Inhoudsopgave_Praktisch strafrecht_2023

Page 1

Inhoudstafel

DEEL I DE MISDRIJVEN EN DE BESTRAFFING IN HET ALGEMEEN

17

Hoofdstuk 1 Belangrijke begrippen 19

1 Wat is strafrecht? 21

1.1 Belangrijke elementen in deze definitie 21

1.2 Het legaliteitsbeginsel 24

1.2.1 Nullum crimen sine lege: geen misdrijf zonder wet 24

1.2.2 Nulla poena sine lege: geen straf zonder wet 25

1.2.3 Het legaliteitsbeginsel heeft een aantal gevolgen 25

2 De bronnen van het strafrecht 26

2.1 Wetgeving 26 2.2 Rechtspraak 27 2.3 Rechtsleer 27

3 De strafgerechten: organigram 30

4 Werking in de tijd: de niet-retroactiviteit van de strafwet 31

5 De werking van de strafwet in de ruimte 32

5.1 Misdrijven gepleegd in België 33 5.2 Misdrijven gepleegd buiten België 34

6 De werking van de strafwet ten overstaan van personen 34

7 Cases 36

7.1 Definitie strafrecht: ‘… tegenover welke personen …’ 36 7.2 Het legaliteitsbeginsel: nullum crimen sine lege 37 7.3 Het legaliteitsbeginsel: nulla poena sine lege 37

