Agora 4 Filosofie - leerwerkboek (editie 2025)

Page 1


A A G O R

F FILOSOFIE

proefversie©VANIN

FILOSOFIE

Via www.ididdit.be heb je toegang tot het onlineleerplatform bij Agora Filosofie Activeer je account aan de hand van de onderstaande code en accepteer de gebruiksvoorwaarden. Kies je ervoor om je aan te melden met je Smartschool-account, zorg er dan zeker voor dat je e-mailadres aan dat account gekoppeld is. Zo kunnen we je optimaal ondersteunen.

FILOSOFIE

LET OP: DEZE LICENTIE IS UNIEK, EENMALIG TE ACTIVEREN EN GELDIG VOOR EEN PERIODE VAN 1 SCHOOLJAAR. INDIEN JE DE LICENTIE NIET KUNT ACTIVEREN, NEEM DAN CONTACT OP MET ONZE KLANTENDIENST.

!proefversie©VANIN

Fotokopieerapparaten zijn algemeen verspreid en vele mensen maken er haast onnadenkend gebruik van voor allerlei doeleinden. Jammer genoeg ontstaan boeken niet met hetzelfde gemak als kopieën. Boeken samenstellen kost veel inzet, tijd en geld. De vergoeding van de auteurs en van iedereen die bij het maken en verhandelen van boeken betrokken is, komt voort uit de verkoop van die boeken.

In België beschermt de auteurswet de rechten van deze mensen. Wanneer u van boeken of van gedeelten eruit zonder toestemming kopieën maakt, buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen, ontneemt u hen dus een stuk van die vergoeding. Daarom vragen auteurs en uitgevers u beschermde teksten niet zonder schriftelijke toestemming te kopiëren buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen. Verdere informatie over kopieerrechten en de wetgeving met betrekking tot reproductie vindt u op www.reprobel.be. Ook voor het digitale lesmateriaal gelden deze voorwaarden. De licentie die toegang verleent tot dat materiaal is persoonlijk. Bij vermoeden van misbruik kan die gedeactiveerd worden. Meer informatie over de gebruiksvoorwaarden leest u op www.ididdit.be.

© Uitgeverij VAN IN, Wommelgem, 2025

De uitgever heeft ernaar gestreefd de relevante auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Wie desondanks meent zekere rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht zich tot de uitgever te wenden.

Fotocredits p. xx xxx

Eerste druk 2025

ISBN 978-94-647-0776-2

D/2025/0078/83

Art. 608520/01

NUR 130

Ontwerp cover en binnenwerk: Shtick

Opmaak: Banananas.net

Tekeningen: Vincent Albert

NHOUDSOPGAVE

proefversie©VANIN

HOOFDSTUK 1 PRIMAAT OF FILOSOOF?

-- De oorsprong van het filosofisch denken

1.1 Nadenken over het bestaan

Heeft een boom een geest?

1.2 Het boeddhisme

Word je herboren als een pinguïn?

1.3 Het ontstaan van filosofie

Heeft filosofie de goden gedood?

1.4 Heraclitus en Parmenides

Wordt de wereld of is de wereld?

HOOFDSTUK 2 ZAK JE DADELIJK DOOR DE GROND?

-- Geldig redeneren

2.1 Plato en kennis

Mag je rebelleren tegen kennis?

2.2 Leren redeneren

Kun je fout denken?

2.3 Over waarheid en zekerheid

Wat is de oorsprong van kennis?

2.4 Echt iets weten

Is waarheid altijd waar?

HOOFDSTUK 3 BEN JIJ VERVANGBAAR?

-- Identiteit en bewustzijn

3.1 Identiteit

Wat maakt iets tot iets?

3.2 Bewustzijn

Ben jij jezelf wel?

3.3 De definitie van een persoon

Is een zombie een persoon?

3.4 Identiteit en gender

Bepaalt je geslacht je leven?

HOOFDSTUK 4 LEEF JE BEST NAAKT EN ZONDER

REGELS?

-- Filosoferen over de samenleving

proefversie©VANIN

4.1 De relatie tussen familie

Ben je je ouders iets verschuldigd?

4.2 Morele verplichtingen

Wanneer laat je iemand sterven?

4.3 Leven in de natuurstaat

Schaf je best alle regels af?

4.4 Wat is onrechtvaardig of immoreel?

Mag je profiteren van anderen?

ELKOM OP DE AGORA! W

proefversie©VANIN

Agora, zo werd in het oude Griekenland de markt genoemd. Je ontmoette er mensen van alle rang en stand. Het was de ontmoetingsplaats bij uitstek om ideeën uit te wisselen en informatie en kennis te delen. Daarom hebben we voor dit boek de titel Agora bedacht. Voor filosofen in spe een ideale plek om het denken te voeden. We garanderen je een boeiende kennismaking.

1→ OP STAP MET AGORA

In totaal telt dit boek vier hoofdstukken. Elk hoofdstuk start met een duidelijke titelpagina.

FILOWIE EN FILOWAT?

Het kader biedt je een duidelijk overzicht van de inhouden en lesdoelen. Aan de hand van de aanvinkvakjes kun je in de loop van het hoofdstuk makkelijk bijhouden welke doelen je al hebt bereikt. Bovendien kunnen de inhouden in het kader een leidraad vormen bij de voorbereiding op een evaluatiemoment.

Op een inleidende, groene pagina kom je te weten waarover het hoofdstuk gaat.

ILOWIE EN FILOWAT?

alleen een kritische denker, maar ook een deelnemer aan de eeuwenoude traditie van filosofisch onderzoek. WAAROVER GAAT DIT HOOFDSTUK?

Vink aan wat je in de loop van dit hoofdstuk hebt geleerd.

Ik begrijp wat filosofie filosoferen inhoudt.

Ik leg uit dat de filosofische grondhouding bestaat uit verwondering en twijfel.

Een goede kennis van sleutelbegrippen is heel belangrijk. Bij de start van het hoofdstuk geven we alvast een begrippenkader mee. Zo zul je tijdens de lessen zeker extra aandacht besteden aan die belangrijke termen.

BREINBREKER

In dit hoofdstuk zoek je een antwoord op deze breinbreker: “Wat is filosofie en hoe filosofeer je?”

FORUM

2 EEN FILOSOFISCHE VRAAG STELLEN Hoe kan een vraag je brein prikkelen?

1 KENNISMAKING MET FILOSOFIE Wat is filosofie?

3 RATIONEEL KRITISCH NADENKEN Is je eerste antwoord je beste antwoord?

4 FILOSOFEREN MET ANDEREN Hoe maak je een filosofische ruzie constructief?

Daarna volgt de breinbreker. Dankzij deze interessante en uitdagende vraag wordt je nieuwsgierigheid geprikkeld. Bij de breinbreker hoort ook een online forum. Dat is een opdracht die je kunt maken op iDiddit. In het forum peilen we naar je eerste mening, een spontaan antwoord op de breinbreker. Misschien kom je tot de vaststelling dat deze vraag niet zomaar op te lossen valt. Daarvoor heb je specifieke informatie nodig. Die informatie verwerf je doorheen het hoofdstuk. Met behulp van verschillende bronnen, opdrachten en kenniskaders bekom je stap voor stap het inzicht, de kennis en de (onderzoeks)vaardigheden die nodig zijn om een gefundeerd antwoord op de breinbreker te geven.

proefversie©VANIN

Eureka! Als je het hoofdstuk helemaal hebt afgewerkt kom je aan bij de EXIT. Je bent nu voldoende gewapend om opnieuw over de breinbreker na te denken. In het forum zul je merken dat de hele klas nu met veel meer kennis van zaken spreekt dan aan het begin van dit hoofdstuk. Je vindt als laatste uitdaging nog enkele

Test jezelf oefeningen in de EXIT. Om die te kunnen maken ga je naar iDiddit. Met de cliffhanger tenslotte, maken we je alvast warm voor het volgende hoofdstuk.

SYNTHESE

Filosofie

Het woord filosofie bestaat uit twee Griekse woorden: philia en sophia Philia betekent ‘liefde’ en sophia betekent ‘wijsheid’. Philosophia is dus liefde voor wijsheid De kern van de filosofie is een verlangen naar wijsheid. De beoefenaars van de filosofie noemt men filosofen

De methode van de filosofie is anders dan die van de exacte wetenschappen. Filosofie gaat namelijk uit van het denken terwijl de exacte wetenschappen uitgaan van experimenten en waarnemingen. Filosofie bestaat uit vragen stellen redeneren ideeën testen argumenten verzinnen en begrippen verduidelijken.

EUREKA!

“Wat is filosofie en hoe filosofeer je?”

Forum

Schrijf een tekst waarin je een antwoord formuleert op de breinbreker. Houd daarbij rekening met alles wat je hebt geleerd in de verschillende denkstappen. Vergelijk vervolgens je tekst met die van een klasgenoot en discussieer over de gelijkenissen en verschillen.

Test jezelf

Ga naar om de vragen te beantwoorden.

1 Leg uit wat centraal staat in filosofie en wat het woord betekent.

2 Wat zijn drie kenmerken van een filosofische vraag?

3 Leg uit wat een argument is en waarom dat belangrijk is in de filosofie.

Cliffhanger

Je hebt nu filosofisch leren nadenken en bent klaargestoomd om te reflecteren over filosofische vragen. In het volgende hoofdstuk komen een aantal filosofische vragen aan bod, zoals: ‘Weet je wel zeker dat de andere leerlingen echte mensen zijn?’

Over filosofische stellingen en argumentatie kan gediscussieerd worden. Het is belangrijk bij een discussie dat er orde heerst en respect is naar elkaar toe. Het allerbelangrijkste is om goed te luisteren

De kern van filosofie is rationeel kritisch denken Je denkt rationeel door eerst de vele gedachten in je hoofd te ordenen om dan op een logische wijze over iets na te denken. Kritisch denken doe je door na te gaan of iets waar of fout is. Door de juiste vragen te stellen, voorbeelden te geven en te argumenteren, ga je op kritisch filosofisch onderzoek.

Rationeel kritisch denken is van alle tijden. De filosofie van vroeger is vaak nog herkenbaar in onze hedendaagse tijd, al kun je natuurlijk ook geconfronteerd worden met opvattingen die net sterk verschillen van de jouwe.

Filosofische vragen

Checklist voor een goede filosofische discussie: Wees altijd respectvol. Onderbreek je gesprekspartner(s) niet. Maak altijd gebruik van argumenten. Rol niet met je ogen. Lach anderen niet uit. Praat niet naast elkaar, maar reageer op wat de anderen zeggen. Begrijp en herhaal wat er gezegd wordt. Maak bezwaar tegen een stelling, niet tegen een persoon.

Bordschema

Een goede filosofische vraag laat je over iets fundamenteels en diepers nadenken, waarbij je misschien nog nooit eerder stilstond. Een filosofische vraag is een prikkelende vraag die beantwoordt aan deze kenmerken: 1 Ze peilt niet naar feitelijke kennis of weetjes 2 Ze peilt niet naar je smaak. Het gaat om een algemene, universele vraag, niet om een persoonlijke vraag. Toch is er niet slechts één juist antwoord 3 Ze leidt steeds naar verdere, bijkomende vragen Om een antwoord te geven is het altijd belangrijk dat alle begrippen in de vraag duidelijk zijn.

Wat is filosofie?

Filosofische antwoorden

Wat is een filosofische vraag?

• Rationeel kritisch denken

• Vraagt niet naar feiten.

Alle kennis en inzichten die je tijdens het parcours hebt opgedaan, worden voor jou gebundeld in een synthese Die tekst geeft weer wat je exact moet onthouden. De nummers naast de verschillende paragrafen verwijzen naar de kenniskaders waarin de leerinhouden werden aangebracht. Zo kun je tijdens het studeren makkelijk extra informatie opzoeken in de kaders die je tegenkwam in de loop van het hoofdstuk.

Krijg je graag nog wat extra toelichting bij de lesinhouden? Scan dan de pagina om een heldere kennisclip bij de synthesetekst te bekijken.

Om tot een antwoord te komen op filosofische vragen, moet je kritisch zijn en je eigen veronderstellingen in twijfel trekken. Stel kritische vragen die filosofisch onderzoeken of een antwoord juist of fout is.

• Is algemeen en niet persoonlijk; meerdere antwoorden zijn mogelijk.

• Leidt tot bijkomende vragen.

Het is de reden achter je antwoord die echt belangrijk is. Een reden voor je antwoord is een argument Om een filosofisch sterk antwoord te geven, moet je stevige argumenten hebben waarop je antwoord gebaseerd is. Vergelijk een antwoord met het dak van een huis. Het dak moet op iets steunen of het stort in. Een stevige argumentatie zorgt voor een stevig huis waar het dak op kan rusten.

Wat doe je met de antwoorden? Wees kritisch en onderzoek de antwoorden filosofisch.

• Gebruik stevige argumenten.

Filosofisch gesprek

Filosofisch samenwerken

Hoe werk je filosofisch samen?

= respectvolle samenwerking op basis van voorbeelden en argumenten

In een filosofisch gesprek zijn er geen winnaars en verliezers. Het doel van het gesprek is om op een rustige manier het meningsverschil uit te klaren of een antwoord te zoeken op een vraag. Zo wordt het gesprek een samenwerking om duidelijkheid te scheppen in plaats van een ruzie. Het gebruik van concrete voorbeelden is ook een kenmerk van een filosofisch gesprek.

• Filosofische discussie

Studeer je graag op een schematische manier? Het bordschema geeft een overzicht van de belangrijkste termen en verbanden die in het hoofdstuk aan bod kwamen.

2→ HANDIG VOOR ONDERWEG

In de loop van het hoofdstuk word je ondersteund door een aantal hulpmiddelen.

KADERS ICOONTJES

Onder filosofen is men het ook niet altijd eens over de kwestie of een bepaalde vraag filosofisch is of niet. Maar met de hulp van de voorgaande oefeningen en de checklist hieronder heb je toch al een goed idee. In de checklist staat alles wat je tot nu toe geleerd hebt over filosofische vragen.

Checklist voor een goede filosofische vraag:

De vraag prikkelt je brein. Het is geen feitelijke vraag.

De vraag peilt niet naar je smaak. Het is een algemene, universele vraag.

Er is niet één juist antwoord.

De vraag leidt naar verdere bijkomende vragen.

5 Je weet nu wat een filosofische vraag is en aan welke criteria ze moet voldoen.

a Had Montaigne een voorliefde voor het privéleven of het openbare leven? Waarom?

Good to know

Sociale media en vriendschap

proefversie©VANIN

Doorheen het hoofdstuk zetten we de belangrijkste zaken op een rijtje in deze rode kenniskaders. De sleutelbegrippen die je in de inleiding leerde kennen, hebben we met een stippellijn onderlijnd.

b Wat vindt Montaigne van roem en eer?

Filosoferen is niet enkel iets van het verleden. Ook vandaag wordt er nog volop gefilosofeerd. Zo filosofeerde Diane Jeske over sociale media en vriendschap. Kan het zijn dat sociale media het net moeilijker maken om echte vriendschappen te smeden? Het kunstmatige personage dat mensen creëren op sociale media toont immers niet hoe je echt bent. Welke invloed heeft dat dan op de vrienden die je via deze weg maakt? Is er door sociale media een nieuwe vorm van vriendschap gecreëerd?

Zich druk maken over roem en eer is de meest geaccepteerde dwaasheid.

MAAK KENNIS MET BUNNY, DE ‘PRATENDE’ HOND

a Herinner je je het fragment van Doordenkers over wildplassen? Bespreek of de vraag ‘Is wildplassen oké?’ een goede filosofische vraag is aan de hand van de checklist. b Zoek op YouTube of TikTok enkele filmpjes over Bunny, de pratende hond. Beantwoord vervolgens de vragen bij de tekst. Markeer in de tekst de informatie die je kunt gebruiken in je antwoord.

c Wat zou Montaigne bedoelen met deze zin: ‘De historici selecteren maar al te vaak die zaken waarvan zij vinden dat die bekend moeten worden, en houden een woord of een privéhandeling die veel meer kan laten zien, achter’.

In de blauwe Good to knows vind je handige en leuke weetjes terug die verband houden met de leerstof.

In boeken staat niet hoe helden uit de geschiedenis echt zijn (privéleven). De historici presenteren enkel wat ze willen tonen.

DENKSTAP 2 Hoe kan een vraag je brein prikkelen?

Bekijk het filmpje over de grootte van hemellichamen.

VIP Michel de Montaigne (1533-1592) is een Franse filosoof uit de 16e eeuw. Hij nam zichzelf vaak als onderwerp van de filosofie. Zo brak hij met de aloude opvatting dat filosofie vooral gaat over grote vragen, zoals een eeuwige waarheid. Filosoferen over je eigen aard en het alledaagse vond Montaigne veel belangrijker. Hij stelde daarbij steeds kritisch de gangbare opvattingen van zijn tijd in vraag.

Hoe start je met filosoferen? Filosofie vertrekt van verwondering. Je kunt je verwonderen over de wereld, of over iets wat je meemaakt. Vaak gaat die verwondering gepaard met vragen die bij je opkomen. Een goede filosofische vraag is het startpunt om te filosoferen. Maar hoe weet je of een vraag filosofisch is?

Noteer een vraag waarop het antwoord vinden is in het filmpje.

Zoals heel wat toegewijde hondenbaasjes praat de Amerikaanse Alexis Devine elke dag urenlang met haar hond. Het grote verschil met andere honden is dat Bunny ‘antwoordt’. De filmpjes van de pratende hond worden op het videokanaal TikTok massaal bekeken en Bunny is intussen wereldberoemd. Bunny en Alexis nemen deel aan een wetenschappelijke studie die nagaat in welke mate dieren taal begrijpen en of ze taal ook zelf kunnen gebruiken om te communiceren. Bunny is een sheepadoodle van vijftien maanden. Een sheepadoodle is een kruising tussen een Duitse herder en een poedel. Bunny woont met haar baasje Alexis Devine in Tacoma, in de Amerikaanse staat Washington, in het noordwesten van de Verenigde Staten. In veel opzichten is ze net als andere honden. Ze houdt van rennen op het strand, kunstjes doen in ruil voor snoepjes en trekspelletjes met haar baasje. Maar er is één ding wat Bunny eruit doet springen: ze kan ‘praten’. Op de vloer van het huis waar Alexis en Bunny wonen, ligt een bord met een zeventigtal knoppen. Die staan elk voor een woord of uitdrukking. Bunny kan die knoppen gebruiken om met haar baasje te communiceren over wensen, gevoelens en plaatsen. ‘Haar favoriete woorden zijn strand en park’, zegt Alexis aan The News Tribune ‘Ze kan zeggen “Bunny wil naar park” of “park nu”. Ik kan haar ook vragen wanneer ze naar het park geweest is, en dan kan ze “vanmorgen” aanduiden.’

Bron: www.vrt.be

gedachten in een nieuwe wereld

Wat we weten en hoe we denken is niet zomaar tot ons gekomen. Onze kennis komt voort uit het denkwerk van briljante geesten, filosofen, kunstenaars en wetenschappers. We brengen ze in VIPkaders onder de aandacht.

b Je vraag bij oefening a gaat over een weetje. Kwamen er terwijl je het filmpje bekeek ook andere vragen bij je op, vragen die geen weetjesvragen zijn? Noteer er twee.

Door de eeuwen heen is er over erg veel gefilosofeerd. De geschiedenis heeft heel wat bekende filosofen voortgebracht. Hun boeken worden nog altijd gelezen. Dagelijks verdiepen mensen zich in hun filosofie. Maar hebben we nog iets aan die eeuwenoude ideeën in ons hedendaagse leven?

c Waarom zijn de vragen bij oefening b volgens jou geen weetjesvragen?

De wereld is inderdaad sterk veranderd door de eeuwen heen. En toch is filosofie van vroeger vaak nog herkenbaar in onze hedendaagse tijd, al kun je natuurlijk ook geconfronteerd worden met opvattingen die net sterk verschillen van de jouwe. Maar ook dat is best interessant.

Dit is een mondelinge opdracht.

5 Waarom is filosofie nog relevant vandaag? Bespreek klassikaal.

Een goede filosofische vraag laat je over iets fundamenteels en diepers nadenken, iets waarbij je misschien nog nooit eerder stilstond. Ze kan iets losmaken in je gedachten waarvan je niet eens wist dat het er was. Daarom is een goede filosofische vraag zo belangrijk.

Bij deze opdracht hoort een videofragment.

Een eerste kenmerk van een filosofische vraag is dat ze niet peilt naar feitelijke kennis of weetjes. Het antwoord op de vraag ‘Hoeveel leerlingen zitten er in je klas?’ vind je door de leerlingen te tellen. Het gaat hier om een feitelijke vraag waarop je het feitelijke antwoord kunt opzoeken. Een vraag kan ook feitelijk zijn zonder dat er meteen een antwoord te vinden is, zoals: ‘Hoeveel zandkorrels zijn er op aarde?’ Dat is een voorbeeld van een feitelijke vraag waarop je geen accuraat antwoord kunt geven, enkel een berekende schatting. Feitelijke vragen gaan dus altijd over gegevens.

Voor deze opdracht mag of moet je online opzoekingswerk verrichten.

In deze opdracht werk je aan je onderzoeksvaardigheden. Doe eventueel wat opzoekwerk.

Bij deze oefening of dit kenniskader vind je een extra opdracht op iDiddit.

VAN IN Plus

Soms is het handig dat je extra lesinformatie of een video- of audiofragment zelf kunt bekijken of beluisteren op je smartphone. Als je dit icoon ziet, open dan de VAN IN Plus-app en scan de pagina.

Het onlineleerplatform bij Agora

Mijn lesmateriaal

Hier vind je alle inhouden uit het boek, maar ook meer, zoals filmpjes, audiofragmenten, extra oefeningen ...

Extra materiaal

Bij bepaalde stukken theorie of oefeningen kun je extra materiaal openen. Dat kan een bijkomend audio- of videofragment zijn, een woorden- of begrippenlijst, extra bronnen of een leestekst. Kortom, dit is materiaal dat je helpt om de leerstof onder de knie te krijgen.

Opdrachten

Hier vind je de opdrachten die de leerkracht voor jou heeft klaargezet.

Evalueren

Hier kan de leerkracht toetsen voor jou klaarzetten.

