddag zaten de leerkrachten samen om zich de principes van ZILL eigen te maken.

JUF&MEESTER • NAJAAR 2016

19


REPORTAGE

“Het is tijd voor vernieuwing. Zeker bij de overgang van kleuters naar de lagere school kan het nieuwe plan helpen om gelijkgericht naar de ontwikkeling van kinderen te kijken. Door ZILL krijgen we een beter beeld van de stappen die een kind kan zetten van 2,5 tot 12 jaar.” Zorgjuf Leen

20

leerkracht uitgenodigd om naar het totaalpakket te kijken. Ligt er misschien een persoonsgebonden reden aan de basis van het probleem? Is er een sociaal-emotioneel probleem of is het kind motorisch nog niet voldoende ontwikkeld? In plaats van meteen te focussen op het cognitieve aspect, is het belangrijk om ook de persoonlijke ontwikkelingen van het kind aandacht te geven. Dat is kijken met de ZILL-bril op.”

En in de praktijk? Hoe het leerplan er in de praktijk zal uitzien, is op deze studiedag nog niet aan de orde. Eerst moet het team vertrouwd raken met het concept. Toch vindt het gros van de leerkrachten dat het nieuwe plan goed aansluit bij wat ze al doen in de klas. Een hele geruststelling. Kathleen, zorgcoördinator van de eerste graad, legt uit: “Bij het lezen zorg ik ervoor dat de kinderen niet alleen het leestechnische aspect onderhouden en inoefenen, maar probeer ik ook te werken aan interactie en samengevoel. Zo mogen de kinderen na elk leesmoment kiezen uit zes of acht kaartjes met een smiley. Vonden ze het een grappig verhaal? Of vonden ze het maar saai?

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017

Door te praten over de gevoelens die een verhaal kan oproepen, bevorder je de interactie en kun je werken aan een wij-gevoel in de klas. Iets wat belangrijk is bij de sociaal-emotionele ontwikkeling van een kind. En zo merk je dat we al heel wat tools gebruiken waarin ZILL-facetten verwerkt zitten, zonder dat we er ons bewust van waren.”

Tijd voor vernieuwing Het enthousiasme over het nieuwe plan is groot. Omdat het inspeelt op wat er leeft in de scholen. Zorgjuf Leen: “Het is tijd voor vernieuwing. Zeker bij de overgang van kleuters naar de lagere school kan het nieuwe plan helpen om gelijkgericht naar de ontwikkeling van kinderen te kijken. Door ZILL krijgen we een beter beeld van de stappen die een kind kan zetten van 2,5 tot 12 jaar.” Zorgcoördinator Kathleen knikt instemmend: “Doordat we die ontwikkeling beter in kaart kunnen zetten, zullen we ook gemakkelijker een stap durven terugzetten. Stel dat een kind in het eerste leerjaar moeite heeft met het lezen van zinnen, dan kun je met het nieuwe leerplan gemakkelijker een stapje terugzetten. Door bijvoorbeeld te focussen op het


lezen van woorden. Lukt het met die stap nog niet, geven we het kind opnieuw de kans om een stap terug te zetten. Is er een letterprobleem of heeft het kind moeite met hakken en plakken? Geen zinnen kunnen lezen mag met andere woorden geen struikelblok zijn om het kind te laten overgaan. Zo laat je het kind in zijn waarde.”

“Leerkrachten hangen niet meer zo vast aan stapels leerplannen. Ze krijgen meer vrijheid waardoor de druk op hun schouders aanzienlijk vermindert.” Directeur Piet Bellens

Geen stapels leerplannen meer Vraagt het nieuwe plan niet extra veel flexibiliteit van de leerkrachten die met al die verschillende niveaus aan de slag moeten? Directeur Piet Bellens ziet het meer als een bevrijding. “Leerkrachten hangen niet meer zo vast aan stapels leerplannen. Ze krijgen meer vrijheid waardoor de druk op hun schouders aanzienlijk vermindert. Natuurlijk zijn er uitdagingen aan het nieuwe plan verbonden. Zo zijn er nog heel wat vragen naar het praktische luik toe, omdat veel leerkrachten meteen aan de slag willen. Maar daarvoor hebben we nog tijd. Eerst moeten we vertrouwd raken met het concept.” Een andere bezorgdheid die in de wandelgangen te horen is: welke impact zal het nieuwe leerplanconcept hebben op evaluaties en rapporten? Heel wat uitdagingen waar het school-

ZILL ZILL staat voor ‘Zin in leren! Zin in leven!’. Het is het nieuwe leerplanconcept van de katholieke basisscholen. Op dit moment zijn er al verschillende proeftuinscholen in Vlaanderen met het nieuwe concept aan de slag. Volgens de meest recente informatie bij het in druk gaan van dit magazine is de officiële start voorzien in september 2018.

team de komende jaren ongetwijfeld mee geconfronteerd zal worden. Hoe begeleid je als directeur al die veranderingen in je school? Piet Bellens: “Ik ben een groot voorstander van het principe van ‘Scholen slim organiseren’, een nieuwe organisatiestructuur waarbij gewerkt wordt met zelfsturende teams. Een zelfsturend team is een vaste groep van medewerkers die gezamenlijk verantwoordelijk is voor belangrijke taken. Per team heb je sterrolhouders die elk een deel van de kern van de zaak bewaken. Zeker in een grote school als de onze, met negenhonderd leerlingen en honderd man personeel, is zo’n zelfsturende structuur de toekomst. In combinatie met het ZILL-concept zorgt dit ongetwijfeld nog voor heel wat uitdagende jaren waar ik met plezier naar uitkijk.” Kunnen de uitgeverijen helpen bij de omschakeling naar het nieuwe concept? “Door de individuele aanpak kunnen aangepaste methodes en ontwikkelingsgerichte leermiddelen een geweldige ondersteuning zijn,” zegt zorgcoördinator Gert. “Ook al zijn er nu nog wel wat vraagtekens, we kijken er met het voltallige team naar uit om met concrete materialen aan de slag te gaan en er onze schooleigen stempel op te drukken. We hebben echt zin in ZILL!” “Hoe die er concreet moeten uitzien, blijft wel nog een vraagteken.”

p

Van links naar rechts: voor de zorgleerkrachten Gert, Leen en Kathleen sluiten de principes van ZILL goed aan bij wat ze nu al doen.

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017

21


METHODE

Voor en door leerkrachten

Hoe komt een methode tot stand?

Voor een VAN IN-methode op de schoolbanken belandt, is er vaak jaren aan gewerkt. Leerkrachten spelen daarbij een cruciale rol, want inspirerende en kwaliteitsvolle leermiddelen maak je samen. Het leermateriaal is het resultaat van doorgedreven co-creatie. Kijk maar!

H

oe kunnen we met onze uitgaven leerkrachten ondersteunen om meer Frans te spreken in de Franse les? Hoe zorgen we ervoor dat het jaarplan haalbaar blijft? Welke plaats krijgt activerende directe instructie in de wiskundeles? Op welke manier kunnen leerlingen zichzelf evalueren en zich voorbereiden op een toets? Hoe kunnen we inspelen op veranderende leerplannen en eindtermen? Kortom, hoe werken we vandaag aan het onderwijs van morgen? Zodra een nieuwe methode in gebruik is, blikken we vooruit naar de toekomst. In een eerste fase gaan een uitgever en een marketingverantwoordelijke met leerkrachten in gesprek: wat vinden ze van de huidige aanpak? Welke verbeterpunten zien ze? Wat is er in hun klas en op hun school veranderd? Op basis daarvan zet een kernteam de krijtlijnen uit van een nieuwe methode. Daarna gaan de auteursteams aan de slag: ze werken de activiteiten inhoudelijk uit. Dat is bij uitstek de fase van co-creatie. Er worden proeflessen gemaakt, die door leerkrachten in de praktijk uitgetest worden. Taalcorrectie, vormgeving, foto’s zoeken, tekeningen laten maken … Dat gebeurt in de realisatiefase. Ook het digitale luik van de methode krijgt dan vorm. Leerkrachten vertrouwd maken met het materiaal, zodat ze er goed mee aan de slag kunnen, is de laatste fase van het proces. De educatief adviseurs bezoeken de scholen en er zijn ook VAN IN-dagen, waar je te weten komt wat de kenmerken en pluspunten zijn van de nieuwe methode. En als dat achter de rug is? Dan begint het hele proces opnieuw. Onderwijs staat nooit stil!

22

1. krijtlijnen uittekenen Wat?

Wie?

Een kernteam legt het raamwerk van de nieuwe methode vast: de didactische en organisatorische principes, de leerlijnen … Er kan bijvoorbeeld ook in staan dat de methode erg visueel wordt, dat leerlingen uitvoerig oefenen op zelfstandig brongebruik, dat er veel ruimte is voor groepswerk … Het raamwerk bepaalt ook welke digitale oplossingen leerkrachten en leerlingen optimaal zullen ondersteunen.

• de uitgever, de marketingverantwoordelijke

• individuele leerkrachten – focusgroepen met leerkrachten

4. kennismaken met de nieuwe methode

Wat?

In deze fase krijgen leerkrachten de kans om de nieuwe methode van naaldje tot draadje te leren kennen. Wat is er nieuw en anders aan de methode? Hoe helpt ze leerkrachten bij hun dagelijkse taken? Hoe haalt ze het beste in elke leerling naar boven?

