Inhoud 7 Voorwoord 3 Leeswijzer 5 Inhoud 7 Hoofdstuk 1 Internationale handel 13 1 Praktijkvoorbeeld: Apple TV 4K 15 2 Wat we verstaan onder internationale handel 17 3 De redenen voor internationale handel 17 4 De Europese Unie in een notendop 20 4.1 Beknopte geschiedenis 20 4.2 EU vandaag 21 4.3 Economische samenwerking in de EU 21 4.4 Vrij verkeer van personen – Schengenakkoord 22 4.5 Lid worden van de EU 23 4.6 De voordelen van uitbreiding voor de Europese Unie 23 4.7 Toekomstige lidstaten van de EU 23 4.8 Beslissingsstructuur in de EU 23 4.9 Beleidsinstrumenten van de EU 24 4.10 Supranationaal gezag 24 5 De wereldhandel in cijfers 25 6 Internationale handel van België 27 7 Oefentraject 31 8 Zelfevaluatie 32 Hoofdstuk 2 Internationale verkoop 33 1 De tussenpersonen 35 1.1 Tussenpersonen bij het ontstaan van handelscontracten 35 1.1.1 Handelsagent 35 1.1.2 Commissionair 35 1.1.3 Makelaar 35 1.2 Tussenpersonen bij vervoer en logistieke diensten 36 1.2.1 Commissionair-expediteur 36 Inhoud
Inhoud 8 1.2.2 Douanevertegenwoordiger 38 1.2.3 Goederenbehandelaar 39 1.2.4 Natie 39 1.2.5 Scheepsagent 40 1.2.6 Scheepsmakelaar (shipbroker) 40 1.2.7 Luchtvaartagent 40 1.2.8 Luchtvrachtagent 40 2 De verkoopovereenkomst 41 2.1 De verkoopsvoorwaarden 41 2.2 De leveringsvoorwaarden – De Incoterms 45 2.3 Bespreking van de Incoterms® 2020 46 2.3.1 Incoterms van groep 1 – Incoterms voor alle vervoersvormen 46 2.3.1.1 EXW – EX WORKS (+ overeengekomen plaats) 46 2.3.1.2 FCA – FREE CARRIER (+ overeengekomen plaats) 47 2.3.1.3 CPT – CARRIAGE PAID TO (+ overeengekomen plaats van bestemming) 48 2.3.1.4 CIP – CARRIAGE AND INSURANCE PAID TO (+ overeengekomen plaats van bestemming) 49 2.3.1.5 DAP – DELIVERED AT PLACE (+ overeengekomen plaats) 50 2.3.1.6 DPU – DELIVERED AT PLACE UNLOADED (+ genoemde plaats) 51 2.3.1.7 DDP – DELIVERED DUTY PAID (+ overeengekomen plaats van bestemming) 51 2.3.2 Incoterms van groep 2 – Incoterms uitsluitend voor zee- en binnenvaart 52 2.3.2.1 FAS – FREE ALONGSIDE SHIP (+ overeengekomen verschepingshaven) 52 2.3.2.2 FOB – FREE ON BOARD (+ overeengekomen verschepingshaven) 53 2.3.2.3 CFR – COST AND FREIGHT (+ overeengekomen bestemmingshaven) 54 2.3.2.4 CIF – COST, INSURANCE AND FREIGHT (+ overeengekomen bestemmingshaven) 55 2.3.3 Incoterms en de wijze van vervoer 56 3 Oefentraject 59 4 Zelfevaluatie 63 Hoofdstuk 3 Vervoer en vervoersdocumenten 65 1 Vervoersvormen 67 1.1 Kenmerken van de verschillende vervoersvormen 67 1.2 Gecombineerd of multimodaal vervoer 70 1.2.1 Roll-on/roll-off-vervoer (ro/ro-vervoer) 70 1.2.2 Rail-/wegvervoer (ferroutage) 71 1.2.3 LASH = Lighter Aboard Ship 71 1.2.4 Load-on/Load-off-vervoer (lo/lo-vervoer) 72 1.3 Expreskoeriers 72 1.4 Containers en eenheidsladingen in het vervoer 73 1.4.1 Containers 73
