Financieel-economische oefeningen met Excel_2021_voorbeeldhoofdstuk

Page 1

Afschrijvingen: een afschrijvingstabel maken

Vertrek van de werkmap ‘Maandelijkse afschrijvingstabellen’. Een afschrijving is een methode waarbij de aanschafwaarde van een activa wordt gespreid over verschillende jaren. Op die manier vermijdt men dat de investering volledig in de kosten komt van het jaar van aanschaf. Dat is ook logisch: de onderneming doet een gelduitgave in een bepaald jaar, maar de kost wordt gespreid over de vermoedelijke levensduur van het goed.

Wij veronderstellen een maximale levensduur van 10 jaar. Uiteraard moeten de jaartallen in de tabellen zich automatisch aanpassen aan de ingevoerde aankoopdatum en afschrijvingsduur.

5.1 Opgave A: afschrijvingstabel volgens de lineaire methode

Ga naar het werkblad ‘Lineaire methode’ en maak een afschrijvingstabel volgens de lineaire methode. We veronderstellen dat het eerste jaar volledig mag worden afgeschreven. Daarvoor zijn wel een aantal voorwaarden: – het is een vennootschap en de aankoopdatum ligt voor 1 januari 2020 of – het is geen vennootschap. Vennootschappen moeten vanaf die datum pro rata per dag afschrijven.

Voer de onderstaande opdrachten uit. Als er basisgegevens (de cellen C3:C6) niet zijn ingevuld, dan mag je geen resultaten tonen.

1 C3: zorg dat je alleen een datum voor 1 januari 2020 kunt invoeren. Stel een gepast invoerbericht en een gepaste foutmelding in. Als het geen vennootschap is, moet je toch een latere datum kunnen ingeven.

2 C3: geef de datum de juiste opmaak.

3 C5: zorg dat je voor de looptijd alleen een geheel getal tussen 1 en 10 (grenzen inbegrepen) kunt invoeren. Stel ook hier een gepast invoerbericht en een gepaste foutmelding in.

4 B8: zet hier het jaartal van de datum in C3.

5 C8:K8: zet hier de jaartallen van de afschrijving. Uiteraard is dat afhankelijk van de looptijd.

6 B21:K21: bereken de jaarlijkse afschrijving.

7 B9:K20: als het jaartal (op rij 8) is ingevuld, dan moet hier de maandelijkse afschrijving staan.

8 B22: bereken de boekwaarde op het einde van het eerste jaar.

9 C22:K22: bereken de boekwaarde op het einde van elk ingevuld jaar.

10 B23:K23: bereken de gecumuleerde afschrijving op het einde van elk ingevuld jaar.

11 B9:K23: toon de berekende resultaten met 2 decimalen.

12 Bewaar je oplossing onder de naam ‘05 Maandelijkse afschrijvingstabellen’.

Financieel-economische oefeningen met Excel 35 5

Oplossing 1 alle basisgegevens zijn ingevuld, looptijd: 10 jaar

Oplossing 2 alle basisgegevens zijn ingevuld, geen vennootschap, looptijd: 8 jaar

36
Financieel-economische

Oplossing 3 niet alle basisgegevens zijn ingevuld

5.2 Opgave B: afschrijvingstabel volgens de degressieve methode

Ga naar het werkblad ‘Degressieve methode’. Maak een afschrijvingstabel volgens de degressieve methode, waarbij je het eerste jaar volledig mag afschrijven. Vennootschappen mogen vanaf 1 januari 2020 niet meer degressief afschrijven.

De degressieve afschrijving is een versnelde afschrijving. Men gebruikt dan een vast afschrijvingspercentage, dat wordt berekend op het nog af te schrijven bedrag. Dat vast percentage is het dubbele van het lineaire percentage (met een maximum van 40 %). Een investering met een geschatte levensduur van 10 jaar wordt dan afgeschreven tegen 20 % (het dubbele van het lineaire percentage) van het af te schrijven bedrag. Van zodra de degressieve afschrijving lager is dan de lineaire afschrijving, wordt er overgeschakeld naar de lineaire methode.

Voer de onderstaande opdrachten uit. Als er basisgegevens (de cellen C3:C6) niet zijn ingevuld, dan mag je geen resultaten tonen.