Resultaten

Wil je weten hoever je al staat met oefenen, opdrachten en toetsen? Hier vind je een helder overzicht van al je resultaten.

Notities

Heb je aantekeningen gemaakt bij een bepaalde inhoud? Via je notities kun je ze makkelijk terug oproepen.

Meer weten?

Ga naar www.ididdit.be

HOOFDSTUK

DE OORSPRONG VAN

HET FILOSOFISCH DENKEN

E OORSPRONG VAN HET FILOSOFISCH DENKEN D

proefversie©VANIN

WAAROVER GAAT DIT HOOFDSTUK?

In dit hoofdstuk verken je de oorsprong van het filosofisch denken en verdiep je je in de menselijke zoektocht naar betekenis. Je zult leren religie en filosofie van elkaar te onderscheiden, terwijl je ook stilstaat bij hun gelijkenissen.

Maar wanneer werden de eerste filosofische vragen eigenlijk gesteld? Op die vraag is geen eenvoudig antwoord te geven omdat schriftelijke overleveringen niet zo ver teruggaan in de tijd. De homo sapiens bestaat ongeveer 350 000 jaar, maar het schrift werd pas zo'n 5 000 jaar geleden uitgevonden. Veel vroege gedachten en ideeën zijn verloren gegaan. Toch wijzen archeologische vondsten, zoals sporen van oude rituelen, erop dat levensbeschouwelijke vragen al vroeg werden gesteld. Nieuwsgierigheid, verwondering en de behoefte aan verklaringen lijken diep in de menselijke natuur verankerd te zijn. Filosofische vragen zijn waarschijnlijk zo oud als de mensheid zelf.

De eerste vormen van filosofie waren nauw verbonden met religie. Religie en filosofie ontstonden beide vanuit eenzelfde oorsprong: de zoektocht naar antwoorden en betekenis. In Azië ontwikkelde de filosofie zich in nauwe samenhang met het boeddhisme, waar ze vooral gericht was op ethische vragen. De eerste Griekse filosofen in het Westen zochten naar natuurlijke verklaringen voor de wereld los van de mythologische heldenverhalen. Er ontstond een duidelijk onderscheid tussen mythologie en filosofie. De vroege Griekse filosofie kan je zien als een voorloper van de theoretische natuurkunde.

Zo toont de geschiedenis van het filosofisch denken de diversiteit van menselijke vragen, en hoe diep die vragen geworteld zijn in ons verlangen om de wereld en onszelf te begrijpen.

WAT LEER IK IN DIT HOOFDSTUK?

Vink aan wat je in de loop van dit hoofdstuk hebt geleerd.

Ik reflecteer over wanneer de eerste filosofische vragen werden gesteld.

Ik begrijp hoe rituelen inzicht kunnen geven in het denken van vroege mensen.

Ik leg de werking en het verschil uit tussen dharma en karma

Ik leg de gelijkenissen en verschillen uit tussen het mythologisch denken en het filosofisch denken.

Ik leg uit hoe de archè van de natuurfilosofen verschilt van elkaar.

Ik beschrijf in eigen woorden de filosofie van Heraclitus, Parmenides en Democritus.

Ik begrijp wat een paradox vormt.

Ik neem actief deel aan een filosofisch gesprek en discussie.

BEGRIPPEN

geloof – rituelen – boeddhisme – dharma – karma – mythologische verklaring – natuurfilosofische verklaring – archè – apeiron – zijnde – paradox – synthese – atomen

BREINBREKER

proefversie©VANIN

In dit hoofdstuk zoek je een antwoord op deze breinbreker:

“Wanneer werden de eerste filosofische vragen gesteld?”

FORUM

1 DE EERSTE VRAGEN

Wie filosofeerde eerst?

2 DE OPKOMST VAN

FILOSOFIE IN HET OOSTEN

Word je herboren als een pinguïn?

3 DE OPKOMST VAN

FILOSOFIE IN HET WESTEN Heeft filosofie de goden gedood?

4 FILOSOFEREN OVER DE WERELD

Wordt de wereld of is de wereld?

1 DE EERSTE VRAGEN

Wie filosofeerde eerst?

De sterrenhemel die ons tot verwondering brengt is er altijd al geweest, wat vermoedelijk betekent dat de mens zich al geruime tijd vragen stelt. Als je op zoek gaat naar de eerste tekenen van een naar betekenis zoekend wezen, kun je erg ver teruggaan in de tijd. Hoever juist is een vraag waarop geen sluitend antwoord bestaat. Wat een naar betekenis zoekend wezen precies is, staat immers open voor interpretatie.

1 De opkomst van een denkend wezen.

a Zoek op waar op de tijdlijn je de volgende dingen kunt plaatsen.

1→ het ontstaan van de zon

2→ het ontstaan van de aarde

3→ het ontstaan van de homo sapiens

big bang nu

13 700 000 000 jaar geleden

b Wat valt je op?

c Heb jij je al eens afgevraagd wat er vóór de big bang was?

Verwondering en nieuwsgierigheid

De ontdekkingen en theorieën van de moderne natuurwetenschappen hebben ons begrip van het universum enorm vooruitgeholpen. Ze zijn een direct resultaat van de menselijke nieuwsgierigheid en de drang om antwoorden te vinden op grote vragen. Een van de meest fundamentele wetenschappelijke theorieën stelt dat het universum is ontstaan door de oerknal. Die gebeurtenis markeert het begin van tijd en ruimte. Voor de oerknal waren er geen dimensies, er was geen plaats voor dingen om te bestaan of te verdwijnen. Het is een grens tot waar we in het verleden kunnen terugkijken.

Wat er vóór de oerknal was, of waarom die plaatsvond, blijft echter een mysterie. Zelfs gerenommeerde wetenschappers zoals Stephen Hawking speculeerden over mogelijke oorzaken. Kort voor zijn dood in 2018 opperde hij de theorie dat kwantumvelden verantwoordelijk zouden kunnen zijn voor het ontstaan van de oerknal. Maar ook dat roept nieuwe vragen op: waar kwamen die kwantumvelden vandaan?

Nieuwsgierigheid als drijfveer

Het stellen van dit soort fundamentele vragen is niet nieuw. Al vóór de opkomst van de moderne wetenschappen vroegen mensen zich af hoe de wereld en het universum in elkaar zitten. Hoewel de methodes en inzichten sterk verschillen, hebben oude en moderne manieren van denken één ding gemeen: ze vinden hun oorsprong in verwondering en nieuwsgierigheid.

Wetenschap als evolutie van kennis

De ontdekkingen van de moderne wetenschap kwamen niet uit het niets. Ze bouwen voort op eerdere inzichten en ideeën. Je kunt het vergelijken met de evolutie van spelconsoles: de PlayStation 5 is een geavanceerde opvolger van de PlayStation 4, die op zijn beurt voortbouwde op eerdere versies. Wetenschap groeit door kennis van vorige generaties over te nemen en verder uit te breiden, net zoals technologie doorheen de tijd evolueert.

Het doorgeven van kennis van generatie op generatie is een typisch menselijk kenmerk.

Door telkens meer informatie te verzamelen dan er verloren gaat, ontstaat een accumulatie van kennis. Zo is de moderne wetenschap een logisch vervolg op oudere manieren om de wereld te verklaren.

Maar hoe gaven mensen verklaringen voordat er sprake was van moderne wetenschap? Wat waren hun antwoorden op de grote vragen van het leven en het universum?

2 Mensen bestaan al veel langer dan de moderne wetenschappen.

a Hoe denk jij dat mensen verklaringen over de wereld maakten voorafgaand aan de moderne wetenschappen?

b Zouden mensen zich vragen kunnen stellen vooraleer taal werd uitgevonden?

proefversie©VANIN

c Wat was eerst volgens jou? Geloof of filosofie? En waarom?

3

Als het mogelijk is om te denken zonder taal, dan is het ook mogelijk dat dieren zichzelf vragen stellen. Leest de tekst en beantwoord de vragen.

‘APEN

GELOVEN IN GOD’

proefversie©VANIN

Wetenschappers hebben ontdekt dat sommige chimpansees heel bizar gedrag vertonen: ze gooien stenen tegen bomen en stapelen ze vervolgens op elkaar. De wetenschappers vermoeden dat de dieren de rituelen uitvoeren omdat ze in een god geloven.

De onderzoekers konden het gedrag van de apen bestuderen met behulp van camera's. Ze ontdekten dat de dieren stenen naar bomen dragen en daar een soort van altaar bouwen. De gedenkplaatsen zijn eigenlijk niet meer dan een opeenstapeling van stenen.

Wetenschappers zagen meteen de gelijkenis met de zogeheten steenmannetjes, de stenenformaties die de weg wijzen of die begraafplaatsen aanduiden. De rituelen die de apen uitvoeren wijzen op religieus gedrag. De onderzoekers concludeerden in een artikel op Nature dat de bestudeerde apen geloven in een god.

Vandaag zijn er nog volkeren uit West-Afrika die deze handelingen uitvoeren om hun nabestaanden te herdenken. De rituelen zouden voortkomen uit het instinct. Laura Kehoe, een van de betrokken wetenschappers, kreeg naar eigen zeggen kippenvel toen ze de beelden bekeek. ‘Deze ontdekking kan inzicht geven in de manier waarop menselijke rituelen zijn ontstaan,’ schrijft ze. Bron: www.nl.metrotime.be

a Hoe ontdekten de onderzoekers rituelen bij apen?

b Kunnen dieren zichzelf vragen stellen? Waarom wel/niet?

c Kunnen dieren religieus zijn? Waarom wel/niet?

Wanneer begonnen mensen zich voor het eerst vragen te stellen over het bestaan? Een manier om dit te onderzoeken, is door te kijken naar sporen van rituelen die wijzen op een geloof. Geloof is namelijk een van de vroegste antwoorden op de grote vragen van het bestaan. Rituelen bieden inzicht in de denkwereld van vroege mensen en hun zoektocht naar betekenis.

Wat is een ritueel?

Een ritueel verschilt van een gewone handeling doordat er een diepere betekenis achter schuilgaat. Het is een reeks symbolische of specifieke handelingen die vaak volgens een vast patroon worden uitgevoerd. Die symboliek maakt een ritueel tot een krachtig middel om betekenis te geven aan het leven, de natuur of het bovennatuurlijke.

Rituelen als inzicht in het denken van vroeger

Rituelen en filosofie lijken op het eerste gezicht op twee aparte werelden, maar ze zijn op interessante wijze met elkaar verbonden. Rituelen zijn herhalende, symbolische handelingen die een diepgewortelde betekenis hebben en vaak een verbindende rol spelen in culturen en religies.

Het ontstaan van rituelen wijst op een diepgaande behoefte aan betekenisgeving, een typisch menselijk vermogen dat voortkomt uit verwondering en nieuwsgierigheid. Het is in die symbolische handelingen dat je de vroege wortels van filosofisch denken herkent. Door rituelen te begrijpen, leer je niet alleen meer over onze verre voorouders maar ook over hoe de menselijke zoektocht naar betekenis zich door de tijd heen heeft ontwikkeld.

Good to know

Rumspringa

Een voorbeeld van een ritueel is de rumspringa van de Amish. De Amish leven in een gesloten gemeenschap en hebben weinig contact met de buitenwereld. Ze wonen voornamelijk in NoordAmerika.

Wanneer iemand uit de gemeenschap 16 jaar wordt, krijgt hij of zij de mogelijkheid om een weekend buiten de gemeenschap door te brengen en de buitenwereld te leren kennen. Daarna kiest de jongere zelf of hij terugkeert naar de Amish. Als hij ervoor kiest om terug te keren, wordt hij als volwassen beschouwd. De meerderheid kiest ervoor om terug te keren.

proefversie©VANIN

4 Rituelen vind je terug in alle culturen en religies.

1→ Welke voorbeelden van rituelen ken jij?

2→ Een ritueel en een gewoonte worden vaak door elkaar gehaald. Wat is het verschil?

5

Soms roepen handelingen in bepaalde rituelen tegenstemmen op. Lees de tekst over het besnijdenisritueel en beantwoord de vragen.

DERTIG JONGENS STERVEN BIJ BESNIJDENISRITUEEL ULWALUKO IN ZUIDAFRIKA, TACHTIG ANDEREN GEWOND: ‘SOMS MOET PENIS WORDEN AFGEZET’

In de Zuid-Afrikaanse provincie Oost-Kaap zijn minstens dertig jongens om het leven gekomen bij het besnijdingsritueel ulwaluko. Tachtig anderen raakten gewond en werden naar het ziekenhuis overgebracht. Het tweede besnijdenisseizoen, waarbij jongeren man worden, is er volop aan de gang en eindigt op 12 januari. Heel wat ZuidAfrikanen vrezen dat het aantal dodelijke slachtoffers alleen maar zal toenemen en manen aan tot actie.

De besnijdenis waaraan de jongens deelnamen, maakt deel uit van een groter inwijdingsritueel waarmee jongeren hun overgang naar volwassenheid markeren.

Zeker dertig deelnemers overleefden ulwaluko niet, zo'n tachtig anderen werden gewond naar het ziekenhuis gebracht.

Volgens Elles van Gelder, correspondente in Zuid-Afrika, sterven de jongens vooral aan uitdroging en ontstoken wonden die optreden wanneer de jongeren na de besnijdenis een poos afgezonderd moeten doorbrengen in de wildernis. Dat vertelde ze vandaag in De wereld vandaag op Radio 1.

‘De jongens verblijven tijdens het ritueel wekenlang in hutten in de heuvels of op het platteland. Ze krijgen er weinig te drinken en dat is nefast voor het genezingsproces van de opgelopen verwondingen en ontstekingen. In sommige gevallen kan dat er zelfs toe leiden dat mannen hun penis geamputeerd moet worden.’

Volgens Van Gelder gaat het over zorgwekkende toestanden. Heel wat Zuid-Afrikanen zijn het daarmee eens, maar het is allesbehalve eenvoudig om de traditie aan banden te leggen. En dat komt niet alleen door de afgelegen locaties waar de praktijken zich voltrekken, legt Van Gelder uit.

‘De traditie is erg groot. Elk jaar nemen tienduizenden jongens deel aan ulwaluko en telkens opnieuw vallen er doden en gewonden te betreuren. Het grote probleem zijn de kwakzalvers die jongens wijsmaken dat ze weten hoe ze de rituelen correct moeten uitvoeren, terwijl ze eigenlijk geen idee hebben. Zij hebben immers nooit medische training gekregen. Er wordt dan ook gevreesd dat het dodenaantal zal oplopen. Het eerste seizoen in de periode tussen juni en juli viel door het coronavirus in het water. Daarom wordt er gevreesd voor zo’n 70 000 deelnemers.’

Zuid-Afrikanen manen aan tot actie

Nu het nieuws zich ook in Zuid-Afrika verspreidt, rijzen er vragen over het voortbestaan van het omstreden ritueel. Mensen vragen zich luidop af hoe de daden van de kwakzalvers aan banden gelegd kunnen worden. Er zijn namelijk ook personen die wel over de nodige kennis beschikken om ervoor te zorgen dat jongeren ulwaluko tot een goed einde kunnen brengen.

Maar hoewel de rol van de kwakzalvers duidelijk niet gering is, kijkt de regering op dit moment vooral in de richting van de ouders. ‘Zij moeten schriftelijke toestemming geven dat de jongens, vaak maar 15, 16 of 17 jaar oud, mogen deelnemen. Volgens politici hebben ouders de plicht om te controleren waar ze hun kinderen naartoe sturen. Maar vaak trekken jongeren zonder toestemming van hun ouders naar de kwakzalvers. In dat geval wordt het voor ouders helemaal een onmogelijke opdracht. Het wekenlange besnijdenisritueel gaat immers met heel wat geheimhouding gepaard. Eigenlijk lever je je kinderen gewoon over en kunnen ouders het niet in de gaten houden. Moeders mogen bijvoorbeeld niet eens in de buurt komen bij zo’n ritueel, want dat zou een slecht voorteken zijn. Wat er zich in die hutjes afspeelt, is voor veel mensen een groot vraagteken,’ aldus van Gelder. Ondertussen zijn steeds meer Zuid-Afrikanen te vinden voor de roep dat politie harder moet optreden en initiatiescholen, waar de rituelen plaatsvinden, moet sluiten. In het publieke debat rijst bovendien de vraag of er een moordzaak geopend kan worden tegen de kwakzalvers in het geval er jongeren sterven.

Bron: VRT

a Over welke ritueel gaat het in het artikel en waarom roept het protest op?

b Wat denk jij van dit ritueel en waarom?

c Zijn er rituelen die jij kent waarover mensen verdeelde meningen hebben?

6 Sinterklaas gaat ook gepaard met vele rituelen zoals het zetten van de schoen, cadeaus krijgen en de aankomst van Sinterklaas met de stoet. Maar één van de rituelen is de laatste jaren erg in opspraak gekomen. Bekijk het filmpje over het zwartepietendebat en beantwoord daarna de vragen.

a Wordt er een grens overschreden door het zwart verven van het gezicht? Waarom wel/niet?

b Zijn rituelen onschendbaar net omdat ze rituelen zijn? Waarom wel/niet?

c Is de achterliggende betekenis belangrijker dan de eigenlijke handeling en heeft het ritueel daardoor een soort carte blanche? Of is de handeling van een ritueel onschendbaar omdat het een ritueel is?

7

Rituelen kunnen dus inzicht geven in het denken van de vroege mensen omdat er een betekenis achter zit. Lees de teksten en beantwoord daarna de vragen.

WETENSCHAPPERS HEBBEN EEN 50 000 JAAR OUDE BEGRAAFPLAATS

VAN NEANDERTHALERS GEVONDEN. DE VONDST LEVERT INTERESSANTE INZICHTEN OP.

proefversie©VANIN

Het graf bevindt zich in Spanje. De drie neanderthalers liggen in een bijzondere positie begraven: hun armen zijn zo gebogen dat de handen zich dicht bij het hoofd bevinden. Restanten van andere neanderthalers zijn ook al wel eens in zo’n houding aangetroffen. Dat wijst erop dat het geen incidentele vondst is.

Rituelen

De onderzoekers concluderen dat alles erop wijst dat neanderthalers rituelen hadden als het gaat om het begraven van de overledenen. De houding had waarschijnlijk een symbolische waarde. Dat betekent dat de neanderthalers al met symbolen en mogelijk zelfs een hiernamaals bezig waren toen de moderne mens dat nog niet eens kon.

Alles wijst erop dat de begraafplaats heel belangrijk was voor de nabestaanden. ‘We hebben in dit gebied ook restanten van gereedschappen en voedsel en meerdere kampvuren gevonden,’ legt onderzoeker Michael Walker uit. ‘Dat wijst erop dat ze het gebied vaker bezochten.’

Poten

In het graf bevinden zich zeker drie lichamen: dat van een jongvolwassen vrouw, een kind en een volwassene (waarschijnlijk een man). Het is onduidelijk of de drie familie van elkaar waren. Nabij het graf waren enkele botten van een panter begraven. De wetenschappers vermoeden dat dat ook geen toeval is. De rest van het lijf van de panter ontbreekt. Wellicht hadden de poten een rituele waarde.

DE NEANDERTHALERS WAREN EEN STUK VERFIJNDER EN BESCHAAFDER DAN EEUWENLANG

WERD AANGENOMEN, BLIJKT EENS TE MEER UIT EEN NIEUW ONDERZOEK.

De wetenschap verwijst het cliché van de neanderthaler als een menselijke ondersoort in alle betekenissen van dat woord almaar nadrukkelijker naar de prullenmand. Aan de hand van een gelijkenis met een wel erg menselijk aanvoelend ritueel stelt nieuw onderzoek het beeld van een primitief wezen, dat alleen maar met een steen in de hand gruizige keelklanken zou brommen, nog wat meer bij.

Bloemen en kransen

Voor het eerst in twintig jaar werd in het eldorado van de neanderthalexperts, de Shanidargrot in de Koerdische Autonome Regio in Irak, weer een geleed skelet opgegraven: een geraamte waarvan botten, beenderen en andere lichaamsdelen nog grotendeels met elkaar verbonden waren. En dat opent nieuwe onderzoeksperspectieven rond een hypothese die specialist Ralph Solecki in de jaren 50 van de vorige eeuw formuleerde. Uit de aanwezigheid van pollen in begraafplaatsen leidde deze Amerikaanse archeoloog toen af dat neanderthalers, net zoals de mens, met bloemen afscheid namen van een overledene.

Culturele complexiteit

‘Inscripties in grotten, decoratieve schelpen en klauwen van roofvogels … De voorbije jaren zijn er steeds meer aanwijzingen en bewijzen gekomen dat neanderthalers een stuk gesofisticeerder waren dan werd gedacht,’ stelt onderzoekleidster Emma Pomeroy. ‘Wat hun dodenrituelen betreft waren we tot nog toe aangewezen op decenniaoude resten en onderzoeken met intussen verouderde technieken. Maar als nu blijkt dat zij de Shanidargrot inderdaad gebruikten als een kerkhof, met bijbehorende rituelen bovendien, dan wijst dat op een culturele complexiteit van een nog net iets hogere orde en een grotere gelijkenis met de mens dan verondersteld.’

Bron: EOS

a Welke rituelen gebruikten neanderthalers?

proefversie©VANIN

b Bedenk een reden waarom neanderthalers die rituelen uitvoerden.

c In hoeverre zie je hier een verband met de zoektocht naar antwoorden?

De uitvinding van het schrift betekende een belangrijke sprong in het vastleggen en begrijpen van het vroege filosofische denken. Terwijl rituelen waardevolle inzichten boden in de overtuigingen en ervaringen van vroegere samenlevingen, waren ze vaak symbolisch en veranderlijk van aard. Rituelen werden mondeling overgeleverd en waren afhankelijk van de context en de interpretatie van de uitvoerders. Daardoor was het moeilijk om te achterhalen welk gedachtegoed of welke ideeën er precies schuilgingen achter die handelingen.

De uitvinding van het schrift

Een van de meest revolutionaire ontwikkelingen vond plaats rond 3 300 v.Chr. toen de Sumeriërs het schrift uitvonden in Mesopotamië. Schrijven maakte het mogelijk om ideeën nauwkeurig en consistent vast te leggen, zodat ze over lange afstanden en door generaties heen konden worden bewaard.