7.4 Interpretatie van de strafwet: strikte interpretatie 38

7.5 Interpretatie van de strafwet: analoge interpretatie 1 38

7.6 Interpretatie van de strafwet: analoge interpretatie 2 38

7.7 Niet-retroactiviteit van de strafwet 1 39

7.8 Niet-retroactiviteit van de strafwet 2 39

7.9 De werking van de strafwet in de ruimte 40

7.10 De werking van de strafwet ten overstaan van personen 1 40

7.11 De werking van de strafwet ten overstaan van personen 2 40

7.12 De werking van de strafwet ten overstaan van personen 3 41

7.13 De werking van de strafwet ten overstaan van personen 4 41

Inhoudstafel 3

Hoofdstuk 2 De misdrijven 43

1 De indeling van de misdrijven 45

1.1 Het begrip ‘misdrijf’ 45

1.1.1 Een menselijke gedraging 45

1.1.2 Een strafbare gedraging 45

1.1.3 Een door de wet bestrafte gedraging 46

1.2 De wettelijke indeling van de gemeenrechtelijke misdrijven 46

1.2.1 Misdaden, wanbedrijven en overtredingen 46

1.2.2 Correctionalisering en contraventionalisering 46

1.3 De indeling op basis van de aard van de misdrijven 48

1.3.1 Politieke misdrijven 48

1.3.2 Drukpersmisdrijven 49

1.4 De indeling van de misdrijven volgens materiële uitvoeringswijze 51

1.4.1 Aflopende en voortdurende misdrijven 51

1.4.2 Enkelvoudige en voortgezette misdrijven 51 1.4.3 Gelegenheidsmisdrijven en gewoontemisdrijven 52

2 De bestanddelen van het misdrijf 53

2.1 Het materieel bestanddeel van een misdrijf 53

2.1.1 Handelingsmisdrijven 54

2.1.2 Onthoudingsmisdrijven 54

2.1.3 Oneigenlijke onthoudingsmisdrijven 54

2.1.4 De causaliteit 55

2.1.5 De wederrechtelijkheid 56

2.2 Het moreel bestanddeel van een misdrijf 56

2.2.1 Het schuldbegrip 57

2.2.2 De opzettelijke misdrijven 57

2.2.3 De onachtzaamheidmisdrijven 59

3 Modaliteiten van het misdrijf en de strafbaarheid 61

3.1 De verzwarende omstandigheden 61

3.1.1 Subjectief verzwarende omstandigheden 61

3.1.2 Objectief verzwarende omstandigheden 62

3.2 De poging 63

3.2.1 Het voornemen om een misdrijf te plegen 63

3.2.2 Het begin van uitvoering 64

3.2.3 Niet voltooien van het misdrijf, buiten de wil van de dader 64

3.2.4 Bestraffing van de poging 64

3.3 Strafbare deelneming 65

3.3.1 Daders en mededaders 65

3.3.2 Medeplichtigen 66

3.3.3 Bestraffing 67

Inhoudstafel 4

3.4 Rechtvaardigingsgronden 68

3.4.1 De objectieve rechtvaardigingsgronden 68

3.4.2 De subjectieve rechtvaardigingsgronden 79

3.4.3 De specifieke rechtvaardigingsgronden bij abortus en euthanasie 83

3.5 Verschoningsgronden 85

3.5.1 Beslissende of strafuitsluitende verschoningsgronden 85

3.5.2 Verzachtende of strafverminderende verschoningsgronden 87

4 Cases 87

4.1 Misdrijven 1 87 4.2 Misdrijven 2 88 4.3 Misdrijven 3 88 4.4 Misdrijven 4 88 4.5 Misdrijven 5 88 4.6 Misdrijven 6 88 4.7 Misdrijven 7 89 4.8 Misdrijven 8 89 4.9 Verzwarende omstandigheden 1 89 4.10 Verzwarende omstandigheden 2 89 4.11 Verzwarende omstandigheden 3 90 4.12 Poging 1 90 4.13 Poging 2 90 4.14 Poging 3 91 4.15 Poging 4 91 4.16 Strafbare deelneming 1 91 4.17 Strafbare deelneming 2 92 4.18 Strafbare deelneming 3 92 4.19 Objectieve rechtvaardigingsgronden: voorschrift van de wet en bevel van de overheid 1 93 4.20 Objectieve rechtvaardigingsgronden: voorschrift van de wet en bevel van de overheid 2 93 4.21 Objectieve rechtvaardigingsgronden: wettige verdediging of noodweer 94

4.21.1 Noodweer 1 94 4.21.2 Noodweer 2 94 4.21.3 Noodweer 3 94 4.22 Wettige verdediging 1 94 4.23 Wettige verdediging 2 95 4.24 Wettige verdediging 3 95 4.25 Wettige verdediging 4 95

4.26 Objectieve rechtvaardigingsgronden: Noodtoestand 95

4.27 Objectieve rechtvaardigingsgronden: Toestemming van het slachtoffer 1 96 4.28 Objectieve rechtvaardigingsgronden: Toestemming van het slachtoffer 2 96 4.29 Objectieve rechtsvaardigingsgronden: Toestemming van het slachtoffer 3 96 4.30 Subjectieve rechtvaardigingsgronden: Dwaling of onwetendheid 1 97

