Mavo & ik 4 - Leerwerkboek (editie 2025)

Page 1


Mavo & ik

©VANIN

Via www.diddit.be heb je toegang tot het onlineleerplatform bij Mavo & ik Activeer je account aan de hand van de onderstaande code en accepteer de gebruiksvoorwaarden.

Mavo & ik

LET OP: ACTIVEER DEZE LICENTIE

PAS VANAF 1 SEPTEMBER; DE LICENTIEPERIODE START VANAF ACTIVATIE EN IS 365 DAGEN GELDIG.

!©VANIN

Dit leermiddel is onderdeel van de lesmethode Mavo & ik van Uitgeverij VAN IN. Het is ontwikkeld met de intentie dat iedere leerling zich herkent en thuis voelt in beeld en tekst. Heb je op- of aanmerkingen, dan kun je contact opnemen met Uitgeverij VAN IN.

Fotokopieerapparaten zijn algemeen verspreid en vele mensen maken er haast onnadenkend gebruik van voor allerlei doeleinden. Jammer genoeg ontstaan boeken niet met hetzelfde gemak als kopieën. Boeken samenstellen kost veel inzet, tijd en geld. De vergoeding van de auteurs en van iedereen die bij het maken en verhandelen van boeken betrokken is, komt voort uit de verkoop van die boeken.

In België beschermt de auteurswet de rechten van deze mensen. Wanneer u van boeken of van gedeelten eruit zonder toestemming kopieën maakt, buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen, ontneemt u hen dus een stuk van die vergoeding. Daarom vragen auteurs en uitgevers u beschermde teksten niet zonder schriftelijke toestemming te kopiëren buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen. Verdere informatie over kopieerrechten en de wetgeving met betrekking tot reproductie vindt u op www.reprobel.be.

Ook voor het digitale lesmateriaal gelden deze voorwaarden. De licentie die toegang verleent tot dat materiaal is persoonlijk. Bij vermoeden van misbruik kan die gedeactiveerd worden. Meer informatie over de gebruiksvoorwaarden leest u op www.diddit.be.

© Uitgeverij VAN IN, Wommelgem, 2025. Alle rechten voorbehouden. Tekst- en datamining (TDM) niet toegestaan.

De uitgever heeft ernaar gestreefd de relevante auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Wie desondanks meent zekere rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht zich tot de uitgever te wenden.

Eerste druk 2025

ISBN 978-94-647-0814-1

T.214/001/741

Art. 608564/01

NUR 137

Vormgeving en opmaak: Banananas.net

Ontwerp cover + tekeningen: Tumbleweed

INHOUD

HOOFDSTUK 1: Hoe een plaats betekenis krijgt 9

HOOFDSTUK 2: Anders kijken naar het verleden 25

HOOFDSTUK 3: Er hangt chemie in de lucht

HOOFDSTUK 4:

HOOFDSTUK 5:

©VANIN

STARTEN MET M avo & ik

Welkom bij Mavo & ik. We leggen graag even uit hoe je met dit leerwerkboek aan de slag gaat.

O p weg met Mavo & ik 1

Het leerwerkboek bestaat uit zeven hoofdstukken. Deze spilfiguren nemen je mee op weg.

Jouw lagere school is voor jou een plek vol herinneringen, goede en minder goede. Voor iemand die er niet op school zat, is het gewoon een schoolgebouw. Niets meer dan dat. In hoofdstuk 1 Hoe een plaats betekenis krijgt leer je hoe plaatsen een bijzondere of persoonlijke betekenis kunnen krijgen. Dat gebeurt door eigen ervaringen, maar ook door religieuze, politieke of culturele factoren.

©VANIN

Hoe leefden mensen in de middeleeuwen, of zelfs nog eerder bij de Romeinen? En hoe weten we dat? In hoofdstuk 2 Anders kijken naar het verleden ontdek je hoe historische bronnen je iets kunnen leren over het verleden. Maar let op: je kunt die bronnen niet zomaar blindelings vertrouwen. Je leert hoe je de betrouwbaarheid van een bron kunt bepalen. Ook ontdek je dat we het verleden vaak bekijken door de bril van vandaag. Denk maar aan slavernij, kolonisatie of kinderarbeid. Het kan moeilijk – of zelfs schokkend – zijn om te ontdekken hoe anders mensen daar vroeger over dachten.

In hoofdstuk 3 Er hangt chemie in de lucht ontdek je hoe een label je meer vertelt over het product. Je leert chemische stoffen beter kennen, ontdekt hoe je er veilig en duurzaam mee omgaat en hoe je mengsels kunt scheiden.

Anouar
Adila
Lotte
Marieke

In hoofdstuk 4 Van natuurlijk fenomeen tot menselijk probleem ontdek je het verschil tussen het natuurlijk en het versterkt broeikaseffect. Je leert wat de gevolgen zijn van klimaatverandering voor mens en natuur, en wat we kunnen doen om de uitstoot van broeikasgassen te beperken. Ook denk je na over hoe jouw keuzes kunnen bijdragen aan een duurzamere wereld.

Wat in het verleden gebeurde, heeft nog altijd invloed op vandaag én op de toekomst. In hoofdstuk 5 Echo’s van de wereldoorlogen ontdek je hoe WO I en WO II het uitzicht van Europa hebben bepaald. Hoe ze grenzen en landen lieten ontstaan of verdwijnen. Wat vandaag in Oekraïne gebeurt, vindt deels zijn oorsprong in WO II. Het verleden is nooit helemaal voorbij – het echoot door in ons leven van vandaag.

In hoofdstuk 7 Energie, meer dan watt je denkt! ontdek je dat energie in veel vormen bestaat: elektriciteit, warmte, beweging … Je leert hoe energie kan worden omgezet van de ene soort in de andere en waarom dat zo belangrijk is. Je denkt ook na over duurzaam omgaan met energie. Hoe kun je besparen? En welke keuzes kun jij maken voor een groenere toekomst?

Elk hoofdstuk is ingedeeld in opdrachten. De kleur van de opdracht geeft aan welke stap binnen OVUR aan bod komt. Bij de laatste opdracht (reflecteren) ga je na in hoeverre je een lesdoel bereikt hebt. Verder oefenen doe je via het onlineplatform diddit.

In hoofdstuk 6 De invloed van Europa leer je meer over het werelddeel Europa én over de Europese Unie. Wat is het verschil tussen de EU en de Eurozone? Wie maakt de Europese regels en waarom zijn die belangrijk? Je ontdekt hoe de EU werkt, wie er bestuurt en wat Europa betekent voor jouw dagelijks leven. Kortom: je krijgt een helder beeld van hoe de landen in Europa samenwerken.

O riënteren

Dit is een inleidende oefening over het onderwerp waarover je samen kunt brainstormen. Het activeert je voorkennis.

v oorbereiden

Je leert hier over noodzakelijke kennis en vaardigheden om toe te passen in het U-deel. Je ontdekt verschillende werkvormen.

U itvoeren

Pas wat je aangeleerd hebt bij oriënteren en voorbereiden toe op een nieuwe oefening of situatie.

R eflecteren

Vraag feedback aan je klasgenoten. Bespreek de samenwerking in groep. En evalueer jezelf.

Jack
Mila
Julan
Elena

We willen graag dat je vorderingen maakt en dat je reflecteert op je taken en leert uit feedback. Elk hoofdstuk eindigt met een checklist. Het is een hulpmiddel om zelf zicht te krijgen of je de doelen, waaraan je in het hoofdstuk gewerkt hebt, al dan niet onder de knie hebt.

Checklist

Ik kan het. Hier kan ik nog groeien.

Ik kan met een voorbeeld uitleggen hoe de beleving en de betekenis van een plaats kunnen verschillen van persoon tot persoon. ¨¨

Ik kan een voorbeeld geven van hoe de betekenis van een plaats voor een individu of groep mensen kan veranderen doorheen de tijd.

Ik kan factoren opnoemen die de beleving en de betekenis van een plaats kunnen beïnvloeden.

Ik kan bij een voorbeeld aangeven welke factoren een rol spelen in de betekenis en de beleving ervan en uitleggen waarom.

Ik kan plaatsen situeren op een kaart.

Ik kan een GIS-viewer (zoals Google Maps of Google Earth) gebruiken als hulp bij het situeren van plaatsen.

Ik kan doelgericht informatie zoeken.

Ik kan informatie in een bron markeren.

Ik kan informatie kritisch en systematisch verwerken.

©VANIN

H andig voor onderweg

In de loop van elk hoofdstuk word je ondersteund door een aantal hulpmiddelen.

Moeilijke woorden herken je aan de stippellijn.

Sommige moeilijke woorden worden extra uitgelegd in een begrippenkader.

Woordenlijst

Hoofdstuk 1 Hoe een plaats betekenis krijgt

Woord Verklaring In je eigen woorden

het collectief

geheugen een verzameling herinneringen die groepen mensen met elkaar delen en dus gemeenschappelijk hebben de roots letterlijk ‘wortels’; de plek waar je vandaan komt of de afkomst of het verleden van je familie

Hoofdstuk 2 Anders kijken naar het verleden

Woord Verklaring In je eigen woorden

analyseren onderzoeken de betrouwbaarheid de mate waarin je erop kunt vertrouwen dat de informatie (bv. van een bron) klopt de context alle informatie die je helpt om bv. een historische bron beter te begrijpen en te analyseren

contextualiseren nagaan in welke omstandigheden een bron ontstaan is om zo de gebeurtenissen te verklaren en te begrijpen fundamenteel van groot belang de historische vraag een vraag die we onszelf stellen om beter te begrijpen hoe vroeger iets gebeurd is de materiële bron voorwerpen, gebouwen, monumenten … selecteren uitkiezen de standenmaatschappij het systeem uit de middeleeuwen dat de samenleving opdeelde in drie groepen: de clerus, adel en de boeren de tekstuele bron een geschreven bron, zoals een dagboek, brief, krant, boek … de visuele bron een bron die iets afbeeldt, zoals een foto, schilderij, standbeeld, film … woke letterlijk ‘wakker’; je bent alert op mogelijke maatschappelijke misstanden, zoals racisme en discriminatie, en probeert die te vermijden

Woordenlijst 167

Context: de achtergrondinformatie die je helpt de bron beter te begrijpen

In de woordenlijst vind je alle onderstreepte woorden terug, alfabetisch gerangschikt per hoofdstuk. In de laatste kolom kun je ook nog in je eigen woorden de begrippen verklaren. Zijn er nog moeilijke woorden die niet in de lijst staan? Voeg ze gerust zelf toe.

Filmpjes en ander materiaal kun je rechtstreeks bekijken door de QR-code te scannen, of via het onlineleerplatform diddit.

In een chatbox ga je in groepjes of met de hele klas een gesprek voeren over een bepaalde stelling. Het is de bedoeling dat je luistert naar elkaars mening en leert hoe anderen denken.

FRAGMENT 1

Bekijk jij de labels op een product? Hou je rekening met de labels op verpakkingen wanneer je een product kiest? Waarom wel of waarom niet?

De volgende iconen helpen je ook nog een eind op weg:

Het luisterfragment dat hierbij hoort, vind je online.

Het beeldfragment dat hierbij hoort, vind je online.

Je oefent je ICT-vaardigheden.

Deze opdrachten zijn een extra verdieping of bieden een extra uitdaging.

CHATBOX
het onlineleerplatform bij Mavo & ik

Leerstof kun je inoefenen op jouw niveau.

Je kunt vrij oefenen en de leerkracht kan ook voor jou oefeningen klaarzetten.

Hier vind je de opdrachten terug die de leerkracht voor jou heeft klaargezet.

Hier kan de leerkracht toetsen en taken voor jou klaarzetten.

Benieuwd hoe ver je al staat met oefenen en opdrachten? Hier vind je een helder overzicht van je resultaten.

Hier vind je het lesmateriaal per hoofdstuk, zoals videobestanden en de animatiefilmpjes van de spilfiguren.

Meer info over diddit vind je op www.vanin.diddit.be/nl/leerling.

HOOFDSTUK 1 HOE EEN PLA ATS BETEKENIS KRIJGT

Inleiding

In dit hoofdstuk leer je dat de betekenis die een plaats heeft afhankelijk is van persoon tot persoon. Zo is het huis waar je woont niet zomaar een huis, maar heeft het een (emotionele) waarde voor jou. Jouw school is meer dan zomaar een gebouw voor jou. In dit hoofdstuk zoek je een antwoord op de volgende vragen:

- Hoe komt het dat een plaats voor jou een andere waarde heeft dan voor een ander?

- Welke factoren kunnen daarbij een rol van betekenis spelen?

- Hoe komt het dat de persoonlijke beleving van een plaats kan wijzigen doorheen de tijd?

- Hoe bepalen cultuur, politiek en maatschappij de betekenis van een plaats?

OPDRACHT 1: Weet je nog toen …

Vaak verbind je een plaats aan een bepaalde herinnering. Denk maar aan het feestje waar je je lief ontmoette, het zwembad waar je leerde zwemmen of de begraafplaats waar iemand die veel voor jou betekende, begraven is. Ook de spilfiguren doen dat. Lees je even mee?

Weet je nog? Toen we daar op school zaten?

‘Ja! En jij kwam als tomaat. En ik als wortel. Die foto gaat me blijven achtervolgen, vrees ik.

‘Ik heb alleen maar goede herinneringen aan die plek. Wat een zalige tijd.

Sorry, ik vergeet dat altijd. Dat was voor wij er kwamen, toch?

Ja, na jullie ging het beter, want toen kreeg ik vrienden.

Kijk. Bij juf Nina. Weet je dat nog? Die dag dat we allemaal verkleed als groente naar school mochten komen?

Hé? Alles oké?

Ik snap het wel. Voor jullie was het een mooie tijd. Maar ik werd heel de tijd gepest. Voor mij is dat een vreselijke plek.

Raar hé. Het is dezelfde plek, maar voor jou met slechte en voor ons met goede herinneringen.

Ik snap het wel. Ik heb dat met mijn oude school voor ik hiernaartoe kwam.

a Aan welke plaats halen Anouar, Mila, Elena en Julan herinneringen op?

b Door wat ze er samen meemaakten, is het voor hen een plaats met een speciale betekenis geworden. Een betekenis die ze voor anderen niet heeft. Hoe denk jij terug aan je tijd op de lagere school? Met vooral positieve of eerder negatieve herinneringen?

OPDRACHT 2: De beleving verschilt van persoon tot persoon v Inleiding

Hoe jij een plaats beleeft en wat die voor jou betekent, heeft te maken met je persoonlijke ervaringen op die plaats. Die ervaringen kunnen zowel positief als negatief zijn. Dat zag je al in de vorige opdracht: de lagere school heeft voor de meeste spilfiguren een speciale betekenis door wat ze daar samen hebben beleefd. Voor iemand die er niet zat, is het een schoolgebouw zonder betekenis.

1 Op je eigen school

Neem jullie klaslokaal of het leslokaal waar je de meeste lesuren volgt. Je beleeft er met je klas vanalles en maakt zo samen herinneringen. Als je er binnen een jaar voorbij loopt, denk je daar misschien met plezier aan terug. Dat lokaal krijgt zo voor jou een speciale betekenis.

a Welke andere plek op school heeft voor jou nog een speciale betekenis? Leg uit waarom.

In ons hoofd bevinden zich hersencellen die herinneringen verbinden met de plaats waar ze zijn ontstaan. Hierdoor roepen bepaalde plekken automatisch specifieke herinneringen op. Dat kunnen emotionele herinneringen zijn (een blij, boos, verrast of angstig gevoel) of fysieke herinneringen (een smaak, geur of eerder iets lichamelijks zoals pijn).

b Welke soort herinneringen blijven je het langst bij, denk je? Fysieke of emotionele?

2 Niet zomaar een plek

Niet enkel op school zijn er plaatsen die een speciale betekenis kunnen hebben voor iemand. Dat is voor elke plaats ter wereld zo. Het hangt af van persoon tot persoon en het is afhankelijk van je achtergrond, je interesses en je persoonlijke beleving.

a Lees beide nieuwsteksten.

Veel belangstelling voor stukje 'oud' gras uit stadion Galgenwaard

FC Utrecht besloot de grasmat in stadion de Galgenwaard te vernieuwen en dat heeft al zo'n 650 fans van de voetbalclub verleid om een stukje van de oude grasmat te kopen.

De club biedt de stukjes gras aan in potjes. Fan Martin van Geelen haalde er vandaag een op voor op het graf van zijn broer. “Hij is twee jaar geleden overleden en hij was groot FC Utrecht-fan. Dus dit gras ga ik op zijn graf zetten. Normaal zet je een plantje neer, maar ik vond deze actie wel heel leuk”, zegt hij tegen RTV Utrecht. Ook Utrecht-fan Bas van Mansom greep de kans om een stukje van het gras van de Galgenwaard te bezitten. “Ik heb al dertien jaar een abonnement als trouwe fan. Nu kan ik een stukje gras mee naar huis nemen”

Bron: NOS Nieuws, 2023-06-13

Verkoop van opvallende aandenkens levert Barcelona al ruim miljoen op FC Barcelona kan door verbouwingswerken tot eind volgend jaar niet in het Spotify Camp Nou-stadion spelen. Tot het stadion weer kan worden gebruikt, blijft het zoeken naar extra inkomsten. Zoals: overblijfselen uit het oude Camp Nou verkopen.

Op de clubwebsite staan sinds kort een heleboel opvallende items te koop. Zo kunnen fans een stukje van de oude grasmat kopen voor 79,99 euro. Het stukje gras krijgt een uniek nummer en wordt ingekaderd verstuurd naar de koper.

Een uniek stukje gras van Camp Nou: fans moeten er 79,99 euro voor betalen

En er is meer. Barça verkoopt ook oude zitjes. Supporters kunnen een stoel kopen tijdens een exclusieve verkoop via de shop. De stoelen zijn verkrijgbaar in verschillende ontwerpen aan verschillende prijzen. “We willen ervoor zorgen dat alles uit ons stadion voor altijd blijft meegaan, zelfs in de huizen van onze fans”, schrijft Barça erbij.