Zichtzendingen, VAN IN-dagen, voorstellingen in scholen, mailings, proeflicenties voor digitale oplossingen …

Wie? Educatief adviseurs, de marketingverantwoordelijke

De nieuwe methode, ideeën, vragen … aftoetsen


2. inhoud maken Wie?

Wat? Alle activiteiten van de methode worden zowel inhoudelijk als didactisch geconcretiseerd. Er worden meerdere versies gemaakt, door leerkrachten getest en besproken, tot alles op punt staat.

Hoe? Auteurs krijgen veel ruimte voor hun eigen inbreng. Ze putten daarbij zowel uit wetenschappelijke literatuur als uit hun klaservaring en werken intensief samen, begeleid door de uitgever.

De uitgever, de auteursteams. Teams van leerkrachten en onderwijsexperts uit hogescholen vullen stap voor stap het raamwerk in. Iedereen heeft zijn eigen expertise. De ene werkt een bepaalde leerlijn over alle jaren heen uit. Iemand anders is sterk in het bedenken van coöperatieve werkvormen. Een ander werkt goede toetsen uit of kan motiverende digitale oefeningen bedenken.

3. van realisatie tot publicatie Wat? Het materiaal krijgt vorm. De medewerkers van het realisatieteam zorgen voor taalcorrectie, passende beelden, vormgeving en audio- en video-opnames. De papieren uitgaven worden gedrukt en de digitale oefeningen en lesmaterialen online gepubliceerd.

Hoe? Iedereen heeft zijn eigen expertise en werkt nauw samen om het materiaal er piekfijn te laten uitzien.

Wie? • De projectcoördinator zorgt ervoor dat de methode op tijd gerealiseerd wordt volgens de afspraken. Hij zet een heel team aan het werk: illustratoren, redacteurs, vormgevers, stemacteurs … • De redacteur schaaft de teksten bij. Hij zoekt de juiste foto’s en laat tekeningen maken. Hij zorgt ervoor dat de rechten van alle afbeeldingen en van video en audio in orde zijn. Tot slot kijkt hij ook, samen met de auteurs, de proeven van de vormgever na tot die in orde zijn. • De illustrator maakt verhelderende tekeningen. • De vormgever zet tekst en beeld bij elkaar en zorgt voor een overzichtelijke en mooie lay-out. • De drukker: omdat er jaarlijks miljoenen pagina’s gedrukt moeten worden, worden meerdere drukkers tegelijk ingeschakeld.

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017

23


METHODE

VAN IN-methodes in enkele cijfers 34 000 Zoveel leerkrachten Ongeveer 50 Zoveel mensen

werken elke dag met een of meer

zijn er betrokken bij de co-creatie van

methodes van uitgeverij VAN IN.

een VAN IN-methode.

390 000 Zoveel kinderen gaan elke

Een uitgeefteam van een 5-tal mensen

dag aan de slag met Rekensprong Plus,

(een uitgever, een assistent-uitgever,

Tijd voor Taal accent, Op verkenning

een marketeer, een digitale expert en een

of andere uitgaven van VAN IN.

projectcoördinator realisatie) werkt samen met

312 000 Zoveel kinderen zijn vorig

20 tot 30 auteurs, 6 educatief adviseurs, een 5-tal illustratoren, gemiddeld 3 redacteurs en een 3-tal vormgevers.

bingel.

13 252 Zoveel ton

5 500 Zoveel oefeningen-

papier is er nodig voor

reeksen staan er op bingel

1 methode, voor 1 jaar, over

2 500 Dat is het gemiddelde

heel Vlaanderen. Dat is

aantal gedrukte pagina’s van

ongeveer zoveel als het

Reken Maar voor één leerjaar.

gewicht van 3 000

Met gemiddeld

2 200 gedrukte

pagina’s heeft Tijd voor taal accent

er niet eens zoveel minder.

Zin om mee te werken? VAN IN is altijd op zoek naar mensen die de uitdaging aangaan om in het co-creatieproces van een nieuwe uitgave te stappen. Een deel van de inhoud uitwerken, feedback geven, inhoudelijk nalezen … Je kunt op heel wat manieren je steentje bijdragen. Het leuke is dat je de methode van dichtbij tot leven ziet komen. Je stapt buiten de muren van je klas en je werkt samen met anderen die net zoals jij een passie hebben voor onderwijs. Je doet massa’s nieuwe inspiratie op! Ben je geïnteresseerd? Meld je aan via: www.vanin.be/nl/voor-auteurs

24

jaar aan de slag gegaan met

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017

olifanten.


ADVERTENTIE

NIEUWE METHODE AANVANKELIJK LEZEN Beschikbaar vanaf september 2017

NIEUW VRAAG JE ONTDEKPAKKET AAN OP IKLEESMETHUPENAAP.BE

www.ikleesmethupenaap.be

geef meer dan les


Reken Maar! In deze sessie kom je te weten hoe de nieuwe wiskundemethode Reken Maar! jou ondersteunt in het kader van de nieuwe uitdagingen en vernieuwingen in het onderwijs, en hoe jij als leerkracht het beste resultaat bereikt voor élke leerling. De sessie zoomt in op de belangrijkste voordelen: -

de vele mogelijkheden voor zorg op álle niveaus de aandacht voor de persoonsgebonden ontwikkeling de uitdaging en het plezier voor élke leerling de beschikbare materialen, zowel op papier als digitaal, die je naar keuze flexibel kan inzetten in je klaseigen situatie Elke deelnemer van de sessie ontvangt voorbeeldmateriaal.

Tijd voor Taal accent

Op verkenning

Leg je eigen accent en maak het

Tijdens deze sessie verkennen

verschil. Tijd voor Taal accent, de

we de voordelen van

meest gebruikte taalmethode in Vlaanderen, zet volop in op taalvaardigheid, motivatie en zorg op maat en biedt zo de weg naar een gedifferentieerd taalbeleid. Ben je op zoek naar een nieuwe taalmethode? Kom dan naar de VAN IN-dagen en ontdek

wereldoriëntatie op themabasis: Fun: Échte WO. Boeiende, activerende thema’s voor betrokken en enthousiaste leerlingen. Flexibel: Haalbare lessen, ruimte voor invulling naar keuze.

wat Tijd voor Taal accent jou te bieden

26

heeft. Alle deelnemers aan de Tijd

Doelgericht: Een duidelijk

voor Taal accent-sessie ontvangen het

kader voor het behalen van

leerlingenmateriaal van een leerjaar naar

de eindtermen en leerdoelen

keuze en een uitprobeerthema om Tijd

van vandaag en morgen.

voor Taal accent – Taal in de klas uit te

Gratis themaschrift voor elke

proberen.

deelnemer.

JUF&MEESTER • NAJAAR 2016


JUF&MEESTER • NAJAAR 2016

27


REPORTAGE

. . Er was eens

Kinderen lezen voor aan honden

Sprookjes bestaan! Experimenten in het buitenland wezen het al uit: kinderen met leesmoeilijkheden en asielhonden kunnen samen een succesverhaal schrijven. Het scenario is heel eenvoudig: de ene leest, de andere luistert. Wij namen de proef op de som en trokken met enkele leerlingen uit het vijfde leerjaar van Sint-Ursula basisschool Klimop uit Lier naar Het Blauwe Kruis in Wommelgem.

V

oorlezen aan honden, is dat niet een beetje een gek idee? Neen, niet helemaal. Voor kinderen (al dan niet met leesmoeilijkheden) is het een bijzondere manier om hun leesvaardigheid te trainen. Dit trouwe, niet-oordelende publiek stimuleert immers hun zelfvertrouwen om ook al hortend en stotend hun verhaal gewoon rustig af te maken. Een hond onderbreekt de kleine verteller namelijk niet met tal van correcties. Bovendien is het voor kinderen een hele opsteker te >

28

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017


De zachte stem van een kind werkt kalmerend op een hond die overstuur is.

Melih: Wanneer ik voorlees aan mijn zusje, is ze altijd heel aandachtig en stil. Dat was nu wel wat anders. De hond waaraan ik voorlas, liep constant rond en blafte luid. Misschien schrok hij vaak van het lawaai van de andere honden? Voorlopig vind ik het dus leuker om een verhaaltje voor te lezen aan mijn zus. Maar ik denk wel dat het sommige kinderen kan helpen om beter te leren lezen: honden geven geen commentaar als je eens een foutje maakt.

Aerjen: Ik lees graag voor, bijvoorbeeld aan mijn broer, nichtje of neefje. En nu ook aan honden! De mijne leek heel aandachtig te luisteren naar mijn verhaal. Hij heeft me toch nooit onderbroken met geblaf. Ik denk dat het wel een goeie en rustige manier is om bange honden opnieuw aan mensen te laten wennen. Noïn: Ik kan niet zo heel goed lezen, daarom doe ik het ook niet graag. In de klas vind ik het heel gênant om luidop te lezen en thuis is het niet leuk dat mama en papa me constant verbeteren. Nu was het dus heel anders. Ik zie heel graag honden, ze zijn zo lief. En voor mij is het misschien wel een goeie manier om meer te oefenen en beter te leren lezen. Ik denk dat mijn eigen hond het ook nog wel leuk kan vinden.

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017

29


Zo’n hondje onderbreekt je gelukkig niet als je eens een foutje maakt.