Religie of filosofie?

De komst van het schrift zorgde ervoor dat rituelen niet meer de enige manier waren om het denken van vroegere mensen op te sporen. Hierdoor was het eenvoudiger om een onderscheid te maken tussen filosofie en religie.

Filosofie en religie benaderen de grote vragen van het leven namelijk op heel verschillende manieren. Filosofie richt zich op het zoeken naar waarheid door middel van kritisch denken en logische argumentatie, waarbij iedere bewering openstaat voor discussie en herziening. Religie daarentegen biedt antwoorden vanuit een traditie van heilige teksten en spirituele ervaringen waarbij geloof en vertrouwen in het bovennatuurlijke centraal staan.

proefversie©VANIN

8 Het bestuderen van rituelen kan laten zien wat mensen vroeger dachten, maar met de komst van het schrift werd het mogelijk om meer zekerheid te krijgen over het vroegere denken.

a Stel dat het schrift nooit was uitgevonden. Hoe zou de wereld er uitzien volgens jou?

b In welke mate is de geschiedenis voorafgaand aan de uitvinding van het schrift betrouwbaar volgens jou?

9 Het huidige jaartal doet wat onrecht aan de rijke geschiedenis van de mens die al veel langer dan 2 000 jaren bezig is. Maar ons jaartal is niet het enige jaartal dat gebruikt wordt.

a Ga op zoek naar het jaartal in Thailand. Waarom is dit anders?

b Welke andere jaartellingen vind je nog terug?

c Als je het jaartal zou kunnen veranderen, waarop zou het jaartal dan best gebaseerd zijn en waarom? Bespreek in groep en deel daarna de bevindingen met de klas.

2 DE OPKOMST VAN FILOSOFIE IN HET OOSTEN

Word je herboren als een pinguïn?

De opkomst van georganiseerde religie was ook het startschot van de geschiedenis van de filosofie. De geschiedenis van de filosofie situeert zich op verschillende plekken in de wereld en kent verschillende vormen. In het Oosten verschijnt filosofie in de vorm van ethiek en daar bestaat geen groot onderscheid tussen filosofie en religie. Een vroege filosofie uit het Oosten is het boeddhisme, dat ook vandaag nog sterk aanwezig is in de wereld.

1 Lijden, lijden en nog eens lijden.

a Bekijk het fragment uit Iedereen beroemd

1→ Zou jij opnieuw geboren willen worden? Waarom wel/niet?

2→ Als wat zou jij opnieuw geboren willen worden?

b Wedergeboorte is een belangrijk element in het boeddhisme. Lees het fundament van het boeddhisme en beantwoord de vragen.

Alle leven is lijden;

Alle lijden vindt zijn oorzaak in de begeerte, in de ‘dorst’; Opheffing van deze begeerte voert tot opheffing van het lijden, tot verbreking van de keten der wedergeboorten;

De weg tot bevrijding is het heilige, achtvoudige pad: het rechte geloof, het rechte denken, het rechte spreken, het rechte handelen, het rechte leven, het rechte streven, de rechte ‘aandacht’, de rechte concentratie.

1→ Wat is de oorzaak van alle lijden?

2→ Aan welke filosoof die je vorig jaar gezien hebt doet dat je denken?

3→ Welke keten wordt onderbroken door het opheffen van de begeerte?

c Welke voorbeelden van lijden met als oorzaak begeerte kun je bedenken?

Gautama Boeddha (ca. 450-370 v.C.) leefde in India en Nepal. Hij was de spirituele leider van de leer waarop het boeddhisme is gebaseerd. Over de levensloop van Boeddha zijn er, net zoals bij Jezus, geen rechtstreekse getuigenissen van tijdgenoten. De informatie over Boeddha komt voornamelijk uit legenden.

Boeddha werd geboren als een prins. Na zijn geboorte kwam een waarzegger, naar traditie, een voorspelling maken over de toekomst van de prins. Hij zou óf een heel rijke koning worden, óf een spirituele leider met weinig bezittingen.

Zijn vader, de koning, wilde natuurlijk dat de eerste voorspelling zou uitkomen en verwende Boeddha zoveel mogelijk. Hij moest nooit het kasteel uit, alles werd voor hem gedaan en tot bij hem gebracht.

Toen Boeddha vele jaren later toch het kasteel uit sloop, zag hij voor het eerst hoe de mensen echt leefden. Hij was daardoor zo geschokt dat hij al zijn bezittingen wegschonk en besloot om monnik te worden. Na een lange meditatietijd bereikte Boeddha zijn verlichting. Hij zag in hoe mensen met elkaar moesten leven. Zo startte het boeddhisme.

‘Een goede leraar moet zowel inspireren als irriteren.’ - Boeddha

proefversie©VANIN

De kennis over het boeddhisme is gebaseerd op verzamelingen van geschriften die pas eeuwen na het leven van Boeddha werden vastgelegd. Boeddha, oorspronkelijk bekend als Siddhartha Gautama, leefde in de 6e tot 5e eeuw v.Chr. in Noord-India. Zijn leer is gericht op het begrijpen en overwinnen van het menselijk lijden, een centraal thema in het boeddhisme. In het boeddhisme word je ook opnieuw geboren na de dood en zo kom je steeds weer terecht in een cyclus van lijden. Die cyclus kan enkel doorbroken worden door verlichting te bereiken.

Geen god

Het boeddhisme onderscheidt zich van veel andere religies doordat het geen almachtige god centraal stelt. In plaats daarvan ligt de nadruk op het lijden (dukkha) als een fundamenteel onderdeel van het menselijke bestaan. Volgens Boeddha wordt lijden veroorzaakt door begeerte (het verlangen naar dingen, mensen of situaties). Begeerte schept de mogelijkheid om te lijden wanneer je niet krijgt wat je wilt. Dat idee kun je vergelijken met de filosofie van Epicurus, die je vorig jaar leerde kennen, waarin eveneens wordt gewezen op de problemen van ongebreideld verlangen.

Hoewel het oorspronkelijke boeddhisme

Boeddha niet beschouwt als een god, wordt hij in sommige latere stromingen, zoals het Mahayana-boeddhisme, wel vereerd als een goddelijk figuur.

Lijden is een fundamenteel deel van de mens en wordt veroorzaakt door begeerte.

d Het lijden is volgens het boeddhisme terug te leiden tot drie grote oorzaken.

1→ Welke uitspraken kloppen voor jou persoonlijk?

Je verlangt dat de dingen anders zijn dan ze zijn. ja nee

Je ervaart jezelf als een ‘ik’. ja nee

Je meent dat sommige dingen in de wereld onveranderlijk lijken. ja nee

2→ Welke voorbeelden van lijden die terug te leiden zijn tot één van de drie oorzaken kun je bedenken?

2 Mediteren

a Meditatie speelt een belangrijke rol in het boeddhisme. Het dient om rust te vinden en de begeerte los te laten. Bekijk het filmpje over het nut van meditatie en beantwoord de vragen.

1→ Wat gebeurt er in het brein als je mediteert onder de scanner?

proefversie©VANIN

2→ Wat doet mediteren met je volgens monnik Giel?

3→ Bij welke problemen zou meditatie kunnen helpen volgens Steven Laureys?

b Heb jij al eens gemediteerd?

c Er zijn heel veel meditatietechnieken. Aandacht voor de ademhaling speelt in vele technieken een grote rol. Hieronder staat een oefening die je zelf kunt proberen. Ze helpt bij het afzetten van negatieve gevoelens of frustraties en vermindert stress.

1→ Ga met een rechte rug neerzitten, zonder met je rug tegen de stoel te leunen.

2→ Sluit je ogen en neem de tijd om tot rust te komen.

3→ Richt nu al je aandacht op je ademhaling. Voel de beweging van de ademhaling en merk de subtiele sensaties op, zoals je buik die omhoog en omlaag gaat. Je voelt de lucht door je lichaam gaan.

4→ Je wordt andere sensaties, zoals geluiden, gevoelens, emoties gewaar. Merk ze gewoon even op wanneer ze het bewustzijn binnenkomen en keer daarna weer naar de sensatie van het ademen.

5→ Behoud je concentratie tot alle andere sensaties niet meer dan achtergrondruis zijn.

d Een filosofische meditatie is ook mogelijk. Daarbij vind je rust door het ontwarren van gedachten. Veel onrust in je hoofd kan voortkomen uit gedachten die nog niet ontward zijn. Deze oefening helpt je bij het ontwarren en brengt op die manier rust in je gedachten.

1→ Schrijf minstens twee dingen op waarover je je zorgen maakt. Hoe klein of groot ze zijn maakt niet uit. Dat mag werkelijk over alles gaan, zoals bijvoorbeeld: school, ouders, vrienden, liefde, gezondheid, geld, dingen die nog gedaan moeten worden enzovoort.

2→ Welke uitdagingen zijn er gekoppeld aan die zorgen? Wat is de volgende stap die je moet nemen? Wat moet er gebeuren? Wanneer? Denk hierover op een rustige manier na.

3→ Ga samenzitten met een klasgenoot en vertel aan elkaar waarover je je zorgen maakt. Vertel er ook bij welke acties nog moeten gebeuren. Wees niet bang om elkaar vragen te stellen.

In het boeddhisme bevat alles wat bestaat dharma. Dat is geen ziel of levend iets, maar eerder een basiselement van bestaan. Dharma is niet eeuwig, het ontstaat en vergaat voortdurend. Omdat alles bestaat uit dharma’s is alles ook vergankelijk. Er is geen blijvend wezen of object in de wereld, slechts een eeuwige stroom van ontstaan en vergaan.

Geen blijvende ‘ik’

Het boeddhisme leert dat er geen blijvende ‘ik’ of eeuwige ziel is. De ziel en het bewustzijn vergaan en ontstaan voortdurend, elk moment opnieuw. Tijd wordt in het boeddhisme niet gezien als een doorlopende, samenhangende stroom, zoals in de Europese traditie, maar als een reeks losstaande momenten. Daardoor hecht het boeddhisme geen waarde aan geschiedenis in de traditionele westerse zin van het woord. In het boeddhisme is er dan ook geen god, geen blijvende zelf, geen eeuwige ziel en geen schepper van de wereld.

Karma

Dharma’s ontstaan en vergaan niet willekeurig in totale chaos. Er is een causaliteit, een oorzakelijkheid in werking die men karma of schuld noemt. Dat is de enige relatie tussen de persoon voor de wedergeboorte en na de wedergeboorte. De persoon na de wedergeboorte heeft een andere ziel en is zich niet bewust van het voorgaande leven. Maar het karma bepaalt wel aspecten van het nieuwe leven. Door goed te zijn in het leven, krijg je gunstige karma en door slecht te zijn, krijg je ongunstige karma. Karma heeft zo ofwel een positief of een negatief effect op het nieuwe leven.

Nirvana

De cyclus van wedergeboorte brengt onvermijdelijk lijden. Het doel van het boeddhisme is die cyclus te doorbreken door begeerte en gehechtheid los te laten. Dat leidt tot verlichting (nirvana), een staat van ultieme bevrijding en vrede, het hoogste doel van de boeddhistische levensweg.

3 Dharma en karma

proefversie©VANIN

Alles bestaat uit dharma's die steeds ontstaan en vergaan.

a Twee belangrijke begrippen in het boeddhisme zijn dharma en karma.

1→ Wat is dharma?

2→ Wat is karma?

b Op welke manier is deze foto een voorbeeld van karma?

c Schuld vind je ook terug in het christendom. In welke vorm is er daar sprake van karma?

d Karma wordt in het dagelijks leven op een andere manier gebruikt. In een niet-boeddhistische opvatting telt karma enkel in het huidige leven en betaal je er ook voor in het huidige leven. Wat vind jij van karma in de boeddhistische vorm en in het dagelijks gebruik?

De vijf geboden van het boeddhisme 1.6

Het boeddhisme bevat ook concrete richtlijnen om een moreel goed leven te leiden. Die richtlijnen helpen om goed karma op te bouwen en zo de weg naar verlichting te vergemakkelijken. De kern hiervan wordt gevormd door de vijf geboden:

1 Dood geen levend wezen.

2 Neem niet wat je niet gegeven wordt.

3 Spreek geen onwaarheid.

4 Drink geen bedwelmende dranken.

5 Wees niet onkuis.

Ethiek

Deze geboden vormen de basis van een rechte levenswandel in het boeddhisme. Wat het boeddhisme uniek maakt, is dat de regels niet opgelegd worden vanuit blind geloof. Boeddhistische filosofen benadrukken juist dat je de ethische richtlijnen door kritisch nadenken en eigen inzicht moet begrijpen en aanvaarden. In dat opzicht verschilt het boeddhisme sterk van religies zoals het christendom, waar regels vaak gekoppeld zijn aan een goddelijke autoriteit. Het boeddhisme nodigt net uit tot zelfreflectie en moreel handelen op basis van rationeel inzicht. Dat maakt dat het boeddhisme niet alleen religie is, maar ook al ethiek.

Gebruik je verstand en je komt tot de vijf geboden.

proefversie©VANIN

3 DE OPKOMST VAN FILOSOFIE IN HET WESTEN

Heeft de filosofie de goden gedood?

In het Westen, en meer bepaald in het Oude Griekenland, wordt de wereld voor de opkomst van de filosofie verklaard via het mythologische denken. Alle gebeurtenissen worden toegeschreven aan mythologische figuren die de oorzaak zijn van alles. Goden, titanen, halfgoden en helden spelen de hoofdrol in de verklaringen waarachter grote verhalen schuilen.

1 Van mystiek naar natuur

a Verdeel de klas in twee groepen. De ene groep maakt oefening 1 en de anderen maken oefening 2.

1→ Noteer een korte, creatieve verklaring voor het ontstaan van de wereld en gebruik daarbij de teksten en de beelden hieronder ter informatie. Je hoeft ze niet allemaal te gebruiken.

proefversie©VANIN

Gaea is een figuur uit de Griekse mythologie. Zij is de oermoeder, de aarde, die is ontstaan uit de chaos aan het begin van de dingen. Ze is de godin van de natuur en ze wordt vaak afgebeeld als een mollige vrouw die oprijst uit de aarde, een beeld dat haar verbondenheid met de aarde symboliseert.

Uranus is een figuur uit de Griekse mythologie. Hij is de personificatie van de hemel. De hemelkoepel hangt zo hoog boven de aarde dat een bronzen aambeeld tien dagen nodig zou hebben om vanaf Uranus naar het aardoppervlak te vallen. Uranus wordt zelden afgebeeld als een persoon.

In de mythologie zijn er twaalf Titanen. Zij zijn (samen met de cyclopen en de honderdarmige reuzen) zonen en dochters van Uranus (de hemel) en Gaea (de aarde), hoewel er ook mythen zijn die vertellen dat Gaea de Titanen uit zichzelf heeft voortgebracht. De Titanen zijn reuzen, ware hemelbestormers.

Zeus is de oppergod, die heerst vanaf de berg Olympus. Zijn belangrijkste functie is die van hemelgod. De natuur en al haar verschijnselen zijn aan hem onderworpen. Hij slingert de bliksems, verzamelt de wolken en drijft ze uiteen; hij veroorzaakt regen en sneeuwval. Vandaar dat de hoogste bergen zijn verblijfplaats zijn.

2→ Noteer een korte, creatieve verklaring voor het ontstaan van de wereld en gebruik daarbij één of meerdere van de vier elementen.

proefversie©VANIN

b Bespreek klassikaal de verklaringen. Wat zijn de essentiële verschillen tussen de twee soorten verklaringen?

Een mythologische verklaring was vroeger de manier waarop de mensen de wereld probeerden te begrijpen. Een mythe verklaart met een verhaal over mythologische personen, meestal goden, allerlei natuurfenomenen en menselijke gedragingen. De verhalen ontstaan uit de verwondering van mensen en hun nood aan een verklaring

De mythe is een verhaal. De verklaring wordt toegeschreven aan de intenties van de personages. Het denken en doen van die personages is de oorsprong van wat er gebeurt. Het geeft wat er gebeurt een grote onvoorspelbaarheid. Het is namelijk niet mogelijk om voorspellingen te maken op basis van intenties van de personen in het verhaal, ze zouden evengoed anders kunnen handelen. Aan een mythe was ook altijd een rituele context verbonden. De rituelen dienden bijvoorbeeld om offers te maken aan de goden.

Het mythische denken is in zekere zin een voorloper van het natuurfilosofische denken. Ze starten allebei uit de verwondering van mensen en hun nood aan een verklaring. Alleen de manier van verklaren verschilt grondig tussen beide. De natuurfilosofische verklaring berust niet op personages maar op abstracte oorzaken zoals vuur, water, aarde of lucht. De abstracte oorzaken werken op een noodzakelijke manier. Het hangt niet van de intenties van personages af, maar van de werking van de natuur. De natuur wordt dus een voorspelbaarheid toegekend. Het zit in de natuur van de dingen. Door geen personages meer te gebruiken, wordt de verklaring ook volledig losgekoppeld van de rituele context. Het is een afstandelijk schouwen van de natuur.

c Zet de onderstaande woorden in de juiste kolom.

verhaal (intenties) – afstandelijk schouwen – onvoorspelbaarheid – rituele context –noodzakelijkheid (natuur) – voorspelbaarheid

proefversie©VANIN

Mythologie

Natuurfilosofie

d Lees de tekst over Hades, god van de onderwereld en beantwoord daarna de vragen.

Hades is in de Griekse mythologie de god van de dood en de onderwereld. Zijn naam wordt ook vaak gebruikt om de onderwereld aan te duiden, ook wel het schimmenrijk genoemd. Hij is ook de god van rijkdom en kostbare metalen, omdat die diep onder de aarde verborgen liggen. Het Romeinse equivalent van Hades is Pluto.

Hades is de zoon van Cronus en Rhea en dus een broer van de oppergod Zeus. Nadat Zeus en zijn broers en zussen de macht van hun vader hebben overgenomen, wordt die macht verdeeld. Hades mag heersen over het dodenrijk, Poseidon over de zee en Zeus over de hemel. Hades is in de Griekse mythologie dus een van de drie wereldheersers.

De god van de onderwereld heeft altijd een sleutel bij zich, die aangeeft dat hij waakt over zijn onderdanen en niet zomaar iemand uit het dodenrijk laat ontsnappen. De Oude Grieken waren erg bang voor hem en baden geregeld dat ze zijn gezicht nooit zouden hoeven te zien. Er zijn vrij weinig standbeelden van hem gemaakt. Mensenoffers werden in het Oude Griekenland vrijwel nooit gebracht. Alleen aan Hades werden zo nu en dan mensen geofferd.

De Oude Grieken geloofden dat Hades alleen doden accepteerde die door hun nabestaanden zorgvuldig waren afgelegd en ter aarde besteld. Was niet aan die voorwaarden voldaan, dan kreeg de overledene geen toegang tot de onderwereld en was zijn ziel (psyche) gedoemd om eeuwig rusteloos rond te dolen tussen leven en dood. De Grieken hechtten om die reden veel waarde aan rituelen na het overlijden.

Op beelden wordt Hades vaak vergezeld door de hellehond Cerberus die drie koppen heeft en waakt over de toegang tot de onderwereld. Een andere ‘medewerker’ van de god van de onderwereld is de veerman Charon. Met zijn boot zet hij de zielen van overledenen de rivier de Styx over. Gratis doet hij dat niet. De overledenen moeten een obool betalen, een geldstuk dat de nabestaanden in de mond van de overledenen legden.

Hades is verliefd op de godin Persephone, de dochter van Zeus en Demeter, de godin van de landbouw en het graan. Hoewel haar moeder vrijwel continu over haar dochter waakt, slaagt Hades erin Persephone te ontvoeren. Demeter is verscheurd door verdriet na het verlies van haar dochter en vraagt aan de zonnegod Helios of hij weet waar haar dochter gebleven is. Als die antwoordt dat Persephone in het dodenrijk is, stort Demeter in. Als gevolg daarvan ontstaat er een erg barre winter waarin veel mensen honger lijden. Zeus besluit op een dag te hulp te komen. Hij gebiedt zijn broer Hades om Persephone aan haar moeder terug te geven, zodat er weer een goede oogst komt. Hades stemt toe, maar voordat Persephone vertrekt, laat hij haar van een granaatappel eten. Persephone eet in totaal zes granaatappelpitjes. Voor elke pit moet ze voortaan een maand naar Hades terugkeren. Zo gebeurt het dat ze elk jaar in de lente en een deel van de zomer, het groei- en bloeiseizoen, bij haar moeder is om daarna weer terug te keren naar Hades en de onderwereld. De mythe van Demeter, Hades en Persephone wordt gezien als een Griekse verklaring voor het ontstaan en voortduren van de seizoenen. Bron: www.historiek.net

1→ Hoe worden de seizoenen verklaard in verhaalvorm in de Griekse mythologie?

proefversie©VANIN

2→ Mythologische verklaringen zijn onvoorspelbaar omdat alles afhangt van de wil van helden en goden. Welke figuren kwamen aan bod in het verhaal?

• God van de zee:

• God van het dodenrijk:

• God van de hemel:

• Godin van de landbouw en het graan:

3→ Is er een rituele context aan het verhaal verbonden?

4→ Ken je nog andere mythologische figuren of verhalen?

Van mythologisch naar filosofisch denken

Het filosofische denken volgde het mythologische denken op als een nieuwe manier om de wereld te verklaren. Hoewel het voortkomt uit het mythologische denken, onderscheidt het zich door een meer rationele en systematische benadering

Het westerse filosofische denken vindt zijn oorsprong in Milete, een welvarende Griekse handelsstad aan de kust van Klein-Azië. De welvaart van Milete bood de inwoners meer vrije tijd, waardoor ze zich konden richten op de studie van de wereld om hen heen. Die ruimte om te observeren, te denken en te discussiëren vormde de basis voor het ontstaan van de eerste natuurfilosofische denkers. Zij probeerden de natuur te begrijpen zonder terug te grijpen op mythen, maar door te zoeken naar rationele verklaringen voor natuurlijke fenomenen.

1.8

2

Water is een belangrijk element van de natuur en het was ook het element dat als eerste werd gebruikt in een poging om de wereld te verklaren.

a Welke voordelen zie je in een verklaring die gebaseerd is op de natuur in plaats van op mythes?

b Zou jij de wereld kunnen verklaren door alles te herleiden naar één element, zoals water?

c Lees het artikel en beantwoord vervolgens de vragen onder de tekst.