De zitjes die nog verkocht worden: het ‘limited edition’ model en het roze model

Alle inkomsten zijn welkom voor Barça, want de kosten voor de verbouwingen van het Spotify Camp Nou werden op ruim een miljard euro geschat. Ze zijn alvast goed op weg. Sinds de start van het Memorabilia-project hebben ze al ruim een miljoen euro verdiend aan de producten. Volgens de website van FC Barcelona gaan vooral de uitgesneden stukken doelnet als zoete broodjes over de toonbank. Erg veel supporters van FC Barcelona willen duidelijk graag een stukje van hun club in huis halen. Bron: HLN, 2023-12-02

b Beantwoord de onderstaande vragen.

1 Wat wordt er verkocht?

2 Wie koopt het?

3 Waarom kopen ze het? Markeer in de tekst.

4 Zou jij hier iet s van willen kopen? Waarom wel/niet?

v

3 Een kerk die geen kerk meer is

De betekenis van een plaats kan veranderen doorheen de tijd. Mensen gaan niet meer zo vaak naar de kerk als vroeger. Daardoor krijgen sommige parochiekerken een nieuwe invulling.

a Lees het artikel.

©VANIN

Paterskerk wordt tijdens kerstvakantie indoor skatepark

De Paterskerk in de Volpestraat in Halle wordt tijdens de kerstvakantie omgebouwd tot een indoor skatepark. Sinds de laatste paters hun klooster in Halle verlieten en de kerk sindsdien niet meer gebruikt werd, gebeurden er al tentoonstellingen, concerten, dansvoorstellingen, feesten en zelfs een urban run. Op voorstel van de jeugddienst wordt de Paterskerk tijdens de kerstvakantie ingericht als een indoor skatepark.

b Beantwoord de onderstaande vragen.

1 Waarom is een nieuwe invulling voor de kerk nodig?

2 Welke andere activiteiten werden al eerder georganiseerd? Markeer in de tekst.

3 Welke nieuwe, tijdelijke functie bedacht de stad Halle nu? Wiens idee was dit?

OPDRACHT 3: Het verband tussen een plaats en een gebeurtenis

Inleiding

De betekenis van een plaats kan ook verbonden zijn met een belangrijke gebeurtenis. Sommige historische momenten zijn zo ingrijpend dat mensen zich jaren later nog steeds precies herinneren waar ze waren toen het gebeurde.

Ik hou van voetbal en een van de grote clubs in Marokko is AS FAR. In augustus 2024 wonnen ze met 0-2 tegen een ploeg uit Nigeria in de CAF Champions League, een voetbaltoernooi voor clubs uit Afrika. Ik heb de match gevolgd op mijn smartphone in de lijnbus. En ik weet nog precies waar de bus langs reed toen het tweede doelpunt viel. Telkens we langs die plek rijden, denk ik 'hier was ik toen dat doelpunt viel!' Veel van mijn Marokkaanse vrienden weten ook perfect waar ze toen waren.

Bron: Het Nieuwsblad, 2018-12-07

Het collectieve geheugen

Voor mensen geboren tussen 1945 en 1965 was een veelgestelde vraag:

“Waar was jij toen president Kennedy werd vermoord?” (22 november 1963)

Voor degenen die in de jaren zeventig opgroeiden, luidde de vraag vaak:

“Waar was jij toen de Berlijnse Muur viel?” (9 november 1989)

En je ouders weten ongetwijfeld een antwoord op deze vraag:

“Waar was jij tijdens 9/11?” (11 september 2001, de aanslagen op de WTC-torens in New York)

Dat wordt ook wel het collectief geheugen genoemd: een verzameling herinneringen die groepen mensen met elkaar delen en dus met elkaar delen en dus gemeenschappelijk hebben. Iedereen uit een bepaalde generatie of regio weet waarover het gaat. Die momenten blijven in het collectieve geheugen staan en geven betekenis aan de plaatsen waar we ons toen bevonden.

a Waar was jij …

• tijdens de eerste COVID-lockdown? Was je toen vooral thuis of toch elders?

• toen Remco Evenepoel twee gouden medailles behaalde op de Olympische Spelen in Parijs (op 27 juli 2024 en 3 augustus 2024)? Heb je dat moment bewust meegemaakt?

b Geef een voorbeeld van een ander belangrijk moment uit het afgelopen jaar waarvan je precies weet waar je was toen je het nieuws hoorde. Dat kan een grote gebeurtenis zijn die veel mediaaandacht kreeg of een persoonlijke gebeurtenis die veel voor je betekende.

OPDRACHT 4: Heilige plaatsen

Inleiding

Naast je persoonlijke beleving speelt ook religie een grote rol in de betekenis van een plek. Elke godsdienst heeft heilige plaatsen die een speciale waarde hebben voor gelovigen.

Ontdek en situeer

Stap 1: De volgende twaalf heilige plaatsen worden over de klas verdeeld. Elke groep krijgt een specifieke plaats toegewezen.

Lourdes – Medina – Jeruzalem – Mekka –Santiago de Compostela – Varanasi – Bodh Gaya – Sarnath –St. Sophia Novgorod – Drieheiligenkerk – Valaam – Sint-Pietersbasiliek

Stap 2: Zoek voor deze heilige plaats met jouw groep de volgende informatie op:

• Voor welke godsdienst(en) is deze plaats heilig?

• Waarom is deze plaats heilig voor deze godsdienst(en)?

• Hoeveel bezoekers komen er jaarlijks naar deze heilige plaats?

Schrijf de informatie op een blad papier. Dat heb je later nodig bij stap 4.

Stap 3: Zoek jouw heilige plaats op via Google Maps. Duid de locatie op de wereldkaart aan. Trek een pijl en schrijf de naam van de plaats aan het einde van de pijl.

Stap 4: Stel je heilige plaats mondeling voor aan de klas. Geef alle info uit stap 2 en situeer de heilige plaats op de wereldkaart die de leerkracht toont. De andere leerlingen situeren de plaats op de wereldkaart in het leerwerkboek.

OPDRACHT 5: Je huis = je thuis?

Inleiding

Je huis is je thuis. Die letter ‘T’ maakt een wereld van verschil. Het gebouw waarin je woont, samen met je gezin, en hoe daar met je wordt omgegaan, maken er een thuis van. Een veilige plaats. Maar wat als dat niet (langer) zo is?

Stap 1: De klas wordt verdeeld in drie groepen.

Stap 2: Elke groep kijkt naar een getuigenis.

Wanneer je naar de getuigenissen kijkt, stel je jezelf de volgende vragen:

• Wat gebeurde er toen de thuis van die persoon wegviel?

• Hoe heeft die persoon nu een thuis gevonden?

• Wat maakt van die plek een thuis? Geef voorbeelden.

Noteer de antwoorden op een blad papier. Gebruik dat in stap 3.

Stap 3: De klas wordt in nieuwe groepen van drie verdeeld met telkens één leerling uit elke vorige groep (stap 1 en 2). Vertel aan elkaar over de getuigenissen die je gezien hebt aan de hand van de antwoorden die je opschreef.

LISA
JAN
ZINO

v Inleiding

OPDRACHT 6: Een plaats om (nooit) te vergeten

Ook de tijd heeft invloed op de betekenis van een plaats en hoe je die in je herinneringen ervaart. Wat vroeger een bijzondere plek was, kan vandaag misschien minder speciaal zijn of een andere betekenis hebben gekregen. Maar evengoed kun je gehecht zijn én blijven aan je geboortestad of geboorteland en blijft die speciale band toch bestaan.

1 Je herinneringen vervagen of veranderen

Vroeger woonden we op een andere plek. Toen ik 8 jaar oud werd, verhuisden we naar een nieuw huis. In het begin had ik veel heimwee: ik miste ons oude huis, mijn vroegere school en de wijk waar we woonden. Na een tijdje veranderde dat. Nu voel ik me thuis in het nieuwe huis. Ik denk bijna nooit meer aan het oude huis, de wijk of de school waar ik toen zat.

a Lees de getuigenis van Julan. Welke gebeurtenis speelde bij hem een rol?

b Is er voor jou ook zo’n plek die ooit belangrijk was, maar nu minder betekenis heeft?

Wat maakt van jouw huis een thuis?

Wat zou van een huis een thuis maken voor jou? Wat is daarvoor nodig?

2 Je afkomst bepaalt (niet) wie je bent

Mijn papa komt uit Polen en voor hem is dat land heel belangrijk. Hij leerde er mama kennen en ze hebben er samen een tijdje gewoond voordat ze naar België kwamen. Mama is van België. Het is voor hem moeilijk te begrijpen dat ik tijdens het WK voetbal voor de Rode Duivels supporter en niet voor de Poolse nationale ploeg. Hij wil ook elk jaar minstens twee keer naar Polen, met kerstmis en in de zomervakantie. Daar kijkt hij altijd erg naar uit. Later, als ik volwassen ben, willen hij en mama terug naar Polen verhuizen. Maar ik niet. Ik heb niet zoveel met Polen. Ik spreek natuurlijk wel wat Pools en ik vind mijn nichtjes daar wel leuk, maar het land zelf zegt me weinig.

CHATBOX

a Lees de getuigenis van Lotte.

1 Wat maakt Polen voor de papa van Lotte zo belangrijk?

2 Welke band heeft Lotte met Polen?

3 Wat maakt het voor Lotte moeilijk om dezelfde band met Polen te voelen als haar papa?

b Ken je iemand persoonlijk wiens ouders ook een speciale band hebben met hun land van herkomst? Of net helemaal niet meer?

3 Op zoek naar je roots

Als er gesproken wordt over de plek waar iemand vandaan komt, dan wordt vaak de term ‘roots’ gebruikt. Of ook: als mensen praten over de afkomst of het verleden van de familie, dan hoor je weleens de zin ‘daar liggen zijn of haar roots.’ Roots is het Engelse woord voor wortels. Het betekent zoveel als: daar liggen mijn wortels. De basis van wat ik (nu) ben. Die relatie met je plek van oorsprong kan erg sterk zijn. Dat merk je bijvoorbeeld bij vluchtelingen die jaren na een oorlog waarvoor ze gevlucht zijn toch terugkeren naar een zo goed als verwoest land. Het is een sterk gevoel: ze willen er terug heen, omdat hun roots daar liggen.

a Bekijk het filmpje. Noteer voorbeelden van uitspraken waaraan je merkt dat de roots van deze jongeren in Syrië liggen, ook al zijn sommigen er niet geboren.

b Waar liggen jouw roots?

Wat betekent het om terug te gaan naar je roots? Bepalen je roots enkel je identiteit of ook je persoonlijkheid, denk je?

v IDEO SYRISCHE R OOTS

OPDRACHT 7: verschillende factoren spelen een rol

Inleiding

Naast je persoonlijke achtergrond en godsdienst zijn er natuurlijk nog andere factoren die de betekenis van een plaats kunnen beïnvloeden. We gaan in deze opdracht dieper in op drie bijkomende factoren: culturele achtergrond, politieke en maatschappelijke factoren.

1 Culturele achtergrond

Je culturele achtergrond vertelt waar je familie vandaan komt, welke tradities je hebt, welke talen je spreekt, wat je eet en hoe en wanneer je feestviert. Bijvoorbeeld:

Brussel is voor Belgen de hoofdstad en dus een belangrijke stad in België. Maar voor een toerist uit Italië kan Brussel een mooie, interessante stad zijn, zonder die diepere betekenis. Ook het omgekeerde is waar: een Belg met Marokkaanse roots zal Marokko zien als een bijzonder land, terwijl een Belg zonder link met Marokko daar minder verbonden mee is.

Kun je een eigen voorbeeld bedenken waarbij de culturele achtergrond van jezelf of een ander een rol speelt in welke betekenis (positief of negatief) een plaats heeft?

2 Politieke factoren

Sommige plaatsen krijgen betekenis vanwege hun rol in het plaatselijke bestuur van een gemeente, stad … of voor de (inter)nationale politiek van een land. Bijvoorbeeld:

In de hoofdstad Brussel zetelen verschillende regeringen. Je vindt er naast het Vlaams en federaal parlement ook het Europees parlement terug. Brussel staat er ook om gekend dat je er het Koninklijk Paleis, de werkplaats van de koning, kunt bezoeken. En het historische stadhuis van Brussel op de Grote Markt staat op de werelderfgoedlijst van UNESCO.

Kun je een eigen voorbeeld bedenken waarbij politieke factoren bij jezelf of een ander een rol spelen in welke betekenis (positief of negatief) een plaats heeft?

3 Maatschappelijke factoren

Sommige plaatsen zijn belangrijk voor de maatschappij, omdat ze een specifieke rol spelen of hebben gespeeld in het sociale leven van een land (nu en vroeger). Bijvoorbeeld:

In Brussel bevindt zich het Koning Boudewijnstadion. Daar spelen de Rode Duivels hun thuiswedstrijden en is er het jaarlijks terugkerende evenement de Memorial Van Damme.

Ons land kent ook verschillende grote muziekfestivals. De wei van Werchter, waar elk jaar Rock Werchter plaatsvindt, of De Schorre in Boom voor Tomorrowland, zijn gekende plaatsen.

De loopgraven in de Westhoek of de soldatenkerkhoven uit WO I en WO II herinneren ons aan een periode waarin ons land bezet was en er veel oorlogsslachtoffers vielen.

Kun je een eigen voorbeeld bedenken waarbij maatschappelijke factoren bij jezelf of een ander een rol spelen in welke betekenis (positief of negatief) een plaats heeft?

OPDRACHT 8: Spilfiguren en hun bijzondere plekken

Inleiding

De spilfiguren hebben ook een speciale band met bepaalde plaatsen. En ook zij laten zich beïnvloeden door verschillende factoren. Hoe goed ken jij de spilfiguren?

Wat speelt er? Bij wie? En waarom?

a Welke factoren spelen een rol in de betekenis van die plek voor de spilfiguur? Gebruik het schema met de samenvatting van de verschillende factoren als hulp bij de opdracht.

Factoren

Definitie

Bijvoorbeeld … persoonlijk belang

Dat is een plaats die voor een individu emotioneel veel betekent.

een plaats waar je bent opgegroeid en herinneringen hebt gemaakt, bv. je thuis religieus of spiritueel belang

Dat is een plaats die religieus of spiritueel betekenis heeft.

cultureel belang

Dat is een plaats die op het vlak van kunst, geschiedenis, tradities of architectuur waarde heeft.

een heilige plaats voor de islam, bv. Kaäba in Mekka

een museum met historische en/of artistieke waarde, bv. het Rijksmuseum in Amsterdam politiek belang

Dat is een plaats die een rol speelt in het bestuur van een land, regio of een gemeente/stad.

een plaats waar over de wetten van een land gestemd wordt, bv. Federaal Parlement in Brussel maatschappelijk belang

Dat is een plaats die sociaal of economisch een rol speelt in een gemeente/stad of in een land.

een plein waar publieke bijeenkomsten plaatsvinden, bv. Place de la République in Parijs

b Vul in het schema de laatste rij met een eigen voorbeeld in. Denk aan een plek die voor jou of voor iemand in je gezin belangrijk is. Gebruik de factoren die je geleerd hebt om uit te leggen waarom die plek zoveel voor jou of anderen betekent.

Waarom?

CultureelPolitiek Maat­ schappelijk

PersoonlijkReligieus / spiritueel

Ooit wil ik naar China. Ik kom ervandaan. Ik ben geadopteerd toen ik een baby was en herinner me niets van mijn tijd daar, maar het is wel mijn geboorteland. Het ziekenhuis waar mijn zusje elke week naartoe moet, geeft me koude rillingen. Ik weet wel dat ze haar proberen te helpen, maar die plek associeer ik met pijn en ontgoocheling. Als ik naar school fiets, moet ik er langs, maar ik rijd met opzet om.

Iedere zomer gaan we een maand lang naar Marokko waar mijn grootouders nog wonen. Opa vertelt dan graag over hoe het vroeger was.

Tijdens de ramadan skypen we veel met onze familie daar en beleven we die maand toch zo ook samen. Ik voel me Belg, maar voel me ook thuis in Marokko als ik er ben. Mijn broer woont in Canada. Hij is veel ouder dan ik. Ik herinner me niet veel van onze kindertijd. Maar dankzij hem kan ik nu elk jaar naar Canada.

Tijdens de zomer blijf ik er zes weken: een zalige tijd! Mijn Engels is daarom ook het beste van de hele klas.

Waarom?

Maat­ schappelijk

CultureelPolitiek

PersoonlijkReligieus / spiritueel

Voor de scheiding van mijn ouders was ik nog nooit in een gemeentehuis geweest. Nadien moest ik er elke week heen. Omdat mijn ouders veel ruzie maakten, mocht ik daar mijn papa één uur per week in een lokaaltje zien met begeleidster erbij. Toen we verhuisden, moest ik erheen om mijn adres op mijn ID te laten aanpassen. De nare herinnering kwam weer boven. Op uitstap met school zijn de soldatenkerkhoven in de Westhoek me bijgebleven. Er waren graven van Duitse jongens van mijn leeftijd. 15 jaar! Dit is zo belangrijk. We mogen nooit vergeten hoeveel doden die oorlog gekost heeft. Ooit wil ik op bedevaart naar Mekka. Het is de belangrijkste plaats ter wereld voor een moslim. Mijn mama droomt er ook van. Als ik later ga werken, begin ik met sparen. Wie weet gaan mama en ik nog samen?

jouw vo orbeeld

OPDRACHT 9: Soms komt er ruzie van … U

Inleiding

Wat als een plek voor jou belangrijk is, maar voor anderen om een andere reden ook? En jullie willen er beiden iets anders mee doen? Het huis van je oma bijvoorbeeld. De gemeente wil het slopen om een nieuwe sporthal te kunnen bouwen op die plek. Voor jou is die nieuwe sporthal iets negatiefs, omwille van het huis van je oma dat gevaar loopt. Maar in je gemeente zullen de sportliefhebbers dat anders zien, want zij zitten al lang te wachten op die nieuwe sporthal. Voor elk van jullie is dezelfde plek belangrijk, maar op een andere manier, met andere oorzaken en gevolgen. Soms komt daar dan ruzie van, zoals in Jeruzalem.

Jeruzalem: een bron van religieuze conflicten

a Lees de tekst over Jeruzalem.

b Noteer in de tabel:

• eerste kolom: voor welke drie religies Jeruzalem een heilige plek is;

• tweede kolom: welke plek(ken) in Jeruzalem voor die godsdienst belangrijk is/zijn;

• derde kolom: de reden of het waarom.