1 I4: bereken de jaarlijkse lineaire afschrijving.

2 I5: bereken het jaarlijks lineair afschrijvingspercentage.

3 I6: bereken het jaarlijks degressief afschrijvingspercentage.

4 I5:I6: toon het resultaat als een percentage met 2 decimalen.

5 B8: zet hier het jaartal van de datum in C3.

6 C8:K8: zet hier de jaartallen van de afschrijving. Uiteraard is dat afhankelijk van de looptijd.

7 B21: bereken het af te schrijven bedrag aan het begin van het eerste jaar.

8 B22: bereken de afschrijving van het eerste jaar.

9 B23: bereken de boekwaarde op het einde van het eerste jaar.

10 C21:K21: bereken het nog af te schrijven bedrag aan het begin van elk jaar.

met Excel 37
Financieel-economische oefeningen

11 C22:K22: bereken de jaarlijkse afschrijving.

12 C23:K23: bereken de boekwaarde op het einde van elk ingevuld jaar.

13 B24:K24: bereken de gecumuleerde afschrijving op het einde van elk ingevuld jaar.

14 B9:K20: als het jaartal (op rij 8) is ingevuld, dan moet hier de maandelijkse afschrijving staan.

15 B9:K24: toon de berekende resultaten met 2 decimalen.

16 Bewaar je oplossing onder de naam ‘05 Maandelijkse afschrijvingstabellen’.

Oplossing 1 alle basisgegevens zijn ingevuld, looptijd: 10 jaar

Oplossing 2 alle basisgegevens zijn ingevuld, geen vennootschap, looptijd: 4 jaar

38
Financieel-economische oefeningen met Excel

Oplossing 3 niet alle basisgegevens zijn ingevuld

5.3 Opgave C: afschrijvingstabel volgens de ‘som van de jaarnummers’

Ga naar het werkblad ‘Som van de jaarnummers’. Maak een afschrijvingstabel volgens de methode ‘som van de jaarnummers’, waarbij je het eerste jaar volledig mag afschrijven. Deze afschrijvingsmethode is in België niet toegelaten, maar je mag ze natuurlijk wel extracomptabel gebruiken.

Bij die methode worden eerst de cijfers van het aantal jaren van de gebruiksduur opgeteld. Een levensduur van 5 jaren geeft dus 15 (5+4+3+2+1=15). Daarna deelt men het af te schrijven bedrag door die factor en vermenigvuldigt men dat resultaat met het aantal jaren tot het einde van de levensduur. In ons voorbeeld geeft dat: – afschrijving jaar 1: ((aanschafwaarde - restwaarde)/15) x 5 – afschrijving jaar 2: ((aanschafwaarde - restwaarde)/15) x 4 – afschrijving jaar 3: ((aanschafwaarde - restwaarde)/15) x 3 – afschrijving jaar 4: ((aanschafwaarde - restwaarde)/15) x 2 – afschrijving jaar 5: ((aanschafwaarde - restwaarde)/15) x 1

Financieel-economische
met Excel 39
oefeningen

Voer de onderstaande opdrachten uit. Als er basisgegevens (de cellen C3:C6) niet zijn ingevuld, dan mag je geen resultaten tonen.

1 M2:M11: zet hier de getallen 1 tot en met 10 onder elkaar. Dat zijn de mogelijke looptijden.

2 N2:N11: bereken de som van de jaarnummers voor elke looptijd.

3 L:N: geef die kolommen de kolombreedte 3.

4 I3: zet hier de som van de jaarnummers voor de gekozen looptijd in de cel C5.

5 B8: zet hier het jaartal van de datum in C3.

6 C8:K8: zet hier de jaartallen van de afschrijving. Uiteraard is dat afhankelijk van de looptijd.

7 B21:K21: bereken de jaarlijkse afschrijving.

8 B9:K20: als het jaartal (op rij 8) is ingevuld, dan moet hier de maandelijkse afschrijving staan.

9 B22: bereken de boekwaarde op het einde van het eerste jaar.

10 C22:K22: bereken de boekwaarde op het einde van elk ingevuld jaar.

11 B23:K23: bereken de gecumuleerde afschrijving op het einde van elk ingevuld jaar.

12 B9:K23: toon de berekende resultaten met 2 decimalen.

13 Bewaar je oplossing onder de naam ‘05 Maandelijkse afschrijvingstabellen’.

Oplossing 1 alle basisgegevens zijn ingevuld, looptijd: 10 jaar

40
Financieel-economische oefeningen met Excel

Oplossing 2 alle basisgegevens zijn ingevuld, looptijd: 7 jaar

Oplossing 3 niet alle basisgegevens zijn ingevuld

5.4 Opgave D: grafische voorstelling van de verschillende afschrijvingsmethodes

Maak een lijngrafiek in een nieuw werkblad met de naam ‘Vergelijking afschrijving’. Die grafiek toont de jaarlijkse afschrijvingskosten, berekend volgens de verschillende afschrijvingsmethodes. Bewaar je oplossing onder de naam ‘05 Maandelijkse afschrijvingstabellen’.