VOOR HET EERST SPOREN VAN WATER ONTDEKT OP EXOPLANEET: ‘BEST MOGELIJKE KANDIDAAT VOOR BUITENAARDS LEVEN TOT NOG TOE.’

Astronomen hebben voor het eerst water gevonden in de atmosfeer van een planeet buiten ons zonnestelsel, die mogelijk bewoonbaar kan zijn. De planeet staat op de perfecte afstand van haar ster om ook op het oppervlak vloeibaar water te kunnen bevatten, en dus misschien leven. ‘Dit is een enorme stap vooruit in de zoektocht naar leven,’ zegt professor sterrenkunde Maarten Baes (UGent).

Groot nieuws onder astronomen: voor het eerst is er water(damp) gevonden in de atmosfeer van een exoplaneet waar de temperaturen vergelijkbaar zijn met die op aarde. Die ontdekking hebben Britse wetenschappers van University College London vandaag bekendgemaakt in het vakblad Nature Astronomy

De planeet, met de naam K2-18b, bevindt zich in de ‘leefbare zone’: niet te dicht of te ver van zijn ster, waardoor de temperatuur ideaal is voor vloeibaar water. En dus leven. ‘Deze planeet is de best mogelijke kandidaat voor buitenaards leven tot nog toe,’ zegt professor sterrenkunde Maarten Baes (UGent). ‘Al het leven dat wij hier op aarde kennen, is gelinkt aan vloeibaar water. Als er ergens in het universum een kans is op leven, moeten we gaan kijken naar vloeibaar water.’

Eerder was al wel waterdamp waargenomen in de atmosferen van ‘onleefbaar’ hete en koude exoplaneten.

Maar water in de atmosfeer betekent nog niet dat er sowieso ook (vloeibaar) water op het oppervlak van de planeet zal te vinden zijn. ‘Dat is absoluut nog niet zeker. Ook de exacte hoeveelheid water die in de atmosfeer gevonden is, moet nog verder berekend worden,’ zegt professor Baes.

‘Het zal wachten zijn op de volgende generatie ruimtetelescopen die de komende jaren gelanceerd worden. Dan pas zullen we een meer gedetailleerd beeld krijgen van de atmosfeer van exoplaneten.’

Bron: www.vrt.be

proefversie©VANIN

1→ Welke belangrijke voorwaarde moet een planeet hebben om leven te kunnen bevatten volgens wetenschappers?

2→ Zou er, behalve op de aarde, ander leven in het universum mogelijk zijn?

VIP

Thales van Milete (624-545 v.C.) wordt beschouwd als de eerste natuurfilosoof. Oorspronkelijk werkte hij als een ervaren koopman die geregeld rondreisde voor zijn beroep. Tijdens zijn reizen kwam hij in contact met verschillende culturen en leerde zo veel over astronomie in het Oosten. Thales verbaasde zijn tijdgenoten door met behulp van die kennis een zonsverduistering te voorspellen. Hij hield zich ook bezig met magnetisme en berekende de hoogte van de Egyptische piramides aan de hand van de schaduw op een bepaald moment van de dag. De Grieken beschouwen hem als een van de zeven wijzen van de oude wereld.

VIP

Anaximander van Milete (610-564 v.C.) woonde net zoals zijn leermeester, Thales, in Milete. Hij is gekend als de eerste filosoof die zijn eigen werk neerschreef. Van Thales zelf zijn er geen geschriften bewaard gebleven. De informatie over hem is afkomstig van Anaximander. Het is daarom niet duidelijk welke filosofische gedachten werkelijk van Thales zijn en welke van zijn leerling. Jammer genoeg is er in de loop van de tijd nog maar één fragment overgebleven. Anaximander nam een onderzoekende houding aan ten opzichte van de natuur. Net zoals Thales wilde hij de wereld verklaren aan de hand van de natuur waarin een vorm van voorspelbaarheid zit.

3 Nuttige filosofie

a De Oud-Griekse filosoof Thales gebruikte zijn kennis om voorspelbaarheid te zien in de wereld. Door de natuur te bestuderen zou hij voorspellingen hebben gedaan over de oogstseizoenen van olijven. Op welke manier zou je dat soort kennis kunnen gebruiken in je eigen voordeel?

b Stel dat je over eender wat voorspellingen zou kunnen maken. Wat zou je willen weten?

Thales vulde zijn tijd met nadenken over de natuur. Hij vond de mythologische verklaringen niet goed genoeg. Ze hingen volgens hem te veel af van het handelen van de goden, waardoor ze totaal niet voorspelbaar waren. Volgens Thales moest je de rede, of het logos zoals dat toen genoemd werd, gebruiken om door naar de natuur te kijken de wereld te verklaren. Vandaar dat zijn leer natuurfilosofie wordt genoemd.

proefversie©VANIN

Hoewel natuurfilosofen zoals Thales geen gedetailleerde en nauwkeurige observaties van de natuur maakten, kunnen ze worden beschouwd als de voorlopers van de moderne theoretische natuurkunde. Hun werk markeert de overgang van een mythologische verklaring naar een rationele verklaring van de wereld.

De oerstof

De Miletische natuurfilosofie is voornamelijk gefascineerd door de vraag: wat zijn dingen?

Ze probeert alles terug te brengen tot één enkel beginsel waaruit de hele wereld ontstaan is.

Dat beginsel is de oerstof, ofwel de archè. Vanuit die oorsprong verklaarden de Miletische natuurfilosofen de natuur. Hier speelt zich de overgang van de mythologische verklaring naar de natuurfilosofische verklaring af.

Water

Volgens Thales was water de archè van alles. Hij stelde dat alles in de wereld uit water is voortgekomen. Voor Thales was water niet alleen de bron van leven - zoals we dat vandaag nog steeds begrijpen - maar ook de oorsprong van warmte en beweging. Hij beschouwde alles wat bestaat als op de een of andere manier verbonden met dat ene element. Hoewel moderne wetenschappers water als essentieel voor leven zien, weten we nu dat water niet de verklaring is voor alle materie. Thales' idee toont echter een eerste poging om natuurlijke verschijnselen te verklaren zonder terug te grijpen op mythologie.

Apeiron

De leerling van Thales, Anaximander, was het niet eens met de gedachte dat water de oerstof van alles is. Volgens hem was de archè niet een specifiek element zoals water, maar iets dat onbepaald en oneindig is: het apeiron. Dat onbepaalde beginsel was de bron waarin alle elementen - water, vuur, aarde en lucht - oorspronkelijk één waren. Door de tegenstrijdige eigenschappen van de elementen, zoals de strijd tussen vuur en water, splitste het apeiron zich op en ontstonden de vier elementen waaruit de wereld is opgebouwd. De discussie tussen Thales en Anaximander laat zien hoe de zoektocht naar een fundamenteel beginsel van de wereld leidde tot nieuwe inzichten en verdere ontwikkeling van het filosofische denken.

Nee! Het apeiron is de archè!
De archè van alles is water!

4

Lees het artikel en beantwoord de bijbehorende vragen.

OORSPRONG VAN HET HEELAL

Bouwstenen van het leven en alles om ons heen

Kort na zijn geboorte bestond het heelal uit een hete soep van losse deeltjes: protonen, neutronen, elektronen, neutrino’s en lichtdeeltjes, oftewel fotonen. We zouden het heelal kunnen vergelijken met een grote bak lego. De verschillende kleuren blokjes staan voor verschillende deeltjes, bijvoorbeeld blauw voor het proton en rood voor het neutron. Het jonge heelal bestond uit alleen maar losse blokjes. Alle elementen die wij nu terugvinden op aarde bestaan echter uit een atoomkern van protonen en neutronen met daaromheen een wolkje elektronen. In de lego-analogie komt de atoomkern overeen met legobouwsels bestaande uit rode en blauwe blokjes. Hoe zijn de elementen waaruit alles op aarde bestaat, eigenlijk ontstaan uit die hete soep? Oftewel: hoe hebben de losse legoblokjes elkaar gevonden en grotere bouwsels gevormd?

Zoals gezegd bestond het vroege heelal, ongeveer één seconde na de oerknal, uit een hete soep van ongeveer 10 miljard °C met daarin losse protonen en neutronen. Oftewel: alleen losse blokjes in de bak lego. Er waren dus oorspronkelijk geen andere elementen dan waterstof. Doordat het echter zo heet was, bevatten de protonen en neutronen in het jonge heelal veel energie, en tijdens een botsing konden ze daarom fuseren tot zwaardere elementen. Zo werd eerst deuterium (1 rood en 1 blauw blokje) en vervolgens helium gevormd (2 blauwe en 1 rood blokje). Aan de hand van modellen van het vroege heelal en kennis van deeltjesfysica kun je berekenen dat ongeveer drie minuten na de oerknal het heelal voor 76 % uit waterstof en voor 24 % uit helium bestond.

Van de andere elementen was er slechts een minuscuul beetje aanwezig, en alleen van de allerlichtste, dus bijvoorbeeld geen goud (79 protonen). Het hier beschreven proces, en de theorie die het beschrijft, noem je ‘oerknal-nucleosynthese’.

Het evenwicht tussen de hoeveelheid helium en waterstof was heel precair. Als de parameters in de natuur iéts anders zouden zijn geweest, dan was de verhouding volgens de theorie heel anders. Er was dan, bijvoorbeeld, helemaal geen helium gevormd in het vroege heelal. Metingen hebben bevestigd dat het vroege heelal inderdaad uit 76 % waterstof en 24 % helium bestond, dus onze modellen van het vroege heelal lijken heel accuraat. Bron: www.quantumuniverse.nl

a Wat was er vlak na de geboorte van het heelal?

proefversie©VANIN

b Wat was het eerste element dat gevormd werd na de geboorte van het heelal?

c Op welke manier sluit de bevinding van de moderne wetenschappen over het ontstaan van het heelal aan bij de theorie van Thales?

proefversie©VANIN

d Op welke manier sluit de bevinding van de moderne wetenschappen over het ontstaan van het heelal aan bij de theorie van Anaximander?

5 De overgang naar het natuurfilosofische verklaren: vul de woorden aan op de juiste plaats in de tekst.

Anaximander – water – lucht – arché – Thales – mythologische –natuurfilosofische – element – rede – apeiron – splitsing

De overgang naar de verklaring begint bij . Bij zijn poging de wereld te verklaren stapte hij af van het gebruik van figuren en wendde de aan.

Hij stelde dat alles wat bestaat, leeft en dat het ontstaan is uit één , namelijk . had een andere theorie dan zijn leermeester.

De , of oerstof is het . Daarin zitten de elementen vuur, water, aarde en . De tegenstrijdigheden van de elementen zorgde voor een in de aparte elementen.

Pythagoras (570-497 v.C.) was de op Samos geboren wiskundige, astronoom en filosoof die nu voornamelijk bekend is in de meetkunde voor de stelling van Pythagoras. Zijn stelling om de zijde van een rechthoekige driehoek te berekenen was overigens enkel nieuw in het Westen. In Egypte werd ze al eerder toegepast.

Pythagoras reisde in zijn vroege leven regelmatig rond. Zo bezocht hij Egypte en hij trok ook door het Oosten. Later verhuisde hij naar Zuid-Italië om een levensgemeenschap op te richten. De mensen die zich aansloten bij de gemeenschap waren verplicht geheim te houden wat er zich binnen de groep afspeelde.

proefversie©VANIN

6 Getallen horen

a ‘E = mc²’. Wat betekent deze bekende formule uit de fysica?

b Zou je heel de wereld kunnen verklaren met behulp van wiskunde? Wat wel en wat niet?

De formele theorie van Pythagoras 1.10

De gedachte dat materie de oorsprong van alles is, zoals Thales en Anaximander stelden, markeerde een belangrijke stap in het rationele verklaren van de wereld. Maar de materiële theorieën hadden ook beperkingen: ze verklaarden niet hoe materie functioneert.

De achterliggende werking van de natuur bleef onbeantwoord.

Pythagoras bouwde voort op de ideeën van zijn voorgangers, maar nam een fundamenteel andere richting. Hij stelde dat alles in de wereld herleidbaar is tot wiskundige verhoudingen.

Daarmee legde hij een verband met de moderne fysica, waarin natuurverschijnselen worden beschreven met getallen en formules. Voor Pythagoras waren getallen echter meer dan een abstract hulpmiddel om te meten. Hij zag getallen als de essentie van het bestaan. Daarmee verschoof de focus van de materie zelf naar de formele werking ervan.

Alles bestaat uit mathematische verhoudingen.

c Bekijk het fragment uit Terzake over muziek en beantwoord de vragen.

1→ Wat deed Einstein als hij in de knoop zat met zijn wiskunde?

2→ Wat is de gulden snede?

3→ Welke wiskundige doet mee aan de Koningin Elisabethwedstrijd?

4→ Door welk cijfer was Bach bezeten?

d Vind jij dat muziek en wiskunde samen passen?

Good to know

Wiskundige muziek

Volgens Pythagoras maakt muziek duidelijk hoe wiskunde aan het werk is in alles. Muziek bestond volledig uit getallen die men hoorbaar maakte aan de hand van instrumenten. Denk aan de opmaak van maten en de verschillende noten die allemaal een wiskundig patroon volgen. Muziekleer bestaat uit het begrijpen van die wiskundige patronen en ze gebruiken om muziek te maken. Pythagoras’ liefde voor wiskundige verhoudingen zorgde er zelfs voor dat muziek 2 000 jaar lang een bepaalde klank had die verschilde van moderne muziek. Dat komt omdat de verhoudingen tussen de noten een mooie verhouding moeten hebben volgens Pythagoras, zoals ¹⁄₂ en ⁵⁄₇. Maar een octaaf laat zich niet mooi verdelen en dat zorgt ervoor dat het niet juist uitkomt. Met de komst van de piano kwam ook de nieuwe manier om instrumenten te stemmen waarbij er niet meer met gehele getallen wordt gewerkt maar met kommagetallen en een gelijke verdeling tussen de noten. Die verandering in stemming van instrumenten zorgt ervoor dat muziek in moderne tijden totaal anders klinkt dan de muziek van vroeger.

e Wat is muziek? Ook over muziek bestaan er vele filosofische vragen en ideeën. Kies een vraag en voer een klasgesprek.

Wie bepaalt of muziek mooi is?

Waar komen melodieën vandaan voordat je ze bedenkt?

Is een instrument bespelen hetzelfde als muziek maken?

Waarom maken we muziek en luisteren we ernaar?

Wat kun je met muziek zeggen dat je met woorden niet kunt zeggen?

Wanneer is iets muziek?

Mag je keiharde rockmuziek draaien op een begrafenis?

Hoe kan het dat een lied zowel mooi als niet mooi kan zijn?

Zijn fluitende vogels ook muziek?

Waardoor krijgt muziek betekenis? Is muziek belangrijk?

proefversie©VANIN

Betekent muziek altijd iets?

Is muziek belangrijker dan taal of rekenen?

Moet muziek altijd mooi zijn?

4 FILOSOFEREN OVER DE WERELD

Wordt de wereld of is de wereld?

De natuurfilosofie van Thales en Anaximander draait rond materie. De natuurfilosofie van Pythagoras is dan weer een formele theorie waarbij achter alles een wiskundige werking schuilt. Heraclitus voegt twee samen om zowel tot een formele als materiële theorie te komen.

VIP

Heraclitus (540-470 v.C.) woonde in Efese, dat nu in Turkije ligt. Hij kreeg de bijnaam ‘de duistere’ omdat hij zijn filosofie opzettelijk moeilijk maakte. Dat zorgde ervoor dat zijn filosofie niet toegankelijk was voor de meeste mensen. Hij leek ook een afkeer te hebben van zijn medeburgers en hield zich daarom voornamelijk bezig met filosofie. Heraclitus werd ook regelmatig als een melancholische of depressieve man beschreven. Dat had hij te danken aan zijn kritische kijk op alles, waardoor mensen zijn kritiek als negativiteit beschouwden.

De wetmatigheden van Heraclitus 1.11

De filosoof Heraclitus combineert in zijn denken zowel het materiële (de oerstof) als het formele (de werking). Voor Heraclitus is de archè, de oerstof waaruit alles voortkomt, vuur Maar hij ziet vuur niet alleen als materie, zoals zijn voorgangers dat met water of het apeiron deden. Voor Heraclitus is vuur meer dan dat.

Volgens Heraclitus is vuur de drager van de wetmatigheid in de wereld. Het vuur bepaalt hoe de natuur werkt (zoals in de formele theorie van Pythagoras) en is daarom ook in alles aanwezig als materie (zoals in de materiële theorieën van Thales en Anaximander). In zijn visie verbindt vuur de materie met de natuurlijke orde en processen. Je kunt zijn idee van vuur vergelijken met een combinatie van materie en natuurwetten: het is de essentie die de werking van de wereld verklaart.

De archè van alles is vuur en dat is ook de drager van de wetmatigheid.

1 Natuurfilosofen op een rij

a Plaats de juiste begrippen bij de juiste filosofen. Schrijf daarna in de laatste kolom materieel en/of formeel.

proefversie©VANIN

Filosoof

Anaximander

Pythagoras

Heraclitus

Thales

getal – vuur – water – apeiron

Oerstof

Formeel en/of materieel

Volgens Heraclitus is de realiteit samengesteld uit een synthese van tegengestelden. Een synthese is een samenkomst van twee of meer elementen waardoor er iets nieuws ontstaat. Die tegengestelden zijn voortdurend met elkaar in strijd. Daarom stelt Heraclitus dat oorlog de vader van alles is.

Alles in de werkelijkheid bestaat uit een evenwicht tussen de tegengestelde krachten. Daardoor is alles voortdurend in beweging. De wereld is dus voortdurend in wording volgens Heraclitus. Die oorlog is het vuur, dat alles in beweging zet.

Alles bestaat uit een synthese van tegengestelden die voortdurend in strijd zijn met elkaar.

b Volgens Heraclitus bestaat alles uit de eeuwige strijd tussen tegengestelden in het vuur.

1→ Elke groep krijgt een woord toegewezen. Leg dat woord zo duidelijk mogelijk uit zonder te verwijzen naar het tegengestelde. Je mag ook het woord zelf niet gebruiken in je uitleg.

warm hoog droog mooi gezond

2→ Wat zegt deze oefening over de tegengestelden, denk je?

c De theorie van tegengestelden is ook terug te vinden in het karakter van een persoon.

1→ Wat is een eigenschap van je karakter?

proefversie©VANIN

2→ Wat is het tegengestelde van de eigenschap?

3→ Kan er iemand bestaan die de gekozen karaktereigenschap nog meer belichaamt dan jij? Plaats de karaktereigenschap op een schaal van 0 tot 100. Bij 0 zou je niets van de karaktereigenschap hebben en bij 100 zou het onmogelijk zijn dat die karaktereigenschap nog sterker aanwezig kan zijn bij iemand anders dan bij jou.

0 %

100 %

Als de karaktereigenschap niet 100 % aanwezig is, betekent dat dat er nog een restpercentage is dat bestaat uit het tegengestelde van de eigenschap. Vertel de klas over de tegengestelden die aanwezig zijn in je karakter.

d Wat zou Heraclitus bedoelen met deze uitspraak? Je kunt niet twee keer door dezelfde rivier wandelen.

e Op welke manier is alles steeds in verandering volgens jou?

f Een stoel is ook voortdurend in verandering volgens Heraclitus. Op welke manier zou een stoel voortdurend in verandering kunnen zijn?

Parmenides (515 v.C-?) was een Griekse filosoof uit Elea. Zijn overlijdensdatum is onbekend. Volgens verhalen stierf hij in een kerker nadat hij tijdens een ondervraging het oor van zijn beul afbeet. Het bekendste werk van Parmenides is een gedicht over het zijnde waarvan nog maar enkele fragmenten bewaard zijn gebleven. Hij was een rationalist die de rede zag als de enige manier om tot waarheden te komen.

g Kijk naar de stoel die de leerkracht vooraan in de klas zette. Die stoel is een zijnde. Waarom denk je dat het een zijnde is? Wat denk je dat een zijnde betekent?

De ontologie van Parmenides

Parmenides stelde dat de rede de enige betrouwbare bron van kennis is. Thales stelde dat je eerst moet waarnemen en daarna de rede moet gebruiken om erover na te denken. Parmenides was het daar niet mee eens en hij verwierp het idee van Thales dat waarneming en rede samen nodig zijn, omdat je zintuigen je kunnen bedriegen. Door volledig op de rede te vertrouwen, wordt Parmenides beschouwd als de eerste rationalist. Rationalisten zijn denkers die niet op de zintuigen vertrouwen, maar op de rede.

Parmenides maakte een belangrijke stap in de filosofie door de eerste ontologie te ontwikkelen. Een ontologie is een zijnsleer. In het dagelijks leven versta je onder een zijnde alles wat bestaat: een stoel, een mens, een dier. Parmenides gebruikte het begrip zijnde echter anders. Voor hem omvat het zijnde alles wat is. Zijn centrale stelling luidt: het zijnde is en het niet-zijnde is niet. Hoewel die uitspraak eenvoudig lijkt, zag Parmenides erin een onbetwistbare waarheid als basis voor zijn filosofie.

Uit zijn centrale stelling leidde Parmenides zes kenmerken van het

1 Het zijnde kan niet ontstaan

2 Het zijnde is eeuwig en onvergankelijk.

3 Het zijnde is ondeelbaar.

4 Het zijnde is onbeweeglijk en begrensd.

5 Het zijnde is volmaakt.

6 Het zijnde heeft de vorm van een bol.

proefversie©VANIN

Het zijnde is, en het niet-zijnde is niet.

Met die uitspraken brak Parmenides met eerdere filosofen. Hij zag de werkelijkheid niet als voortdurend veranderlijk, zoals Heraclitus, maar als onveranderlijk en eeuwig.

2 De illusie van beweging

a Elke groep krijgt een uitspraak van Parmenides. Vind een verklaring voor hoe je tot de uitspraak van jouw groep kunt komen aan de hand van de voorgaande uitspraken. Dat betekent dat als aan jouw groep nummer vijf wordt toegewezen, de vorige vier uitspraken voorafgaand zijn. Bespreek daarna klassikaal de bevindingen.

b Bekijk het filmpje over akinetopsie.