Heilige plek voor … Belangrijke plaatsen Waarom?

c Jeruzalem is ook om politieke redenen een bron van conflict. Leg in je eigen woorden uit waarom, op basis van de tekst.

TEKST

1 Wat vond je van dit hoofdstuk? Omcirkel de emoji(’s) die je gevoel het best omschrijft. ������������

Ik koos deze emoji(’s) omdat:

2 Duid aan of je het volgende goed beheerst of dat het nog beter kan.

Checklist

Ik kan met een voorbeeld uitleggen hoe de beleving en de betekenis van een plaats kunnen verschillen van persoon tot persoon.

Ik kan een voorbeeld geven van hoe de betekenis van een plaats voor een individu of groep mensen kan veranderen doorheen de tijd.

Ik kan factoren opnoemen die de beleving en de betekenis van een plaats kunnen beïnvloeden.

Ik kan bij een voorbeeld aangeven welke factoren een rol spelen in de betekenis en de beleving ervan en uitleggen waarom.

Ik kan plaatsen situeren op een kaart.

Ik kan een GIS-viewer (zoals Google Maps of Google Earth) gebruiken als hulp bij het situeren van plaatsen.

Ik kan doelgericht informatie zoeken.

Ik kan informatie in een bron markeren.

Ik kan informatie kritisch en systematisch verwerken.

3 Wat kan ik doen om nog verder te groeien?

4 Welke vragen heb ik nog?

Ik kan het.

Hier kan ik nog groeien.

HOOFDSTUK 2 ANDERS KIJKEN NAAR HET v ERLEDEN

Inleiding

Hoe kijken wij naar het verleden? Je wordt je ervan bewust dat jouw blik op een gebeurtenis in het verleden niet noodzakelijk overeenkomt met hoe mensen er toen naar keken. In dit hoofdstuk ga je op zoek naar antwoorden op de volgende vragen:

- In welke historische periodes delen we onze westerse geschiedenis op?

- Wat is een standenmaatschappij?

- Waarom is een context bij een historische bron zo belangrijk?

- Welke verschillende soorten historische bronnen zijn er?

- Kun je een schilderij gebruiken als historische bron?

- Hoe weet je of een bron betrouwbaar is?

OPDRACHT 1: Bronnen situeren in een historische periode O

Wij delen onze westerse geschiedenis op in zeven verschillende historische periodes. In andere werelddelen zullen dat andere periodes zijn, omdat het verleden er anders verliep. De indeling in periodes helpt om een gebeurtenis, plaats of persoon te situeren: je kunt een link leggen met de historische periode waarin die persoon leefde of waarin die gebeurtenis plaatsvond.

Stap 1: Bekijk de tabel met afbeeldingen en de tekst die erbij hoort.

Stap 2: Bekijk de tijdlijn met historische periodes. In welke periode hoort elke afbeelding thuis? Vul de nummers op de tijdlijn aan.

Stap 3: Noteer in de tabel waarom je de afbeelding in die historische periode situeert.

Stap 4: Vergelijk jouw oplossing met die van een klasgenoot. Vul of pas aan indien nodig.

oude nabije oosten klassieke oudheid middeleeuwen vroegmoderne
moderne tijd

Afbeelding

de kathedraal Notre-Dame van Parijs, gebouwd tussen 1163 en 1225

de Eiffeltoren in Parijs, gebouwd tussen 1887 en 1889

De geldwisselaar en zijn vrouw, door Quinten Matsijs in 1514

een boek uit ongeveer 1420

Deze afbeelding hoort volgens mij thuis in deze historische periode omdat:

Afbeelding

een Egyptisch borstsieraad uit ongeveer 985 v.C.

Deze afbeelding hoort volgens mij thuis in deze historische periode omdat:

6 7 8

grotschildering tussen ongeveer 15 000 tot 10 000 v.C.

een klokbeker uit een grafheuvel bij Mol, ongeveer 2500 v.C.

eedaflegging van Donald Trump op 20 januari 2025 als 47e president van de Verenigde Staten

Afbeelding

slachtoffers van een gasaanval in de Eerste Wereldoorlog (1914-1918)

de triomfzuil van Trajanus, Rome, 107-112 n.C.

MIJN NOTITIES

Deze afbeelding hoort volgens mij thuis in deze historische periode omdat:

OPDRACHT 2: Een maatschappij in verschillende standen v

Inleiding

Uiteraard zijn er heel wat verschillen tussen vroeger en nu. Vroeger had je geen auto’s; nu wel. Vroeger waren er geen smartphones; vandaag kunnen we niet meer zonder. Voor de meeste mensen is leren lezen en schrijven op school nu vanzelfsprekend; dat was vroeger veel minder het geval. Maar sommige verschillen zijn fundamenteler. Je bekijkt dat van dichterbij.

1 Aan de slag: lezen in groep

Stap 1: Elke groep kiest een voorlezer. De voorlezer leest de tekst voor aan de groep.

Voorlezer:

Elke groep kiest ook een woordvoerder per tekst. Enkel hij mag straks antwoorden in naam van de groep. Per tekst is dat dus iemand anders.

- tekst 1:

©VANIN

- tekst 2:

- tekst 3:

- tekst 4:

- tekst 5:

Stap 2: We overlopen klassikaal de vragen.

Stap 3: De voorlezer leest de eerste tekst voor. Iedere groep luistert aandachtig en in stilte naar hun voorlezer. De andere groepsleden proberen een antwoord te vinden op de vragen.

Stap 4: Elke groep krijgt vijf minuten om de antwoorden van de verschillende groepsleden te bespreken. De woordvoerder voor tekst 1 noteert nauwkeurig alle mogelijke antwoorden.

Stap 5: De leerkracht projecteert de tekst en vraagt welke antwoorden er ge vonden werden. Alle leerlingen duiden de antwoorden aan die correct zijn en vullen aan waar nodig.

Stap 6: Herhaal stappen 3, 4 en 5 voor de volgende vier teksten.

2 Samengevat: de standenmaatschappij

Hoe zag de standenmaatschappij er in de middeleeuwen uit? En hoe ging dat in zijn werk? Leg in je eigen woorden uit.

TEKSTEN v RAGEN

3 De blik van een middeleeuwer

Je weet nu alles over de standenmaatschappij. Maar hoe keek men daar in die tijd zelf naar?

a Lees eerst de historische bron en ontdek het zelf.

b Lees vervolgens ook de context bij de historische bron.

Context: de achtergrondinformatie die je helpt de bron beter te begrijpen

HISTORISCHE BRON

Een middeleeuwse visie op de samenleving

De maatschappij is verdeeld in drie standen. De geestelijke stand vormt één groep.

De menselijke wet onderscheidt er nog twee andere.

De ene stand bidt [de geestelijkheid], de andere strijdt [de adel], de laatste werkt.

De edelman en de onvrije worden niet geregeerd door eenzelfde wet.

De edelen zijn strijders, de verdedigers van de Kerken. Ze verdedigen alle mensen uit het volk, groot en klein, en zo beschermen ze ook zichzelf.

De andere stand is die van de onvrijen. Voorraad en kleding worden aan allen geleverd door die onvrijen, want geen enkel vrij man kan leven zonder (…).

Die drie standen leven samen en kunnen niet van elkaar gescheiden worden. Om de beurt levert iedereen steun aan allen.

Context bij de historische bron

Adalbero van Laon schreef een lied voor koning Robert de Vrome.

Adalbero van Laon (950-1030) is een bisschop en van adel. Hij geeft zijn visie op de samenleving in een lofdicht voor zijn Franse koning.

c In welke tijd is de bron geschreven? Kruis aan.

¨ de middeleeuwen

¨ de vroegmoderne tijd

¨ de hedendaagse tijd

d Omcirkel het juiste getal: hoeveel standen (orden) onderscheidt de auteur van de bron uiteindelijk in de samenleving?

123456789 10

e Hoe laat de auteur zien dat de orden of standen volgens hem één geheel vormen en elkaar nodig hebben? Markeer in de tekst.

Naar: Adalbero van Laon, Lied voor koning Robert de Vrome, ca. 1027

f Som de standen op. Noteer de taak die elke stand volgens Adalbero van Laon heeft.

©VANIN

4 Standen in de hedendaagse tijd

De middeleeuwse maatschappij was dus opgedeeld in drie groepen, die gescheiden van elkaar leefden. Je geboorte bepaalde in welke groep je terechtkwam (met uitzondering van de clerus).

In India bepaalt een gelijkaardig systeem nu nog steeds het dagelijks leven van veel mensen.

a Lees de tekst en bekijk de twee beeldfragmenten.

TEKST FRAGMENT 1 FRAGMENT 2

b Beantwoord de vragen.

1 Welke gelijkenissen zie je tussen het kastensysteem in India en de standenmaatschappij in de middeleeuwen?

2 In de middeleeuwen brokkelt de standenmaatschappij af in de grote steden. Is dat ook in de steden in India het geval met het kastensyteem? JA NEE

3 Geef een voorbeeld van de discriminatie tussen de verschillende kasten uit een van de beeldfragmenten.

OPDRACHT 3: Historische bronnen en hun context v

Inleiding

Wanneer we iets over jou te weten willen komen, kunnen bronnen over jou ons veel vertellen. Net zo gaat het voor de geschiedenis: ook voor onze kennis over het verleden zijn we afhankelijk van bronnen, in dit geval historische bronnen.

1 Opdracht vooraf

Breng tegen de volgende les minstens drie zaken mee die iets vertellen over jou, je favoriete kleding en je hobby’s: een lidkaart van een vereniging, een kopie van je identiteitskaart, een stukje commentaar dat een leerkracht je gaf op een rapport, een e-mail, een screenshot van een gesprek op sociale media, een geboortekaartje, een foto die iets meer vertelt over jou, een voorwerp dat belangrijk is voor jou of iets over jou vertelt, een kledingstuk, materiaal dat je gebruikt voor een hobby …

2 Verschillende soorten bronnen

Stap 1: Elke leerling van jouw groep toont de meegenomen voorwerpen of bronnen en legt de betekenis ervan uit.

Stap 2: Verdeel nu de bronnen van jouw groep in verschillende soorten of groepen.

Stap 3: Geschiedkundigen delen historische bronnen op in drie soorten: tekstuele bronnen, visuele bronnen en materiële bronnen.

a Noteer in de tweede kolom van de tabel alle bronnen van jouw groep die volgens de indeling van geschiedkundigen bij elkaar horen.

Soorten bronnen Voorbeelden van bronnen die bij elkaar horen

1 tekstuele bronnen

2 visuele bronnen

3 materiële bronnen

b Vul aan: We moeten voorzichtig omgaan met historische bronnen omdat ...

- bronnen vaak onvolledig zijn: niet de hele tekst is bewaard gebleven, de oorspronkelijke tekst is vertaald uit een andere taal waardoor vertaalfouten kunnen opduiken, de schrijver is niet objectief ...;

- bronnen, zoals een monument, beschadigd kunnen zijn;

- bronnen, zoals een schilderij, geen exacte weergave zijn van de werkelijkheid. Ze werden vaak aan de wensen van de opdrachtgever aangepast.

3 Historische bronnen analyseren en selecteren

Om een historische bron te bestuderen, vertrekken we vanuit een historische vraag. Dat is een vraag die we onszelf stellen om beter te begrijpen hoe vroeger iets gebeurd is.

Bijvoorbeeld: hoe gingen jongeren gekleed in de periode van 2020 tot vandaag?

Stap 1: Eerst ga je bronnen selecteren: zijn er bronnen in jullie groepje die een antwoord kunnen geven op de vraag? Leg ze samen.

Stap 2: Vervolgens ga je die bronnen analyseren. Beantwoord daarvoor de vragen.

a Geven de bronnen die jullie geselecteerd hebben een correct beeld over hoe alle jongeren gekleed gingen in die periode? Leg uit.

b Stel dat we alle kleding van de leerlingen van de klas als bron kunnen gebruiken. Krijgen we dan een beter beeld? Leg uit.

Herhaal stap 1 en 2 met de hele klas voor mijn historische vraag.

Welke hobby’s beoefenden jongeren in de periode van 2020 tot vandaag?

Stap 1: Welke bronnen geven een antwoord op de historische vraag van Julan? Leg ze samen. Deze bronnen zijn bruikbaar om jullie historische vraag op te lossen.

Stap 2: Bekijk de verzameling bronnen.

a Geeft dit een goed overzicht van de hobby’s die jongeren uitoefenden in 2020 of later? Hier stel je de vraag of jullie (verzameling van) bronnen betrouwbaar (is) zijn om een antwoord te geven op jullie (historische) vraag.

b Geeft deze verzameling bronnen een betrouwbaar beeld van welke hobby’s jongeren uitoefenen in China? Kun je om op deze vraag te beantwoorden ook deze verzameling bronnen gebruiken?

OPDRACHT 4: Aan de slag met een historische vraag

Inleiding

Welke vragen kun je stellen om het verleden beter te begrijpen? Een goede historische vraag gaat over een bepaald onderwerp en een specifieke periode, maar geeft ook aan welk aspect van dat onderwerp je interesseert. Wat waren de oorzaken van een gebeurtenis en welke gevolgen heeft het gehad? Je onderzoekt wat er veranderd is en wat hetzelfde is gebleven. Je historische vraag bepaalt het verloop van je zoektocht in het verleden en welke bronnen je daarbij gaat gebruiken.

Mijn historische vraag is: hoe zagen vrouwen in de middeleeuwen eruit?

©VANIN

1 Selectie van bronnen

Eerst selecteren we de bronnen die bruikbaar zijn om deze historische vraag te beantwoorden. Bekijk de afbeeldingen op de volgende pagina en los de vragen op.

a Noteer de nummers van de visuele bronnen bij de juiste vraag in de tabel.

Vraag

1 Welke bron(nen) kan ik gebruiken om meer te weten over het uiterlijk en de kleren van een vrouw van adel in de middeleeuwen?

2 Welke bron(nen) helpen me om meer te weten over het uiterlijk en de kleren van de koopmansvrouwen in de middeleeuwen?

3 Welke bron(nen) helpen me om meer te weten over het uiterlijk en de kleren van de boerinnen in de middeleeuwen?

Bronnummer

b Nu ver fijnen we onze historische vraag. We kijken specifiek naar één soort vrouwen.

Hoe zagen boerinnen in de middeleeuwen eruit? Welke soort kleren droegen ze?

Welke visuele bronnen kunnen je helpen om een antwoord op enkel deze vraag te vinden? Markeer de correcte bron(nen).

BRON 1BRON 2BRON 3BRON 4BRON 5

Miniatuur uit Chroniques de France, d’Angleterre et des païs voisins van Jean Froissart, 1370. Franse boerinnen komen samen met hun mannen in opstand in 1358. De miniatuur komt uit een kroniek, een verslag van belangrijke gebeurtenissen, dat meerdere mensen konden lezen.

Schilderij van de schilder Quinten Matsijs (1466-1530). De geldwisselaar en zijn vrouw, Musée du Louvre, Parijs, 1514. Een geldwisselaar overlegt met zijn vrouw. Vrouwen beheerden vaak de dagelijkse boekhouding van de zaak terwijl de mannen de contacten buitenshuis op zich namen.

Miniatuur, Vlaanderen, na 1453. Hertogin Isabella van Portugal en hertog Filips de Stoute geven enkele rechten terug aan de stad Gent. De stad had de rechten verloren omdat ze in 1453 in opstand was gekomen.

©VANIN

Miniatuur van Boccaccio, Noord-Frankrijk of Vlaanderen, ongeveer 1460. Vrouwen gaan op valkenjacht. Een geliefd tijdverdrijf van adellijke dames.

Miniatuur uit Les très riches heures du duc de Berry, eerste helft van de 15e eeuw. Vrouwen werken mee op het land. Het handschrift waar de miniatuur uit komt, was een persoonlijk gebedenboek, besteld door de Franse hertog van Berry. Miniaturen zijn (kleine) tekeningen die het handschrift (of handgeschreven boek) mooier en luchtiger maakten.

bron 2
© Erich Lessing/Album
bron 3
bron 1
© ÖNB/Wien, Cod. 2583.fol.13
bron 5
© Erich Lessing/Album
bron 4

2 Contextualiseren van bronnen

Vervolgens gaan we onze historische bronnen contextualiseren. Dit kan ons helpen om te bepalen hoe betrouwbaar de bronnen zijn. Het begeleidende tekstje onder elke bron in opdracht 4.1 bevat extra informatie over de bron zelf. Dat noemen we de context.

Contextualiseren: nagaan in welke omstandigheden de bron ontstaan is en wat er allemaal een invloed op kan uitoefenen of de informatie ervan kan kleuren

©VANIN

Verschillende

historische bronnen

Selecteren Afhankelijk van de historische vraag Bruikbaarheid?

Contextualiseren Is de informatie betrouwbaar? Betrouwbaarheid?

a Vul het schema voor bron 1 en bron 5 aan.

BRON 1 BRON 5

Welke soort bron is dit?

¨ een persoonlijk gebedenboek

¨ een verslag van gebeurtenissen

¨ een persoonlijk gebedenboek

¨ een verslag van gebeurtenissen

Voor welk doelpubliek was de bron gemaakt?

¨ een Franse edelman

¨ een ruimer leespubliek

Voor wie was de afbeelding bestemd?

¨ een Franse edelman

¨ een ruimer leespubliek

Waarom werd de afbeelding gemaakt?

¨ als versiering

¨ om het verloop van een gebeurtenis te verduidelijken

¨ om boeren en boerinnen te bespotten

¨ als versiering

¨ om het verloop van een gebeurtenis te verduidelijken

¨ om boeren en boerinnen te bespotten

Hoe worden de boerinnen afgebeeld: realistisch of mooier dan in werkelijkheid?

¨ als slanke dames

¨ als stevige dames

¨ met een sierlijke houding

¨ met mooie en nette kleren

¨ met lange, volledig bedekkende kleren

¨ sommige boerinnen met een schort

¨ als slanke dames

¨ als stevige dames

¨ met een sierlijke houding

¨ met mooie en nette kleren

¨ met lange, volledig bedekkende kleren

¨ sommige boerinnen met een schort

b Conclusie: welk van beide bronnen geeft je de meest betrouwbare informatie over het uiterlijk van boerinnen in de middeleeuwen? Leg uit waarom.