Inhoud 9 1.4.2 Standaard ISO-containers 73 1.4.3 Andere eenheidsladingen 77 2 Vervoersdocumenten 77 2.1 Zeevaartconnossement of Bill of Lading (B/L) 78 2.1.1 Definitie 79 2.1.2 Kenmerken 79 2.1.3 Aantal exemplaren 80 2.1.4 Werkwijze in de praktijk 80 2.1.5 Inhoud 81 2.1.6 Soorten connossementen 85 2.2 Binnenvaartconnossement 86 2.2.1 Definitie 87 2.2.2 Kenmerken 87 2.2.3 Inhoud 87 2.3 CMR-vrachtbrief (wegvervoer) 93 2.3.1 Kenmerken 93 2.3.2 Inhoud 94 2.4 CIM-vrachtbrief (spoorvervoer) 97 2.4.1 Kenmerken 97 2.4.2 Inhoud 98 2.5 Luchtvrachtbrief of Air Way Bill (AWB) 101 2.5.1 Kenmerken 101 2.5.2 Inhoud 101 2.5.3 Aantal exemplaren 101 3 Oefentraject 107 4 Zelfevaluatie 108 Hoofdstuk 4 Douaneformaliteiten 109 1 Taken van de douane 111 2 Enkele nieuwe begrippen 112 3 Soorten belastingen m.b.t. de buitenlandse handel 115 3.1 Invoerrechten 115 3.2 Btw 115 3.3 Accijnzen 115 4 Soorten douaneverrichtingen 117 4.1 Intracommunautaire handel 117 4.2 Handel met derde landen 117 4.2.1 Gewone verrichtingen 117
4.2.1.1 Definitieve invoer 117 4.2.1.2 Definitieve uitvoer 118 4.2.1.3 Doorvoer 119 4.2.2 Invoer met plaatsing onder de regeling douane-entrepot 120 4.2.3 Tijdelijke invoer en tijdelijke uitvoer 121 4.2.3.1 Tijdelijke invoer 121 4.2.3.2 Tijdelijke uitvoer 122 4.2.4 Veredeling 123 4.2.4.1 Actieve Veredeling 123 4.2.4.2 Passieve Veredeling 124 5 Het tarief van invoerrechten en goederencode 126 5.1 Nomenclatuur 126 5.2 Structuur GS en goederencode 126 5.3 Maatstaf van heffing van de douanerechten 129 6 Douanewaarde 136 7 Douaneaangifte 137 7.1 Doel van de douaneaangifte 137 7.2 PLDA – MASP – AEO – EORI – ISPS 138 7.3 De PLDA-aangifte verrichten 142 7.3.1 Uitvoeraangifte 143 7.3.2 Invoeraangifte 149 7.3.3 Aangifte uitsluitend voor uniedouanevervoer 153 7.4 De aangifte invullen 157 8 Oefentraject 165 9 Zelfevaluatie 167 Hoofdstuk 5 Betalingstechnieken in de internationale handel 169 1 Internationale overschrijving 171 1.1 Omschrijving 171 1.1.1 Europese overschrijving 172 1.1.2 Internationale overschrijving 173 1.2 Kenmerken 175 1.3 Nog enkele interessante begrippen 175 1.3.1 Valutadatum 175 1.3.2 Doorlopende opdracht 175 1.3.3 Domiciliëring 176 2 Cheque 176 2.1 Incasso van de internationale zakencheque 179 2.2 Kosten 179 2.3 Kenmerken 180 Inhoud 10
3 Wissel 180 3.1 Omschrijving 180 3.2 Incasso van de wissel 187 3.3 Kosten 187 3.4 Kenmerken 188 4 Documentair incasso 188 4.1 Betrokken partijen 189 4.2 Werking 189 4.3 Voordelen 190 4.4 Risico’s 190 4.5 Kosten 191 4.6 Kenmerken 191 5 Documentair krediet 192 5.1 Betrokken partijen 192 5.2 Principe 192 5.3 Werking 193 5.4 Kosten 194 5.5 Voordelen 194 5.6 Kenmerken 194 5.7 Vereenvoudigde voorstelling van een Letter of Credit 195 5.8 Beknopte uitleg over de termen uit de L/C 197 6 Oefentraject 198 7 Zelfevaluatie 199 Hoofdstuk 6 Risico's bij internationale handel 201 1 Risico van niet-betaling 203 1.1 Betalingsrisico 203 1.2 Het betalingsrisico verzekeren 204 2 Politiek risico 206 3 Wisselkoersrisico 207 4 Transport- en logistiek risico 211 5 Administratief risico 211 6 Zelfevaluatie 212 Bibliografie 213 Inhoud 11