Sean: Ik hou van boeken en ook luidop lezen in de klas vind ik tof. Voor een hond voorlezen was wel eens iets speciaal. Eerst zat hij geconcentreerd naar mij te kijken, maar dan viel hij in slaap. Vond hij het saai of net rustgevend? Ik weet het niet. Maar misschien moet het asiel dit wel blijven doen tot bange honden weer terug gewend zijn aan mensen. Luka: De hond waaraan ik voorlas, hoorde niet zo goed, dus ik denk niet dat hij veel naar mijn verhaal geluisterd heeft. Hij liep wat rond en blafte soms. Nochtans denk ik dat hij het wel leuk zou kunnen vinden, want hij zit altijd alleen in zijn hok. Ik vond het in ieder geval plezant. Ik wil het nog wel eens doen, al zal dat dan eerder voor mijn eigen hond zijn. Die is wat rustiger. Mihriban: Ik lees meestal in stilte, want luidop maak ik meer fouten. Maar voor honden wil ik nog wel een keer voorlezen. Ze zijn zo schattig! De mijne maakte af en toe een geluidje en hij keek niet echt naar mij, maar ik had toch het gevoel dat hij aan het luisteren was. Dus volgens mij vonden we het allebei plezant. Valérie: Er was veel geblaf toen ik aan het voorlezen was, een groot verschil met thuis of in de klas. Mijn hond liep het ene moment rond, dan ging hij zitten en keek hij wat rond. Na een tijdje werd hij rustiger. Ik denk dat dat wel een goed gevoel kan geven aan kinderen die eigenlijk niet zo graag voorlezen.

30

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017

weten dat ze op die manier ook iets voor de viervoeters kunnen betekenen. Zeker als het om asieldieren gaat. Sommige dieren in het asiel hebben het immers wat moeilijk, bijvoorbeeld omdat ze gedumpt, mishandeld zijn of wanneer ze weggelopen zijn. Honden zijn groepsbeestjes en als ze een tijdlang zonder roedel of liefhebbend gezin doorbrengen, kunnen ze stress-symptomen vertonen, zoals angst en depressie. Alle zielige puppyoogjes ten spijt: menselijk contact is voor hen dan niet meer zo evident. Experimenten hebben nu uitgewezen dat dat kan veranderen wanneer kinderen hen een verhaaltje komen vertellen uit een boek. Het zachte en vriendelijke timbre van een kinderstem zou een kalmerende werking hebben, net als het rustige tempo waarop voorlezen

meestal gebeurt. Doordat de blik van het kind op het boek gericht is, is er ook geen rechtstreeks oogcontact, wat bij angstige honden al eens bedreigend overkomt. Al zittend nemen kinderen bovendien een eerder onderdanige houding aan, met gebogen hoofd en schouders. Ook onverwachte bewegingen of ongewenst fysiek contact vormen in een situatie als deze geen risico, waardoor de hond op zijn eigen tempo toenadering kan zoeken als hij dat wil. Op die manier scherpen asielhonden hun sociale vaardigheden wat aan, een troef wanneer potentiële baasjes komen kijken. Die willen immers allemaal een speelse knuffelhond. In de praktijk waren niet alle beestjes in Het Blauwe Kruis een en al oor, maar dat kon de pret voor de leerlingen van Klimop niet bederven.

p


ADVERTENTIE

Een bibliotheek voor de klas ĂŠn thuis Lezen op papier of digitaal

Oude en nieuwe AVI

Differentiatie met leesondersteuning

www.bibbox.be

geef meer dan les


ADVERTENTIE

Een persoonlijke aanpak? Slaap op je 1+1 oren.

De wiskundemethode Reken Maar! ondersteunt de school en de leerkracht optimaal bij de uitdagingen en vernieuwingen in het onderwijs. Surf naar www.rekenmaar.be en ontdek hoe je met Reken Maar! het beste resultaat voor élke leerling bereikt. »» Focus»op»zorg»voor»álle»niveaus

WWW.REKENMAAR.BE

»» Papier»en»digitaal»hand»in»hand,»flexibel»inzetbaar»in»klaseigen»situatie »» Aandacht»voor»persoonsgebonden»ontwikkeling »» Uitdaging»en»rekenplezier»voor»alle»leerlingen

geef meer dan les


INTERVIEW

Maak van de wiskundeles een boeiende uitdaging Interview met wiskunde-docente Ann Vanpaemel Al ruim 25 jaar geeft Ann Vanpaemel, docente aan de lerarenopleiding van Odisee in Brussel, wiskunde aan aankomende leerkrachten. Wat helpt kinderen het meest om de kunst van cijferen en meetkunde onder de knie te krijgen?

R

ekenen: het is voor veel kinderen niet bepaald het meest favoriete vak. Het blijft een uitdaging om dat boeiend naar de klas te brengen. Ook bij leerkrachten in spe is het zoeken naar leermethoden die aanspreken. Hoe brengt Ann Vanpaemel jongvolwassenen de knepen van het wiskundevak bij?

Ann Vanpaemel: studenten zin geven om met wiskunde aan de slag te gaan is een van mijn belangrijkste doelen. Zo leg ik bijvoorbeeld in mijn eerste les studenten graag enkele resultaten voor uit een test uit het zesde leerjaar. ‘Waarom zouden de zesdeklassers deze oefening moeilijk vinden?’ vraag ik dan. Het is mooi om te zien hoe sommige studenten zich dan meteen geroepen voelen om op zoek te gaan naar mogelijke verklaringen. Door onderzoekend en zelf ontdekkend tewerk te gaan, leert een student, en ook een leerling, vaak meer dan door alles voorgekauwd te krijgen. Zo komt hun motivatie ook naar boven. In de lijn van deze visie hebben we op Odisee een test ontwikkeld die niet zozeer de kennis, maar wel de zin in wiskunde en probleem-oplossen peilt. We leggen deze voor aan de eerstejaarsstudenten en verdelen hen op basis van de resultaten in twee groepen die op het einde van de rit precies hetzelfde examen voorgelegd krijgen. Hun parcours verschilt wel. Voor groep 1, de studenten die sterker zijn in wiskunde, kan de leerstof compacter aangeboden worden. Ze hoeven niet meer alles uitgelegd te krijgen. Om hen te laten oefenen om de leerinhouden toch in kleinere stapjes op te splitsen krijgt deze groep de uitdaging om een practicum uit te werken voor de andere groep. Groep 2 krijgt tijdens de contacturen kansen om hun inhoudelijke en didactische inzichten stapsgewijs te verruimen en krijgt ook meer oefenbegeleiding. Het is verrassend hoe deze studenten vaak een natuurlijke aanleg hebben om leerinhouden didactisch uit te werken. Elke groep voelt zich sterk betrokken bij zijn eigen leren. Zo voelt iedereen zich goed in zijn groep en blijven beide groepen gemotiveerd en uitgedaagd.

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017

33


Zie je dit ook werken in de lagere school? “Het idee van elkaar helpen door sterkere leerlingen iets te laten uitleggen aan zwakkere leerlingen is natuurlijk mooi maar je moet er ook mee opletten. Het kan niet de bedoeling zijn labels van ‘goeden’ en ‘zwakkeren’ te creëren. Maar je kunt het wel doen in verschillende samenwerkingsvormen als duowerk, of via expertgroepjes die gebaseerd zijn op interesse. Sommige leerlingen zullen voor wiskunde in een expertgroepje zitten, anderen voor taal of voor wereldoriëntatie. Het plezier van aan anderen iets uit te leggen waar je goed in bent, is zeker motiverend. En motivatie is erg belangrijk voor een succesvol leerproces. Geef een kind een uitdaging waarmee het concreet aan de slag kan gaan. Differentiëren kan natuurlijk ook door via een toets vooraf vast te stellen waar de leerlingen al mee weg zijn, en de snellere leerlingen na een korte instructie of zelfs zonder instructie al oefeningen te laten maken terwijl de anderen nog uitleg krijgen. Of je kunt de vlugge leerlingen een verrijkingstraject aanbieden. In de praktijk zie ik dat een aantal scholen al werkt met klas- of zelfs leerjaaroverschrijdende niveaugroepen voor wiskunde.”

Met de nieuwe wiskundemethode Reken Maar! kun jij in je lessen ook differentiëren tijdens de instructie. Aan de hand van een instaptoets kun je bepalen voor welke lessen rekensterke leerlingen meteen zelfstandig aan de slag kunnen. Bij de start van een blok geef je hen doorwerktaken, bv. in de vorm van een contractwerk. Je kunt hen ook als tutor in heterogene duo’s laten samenwerken met leerlingen uit de instructiegevoelige groep. Dat verhoogt hun betrokkenheid.

Hoe wakker je concreet motivatie aan voor bijvoorbeeld het berekenen van volumes? “Of het nu gaat om volumes of om een andere grootheid uit meten en metend rekenen, de stappen zijn altijd dezelfde: begrijpen, meten, berekeningen maken om problemen op te lossen. Je kunt immers niet succesvol aan problemen werken als je onvoldoende begrijpt waarmee je bezig bent. Om te begrijpen wat het volume is, moet je eerst manipuleren en experimenteren met volumes. Daarvoor is het noodzakelijk om veel materiaal aan te bieden en ruimte te geven tot onderzoeken. Pas als kinderen begrijpen wat ze moeten meten, kunnen ze zich afvragen hoe ze hiervoor best tewerk kunnen gaan, welke dingen je daarvoor zou moeten meten. In de opleiding is het belangrijk dat studenten ditzelfde proces doorlopen.”