BRON 1BRON 5

OPDRACHT 5: De betrouwbaarheid van bronnen v

Inleiding

Ook in onze moderne tijden is het belangrijk dat informatie betrouwbaar is. Op het internet is echt nieuws soms nog moeilijk van fake nieuws te onderscheiden. Voor historische bronnen is dat ook het geval. We leggen je hier uit hoe je onderzoekt of je historische bron voldoende betrouwbaar is.

Een belangrijke eigenschap van een historische bron is haar betrouwbaarheid. Om te weten of een bron betrouwbaar is, moet je: – de bron analyseren; – de bron vergelijken met (een) andere bron(nen).

1 Een bron analyseren

Om een historische bron te analyseren, kan het onderstaande schema je helpen.

Wie is de auteur?

Welke soort bron is het? Een dagboek, brief, krantenartikel, feitelijk verslag, propagandamateriaal, officieel document, standbeeld, foto, schilderij, film …?

Welke functie had de auteur? Wie? Hoe?

BRON Wat?

Waar werd de bron gemaakt? Op de plaats van de gebeurtenissen of elders?

Wanneer? Waar?

Waarom?

Hoe werd de bron gemaakt?

Door andere bronnen te raadplegen? Door ooggetuigen te raadplegen? Of is de auteur zelf een ooggetuige?

Wanneer werd de bron gemaakt? Op het moment van de feiten of achteraf? Zo ja, hoe lang nadien?

Waarom werd de bron gemaakt? Wat is de bedoeling van de auteur: een verslag maken, iets aanklagen, reclame maken …?

2 Bronnen analyseren en vergelijken

We analyseren en vergelijken twee historische bronnen over dezelfde gebeurtenis.

Hoe verliepen de eerste contacten van Columbus met de indianen toen hij Zuid-Amerika ontdekte?

Stap 1: Scan de QR-code. We lezen eerst samen de context die bij de bron hoort.

Stap 2: Je kent nu de context en weet dat we het dagboek van Columbus over die eerste reis naar Amerika gaan lezen. Is het dagboek bruikbaar voor de historische vraag die we ons stellen?

Stap 3: Is de bron ook betrouwbaar? Lees het uittreksel uit het dagboek en vul het schema aan met behulp van de context.

TEKSTUELE BRON

Wie is de auteur?

Wanneer is de bron gemaakt?

Christoffel Columbus: eerste brief

Welke functie had of welke rol speelde de auteur?

Was de auteur ooggetuige van de gebeurtenis?

Is de bron gemaakt ten tijde van de gebeurtenis of pas (veel) later? Geef eventueel ook het jaartal.

Waar is de bron gemaakt? Is de bron gemaakt in de directe omgeving van de gebeurtenis?

Welke soort bron is het?

Hoe kwam de bron tot stand?

Een dagboek, brief, krantenartikel, feitelijk verslag, propagandamateriaal, officieel document?

Door andere bronnen te raadplegen? Via ooggetuigen? Of is de auteur zelf een ooggetuige?

Waarom? Waarom maakte de auteur deze bron? Wat was zijn doel?

Tussentijdse feedback door de leerkracht

Stap 4: Beantwoord de vragen met behulp van de tekstuele bron (QR-code bij stap 3) en de visuele bron.

a Lees in het dagboek hoe de indianen er volgens Columbus uitzagen. Noteer het antwoord. v ISUELE BRON

b Komt die beschrijving overeen met de visuele bron?

c Noteer voor beide bronnen het jaar waarin ze gemaakt werden.

tekstuele bron visuele bron

d Dateren de bronnen uit dezelfde periode? Of is er veel tijd tussen beide bronnen? Leg uit.

e Duid aan welke van beide bronnen een ooggetuigenverslag is.

¨ de visuele bron (= de afbeelding) ¨ de tekstuele bron (= het dagboek)

f Komt het tafereel op de afbeelding overeen met hoe Columbus die eerste ontmoetingen beschrijft? Noteer in de linkerkolom de gelijkenissen en in de rechterkolom de verschillen.

Gelijkenissen tussen beide bronnen Verschillen tussen beide bronnen

g Zijn beide bronnen bruikbaar om de historische vraag te onderzoeken? Leg uit.

h Kunnen we met deze twee bronnen de historische vraag op een betrouwbare manier beantwoorden? Markeer de argumenten voor in groen en de argumenten tegen in rood.

Het dagboek is een ooggetuigenverslag. De afbeelding is 100 jaar na de feiten gemaakt.

Het is niet duidelijk op welke informatie de afbeelding gebaseerd is.

Een bron dateert uit de periode toen het gebeurde.

We hebben geen bronnen die het verhaal vanuit de kant van de indianen vertellen.

Het dagboek van Columbus is geen objectief verslag: hij wil de zaken zo mooi mogelijk voorstellen voor zijn opdrachtgevers.

We moeten ons er steeds van bewust zijn dat geschreven bronmateriaal altijd door een mens is geschreven die zelf opgroeide in een bepaalde tijd, op een bepaalde plaats, in een bepaalde maatschappij, met zijn eigen specifieke achtergrond, geloofsovertuigingen …

Je mag er dus nooit van uitgaan dat wat je leest de absolute waarheid is. Het was destijds misschien de waarheid voor de schrijver zelf. Maar mocht een andere schrijver over dezelfde gebeurtenis hebben geschreven, dan zou je mogelijk een ander verhaal hebben gekregen. Je moet dus proberen door de bril of de ogen van de schrijver te kijken.

MIJN NOTITIES

3 Woke?

a Scan de QR-code en lees de tekst.

b Beantwoord de vragen.

1 Wat is er met de standbeelden gebeurd?

©VANIN

2 Waarom deden de betogers dat? Leg uit.

3 Die betogers noemen zichzelf ‘woke’. Zoek die term op en leg in je eigen woorden uit.

Als je ‘ woke’ bent dan

We kijken vandaag met een andere blik dan mensen die elders leven of vroeger leefden. Dat noemt men 'standplaatsgebondenheid'. Het is belangrijk dat je beseft dat men er vroeger anders naar keek.

Bijvoorbeeld een Belg kijkt anders naar de kolonisatie van Congo dan een Congolees. De ene is immers verbonden met de daders van toen en de andere met de slachtoffers van toen.

Of een Romeinse man die over de verkoop van een slaaf schrijft alsof het de normaalste zaak ter wereld is, beleefde dat ook op die manier. Slaven waren overal. Je kocht ze gewoon op de markt.

Wat vind jij?

• Kan een standbeeld van Columbus blijven staan, nu je weet hoe de indianen behandeld werden na zijn ontdekking van Amerika?

• Kan een standbeeld van een slavenhandelaar blijven staan?

• Kan een standbeeld van Leopold II blijven staan, nu je weet hoe slecht de inwoners van Congo er onder zijn bewind behandeld werden?

Inleiding

Liefdesverdriet is van alle tijden. Wanneer jouw moderne hart gebroken wordt, dan gooi je jouw gevoelens misschien op het internet in posts met pakkende muziek, quotes over liefdesverdriet, of foto’s van jou en je ex. In het oude Rome, tijdens de klassieke oudheid, meer dan 2000 jaar geleden, hadden ze geen internet. Maar liefdesverdriet kwam er even hard aan als nu. Lees je mee?

Het liefdesverdriet van Sulpicia

a Lees de context over Sulpicia en de liefdesgedichten van de hand van Sulpicia.

b Analyseer de historische bron aan de hand van de vragen die de leerkracht je bezorgt.

Context

Sulpicia is een meisje dat leefde in de 1e eeuw v.C., onder keizer Augustus. Naar Romeinse gewoonte werd dit meisje uit de ‘rijke upperclass’ genoemd naar haar vader, Servius Sulpicius. Ze is de enige vrouw uit de Romeinse oudheid van wie gedichten zijn bewaard.

Waar en wanneer ze geboren werd en wanneer ze gestorven is, daar weten we niets van.

We weten dat ze haar vader Servius Sulpicius als kind verloren heeft en dat ze verder werd opgevoed door haar oom Marcus Valerius Messalla, die zelf leefde van 64 v.C. tot 13 n.C.

In zes korte gedichten beschrijft Sulpicia haar verhouding met de jongeman die ze Cerinthus noemt, en die haar hart gebroken heeft. Het zijn zes eenvoudige en directe liefdesgedichten. Haar versjes lijken zo uit een dagboek te komen ... Op enkele papyrussnippers of andere fragmentjes na, zijn dit in elk geval de enige teksten van een vrouw uit de Latijnse literatuur die bewaard zijn gebleven. Dat maakt deze zes gedichten dus erg bijzonder en zeldzaam.

Bron: classicistranieri.com

©VANIN

Historische bron

Vierde gedicht

Mooi dat je tegenover mij je dit nu al veroorlooft, zo loop ik niet domweg in de val! Loop jij die plompe lichtekooi maar liever na dan ’t dochtertje van Servius, Sulpicia. Het is mijn vrienden helemaal niet naar de zin dat ik moet wijken voor zo’n bedvriendin.

Zesde gedicht

Ik wil niet langer zulke vurige liefde, schat, als jij een week of wat geleden voor me had, indien ik in mijn hele jeugd een stommiteit begaan heb die me nu, ik geef het toe, meer spijt dan dat ik jou liet gaan de afgelopen nacht om te verbergen hoe ik naar jou had gesmacht.

Bron: www.dbnl.org/tekst; vertaling: Paul Claes

Oh … een gebroken hart! Ik weet hoe dat voelt!

Inleiding

Dezelfde historische gebeurtenis wordt vaak anders bekeken, afhankelijk van wie ernaar kijkt. Of ook niet: soms komen de meningen overeen. Bovendien kijken wij vandaag ook anders naar gebeurtenissen uit het verleden, terwijl men deze gebeurtenissen toen vaak anders beleefde.

De kolonisatie van Belgisch Congo

Je krijgt vier fragmenten met verschillende standpunten over de kolonisatie van Congo te zien: de blik van de blanke kolonisator, de Congolees wiens land gekoloniseerd werd en de kinderen van die Congolezen die alles meemaakten en doorvertelden.

Fragment 1

Hoe verliepen de eerste contacten tussen blanken en zwarten? Heeft iedereen dat gelijk ervaren? Komen de verhalen overeen?

Bekijk het fragment en kruis aan wat correct is.

¨ De verhalen komen niet overeen. Er zal dus wel iemand liegen.

FRAGMENT 1

¨ De blanken stellen het voor alsof ze welkom waren, maar iedereen liep van hen weg.

¨ De getuigenissen verschillen erg van elkaar. De eerste contacten zullen dus ook erg verschillend verlopen zijn. In sommige gebieden liep men weg bij het eerste contact, in andere gebieden kwam men net kijken naar die vreemde blanken.

Fragment 2

Het wordt weleens voorgesteld alsof er in Congo helemaal geen cultuur was voordat de Belgen er aankwamen. Alsof de Congolezen een verzameling onontwikkelde wilden waren die in het oerwoud leefden.

Bekijk het fragment en beantwoord de vragen.

FRAGMENT 2

a Welke van de getuigen is een ooggetuige? Markeer het juiste antwoord. de blanke vrouwhet zwarte meisjede zwarte vrouwde blanke man

b Kijken blanken en zwarten anders naar dit stukje geschiedenis in dit fragment of komen de meningen van de getuigen overeen? Kruis het juiste antwoord aan.

¨ De meningen van de getuigen komen overeen.

¨ De meningen van de getuigen komen niet overeen.

c Waren de blanken zich vooraf bewust van de rijke Congolese cultuur?

Fragment 3

Er wordt vaak beweerd dat België ook veel goede dingen naar Congo gebracht heeft en het land gemoderniseerd heeft. Men zegt dus dat er niet enkel geld aan Congo verdiend werd, maar dat er ook geld in geïnvesteerd werd om van Congo een land te maken met dezelfde gezondheidszorg en hetzelfde onderwijs als in België. De vraag is: klopt dat?

Bekijk het fragment en beantwoord de vragen.

FRAGMENT 3

a Heeft België Congo uitgebouwd tot een ‘moderner’ land volgens de getuigen? Leg uit.

b Zijn blanken en zwarten het daarover eens in de reportage? JA NEE

c Werden al die zaken met geld uit België betaald? Leg uit.

Fragment 4

Laat ons een stapje verder gaan. Er is veel onderzoek gedaan naar de rol van België in Congo. Ook naar deze vraag: heeft België echt het onderwijs, de gezondheidszorg en de wegen voor de Congolezen verbeterd?

Lees de tekst en beantwoord de vragen.

a Komt de mening van de professor overeen met de mening van de ooggetuigen in het beeldfragment bij fragment 3? JA NEE

b Kruis de mogelijke verklaringen daarvoor aan.

FRAGMENT 4

¨ De professor heeft veel meer ooggetuigen gesproken dan die in de reportage.

¨ Niet iedereen in Congo heeft dit op dezelfde manier beleefd als de ooggetuigen. Door het verhaal breder te bekijken, krijg je ook een ander beeld.

¨ De professor is gewoon slimmer dan die ooggetuigen.

¨ De professor bekijkt het vanop afstand en met een objectievere blik dan de ooggetuigen die het op dat moment meemaakten.

¨ De professor heeft voor zijn onderzoek naar de situatie gekeken met de blik van nu. De ooggetuigen denken vooral terug aan de tijd van toen.

¨ De ooggetuigen merkten toen dat het leven in Congo veranderde en ‘moderner’ werd. Wij weten nu dat dat niet zomaar gebeurde, maar vooral om de kolonie en de bedrijven beter te kunnen doen werken. Dat was toen minder duidelijk dan nu.

¨ De ooggetuigen zijn onbetrouwbaar. Hun verhaal zal wel niet kloppen.

¨ Een ooggetuige kijkt met een gekleurde blik. Als ooggetuige kijk je naar wat je zelf meemaakte, maar dat is misschien niet de algemene situatie in alle streken van Congo.

¨ Niet elke ooggetuige heeft hetzelfde meegemaakt. In het beeldfragment komen maar een paar ooggetuigen aan bod en je hoort enkel hun persoonlijke verhaal.

1 Wat vond je van dit hoofdstuk? Omcirkel de emoji(’s) die je gevoel het best omschrijft.

������������ ������������ ������������ ������������

������������

Ik koos deze emoji(’s) omdat:

2 Duid aan of je het volgende goed beheerst of dat het nog beter kan.

Checklist

Ik kan het. Hier kan ik nog groeien.

Ik kan historische bronnen situeren in de correcte historische periode. ¨¨

Ik weet wat een tekstuele bron is.

Ik weet wat een visuele bron is.

Ik weet wat een materiële bron is.

Ik begrijp dat mensen van toen anders keken naar historische gebeurtenissen dan dat wij nu naar dezelfde gebeurtenissen kijken.

Ik kan een historische bron analyseren met behulp van een schema. ¨¨

Ik kan inschatten of een bron betrouwbaar is of niet.

Ik kan voorbeelden geven van gelijkenissen en verschillen tussen vroeger en nu.

Ik kan een keuze maken uit verschillende bronnen in functie van de opdracht.

Ik kan informatie samenvatten.

Ik kan vlot informatie opzoeken. ¨¨

Ik kan zelfstandig opdrachten uitvoeren. ¨¨

Ik kan vlot samenwerken met anderen. ¨¨

3 Wat kan ik doen om nog verder te groeien?

4 Welke vragen heb ik nog?

HOOFDSTUK 3 ER HANGT CHEMIE IN DE LUCHT

Inleiding

Wanneer je een product in handen hebt, krijg je veel informatie via de verpakking: milieulabels, gezondheidswaarschuwingen, chemische aanduidingen ... In dit hoofdstuk verdiep je je in die soorten labels en chemische stoffen. Dit fascinerende maar complexe onderwerp beïnvloedt je dagelijks leven misschien toch meer dan je denkt. Je zoekt antwoorden op de volgende vragen:

- Wat betekent al die informatie op een verpakking?

- Waarom zijn die labels belangrijk, zowel voor jouw gezondheid als voor het milieu?

- Gezondheidslabels, milieulabels, chemische labels … : wat is het verschil?

- Hoe kunnen deze labels jou helpen om bewustere keuzes te maken?

- Wat zijn chemische stoffen en hoe worden ze weergegeven?

- Weet jij hoe je mengsels kunt scheiden?

OPDRACHT 1: Gelabeld

a Weet jij wat deze labels op een product betekenen? Bespreek.

b Combineer de labels met de passende omschrijving.

Dit label geeft aan dat de producent een bijdrage heeft betaald voor de inzameling, sortering en recyclage van het verpakkingsmateriaal.

Dit is een internationaal label voor duurzame vis afkomstig uit aquacultuur. Kwekers houden rekening met het welzijn van de vis, het milieu en de mens op de kwekerij.

Dit logo geeft aan dat de verpakking na gebruik in de vuilnisbak thuishoort. Het zet aan tot goed burgerschap.

Dit is een internationaal label voor palmolie die duurzaam is geproduceerd.

Dit energielabel deelt elektrische toestellen zoals wasmachines, koelkasten of televisietoestellen op in energieklassen van A tot G.

Dit symbool geeft aan dat het een bijtend product is dat ernstige brandwonden kan veroorzaken op je huid, aan je ogen of je slokdarm.

Dit is een Europees label voor ecologische producten, onder andere detergenten.

Dit is een Vlaams label voor ambachtelijke voedingsproducten.

Dit is een internationaal label voor tapijten en textiel. Het geeft aan dat een stof geproduceerd is in een omgeving die voor mens en milieu veilig is.

Dit is een Belgisch label voor lokale biologische producten. Met dit label weet je zeker dat een product in België geteeld en verwerkt is.

Dit symbool geeft aan dat het product bij opname (via huid of mond) ernstig gevaar oplevert en dodelijk kan zijn.

Dit is een internationaal label voor eerlijke handel met het Globale Zuiden. Je vindt het terug op voedingsproducten, textiel en cosmetica.

Bekijk jij de labels op een product? Hou je rekening met de labels op verpakkingen wanneer je een product kiest? Waarom wel of waarom niet?

OPDRACHT 2: Zelf bruisballen maken

Wist je dat je gemakkelijk zelf bruisballen kunt maken? Ook dat is wetenschap!

Bekijk het filmpje en ga aan de slag met dit eenvoudige recept.

Stap 1: Welke ingrediënten heb je nodig? Vul het lijstje aan.