Inhoudstafel 5

4.31 Subjectieve rechtvaardigingsgronden: Dwaling of onwetendheid 2 97

4.32 Subjectieve rechtvaardigingsgrond: Dwang en overmacht 1 97

4.33 Subjectieve rechtvaardigingsgronden: Dwang of overmacht 2 98

4.34 Strafuitsluitende verschoningsgronden 98 4.35 Verschoningsgronden 98

Hoofdstuk 3 De straffen en sancties 101

1 Het strafbegrip 103

2 De indeling van de straffen 104

2.1 De wettelijke indeling 104

2.2 De hoofdstraffen 106

2.2.1 De vrijheidsberovende straffen 106

2.2.2 De geldboete als hoofdstraf 107 2.2.3 De werkstraf 108

2.2.4 De straf onder elektronisch toezicht 109 2.2.5 De autonome probatiestraf 110

2.3 De bijkomende straffen 111

2.3.1 De geldboete als bijkomende straf 111

2.3.2 De bijzondere verbeurdverklaring 112

2.3.3 De afzetting 113

2.3.4 De ontzetting uit burgerlijke en politieke rechten 113

2.3.5 De terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank 114

2.3.6 Het verbod een beroep uit te oefenen of een handel uit te baten 115

2.3.7 De bekendmaking van de veroordeling 116

2.3.8 Het verval van het recht tot sturen 116

2.4 De straffen toepasselijk op rechtspersonen 117

2.5 De sancties toepasselijk op minderjarigen 118

2.6 De geestesgestoorden 119

2.6.1 Wat is een geestesgestoorde? 119

2.6.2 Het psychiatrisch onderzoek 119 2.6.3 De internering 119

3 De straftoemeting 120

3.1 Algemene begrippen 120

3.2 Omstandigheden die de straf kunnen verminderen 120

3.2.1 Verzachtende omstandigheden 120

3.2.2 Strafverminderende verschoningsgronden 123

3.2.3 Samenloop van misdrijven 125

3.3 Omstandigheden die de straf kunnen verzwaren 126

3.3.1 Strafverzwarende omstandigheden 126 3.3.2 Herhaling 127

Inhoudstafel 6

4 De modaliteiten van de straf 128

4.1 Algemeen 128

4.2 De opschorting van de uitspraak van de veroordeling 129

4.2.1 Begrip 129

4.2.2 De wettelijke toepassingsvoorwaarden 129 4.2.3 De bevoegde gerechten 129 4.2.4 De herroeping van de opschorting 130

4.3 Het uitstel van de tenuitvoerlegging van de straf 130 4.3.1 Begrip 130

4.3.2 De wettelijke toepassingsvoorwaarden 130 4.3.3 De bevoegde gerechten 131 4.3.4 De herroeping van het uitstel 131

4.4 De probatie 131 4.4.1 Begrip 131 4.4.2 De probatievoorwaarden 131 4.4.3 De probatiecommissie 132

4.5 De uitvoering van de straf 132 4.5.1 Algemeen 132 4.5.2 Uitvoering van de vrijheidsberovende straffen 132 4.5.3 De uitvoering van de geldstraffen 135 4.5.4 Genade 136 4.5.5 De verjaring van de strafuitvoering 136

4.6 Het verval van de straffen 136 4.6.1 De dood van de veroordeelde 137 4.6.2 Amnestie 137 4.6.3 Herstel in eer en rechten 137 4.6.4 Uitwissing van de veroordelingen 137 5 Cases 138 5.1 Straffen en sancties 1 138 5.2 Straffen en sancties 2 138 5.3 Straffen en sancties 3 138 5.4 Straffen en sancties 4 138 5.5 Straffen en sancties 5 138 5.6 Straffen en sancties 6 139 5.7 Straffen en sancties 7 139 Hoofdstuk

Inhoudstafel 7
4 Toepassing van het algemeen strafrecht op het bijzonder strafrecht
1 Indeling en structuur van het strafwetboek 143 2 Complementaire en bijzondere wetten 143
141

2.1 Complementaire wetten 143

2.2 Bijzondere wetten 144

3 Art. 100 Sw. omtrent de toepassing van het algemeen strafrecht op de bijzondere strafwetten 144

3.1 Het principe van art. 100 Sw. 144

3.2 De uitzonderingen op de toepassing van het principe van art. 100 Sw. 144

DEEL II DE MISDRIJVEN EN HUN BESTRAFFING IN HET BIJZONDER

147

Titel I Misdaden en wanbedrijven tegen de veiligheid van de Staat 151

1 Aanslag op en samenspanning tegen de Koning, de Koninklijke familie en de regeringsvorm 153

2 Misdaden en wanbedrijven tegen de uitwendige veiligheid van de Staat (art. 113 – 123 decies Sw.) 153

3 Misdaden tegen de inwendige veiligheid van de Staat 154

Titel I bis Ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht 155

Titel I ter Terroristische misdrijven 159

Titel II Misdaden en wanbedrijven die door de grondwet gewaarborgde rechten schenden 163

1 Wanbedrijven betreffende de vrije uitoefening van de erediensten 165

2 Schending door openbare ambtenaren van rechten door de grondwet gewaarborgd 166

Titel III Misdaden en wanbedrijven tegen de openbare trouw 167

1 Valse munt 169

2 Namaking of vervalsing van openbare effecten, aandelen, schuldbrieven, rentebewijzen en bij de wet toegelaten bankbiljetten 169