Dit klinkt zeer goed, maar botst dit experimenteren niet op tijdsdruk bij leerkrachten? “Er is niet alleen de tijdsdruk om alle leerstof tijdig gezien te krijgen, het vergt ook veel werk om te zorgen voor aanschouwelijk materiaal. En leerkrachten hebben administratief al veel werk. Moet je als leerkracht altijd aanschouwelijk werken? Natuurlijk maakt dat de lessen prettiger voor de kinderen en ondersteunt het hun leren, maar hoe ouder kinderen worden, hoe meer ze iets kunnen begrijpen zonder het noodzakelijk eerst te voelen of ermee te experimenteren. Het vermogen tot mentaal en abstract denken groeit immers. Ik zie leerkrachten hoe dan ook zoveel mogelijk de concrete leefwereld van de kinderen inzetten bij het uitwerken van hun lessen.”

Los van de tijdsdruk, is het een goed idee om spelelementen, eventueel met beloning, in te lassen? “Zeker, want spelen motiveert kinderen om iets te doen. Ik daag mijn studenten uit om een gekend spel om te vormen zodat leerinhouden van wiskunde ermee kunnen geoefend of geleerd worden. Dat kan bijvoorbeeld perfect met ‘wie is het?’. Je vervangt de menselijke figuren door meetkundige figuren, en door de juiste vragen naar eigenschappen van die figuur te stellen moet de speler dan bijvoorbeeld uitkomen bij het ‘trapezium’. Criteria voor goede spelletjes zijn voor mij: de spelregels mogen niet ingewikkeld zijn en liefst door alle leerlingen gekend zodat er niet nodeloos tijd gaat naar het uitleggen ervan, er moet veel geoefend of geleerd worden tijdens het spelen en de spelletjes mogen niet te lang duren.”

We hadden het daarnet over differentiëren. Hoe moet dit met kinderen met dyscalculie? “Gemiddeld heeft iedere leerkracht in zijn klas een leerling met dyscalculie. Dat is een rekenstoornis die zich op veel verschillende manieren kan manifesteren. Het is belangrijk als leerkracht om een onderscheid te maken tussen een rekenprobleem en een rekenstoornis. Een probleem kan bijvoorbeeld ontstaan als een leerling lang afwezig is geweest, of de taal niet goed begrijpt. Hier kun je als leerkracht remediëren. Maar als we het hebben over een stoornis, dan is er externe hulp nodig om de juiste hulpmiddelen aan te reiken. Dat kun je als leerkracht alleen niet oplossen, en dan is het belangrijk om in overleg te bekijken hoe hier best mee omgegaan wordt.

Ten slotte, kun je na 25 jaar ervaring in het opleiden van leerkrachten aangeven welke methode de beste is? “Voor studenten is het vooral een uitdaging en verrijking om zelf het proces mee te maken dat de kinderen doorlopen. Inhoud en didactiek zijn in onze opleiding heel nauw met elkaar verbonden. Om te leren hoe ze leerinhouden best overbrengen aan leerlingen is het belangrijk dat studenten zich laten inspireren door verschillende methodes. Eenmaal afgestudeerd volgen ze de methode van de school waarin ze terechtkomen. De beste methode bestaat niet: elke leerkracht is anders, een methode moet je liggen. Er zijn tegenwoordig zoveel schitterende handleidingen die alles bevatten wat je nodig hebt: een uitgeschreven lesplan, slides, oefeningen, toetsen, remediërings- en verrijkingsopties, instructiefilmpjes … Maar je moet daar als leerkracht nog steeds je eigen ding mee doen, en zien wat bij jou past. Het is een kwestie van blijvend je ogen en oren open te houden, en veel uit te proberen.”

p

34

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017


In de wolken

LEUKE LINKS: CLOUDDIENSTEN

Niets zo gemakkelijk als een document dat je hebt aangemaakt in de leraarskamer verder thuis kunnen bewerken, of op je thuiskantoor, of datzelfde bestand onderweg kunnen bekijken en aanpassen op je tablet of smartphone. Clouddiensten slaan al je bestanden online op, onafhankelijk van de plaats en het toestel waarop je ze aanspreekt.

Documenten online bewerken in Google Docs

Kies je ‘ecosysteem’ De belangrijkste clouddiensten van het moment worden geleverd door Microsoft, Google en Apple, en zijn ook gekoppeld aan andere software, hardware en webdiensten van die bedrijven. In essentie doen ze allemaal hetzelfde: ze slaan je documenten (maar ook je muziek, je foto’s en bestanden) online op, zodat ze overal beschikbaar zijn. Je uiteindelijke keuze voor de plaats waar je alles online opslaat, laat je ook het best afhangen van welke andere producten van hetzelfde merk je gebruikt. Wie bijvoorbeeld een Apple-computer heeft, kiest het best voor Apples iCloud Drive-dienst. Eigenaars van een Android-smartphone of een Chromebook-computer gaan liefst voor Google Drive. En wie vooral in Office werkt op een Windows-pc heeft het meeste aan Microsofts OneDrive. De drie clouddiensten werken zowel gewoon in de browser als via een app op je smartphone of tablet.

Microsoft: www.onedrive.live.com Google: www.google.com/drive Apple: www.icloud.com

Extra opslagruimte kost geld Alle clouddiensten op deze pagina zijn in principe gratis, maar vanaf een bepaald gebruiksvolume kosten ze geld. Bij de meeste diensten krijg je 5 tot 15 gigabyte aan gegevensopslag gratis, maar voor 1 tot 2 euro per maand kun je dat optrekken naar 50 tot 100 gigabyte.

Onder Google Docs, een internetdienst die gekoppeld is aan Google Drive en andere producten van de Amerikaanse technologiereus, vind je een volledig – en gratis – softwarepakket à la Microsoft Office terug, dat vooral gericht is op het online opslaan en beheren van je documenten. Het is ook mogelijk om bestanden ‘lokaal’ op te slaan op je computer, en dat kan ook in bestandsformaten die leesbaar zijn in Word, Excel en PowerPoint. Maar het bewerken zelf gebeurt dus rechtstreeks online. Dat klinkt echter enger dan het is: Google Docs slaat alles geregeld tussentijds op.

http://docs.google.com

Alternatieven: Dropbox, Box en Evernote

Ook als je liever geen resolute keuze voor een ecosysteem maakt of als je je beter voelt met een tweede systeem, zijn er nog tal van alternatieven, die elk hun eigen voordelen hebben op de clouddiensten van de grote spelers. Evernote is bijvoorbeeld vooral gericht op het bijhouden van notities, met bijvoorbeeld ook stemopnames en foto’s. Dropbox synchroniseert alle informatie gemakkelijker over alle toestellen waarop je het gebruikt, en maakt het eenvoudiger om sommige dingen rechtstreeks te delen op social media. En Box laat je toe om de mappen te kiezen die je wel of niet synchroniseert. Net als de drie ‘grootheden’ werken de drie diensten zowel rechtstreeks op het web als via een app. De alternatieven beginnen wel iets sneller geld te vragen dan de drie ecosystemen: bij Dropbox krijg je bijvoorbeeld maar 2 gigabyte gratis, terwijl je voor 10 euro per maand meteen een terabyte (1.000 gigabyte) aan opslaggeheugen krijgt.

www.dropbox.com www.box.com www.evernote.com

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017

35


CREATIEF

Stblikken eelse

Lage blikjes met theelichtjes geven meteen een feestelijke toets aan je tafel.

36

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017

Puike pennenpot

>

Steek maar aan

>

Wat verbeelding en een stel blikken, daar kun je dus ĂŠcht al iets leuks mee maken. Bestekhouders, servetringen, vaasjes: kan het eenvoudiger?

Vijl de scherpe randen van een paar conservenblikken, beplak ze met kleurrijke postzegels en gebruik ze als pennenhouder. Een blikvanger op je bureau.


Geen vaasje meer?

In een authentiek conservenblikje komen je mooiste bloemen nog beter uit!

JUF&MEESTER • NAJAAR 2016

37


CREATIEF

>

Maak er een potje van

Prikkelbaar

Bijkruiden mag

>

Een conservenblik, een leuk stofje en een mooi speldenkussen: meer heb je niet nodig om dit handige naaihulpje in elkaar te knutselen.

Beplak platte visblikjes met een mooi sierlint of geschenkpapier. Doe er peper, zout of dipsausjes in en zet ze zo op tafel. Makkelijk ĂŠn origineel: wikkel een servet rond een blikje, maak het vast met een stuk lint en je bestekbakje is klaar.

38

JUF&MEESTER • NAJAAR 2016

>

Foto: Karl Bruninx

Messcherp!


Snacken, maar niet uit zakken

> Tekst: Nadine Duterne • Foto’s: Living4Media

Organiseer je een feestje? Presenteer je hapjes dan op een leuke manier. Vijl de scherpe randen van enkele grote en kleine blikken en beplak ze met papier uit magazines. Stop er nootjes, chips en broodstokjes in.

Voor je begint... Was de blikjes heel grondig. Als je de etiketten niet nodig hebt, laat de blikjes dan in warm zeepwater weken tot de etiketten makkelijk loskomen. Verwijder alle restjes lijm met wat terpentijn. Spuit eventueel eerst een laagje grondverf op de blikjes of breng twee lagen aan in de kleur van je keuze.