- 55 gram

- 16 gram

- 20 ml - scheutje - 40 gram -

Stap 2: Meng de eerste twee ingrediënten.

Stap 3: Doe enkele druppels kleurstof bij de zonnebloemolie. Giet vervolgens de olijfolie en de zonnebloemolie bij het droge mengsel uit stap 2. Meng alles goed door elkaar.

Stap 4: Rol kleine balletjes van het mengsel.

Stap 5: Laat de balletjes drie dagen rusten.

Stap 6: Doe de test.

Stap 7: Los de vragen op.

a Wat gebeurt er wanneer je de bruisbal in water legt?

b Hoe komt dat?

c Waarvoor staat CO2?

¨ zuurstofgas

¨ koolzuurgas

¨ stikstofgas

d Waarvoor zorgt dat gas?

e Ken je zelf nog producten waarin CO2 zit?

Een chemische reactie is een proces waarbij stoffen veranderen en nieuwe stoffen gevormd worden.

Inleiding

Er bestaan verschillende soorten labels voor productverpakkingen. Die labels helpen ons bepaalde keuzes te maken door specifieke informatie te geven. Het is uiteraard belangrijk dat je de informatie op de verpakkingen op een correcte manier interpreteert.

1 Soorten labels

a Je leerkracht bezorgt je labels. Welke informatie geven ze je? Verdeel in drie groepen.

b Je kunt de labels onderverdelen in gezondheidslabels, milieulabels en chemische labels. Plaats het soort label bij de passende omschrijving.

• bevatten specifieke gezondheidsclaims, keurmerken of symbolen die aangeven dat een product bepaalde gezondheidsvoordelen heeft.

• ge ven informatie over de milieu-impact van een product, zoals duurzaamheid, energieverbruik, watergebruik …

• ge ven informatie over de chemische samenstelling van een product. Het gaat vaak om gevaarlijke stoffen.

2 Op je gezondheid!

a Je leerkracht geeft je veertien voedingsmiddelen. Jouw taak is om die producten te analyseren en te ordenen op basis van hoe gezond je ze vindt.

Stap 1: Bekijk de producten en bepaal welke voedingsmiddelen je als gezonder beschouwt en welke als minder gezond.

Stap 2: Rangschik de producten op de balk: zet de meest gezonde producten links en de minst gezonde rechts.

Stap 3: Schrijf de naam van elk voedingsmiddel boven of onder de balk. Gebruik pijlen om aan te geven waar je elk product precies hebt geplaatst.

meest gezond minst gezond

• Wat maakt volgens jou een product gezond of minder gezond?

• Wat is gezonde voeding voor jou?

• Waarom is gezonde voeding belangrijk?

b Vergelijken in de supermarkt is een pak gemakkelijker geworden dankzij de Nutri-Score. Daarmee kun je in een oogopslag gezondere producten kiezen. Bekijk het filmpje en vul de mindmap aan.

Wat is de Nutri-Score?

Wat betekent de kleurenschaal?

E

v IDEO NUTRI-SCORE

Waarom is de Nutri-Score interessant?

Hoe wordt de Nutri-Score berekend?

Wat zijn de voordelen?

c Bekijk opnieuw de producten uit opdracht a. Welke Nutri-Score krijgen ze? Ga naar de website en zoek op productnaam. Klik door naar het juiste product. Noteer bij elk product de Nutri-Score en kleur het hokje in volgens de kleurenschaal.

WEBSITE NUTRI-SCORE

©VANIN

d Vergelijk jouw top veertien met de Nutri-Score. Zijn er opvallende verschillen?

e Toch zorgt de Nutri-Score voor veel verwarring. Diepvriesfrietjes krijgen bijvoorbeeld score A en een pakje gerookte zalm slechts D. Hoe betrouwbaar is het dan? Lees de tekst en bekijk het filmpje.

Zijn frietjes gezonder dan zalm?

De Nutri-Score geeft op een visuele manier weer hoe gezond een voedingsmiddel is.

Maar als frietjes een Nutri-Score A krijgen en gerookte zalm een Nutri-Score D, hoe betrouwbaar is de Nutri-Score dan? Moeten we proberen zoveel mogelijk A-producten te eten of is het verhaal genuanceerder dan dat?

Diëtiste Luka Mann geeft ons een snelcursus ‘gezonde keuzes maken in de supermarkt’.

‘Bij veel mensen zorgt de Nutri-Score vooral voor verwarring. Noten krijgen bijvoorbeeld vaak een score D of E omdat ze heel vetrijk zijn. Het is nochtans wel een gezond product. Wat weinigen weten, is dat de Nutri-Score eigenlijk enkel bedoeld is om twee producten van dezelfde soort te vergelijken. Vergelijk in de supermarkt dus geen Nutri-Score van een koek met die van een stuk fruit. Het kan best zijn dat een bepaalde koek een Nutri-Score B krijgt doordat er veel vezels in zitten, terwijl jouw stuk fruit een Nutri-Score C krijgt door het hoge suikergehalte. We weten nochtans allemaal dat fruit gezonder is dan koeken.’

v IDEO FACTCHECKERS

‘Eigenlijk vind ik het geen goed idee om enkel naar de Nutri-Score te kijken als je iets koopt. De voedingsdriehoek blijft de beste basis voor een gezond voedingspatroon. Het principe is simpel: van producten uit de donkergroene zone in de voedingsdriehoek (voornamelijk plantaardige producten) mag je het meest eten. Voeding die in de rode bol van de voedingsdriehoek staat (zout, alcohol, koeken, frisdrank …) eet je best zo weinig mogelijk. Die producten zijn niet nodig voor een evenwichtige voeding en kunnen bij een te hoge inname zelfs de gezondheid schaden. Wil je iets uit die laatste categorie eten, dan kan de Nutri-Score wel helpen om binnen die groep een iets betere keuze te maken. Kies bijvoorbeeld eerder voor een pizza met NutriScore B dan voor een met Nutri-Score D.

Maar laat je gezond verstand niet misleiden door de Nutri-Score. Want je weet wellicht wel dat frietjes niet dagelijks op het menu hoeven te staan en toch zie je op de verpakking een Nutri-Score A staan. Laat dat geen reden zijn om ze toch elke dag te eten. Frietjes zijn eigenlijk aardappelen en krijgen een Nutri-Score A omdat ze veel vezels, weinig zout, geen suiker … bevatten. Het is dus een gezond product. Maar je moet ze thuis wel nog bakken in vet en dan wordt het een vetrijker en calorierijker product. Waarom dan toch een A-score? Omdat Nutri-Score naar het onbereide product kijkt.’ Bron:

1 De Nutri-Score wordt soms volledig verkeerd begrepen. Soms denk je dat je iets gezonds koopt, terwijl dat eigenlijk niet zo is. Leg uit in je eigen woorden.

2 Waarom krijgen frietjes een Nutri-Score A terwijl ze eigenlijk helemaal niet zo gezond zijn? Markeer het antwoord in de tekst.

3 Vul aan.

Stap 1: Om gezonde voedingskeuzes te maken, kijk je het best na waar het product staat in de .

Stap 2: Vergelijk dezelfde soort producten met de Stap 3: voldoende!

f Lees de dialoog tussen Elena en Marieke. Wie van hen heeft volgens jou gelijk?

Mmm, die chips smaken echt heerlijk!

Ik dacht dat je wat gezonder wou eten?

Maar dat zijn groentechips! Die zitten boordevol vitaminen en zo eet ik elke dag mijn portie groenten.

Dan eet je beter verse groenten, want volgens de NutriScore is het toch niet zo gezond, hoor! Gezondheidslabels kunnen je helpen bij het maken van gezonde keuzes. Geloof niet zomaar reclame!

Wanneer je een voedingsetiket leest, zie je soms ook een E-nummer staan. E-nummers zijn stoffen die worden toegevoegd om eigenschappen van voedingsmiddelen te verbeteren, zoals de smaak, kleur, textuur of houdbaarheid. Niet alle E-nummers zijn slecht. Sommige zijn natuurlijk, terwijl andere worden gemaakt in een fabriek. Ze worden grondig getest voordat ze worden gebruikt in voedingsmiddelen.

De Nutri-Score helpt ons om gezonde keuzes te maken. Veel van wat we eten heeft invloed op ons lichaam, maar ook op onze planeet. Om ons helpen, bestaan er scores en labels die iets zeggen over hoe milieuvriendelijk een product is.

a Bekijk de producten met hun verschillende milieulabels. Gebruik de link om de betekenis van elk label te achterhalen. Wat garandeert elk label?

ENERGY STAR

Het label garandeert dat het toestel is.

ECOLABEL

Het label garandeert dat de productie op gebeurt.

OEKO-TEX 100

Het label garandeert dat het eindproduct be vat.

BEAUTY WITHOUT BUNNIES

Het label garandeert dat de producten

WEBSITE LABELINFO

BLAUWE v L AG

Het label garandeert aan de kust en binnenwateren.

BIOGARANTIE

Het label vraagt aandacht voor UTZ CERTIFIED v E GAN FSC

Het label garandeert en een beperkte .

Het label garandeert dat er geen ingrediënten van in het product aanwezig zijn en .

Het is een internationaal label voor

b Welke producten dragen dit label? Zet de nummers bij de passende producten.

schoonmaakmiddelen en cosmetica jachthavens, stranden en zwemvijvers hout en afgeleide producten, zoals papier textiel, elektrische toestellen, cosmetica (zeep, shampoo …) elektrische toestellen, zoals computers, huishoudtoestellen, verlichting … cacao, koffie, hazelnoten en thee voedingsproducten voedingsproducten, cosmetica en schoonmaakproducten tapijten en ander textiel

c Ontwerp een eigen milieulabel dat gezondheid en duurzaamheid combineert. Geef het label een naam en schrijf kort wat het garandeert.

Bespreek deze vraag in de klas. Steeds meer bedrijven labelen hun producten. Waarom zijn er zoveel labels? En waarom duiken er ineens ecologische labels op?

Greenwashing betekent dat bedrijven zich groener en milieuvriendelijker voordoen dan ze werkelijk zijn.

Ze gebruiken bijvoorbeeld misleidende reclames, vage termen zoals 'natuurlijk' of 'duurzaam', of een groen logo om consumenten te overtuigen terwijl hun producten of werkwijze nauwelijks goed zijn voor het milieu. Die oneerlijke handelspraktijk is echter verboden. Er staan zware boetes op.

Bron: news.economie.fgov.be

4 Een ongeluk zit in een klein hoekje

a Waar vind je deze afbeelding? Waarom daar?

b Waarom zijn die producten gevaarlijk denk je?

c De etiketten van veel huishoudproducten bevatten gevarenpictogrammen. Die geven weer wat de mogelijke risico’s zijn bij gebruik. Achteraan vind je een overzicht van enkele pictogrammen. Knip ze uit en plak ze bij de passende uitleg.

Pictogram Betekenis

1 Deze producten zijn – als ze in het milieu terechtkomen – schadelijk voor de organismen. Ze kunnen bijvoorbeeld sterfte van vissen of bijen veroorzaken.

2

3

4

Deze producten kunnen bij opname langs de mond of de huid of bij inademing kankerverwekkend zijn of op een andere manier schadelijk zijn voor de gezondheid, bijvoorbeeld voor de voortplanting.

Deze producten veroorzaken brandwonden en hebben een vernietigend effect op lichaamsweefsels zoals de huid, de ogen en de slokdarm.

Deze producten kunnen bij opname langs de mond of de huid of bij inademing ernstig gevaar opleveren en dodelijk zijn.

5 Deze producten kunnen gemakkelijk vlam vatten als ze in contact komen met een ontstekingsbron (bijvoorbeeld een brandende sigaret, lucifer of vonk).

6

Het gezondheidsgevaar van deze producten is minder ernstig dan dat van giftige en bijtende stoffen en stoffen met een gezondheidsgevaar op lange termijn. Sommige producten met dit symbool veroorzaken irritatie bij opname langs de mond of de huid en bij inademing, terwijl andere dan schadelijk zijn.

Bron: www.nvwa.nlc

d Wat zouden de overige drie pictogrammen betekenen? Zoek het online op als je twijfelt.

e De gevaren kun je in drie groepen onderverdelen. Welke picto's passen bij welke gevaren?

• fysisch gevaar (ontplofbaar of brandbaar):

• gevaar voor de gezondheid:

• gevaar voor het milieu:

f KGA, klein gevaarlijk afval, is de verzamelnaam van producten die we dagelijks gebruiken.

1 Geef enkele voorbeelden van producten die je moet sorteren bij het KGA.

2 Die producten worden om verschillende redenen afzonderlijk gesorteerd. Waarom?

• milieu :

• gezondheid en veiligheid:

NOTITIES

f Hoe ga je veilig om met stoffen? Bekijk de afbeeldingen in detail via het document.

Check het label, bescherm jezelf! Veiligheid is geen keuze, maar noodzakelijk!

DOCUMENT AFBEELDINGEN

1 Welke voorzorgsmaatregelen moet je nemen als je met deze producten gaat werken?

©VANIN

2 Wat gebeurt er als je ermee in aanraking komt? Het veroorzaakt …

3 Wat moet je doen bij aanraking van het product?

4 Welke gevarenpictogrammen herken je op het document met afbeeldingen?

¨ giftig ¨ schadelijk op lange termijn ¨ gas onder druk ¨ ontplofbaar ¨ oxiderend ¨ schadelijk voor het milieu ¨ irriterend ¨ ontvlambaar

5 Het product is schadelijk voor het milieu. Wat betekent dat precies?

g Ga bij je thuis op zoek naar een ‘gevaarlijk’ product waar veiligheidslabels op staan. Neem een foto van dat product en bezorg die aan de leerkracht. Beantwoord deze vragen.

1 Waar is het product voor bedoeld? Waarvoor kun je het gebruiken?

2 Wat leren de veiligheidslabels jou over het product?

3 Wordt het product op een veilige plaats bewaard? Leg uit.

4 Welke maatregelen moet je nemen om de werkplek veilig te maken?

5 Welke stappen moet je nemen bij een ongeluk, bijvoorbeeld wanneer je ermee morst of wanneer je blootgesteld wordt aan het product?

OPDRACHT 4: Chemische stoffen v

Inleiding

Chemie is overal om je heen en speelt een cruciale rol in jouw leven. Chemie en chemische stoffen zitten verweven in ons leven, zonder dat we daar bij stilstaan. Ze zitten in veel producten die we dagelijks gebruiken. Ze maken ons leven eenvoudiger, maar zijn soms ook schadelijk en gevaarlijk voor de gezondheid. Daarom moet je er goed, veilig en gezond mee omgaan.

1 Chemische stoffen in alledaagse producten

a Bekijk de kennisclip en beantwoord de vragen.

1 In welke alledaagse producten vind je chemische stoffen? Geef drie voorbeelden.

2 Welke personen moeten extra oppassen bij het gebruik van chemische producten?

KENNISCLIP CHEMISCHE STOFFEN

WEBSITE CHEMISCHE STOFFEN

©VANIN

Chemische stof Wat voor stof is het?

PPD ¨ oplosmiddel

¨ conserveermiddel

¨ kleurstof

¨ mineraal

¨ geurstof

citral ¨ oplosmiddel

¨ conserveermiddel

¨ kleurstof

¨ mineraal

¨ geurstof

IPBC ¨ oplosmiddel

¨ conserveermiddel

¨ kleurstof

¨ mineraal

¨ geurstof

calciumsulfaat

¨ oplosmiddel

¨ conserveermiddel

¨ kleurstof

¨ mineraal

¨ geurstof aceton ¨ oplosmiddel

¨ conserveermiddel

¨ kleurstof

¨ mineraal

¨ geurstof

In welk product vind je het?

Waarom zit deze stof in dat product?

2 Symbolen en getallen

a Het is niet zo evident om de volgende krantenkoppen te begrijpen, door de vreemde afkortingen. Die afkortingen zijn chemische formules. Om een chemische stof weer te geven, gebruik je letters en cijfers. Markeer alle chemische formules.

Stille moordenaar in huizen: het onzichtbare gevaar van CO

Stijgende CO2-concentraties zetten klimaat en gezondheid onder druk

Wonderen van H2O: de essentiële kracht voor leven en welzijn

De rol van O2 in onze ademhaling en gezondheid

O3: een diepere duik in de wereld van drievoudig zuurstof

N2: de stille kracht die onze lucht vult en de landbouw voedt

Van landbouwhulp tot industrieel ingrediënt, de veelzijdige wereld van NH₃

NaCl: de kristalheldere smaakmaker die culinaire creaties tot leven brengt

b Vul de tabel aan.

Stap 1: Noteer in de eerste kolom de chemische formules uit de krantenkoppen.

Stap 2: Noteer in de tweede kolom in potlood wat je denkt dat de formule betekent.

Stap 3: Zoek de correcte betekenis op en verbeter indien nodig in de vierde kolom.

Chemische stof

Betekenis

Correctie Ik denk dat … Juist of fout?

juist / fout

juist / fout

juist / fout

juist / fout

juist / fout

juist / fout

juist / fout

juist / fout

3 Eigenschappen

a Bekijk de afbeeldingen. Bij elk product is er iets veranderd. Leg uit wat.

Smelten is een fysisch verschijnsel. Tijdens het smeltproces verandert het ijs van een vaste naar een vloeibare toestand, maar de chemische samenstelling blijft hetzelfde.

Roesten is een chemisch verschijnsel. Het is een oxidatiereactie waarbij ijzer reageert met zuurstof en water. Er ontstaan nieuwe stoffen met andere eigenschappen.

De molecuulformule van water is H2O. De chemische formule vertelt iets over de samenstelling. Een watermolecule is een chemische verbinding van drie atomen: twee waterstofatomen (H) en een zuurstofatoom (O).

b Stoffen reageren op een verschillende manier. Vul aan: fysisch of chemisch.

• Bij een verschijnsel ontstaan er geen nieuwe stoffen. Je start en eindigt met dezelfde stoffen. Er worden dus geen nieuwe stoffen gevormd.

• Bij een verschijnsel ontstaan er nieuwe stoffen. Je start en eindigt met andere stoffen. Nieuwe stoffen worden gevormd doordat ze met elkaar reageren.

c Het is beter om je deur te sluiten als je slaapt. Waarom is dat zo, denk je? De vuurdriehoek kan je helpen.

Brand ontstaat wanneer een brandbare stof, zuurstof en temperatuur in de juiste verhouding aanwezig zijn. Dat stellen we voor met de ‘vuurdriehoek’.