3 Bescherming van de geldtekens die wettig betaalmiddel zijn 170

4 Namaking of vervalsing van zegels, stempels, merken enz. 170

5 Valsheid in geschriften, in informatica en in telegrammen (art. 193 – 214 Sw.) 171

5.1 Valsheid in geschriften 171

5.1.1 Definitie van het begrip ‘geschrift’ 171

5.1.1.1 Een geschrift 171

5.1.1.2 Het uitdrukken van een gedachte 171

Inhoudstafel 8

5.1.1.3 De juridische draagwijdte 172

5.1.1.4 Zich opdringen aan het openbaar vertrouwen 172

5.1.2 De beschermde geschriften 172

5.1.2.1 Authentieke en openbare geschriften, handels- of bankgeschriften en private geschriften 172

5.1.2.2 Bijzondere geschriften 172

5.1.3 Definitie van het begrip ‘vervalsing’ 173

5.1.4 Het bedrieglijk opzet of het oogmerk te schaden 173

5.2 Informaticamisdrijven 173

5.2.1 De valsheid in informatica 174

5.2.1.1 Elementen van het misdrijf 174 5.2.1.2 Modaliteiten en strafmaat 174

5.2.2 Informaticabedrog 174

5.2.2.1 Elementen van het misdrijf 174 5.2.2.2 Modaliteiten en strafmaat 175

5.2.3 Misdrijven tegen de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van informaticasystemen en van de gegevens die door middel daarvan worden opgeslagen, verwerkt of overgedragen 175

5.2.3.1 Toegang verschaffen tot informaticasystemen of hacking 175

5.2.3.2 Hackingtools 176

5.2.3.3 Datamanipulatie 177 5.2.3.4 Manipulatietools 177

5.3 Cases informaticamisdrijven 177

5.3.1 Phishing of informaticabedrog 177 5.3.2 Skimming 178

5.3.3 Niet-specifieke cybercriminaliteit: CYBERPESTEN 178

6 Valse getuigenis en meineed (art. 215 – 226 Sw.) 179

7 Aanmatiging van ambten, van titels of van een naam (art. 227 – 232 Sw.) 179

Titel IV Misdaden en wanbedrijven tegen de openbare orde, gepleegd door personen die een openbaar ambt uitoefenen of door bedienaren der erediensten in de uitoefening van hun bediening 181

1

Samenspanning van ambtenaren (art. 233 – 236 Sw.) 183

2 Aanmatiging van macht door administratieve en rechterlijke overheden (art. 237 – 239 Sw.) 184

3 Verduistering, knevelarij en belangenneming gepleegd door personen die een openbaar ambt uitoefenen (art. 240 – 245 Sw.) 184

4 Omkoping van personen die een openbaar beroep uitoefenen (art. 246 – 252 Sw.) 184

5 Misbruik van gezag (art. 254 – 259 Sw.) 185

6 Afluisteren, kennisnemen en opnemen van privécommunicatie en telecommunicatie

Inhoudstafel 9

(art. 259bis Sw.) 185

7 Onwettige vervroegde of verlengde uitoefening van het openbaar gezag (art. 261 – 262 Sw.) 186

8 Enige wanbedrijven betreffende het houden van de akten van de burgerlijke stand 186

9 Misdrijven gepleegd door de bedienaren van de eredienst in de uitoefening van hun functie (art. 267 – 268 Sw.) 186

Titel V Misdaden of wanbedrijven tegen de openbare orde door bijzondere personen gepleegd 187

1 Weerspannigheid (art. 269 – 274 Sw.) 189

2 Smaad en geweld tegen ministers, leden van de wetgevende kamers, dragers van het openbaar gezag of van de openbare macht (art. 275 – 282 Sw.) 189

3 Zegelverbreking (art. 283 – 288 Sw.) 190

4 Belemmering van de uitvoering van openbare werken (art. 289 – 291 Sw.) 190

5 Misdaden en wanbedrijven van leveranciers (art. 292 – 298 Sw.) 190

6 Uitgeven of verspreiden van geschriften zonder vermelding van naam en woonplaats van de schrijver of van de drukker (art. 299 – 300 Sw.) 190