Geniet elke week van een moment voor jezelf Word abonnee van Libelle…

Speciaal voor juffen en meesters

6 maanden voor maar

90 , 9 €5 45 i.p.v. €94,

Surf snel naar

www.libelle.be/jufenmeester

en profiteer van deze uitzonderlijke korting. Foto: Karl Bruninx

Zo ontvang je Libelle elke week in je brievenbus.

Geldig t.e.m. 15/03/2017. Aanbod onder voorwaarden, zie website.

Graag leven, graag zien


HEBBEDINGEN

Neem je graag koffie, thee of homemade soep mee naar het werk? De thermosfles (450 ml) van Blafre houdt je favoriete drankje tot wel 6 uur warm!

De fitnesstracker Fitbit Alta geeft je dat duwtje in de rug om dit schooljaar je sportieve voornemens vol te houden.

€139,95

www.fitbit.com

€27,95

www.blafre.com

Feeling

... ijsblauw, als een sneeuwtapijt op

Je voorraadkast ziet er veel leuker uit met deze mooie glazen, stapelbare opbergers. Set van 3 glazen voorraadpotten (0,3 l – 0,6 l – 1,1 l).

€24,25

www.brabantia.com

Met dit ultrahandige en compacte parapluutje van Samsonite ben je altijd voorbereid op het Belgische herfstweer. Het is slechts 17 centimeter lang en verkrijgbaar in 6 flashy kleuren.

€30

www.samsonite.be

Op zoek naar een handige rugzak voor op de fiets naar het werk? Dit exemplaar van Herschel Supply zit comfortabel en oogt stylish.

€69,99

www.herschelsupply.com

40

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017


Madame Volt is het merk van de Antwerpse Sophie Janssens, halftijds kleuterjuf, halftijds ontwerper. Ze maakt prachtige handgeschilderde houten juwelen.

Ketting: €36 - oorbellen: €24

www.juttu.be of op www.madamevolt.com

g blue …

ijt op een betoverende ochtend.

Of je ze nu gebruikt voor de was of voor rondslingerend speelgoed, deze ophangbare tas van Brabantia komt altijd van pas.

€34,95

www.brabantia.com

Het Belgisch-Peruaanse knitwearlabel Aymara maakt knuffelzachte truien, mutsen en sjaals voor het hele gezin.

Trui voor haar: €127,50

www.aymara.be

De geometrische Wall Wonder Clock van Ferm Living is een knap staaltje van Scandinavisch design. Een eyecatcher aan je muur!

€149

www.fermliving.com

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017

41


LEERKRACHTEN EN SOCIALE MEDIA

Social media? I

!

Hoewel sociale media nauwelijks nog uit ons leven weg te denken zijn, is niet iedereen er fan van. Je hoeft echter niet al je virtuele vrienden te ‘liken’ of je privéleven te ‘sharen’ om er handig gebruik van te maken. Leerkrachten Christ en Sophie bijvoorbeeld schakelen de sociale netwerksites vooral in voor professionele doeleinden en beschouwen ze als een handige tool en onuitputtelijke inspiratiebron.

“S

ociale media zijn niets voor mij. Ik heb ooit een Facebook-profiel gehad, maar dat heb ik na twee weken alweer verwijderd. Ik werd er gek van! Bij Pinterest belandde ik drie jaar geleden eerder toevallig. Zoals elke creatieve leerkracht ga ik geregeld op zoek naar toffe nieuwe ideeën, bijvoorbeeld voor een nieuwjaarsbrief, knutselwerkjes of projecten. Al googelend kwam ik zo op afbeeldingen terecht van moodboards op Pinterest. Het heeft niet lang geduurd voor ik zelf ook een account aanmaakte en erop los begon te pinnen. Niet alleen afbeeldingen, maar ook video’s en artikels verzamel ik op mijn prikbord over tal van verschillende onderwerpen. Voor het vak muzische vorming vind je er natuurlijk ongelofelijk veel ideeën. Wat goed is, want het blijft een

Christ Maas is 51 jaar, staat 31 jaar voor de klas, geeft les aan het derde leerjaar in gemeenteschool ’t Klavertje in Bierbeek

42

uitdaging om op Moeder- of Vaderdag voor de zoveelste keer iets origineels te bedenken. En ter inspiratie voor dansjes en toneeltjes vind ik er heel wat links naar filmpjes op YouTube. Maar ook ter aanvulling van alle andere vakken gebruik ik Pinterest: proefjes voor het vak techniek, hulpmiddeltjes om het honderdveld te leren tijdens wiskunde, manieren om aan klasmanagement te doen … Zo was ik echt blij met mijn vondst ‘kind van de week’: dan trekken we een naam uit een doosje om het kind van de week te bepalen. Alle andere klasgenoten maken dan voor hem of haar een leuke tekening en schrijven er een complimentje bij. Ideeën voor beloningskaartjes bleken ook al erg waardevol, net als een manier om tijdens te lessen te zorgen dat elke leerling eens aan bod komt om te antwoorden. Het leuke aan Pinterest is dat ik niet alleen vind wat ik zoek, maar ook constant geïnspireerd word op vlakken waaraan ik vaak zelf niet eens gedacht had. Ik klik van het ene prikbord naar het andere, waar ik dan weer iets superorigineel tegenkom dat ik integreer in mijn lessen. Net een spinnenweb met 101 draden, waarvan ik zelf bovendien veel bijleer. Op die manier is het – zoals de meeste sociale media – best wel verslavend …

A

Het leuke aan Pinterest is dat ik niet alleen vind wat ik zoek, maar ook constant geïnspireerd word op vlakken waaraan ik vaak zelf niet eens gedacht had. Ik sta vroeg op ‘s morgens, waardoor ik nog veel tijd heb vooraleer ik naar school moet vertrekken. Vaak jeuken mijn vingers om te gaan kijken wat Pinterest nog allemaal voor mij in petto heeft en dan is het hek van de dam. Ik vind ook zoveel toffe dingen, die ik vervolgens allemaal in mijn klas wil omhoog hangen. Daar moet ik wel mee opletten: als mijn klas overvol hangt, hebben de leerlingen er immers ook geen aandacht meer voor. Maar die valkuilen wegen niet op tegen de vele voordelen die Pinterest voor mij heeft. Het is een laagdrempelig medium, waarop je heel gericht kunt zoeken naar ideeën in binnen- en buitenland. Een groot verschil met een knutselboek, dat na enkele jaren in de kast verdwijnt. Deze bron van inspiratie is gewoonweg onuitputtelijk. En ik hoef er mijn leven niet voor te delen met anderen. Met volgers hou ik me namelijk niet bezig: ik denk dat ik er eentje heb. (lacht)”

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017


E D K F

t O

C s J

Nog meer Facebookgroepen:

• Leerkrachten Lager Onderwijs • Juffen en meesters van de lagere school • Juffen en Meesters

lA

“T

ot drie jaar geleden was ik kleuterjuf. Toen ik de overstap naar het eerste leerjaar maakte, was ik een beetje bang dat de creatieve kant van de zaak zou vervagen wanneer ik me strikter aan handleidingen moest gaan houden. Ik was dus heel erg op zoek naar toffe manieren om dat gevreesde scenario te vermijden. Omdat het voor mij allemaal nieuw was, kon ik wel wat hulp gebruiken van anderen. Ik moest immers het warm water niet opnieuw uitvinden als er mensen bereid waren hun vondsten te delen. Op Facebook was ik al enkele jaren actief, privé maar ook met een pagina voor de ouders van mijn leerlingen, waarop ik dan aankondigingen postte of foto’s van een uitstapje. De stap naar dat sociale medium was dus klein. Ik maakte de groep ‘Leerkrachten eerste leerjaar ****’ aan en nodigde zelf enkele mensen uit. Ik dacht er een gezellig groepje van te maken en had nooit verwacht dat ik drie jaar later meer dan 1.400 leden bij elkaar zou sprokkelen. Wat een succes! Iedereen kan lid worden, maar de aanvragen passeren wel eerst via mij. Als beheerder probeer ik dan een kleine screening te doen vooraleer ik de persoon lid maak. Als er in het profiel referenties naar het onderwijs staan, zit het meestal wel snor. Het kan natuurlijk altijd dat er mensen proberen misbruik van te maken en onze groep gebruiken voor andere doeleinden, zoals reclame voor leningen of promotie voor zichzelf als kinderopvang. Die gooi ik er meteen weer af. Tot nu toe waren er daarmee nog geen ernstige voorvallen, ongepaste discussies of scheldpartijen die helaas vaak gepaard gaan met sociale media. Onze groep werkt vlekkeloos en vruchtbaar. Wie een vraag heeft, kan meteen rekenen op talloze reacties van

• Juffenbabbels • Juffen en Meesters pagina

U

wel welkom. Niet om het klakkeloos over te nemen, maar om jezelf uit te dagen in een richting waar je zelf niet opgekomen was. Het doet me echt deugd om te zien hoeveel solidariteit en samenwerking er heerst onder de leerkrachten. Iedereen werkt tenslotte hard, zeker ook buiten de schooluren. Op die manier wordt die pijn toch een beetje verzacht, want de zoektocht naar originele ideeën verloopt veel sneller. Initieel heb ik de groep opgericht, omdat ik zelf veel nood had aan input. Nu ben ik vooral blij dat er zoveel interactie is tussen alle leden. En af en toe pluk ik er nog wel mee de vruchten van.”

p

Sophie Deleye is 38 jaar, staat 13 jaar voor de klas, geeft les aan het eerste leerjaar in SBS Klavertjevier in Berchem

Ik dacht er een gezellig groepje van te maken en had nooit verwacht dat ik drie jaar later meer dan 1400 leden bij elkaar zou sprokkelen.