HET IS AANBEVOLEN OM RAMEN EN DEUREN TE SLUITEN ALS VOORZORGSMAATREGEL. BRAND IS EEN COMPLEX PROCES DAT GEPAARD GAAT MET VERSCHILLENDE CHEMISCHE REACTIES.

BRANDSTOF TEMPERATUUR ZUURSTOF

©VANIN

d Op welke plaatsen in huis is er CO-gevaar? Duid aan op de afbeelding.

CO, een sluipende moordenaar in huis...

Bron: doededeurdicht.be

e Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen.

1 Wat is koolmonoxide (CO)? Duid aan.

¨ een brandblusmiddel

¨ een geurloos, smaakloos en kleurloos gas

¨ een soort rookdeeltje

2 Hoe ontstaat koolmonoxide in huiselijke omgevingen?

¨ bij het koken

¨ bij het gebruik van elektronische apparaten

¨ bij de onvolledige verbranding in een verbrandingstoestel

3 Wat is een veelvoorkomend symptoom van koolmonoxidevergiftiging?

¨ hoofdpijn

¨ buikpijn

¨ jeukende huid

4 Welk apparaat is specifiek ontworpen om koolmonoxide in huis te detecteren?

¨ een brandmelder

¨ een rookmelder

¨ een koolmonoxidemelder

OPDRACHT 5: We gaan scheiden! v

Inleiding

Een ander woord voor chemie is ‘scheikunde’. Scheikunde is de wetenschap die zich bezighoudt met de samenstelling, de structuur, de eigenschappen en reacties van stoffen. Er zijn zuivere stoffen en er zijn mengsels. Het belangrijkste verschil ligt in de samenstelling. Mengsels kunnen we scheiden dankzij verschillende scheidingstechnieken.

Scheidingstechnieken in het dagelijkse leven

a Op de af beelding vind je een aantal mengsels die we moeten scheiden. Op welke manier kun je dat doen? De leerkracht zal de klas opdelen in groepjes. Noteer jouw bevindingen hieronder.

b Hieronder zijn enkele scheidingstechnieken beschreven.

• Plaats bij elke omschrijving over welke scheidingstechniek het gaat. Kies uit:

magnetische scheiding – zeven – centrifugeren – filteren – destilleren – decanteren

• Noteer bij elke techniek welk mengsel uit opdracht a je op die manier kunt scheiden.

Scheidingstechniek:

Laat het mengsel rusten, zodat de olie naar boven drijft. Daarna kun je de olie afgieten.

Mengsel:

Scheidingstechniek:

Door het mengsel te zeven, kun je de stoffen scheiden op basis van grootte.

Mengsel:

Scheidingstechniek:

Centrifugeren wordt gebruikt om water van sla te scheiden. Dat doe je door de slacentrifuge snel rond te draaien. De centrifugale kracht drukt het water naar buiten, waardoor de sla droger wordt.

Mengsel:

c Duid alle mengsels aan.

Scheidingstechniek:

Gebruik een magneet om de ijzeren voorwerpen uit het mengsel te halen.

Mengsel:

Scheidingstechniek:

Door het mengsel te verwarmen, verdampt het alcoholgedeelte. Je kunt de dampen opvangen en opnieuw condenseren tot zuivere alcohol.

Mengsel:

Scheidingstechniek:

Door het mengsel te filteren, worden de theeblaadjes gescheiden van het thee- extract.

Mengsel:

¨ goud ¨ water ¨ mayonaise ¨ saladedressing ¨ smoothie ¨ lucht ¨ chocolademelk ¨ zuurstofgas ¨ zwembadwater

Bepaalde mengsels kun je niet zomaar scheiden. Hoe komt dat volgens jou?

OPDRACHT 6: Op zoek naar labels

Inleiding

In onze boeiende ontdekkingsreis door de wereld van chemie heb je geleerd hoe alledaagse producten, gezondheidskeuzes en milieubewuste beslissingen allemaal verweven zijn met chemie.

1 Soorten labels

Om bewuste keuzes te kunnen maken, is het van belang dat je de verschillende soorten labels begrijpt. Leg in je eigen woorden uit.

• gezondheidslabels:

• milieulabels:

©VANIN

• chemische labels:

2 Nutri­Score

a Selecteer twee vergelijkbare producten van verschillende merken in een supermarkt of thuis in de voorraadkast, koelkast of diepvriezer en evalueer de Nutri-Score.

- product 1:

- product 2:

→ conclusie:

b Vergelijk de milieulabels op de verpakkingen en beoordeel welk product waarschijnlijk duurzamer is.

- product 1:

- product 2:

→ conclusie:

Amper een derde van het Europese plastic afval gaat naar recyclage. Op dat vlak doet België het gelukkig beter: hier wordt meer dan de helft van het huishoudelijk plastic afval gerecycleerd. Naast de gebruikelijke plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons is in de nieuwe blauwe zak ook plaats voor yoghurtpotjes, champignonschaaltjes, botervlootjes, folies, zakken en tubes. Wat gebeurt er met de pmd-zak nadat die wordt opgehaald? Bekijk het filmpje. v IDEO

3 Chemische stoffen in dagelijkse producten

In producten die je dagelijks gebruikt, zitten chemische stoffen. Door goed naar etiketten te kijken, leer je meer over wat er precies in die producten zit en hoe veilig ze zijn. Volg de stappen.

Stap 1: Kies thuis drie producten uit: een schoonmaakmiddel, een ver zorgingsproduct (zoals shampoo of tandpasta) en een voedingsmiddel. Noteer in de eerste kolom.

Stap 2: Bekijk de etiketten en lees de ingrediëntenlijst van elk product. Schrijf op welke chemische stoffen erin zitten. Noteer in de tweede kolom.

WEBSITE CHEMISCHE STOFFEN

Stap 3: Onderzoek die stoffen en zoek uit of ze risico’s vormen voor je gezondheid of het milieu. Bekijk de website om meer te weten te komen over de veiligheid.

Product Chemische stoffen Waarschuwingen

OPDRACHT 7: Scheidingstechnieken

Inleiding

Je hebt geleerd hoe je verschillende scheidingstechnieken kunt gebruiken om mengsels uit elkaar te halen. Nu is het tijd om die kennis in de praktijk toe te passen!

Soorten scheidingstechnieken

a Beschrijf wat iedere spilfiguur doet. Noteer in de eerste kolom.

b Iedere spilfiguur gebruikt bewust of onbewust een scheidingstechniek. Op welke manier worden de stoffen van elkaar gescheiden bij elke opdracht? Vul de tweede kolom aan.

c Op welke manier worden de stoffen van elkaar gescheiden? Ga terug naar opdracht 5 en bekijk welke scheidingstechniek hier van toepassing is. Noteer in de laatste kolom van de tabel.

Wat doet de spilfiguur?Wat wordt er gescheiden?Scheidingstechniek

1 Wat vond je van dit hoofdstuk? Omcirkel de emoji(’s) die je gevoel het best omschrijft. ������������ ������������

Ik koos deze emoji(’s) omdat:

2 Duid aan of je het volgende goed beheerst of dat het nog beter kan.

Checklist

Ik kan het. Hier kan ik nog groeien.

Ik weet dat er verschillende labels op producten voorkomen. ¨¨

Ik kan uitleggen wat de voedingslabels betekenen. ¨¨

Ik kan uitleggen wat de Nutri-Score is en begrijp het belang ervan. ¨¨

Ik kan het verband tussen de voedingsdriehoek, de bewegingsdriehoek en de Nutri-Score uitleggen.

Ik kan een voorbeeld van een milieulabel geven.

Ik kan het belang van de verschillende labels verwoorden.

Ik kan de betekenis van de chemische labels uitleggen.

Ik kan op een veilige manier met chemische stoffen werken.

Ik kan een voorbeeld geven van een chemische stof. ¨¨

Ik kan van minstens één chemische stof de chemische formule geven. ¨¨

Ik kan uitleggen wat een chemische reactie is.

Ik kan een voorbeeld van een mengsel geven.

Ik kan een voorbeeld van een scheidingstechniek geven.

Ik kan mijn mening respectvol uiten.

Ik kan zelfstandig opdrachten uitvoeren.

Ik kan vlot samenwerken met anderen.

3 Wat kan ik doen om nog verder te groeien?

4 Welke vragen heb ik nog?

HOOFDSTUK 4 vAN NATUURLIJK FENOMEEN TOT MENSELIJK PROBLEEM

Inleiding

In dit hoofdstuk ontdek je dat een natuurlijk fenomeen ervoor zorgt dat de temperatuur op aarde perfect is voor alle levende wezens. Alleen, menselijke activiteiten verstoren dat natuurlijke fenomeen en versterken zo het effect ervan. In dit hoofdstuk ga je daarom dieper in op de gevolgen hiervanvoor de mens. Je zoekt doorheen het hoofdstuk een antwoord op de volgende vragen:

- Wat is het verschil tussen het natuurlijk en het versterkt broeikaseffect?

- Hoe draagt menselijke activiteit bij aan het versterken van het broeikaseffect?

- Welke gevolgen heeft de opwarming van de aarde voor mens en natuur?

- Wat kunnen we doen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen?

- Hoe kunnen persoonlijke keuzes bijdragen aan het beperken van klimaatverandering?

OPDRACHT 1: Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet … O

De zon verwarmt de aarde, de aarde straalt de warmte weer uit. Klinkt eenvoudig zo, maar er spelen natuurlijk nog andere factoren mee in dit hele proces op aarde. Wat weet je al hierover? En waarom is het belangrijk om hierover te leren denk je?

a Raad het woord: naar welk begrip leiden de volgende hints?

HINTS

1 Het is een proces dat te maken heeft met warmte.

2 Het speelt zich af in de atmosfeer van de aarde.

3 Gassen zoals CO₂ spelen een belangrijke rol.

4 Het proces is deels natuurlijk, maar het wordt sterker door menselijke activiteiten.

5 Het zorgt ervoor dat het op aarde warmer wordt.

6 Het woord bestaat uit twee delen: in het eerste deel groeien planten erg goed.

‘Het is erg belangrijk voor het leven op aarde.’

b Maak op een afzonderlijk blad een mindmap over het gevonden woord uit vraag a.

• Schrijf in het midden het woord en omcirkel het.

• Trek lijnen vanuit het midden en schrijf op waar je aan denkt als je het woord hoort. Denk daarbij aan oorzaken, gevolgen en oplossingen.

• Tip: werk met verschillende kleuren. Gebruik kleine tekeningen of symbolen in plaats van volledige woorden of zinnen, bijvoorbeeld: zon = ☼

• Hou de mindmap bij tot aan het einde van dit thema.

OPDRACHT 2: De natuurlijke werking van het broeikaseffect v

Inleiding

De aarde is een unieke planeet. Het is de enige bekende planeet waarop leven mogelijk is. Dat komt doordat de temperatuur perfect is afgestemd op de behoeften van levende wezens. Die leefbare omstandigheden danken we aan het natuurlijk broeikaseffect, dat de warmte van de zon vasthoudt en zo het klimaat op aarde regelt.

Zonder het natuurlijk broeikaseffect zou het op aarde veel te koud zijn!

©VANIN

Het natuurlijk broeikaseffect

Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen.

a Wat is het natuurlijk broeikaseffect? Duid aan.

¨ Een proces waarbij de zon minder warmte naar de aarde stuurt.

¨ Een natuurlijk proces waarbij licht van de zon wordt omgezet in warmte, en waarbij die warmte vervolgens wordt vastgehouden door de broeikasgassen in de atmosfeer.

¨ Een fenomeen waarbij de aarde warmte volledig naar de ruimte terugkaatst.

¨ Een door de mens veroorzaakt proces dat de aarde sneller opwarmt.

b Waarom is het natuurlijk broeikaseffect belangrijk voor het leven op aarde?

c Wat zijn broeikasgassen? Dat zijn gassen die …

¨ schadelijk zijn voor de luchtkwaliteit, zoals rook en roet.

¨ alleen in fabrieken worden geproduceerd en giftig zijn voor mensen.

¨ in de atmosfeer warmte van de aarde vasthouden en zorgen dat het warm blijft op aarde.

¨ zorgen voor de vorming van wolken en regen.

v IDEO HET NATUURLIJK BROEIKASEFFECT

d Leg aan de hand van deze tekening uit hoe het natuurlijke broeikaseffect werkt. Plaats het nummer van de omschrijving op de correcte plaats.

1 De zon straalt licht en warmte naar de aarde.

2 Een deel van die straling wordt teruggekaatst naar de ruimte.

3 Een ander deel bereikt de aarde.

4 Daar van wordt een deel weerkaatst richting de ruimte.

5 Een ander deel dringt door in de aarde, die daardoor opwarmt en warmte uitstraalt.

6 Een deel van die warmte ontsnapt naar de ruimte.

7 De rest blijft ‘hangen’ in de atmosfeer door de broeikasgassen. Die vastgehouden warmte wordt terug naar het aardoppervlak gekaatst.

©VANIN

VI_Mavo_4_H4_Broeikaseffect_Pijlen.ai

Broeikasgassen werken een beetje zoals het glas van een serre. Het laat zonlicht naar binnen, waardoor het daarbinnen lekker warm wordt. De warmte kan niet zomaar weer naar buiten, dus het blijft warm.

OPDRACHT 3: Het versterkt broeikaseffect v

Inleiding

Je leerde net over het natuurlijk broeikaseffect, dat ervoor zorgt dat de aarde warm genoeg blijft om leven op aarde mogelijk te maken. Op zich is dit dus geen negatief fenomeen. Toch hoor je in het nieuws vaak over het broeikaseffect praten in een negatieve context. Dat komt doordat menselijke activiteiten het effect ervan versterken. Dit wordt daarom het versterkt broeikaseffect genoemd.

1 Het versterkt broeikaseffect

Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen.

a Wat zorgt ervoor dat de aarde steeds warmer wordt?

¨ De zon straalt meer warmte uit dan vroeger.

¨ Extra broeikasgassen houden de warmte vast.

¨ De atmosfeer wordt dunner.

¨ De wind verspreidt warmte over de aarde.

b Wat gebeurt er als er grote hoeveelheden broeikasgassen in de atmosfeer terechtkomen?

¨ Er ontsnapt te veel warmte, waardoor de aarde afkoelt.

¨ De zonnestralen worden sterker.

¨ De warmte kan moeilijker ontsnappen en de aarde wordt warmer.

c Wat zorgt voor het versterkt broeikaseffect? Geef twee voorbeelden.

d Lees de uitspraken. Welk woord ontbreekt? Duid aan.

Het … broeikaseffect zorgt dat het warm genoeg is op aarde om er leven blijvend mogelijk te maken.

Door menselijke activiteiten, zoals het verbranden van fossiele brandstoffen, ontstaat het … broeikaseffect.

Het … broeikaseffect wordt veroorzaakt door een toename van broeikasgassen door menselijk handelen.

Zonder het … broeikaseffect zou de gemiddelde temperatuur op aarde rond de -18 °C liggen.

Waterdamp, koolstofdioxide (CO₂) en methaan (CH₄) dragen van nature bij aan het … broeikaseffect.

Ontbossing en industrie versnellen het … broeikaseffect.

Het … broeikaseffect leidt tot extra opwarming van de aarde bovenop de natuurlijke processen.

Het … broeikaseffect is een natuurlijk proces dat van groot belang is voor het klimaat op aarde.

natuurlijk versterkt

v IDEO HET v ERS TERKT BROEIKASEFFECT

2 Menselijke invloeden op het versterkt broeikaseffect

Door menselijke activiteiten komen er meer broeikasgassen in de atmosfeer. Die gassen versterken het natuurlijk broeikaseffect, waardoor de steeds aarde sneller opwarmt. Dat heeft grote gevolgen voor mens en natuur.

a Klimaatwetenschappers zijn het erover eens dat de aarde opwarmt, en CO₂ speelt daarbij een belangrijke rol. Bekijk de grafiek en lees de tekst voor meer informatie.

(in °C)

Evolutie van CO2 in de atmosfeer en gemiddelde temperatuur op aarde (1000­2024)

©VANIN

De industriële revolutie was een periode in de 18e en 19e eeuw waarin het leven veranderde door nieuwe uitvindingen en machines. Mensen trokken naar steden om in fabrieken te werken. Daardoor groeiden niet alleen de steden zelf, maar konden producten ook sneller en goedkoper gemaakt worden. Stoommachines en andere technologieën zorgden ervoor dat treinen, schepen en machines veel efficiënter werkten.

MIJN NOTITIES

b Lees de vragen. Beantwoord bondig of duid het juiste antwoord aan.

1 Wat geeft de blauwe lijn weer?

2 Wat valt je op wanneer je kijkt naar de evolutie in de hoeveelheid CO₂ in de atmosfeer?

• voor 1850: ¨ bleef constant rond de 280 deeltjes per miljoen ¨ neemt snel toe (door economische activiteiten)

• na 1850: ¨ bleef constant rond de 280 deeltjes per miljoen ¨ neemt snel toe (door economische activiteiten)

3 Waarom neemt de uitstoot van CO2 specifiek toe?

4 Wat geeft de rode lijn weer?

5 Welke evolutie maakte de temperatuur door in de periode tussen 1000 en 2024?

• voor 1900:

• na 1900:

c Welk verband zie je tussen de evolutie van de gemiddelde temperatuur en de evolutie van de gemiddelde CO2 in de atmosfeer? Formuleer een besluit.

d Bekijk de tekening aandachtig. Welke menselijke activiteiten dragen bij aan de toename van broeikasgassen? Noteer.

e Bekijk opnieuw de tekening. Hoe dragen deze activiteiten bij aan het versterkt broeikaseffect? Plaats het nummer van de omschrijving op de juiste plaats.

1 Bomen nemen van nature CO₂ op en slaan dat op in hun hout en bladeren. Wanneer bomen gekapt worden, kunnen ze de CO₂ niet meer opslaan. Als het hout verbrandt of verrot´, komt de opgeslagen CO2 vrij. Ontbossing verergert dus het broeikaseffect.

2 Landbouwmachines werken meestal op diesel en stoten CO₂ uit. Door het gebruik van meststoffen komt er lachgas (N₂O) vrij: dat broeikasgas is 300 keer krachtiger dan CO2 .