7 Overtreding van de wetten en verordeningen op loterijen, speelhuizen en pandhuizen (art. 301 – 308 Sw.) 190

8 Misdrijven betreffende de nijverheid, koophandel en openbare veilingen (art. 309 – 314 Sw.) 191

9 Misdrijven betreffende het geheim van de privécommunicatie en telecommunicatie 191

10 Enige andere misdrijven tegen de openbare orde (art. 315 – 321 Sw.) 191

Titel VI Misdaden en wanbedrijven tegen de openbare veiligheid 193

1 Vereniging met het oogmerk om een aanslag te plegen op personen of op eigendommen en criminele organisatie 195

1.1 Vereniging met het oogmerk om een aanslag te plegen op personen of eigendommen 195

1.1.1 Elementen van het misdrijf 195

1.1.1.1 Het bestaan van een vereniging 195

1.1.1.2 Enige vorm van organisatie 195

1.1.1.3 Het plegen van aanslagen op personen of eigendommen als doel 196

1.1.2 Modaliteiten in de bestraffing van het misdrijf 196

1.1.3 Verschoningsgrond 197

1.2 Criminele organisaties 197

1.2.1 Bestanddelen van het misdrijf 197

1.2.2 Modaliteiten van het misdrijf 197

1.2.3 Verschoningsgrond 198

Inhoudstafel 10

2 Bedreigingen met een aanslag op personen of op eigendommen en valse inlichtingen betreffende ernstige aanslagen (art. 327 – 331 Sw.) 198

3 Ontvluchting van gevangenen (art. 332 – 337 Sw.) 198

4 Banbreuk en enige gevallen van verberging (art. 338 – 341 Sw.) 199

5 Wanbedrijven tegen de openbare veiligheid gepleegd door landlopers of door bedelaars (art. 342 – 347 Sw.) 199

Titel VI bis Misdaden met betrekking tot het nemen van gijzelaars

201

Titel VII Misdaden en wanbedrijven tegen de orde der familie 213

1 Vruchtafdrijving (art. 348 – 353 Sw.) 215

2 Art. 354 – 360bis Sw. 215

3 Misdaden en wanbedrijven strekkende tot het verhinderen of vernietigen van het bewijs van de burgerlijke staat van kinderen (art. 361 – 367 Sw.) 215

4 Art. 368 – 371 Sw. 216

5 Voyeurisme, aanranding van de eerbaarheid en verkrachting (art. 371/1 – 378bis Sw.) 216

6 Bederf van de jeugd en prostitutie (art.379 – 382ter Sw.) 216

7 Openbare schennis van de goede zeden (art. 383 – 389 Sw.) 216

8 Dubbel huwelijk (art. 390 – 391 Sw.) 216

9 Verlating van familie (art. 391bis – 391ter Sw.) 216

9.1 Verlating van familie 216 9.2 Cases 220

9.2.1 Familieverlating 1 220 9.2.2 Familieverlating 2 220 9.2.3 Familieverlating 3 220

10 Misdrijven en wanbedrijven inzake adoptie (art. 391quater – 391quinquies Sw.) 221

11 Gedwongen huwelijk en gedwongen wettelijke samenwoning (art. 391sexies – octies Sw.) 221

Titel VIII Misdaden en wanbedrijven tegen personen

223

1 Opzettelijk doden, opzettelijk toebrengen van lichamelijk letsel, foltering, onmenselijke behandeling en onterende behandeling (art. 392 – 417 Sw.) 225

1.1 Wat is opzettelijk in dit verband? 225

1.2 Opzettelijk toebrengen van slagen en verwondingen 226

Inhoudstafel 11

1.3 De verzwarende omstandigheden 227

1.3.1 Objectief verzwarende omstandigheden 227

1.3.2 Subjectief verzwarende omstandigheden 228

1.3.3 Specifiek verzwarende omstandigheden 229

1.4 Kwaadwillige verkeersbelemmering (art. 406 Sw.) 230

1.5 Verminking van de genitaliën van een persoon van het vrouwelijk geslacht (art. 409 Sw.) 230

1.6 Verschoningsgronden 230

1.7 Rechtvaardigingsgronden 231

1.8 Foltering, onmenselijke behandeling en onterende behandeling 232

1.9 Cases 233

1.9.1 Slagen en verwondingen 1 233

1.9.2 Slagen en verwondingen 2 233

2 Misdrijven tegen de seksuele integriteit, voyeurisme, niet consensuele verspreiding van seksueel getinte inhoud en verkrachting (art. 417/5 - 417/64 Sw.) 234