K

collega’s over heel Vlaanderen. De onderwerpen mogen heel uiteenlopend zijn: dat kan gaan over knutselideetjes, de inhoudelijke aanpak van een lesthema of de aankleding van een klaslokaal. Tips en advies rond een les wereldoriëntatie is een vaak voorkomend thema in onze Facebookgroep. Het is nu eenmaal een vak waarbij je meer moet afwijken van de handleiding en zelf creatief moet werken richting doelen. Dan is inspiratie van anderen

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017

43


REPORTAGE

Wat we kunnen leren van de Finnen

“Bij ons mogen leerlingen zichzelf leerdoelen stellen” Volgens heel wat onderwijsdeskundigen is Finland een ‘gidsland’, waar de rest van Europa van kan leren. De Vlaamse Jill Bessendorffer-Pelli geeft er al tien jaar les. Wij vragen haar wat het Finse schoolsysteem zo bijzonder maakt. Jill: “Kinderen krijgen hier een brede evaluatie. Ze mogen ook zelf mee leerdoelen stellen.”

Juf Jill: “We willen op school de basis leggen van levenslang leren.”

J

ill Bessendorffer-Pelli volgde de regentenopleiding Engelsgeschiedenis-zedenleer aan de Erasmus Hogeschool Brussel. In het academiejaar 1998-1999 studeerde ze aan de Universiteit van Jyväskylä en als AFS-studente leerde ze haar huidige man kennen. Intussen woont ze al twaalf jaar in Finland, heeft ze drie kinderen en geeft ze Engels op een Finse basisschool aan kinderen van het derde tot en met het zesde leerjaar. Als ‘juf Engels’ ben jij een vakleerkracht in de basisschool. Klopt dat? “Ja. Vanaf het derde leerjaar hebben Finse kinderen naast hun klasleerkracht ook bepaalde vakleerkrachten, bijvoorbeeld voor Engels, kookles, muziek, handenarbeid of fotografie. Het basispakket in Finland is heel breed en vanaf het derde leerjaar

44

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017

zijn er ook enkele keuzevakken. Voor welke vakken er een aparte leerkracht is, hangt af van de specialisaties binnen het schoolteam. Scholen krijgen hier relatief veel vrijheid om de algemene richtlijnen in te vullen. Als leerkrachten en directie werken we samen aan ons ‘persoonlijke schoolplan’. We kijken hoe we grensoverschrijdende vakken invullen, hoe we het nieuwe evaluatiesysteem aanpakken, enzovoort. Engels is een verplicht vak. Ik geef aan mijn verschillende klassen twee à drie uur Engels per week.” In augustus 2016 werden er nieuwe leerplannen van kracht in Finland. Welke klemtonen leggen die? “Vaardigheden staan centraal. We willen op school de basis leggen van levenslang leren. Ik geef bijvoorbeeld Engels, maar


ik wil mijn leerlingen niet alleen woordenschat en grammatica bijbrengen. Ze moeten ook zelf teksten kunnen opzoeken om bij te leren. Verder ben ik heel enthousiast over de individuele leertrajecten. Leerlingen mogen zichzelf leerdoelen stellen en krijgen ook de verantwoordelijkheid om die doelen te halen en zichzelf te evalueren. Concreet heb ik in mijn zesde leerjaar iemand die dit jaar een Engelse roman wil lezen en daarover gaat bloggen, maar ook een kind dat gewoon een Engelse mail wil kunnen typen naar een vriendje. Het is de bedoeling dat iedereen nieuwe dingen ontdekt en bijleert maar vooral dat iedereen positieve ervaringen opdoet. Op het eigen niveau, zonder daarbij uit het oog te verliezen wat de leerlingen moeten kennen en kunnen.” Hoe gaat dat praktisch, wanneer je voor een klas staat met verschillende leertrajecten?

“Ook voor ons is het zoeken. Voor elk kind dezelfde aanpak, dat gaat niet meer. Gelukkig hebben we op vlak van differentiatie een lange traditie in Finland en we krijgen er ook middelen voor. Ik maak gebruik van verschillende materialen en oefeningen, geef uiteenlopende taken en toetsen en laat kinderen al eens filmpjes maken in de les om hun Engelse spreekvaardigheid te oefenen. Ik krijg ondersteuning van een zorgleerkracht, zodat we in kleinere groepjes kunnen werken. Die delen we alfabetisch in en niet per niveau!” Dat vraagt toch veel van leerkrachten? “Dat klopt, maar de meeste leerkrachten voelen zich hier heel betrokken bij de school. Lesgeven blijft een prachtig vak. Het voelt nog steeds fantastisch wanneer ik merk dat een van mijn leerlingen beseft dat hij of zij Engels begrijpt. Het Finse school-

systeem ondersteunt leerkrachten ook. We hebben inspraak en krijgen veel gelegenheid tot bijscholing – dit najaar volg ik cursussen rond positieve pedagogie en manieren om de lessen naar buiten te brengen. We geven 24 uur per week les en worden voor bijkomende uren en opdrachten betaald. Ook dat is differentiatie: kinderen die het nodig hebben, krijgen hier bijles van de eigen leerkracht. Vaak gebeurt dat al op voorhand, als we weten dat er een moeilijk stuk leerstof aankomt. Gevoelsmatig maakt dat een groot verschil voor kinderen. Ze moeten geen achterstand wegwerken, maar krijgen vooraf een duwtje in de rug.” Krijgen Finse kinderen huiswerk en toetsen? “Finse kinderen krijgen zeker en vast huiswerk! Daarover bestaan veel misverstanden. Ik laat mijn leerlingen vaak een schrijfoefening maken thuis. Mijn oudste zoon zit in het tweede leerjaar en die maakt elke dag een kwartiertje huiswerk. Er is ook een puntensysteem waarover we open communiceren. Maar de evaluatie gebeurt breed en we kijken naar de individuele vooruitgang. Naast toetsen tellen bijvoorbeeld ook groepswerken en mondelinge opdrachten mee en kinderen mogen ook zichzelf en de groep evalueren.” Kunnen alle kinderen zichzelf goed inschatten? Stellen ze realistische leerdoelen? “Je moet dat als leerkracht goed begeleiden, natuurlijk. Sommige ambities moet je aanwakkeren, andere temperen. Maar ik voel wel dat het stukje vrijheid kinderen motiveert. De nieuwe leerplannen zijn nog maar net ingevoerd. Ik praat nu al bijna een maand met mijn leerlingen over hun leerdoelen. Maar als ik over vijf jaar kinderen in de klas krijg die met dit systeem gestart zijn in hun eerste leerjaar, dan gaat het wellicht veel vlotter. Het is voor iedereen een leerproces.”

p

BINGEL IN FINLAND Bingel, het online leerplatform van VAN IN, is sinds dit jaar ook beschikbaar in Finland. Gefundenes fressen voor leerkrachten die erg bezig zijn met differentiatie? “Collega’s die in het eerste en tweede leerjaar staan, hebben bingel al gebruikt en zijn erg enthousiast. Het platform met de verschillende eilanden is visueel aantrekkelijk en biedt een leuke manier om traditionele oefeningen online te stimuleren. Finse schoolkinderen zijn op digitaal vlak best verwend. Wij werken op school al vroeg met de iPad en onze universiteiten bieden ons ook heel wat digitale oefenmodules aan. Bingel is dus een mooie opstap naar levenslang digitaal leren.”

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017

45


JUFFEN OVER DE LESSEN WO

“Iedereen kan een stukje van zichzelf tonen”

De klas van juffen Ann en Lobke gingen op stap met een natuurgids van de provincie.

I

ets voor negen uur staat de hele klas op de parking van het provinciale domein in Merelbeke. Er hangt nog wat ochtendmist in de lucht, maar de kinderen van 1A zijn er klaar voor. Laarzen aan? Check. Schoendoos bij? Check. Gids Wim geeft elk kind een rugzakje met allerlei ontdekkingsmateriaal. Het bosavontuur kan beginnen. Gids Wim legt uit dat we vandaag op stap gaan met de konijnenpop Willy en z’n familie. Daarom mogen de kinderen een konijn tekenen op hun schoendoos … Meteen een gelegenheid om eens

46

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017

Wereldoriëntatie is een vak met veel variatie en interactie. Hoe pakken de leerkrachten van KBO Sint-Jozef in Oudenaarde dat aan? Wij deden een babbel met de ervaren juffen Ann Herreman en Lobke De Jaegher, tijdens een uitstap met het eerste leerjaar naar Gentbos.