1→ Wat is akinetopsie?

2→ Welke uitspraak lijkt toepasselijk bij het filmpje over akinetopsie?

3→ Betekent dit dat alle beweging een illusie van het brein is?

Heraclitus tegenover Parmenides

De filosofieën van Heraclitus en Parmenides staan lijnrecht tegenover elkaar. Heraclitus stelt dat alles voortdurend in beweging is en verandert, aangedreven door het vuur als oerstof. Hij ziet de wereld als een voortdurende wording

Parmenides daarentegen stelt dat alles wat is, altijd al was en altijd zal zijn. Voor hem is de werkelijkheid onveranderlijk en eeuwig, een zijnde dat nooit verandert. Die tegenstelling kun je zien als een strijd tussen een wereld van worden (Heraclitus) en een wereld van zijn (Parmenides).

VIP

proefversie©VANIN

Zeno leidt de jeugd naar deuren van waarheid en leugen.

Zeno (495-430 v.C.) was een Griekse filosoof en leerling van Parmenides. Hij was een sterke verdediger van de filosofie van zijn leermeester. Zijn werk staat dan ook voornamelijk in dienst van Parmenides’ filosofie over het zijnde. Zeno staat het meest bekend voor de paradoxen die hij bedacht om het gelijk van Parmenides aan te tonen.

Nee! De wereld is!
De wereld is in wording!

Paradoxen

Zeno, de leerling van Parmenides, verdedigde de stellingen van zijn leermeester door het voorleggen van paradoxen die ontstaan uit de ontkenning van de stellingen. De bekendste is de paradox van Achilles en de schildpad.

a Lees de paradox.

proefversie©VANIN

Achilles (een figuur uit de Griekse mythologie) gaat een loopwedstrijd aan met een schildpad. De schildpad krijgt één voordeel: hij krijgt een voorsprong op Achilles. De voorsprong bedraagt tien meter. Zeno stelt dat het nu onmogelijk is voor Achilles om de schildpad ooit in te halen. Als Achilles op punt A start en de schildpad op punt B, dan heeft Achilles een bepaalde tijd nodig om van punt A naar B te gaan. In die tijd heeft de schildpad ook een afstand afgelegd en hij staat nu op punt C, iets verder dan punt B. Als Achilles van punt B naar C gaat, beweegt de schildpad ook weer en komt aan op punt D. Hoe klein de afstand ook is die de schildpad aflegt, het is niet nul. Dus telkens opnieuw moet Achilles een afstand afleggen om de schildpad in te halen. Achilles zou wel steeds dichter komen bij de schildpad, maar zou altijd achterlopen.

b Heeft Zeno gelijk? Is het eigenlijk onmogelijk voor Achilles om de schildpad in te halen?

c Gooi een pen door de klas. Film het gebeuren. Je zou stellen dat de pen door de klas gevlogen is. Maar is die pen werkelijk op enig moment in beweging?

1→ Een video is een opeenvolging van stilstaande beelden. Als je pauzeert tijdens de video en de beelden een voor een na elkaar bekijkt, zul je nooit beweging zien. Bekijk het filmpje van de pen. Is er op enig moment beweging in het filmpje? Of is het gewoon een opeenvolging van stilstaande beelden van een pen?

2→ Beeld je nu in dat je dit probeert in het echte leven. Je hebt de pen door de klas zien vliegen. Maar stel: je deelt je ervaring daarvan op in ogenblikken die elkaar opvolgen. Hangt de pen dan niet gewoon stil op elk ogenblik? Waar komt beweging in een filmpje dan vandaan als het niet uit de aparte beelden komt?

De voorgaande oefeningen waren voorbeelden van de paradoxen van Zeno. Een paradox ontstaat wanneer er tegenstrijdige uitkomsten zijn die beide het gevolg zijn van een goede redenering.

Stel dat een leerling het volgende zegt: ‘Alle leerlingen liegen altijd.’ Dat is een voorbeeld van een bekende paradox. Als leerlingen altijd liegen dan is ook die uitspraak een leugen, maar als leerlingen altijd liegen is die uitspraak waar. De uitspraak is in dit geval dus waar en niet waar tegelijkertijd.

d Pinokkio is een houten pop die tot leven is gekomen. Telkens wanneer hij een leugen vertelt, groeit zijn neus. Maar stel nu dat Pinokkio plots uit het niets het volgende zegt: ‘Mijn neus zal dadelijk groeien.’ Daarna is hij niet van plan nog iets te zeggen. Groeit zijn neus dan wel of niet?

1→ In dit soort situaties is het belangrijk om alles duidelijk te noteren. Vul de tabel aan.

Waarheid Leugen

proefversie©VANIN

Algemene conditie voor neusgroei

Conditie voor de waarheid van de uitspraak: ‘Mijn neus zal dadelijk groeien.’

2→ Beantwoord de vraag of de neus wel of niet groeit.

De paradox hier is dat de uitspraak

4 Het beste speelgoed

a Lego wordt wel eens het meest ingenieuze speelgoed genoemd. Waarom is dat, denk je? Denk samen in groep en schrijf enkele redenen op.

b Deel je redenen met de klas.

Democritus (460-370 v.C.) was een Griekse filosoof en een zeer geleerde man. Hij schreef onder meer over kosmologie, astronomie, epistemologie, geografie, fysiologie, geneeskunde, mathematica en ethiek. Het meeste van zijn werk is verloren gegaan buiten enkele fragmenten.

Zijn leer over atomen was voor zijn tijd revolutionair.

proefversie©VANIN

Net zoals Heraclitus een synthese maakte van eerdere filosofen, probeerde Democritus de ideeën van Heraclitus en Parmenides samen te brengen. Hij wilde het onveranderlijke zijnde van Parmenides combineren met de altijd veranderende wereld van Heraclitus.

Volgens Democritus kun je alles verdelen in steeds kleinere delen tot je bij ondeelbare, onzichtbare deeltjes komt.

Die noemde hij atomen. Volgens Democritus bestaat alles uit atomen. Tussen de atomen bevindt zich een lege ruimte, het vacuüm

Atomen zijn de bouwstenen waaruit alles bestaat.

De atomen zijn vergelijkbaar met het zijnde van Parmenides, omdat ze niet ontstaan of vergaan. Toch is beweging mogelijk, dankzij het vacuüm. Die lege ruimte maakt het mogelijk dat atomen vrij kunnen bewegen, botsen en zich samenvoegen tot alles wat je in de wereld waarneemt. Daarmee bracht Democritus een nieuwe, mechanische visie op de natuur.

c Legoconstructies zijn een mooie analogie voor de theorie van Democritus. Op welke manier kun je Lego verbinden met het atomisme van Democritus?

d Welke gelijkenissen zie je tussen de theorie van Democritus en die van de moderne wetenschappen?

5 Religieus en mythologisch denken worden gezien als de voorloper van filosofisch denken. Heeft filosofie volgens jou de goden gedood? Waarom wel/niet? Schrijf op een apart blad een opstel en beargumenteer vanuit je eigen mening. Zorg voor goed geformuleerde zinnen.

EUREKA!

proefversie©VANIN

“Wanneer werden de eerste filosofische vragen gesteld?”

Forum

Elke groep krijgt een filosoof toegewezen die je in dit hoofdstuk besprak. Maak een presentatie waarin je over de jou toegewezen filosoof vertelt, zowel over zijn leven als zijn filosofie.

—Boeddha Thales

Anaximander

—Pythagoras

Heraclitus

—Parmenides

Democritus

Hulpvragen bij de voorbereiding van de presentatie:

1 Waar en wanneer leefde de filosoof?

2 Wat weet je over het leven van de filosoof?

3 Wat was de filosofie van de filosoof?

4 Op welke manier brengt de filosoof iets nieuws ten opzichte van de voorgangers?

Test jezelf

Ga naar om de vragen te beantwoorden.

1 Waarom is het niet eenvoudig om na te gaan wie echt voor het eerst filosofeerde?

2 Hoe kunnen rituelen ons iets vertellen over het denken van mensen?

3 Wat hebben religie en filosofie met elkaar gemeen en waarover verschillen ze?

4 Waarom is het boeddhisme niet enkel een religie, maar ook een ethische filosofie?

5 Wat zijn dharma en karma en hoe zijn ze verwerkt in de boeddhistische filosofie?

6 Wat zijn de drie grote verschillen tussen mythologie en natuurfilosofie?

7 Wat is het verschil tussen de theorieën van Thales en Anaximander tegenover Pythagoras?

8 Op welke manier is de theorie van Heraclitus een synthese van zijn voorgangers?

9 Waarom wordt Parmenides beschouwd als de eerste rationalist?

10 Wat is de stelling waaruit Parmenides zijn zes andere stellingen afleidt?

11 Wat is een paradox?

Cliffhanger

De natuurfilosofie lijkt achterhaald te zijn met de komst van de moderne wetenschappen. Betekent dat dat filosofie niets meer te zeggen heeft over kennis?

SYNTHESE

Verwondering en geloof

De ontdekkingen en de theorieën van de moderne natuurwetenschappen betekenden een grote vooruitgang in het begrijpen van het universum. De nieuwsgierigheid van de mens, de drang om antwoorden te vinden op grote vragen was daarbij een belangrijke drijfveer. Ook vóór de opkomst van de moderne wetenschappen werden dat soort vragen al gesteld. Ondanks de verschillen tussen toen en nu hebben alle methodes dezelfde oorsprong: verwondering en nieuwsgierigheid

Het doorgeven van informatie van generatie op generatie is eigen aan de mens. Door meer informatie te vergaren dan dat er verloren gaat doorheen de tijd, ontstaat er een accumulatie van informatie

Maar wanneer begonnen mensen zich voor het eerst vragen te stellen over het bestaan? Een gangbaar idee is om te kijken naar rituelen die wijzen op een geloof. Geloof was namelijk een vroeg antwoord op die vragen. Door te kijken naar sporen van rituelen, is het mogelijk om na te gaan vanaf wanneer mensen zich die grote vragen over het bestaan stelden. Een ritueel is een manier van handelen die verschilt van gewone handelingen. Er schuilt namelijk een betekenis achter, waardoor het een krachtige manier van handelen is. Een ritueel is een geheel van symbolen of bijbehorende handelingen waarachter een betekenis schuilt en die meestal volgens een vast patroon verloopt.

Als we de primaten buiten beschouwing laten, weten we zeker dat de neanderthalers, als jager-verzamelaars, al rituelen en een soort geloof hadden. In een studie van drieëndertig neanderthalstammen vond men bij allen een vorm van animisme terug. Dat is een religieus concept waarbij, buiten mensen en dieren, ook planten en alle natuurlijke fenomenen over een geest beschikken. Animisme is de basis van religie, omdat het toelaat dat mensen kunnen denken in termen van supernatuurlijke entiteiten of geesten.

Bij bijna alle onderzochte stammen zag men dan ook sporen van een geloof in het naleven en een vorm van sjamanisme. In het sjamanisme is het mogelijk dat een sjamaan de bovennatuurlijke machten manipuleert door in contact te komen met de geesten. Het sjamanisme ontstaat uit het geloof in een hiernamaals, waarbij sommige geesten goed en andere slecht gestemd zijn.

Boeddhisme

De kennis over het boeddhisme berust op verzamelingen van heilige geschriften. Pas eeuwen na het leven van Boeddha werden ze in een boek verzameld. In het boeddhisme is er geen sprake van een god, maar het lijden als fundamenteel deel van de mens staat centraal. Bij sommige latere stromingen van het boeddhisme wordt Boeddha wel vereerd als een god.

Lijden is deel van het menselijke leven en wordt veroorzaakt door begeerte. Door iets te willen, creëer je de opportuniteit om te lijden door het niet te hebben. Meditatie speelt een belangrijke rol in het boeddhisme. Het dient om rust te vinden en de begeerte los te laten.

Alles wat bestaat bevat, dharma volgens het boeddhisme. Dat is geen ziel, maar een levenloos iets. Dharma is niet iets eeuwigs, maar het ontstaat en vergaat. Omdat werkelijk alles bestaat uit dharma’s, is alles ook vergankelijk. Er is enkel een eeuwige stroming van ononderbroken ontstaan en vergaan. Volgens het boeddhisme is er geen blijvende ‘ik’. De ziel en het bewustzijn vergaan en ontstaan elk ogenblik opnieuw. Tijd is geen doorlopende, constante, samenhangende stroom, maar een opvolging van losstaande

momenten. De boeddhistische leer hecht dus geen waarde aan geschiedenis in de Europese betekenis van het woord. In het boeddhisme is er daarom geen god, geen ik, geen blijvend bestaan, geen eeuwige ziel, geen schepper van de wereld.

Dharma’s ontstaan en vergaan niet willekeurig in totale chaos. Er is een causaliteit, een oorzakelijkheid in werking die men karma of schuld noemt. Dat is de enige relatie tussen de persoon voor de wedergeboorte en na de wedergeboorte.

Pas door alle begeerte, alle haat, alle verlangens te laten varen, kan de cyclus doorbroken worden. Dat pad leidt naar verlichting en breekt de cyclus van wedergeboorten. Verlichting is het ultieme doel om naar te streven volgens het boeddhisme.

Het boeddhisme heeft concrete regels om een moreel goed leven te leiden die zorgen voor een goed karma en helpen om verlichting te bereiken.

1 Dood geen levend wezen.

2 Neem niet wat u niet gegeven wordt.

3 Spreek geen onwaarheid.

4 Drink geen bedwelmende dranken.

5 Wees niet onkuis.

Boeddhistische filosofen zeggen niet om ze zomaar op blind geloof te volgen. Ze stellen dat het net de bedoeling is om zelf tot die geboden te komen door gebruik te maken van het denken.

Mythologie

Een mythologische verklaring was vroeger de manier waarop de mensen de wereld probeerden te begrijpen. Een mythe verklaart met een verhaal over mythologische personen, meestal goden, allerlei natuurfenomenen en menselijke gedragingen. De verhalen ontstaan uit de verwondering van mensen en hun nood aan een verklaring.

De mythe is een verhaal. De verklaring wordt toegeschreven aan de intenties van de personages. Het denken en doen van die personages is de oorsprong van wat er gebeurt. Het geeft wat er gebeurt een grote onvoorspelbaarheid. Het is namelijk niet mogelijk om voorspellingen te maken op basis van intenties van de personen in het verhaal, ze zouden evengoed anders kunnen handelen. Aan een mythe was ook altijd een rituele context verbonden. De rituelen dienden bijvoorbeeld om offers te maken aan de goden.

Het mythische denken is in zekere zin een voorloper van het natuurfilosofische denken. Ze starten allebei uit de verwondering van mensen en hun nood aan een verklaring. Alleen de manier van verklaren verschilt grondig tussen beide. De natuurfilosofische verklaring berust niet op personages maar op abstracte oorzaken, zoals vuur, water, aarde of lucht. De abstracte oorzaken werken op een noodzakelijke manier. Het hangt niet van de intenties van personages af, maar van de werking van de natuur. De natuur wordt dus een voorspelbaarheid toegekend. Het zit in de natuur van de dingen. Door geen personages meer te gebruiken, wordt de verklaring ook volledig losgekoppeld van de rituele context. Het is een afstandelijk schouwen van de natuur.

Natuurfilosofie

proefversie©VANIN

Thales vulde zijn tijd met nadenken over de natuur. Hij vond de mythologische verklaringen niet goed genoeg. Ze waren volgens hem te afhankelijk van het handelen van de goden, waardoor ze totaal niet voorspelbaar was. Volgens Thales moest je de rede, of het logos zoals dat toen genoemd werd, gebruiken om door naar de natuur te kijken de wereld te verklaren. Vandaar dat zijn leer natuurfilosofie wordt genoemd.

De Miletische natuurfilosofie is voornamelijk gefascineerd door de vraag: Wat zijn dingen? Ze probeert alles terug te brengen tot één enkel beginsel waaruit de hele wereld ontstaan is. Dat beginsel is de oerstof, ofwel de archè. Vanuit die oorsprong verklaarden de Miletische natuurfilosofen de natuur. Hier speelt zich de overgang van de mythologische verklaring naar de natuurfilosofische verklaring af.

Thales stelde dat water de archè van alles is. De hele wereld is volgens hem ontstaan uit het water.

proefversie©VANIN

Anaximander was het niet eens met de filosofie van zijn leermeester Thales. De archè van alles is volgens hem het apeiron. Dat is niet één bepaald element, maar het is de oorsprong van alle elementen.

Pythagoras stelde dat alles herleidbaar was tot mathematische verhoudingen. Hier is er een sterke gelijkenis met de moderne fysica waarbij de natuur ook beschreven wordt in getallen en wiskundige formules. Maar voor Pythagoras was het getal ook een werkelijk bestaand iets en niet louter een abstracte manier om iets te meten. Alles bestond uit getallen. Hij zag overal wiskunde aan het werk in de natuur. Dat is een formele werking, waarbij niet de materie centraal staat, maar de achterliggende werking.

Worden versus zijn

Heraclitus maakt een combinatie van de vormelijke beschrijving in getallen van Pythagoras, en het materialisme van een oerstof. Voor Heraclitus is de arché vuur. De oerstof waaruit al het andere voortkomt. Maar het vuur is meer dan enkel de materie, en daarin verschilt Heraclitus met zijn voorgangers.

Het vuur was voor Heraclitus de drager van de wetmatigheid in de wereld. Het vuur bepaalt op welke manier de natuur werkt en is daarom in alles aanwezig. Het vuur van Heraclitus kun je dus vergelijken met materie enerzijds en natuurwetmatigheid anderzijds.

Volgens Heraclitus is de realiteit samengesteld uit een synthese van tegengestelden. Een synthese is een samenkomst van twee of meer elementen waardoor er iets nieuws ontstaat. Die tegengestelden zijn voortdurend met elkaar in strijd. Daarom stelt Heraclitus dat de oorlog de vader van alles is.

Parmenides breekt met zijn voorgangers en is de eerste filosoof die een ontologie maakt. Een ontologie is een zijnsleer, de studie van zijnden. Maar wat is een zijnde? Alles wat je rondom jou ziet, is een voorbeeld van een zijnde. Een stoel, een bank, het bord, de leerkracht, jezelf, dat zijn allemaal zijnden. Parmenides stelt: het zijnde is, en het zijnde is niet. Een uitspraak die op het eerste gezicht nietszeggend is, maar voor Parmenides bevat ze de ultieme waarheid waar hij verdere kennis uit kan halen. Zeno bedacht enkele paradoxen om de filosofie van zijn leermeester te verdedigen. Een paradox ontstaat wanneer er tegenstrijdige uitkomsten zijn die beide het gevolg zijn van een goede redenering.

Atomen

Volgens Democritus kun je iets steeds verdelen in kleinere delen. En dat kun je blijven doen tot op een bepaald punt. Het deeltje is dan veel te klein om waar te nemen. Die deeltjes noemt Democritus atomen. Alles bestaat uit atomen volgens hem.

Tussen de atomen is er een lege ruimte. Die noemt hij het vacuüm. De atomen zijn zoals het zijnde van Parmenides in de zin dat ze niet ontstaan of vergaan, maar toch is beweging mogelijk volgens Democritus. Het vacuüm biedt de ruimte waar niets is, en waar er dus iets naartoe kan bewegen.

Bordschema

Verklaringen verwondering nieuwsgierigheid

proefversie©VANIN

Religie een manier om de wereld te verklaren bovennatuurlijk

Boeddhisme combinatie van religie en filosofie Wijsheid die via de rede te vinden is.

Mythologie verwondering verklaring verhaal onvoorspelbaar ritueel

Natuurfilosofie verwondering verklaring noodzakelijkheid voorspelbaar afstandelijk schouwen

Oerstof Thales: water / materieel Anaximander: apeiron / materieel Pythagoras: getal / formeel Heraclitus: vuur / materieel en formeel

Zijnde

Parmenides: het zijnde is en het niet zijnde is niet Democritus: alles bestaat uit atomen.

proefversie©VANIN

HOOFDSTUK

EEN ZOEKTOCHT

NAAR WAARHEID

EN ZOEKTOCHT NAAR WAARHEID

proefversie©VANIN

WAAROVER GAAT DIT HOOFDSTUK?

Wat is waarheid en hoe kun je die vinden? In dit hoofdstuk onderzoek je de aard van waarheid en hoe je denken, waarnemen en redeneren je dichter bij (of verder van) de waarheid kunnen brengen. De zoektocht naar waarheid is een centrale uitdaging in de filosofie en elke stap daagt je uit om kritischer na te denken over wat je gelooft en waarom.

Je begint met het verkennen van hoe je denken beïnvloed wordt. Waarom sluit je je soms af voor andere standpunten? Vervolgens neem je een kijkje bij Plato's schaduwwereld en zijn beroemde allegorie van de grot.

Een belangrijk hulpmiddel in je zoektocht is het vermogen om goed te redeneren. Je leert hoe een deductieve redenering wordt opgebouwd en wat het verschil is tussen een redenering die enkel geldig is en een die zowel geldig als waar is. Je bekijkt ook hoe ongeldig redeneren je op een dwaalspoor kan brengen.

Daarna duik je in de ideeën van belangrijke denkers zoals John Locke, die onderscheid maakt tussen primaire en secundaire eigenschappen van de werkelijkheid, en George Berkeley, die alles wat we ervaren reduceert tot de waarneming van de geest. Maar kunnen we op onze waarnemingen vertrouwen? Hierover had David Hume scherpe inzichten, vooral over het voorspellen van kennis en de grenzen van ons denken.

Tot slot behandel je belangrijke begrippen zoals beweringen, proposities en wat het betekent om iets als gerechtvaardigd waar geloof te beschouwen.

In dit hoofdstuk ontdek je niet alleen de filosofische theorieën over waarheid, maar leer je ook hoe je eigen denkprocessen kunt onderzoeken. De zoektocht naar waarheid begint immers met een kritische blik op jezelf.

WAT LEER IK IN DIT HOOFDSTUK?

Vink aan wat je in de loop van dit hoofdstuk hebt geleerd.

Ik begrijp de allegorie van de grot

Ik pas deductie toe om tot een conclusie te komen.

Ik leg het verschil uit tussen rationalisme en empirisme

Ik leg John Lockes filosofie over kennis uit.