2.1 Afdeling 1: Aantasting van de seksuele integriteit, voyeurisme, niet-consensuele verspreiding van seksueel getinte inhoud en verkrachting 234

2.1.1 Toestemming met betrekking tot het seksueel zelfbeschikkingsrecht 234

2.1.2 Aantasting van de seksuele integriteit 235

2.1.3 Voyeurisme 235

2.1.4 Niet-consensuele verspreiding van seksueel getinte inhoud 236

2.1.5 Niet-consensuele verspreiding, met kwaadwillig opzet of uit winstbejag, van seksueel getinte inhoud 237

2.1.6 Verkrachting 237

2.1.7 De verzwaarde misdrijven 238 2.1.8 De verzwarende factoren 240

2.1.9 Cases: aantasting van de seksuele integriteit en verkrachting 240

2.2 Afdeling 2: Seksuele uitbuiting van minderjarigen 241

2.2.1 Benaderen van een minderjarige voor seksuele doeleinden 241 2.2.2 Seksuele uitbuiting van minderjarigen met het oog op prostitutie 241 2.2.3 Beelden van seksueel misbruik van minderjarigen 242 2.2.4 Verzwarende factoren 243

2.3 Afdeling 3: Openbare zedenschennis 243

2.3.1 Openbare zedenschennis 243

2.3.2 De verzwarende factoren 244

2.4 Afdeling 4: Gemeenschappelijke bepalingen 244

3 Onopzettelijk doden en onopzettelijk toebrengen van lichamelijk letsel (art. 418 – 422quater Sw.) 245

3.1 Gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg: de fout 245

3.2 Letsels of de dood 246

3.3 Het oorzakelijk verband 246

3.4 Verschoningsgronden 247 3.5 Rechtvaardigingsgronden 247

Inhoudstafel 12

3.6 Verzwarende omstandigheid: verkeersongeval 247

3.7 Specifieke gevallen 247

3.8 Enkele gevallen van schuldig verzuim 248

4 Aantasting van de persoon van minderjarigen, van kwetsbare personen en van het gezin (art. 423 – 433bis Sw.) 250

5 Exploitatie van bedelarij (art. 433ter – 433quater Sw.) 253

6 Misbruik van prostitutie (art. 433quater/1 – 433quater/8 Sw.) 254

6.1 Het pooierschap 254

6.2 Reclame maken voor prostitutie 254

6.3 Het openbaar aanzetten tot prostitutie 255

6.4 Verzwaard misbruik van prostitutie 255

6.5 Sluiting van de inrichting 256

6.6 Specifieke verboden 256

6.7 Multidisciplinaire evaluatie 256

7 Mensenhandel (art. 433quinquies – 433novies Sw.) 257

8 Handel in menselijke organen 257

9 Misbruik maken van andermans kwetsbare positie door de verkoop, verhuur of terbeschikkingstelling van goederen met de bedoeling een abnormaal profijt te realiseren (art. 433decies – 433quinquiesdecies Sw.) 258

10 Aanslag op de persoonlijke vrijheid en op de onschendbaarheid van de woning, gepleegd door bijzondere personen (art. 434 – 442 Sw.) 259

11 Belaging (art. 442bis – 442ter Sw.) 260

12 Misbruik maken van de zwakke toestand van personen (art. 442quater Sw.) 260

13 Aanranding van de eer of de goede naam van personen (art. 443 – 452 Sw.) 260

13.1 Gemeenschappelijke bestanddelen 261

13.1.1 Klachtmisdrijf 261

13.1.2 Bijzondere grond van onschendbaarheid 261

13.2 Laster en eerroof 261

13.2.1 Gezamenlijke bestanddelen van de misdrijven laster en eerroof 261 13.2.1.1 Kwaad opzet 261 13.2.1.2 Aantijging van een bepaald feit 262 13.2.1.3 Krenking van de eer of blootstelling aan openbare verachting 262 13.2.1.4 Openbaar karakter 262