te onderzoeken hoeveel kanten een doos eigenlijk heeft. Juist ja, zes. Vier zijkanten, een onder- en een bovenkant. “Ook dat is wereldoriëntatie,” zegt juf Ann. “Schijnbaar eenvoudige dingen onderzoeken, klasafspraken maken, communicatieve vaardigheden oefenen …” Ann staat al achtentwintig jaar voor de klas, haar collega Lobke twaalf. Terwijl de kinderen op zoek gaan naar drie herfstbladeren om hun doos mee te versieren, ademen we de frisse boslucht in. Heerlijk toch, dat het vak WO de klas eens buiten de schoolmuren brengt? “Een uitstap waarvoor we


vervoer nodig hebben, zoals vandaag, maken we niet zo vaak,” nuanceert juf Ann. “We gaan tweejaarlijks op uitstap naar het Gravensteen in Gent en de boerderij. Daarnaast gaat de klas vooral op ontdekking in de schoolomgeving. Elk jaar kiezen we bv. één boom in de buurt uit en die volgen we dan doorheen de seizoenen.” Juf Lobke vult aan: “We bezoeken ook de lokale brandweerkazerne, het park, het culturele ontmoetingscentrum en de bibliotheek. Ik lees heel graag en probeer de liefde voor literatuur bij de kinderen aan te wakkeren via een boekenkoffer. We nodigen elk jaar een andere jeugdschrijver uit in de klas …”

vak wereldoriëntatie zorgt soms wel voor hoofdbrekens,” zegt juf Lobke. “Als we met verschillende werkvormen of in groepjes aan de slag gaan, vraagt dat meer voorbereiding en organisatie. De lessen zijn dan meestal ook drukker. Een vak als wiskunde geef ik met veel zelfvertrouwen, maar tijdens WO ligt mijn lesplan vaak in de buurt.” Juf Ann pikt in: “Vroeger, toen we alleen met onze eigen thema’s werkten, voelden we ons soms onzeker of we alle doelstellingen binnen het leerplan WO hadden bereikt. De methode ‘Op verkenning’ geeft op dat vlak rust en houvast.”

Terwijl we door het drassige natuurbos stappen – dat partijen zomereiken en beuken afwisselt met plekken grasland – leer ik behoorlijk wat bij. Hoe lang het duurt voor zwammen een omgevallen boom hebben opgevreten, bijvoorbeeld. (Vijfendertig jaar …) Of waarom konijnen hun keutels liefst op een molshoop leggen. (Territoriumafbakening, zoals plassende honden …) De kinderen genieten duidelijk van de buitenlucht en de doeopdrachten. Ook voor juffen lijkt het vak WO me

“Communicatieve vaardigheden oefenen, ook dat is wereldoriëntatie.”

een droom. “Vroeger was dat een beetje dubbel,” lacht juf Ann. “Enerzijds zit er veel variatie en interactie in de lessen. De thema’s – zoals ‘dieren’ of ‘vakantie’ – liggen dicht bij de belevingswereld van de kinderen. Je leert hen dus op een persoonlijke manier kennen en dat is fijn.” Haar woorden zijn nog niet koud, of er trekt een jongetje aan haar mouw. Hij komt even vertellen wat hij allemaal weet over eekhoorns. Later beaamt juf Ann: “Tijdens WO kan iedereen een stukje van zichzelf tonen, zelfs de juf. Ik ben nogal muzikaal en integreer mijn gitaarspel graag in mijn lessen …” Natuurlijk heeft vrijheid ook een keerzijde. “Het

Intussen zijn we diep in het bos beland. Gids Wim vraagt de kinderen om allerlei ‘werkmateriaal’ uit hun rugzakje te halen. Met een lepel mogen ze humus scheppen in een koffiefilter. Zo kunnen ze de natte geur ervan goed opsnuiven. De klas knielt met plezier op de grond om met hun spiegeltjes de onderkant van paddenstoelen te onderzoeken. Vervolgens kunnen ze op hun paddenstoelenkaartje kijken met welke soort ze te maken hebben. “Deze uitstap – onder leiding van een gids van de provincie – is elk jaar een beetje anders,” legt juf Lobke uit. “De kinderen kiezen konijnenpoppetjes uit een mand en elk konijntje geeft hen een opdracht. Ik

hoop dat ze straks nog met de glazen potjes aan de slag mogen. Dat vinden ze altijd super.” Of de juffen dankzij de methode ‘Op verkenning’ dingen doen tijdens WO die ze vroeger nooit probeerden? Juf Lobke: “We doen nu een thema over techniek, ‘Knap gemaakt’. Daarin bekijken we allerlei materiaalsoorten en hechtingsmiddelen. We laten de kinderen een piramide maken van rietjes en rekjes – zo leren ze een eenvoudig stappenplan volgen. En we bouwen bruggen en ladders van Duplo en gaan dan in groepjes bekijken welke constructies het stevigst zijn en waarom. Dat zijn allemaal haalbare dingen, maar we associeerden die vroeger niet met ‘techniek’.” Juf Ann: “In de boekjes staan verrekijkers, die de kinderen uitnodigen om vooruit- en terug te blikken op een thema. Ik merk dat ze die dubbele denkoefening leuk vinden: ‘Wat lijkt me leuk?’ en ‘Wat bleek ook echt interessant?’” De juffen zijn het eens: “Vaak geeft de ‘Op verkenning’-methode ons vooral extra inspiratie. We werken bv. al jaren rond dieren, en brengen dan altijd een bezoek aan de plaatselijke dierenwinkel. Maar dankzij ‘Op verkenning’ werken we nu ook rond dieren die mensen helpen –

als blindengeleidehond of politiehond. Dat is weer een nieuwe invalshoek op het thema ...” En dan haalt een meisje Tante Konijn uit de mand. Dat betekent dat de glazen potjes waarvan het deksel als vergrootglas werkt, uit de rugzak mogen. Enthousiast scheppen de kinderen met een lepel pissebedden, regenwormen en miertjes in hun potje. De verwondering wordt er letterlijk groter door: “Kijk die poten!” “En kijk de mijne … hoe die kronkelt!” De juffen kunnen een glimlach niet onderdrukken: “Ze hebben weer van alles meegemaakt, vanmorgen. Daar kunnen we in de klas nog lang over napraten.”

p

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017

47


Advertentie

Alle wegen leiden naar

Échte wereldoriëntatie in themaformaat: doelgericht, flexibel én fun

ook op

Them

asc

hrif

ALLE

t

S VE RA

NDER

T

Bieke Finet Jeroen Erwin Reumers Len Jef Paz aers many

chrift

Themas

t Bieke Fine mers Jeroen Reu elst Verh Vincent aers Erwin Len y Jef Pazman

e en Verken

GRthAemTaI! S

48

EN

VRIEND

DIEREN

Naam:

..............

..............

Klas:

..............

..............

..............

.............. .............. .............. ............ . Nr.: .............. .............. .............. ...

..............

..... .............. .............. .............. .............. .............. ... .............. .............. Naam: ....... .............. .............. ........ Nr.: .............. .............. ....... : Klas

Meer info op www.opverkenning.be/gratisthema

JUF&MEESTER • NAJAAR 2016


Handige apps

6

handige apps voor leerkrachten

Met een tablet in de hand heb je tal van nieuwe mogelijkheden om lesgeven en klasadministratie slimmer en efficiënter te maken. We plukten onze favoriete apps uit het rijke aanbod.

ClassDojo Deze app helpt in de permanente evaluatie van je leerlingen, met eerder een nadruk op positieve feedback dan op een scoresysteem. Je creëert er ook een online netwerk mee voor je klas, waarop je dingen kunt delen met de leerlingen zelf, hun ouders en de schooldirectie.

Teacher Aide Als je leerlingevaluaties liever gewoon voor jezelf houdt, dan levert deze app een paar handigheidjes. Je kunt hem gebruiken om punten op te slaan voor permanente evaluatie, maar de app kan ook gebeurtenissen van allerlei slag bijhouden. Contactinformatie van de leerlingen en hun ouders wordt er meteen aan gekoppeld, zodat je rechtstreeks vanuit de app een bericht kunt sturen. iOS, Android

www.teacheraidepro.com

iOS, Android, web

www.classdojo.com

Haiku Deck Voor digitale presentaties zijn we PowerPoint gewend, maar er bestaan mooie alternatieven voor die klassieker. Zoals Haiku Deck, een online app die je betoog laat ‘ademen’ door vooral gebruik te maken van beelden. Via kernwoorden speur je door een ruime database van rechtenvrije foto’s. Visuele storytelling op zijn best, en gewoon recht in de webbrowser. iOS, web

www.haikudeck.com

Thinglink Als je een centrale lescomputer met beamer of een digitaal bord gebruikt om je lessen te illustreren, is deze eenvoudige tool handig om beelden snel van interactieve extra’s te voorzien. Je uploadt gewoon een foto vanop je computer en voegt beeld, geluid, tekst en video toe op iedere plaats in de foto waar je maar op klikt.