Ik begrijp het verschil tussen de filosofie van Locke en Berkeley

Ik pas inductie toe om tot een conclusie te komen.

Ik verklaar hoe je tot een gerechtvaardigd waar geloof komt.

BEGRIPPEN

redenering – premisse – conclusie – deductie – inductie – gezonde redenering – rationalisme –empirisme – tabula rasa – bewering – gerechtvaardigd waar geloof – propositie

BREINBREKER

proefversie©VANIN

In dit hoofdstuk zoek je een antwoord op deze breinbreker:

“Wanneer spreek je de waarheid?”

FORUM

1 PLATO EN KENNIS

Mag je rebeller en tegen kennis?

2 LEREN REDENEREN

Is het mogelijk om fout te denken?

3 KENNIS

Wat is de oorsprong van kennis?

4 ECHT WETEN

Is de waarheid altijd waar?

5 LOGICA

Is filosofie logisch?

1 PLATO EN KENNIS

Mag je rebelleren tegen kennis?

Het lijkt misschien wat vreemd om te stellen dat je kunt rebelleren tegen kennis. Toch gebeurt dat geregeld, zowel binnen de filosofie als daarbuiten. In het alledaagse leven komen complottheorieën steeds meer op door de snelle verspreiding via sociale media en de bubbels die er gevormd worden. Kun je je verzetten tegen de waarheid?

1 De leugen van de maanlanding

a Bekijk het filmpje over de maanlanding waarin twee complotdenkers aan het woord komen.

1→ Wanneer wandelde de mens voor het eerst op de maan?

2→ Wat is er volgens complotdenker Henk gebeurd?

3→ Wie zou de valse maanlanding gefilmd hebben?

4→ Waarom zou de maanlanding niet gebeurd kunnen zijn volgens complotdenkers?

5→ Waar zou deze complottheorie zijn oorsprong gevonden hebben?

b Bekijk het filmpje over complottheorieën.

1→ Wat is een complottheorie?

proefversie©VANIN

2→ Waarom geloven veel mensen complottheorieën?

3→ Hoe worden complottheorieën verspreid?

4→ Is het mogelijk iemand te overtuigen dat een complottheorie vals is?

c Waarom denk je dat het zo moeilijk is om de gedachten van mensen met een valse overtuiging te veranderen?

In ons huidige informatietijdperk lijkt het alsof we toegang hebben tot een onuitputtelijke bron van kennis. Met een paar klikken kun je informatie vinden over vrijwel elk onderwerp. Maar niet alle bronnen zijn even waarheidsgetrouw en dat maakt het kritisch omgaan met informatie belangrijker dan ooit. Wat gebeurt er als je je alleen laat omringen door informatie die niet klopt, maar die wel als waarheid wordt gepresenteerd? Sociale media spelen hierin een grote rol. De algoritmes van platforms zoals Instagram, TikTok en YouTube zijn ontworpen om jou zo lang mogelijk op hun site of app te houden. Dat doen ze door je een stroom van informatie te laten zien die perfect aansluit bij jouw interesses en overtuigingen. Hoewel dat handig lijkt, heeft het een belangrijk nadeel: het creëert bubbels. Je krijgt vooral informatie die jouw eigen mening bevestigt en wordt nauwelijks blootgesteld aan andere perspectieven.

Stel je een complotdenker voor: zijn feed staat vol met video's, berichten en artikelen die het complot ondersteunen. In plaats van geconfronteerd te worden met kritische bronnen die zijn overtuigingen uitdagen, blijft hij hangen in een stroom van bevestiging. Hierdoor wordt zijn overtuiging alleen maar sterker. Maar wat gebeurt er als die persoon tóch wordt geconfronteerd met een andere visie of met bewijzen die zijn overtuiging tegenspreken? Dan kan er sprake zijn van cognitieve dissonantie. Dat is de onaangename spanning die ontstaat wanneer iemand geconfronteerd wordt met tegenstrijdige ideeën of wanneer zijn gedrag niet overeenkomt met zijn overtuigingen. Die spanning is ongemakkelijk en mensen proberen er vaak aan te ontsnappen door tegenstrijdige informatie te negeren of weg te wuiven. Dat maakt het moeilijk om mensen met sterke overtuigingen op andere gedachten te brengen. De uitdaging van onze tijd is om de bubbels te doorbreken en te leren omgaan met cognitieve dissonantie. Het vereist een open houding en de bereidheid om kritisch naar je eigen overtuigingen te kijken.

proefversie©VANIN

Plato (428-348 v.C.) wordt beschouwd als een belangrijke figuur in de wereld van de filosofie. Hij was de leerling van Socrates en veel van wat men weet over Socrates komt uit de geschriften van Plato. Hij was ook de eerste Griekse filosoof die schreef over politieke filosofie. Plato stelde dat de wereld die wij ervaren slechts een schaduwwereld is, een afspiegeling van de echte realiteit die wij niet kunnen ervaren.

a Lees de dialoog tussen Socrates en Glauco uit Plato’s boek De republiek en beantwoord de bijbehorende vragen op p. XX.

proefversie©VANIN

DE ALLEGORIE VAN DE GROT

Socrates Je moet je namelijk eens mensen voorstellen in een soort van onderaardse behuizing die op een grot lijkt. Die behuizing heeft een lange ingang, open naar het licht en langs de volle breedte van de grot. De mensen zitten daar van jongs af aan vastgebonden aan hun benen en hun hals, zodat ze niet weg kunnen, alleen maar recht vooruit kunnen kijken en vanwege de boeien niet in staat zijn hun hoofd in welke richting ook te bewegen. Licht hebben ze wel, de weerschijn van een vuur dat achter hen, hoog en ver weg, brandt. En daarboven tussen het vuur en de vastgebonden mensen, is een weg. Nu moet jij je eens voorstellen dat langs die weg een binnenmuurtje is opgetrokken, zo iets als de schermen die door de poppenkastspelers voor het publiek worden geplaatst en waarachter zij de spektakels opvoeren die boven de schermen te zien zijn.

Glauco Ik probeer het me voor te stellen.

Socrates Stel je nu ook voor dat langs dat muurtje zich mensen bewegen met allerlei voorwerpen bij zich die boven het muurtje uitsteken, ook afbeeldingen van mensen en andere levende wezens, van steen, van hout en van allerlei materiaal vervaardigd. En uiteraard zijn er onder hen die passeren, mensen die praten en mensen die niet praten.

Glauco Een vreemd tafereel schilder je daar, en een vreemd soort van gevangenen.

Socrates Toch lijken ze op ons. Want denk je dat dergelijke mensen aanvankelijk van zichzelf en van elkaar iets anders voor ogen hebben dan de schaduwen die door het vuur worden geworpen op een rotswand tegenover hen?

Glauco Hoe kan het anders, als ze immers gedwongen zijn om levenslang hun hoofd onbeweeglijk stil te houden?

Socrates En geldt niet precies datzelfde voor de voorwerpen die voorbij worden gedragen?

Glauco Vanzelfsprekend.

Socrates Stel nu, dat zij met elkaar konden praten. Denk je niet dat ze dan wat ze zien, voor de werkelijkheid zouden aanzien?

Glauco Dat kan niet anders.

Socrates En stel nu eens dat de plaats waar zij geboeid zitten, vanuit de wand tegenover hen, ook nog het geluid weerkaatste. Wanneer dan iemand van de voorbijgangers zou praten, denk je dat zij in dat geval iets anders voor het pratende wezen zouden aanzien dan de passerende schaduw?

Glauco Dat lijkt mij godsonmogelijk.

Socrates Dus dergelijke mensen zouden helemaal niets anders voor de ware werkelijkheid houden dan de schaduwen van de voorwerpen?

Glauco Dat kan onmogelijk anders.

Socrates Richt nu eens je aandacht op de mogelijkheid dat zij losgemaakt werden van de boeien en genezen van hun gebrek aan inzicht. Wat het zou betekenen als er met hen op een manier die overeenkomt met hun natuur het volgende zou gebeuren?

Telkens als iemand werd losgemaakt en gedwongen plotseling op te staan, zijn hoofd in alle richtingen te draaien, rond te lopen en naar het licht te kijken, en als hij bij al die handelingen pijn zou hebben en vanwege de felle schittering niet in staat zou zijn rechtstreeks te kijken naar de dingen waarvan hij nog zojuist de schaduwen zag. Wat denk je dan dat hij zou zeggen, als iemand hem zou komen vertellen dat wat hij zojuist zat te bekijken, niets te betekenen had? Maar dat hij nu, meer nabij de werkelijkheid gekomen en bij wat meer werkelijkheid is, een betere kijk op de dingen had. En wanneer iemand dan, wijzend naar elk van de voorwerpen die voorbij trokken, hem zou vragen wat dat was en hem zou dwingen te antwoorden?

Denk je niet dat hij zich daarmee geen raad zou weten en zou menen dat wat hij zojuist zag, eerder de ware werkelijkheid was dan wat hem nu wordt aangewezen?

Glauco In hoge mate.

Socrates En als iemand hem nu zou dwingen naar het vuur zelf te kijken, zou hij dan geen pijn aan zijn ogen krijgen, zijn blik afwenden, terugvallen op de dingen waar hij wel rechtstreeks naar kan kijken, en ervan overtuigd zijn dat die in werkelijkheid helderder zijn dan wat ze hem nu aanwijzen?

Glauco Zo zou dat gaan.

Socrates Maar als nu iemand hem daar met geweld zal wegsleuren, langs de ruwe en steile weg naar boven en niet zal loslaten voordat hij hem helemaal naar buiten heeft gesleept, naar het licht van de zon, zal hij dan niet jammeren en ertegen protesteren dat er aan hem wordt getrokken? En als hij dan in het volle daglicht komt, zullen zijn ogen dan niet verblind zijn door de stralen, zodat hij geen enkel detail kan onderscheiden van wat nu de ware werkelijkheid wordt genoemd?

Glauco Zeker niet zomaar ineens.

proefversie©VANIN

Socrates Ja, ik denk ook dat hij de gelegenheid moet krijgen om te wennen, wil hij wat daarboven is, kunnen onderscheiden. En in het eerste stadium zal hij het gemakkelijkst naar de schaduwen kijken, daarna naar de spiegelbeelden van de mensen en van de rest in het water, en later naar die wezens zelf. Bij wijze van volgende stap kan hij zich met enig gemak wagen aan de beschouwing van de hemelverschijnselen en de hemel zelf bij nacht en kijken naar het licht van de sterren en de maan; dat zal gemakkelijker gaan dan overdag kijken naar de zon en het licht van de zon.

Glauco Zo is dat.

Socrates Pas in het laatste stadium, denk ik, is hij in staat te kijken naar de zon. Niet zoals die wordt weerspiegeld in het wateroppervlak, niet naar een beeld daarvan op een plaats waar ze niet thuis is, maar naar haar zelf, op zichzelf en op haar eigen plaats, en is hij in staat waar te nemen hoe ze is.

Glauco Zo moet het wel gaan.

Socrates En pas na dat alles kan hij in verband met haar een samenhang ontdekken en begrijpen, dat zij het is die de seizoenen en de jaren veroorzaakt, en die staat boven alles wat in de zichtbare wereld plaatsvindt, en die ook zelf op een andere manier de bron is van alles waarnaar zij daar zaten te kijken.

Glauco Het is duidelijk dat hij van het een tot het ander zou concluderen.

Socrates En verder: als hij nu terugdenkt aan zijn vroegere behuizing, aan de wijsheid die daar gold en aan degenen die toen met hem waren vastgebonden, denk je niet dat hij dan zichzelf gelukkig zal prijzen met de verandering, en medelijden zal hebben met de anderen?

Glauco Dat denk ik zeker.

Socrates Als er nu eens bij die mensen in die situatie bepaalde eerbewijzen bestonden, complimenten onderling en prijzen voor degene die het scherpst de voorbijtrekkende voorwerpen kan onderscheiden, zich het best alles kon herinneren wat daarvan eerder of later of tegelijk met iets anders passeerde, en die op grond daarvan het best in staat was te voorspellen wat er zou komen, denk je dat die man daar ambitie voor zou hebben en jaloers zou zijn op hen die bij die mensen aanzien en invloed zou hebben?

Of zou hem gebeuren wat Homerus vertelt en zou hij niet veel liever een ‘op aarde levende dagloner willen zijn bij een ander, een man zonder rijkdom’ en liever meemaken dat er wat dan ook met hem gebeurde, dan er dat soort van opinies op na te houden en dat soort van leven te leiden?

Glauco Ik denk dat hij elk lot in dit leven liever zou accepteren dan op die manier te moeten leven.

Bron: Plato, De republiek

1→ Hoe ziet de grot eruit? Schrijf de juiste teksten bij de locaties A tot en met E. Kies uit:

De weg waar mensen voorbij wandelen. – De muur waar schaduwen op verschijnen. –het vuur – De muur waaraan de gevangenen geketend zijn. – de gevangenen

proefversie©VANIN

2→ Waarom kunnen de gevangenen hun hoofd niet draaien?

3→ Hoe zien de gevangenen de wereld?

4→ Waarom lijken de schaduwen te praten?

5→ Op welke manier herken je cognitieve dissonantie in de allegorie van de grot?

b Op welke manier kun je de allegorie van de grot betrekken op alle kennis?

Met zijn beroemde allegorie van de grot wilde Plato duidelijk maken dat mensen misschien nooit de echte werkelijkheid zien, maar slechts een afspiegeling daarvan. Volgens Plato is alles wat je in deze wereld waarneemt niet de echte realiteit, maar slechts een schaduw van een diepere, ware werkelijkheid. Wat je ziet en ervaart, is volgens hem slechts een afspiegeling van de ideeënwereld.

De ideeënwereld is voor Plato de wereld van de perfecte, abstracte vormen of ideeën die aan de basis liggen van alles wat bestaat. Voor Plato zijn de dingen die je in onze wereld zietzoals bomen, stoelen of mensen - slechts onvolmaakte kopieën van de perfecte ideeën in de ideeënwereld.

Neem bijvoorbeeld een stoel. In onze wereld zijn er ontelbare soorten stoelen, allemaal met verschillende vormen, kleuren en materialen. Maar al die stoelen zijn kopieën van het idee van de stoel, dat in de ideeënwereld bestaat. Dat idee is perfect, onveranderlijk en universeel, terwijl de stoelen in onze wereld onvolmaakt, tijdelijk en verschillend zijn.

Met zijn allegorie van de grot laat Plato zien hoe makkelijk het is om vergissingen te maken over wat je denkt te weten. Misschien lijkt iets voor jou absoluut waar, maar blijkt het bij nader inzien slechts een schaduw van de echte waarheid te zijn. Door de geschiedenis heen zijn er talloze voorbeelden van theorieën die eerst onbetwist leken, maar later volledig werden weerlegd.

Plato waarschuwt ook dat het confronterend kan zijn om de waarheid te zien. Zoals het pijn doet om je ogen te openen in fel zonlicht, kan het moeilijk en ongemakkelijk zijn om vastgeroeste overtuigingen los te laten en een bredere, diepere waarheid te accepteren. Filosofie leert je om kritisch te kijken naar wat je als waar aanneemt en om nieuwsgierig te blijven naar wat er voorbij de schaduwen te ontdekken valt.

Je ziet slechts een afspiegeling van de realiteit.

3 Werk een eigen versie uit van Plato’s grot. Vertaal hiervoor de elementen uit de grot naar hedendaagse representaties en maak hierover een filmpje.

a De allegorie van de grot is ook van toepassing op complotdenkers en sociale media. Hoe kun je ze met elkaar verbinden? Lees het artikel en het tekstfragment. Beantwoord vervolgens de vragen.

HOE DE SOCIALE MEDIA JE MENING (VER)VORMEN

Enthousiaste gebruikers van sociale media verliezen wel eens uit het oog hoe de machinerie erachter echt werkt. Weinigen beseffen dat die media geconstrueerd zijn om te behagen en dat ze dus de eigen mening van de gebruiker presenteren als de waarheid.

Informatiebubbels

proefversie©VANIN

Laat me eerst even verduidelijken wat we verstaan onder ‘informatiebubbels’ en hoe die tot stand komen. Sociale media zijn gebaseerd op algoritmes die je informatie tonen waarvan zij denken dat jij ze interessant vindt. Dat doen ze aan de hand van jouw vorige acties op sociale media en de welgekende cookies. Iedereen kent het wel: je googelt bijvoorbeeld een bepaalde vakantiebestemming en de dag erna gaat alle reclame die je ziet over vliegtuigtickets en hotels op die bestemming. Op zich allemaal geen drama, maar jammer genoeg werken die algoritmes niet enkel bij simpele zaken als reclame voor een vakantiebestemming. Ze hebben dezelfde werking als het aankomt op politieke meningen, complottheorieën, fake news, enzovoort.

“De algoritmes gaan ervoor zorgen dat je enkel informatie krijgt voorgeschoteld die je eigen denken bevestigt.”

Ik gebruik even een hypothetisch voorbeeld. Stel: je wilt opzoeken hoe COVID ontstaat. Je gaat op zoek naar een YouTube-video hierover en na enkele malen doorklikken ben je op een of andere pseudowetenschapper gestoten die verkondigt dat COVID ontstaat door 5G, de nieuwe snelle internetverbinding. De dag erna gaan al je aanbevolen video’s over conspiracies die dat ‘bevestigen’. Hierna krijg je op Facebook het voorstel bij een groep aan te sluiten die deze onzin predikt. Je zoekt op Twitter over de hashtag 5G en leest enkel nog meer over die zever. Zo gaat het maar door, elk groot sociaal platform waarop je je begeeft, zal informatie aanbieden die dit denkbeeld enkel bevestigt. Je begint er steeds meer in te geloven en elke andere mening is die van ‘een door de MSM (mainstream media) gebrainwasht persoon’ (dat beweren zij toch).

Sociale media wekken de schijn dat we ons denken op een gemakkelijke manier kunnen verbreden, terwijl ze in realiteit bij velen het denken vernauwen. Je komt heel makkelijk, zonder het goed en wel te beseffen, in een echokamer terecht waarin je eigen ideeën enkel maar bevestigd worden.

Bron: VRT NWS

FRAGMENT UIT MELANCHOLIE VAN DE ONRUST VAN JOKE HERMSEN

WAAR ZE PLATO’S ALLEGORIE VAN DE GROT VERBINDT MET SOCIALE MEDIA

Tegenwoordig is voor vierenveertig procent van de nieuwsconsumenten Facebook de belangrijkste informatiebron. Natuurlijk komen we via dit portaal ook terecht bij kranten en meer betrouwbare bronnen, maar de grens tussen het commentaar van je buurman en het werk van journalisten dat op waarheidsvinding en hoor en wederhoor gebaseerd is, lijkt meer en meer te vervagen. Mensen die sceptisch staan tegenover de betrouwbaarheid van de traditionele media blijken vatbaarder te zijn voor zogeheten nepnieuws, dat ook bij recente democratische gebeurtenissen als de verkiezingen in de VS of de brexit een belangrijke rol speelde. Ook werkt Facebook met bepaalde algoritmes die op frequentie en voorkeuren zijn ingesteld, zodat we vooral te zien krijgen wat aansluit bij wat wij en onze vrienden toch al meenden en we in reeds bestaande denkbeelden worden bevestigd, ongeacht de mogelijke waarheidswaarde ervan.

De vergelijking met Plato’s allegorie van de grot is dan snel gemaakt. Plato’s grotbewoners zijn met boeien aan hoofd en handen vastgeketend en kijken zwijgend naar de grotwand voor hen. Achter hen brandt een vuur en steken onzichtbare wezens voorwerpen omhoog. De gevangenen houden de schaduwen die de voorwerpen op de wand werpen voor de werkelijkheid, net zoals de Facebookbezoekers de op hun tijdlijn geplaatste schijnberichten voor de waarheid houden. De eenduidige perceptie van de werkelijkheid heeft de verschillen tussen de grotbewoners uitgewist en dat is de oorzaak van hun zwijgzaamheid. Plato noemt hen ‘bevroren wezens’ die niet in staat zijn om op kritische wijze na te denken of waarheidsgetrouw te spreken.

Bron: Melancholie van de onrust, Joke J. Hermsen

1→ Wie zijn de gevangenen in de allegorie van de grot volgens dit artikel?

2→ Wat zijn de schaduwen?

3→ Waarom kunnen de gevangenen hun hoofd niet draaien naar de werkelijkheid?

b Bespreek in groep: is de werking van sociale media met informatie op maat ethisch verantwoord?

2 LEREN REDENEREN

Is het mogelijk om fout te denken?

Volgens rationalisten zoals Plato is het denken de belangrijkste manier om tot kennis te komen. Kennis is de reeks conclusies die je verkrijgt puur door gebruik van de rede, het denken. Door correct te denken, kun je tot ware kennis komen. Maar hoe denk je correct?

1

proefversie©VANIN

Vind jij dat leerlingen niet langer verplicht moeten worden om naar school te gaan? Schrijf een overtuigend argument neer om je standpunt te verdedigen.

a Ja / nee, omdat

b Bespreek klassikaal de vraag en de antwoorden. Zijn er argumenten die je van mening doen veranderen?

c Is er gebruiktgemaakt van een ‘als dan’-argument? Geef een voorbeeld.

Een redenering is een reeks zinnen die eindigt met een conclusie. De zinnen die niet de conclusie zijn, noem je de premissen. Zij geven de grond om de conclusie te aanvaarden.

Als alle premissen waar zijn, kom je tot een conclusie die waar is omdat ze gebaseerd is op ware premissen. Dat soort redenering noemt men een deductie

Bijvoorbeeld:

Premisse 1 - Alle mensen zijn sterfelijk.

Premisse 2 - De leraar is een mens.

Conclusie - De leraar is sterfelijk.

De conclusie kan niet vals zijn als de premissen waar zijn en daarom zorgt dit voor een stevig argument. Stel dat je toch tot een conclusie komt die niet waar kan zijn, dan betekent dit dat er een onware premisse is gebruikt.

a Gebruik deductie om tot een conclusie te komen gebaseerd op de gegeven premissen.

1→ Premisse 1 - Alle vogels leggen eieren.

Premisse 2 - Een pinguïn is een vogel.

Conclusie -

2→ Premisse 1 - Alle computers werken met een binair getallensysteem.

Premisse 2 - Je smartphone is een computer.

