2.1
2.2
2.3
6
7
6.1
6.1.1
6.1.2 Berekenen van de prijselasticiteit van de vraag
6.1.3 Extreme waarden van de prijselasticiteit
6.1.4 Het verband tussen de prijselasticiteit van de vraag en de uitgaven
6.1.5 Welke factoren beïnvloeden de prijselasticiteit van de vraag?
6.2 De prijselasticiteit van het aanbod
6.2.1
6.2.2 Grafische interpretatie
6.2.3 Welke factoren bepalen de prijselasticiteit van het aanbod?
7.1 Indirecte prijsinterventies: indirecte belastingen en subsidies
7.2 Directe prijsreglementering: minimum- en maximumprijzen
Preferenties en indifferentiecurven
4.1
4.2
4.2.1 De indifferentiecurve heeft een dalend verloop
4.2.2 De indifferentiecurve is convex ten opzichte van de oorsprong 76
4.2.3 Indifferentiecurven geven een hoger nutsniveau naarmate ze verder van de oorsprong liggen 77
4.2.4 Twee indifferentiecurven kunnen elkaar niet raken of snijden
6 De optimale keuze van de consument
7 Veranderingen van het consumentenevenwicht 83
7.1 Veranderingen in de preferenties 83
7.2 Veranderingen in het budget 83
7.3 Veranderingen in de prijs 86
7.3.1 De invloed van prijsveranderingen en de individuele vraagcurve 86
7.3.2 Afleiding van de individuele vraagcurve 86
7.3.3 Het substitutie-effect en het inkomenseffect 88 8 Consumentengedrag in actie
9 Afleiding van de marktvraag uit de individuele vraagcurven 89
3 Bedrijven en de organisatie van de productie
3.1 Voordelen van de organisatie van productie in bedrijven
3.2 Doelstellingen en beperkingen van bedrijven
4 Productie en kosten: enkele inleidende begrippen
4.1 De productiefunctie
4.2 Productiekosten: relevante en irrelevante kosten
5 Het gedrag van de producent: de optimale keuze van inputs in de productie
5.1 Productie en de substitueerbaarheid van inputs
5.2 Toenemende, afnemende of constante schaalopbrengsten
5.2.1 Definitie
5.2.2 Economische relevantie van schaalopbrengsten
5.3 Het keuzeprobleem van de producent: productie tegen minimale kosten
5.3.1
5.3.2
6.1 De productiefunctie in de korte periode: totaal, gemiddeld en marginaal product
6.2 Het kostenverloop in de korte periode
6.2.1
6.2.2
3.1
3.2
3.3
3.4
5.1
5.2 De aanbodfunctie van de onderneming op korte termijn
6.1
6.2 Het verloop van de totale, gemiddelde en marginale opbrengst voor een monopolist
4.2
5.1
5.2 Aanbodschokken
5.3 (Neo)keynesianen en (neo)klassieken
5.4 De COVID-19-recessie: een combinatie van een negatieve aanbodschok
een
3.1
3.2
3.3 Andere bepalende factoren van de consumptie (en het sparen)
3.3.1
3.3.2
3.3.3
3.3.4
intrestvoet en de kredietbeschikbaarheid
houding en verwachtingen van de
3.3.5 De voorraad aan duurzame consumptiegoederen
3.3.6 De beschikbaarheid van nieuwe producten en de verkooppromotie
5.1
5.1
5.2
5.3
5.4
5.4.1
5.4.3
5.4.4
5.4.5
5.4.6