3 Vliegtuigen verbranden kerosine. Die uitstoot draagt sterk bij aan het broeikaseffect, omdat deze gassen op grote hoogte nog meer warmte vasthouden.

4 Of het nu per boot, per auto of per vrachtwagen is, de mens verbruikt heel veel aardolie om zich te verplaatsen.

5 Een groot deel van de elektriciteit wordt geproduceerd door steenkool- of gascentrales. Die stoten grote hoeveelheden CO₂ uit.

6 De meeste huizen en gebouwen worden verwarmd met fossiele brandstoffen. Op die manier komt er CO₂ en fijnstof in de lucht.

7 Fabrieken verbranden fossiele brandstoffen zoals kolen, olie en gas. Ze produceren zo aanzienlijke hoeveelheden koolstofdioxide (CO₂) en andere broeikasgassen.

8 Koeien stoten methaan (CH₄) uit in hun spijsverteringsproces, een broeikasgas dat 25 keer krachtiger is dan CO₂.

OPDRACHT 4: Gevolgen van het versterkt broeikaseffect v

Inleiding

Het versterkt broeikaseffect zorgt voor een snellere stijging van de temperatuur op aarde. Sinds 1880 is de gemiddelde temperatuur boven land gestegen met ongeveer 1,5 °C. Dat lijkt weinig, maar die opwarming heeft grote gevolgen voor mensen, dieren en planten.

Gemiddelde oppervlaktetemperatuur van de aarde

jaar 1881

jaar 2024

De wereldwijde temperaturen in het jaar 2024 lagen 1,28 °C hoger dan het gemiddelde van de referentieperiode (1951-1980).

1 Wereldwijde impact van het broeikaseffect

a Het versterkt broeikaseffect heeft grote gevolgen zowel op land als in de oceanen. Welke gevolgen van de opwarming van de aarde kun je afleiden uit de foto’s op de volgende pagina? Maak een mindmap.

©VANIN

b Bekijk de tekening en lees de verschillende infoteksten. Markeer in de teksten alle gevolgen van het versterkt broeikaseffect.

De verwoestende impact van het versterkte broeikaseffect

De oceaanverzuring is een ernstig probleem. Hoe meer CO2 er in de lucht zit, hoe zuurder het oceaanwater wordt. Dat heeft grote gevolgen voor het leven onder water. Dieren zoals mosselen en oesters, die kalk gebruiken om hun schelpen te bouwen, worden kwetsbaarder omdat hun schelpen in zuur water afbreken. Ook koralen, die afhankelijk zijn van algen voor voedingsstoffen, lijden onder de verzuring. De algen verdwijnen door de lagere pHwaarde, waardoor de koralen verbleken en uiteindelijk sterven. De koralen vormen ook voor veel vissen een leefgebied.

Hogere temperaturen leiden tot grote natuurbranden, vooral in droge en warme gebieden.

De opwarming van de aarde en de oceanen zorgen voor extremer weer. Tropische stormen zoals cyclonen, tornado’s en tyfoons, die ontstaan boven warme oceanen rond de evenaar, worden krachtiger en komen vaker voor.

De oceanen warmen op. Vissen halen zuurstof uit het water, maar in warmer water zit minder zuurstof. Dat betekent dat vissen onvoldoende zuurstof krijgen, wat hun overlevingskansen verkleint.

Een van de belangrijkste effecten is de wereldwijde stijging van temperaturen. Hittegolven komen steeds vaker voor, duren langer en bereiken hogere temperaturen. Dat zorgt ervoor dat er meer water uit de bodem en planten verdampt, waardoor het risico op droogte toeneemt.

Ook hevige regenbuien nemen toe in intensiteit en frequentie. In dichtbebouwde gebieden leidt dit vaak tot overstromingen, omdat de bodem door bebouwing en bestrating geen water meer kan opnemen.

De gigantische ijskap van Antarctica smelt snel door de opwarming van het omliggende oceaanwater. Ook gletsjers in bergketens over de hele wereld verliezen in hoog tempo ijs. Dit is zorgwekkend, omdat deze gletsjers belangrijke voorraden zoet water bevatten.

Het smelten van gletsjers brengt de watervoorziening van miljoenen mensen in gevaar. Tegelijkertijd leidt het smelten van ijskappen en gletsjers tot een stijgende zeespiegel, wat een bedreiging vormt voor laaggelegen gebieden, die vaker met overstromingen te maken krijgen. Bovendien hebben dieren zoals ijsberen moeite om voedsel te vinden doordat het ijs waarop ze jagen verdwijnt. Dit maakt het voor hen steeds moeilijker om te overleven.

c De gevolgen kun je in drie groepen verdelen. Tot welke groep behoren ze? Lees de onderstaande gevolgen en plaats ze in de juiste categorie.

Klimaatverandering (K)Stijging van zeespiegel (S) Biodiversiteit (B) verandering in temperatuur, neerslag of weersomstandigheden

gevolgen van het smeltende ijs en het stijgen van het oceaanwater

De ijskappen op de Noordpool en Antarctica smelten.

Droogteperiodes worden langer en heviger.

Laaggelegen kustgebieden hebben overstromingen.

Sommige diersoorten trekken naar koelere gebieden om te overleven.

Hevige stormen en orkanen komen vaker voor.

Koraalriffen sterven af door de opwarming van het zeewater.

Zeewater dringt meer landinwaarts en landbouwgrond wordt onbruikbaar.

De bloeiperiode van planten verandert, waardoor bepaalde insecten moeite hebben met overleven.

Temperaturen stijgen wereldwijd, met hittegolven als gevolg.

Kustgebieden worden onbewoonbaar door de stijging van de zeespiegel.

hoe dieren en planten worden beïnvloed KSB

d Kun je nog een ander gevolg bedenken en in de juiste categorie plaatsen? Leg uit.

e De klas wordt verdeeld in groepjes van twee tot drie leerlingen. Elk groepje krijgt een specifiek gevolg van het versterkt broeikaseffect om te onderzoeken.

Maak een korte poster of presentatie waarin je:

• het ge volg uitlegt;

• een voorbeeld geeft (bv. een recente overstroming of bosbrand);

• beschrijft hoe dat mensen of de natuur beïnvloedt.

• Wat vind jij het meest zorgwekkend aan klimaatverandering?

Denk bijvoorbeeld aan extreem weer, smeltende ijskappen, bosbranden of stijgende zeespiegels.

• Stel je voor dat je vakantie in het water valt door een hittegolf of overstroming. Hoe zou jij met zo'n situatie omgaan?

• Welk van deze gevolgen van klimaatverandering raakt jou het meest: minder sneeuw in de winter, meer bosbranden, overstromingen of het uitsterven van diersoorten? Leg uit.

2 Ontwikkelingslanden versus industrielanden

Het versterkt broeikaseffect raakt de hele wereld, maar de verantwoordelijkheid voor de opwarming van de aarde is niet gelijk verdeeld over alle landen. Sommige landen stoten meer broeikasgassen uit dan andere, toch zijn de gevolgen over de hele wereld voelbaar.

a Bekijk aandachtig de kaarten.

CO2­uitstoot per inwoner in 2021

Risico’s van de klimaatverandering per land

1 Welke landen stoten de meeste CO2 uit? Duid aan op de kaart.

2 Welke landen worden het minst getroffen door klimaatverandering? Duid aan.

3 Wat valt je op als je beide kaarten vergelijkt? Duid de juiste uitspraak aan.

¨ Landen met de hoogste CO2-uitstoot ondervinden de zwaarste gevolgen.

¨ Landen met de minste CO2-uitstoot worden ook het minst getroffen.

¨ Landen met de hoogste CO₂-uitstoot worden vaak minder zwaar getroffen.

¨ Er is geen duidelijk verband tussen CO₂-uitstoot en impact van klimaatverandering.

4 Waarom denk je dat sommige landen die veel CO2 uitstoten, minder zwaar getroffen worden door klimaatverandering?

b Lees de uitspraken. Gaat het over industrielanden (IL) of ontwikkelingslanden (OL). Duid aan in de tabel.

Deze landen zijn het meest verantwoordelijk voor de uitstoot van broeikasgassen.

Ze hebben vaak minder middelen en infrastructuur om zich aan de gevolgen van klimaatverandering aan te passen.

Klimaatvluchtelingen trekken vaak uit deze landen weg naar veiligere (minder klimaatgevoelige) gebieden.

Veel inwoners van deze landen hebben geen toegang tot drinkwater, vooral tijdens periodes van droogte.

Droogte en voedseltekorten vormen hier een van de grootste bedreigingen door klimaatverandering.

MIJN NOTITIES

3 Elke druppelt telt

Het broeikaseffect veroorzaakt heel wat problemen die niet alleen de natuur maar ook de mens raken. Zo heeft de opwarming een grote invloed op de beschikbaarheid van water.

Klimaatverandering is een belangrijke oorzaak van waterschaarste. Door de aanhoudende hitte drogen op sommige plekken waterbronnen op. Daarnaast zorgt de stijgende zeespiegel voor overstromingen, wat zowel de hoeveelheid als de kwaliteit van water beïnvloedt. Daardoor wordt het steeds moeilijker om voldoende en schoon water te verkrijgen.

©VANIN

WATERSCHAARS TE

“Mijn moeder moet elke dag 2 kilometer stappen naar het eerste waterpunt. Dat water draagt ze in emmers. Het is niet altijd gemakkelijk om met volle emmers thuis te komen. Dat water gebruiken we om te drinken, te koken, af te wassen, kleren te wassen, onszelf te wassen … We mogen dus geen water verspillen!” – Romano, 15 jaar

Waterverspilling en watervervuiling leiden tot een dalende beschikbaarheid van (proper) water. Waterschaarste is een ernstige bedreiging voor mensen, dieren en ecosystemen. Het heeft grote gevolgen voor voedselzekerheid en kan leiden tot conflicten en migratie. Door klimaatverandering en een groeiende wereldbevolking zal dat probleem in de toekomst alleen maar verergeren.

WATERv ERSPILLING

Waterschaarste leidt onrechtstreeks ook tot armoede. Je kunt namelijk niet naar school of naar je werk als je ziek bent of als je dagelijks urenlang onderweg bent om water te halen. Meestal zijn vrouwen en meisjes daarvan de dupe. Een bijkomend probleem van waterschaarste is het risico op conflicten. In de afgelopen decennia hebben Turkije en Iran talloze dammen gebouwd om aan hun waterbehoefte te voldoen. Dat heeft geleid tot droogte, sociale onrust en conflicten in stroomafwaarts gelegen landen zoals Irak en Syrië.

Het importeren van groenten en fruit buiten het seizoen kan leiden tot de uitputting van watervoorraden in de producerende landen. Peru is een van 's werelds grootste aspergeproducenten en -exporteurs, met name naar de Verenigde Staten en Europa. Hoewel het aanzienlijke inkomsten oplevert en zorgt voor werkgelegenheid, heeft de intensieve aspergeteelt geleid tot ernstige watertekorten in Peru.

Onze waterbehoefte zit niet enkel in het water dat we direct consumeren, namelijk als drinkwater, om te koken, ons te wassen… maar ook in de productie van alle goederen en diensten die we consumeren.

Bronnen: madeblue.org - joinforwater.ngo

a Bekijk de mindmap en voer de opdrachten uit.

• Duid de oorzaken van de waterschaarste aan door rode lijnen te tekenen van de oorzaak naar het centrale begrip ‘waterschaarste’.

• Duid de ge volgen van de waterschaarste aan door blauwe lijnen te tekenen vanuit het centrale begrip ‘waterschaarste’ naar het gevolg.

opdroging van waterbronnen

overstromingen kwaliteit water consumptie

aanhoudende hitte

zeespiegelstijging

waterverspilling

klimaatverandering

oorzaak gevolg

waterverbruik

inkomsten, banen

wereldbevolking productie van goederen en diensten

watervervuiling

WATERSCHAARSTE

bedreiging voor

bedreiging voor

conflicten (bv. honderden dammen in het Midden-Oosten)

voedselzekerheid

migratie

dagelijks halen

vervuild water

bedreiging voor

niet naar of armoede sterfte

sterfte ziektes

b Duid ook nog aan of het om versterkende of verzwakkende relaties gaat.

• Zet een plusteken (+) bij de pijl als twee dingen elkaar versterken (als het ene toeneemt, neemt het andere ook toe). Dat is een versterkende relatie.

• Zet een minteken (-) bij de pijl als twee dingen elkaar verzwakken (als het ene toeneemt, neemt het andere juist af). Dat is een verzwakkende relatie.

c Lees de vragen. Je leerkracht vertelt je wat je moet doen.

1 Op welke manier heeft waterschaarste een invloed op de kinderen in arme gezinnen?

2 Welk verband is er tussen de jeansbroek in jouw kast en de mama van Romano die dagelijks twee kilometer moet stappen naar het eerste waterpunt?

3 Waarom bepaalt onze consumptie van producten (waaronder kledij) de beschikbaarheid aan water in veel delen van de wereld?

4 Op welke manier treffen langdurige droogte of verwoestende overstromingen aan de andere kant van de wereld ons indirect ook?

OPDRACHT 5: Acties tegen klimaatverandering v

Inleiding

Het beperken van het broeikaseffect vraagt om gezamenlijke actie. Niet iedereen heeft dezelfde mogelijkheden om duurzame keuzes te maken, maar bewustwording en collectieve inspanningen kunnen wel een verschil maken.

In actie!

De klimaatverandering kan op twee manieren worden aangepakt. Enerzijds door acties om de klimaatverandering zelf een halt toe te roepen of te verminderen, en anderzijds door acties om de risico’s van de klimaatverandering te beperken of te verminderen.

Acties om klimaatverandering te (proberen) verminderen = verminderen van de uitstoot van broeikasgassen

Acties om de risico's te (proberen) verminderen = aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering

duurzaam transport aanpassen van gebouwen

efficiënte energie verbeteren van infrastructuur

schone energie bescherming tegen overstromingen

a Welke acties helpen in de strijd tegen klimaatverandering? Is het om de klimaatverandering te verminderen? Of is het om de risico’s ervan te verminderen? Noteer in de juiste kolom.

Acties:

• zonnepanelen plaatsen

• bomen planten in steden (voor schaduw en verkoeling)

• dijken bouwen tegen overstromingen

• elektrische auto’s promoten

• water opslaan voor droge periodes

• isolatie verbeteren in huis

• wind- en zonne-energie stimuleren

• inspelen op drogere omstandigheden (bv. in landbouw)

Acties om klimaatverandering te (proberen) verminderen

Acties om de risico’s te (proberen) verminderen

b Je krijgt van je leerkracht een van de acties uit de tabel toegewezen. Bespreek per twee.

• Wat zijn de voordelen van deze maatregel?

• Wat zijn de nadelen of beperkingen van deze maatregel?

OPDRACHT 6: Ook jij kunt helpen! v

Inleiding

Hoewel de strijd tegen het broeikaseffect voornamelijk op grotere schaal plaatsvindt, kunnen persoonlijke inspanningen wel degelijk een verschil maken. Door bewuste keuzes in het dagelijks leven kun jij ook helpen om de uitstoot van broeikasgassen een beetje te verminderen.

1 Wat kun jij doen?

Bekijk de mindmap op het onlineleerplatform.

Stap 1: Kijk na of je alle woorden begrijpt. Vraag uitleg aan je leerkracht indien nodig.

Stap 2: Kies met de hele klas vier acties die jij als individu kunt doen. De leerkracht noteert de acties op het bord.

Stap 3: Welke van deze acties lijken jou het makkelijkst om te doen? Waarom?

Stap 4: Welke actie zou je graag willen proberen, maar lijkt moeilijker in jouw dagelijks le ven? Leg uit waarom.

2 Alle beetjes helpen

Samen kunnen we een verschil maken!

De toekomst begint nu.

Samen kunnen we een verschil maken!

a Beluister de volgende acties. Noteer bij elke persoon hoe zij op hun eigen manier bijdragen aan het verminderen van CO₂-uitstoot of het beschermen van het milieu.

b Wat kun jij doen? Zijn de voorbeelden uit de vorige opdracht herkenbaar? Omcirkel de namen van de jongeren die een actie doen die jij kunt doen of eventueel al doet.

c Kies één actie uit die je deze week zelf wilt toepassen.

Ik kies voor:

OPDRACHT 7: De impact van AI op het klimaat

Inleiding

Heb je je ooit afgevraagd hoe AI technisch precies werkt? Een vraag stellen aan AI gaat snel en makkelijk, maar kunstmatige intelligentie heeft een enorme impact op onze planeet.

1 Wat is kunstmatige intelligentie (AI)?

a Bekijk eerst dit filmpje.

b Lees nu de volgende stellingen en geef aan of ze juist of fout zijn. Juist Fout

AI-systemen verbruiken nauwelijks energie.

Datacenters die AI draaien, dragen bij aan CO₂-uitstoot.

AI kan helpen om energieverbruik te verminderen.

Een AI-model trainen kan evenveel energie kosten als een heel huishouden in een jaar.

AI wordt al gebruikt om ontbossing tegen te gaan.

Datacenters gebruiken geen water om servers te koelen.

v IDEO AI
AUDIO MILIEU

ChatGPT verbruikt 25 keer meer energie dan Google

De energieconsumptie door Artificiële Intelligentie (AI) stijgt snel. Volgens sommige berekeningen zou AI tegen 2030 dubbel zoveel energie verbruiken als heel Frankrijk. Dat heeft niet alleen nu al een stevige impact op het klimaat, het maakt de strijd tegen de klimaatverandering ook steeds moeilijker.

Anderhalf jaar na zijn lancering heeft ChatGPT 180 miljoen gebruikers. De AI-chatbot wordt voor van alles en nog wat gebruikt. Je kan het gebruiken om een reisschema op te stellen, een boek te schrijven of gewoon, voor de grap eens een onnozele vraag te stellen.

Maar ChatGPT verbruikt daarbij erg veel energie, tot 25 keer meer dan een simpele Google-zoekopdracht. Bovendien gaat er ook nog eens veel water verloren aan koeling voor de servers die al die software doen draaien. Per gesprek van zo'n 20 tot 50 vragen verdampt er een halve liter water, wat gelijkstaat aan een klein flesje.

Die 'gesprekken' zijn nog niet eens de grootste energieverbruikers. Veruit de meeste energie kruipt in het trainen van het taalmodel GPT, zeg maar de software die achter de chatbot zit.