Conclusie -

3→ Premisse 1 - De langste rivier is 6 853 kilometer.

Premisse 2 - De lengte van de Nijl is 6 853 kilometer.

Conclusie -

4→ Premisse 1 - Alle dolfijnen zijn zoogdieren.

Premisse 2 - Alle zoogdieren hebben nieren.

Conclusie -

5→ Premisse 1 - Het is gevaarlijk om te fietsen op spekgladde wegen.

Premisse 2 - Vanavond zijn de wegen spekglad.

Conclusie -

6→ Premisse 1 - Alle leerlingen gaan naar school.

Premisse 2 - Ik ben een leerling.

Conclusie -

Een deductieve geldigheid hangt niet af van de feitelijke waarheid. Bij een deductie ga je ervan uit dat de premissen gelden, ongeacht of ze waar zijn of niet. Je werkt in een hypothetisch scenario tijdens een deductie. Dat betekent dat je doet alsof de premissen waar zijn.

Bijvoorbeeld:

Premisse 1 - Alle Vlamingen zijn Walen.

Premisse 2 - Alle Walen zijn vrouwen.

Premisse 3 - Gert Verhulst is een Vlaming.

Conclusie - Gert Verhulst is een vrouw.

De deductie in het voorbeeld is deductief geldig, maar sluit niet aan bij de feitelijke waarheid.

b Voeg een premisse toe om tot een deductief geldige redenering te komen. Indien er meerdere mogelijkheden zijn, kies je voor het antwoord dat gebruikmaakt van alle gegeven premissen.

1→ Premisse 1 - Alle robots missen vrije wil.

Premisse 2 -

Conclusie - Alle leerlingen missen vrije wil.

2→ Premisse 1 - Alle broodjes zijn gemaakt van gerecycleerd papier.

Premisse 2 -

Conclusie - Alle salades zijn gemaakt van gerecycleerd papier.

3→ Premisse 1 - Alle vrouwen zijn onsterfelijk.

Premisse 2 - Alle onsterfelijken zijn groot.

Premisse 3 -

Conclusie - James Cook is groot.

4→ Premisse 1 - Enkel voetballers houden van hamburgers.

Premisse 2 - Alle voetballers zijn tennisspelers.

Premisse 3 -

Conclusie - Kobe Bryant is een tennisspeler.

Geldig en waar

Bij een geldige deductie hoeven de premissen niet waar te zijn, maar moet de conclusie enkel volgen uit de premissen. Zo kan de conclusie volgen uit premissen die niet overeenkomen met de realiteit.

Als de premissen wél waar zijn en niet louter hypothetisch, en de conclusie volgt uit de premissen, dan is het ook een gezonde redenering. Dat is dus een geldige deductie met ware premissen.

2.5

c Zijn de onderstaande deducties geldig en zijn het gezonde redeneringen?

1→ Premisse 1 - Alle Antwerpenaren zijn Vlamingen.

Premisse 2 - Radja Nainggolan is een Antwerpenaar.

Conclusie - Radja Nainggolan is een Vlaming.

Deductief geldig? ja nee

Gezonde redenering? ja nee

proefversie©VANIN

2→ Premisse 1 - Alle kinderen zijn minderjarig.

Premisse 2 - Alle minderjarigen mogen gokken.

Conclusie - Alle kinderen zijn gokverslaafden.

Deductief geldig? ja nee

Gezonde redenering? ja nee

3→ Premisse 1 - Minecraft is een videospel.

Premisse 2 - Alle videospellen zijn populair.

Conclusie - Minecraft is populair.

Deductief geldig? ja nee

Gezonde redenering? ja nee

d Waarom zijn de onderstaande redeneringen geen geldige deducties? Wat zou er moeten veranderen aan de premissen om tot die conclusie te komen via een geldige deductie?

1→ Premisse 1 - Alle zwanen zijn wit.

Premisse 2 - Anke is wit.

Conclusie - Anke is een zwaan.

Stelling 1 -

2→ Stelling 1 - Alle leerlingen houden van pizza.

Stelling 2 - Amber houdt van spaghetti.

Conclusie - Amber is geen leerling.

Stelling 1 -

Stelling 2 -

3→ Stelling 1 - Alle leerkrachten zijn streng.

Stelling 2 - Sofie is streng.

Conclusie - Sofie is een leerkracht.

Stelling 1 -

4→ Stelling 1 - Alle katten zijn zoogdieren.

Stelling 2 - Ik ben een zoogdier.

Conclusie - Ik ben een kat.

Stelling 1 -

e Een conclusie is niet geldig als er een premisse is die fout blijkt te zijn. Bij welke redeneringen in oefening b zit er na de verbetering een onware stelling en is bijgevolg de conclusie ervan niet geldig?

f Er liggen vier kaarten op tafel, waarover iemand het volgende beweert: ‘Als er op de ene kant van de kaart een klinker staat, dan staat op de andere kant van de kaart een even getal.’

Welk(e) kaart(en) moet je noodzakelijk omdraaien om te weten of die stelling klopt?

A D 4 7

Kaart(en):

Wanneer twee premissen elkaar tegenspreken, is er sprake van een contradictie. Stel dat iemand zegt: 'Het regent hier buiten en het regent hier niet buiten.' Het is niet mogelijk dat beide zinnen waar zijn op hetzelfde moment. Als er dus twee premissen zijn die elkaar tegenspreken, dan is het geen geldige deductie. De regel bij een deductie is dat als de premissen waar zijn, de conclusie die eruit volgt ook waar is. Maar bij een contradictie kan het niet dat beide premissen waar zijn. Daaruit volgt dat er geen sprake kan zijn van een geldige deductie.

Zeker uitspraken die ‘alle’ of ‘enkel’ bevatten zijn gevoelig voor contradictie. Als de uitspraak ‘alle huizen zijn wit’ waar is, dan kan geen enkele andere uitspraak waar zijn die stelt dat huizen een andere kleur hebben dan wit. Als de uitspraak ‘enkel schilders hebben verf nodig’ waar is, kan geen enkele andere uitspraak waar zijn die stelt dat iets of iemand anders ook verf nodig heeft. Als dat toch gebeurt, zit er een contradictie in.

g Vul de premisse aan om tot een contradictie te komen.

1→ Premisse 1 - Alle leerlingen zijn groot.

Premisse 2 - Alle leerlingen zijn .

2→ Premisse 1 - Alle auto’s zijn zwart.

Premisse 2 - Alle auto’s zijn .

3→ Premisse 1 - Enkel boeken zijn gemaakt van papier.

Premisse 2 - Enkel zijn gemaakt van papier.

3 KENNIS

Wat is de oorsprong van kennis?

Het nadeel aan een deductie is dat er vooraf al kennis moet zijn. Met die kennis is het dan mogelijk om door gebruik van rede tot conclusies te komen. Maar wat als er geen kennis voorhanden is? Hoe kun je dan tot premissen komen? Veel van je dagelijkse beslissingen berusten op kennis, maar vanwaar komt die kennis dan?

Tabula rasa

a Je herinnert je vast niets meer van je tijd als baby. Maar denk je dat je met enige kennis op de wereld bent gekomen? Wat denk je dat je al wist toen je net geboren was? Vul in op het bord.

b Zoek op wat tabula rasa betekent.

Filosofen hebben lang nagedacht over de vraag: hoe komen we aan kennis? Twee belangrijke stromingen in de filosofie geven hier verschillende antwoorden op: rationalisme en empirisme

Rationalisme

Het rationalisme stelt dat ware kennis voortkomt uit het verstand. Volgens rationalisten, zoals René Descartes, kun je door logisch na te denken en te redeneren tot zekere kennis komen, zonder dat je de zintuigen nodig hebt. Rationalisten geloven dat sommige ideeën aangeboren zijn en dat wiskunde en logica de zuiverste vormen van kennis zijn.

Empirisme

Het empirisme stelt dat alle kennis voortkomt uit ervaring en waarneming. Volgens empiristen wordt de geest bij de geboorte vergeleken met een leeg blad. Kennis wordt opgebouwd door wat je ziet, hoort, voelt, ruikt en proeft. Empiristen vertrouwen op experimenten en observaties en geloven dat kennis nooit volledig zeker is, omdat onze waarnemingen misleid kunnen worden.

c Lees de onderstaande uitspraken en duid aan of ze passen bij een rationalistische of empiristische denkwijze.

RationalismeEmpirisme

‘Kennis begint met ervaring. Zonder ervaring zouden we niets weten.’

‘Wiskunde is een zekere vorm van kennis, omdat het puur gebaseerd is op logische redenering.’

‘Een pasgeboren baby weet nog niets. Alles wat we weten, leren we door ervaring.’

‘Ik kan me vergissen in wat ik zie, maar logisch nadenken leidt tot absolute zekerheid.’

‘We weten instinctief dat 1 + 1 gelijk is aan 2 zonder dat we dat ooit hebben moeten leren.’

‘Wetenschappelijke kennis moet gebaseerd zijn op experimenten en observaties.’

‘Zelfs als mijn zintuigen me bedriegen, kan ik er zeker van zijn dat ik denk en dus besta.’

‘We kunnen geen kennis hebben over iets wat we niet eerst ervaren hebben.’

VIP

John Locke (1632-1704) was een Britse filosoof. Hij volgde eerst een medische opleiding en werd arts in Oxford. Daarna schreef hij het invloedrijke werk: An Essay Concerning Human Understanding. Het werk is een grote verdediging van het moderne empirisme en het bepalen van de grenzen van het menselijk begrip.

Later nam Locke een politieke functie op en schakelde hij ook over naar politieke filosofie. Lockes Two Treatises on Government uit 1690 bood een theorie die het legitimeerde om een koning af te zetten wanneer die gevaarlijk werd voor de burgers in zijn staatsgebied.

John Locke is een van de belangrijkste filosofen van het empirisme. Volgens Locke wordt iedereen geboren met een tabula rasa, een schone lei. Die lei is leeg bij de geboorte en doorheen je leven vul je die met kennis die je opdoet via je zintuiglijke waarneming. Zonder waarneming blijft de lei leeg, want volgens Locke is er zonder waarneming geen kennisvergaring mogelijk.

Met die visie stond Locke lijnrecht tegenover rationalisten zoals Descartes en Plato. Rationalisme gaat ervan uit dat de rede de enige betrouwbare bron van kennis is en beschouwt de zintuigen als onbetrouwbaar. Locke erkende dat de zintuigen niet perfect zijn en dat zintuiglijke kennis niet altijd honderd procent zeker is. Waarneming gebeurt immers altijd door een persoon en is daarom beïnvloed door interpretatie en oordeel.

Toch benadrukt Locke dat zintuiglijke waarneming onmisbaar is. Het is volgens hem de belangrijkste vorm van kennis, zowel voor het dagelijkse leven als voor de vooruitgang van de wetenschappen.

Zonder wat je ziet, hoort, ruikt, proeft of voelt, zou er geen basis zijn om over de wereld na te denken en kennis op te bouwen.

Iedereen start met een tabula rasa.

d Ben jij het eens met de stelling dat iedereen met een tabula rasa geboren wordt?

e Is het mogelijk volgens jou om kennis te verkrijgen zonder enige vorm van waarneming?

2 Wat is een object?

a Locke stelt dat zintuiglijke kennis de belangrijkste vorm van kennis is, maar dat er ook altijd een oordeel mee gepaard gaat. Beschrijf hieronder een pannenkoek zo ruim mogelijk. Denk ook aan geur, smaak, textuur enzovoort.

b Vergelijk je antwoorden met die van je buurman. Welke dingen komen overeen en welke niet?

c Kies in groep een van de onderstaande objecten. Zoek in vijf minuten zoveel mogelijk kwaliteiten van het object op. Dat zijn eigenschappen die het object beschrijven.

appel – stoel – baksteen – papier – deur – bank

proefversie©VANIN

d Bespreek klassikaal de kwaliteiten die jullie noteerden bij het gekozen object. Ben je het eens met de kwaliteiten die de andere leerlingen toeschrijven aan hun object?

Primaire en secundaire eigenschappen 2.9

John Locke maakte een belangrijk onderscheid tussen primaire en secundaire kwaliteiten van objecten. Dat onderscheid helpt te begrijpen waarom mensen soms verschillend waarnemen en interpreteren wat ze zien, horen of voelen.

Primaire kwaliteiten

Primaire kwaliteiten zijn eigenschappen die volgens Locke echt bestaan ongeacht wie ernaar kijkt. Ze zijn objectief en maken deel uit van het object zelf. Voorbeelden van primaire kwaliteiten zijn:

—stevigheid —dichtheid —gewicht —massa —hoogte —breedte diepte —vorm

Omdat die kwaliteiten inherent zijn aan het object, kunnen mensen er volgens Locke niet over van mening verschillen.

Secundaire kwaliteiten

Secundaire kwaliteiten daarentegen bestaan niet in het object zelf, maar worden in je hersenen gevormd op basis van de interactie tussen het object en je zintuigen. Voorbeelden van secundaire kwaliteiten zijn: —kleur —smaak textuur —geur —geluid

Die kwaliteiten zijn subjectief, omdat ze afhankelijk zijn van de waarnemer en hoe diens zintuigen werken. Dat betekent dat verschillende mensen dezelfde secundaire kwaliteit anders kunnen waarnemen. Bijvoorbeeld: wat voor de ene persoon heel zoet smaakt, kan voor een ander minder zoet smaken.

Locke gebruikte dat onderscheid om te verklaren waarom er soms onenigheid is over wat we waarnemen. Onenigheid ontstaat vaak bij secundaire kwaliteiten, omdat die door onze zintuigen worden gecreëerd en niet direct in de objectieve werkelijkheid bestaan. Over primaire kwaliteiten zou er daarentegen geen discussie moeten zijn, omdat die eigenschappen onafhankelijk zijn van onze waarneming en altijd hetzelfde blijven.

Primaire kwaliteiten zijn ‘echt’. Secundaire kwaliteiten niet.

e Kijk terug naar het object dat je koos in oefening c.

1→ Welk object was dat?

proefversie©VANIN

2→ Sorteer in de tabel de kwaliteiten die je vond. Wat zijn primaire en secundaire kwaliteiten? Vul eventueel aan als je er nog meer vindt.

Primaire kwaliteiten

Secundaire kwaliteiten

f Heeft Locke volgens jou gelijk? Kan er geen onenigheid zijn over primaire kwaliteiten?

g Beeld je een citroen in. Neem nu alle secundaire kwaliteiten weg: geen kleur, smaak, textuur of geur. Zo hou je enkel de primaire kwaliteiten over. Kun je je zo een citroen inbeelden zonder secundaire kwaliteiten? Hoe ziet die eruit?

VIP

George Berkeley (1734-1753), was een Ierse filosoof. Hij werd ook wel Bisschop Berkeley genoemd. Zijn filosofische bekendheid heeft hij voornamelijk te danken aan zijn theorie van het immaterialisme, het tegenovergestelde van het materialisme. Berkeley was ook een religieus persoon en gaf God een belangrijke plaats in zijn filosofie.

De rol van God in de filosofie van Berkeley Berkeley voegde een spirituele dimensie toe aan zijn filosofie. Hij stelde dat de wereld blijft bestaan dankzij God, die alles voortdurend waarneemt. Zonder een oneindige waarnemer zou de werkelijkheid ophouden te bestaan zodra er niemand is om haar waar te nemen. Berkeley vergelijkt de wereld met een film waarin wij meespelen, terwijl Gods geest dient als de projector. Dankzij God blijft de wereld buiten onze eigen waarneming bestaan. Het

George Berkeley bouwde voort op de ideeën van John Locke over primaire en secundaire kwaliteiten, maar ging een stap verder en nam een totaal andere wending. Volgens Locke bestaan primaire kwaliteiten onafhankelijk van de waarnemer, maar Berkeley betwistte dat.

Berkeley stelde dat primaire en secundaire kwaliteiten onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Als je bijvoorbeeld naar een appel kijkt, zie je niet alleen de vorm, maar ook de kleur en textuur. Het is onmogelijk om de primaire kwaliteiten, zoals vorm of grootte, waar te nemen zonder tegelijk de secundaire kwaliteiten, zoals kleur of textuur, te ervaren. Je kunt je geen appel voorstellen die kleurloos is of geen textuur heeft.

Hieruit concludeerde Berkeley dat als secundaire kwaliteiten niet 'echt' bestaan, dat ook voor de primaire kwaliteiten geldt. Omdat ze zo nauw verbonden zijn, kunnen ook primaire kwaliteiten niet los van waarneming bestaan. Berkeley trok daaruit de radicale conclusie dat materie niet echt bestaat. Wat wij als de werkelijkheid ervaren, bestaat uitsluitend in onze waarnemingen. Zijn visie wordt in de filosofie subjectief idealisme genoemd: de werkelijkheid bestaat uit de waarnemingen in onze geest en niet uit een objectieve, materiële wereld. Volgens Berkeley geldt: zijn is waarnemen of waargenomen worden.

Primaire kwaliteiten bestaan ook niet ‘echt’.

h Vul de tabel aan met echt en niet echt.

John Locke

George Berkeley

Primaire kwaliteiten

Secundaire kwaliteiten

i ‘Zijn’ is waarnemen of waargenomen worden. Maar besta je nog als je slaapt? Wat zou Berkeley antwoorden?

j Wat vind jij van de filosofie van Berkeley? Bestaat de wereld enkel in je geest?

3 De toekomst voorspellen

a Wat zou jij antwoorden op de onderstaande vragen?

1→ Je hoort dat er morgen een nieuwe Marvel-film uitkomt. Wil jij die zien? ja nee

2→ Je krijgt hoofdpijn. Neem je iets zodat de hoofdpijn weggaat? ja nee

3→ Je beste vriend(in) is jarig. Weet je welk cadeau je kunt geven? ja nee

4→ Je hoort dat er vandaag geen school is. Weet je een leuke manier om je dag in te vullen? ja nee

b Waarom heb je die antwoorden gekozen? Waarop baseer je je?

Het verleden wordt gebruikt als een indicator voor wat er in de toekomst zal gebeuren. Je verwacht dat de situatie in de toekomst dezelfde is als in het verleden. Hoe vaker je iets in het verleden meemaakte, des te zekerder je ervan zult zijn dat het in de toekomst weer gebeurt. Kennis voorspellen 2.11

Inductie is een vorm van redeneren die iedereen in het dagelijks leven gebruikt. Het stuurt veel beslissingen die je neemt. Bij inductie maak je gebruik van waarnemingen uit het verleden en heden om voorspellingen te maken over de toekomst.

Bijvoorbeeld:

Verleden - De vorige keer toen iemand te laat was, werd de leraar boos. Heden - Ik ben te laat.

Conclusie over de toekomst - De leraar zal boos op me zijn.

proefversie©VANIN

c Welke conclusies kun je trekken uit de onderstaande stellingen via inductie?

1→ Stelling: vorige zomer zaten er weeral eenden in onze vijver.

Inductie:

proefversie©VANIN

2→ Stelling: telkens als de laatste bel op school ging, mochten de leerlingen naar huis.

Inductie:

3→ Stelling: toen ik vroeger hoofdpijn had, hielp medicatie.

Inductie:

4→ Stelling: het eerste seizoen van de Netflixserie Casa de Papel was enorm spannend.

Inductie:

5→ Stelling: vorig jaar studeerde ik hard en had ik goede punten op school.

Inductie:

6→ Stelling: als ik bepaalde snaren op mijn gitaar indruk, vorm ik een akkoord.

Inductie:

VIP

David Hume (1646-1716) was een Schotse filosoof. Hij schreef al op jonge leeftijd zijn omvangrijke werk Traktaat over de menselijke natuur. Dat is vooral te danken aan zijn studies. Hume begon al aan een universitaire opleiding toen hij nog maar 10 jaar oud was. Ook voor zijn tijd was dat uitzonderlijk. Hume beargumenteerde dat het de passies van de mens zijn die het gedrag sturen en niet zozeer de rede. Daarmee ging hij tegen het rationalisme in. Ook religie stond in het vizier van Hume, waardoor hij in zijn tijd als controversieel werd beschouwd.

David Hume stelde dat er geen rechtvaardiging is voor inductie. De rede noch de zintuigen zijn in staat om zekere kennis te geven over de toekomst. Het is op basis van waarneming nooit mogelijk om uit te sluiten dat de toekomst geen compleet ander resultaat geeft dan het verleden. Je kunt onmogelijk zeker weten dat je straks niet door de grond zakt, ook al is dat in het verleden nooit gebeurd. Het is niet uit te sluiten volgens Hume. Inductie biedt geen zekerheid. De mogelijkheid is er altijd dat de toekomst anders uitdraait dan verwacht. Het is dus eigen aan inductie dat het gaat over waarschijnlijkheden en geen zekerheden.

De reden dat je toch overtuigd bent dat je straks niet door de grond zakt is omdat je een natuurlijk geloof hebt (natural belief). Het is geen kennis omdat het niet gefundeerd is, maar het is een geloof gebaseerd op een voorspelling die een hoge waarschijnlijkheid heeft. Dankzij natuurlijke geloven is het mogelijk om nog steeds je leven te leiden zonder de constante vrees om door de grond te zakken.

Het kan altijd zijn dat je straks door de grond zakt.

d Hoeveel keer zou je een pen in de lucht moeten gooien om er honderd procent zeker van te zijn dat de pen altijd weer neervalt?

e Hoe verklaart Hume dat je overtuigd bent dat je straks op weg naar huis niet ineens begint te vliegen?

f Geef twee voorbeelden waar je handelt op basis van een natuurlijke geloof.

proefversie©VANIN

g Welke voorbeelden kun je bedenken waarbij eerdere ervaringen geen goede indicator zijn voor de toekomst?

Good to know

David Hume zei dat het altijd mogelijk is dat een resultaat in de toekomst anders uitdraait dan verwacht. Die regel wordt door wetenschappers sterk ter harte genomen. Een wetenschapper zal om die reden nooit over honderd procent zekerheid spreken. Door een experiment telkens te herhalen zal de zekerheid steeds dichter bij de honderd procent aansluiten, maar die nooit bereiken.

David Hume

4 ECHT WETEN

Is de waarheid altijd waar?

De waarheid is niet correct.