41
Financieel-economische oefeningen met Excel

Grafiek 1 aankoopdatum: 25-03-2025, aanschaf: € 120 000, duur: 10 jaar, restwaarde: € 2 000

Grafiek 2 aankoopdatum: 10-04-2024, aanschaf: € 6 000, duur: 10 jaar, restwaarde: € 0

42
Financieel-economische oefeningen met Excel

5.5 Opgave E: maandelijkse lineaire afschrijvingen: pro rata temporis

Vertrek van de werkmap ‘Maandelijks linear pro rata’. Maak een afschrijvingstabel volgens de lineaire methode. Nu veronderstellen we echter een afschrijving per dag (pro rata temporis).

Wij veronderstellen een maximale levensduur van 10 jaar. Uiteraard moeten de jaartallen in de tabellen zich automatisch aanpassen aan de ingevoerde aankoopdatum en afschrijvingsduur.

Voer de onderstaande opdrachten uit. Als er basisgegevens (de cellen C3:C6) niet zijn ingevuld, dan mag je geen resultaten tonen.

1 Ga naar het werkblad ‘Lineair pro rata’.

2 C3: geef de datum de juiste opmaak.

3 C5: zorg dat je voor de looptijd alleen een geheel getal tussen 1 en 10 (grenzen inbegrepen) kunt invoeren. Stel een gepast invoerbericht en een gepaste foutmelding in.

4 B8: zet hier het jaartal van de datum in C3.

5 C8:L8: zet hier de jaartallen van de afschrijving. Uiteraard is dat afhankelijk van de looptijd.

6 Ga naar het werkblad ‘Hulpblad lineair’.

7 H1: verwijs naar de aankoopdatum op het werkblad ‘Lineair pro rata’.

8 H2: bereken de einddatum van de afschrijving. Dat is de laatste dag die je nog mag afschrijven.

9 H3: bereken het aantal dagen dat je mag afschrijven.

10 H4: bereken het af te schrijven bedrag.

11 H5: bereken het afschrijvingsbedrag per dag.

12 A2: zet hier de datum van de eerste dag van het jaar waarin de aankoop gebeurde. Dat is dus altijd 1 januari, gevolgd door een jaartal.

13 A3:A133: verhoog de vorige datum telkens met 1 maand. In de kolom A staan dus 132 datums, telkens 1 januari van elke maand. Dat is de maximale looptijd (11 jaren x 12 maanden).

14 B2:B133: zet hier telkens de laatste dag van elke maand. In de kolom B staan dus 132 datums.

15 C2:C133: zet hier het aantal dagen van elke maand.

16 D2:D133: bereken per maand het aantal dagen dat je mag afschrijven.

17 D134: bereken het totaal aantal dagen dat je afschrijft. Dat moet gelijk zijn aan het getal in H3.

18 E2:E133: bereken de maandelijkse afschrijving. Toon het resultaat met 2 decimalen.

19 E134: bereken het totaal van de maandelijkse bedragen. Dat moet gelijk zijn aan het getal in H4. Toon het resultaat met 2 decimalen.

20 Ga naar het werkblad ‘Lineair pro rata’.

21 B9:L20: verwijs naar het berekende bedrag op het werkblad ‘Hulpblad lineair’. Dat zijn 11 verschillende formules die je telkens per kolom kan kopiëren.

22 B21:L21; als het jaartal (op rij 8) is ingevuld, dan moet hier de jaarlijkse afschrijving staan.

23 B22:L22: bereken de boekwaarde op het einde van elk ingevuld jaar.

24 B23:L23: bereken de gecumuleerde afschrijving op het einde van elk ingevuld jaar.

25 B9:L23: toon de berekende resultaten met 2 decimalen.

26 Bewaar je oplossing onder de naam ‘05 Maandelijks lineair pro rata’.

met Excel 43
Financieel-economische oefeningen

Oplossing 1 alle basisgegevens zijn ingevuld, looptijd: 10 jaar

Het bijbehorende werkblad ‘Hulpblad lineair’ (de 20 eerste rijen)

44

Oplossing 2 alle basisgegevens zijn ingevuld, looptijd: 8 jaar

Het bijbehorende werkblad ‘Hulpblad lineair’ (de 20 eerste rijen)

Excel 45
Financieel-economische oefeningen met

Oplossing 3 niet alle basisgegevens zijn ingevuld

Het bijbehorende werkblad ‘Hulpblad lineair’ (de 20 eerste rijen)

46

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.