13.2.2 Verschil tussen laster en eerroof 262

13.3 Lasterlijke aangifte 263

13.3.1 Bestanddelen van het misdrijf 263

13.3.2 Modaliteiten en bestraffing van het misdrijf 263

13.4 Lasterlijke aantijging toegestuurd aan een persoon tegen zijn ondergeschikte 263

13.4.1 Bestanddelen van het misdrijf 263

Inhoudstafel 13

13.4.2 Modaliteiten en bestraffing van het misdrijf 264

13.5 Belediging 264

13.5.1 Bestanddelen van het misdrijf 264

13.5.2 Modaliteiten en bestraffing van het misdrijf 264

13.6 Kwaadwillige ruchtbaarheid 264

13.6.1 Bestanddelen van het misdrijf 265

14 Enige andere wanbedrijven tegen personen (art. 454 – 460ter Sw.) 265

Titel IX Misdaden en wanbedrijven tegen eigendommen 269

1 Diefstal en afpersing (art. 461 – 488 Sw.) 271

1.1 Diefstal 271

1.1.1 Definitie van het begrip ‘diefstal’ 271

1.1.2 Diefstal zonder geweld of bedreiging 271 1.1.2.1 Bestanddelen van het misdrijf 271

1.1.2.2 Modaliteiten en bestraffing van het misdrijf 273 1.1.2.3 De verschoningsgrond van verwantschap 273

1.1.3 Verzwarende omstandigheden en hun gevolgen voor de strafmaat 273 1.1.3.1 Verzwarende omstandigheden bij diefstal zonder geweld of bedreiging 273 1.1.3.2 Verzwarende omstandigheden bij diefstal met geweld of bedreiging 275

1.2 Afpersing 278

2 Externe beveiliging van kernmateriaal (art. 488bis Sw.) 278

3 Bedrog (art. 489 – 509quater Sw.) 278

3.1 Misdrijven die verband houden met de staat van faillissement 278

3.1.1 Het stellen van bepaalde handelingen in de verdachte periode of het niet voldoen van bepaalde verplichtingen in het kader van het faillissement 279 3.1.1.1 Bestanddelen van het misdrijf 279 3.1.1.2 Modaliteiten en bestraffing van het misdrijf 279

3.1.2 Bepaalde handelingen die de failliete massa bezwaren 280 3.1.2.1 Bestanddelen van de misdrijven 280 3.1.2.2 Modaliteiten en bestraffing van het misdrijf 280

3.1.3 Bedrieglijke bankbreuk 280 3.1.3.1 Bestanddelen van de misdrijven 280 3.1.3.2 Modaliteiten en bestraffing van de misdrijven 281

3.1.4 Misdrijven die verband houden van de staat van faillissement, gepleegd door derden 281 3.1.4.1 Bestanddelen van de misdrijven 281 3.1.4.2 Modaliteiten en bestraffing van de misdrijven 282

3.1.5 Bedrieglijk onvermogen 282 3.1.5.1 Bestanddelen van het misdrijf 282 3.1.5.2 Modaliteiten en bestraffing van het misdrijf 282

3.2 Misbruik van vertrouwen 282

Inhoudstafel 14

3.2.1 Bedrieglijke verduistering of verspilling van goederen 283

3.2.1.1 Bestanddelen van het misdrijf 283 3.2.1.2 Modaliteiten en bestraffing van het misdrijf 283

3.2.2 Misbruik van vennootschapsgoederen 284

3.2.2.1 Bestanddelen van het misdrijf 284 3.2.2.2 Modaliteiten en bestraffing van het misdrijf 284

3.2.3 Misbruik van vertrouwen ten aanzien van minderjarigen en bijzonder kwetsbare personen 284 3.2.3.1 Bestanddelen van het misdrijf 284 3.2.3.2 Modaliteiten en bestraffing van het misdrijf 285