Als je de waarheid spreekt, dan lieg je niet. Liegen is immers opzettelijk iets zeggen dat niet waar is. Maar is het ook mogelijk dat je per ongeluk de waarheid spreekt? Of dat je per ongeluk liegt? Kennis en waarheid worden altijd met elkaar verbonden en volgens sommige filosofen kan er geen waarheid zijn zonder kennis. Is dat zo?

a Je hebt al veel kennis opgedaan tijdens je leven. Geef een voorbeeld van wat jij weet omdat je er kennis van hebt.

b Is wat je weet ook correct als je er kennis van hebt?

c Kun je per ongeluk de waarheid spreken?

Beweringen 2.13

Filosofen verschillen vaak van mening. Maar om goede discussies te voeren, is het belangrijk dat ze elkaar begrijpen. De epistemologie, of kennisleer, helpt daarbij door enkele kernbegrippen duidelijk te definiëren. Toch blijven filosofen zelfs over die definities discussiëren.

Een van die kernbegrippen is een bewering. Een bewering is een uitspraak die een waarheidsgehalte heeft. Dat betekent dat de uitspraak waar, vals of onbepaald kan zijn.

Waarheidsgehalte van beweringen

Alle verklarende zinnen hebben een waarheidsgehalte. Uitspraken over het verleden of het heden zijn óf waar óf vals. Bijvoorbeeld: 'Het regende gisteren' kan gecontroleerd worden en is ofwel waar ofwel onwaar.

Uitspraken over de toekomst hebben een onbepaald waarheidsgehalte. Je kunt immers nog niet weten of ze waar of vals zullen blijken. Een uitspraak als 'Het zal morgen regenen' is pas controleerbaar als de toekomst werkelijkheid wordt.

Vragen en waarheidsgehalte

Niet alle zinnen hebben een waarheidsgehalte. Vragen zijn bijvoorbeeld geen beweringen, omdat ze niets verklaren. Een vraag als 'Regent het morgen?' kan niet als waar of vals worden beoordeeld. Hetzelfde geldt voor bevelen of uitroepen: ze verklaren niets en hebben daarom geen waarheidsgehalte.

d Noteer over de onderstaande thema’s een bewering met een waarheidsgehalte waar, vals of onbepaald. Je mag een thema meerdere keren gebruiken.

geluk – vriendschap – liefde – geld – wetenschap – school – dieren – televisie

Proposities

Het is belangrijk om te weten of iemand weet waarover hij praat of dat hij slechts gelooft dat hij de waarheid spreekt. Een propositie is de inhoud van een bewering, dat is de onderliggende betekenis van wat je zegt. Zo kun je iets in verschillende talen verklaren, waarbij de vorm dus verandert, maar de inhoud, of propositie hetzelfde blijft.

Een propositie is waar als wat je zegt overeenkomt met de realiteit. De uitspraak ‘Dat is een handboek filosofie’ is een ware propositie als dat inderdaad een handboek filosofie is.

De attitude van een propositie is ook belangrijk, dat noemt men een propositionele attitude. Het is de manier waarop je iets vertelt. Er zijn situaties waarin je niet de waarheid vertelt, maar opzettelijk iets onwaars zegt.

Denk bijvoorbeeld aan sarcasme. Door de manier waarop je iets zegt, is duidelijk dat wat je zegt niet de waarheid is. Dat noemt men de propositionele attitude van ongeloof. Je zegt iets waarvan je weet dat het niet de waarheid is.

Als je wel gelooft dat wat je zegt de waarheid is, dan is het een propositionele attitude van geloof

e Kruis bij de onderstaande propositionele attitudes de juiste kolom aan: ongeloof of geloof?

Attitude van ongeloof Attitude van geloof sarcasme liegen weten misleiden bewijzen

kennis overdragen

2.14

Als je de propositionele attitude van geloof aanneemt, dan betekent dat dat je gelooft dat wat je zegt ook effectief waar is. Ook al komt wat je zegt niet overeen met de realiteit en ben je stiekem een robot, dan nog kan het zijn dat jij gelooft dat jij een mens bent en dat wat je zegt de waarheid is. Dat is de definitie van geloven in een epistemologische betekenis.

Het betekent dat je valse geloven kunt hebben. Dan geloof je iets waarvan jij overtuigd bent dat het waar is, ook al is het niet waar in de realiteit. Dat komt vaak voor bij mensen en zoals je gezien hebt, kan het soms moeilijk zijn om van een vals geloof af te stappen.

f Had jij wel eens een vals geloof tijdens je leven? Welk? Hoe ontdekte je dat het een vals geloof was?

g Zoek een complottheorie op waarbij mensen overtuigd zijn van valse geloven.

proefversie©VANIN

In de filosofie betekent iets echt weten meer dan alleen iets geloven. Filosofen spreken van een gerechtvaardigd waar geloof. Dat concept bestaat uit drie onderdelen:

1 Geloof: je moet geloven in wat je zegt.

2 Waar: wat je gelooft, moet overeenkomen met de realiteit.

3 Gerechtvaardigd: er moet bewijs of ondersteuning zijn voor je geloof.

Als aan al die voorwaarden wordt voldaan, noemen filosofen het echte kennis: een gerechtvaardigd waar geloof.

Een voorbeeld van gerechtvaardigd waar geloof:

Stel je de uitspraak voor: 'Ik ben een mens.' Die uitspraak is een gerechtvaardigd waar geloof als:

1 Geloof: jij gelooft dat je een mens bent.

2 Waar: jij bent in de realiteit ook daadwerkelijk een mens.

3 Gerechtvaardigd: jij hebt bewijs of ondersteuning dat je een mens bent.

Wat maakt iets gerechtvaardigd?

Het onderdeel gerechtvaardigd vraagt om bewijs of ondersteuning die aantoont dat je geloof overeenkomt met de realiteit. In een deductieve redenering wordt bijvoorbeeld de conclusie ondersteund door de premissen. Die premissen zorgen ervoor dat de conclusie gerechtvaardigd is. Zonder bewijs of logische ondersteuning kun je iets misschien geloven, maar is het geen echte kennis. Gerechtvaardigd waar geloof

h Bedenk een gerechtvaardigd waar geloof en gebruik de onderstaande checklist. Gerechtvaardigd waar geloof:

1 Geloof jij het?

2 Komt het overeen met de werkelijkheid?

3 Is er bewijs of ondersteuning voor?

i Verbind wat samen hoort.

Een waarheidsgehalte is ...

de inhoud van een bewering, de onderliggende betekenis van wat je zegt.

Bij een vals geloof ... noem je de propositionele attitude van ongeloof.

Een bewering is ... de manier waarop je iets vertelt.

Een propositie is waar ... een staat van waar, vals of onbepaald.

Als je iets zegt waarvan je weet dat iets niet waar is ...

Als je wel gelooft dat wat je zegt de waarheid is ...

Een propositionele attitude is ...

Een propositie is ...

dan is het een propositionele attitude van geloof.

ben je overtuigd dat iets waar is, ook al is het niet waar in de realiteit.

als die overeenstemt met de realiteit.

een uitspraak die een waarheidsgehalte heeft.

Een getuigenis betekent dat je het woord van een ander vertrouwt. Het is veruit de meest gebruikte manier om kennis te rechtvaardigen. Denk aan de lessen op school. Daar vertrouw je erop dat wat de leerkracht je vertelt waar is. Of denk aan het nieuws, waar je ervan uitgaat dat wat er gezegd wordt overeenkomt met de realiteit. Ook al is het de meest gebruikte manier om kennis over te dragen, toch biedt een getuigenis geen zekerheid. De context is daarom erg belangrijk bij een getuigenis.

j Welke getuigenis vind jij betrouwbaar?

1 Wat de leerkracht tijdens de les zegt.

2 Wat je leest op een gereputeerde nieuwssite.

3 Wat iemand zonder enige achtergrond in het vakgebied vertelt op sociale media.

4 Wat er op Wikipedia staat.

5 Wat er in je schoolboeken staat.

6 Wat een wetenschappelijke expert zegt over iets wat tot zijn vakgebied behoort.

7 Wat een politicus zegt over de samenleving.

8 Wat een website zegt zonder enige bronvermelding.

9 Wat je vrienden je vertellen.

10 Wat je leest in roddelmagazines.

Good to know

Edmund Gettier

BetrouwbaarOnbetrouwbaar

proefversie©VANIN

Edmund Gettier is het er niet mee eens dat een gerechtvaardigd waar geloof ook effectief echte kennis is. Je kunt een vals geloof hebben, maar je kunt geen valse kennis hebben. Als achteraf blijkt dat de kennis die je had onwaar was, dan had je eigenlijk geen kennis, je geloofde enkel dat je kennis had. Het kan ook zijn dat je gelooft dat iets waar is, wat ook effectief waar is zonder dat je er bewijs voor hebt. Je hebt dan per ongeluk gelijk. Ook dat is geen kennis volgens Gettier. Hij bedacht de Gettier-casussen. Dat zijn situaties waarin iemand een gerechtvaardigd waar geloof heeft, maar toch geen kennis.

2 Gettier-casussen

a Lees de originele Gettier-casus en beantwoord de vragen.

Smith en Jones hebben gesolliciteerd voor dezelfde job. De baas van het bedrijf heeft gezegd tegen Smith dat Jones de baan krijgt. Dat geldt als bewijs, want de baas lijkt een betrouwbare getuigenis te geven. Ondertussen telt Smith hoeveel munten Jones op zak heeft. Dat zijn er tien. Smith vormt zo het geloof dat de persoon die de job krijgt, tien munten op zak heeft.

Nu blijkt dat de getuigenis van de baas incorrect was en het is Smith, niet Jones die de baan krijgt. Zonder dat hij het wist, blijkt ook Smith zelf tien munten op zak te hebben. Het geloof van Smith dat de persoon die tien munten op zak heeft de job krijgt, is gerechtvaardigd doordat die persoon inderdaad tien munten op zak heeft en het blijkt ook waar te zijn. Maar geen enkel van die dingen wijzen erop dat Smith, en niet Jones het juiste antwoord was. De getuigenis van de baas was verkeerd en Smith had toevallig ook tien munten op zak.

1→ Heeft Smith hier per ongeluk een gerechtvaardigd waar geloof?

2→ Wijst dit erop dat een gerechtvaardigd waar geloof niet noodzakelijk overeenkomt met iets weten?

b Bedenk in groep een Gettier-casus. Een situatie waarin iemand wel een gerechtvaardigd waar geloof maar toch geen kennis heeft.

5 LOGICA

Is filosofie logisch?

De filosofie beschikt niet alleen over een uitgebreid vakjargon, ze heeft zelfs een volledig eigen taal ontwikkeld: logica. Met logica vorm je redeneringen volgens strikte regels om tot geldige conclusies te komen. Logica stelt je in staat om premissen en conclusies in formulevorm weer te geven. Daarom is het een handige tool om na te denken over de geldigheid van argumenten. Wil je hier graag meer over te weten komen? Op iDiddit vind je 5 Logica: Is filosofie logisch? dat je als uitbreiding kunt maken.

EUREKA!

“Wanneer spreek je de waarheid?”

Forum

Lees het artikel op iDiddit. Bereid argumenten voor op een discussie over dit artikel.

Discussievragen

1 Hebben influencers een voorbeeldrol en moeten ze daarom aan bepaalde standaarden worden gehouden?

2 Mogen influencers hun sociale media gebruiken om dingen proberen te verkopen aan jongeren?

3 Zorgen influencers ervoor dat jongeren een vertekend wereldbeeld hebben?

4 Doen minderjarige influencers eigenlijk aan kinderarbeid en zou het daarom onder strengere regels moeten vallen?

Argumenten

Maak gebruik van sterke argumenten en gebruik geen drogredenen. Maak ook gebruik van deductie/ inductie in je argumenten. Tijdens de discussie wordt er weer gewerkt met een buitenkring en binnenkring waarbij de buitenkring erop let of er drogredenen gebruikt worden.

Test jezelf

Ga naar om de vragen te beantwoorden.

1 Hoe kun je de grot van Plato toepassen op sociale media?

2 Hoe is een redenering opgebouwd en welke soorten zijn er?

3 Wat betekent deductieve geldigheid?

4 Wanneer spreek je van een gezonde redenering?

5 Waarom behoort John Locke tot het empirisme en niet tot het rationalisme?

6 Hoe verklaart John Locke dat de zintuigen zich toch wel eens kunnen vergissen?

7 Wat is subjectief idealisme?

8 Kom je met inductie tot zekerheid volgens David Hume? Waarom wel/niet?

9 Waarom twijfelen we toch niet of we dadelijk door de grond zouden zakken volgens Hume?

10 Wat is een bewering?

11 Wat betekent het als iets een gerechtvaardigd waar geloof is?

SYNTHESE

Plato

Met de allegorie van de grot wilde Plato aantonen dat misschien iedereen in een schaduwwereld leeft. Het is niet mogelijk om de realiteit te zien zoals ze echt is, enkel hoe ze wordt afgespiegeld. Alles wat bestaat in deze wereld is volgens Plato slechts een afspiegeling van de ware realiteit. De allegorie van de grot wijst erop dat het mogelijk is om vergissingen te maken. Misschien is iets wat je zeker dacht te weten toch niet geheel correct.

Deductie

Een redenering is een reeks zinnen die eindigt met een conclusie. De zinnen die niet de conclusie zijn, noem je de premissen. Zij geven de grond om de conclusie te aanvaarden. Als alle premissen waar zijn, kom je tot een conclusie die waar is omdat ze gebaseerd is op ware premissen. Dat soort redenering noemt men een deductie.

Een deductieve geldigheid hangt niet af van de feitelijke waarheid. Bij een deductie ga je ervan uit dat de premissen gelden, ongeacht of ze waar zijn of niet. Je werkt in een hypothetisch scenario tijdens een deductie. Dat betekent dat je doet alsof de premissen waar zijn. Als de premissen wél waar zijn en niet louter hypothetisch, en de conclusie volgt uit de premissen, dan is het ook een gezonde redenering. Dat is dus een geldige deductie met ware premissen

Wanneer twee premissen elkaar tegenspreken, is er sprake van een contradictie. De regel bij een deductie is dat als de premissen waar zijn, de conclusie die eruit volgt ook waar is. Maar bij een contradictie kan het niet dat beide premissen waar zijn. Daaruit volgt dat er geen sprake kan zijn van een geldige deductie

Locke en Berkeley

John Locke is een bekende empirist. Empirisme is het geloof dat de zintuigen de betrouwbaarste bron van kennis zijn. Iedereen wordt volgens Locke geboren met een tabula rasa. Dat betekent een schone lei. Doorheen je leven vergaar je kennis en vul je de lei in. Die kennis komt binnen via de zintuiglijke waarneming. Zonder waarneming is er geen kennisvergaring, want dan is er enkel een tabula rasa

Locke kwam daarmee direct in oppositie te staan met de rationalistische filosofen zoals Descartes en Plato. Rationalisme is het geloof dat rede de betrouwbaarste bron van kennis is en dat de zintuigen onbetrouwbaar zijn. Zintuiglijke kennis is volgens Locke voor het menselijk leven en de vooruitgang van de wetenschappen de belangrijkste vorm van kennis. Zonder de zintuiglijke waarneming is er geen kennis. Maar hij zegt er ook bij dat het geen honderd procent zekere kennis is. Waarneming gebeurt altijd door een persoon en bijgevolg is er ook een oordeel aan gekoppeld.

↑ KENNISCLIP

John Locke stelde dat objecten kwaliteiten hebben. Hij maakte daarin een onderscheid tussen primaire en secundaire kwaliteiten.

Onder de primaire kwaliteiten vallen: stevigheid, dichtheid, gewicht, massa, hoogte, diepte, breedte en vorm. Secundaire kwaliteiten zijn niet ‘echt’ volgens Locke, maar worden in je hoofd gecreëerd. Dat zijn: kleur, smaak, textuur, geur en geluid.

Locke gebruikt de primaire en secundaire kwaliteiten om uit te leggen waarom er onenigheid kan zijn over bepaalde waarnemingen van de zintuigen. De onenigheid treedt op omdat secundaire kwaliteiten zich vormen in de hersenen en niet ‘echt’ bestaan in de realiteit. De primaire kwaliteiten zijn wel ‘echt’ los van wie naar het object kijkt. Om die reden kan er over de primaire kwaliteiten geen onenigheid zijn volgens Locke.

George Berkeley gaat aan de slag met de filosofie van John Locke over primaire en secundaire kwaliteiten, maar neemt een andere wending.

De secundaire kwaliteiten zijn volgens Berkeley verbonden met de primaire kwaliteiten. Als je de vorm van een appel ziet, zie je ook meteen de kleur en textuur. Het is niet mogelijk om de primaire kwaliteiten waar te nemen zonder ook secundaire kwaliteiten waar te nemen.

Als de secundaire kwaliteiten niet ‘echt’ zijn, dan moet dat volgens Berkeley ook gelden voor de primaire kwaliteiten doordat ze verbonden zijn met elkaar. Ook die bestaan dan niet ‘echt’. Daaruit leidt Berkeley af dat er geen materie ‘echt’ bestaat, maar dat je enkel over waarnemingen beschikt die zich mentaal afspelen. Zijn, is waarnemen of waargenomen worden. Die visie noemt men in de filosofie subjectief idealisme. De werkelijkheid bestaat enkel uit de gewaarwordingen in de individuele geest.

Inductie & Hume

Inductie is een vorm van redeneren die iedereen in het dagelijks leven gebruikt. Het stuurt veel beslissingen die je neemt. Bij inductie maak je gebruik van waarnemingen uit het verleden en heden om voorspellingen te maken over de toekomst.

Het verleden wordt gebruikt als een indicator voor wat er in de toekomst zal gebeuren. Je verwacht dat de situatie in de toekomst dezelfde is als in het verleden. Hoe vaker je iets in het verleden meemaakte, des te zekerder je ervan zult zijn dat het in de toekomst weer gebeurt.

David Hume stelde dat er geen rechtvaardiging is voor inductie. De rede noch de zintuigen zijn in staat om zekere kennis te geven over de toekomst. Het is op basis van waarneming nooit mogelijk om uit te sluiten dat de toekomst geen compleet ander resultaat geeft dan het verleden. Je kunt onmogelijk zeker weten dat je straks niet door de grond zakt, ook al is dat in het verleden nooit gebeurd. Het is niet uit te sluiten volgens Hume. Inductie biedt geen zekerheid. De mogelijkheid is er altijd dat de toekomst anders uitdraait dan verwacht. Het is dus eigen aan inductie dat het gaat over waarschijnlijkheden en geen zekerheden.

De reden dat je toch overtuigd bent dat je straks niet door de grond zakt is omdat je een natuurlijk geloof hebt (natural belief). Het is geen kennis omdat het niet gefundeerd is, maar het is een geloof gebaseerd op een voorspelling die een hoge waarschijnlijkheid heeft. Dankzij natuurlijke geloven is het mogelijk om nog steeds je leven te leiden zonder de constante vrees om door de grond te zakken.

Waarheid

Een bewering is een uitspraak die een waarheidsgehalte heeft. Een waarheidsgehalte is een staat van waar, vals of onbepaald. Alle verklarende zinnen hebben een waarheidsgehalte. Verklaringen die iets beweren over het verleden of het heden zijn ofwel waar of vals. Uitspraken over de toekomst zijn onbepaald, omdat het nog niet geweten is of het waar of vals is. Een propositie is de inhoud van een bewering, dat is de onderliggende betekenis van wat je zegt.

Een propositie is waar als wat je zegt overeenkomt met de realiteit. De attitude van een propositie is ook belangrijk, dat noemt men een propositionele attitude. Het is de manier waarop je iets vertelt. Bij een propositionele attitude van ongeloof zeg je iets waarvan je weet dat het niet de waarheid is. Als je wel gelooft dat wat je zegt de waarheid is, dan is het een propositionele attitude van geloof. Dat betekent dat je valse geloven kunt hebben. Dan geloof je iets waarvan jij overtuigd bent dat het waar is, ook al is het niet waar in de realiteit.

proefversie©VANIN

Echt weten

Wat betekent het om iets echt te weten in de filosofische betekenis? Filosofen spreken van een gerechtvaardigd waar geloof. Het bestaat uit drie delen. Je moet geloven in wat je zegt (geloof), wat je gelooft moet overeenkomen met de realiteit (waar), en er moet bewijs of ondersteuning zijn voor wat je gelooft (gerechtvaardigd). Als aan de drie delen voldaan wordt, is het een gerechtvaardigd waar geloof en spreken filosofen van echt weten.

Maar wat maakt iets gerechtvaardigd? Daarvoor heb je bewijs of ondersteuning nodig. Dat zorgt ervoor dat datgene waarin jij gelooft ook gerechtvaardigd is doordat er bewijs of ondersteuning voor is. Een getuigenis betekent dat je het woord van een ander vertrouwt. Het is veruit de meest gebruikte manier om kennis te rechtvaardigen.

Bordschema

Rebelleren tegen kennis

Deductie

Kennis opdoen

cognitieve dissonantie: ‘kennis’ niet aanvaarden

Plato’s grot

sociale media en bubbels

proefversie©VANIN

Inductie

Bewering

redenering

Premissen leiden tot een conclusie

Als de premissen waar zijn, is de conclusie waar.

deductieve geldigheid

Hangt niet af van feitelijke waarheid. hypothetisch gezonde redenering

deductieve geldigheid + feitelijke waarheid contradictie

Twee premissen spreken elkaar tegen.

John Locke

Iedereen start met een tabula rasa (schone lei).

primaire kwaliteiten: echt

secundaire kwaliteiten: niet echt

George Berkeley

primaire kwaliteiten: niet echt secundaire kwaliteiten: niet echt

Karl Popper pseudowetenschap verificatie

wetenschap falsificatie

redenering

gebruikmaken van het verleden om voorspellingen te maken over de toekomst

geen zekere kennis

David Hume

natuurlijk geloof: hoge waarschijnlijkheid

een uitspraak met een waarheidsgehalte

Propositie is de inhoud van een bewering.

Waar als propositie overeenkomt met de realiteit. propositionele attitude van geloof propositionele attitude van ongeloof vals geloof

Je gelooft dat wat je zegt waar is ook al is het niet zo.

gerechtvaardigd waar geloof

geloven in wat je zegt overeenkomen met de realiteit ondersteund door bewijs getuigenis

vertrouwen wat iemand zegt

proefversie©VANIN

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.