Wunderlist Taakbeheer, zowel voor je leerlingen als jezelf, wordt handig met deze universele app voor zowat alle computerplatformen. Een digitale versie van de post-it waarop je todolijstjes noteert, maar dan met instelbare alarmen en toevoegbare subtaken. Je kunt ook een lijst per leerling maken. iOS, Android, computer

www.wunderlist.com

Trello In klassen waar alle leerlingen over een tablet beschikken, helpt de samenwerkingstool Trello om digitale groepswerkjes in goede banen te leiden. Het is een soort virtueel prikbord om ideeën, taken, afbeeldingen en weblinks op neer te planten, terwijl de taak wordt afgewerkt. Alles wordt meteen voor iedereen gesynchroniseerd via het internet. Trello is ook handig voor je eigen lesvoorbereidingen. iOS, Android, web

www.trello.com

web

www.thinglink.com/edu

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017

49


1

2

3

4

5

6

17 21

7

8

10

18

22

24

Kruiswoordraadsel 29

30

34

39

11 19

23

28

33

9

35

36

40

20 25

31 37

41

42

Breng de letters uit de genummerde vakjes over Kruiswoordraadsel Kruiswoordraadsel 52 53 54 55 naar deuitgelijkgenummerde vakjes van de oplossingsbalk Breng de letters de genummerdeBreng vakjesde over letters naar uit dede gelijkgenummerde genummerde vakjes vakjes overvan naar dede oplossingsbalk. gelijkgenummerde vakjes van de oplossingsbalk. 44

45

59

60

46

61

47

62

12

63

43

48

49

64

65

horizontaal horizontaal 67 68 69 70 71 1 jongere 9 noot 11 zonneklaar 1 jongere 17 klein 9 noot 18 ontwikkeling 11 zonneklaar 20 theorie 17 klein 21 groepstaal 18 ontwikkeling 23 miljoen 20 theorie (in samenstellingen) 21 groepstaal 23 miljoen 24 label(in 26 Bijsamenstellingen belse figuur 28 afwisseling van belse eb figuur en vloed 28 afwisseling 29 rivier in Rusland van eb en 31 Bijbelse vloed 29 rivier reus 32 witvis in Rusland 33 niet 31 Bijbelse door iemand reus 32 witvis ingenomen 33 niet door iemand 74 75 76 77 78 35 naderhand 38 muziekinstrument 35 naderhand 39 niet even 38 muziekinstrument 41 insecteneter 42 lied 39 niet 44 Japans even 41 insecteneter bordspel 45 niet 42 lieddirect 44 Japans begrepen bordspel grap 45 niet 49 van-direct begre wege 50 telwoord 52 plaats inwege Florida 50 telwoord 54 gerstenat 52 plaats 55 bijwoord in Florida 56 paardenslee 54 gerstenat58 achtervoegsel 55 bijwoord 59 rund 60 wiel 58 achtervoegsel 62 fout 64 u 59 rund 60 wie 80 81 56 paardenslee 82 83 (ouderwets) 65 bronstig 67 tot (ouderwets) volle wasdom 65 bronstig gekomen 67 tot 69 papegaai volle wasdom 72 Chinese gekomen afstandsmaat 69 papegaai 74 roem 72 Chinese 76 papa afstandsmaat 77 plus 78 mij74 roem 76 papa mering 80 betoog 82 voorzetsel mering 84 bakplaats 80 betoog 85 houding 82 voorzetsel 86 spoedig 84 bakplaats 85 houding 89 Bijbelse 86 spoedig 87 geur 87 89 Bijbelse 91 begrensd stad gebied 90 reukwater 91 beg 8587 geur 86 stad 90 reukwater 88 89 93 tokkelinstrument 94 bloedvat 93 tokkelinstrument 95 roofdier 96 naaldboom 94 bloedvat 97 type 95 roofdier dak. 96 naaldboom 97 type dak. 91

92

93

94

verticaal verticaal 1 insect 2 grootmoeder 3 stof1 insect 4 griezelig 2 grootmoeder 5 zangnoot 6 een 3 stof moment 4 griezelig 5 zangnoot 8 brandgang 6 een moment 9 Chinees 7 tamelijk deegwaar 8 brandgang 10 tussen 9 Chinees (in 97 deegwaa 957 tamelijk 96 samenstellingen) 12 smet 13 een samenstellingen) weinig 14 lidwoord 12 smet 15 plaats 13 een weinig voor eregasten 14 lidwoord 16 oefening 15 plaats 19 sterkedrank voor eregasten22 streep 16 oefening 23 gehakt 19 sterkedrank 22 str varkensvlees 25 losplaats van varkensvlees schepen 27 zeer 25 losplaats gevorderd van29 kinderspeelgoed schepen 27 zeer gevorderd 30 plaats29 kinderspeelgoed in Engeland 32 bekeuring 30 plaats 34 gewas in Engeland 32 bekeuri met houtige stam 36 werelddeel met 37 iedere houtige stam 38 plaats 36 werelddeel in Noorwegen 37 iedere 40 opwelling 38 plaats van in Noorwegen woede 42 uiting 40 opwelling van beleefdheid van woede 43 op 42 uiting van belee deze wijze 44 ontastbare stofdeze 45 onder wijzedat 44 ontastbare 46 rivier in Siberië stof 45 onder 47 rivier datin46 rivier Schotland in Siberië 48 op een 47 rivier plaatsin51 vordering Schotland 48 op 52 verdraageen plaats 51 vorderin zaam 53 pluspunt 57 voorbeeld zaam 61 deel 53 pluspunt van het 57 voorbeeld bovenbeen 63 Los 61 deel Angeles van het65 hoofdzaak bovenbeen 63 Los 66 schat Angeles 67 manier 65 hoofdzaak van doen 66 schat 68 blad- 67 manier van vezel van de agave 70 deel van vezel eenvan huis de71 rivier agave 70 deel in Polen van 73 opbergplaats een huis 71 rivier voor in drank Polen 75 koordans 73 opbergplaats 76 bloemvak voor drank 79 mannetjes75 koordans 76 bloemva hond 81 rijstdrank 82 fijn weefsel hond83 plaats 81 rijstdrank in Egypte 82 fijn88 nadrukkelijke weefsel 83 plaatsbelofte in Egypte 90 lofdicht 88 nadrukkelijke 92 muzieknoot belofte 93 do 90 lofdicht 94 anno 92 muzieknoot Domini 93 do 94 (afk.). (afk.). 25

1

2

3

4

5

1

17 21

18

22

2321

28 33

29 34

59

53

BiB-BoXen die we 60

61

weggeven, surf dan 67 snel naar

46

44

www.jufmagazine.be 75

74

en vul het gevonden 81

80

74 80

24

3534

36

39

41

47

62

29

6

23

117

31

63

69

70

76

38

65 71

1611

12

13

14

15

27

57

16

20 25

26

27

50

51

32

43

51

49

58

56

6664

79

84

58 66

7371

77

57

65

7270

82

37

38

5755

63

69

83

16

31

5048

7876

81

69

42

56 62

85

37

49

54

77 82

36

32

26

4341 47

68

1510

92

19

30 35

64

149

24

5

4846

61

13

20

4240

55

128

25

37

45

60 67

75

10

1918

53

68

95

17

5452 59

4

30

40

één van de drie

83

22

33

Wil 44je kans maken op 45

72

28

39

52

6

81

72

78

73 79

83

84

woord in. 85

86

De winnaars worden

85

91 92 persoonlijk verwittigd.

Deelnemen kan tot en

95

87 93

91

95

88

86

89

92

87

93

96

88

90

89

90

94

97

94

96

97

met 21 januari.

50

A A S T O R

JUF&MEESTER • WINTER 2016-2017 25

81

92

85

69

16

37 25

57 81

92

85

69

16

37

57

T O L E R A

D O M L A IJ N B O G O A M S G R E E D I R

L I N N E N P R E E

E S C N I G M L E Z E T G D O O A B A D R IJ P O I N A T D R A

E V E N

N O G A L

D R D I E F E T P I E R

T M R M I A E E A T E M O L E N K R E I L K A K A E T U E U K

I E V AI DD OE LN ET S N G L AE E MR I NR I T I K E ST L AE NV GA E N A K T IJB L NE I L R D OH NO BO ER ZN E G E Z RA N OG N I G E R O M G OE E DN O R O P TA AR M PI AG G E K OR SO L RS A D E T O E L L GI E RWIJ N D R EO RM EE R OIJ S S E N R EO DV EE NN A U R AO ID RE U DR R

C E N T V O R M E G A E N A T L A D M O R D E B I E R F E I P T K I P A T I E A R E

M M I E E T E O L N K E L A K E T U U K


ADVERTENTIE

Tijd voor Taal accent nu al de meest gebruikte taalen spellingmethode in Vlaanderen

gsbalk.

nstellingen) 24 label 26 Bijor iemand ingenomen rect begrepen grap 49 vanund 60 wiel 62 fout 64 u m 76 papa 77 plus 78 mijwater 91 begrensd gebied

s deegwaar 10 tussen (in drank 22 streep 23 gehakt 32 bekeuring 34 gewas g van beleefdheid 43 op 51 vordering 52 verdraagmanier van doen 68 blad76 bloemvak 79 mannetjesoot 93 do 94 anno Domini

C E N T V O R M E G A E N A T L A D M O R D E B I E R F E I P T K I P A T I E A R E

IEDEREEN is enthousiast! Honderden directies en zorgcoördinatoren omdat Tijd voor Taal accent hen ondersteunt in het uitwerken van een taalbeleid op maat van hun school.

Duizenden leerkrachten omdat zij op maat van hun klas en hun leerlingen taalonderwijs kunnen ontwikkelen.

Meer dan honderdduizend leerlingen omdat Tijd voor Taal accent leuk is.

M M I E E T E O L N K E L A K E T U U K

Kijk op www.tvtaccent.be, kom naar de VAN IN-dagen 2017 en vraag een aan om Tijd voor Taal accent met uw klas uit te proberen. Vuitprobeerthema I D E N T

I E N G L E T I K E T E N A K R D H G E Z A E R O M R O P A G E K R E T O E N D R O S S E N U R O

E R E B L O O N G E R O L L I M E O V D E

R V A E I R N I E N I G S W R IJ E N U R

www.tvtaccent.be

51

geef meer dan les

JUF&MEESTER • NAJAAR 2016



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.