3.2.4 Het bedingen van woekerinterest 285 3.2.4.1 Bestanddelen van het misdrijf 285 3.2.4.2 Bestraffing van het misdrijf 285 3.2.5 Verduistering van procedurestukken 286

3.2.5.1 Bestanddelen van het misdrijf 286 3.2.5.2 Modaliteiten en bestraffing van het misdrijf 286 3.2.6 Vernietiging, verandering of verberging van een stuk waarvan de rechter de voorlegging beveelt 286

3.2.6.1 Bestanddelen van het misdrijf 286 3.3 Oplichting en bedriegerij 286

3.3.1 Oplichting 287

3.3.1.1 Bestanddelen van het misdrijf 287 3.3.1.2 Modaliteiten en bestraffing van het misdrijf 287

3.3.2 Bedrog met betrekking tot munten 287 3.3.2.1 Bestanddelen van het misdrijf 287 3.3.2.2 Modaliteiten en bestraffing van het misdrijf 288

3.3.3 Bedrog met betrekking tot een zaak 288 3.3.3.1 Bestanddelen van het misdrijf 288 3.3.3.2 Modaliteiten en bestraffing van het misdrijf 288 3.3.4 Bedrog met betrekking tot de omvang van een zaak 288 3.3.4.1 Bestanddelen van het misdrijf 288 3.3.4.2 Modaliteiten en bestraffing van het misdrijf 288

3.3.5 Bedrog met voedingsmiddelen 288 3.3.5.1 Bestanddelen van het misdrijf 288 3.3.5.2 Modaliteiten en bestraffing van het misdrijf 289

3.4 Private omkoping 289

3.4.1 Bestanddelen van het misdrijf 289 3.4.1.1 Bestanddelen van de passieve private omkoping 289 3.4.1.2 Bestanddelen van de actieve private omkoping 290 3.4.2 Modaliteiten en bestraffing van het misdrijf 290

3.5 Heling 290

3.5.1 Bestanddelen van het misdrijf 290 3.5.2 Modaliteiten en bestraffing van het misdrijf 290

Inhoudstafel 15

3.6 Witwassen 290

3.6.1 Bestanddelen van het misdrijf 290

3.6.2 Modaliteiten en bestraffing van het misdrijf 291

3.7 Enige andere soorten van bedrog 291

4 Vernieling, beschadiging, aanrichting van schade (art. 510 – 550 Sw.) 291

Titel IX bis Misdrijven tegen de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van informaticasystemen en van de gegevens die door middel daarvan worden opgeslagen, verwerkt en overgedragen 295

Vooruitblik

299

1 Het nieuwe strafwetboek: stand van zaken in november 2022 301

2 De belangrijkste krachtlijnen 302

2.1 De visie op straffen is gewijzigd 302

2.2 Aanpassen aan de tijdsgeest 302

2.3 De correctionalisering wordt afgeschaft 302

3 Belangrijkste wijzigingen voorgesteld voor het nieuwe strafwetboek 302

3.1 Doelstelling 1: naar een heldere en eenvoudige structuur 302

3.1.1 Strafbaarstelling in acht strafniveaus 302 3.1.2 Verzwarende bestanddelen en verzwarende omstandigheden 303

3.1.3 Afschaffing correctionalisering 303

3.1.4 Een aantal archaïsche bepalingen worden geschrapt 304

3.2 Doelstelling 2: menselijker strafwetboek door straffen op maat 304

3.2.1 Gevangenisstraf als ultimum remedium 304 3.2.2 Een breder arsenaal van straffen om effectiever te straffen 304 3.2.3 Psychiatrische stoornissen en recidiverisico 305

3.3 Doelstelling 3: hedendaagse strafbaarstellingen en strafmaten 305

3.3.1 Intrafamiliaal geweld wordt in deze maatschappij niet getolereerd: strengere straffen 305

3.3.2 Discriminatie: strafbaar bij elk misdrijf 306 3.3.3 Zelfdoding 306 3.3.4 Nieuwe regels voor rechtspersonen 306

Geraadpleegde literatuur 309

Inhoudstafel 16

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.