Dat gebeurt met hypersnelle supercomputers die enorme hoeveelheden tekst van het internet verwerken.

Het zijn indrukwekkende cijfers. Zeker als je weet dat AI-technologie zoals GPT met elke nieuwe stap in de ontwikkeling exponentieel meer energie verbruikt. Het adviesbureau Gartner schatte dat AI aan dit tempo tegen 2030 verantwoordelijk zal zijn voor maar liefst 3,5 procent van de wereldwijde elektriciteitsvraag.

Dat is evenveel als de landbouw en de bosbouw op dit moment samen verbruiken, of dubbel zoveel als heel Frankrijk.

Groene energie

Dat heeft op zijn beurt zijn impact op het klimaat, want energieverbruik veroorzaakt uitstoot van broeikasgassen. In de Verenigde Staten, waar veel servers staan die gebruikt worden voor AI, komt 16 procent van de elektriciteit nog steeds uit steenkool, zowat de vuilste energiebron. Het trainen van GPT-3 veroorzaakte op die manier 502 ton CO2-uitstoot. Dat is evenveel uitstoot als die van 50 Belgen of een auto naar de maan en terug te laten rijden.

"De negatieve impact van AI moet worden beperkt", waarschuwt het adviesbureau Gartner daarom. "Bedrijfsleiders zouden zich bewust moeten zijn van de groeiende milieu-impact van AI en passende maatregelen nemen."

Zorgen dat je elektriciteit uit wind, zon of kernenergie komt, is dan een logische eerste stap. Google zegt zelf bijvoorbeeld al sinds 2015 volledig op groene elektriciteit te draaien. Dat haalt de uitstoot van CO2 alvast naar beneden.

©VANIN

Tegelijkertijd veroorzaakt de enorme vraag naar extra elektriciteit, of deze nu groen is of niet, nieuwe problemen. Nu al loopt de wereld een race tegen de klok om zoveel mogelijk te elektrificeren, in de hoop de impact van de klimaatverandering zoveel mogelijk te beperken. En het is een hele uitdaging om ervoor te zorgen dat er voldoende elektriciteit voorhanden is voor, bijvoorbeeld, al die extra elektrische wagens.

Bron: VRT NWS, 2024-05-12

a Lees de tekst zorgvuldig door en beantwoord de volgende vragen.

1 Wat is de verwachte energieconsumptie van AI tegen 2030?

2 Hoeveel energie verbruikt ChatGPT in vergelijking met een Google-zoekopdracht?

¨ evenveel

¨ 16 keer meer

¨ 25 keer meer

¨ 25 keer minder

3 Wat is de invloed van de energieconsumptie van AI op het klimaat? Markeer in de tekst.

4 Wat is de reden dat AI zo veel energie verbruikt? Onderstreep in de tekst.

5 Waarom is het belangrijk om AI-technologie op groene energie te laten draaien?

¨ Groene energie maakt AI goedkoper om te gebruiken.

¨ Groene energie verlaagt de energieconsumptie van AI.

¨ Groene energie zorgt ervoor dat AI sneller werkt.

¨ Groene energie helpt de CO₂-uitstoot en de impact van AI op het milieu te verlagen.

b Ga nu even terug naar de stellingen bij vraag 1 b (p. 88). Overloop klassikaal de stellingen en motiveer je antwoord.

c Hoe zou AI ingezet kunnen worden om de klimaatverandering te helpen bestrijden, in plaats van het probleem te verergeren?

AI kan helpen om ….

MIJN NOTITIES

OPDRACHT 8: Is er ook iets positiefs aan de klimaatverandering?

Inleiding

Alles wat we horen over de klimaatverandering is vrij deprimerend. Maar naast de problemen zijn er ook oplossingen die niet alleen het klimaat, maar ook onze levenskwaliteit verbeteren.

Positieve aspecten van klimaatverandering

Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen.

a Wat is volgens de spreker een positief aspect van klimaatverandering?

¨ Er zijn weinig positieve kanten aan klimaatverandering zelf, maar wel aan de oplossingen.

¨ Klimaatverandering zorgt voor betere weersomstandigheden.

¨ Klimaatverandering heeft geen enkele positieve kant.

b Geef drie voordelen van klimaatoplossingen.

OPDRACHT 9: Het broeikaseffect samengevat U

Inleiding

De spilfiguren hebben ook een speciale band met bepaalde plaatsen. En ook zij laten zich beïnvloeden door verschillende factoren. Hoe goed ken jij de spilfiguren?

Mindmap 2.0

Stap 1: Ga terug naar de mindmap die je aan het begin van dit thema hebt gemaakt over het begrip ‘broeikaseffect’.

Stap 2: Kijk de mindmap na en stel jezelf de volgende vragen:

• Klopt alle informatie die ik toen schreef?

• Ontbreken er belangrijke aspecten van het broeikaseffect?

• Moeten er aanpassingen worden gedaan, bv. is de structuur duidelijk? Zijn de verbanden logisch weergegeven?

Stap 3: Werk je mindmap bij.

Gebruik daarvoor eventueel een nieuw blad papier.

• Voeg ontbrekende elementen toe. Denk aan oorzaken, gevolgen en mogelijke oplossingen voor het broeikaseffect.

• Corrigeer foutieve of onvolledige informatie.

• Zorg er voor dat je mindmap overzichtelijk blijft: gebruik duidelijke kernwoorden, kleuren of symbolen om verbanden te verduidelijken.

OPDRACHT 10: Plan voor een duurzame leefomgeving

Inleiding

Je hebt geleerd over de oorzaken en gevolgen van het versterkt broeikaseffect. In deze creatieve opdracht ga je nadenken over het maken van duurzamere keuzes.

Duurzaam landschap

Hoe zou het landschap eruitzien als mensen minder broeikasgassen uitstoten? Beschrijf of maak een aangepaste versie van de tekening op p. 76.

Optie 1

Optie 2

Beschrijf een duurzaam landschap. Maak een nieuwe landschapstekening.

• Schrijf een tekst waarin je uitlegt hoe het landschap eruit zou zien als mensen duurzame keuzes maken.

• Geef voorbeelden van: – hoe huizen energie opwekken; – hoe mensen zich verplaatsen; – hoe fabrieken werken; – hoe natuur wordt beschermd of uitgebreid.

• Zorg dat je tekst duidelijk maakt waarom deze veranderingen minder broeikasgassen veroorzaken.

Stappenplan

Stap 1: Maak de inleiding. Begin met het uitleggen van wat duurzame keuzes zijn.

Stap 2: Schrijf nu het midden. Beschrijf het landschap. Hoe zou de wereld eruitzien als mensen de manier waarop ze energie gebruiken, zich verplaatsen, produceren en omgaan met natuur veranderen?

Leg uit waarom deze veranderingen goed zijn voor het milieu en hoe ze bijdragen aan minder uitstoot van broeikasgassen.

Stap 3: Schrijf het slot. Leg uit waarom de veranderingen die je hebt beschreven minder broeikasgassen veroorzaken dan de huidige, niet-duurzame keuzes.

• Gebruik de tekening van het landschap met de vervuilende activiteiten als basis. Teken een verbeterde versie waarin de broeikasgasuitstoot wordt verminderd.

• Veranderingen die je kunt tekenen: – windmolens in plaats van een elektriciteitscentrale – fietsers in plaats van auto’s –…

Stappenplan

Stap 1: Kijk naar de tekening van het landschap met vervuilende activiteiten.

Stap 2: Duid de elementen aan die je wilt verbeteren in de nieuwe versie.

Stap 3: Breng verbetering aan de fabrieken en industriële gebieden.

Stap 4: Voeg veranderingen toe in het verkeer en vervoer.

Stap 5: Verander de natuur en het groen in het landschap.

Stap 6: Zorg dat je tekening duidelijk en overzichtelijk is. Gebruik kleuren zoals groen voor natuur, blauw voor schone lucht en wit of geel voor hernieuwbare energie zoals wind- en zonne-energie.

1 Wat vond je van dit hoofdstuk? Omcirkel de emoji(’s) die je gevoel het best omschrijft.

Ik koos deze emoji(’s) omdat:

2 Duid aan of je het volgende goed beheerst of dat het nog beter kan.

Checklist

Ik kan het natuurlijk broeikaseffect uitleggen.

Ik kan het versterkt broeikaseffect uitleggen.

Ik kan met voorbeelden de menselijke invloeden op het versterkt broeikaseffect aantonen.

Ik kan voorbeelden geven van de gevolgen van het versterkt broeikaseffect op mensen, dieren en planten.

Ik begrijp de relatie tussen de CO2-uitstoot en de gevolgen van de opwarming van de aarde voor de ontwikkelingslanden.

Ik begrijp de relatie tussen de CO2-uitstoot en de gevolgen van de opwarming van de aarde voor de industrielanden.

Ik kan een voorbeeld geven van een actie om de klimaatverandering tegen te gaan of te beperken.

Ik kan een voorbeeld geven van een actie om de risico’s van de klimaatverandering te verminderen.

Ik begrijp de impact van AI op het klimaat.

Ik kan mijn mening respectvol uiten.

Ik kan zelfstandig opdrachten uitvoeren.

Ik kan vlot samenwerken met anderen.

3 Wat kan ik doen om nog verder te groeien?

4 Welke vragen heb ik nog?

Ik kan het. Hier kan ik nog groeien.

HOOFDSTUK 5 ECHO’S vAN DE WERELDO ORLOGEN

Inleiding

In dit hoofdstuk ontdek je hoe het verleden invloed heeft op het heden en de toekomst. Wat vandaag in onze maatschappij en in de wereld gebeurt, vindt vaak zijn oorsprong in gebeurtenissen uit het verleden. Zo heeft wat er zich in de geschiedenis in de afgelopen honderd jaar afspeelde nog altijd een impact op het heden.

In dit hoofdstuk bestudeer je de volgende vragen:

- Hoe beïnvloedt het verleden ons leven nu?

- Welke gevolgen van de Eerste Wereldoorlog (WO I) voelen we vandaag nog?

- Welke factoren uit de Tweede Wereldoorlog (WO II) hebben nog impact op onze maatschappij? En wat was de wereldwijde impact ervan?

- Hoe anders kijken mensen naar het verleden én naar de invloed ervan op het heden?

OPDRACHT 1: Ankerpunten in de tijd O

Voor je je in dit hoofdstuk verdiept, is het belangrijk dat je eerst kunt situeren wanneer en waar bepaalde gebeurtenissen plaatsgevonden hebben.

In de vorige eeuw vonden de Eerste Wereldoorlog (WO I) en Tweede Wereldoorlog (WO II) plaats. Deze conflicten worden ‘wereldoorlogen’ genoemd om meerdere redenen:

Ten eerste worden ze ‘wereldoorlogen’ genoemd omdat ze op wereldschaal werden uitgevochten en meerdere continenten en landen erbij betrokken waren:

• De Eerste Wereldoorlog (WO I) werd vooral in Europa gevoerd, maar er waren ook gevechten in het Midden-Oosten, Afrika en Azië.

• De Tweede Wereldoorlog (WO II) had nog een grotere wereldwijde impact met belangrijke gevechten in Europa, Afrika, de Grote of Stille Oceaan en Azië.

Ten tweede vormden zich in beide oorlogen grote allianties. Dat zijn groepen van landen die samen tegen een andere groep van landen vocht.

• In WO I vochten de geallieerden (zoals het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Rusland) tegen de centrale mogendheden (Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk).

• In WO II vochten de geallieerden (waaronder de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en de Sovjet-Unie) tegen de asmogendheden (Duitsland, Italië en Japan).

©VANIN

Omdat beide oorlogen zo grootschalig waren en bijna de hele wereld beïnvloedden, werden ze ‘wereldoorlogen’ genoemd.

Situering in de tijd

a Vul de juiste jaartallen aan.

WO I begint in en eindigde in . WO II begint in en eindigde in

b Markeer op de tijdlijn in welke periode WO I en WO II zich afspelen.

c Bij welke wereldoorlog hoort welke foto? Vul aan met ‘WO I’ en/of ‘WO II’.

d Indien je weet wie of wat er op de foto staat, mag je dat op de schrijflijn eronder noteren.

OPDRACHT 2: De wereldoorlogen in kaart gebracht

Inleiding

Door de wereldoorlogen werd de kaart van Europa grondig hertekend. Je brengt dat door middel van een kaartoefening in beeld. Volg daarvoor telkens het stappenplan.

Stap 1: Deze opdracht maak je in duo’s. De leerkracht wijst je een partner toe.

Stap 2: Scan eerst de QR-code of open de link op het onlineleerplatform.

Stap 3: Neem dan elk jullie leerwerkboek erbij. Open een van beide leerwerkboeken op deze pagina en open het andere achteraan op p. 173 (met de actuele kaart van Europa).

Stap 4: Los vervolgens samen de opdrachten over WO I en WO II op.

1 WO I

WO I wordt voornamelijk uitgevochten op het westelijk front. Daar komt de opmars van de Duitse troepen tot stilstand en ontstaat er een loopgravenoorlog. Beide partijen, aanvallers en verdedigers, graven zich in en vechten het ter plaatse jarenlang uit. Bekijk de historische kaart over WO I en los de vragen op.

a Schrap wat niet past:

Het westelijk front bevindt zich aan de rechterzijde / linkerzijde van de kaart.

b Juist of fout? Beoordeel de stellingen. Verbeter indien fout.

©VANIN

Juist Fout

België wordt volledig bezet tijdens WO I.

Het Westfront ligt voor het grootste stuk in Frankrijk.

Er wordt ook gevochten in Rusland.

c Langs de kant van de aanvallers zie je een tweetal landen die nu niet meer bestaan. Vergelijk met de actuele kaart en noteer uit welke landen ze nu bestaan.

• Oostenrijk-Hongarije bestaat nu uit:

• Het deel van het Ottomaanse rijk dat zichtbaar is op deze kaart is nu .

.

WO I IN KAART

In WO II voeren de geallieerden een lange strijd tegen de Duitse bezetting van Europa. In 1940 maakten al twee landen deel uit van het toenmalige Duitsland: het ene land moest zich al in 1939 gedwongen aansluiten, het andere land werd in 1939 nog door Duitsland bezet. Bekijk de historische kaart over WO II en los de vragen op.

a Welke landen werden door Duitsland bezet?

b Welke twee landen maakten in 1940 deel uit van het toenmalige Duitsland? Let op: deze landen staan niet als afzonderlijke landen op de kaart. Vergelijk dus met de actuele kaart.

OPDRACHT 3: van WO I naar WO II v

Inleiding

Na WO I dacht men dat een dergelijke wereldoorlog zich nooit meer zou herhalen. Toch breekt twintig jaar later een nieuw wereldconflict uit. WO II blijkt nog verwoestender dan WO I en eist nog meer slachtoffers. WO II kent vele oorzaken, maar een ervan is de manier waarop WO I werd beëindigd. Zo leidt de ene oorlog tot de volgende.

1 Het Verdrag van Versailles

Na WO I wordt er in Frankrijk een vredesverdrag getekend in het paleis van Versailles. Het bevat de regels en afspraken om het einde van de oorlog vast te leggen.

a Bestudeer de drie bronnen.

BRON 1

Het fragment toont archiefbeelden van de ondertekening van het Verdrag van Versailles in 1919. Daarin werd bepaald dat Duitsland een tiende van zijn grondgebied en al zijn kolonies moest afstaan. v IDEO NOOIT MEER OORLOG

WO II IN KAART

BRON 2

De geallieerden begonnen na WO I met het opstellen van een vredesverdrag, maar het zou nog tot juni 1919 duren voordat het door Duitsland kon worden ondertekend. Vooral Frankrijk wilde dat Duitsland hard werd gestraft, zodat het Frankrijk nooit meer militair zou kunnen bedreigen. Duitsland moest daarom vernederende bepalingen accepteren.

In het Verdrag van Versailles werden de volgende zaken bepaald:

✓ Duitsland werd als enige schuldig gesteld aan het ontstaan van de WO l en moest de volledige schade van de oorlog dragen.

✓ Duitsland was verplicht om een willekeurig geschatte schade van ruim 1 000 miljard mark aan de geallieerden te betalen via herstelbetalingen. Dat was niet realistisch.

✓ Duitsland moest zijn kolonies en een deel van het Duitse grondgebied afstaan.

✓ Duitsland mocht voortaan nog maar een leger van maximaal 100 000 man hebben.

Als gevolg van de herstelbetalingen raakte Duitsland in een grote economische crisis en de nieuwe regering kon de politieke en economische problemen van het vredesverdrag niet oplossen. Er ontstond een groot wantrouwen tegenover de nieuwe Duitse democratische leiders in het land. Deze politieke chaos leidde uiteindelijk tot de opkomst van extreemrechts, waaronder de nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij, kortweg NSDAP, onder leiding van Adolf Hitler. De aanhangers worden later nazi’s genoemd.

Hitler was boos omwille van de vernedering van het Verdrag van Versailles en beloofde om de herstelbetalingen stop te zetten en de grond die het land had moeten afstaan weer terug te krijgen. Toen hij aan de macht kwam, lapte hij de vredesbepalingen aan zijn laars en werd hij de sterke leider waar de vernederde Duitsers behoefte aan hadden.

BRON 3

Wanneer WO l uitbreekt, meldt Adolf Hitler zich enthousiast als vrijwilliger bij het Duitse leger. Hij wordt ingedeeld bij de grondtroepen aan het westelijk front. Als koerier brengt hij berichten over van de leiding naar het front.

Het is gevaarlijk werk, maar minder gevaarlijk dan het leven van de frontsoldaten. In december 1914 krijgt Hitler het IJzeren Kruis tweede klasse voor zijn moed. Aan zijn oude huurbaas schrijft hij: ‘Het was de gelukkigste dag van mijn leven.’

Op 5 oktober 1916 raakt hij gewond door een granaatscherf. Vijf maanden later is hij weer terug aan het westelijk front. De helft van Hitlers regiment raakt in april 1918 tijdens aanvallen gewond of sneuvelt, maar hij niet. Als Duitsland in november 1918 de oorlog verliest, ligt Hitler in een militair ziekenhuis. Hij is gewond geraakt aan zijn ogen tijdens een gifgasaanval. Het nieuws van de Duitse overgave stort hem in een diepe crisis. Hitlers oorlogservaringen hebben een grote invloed op zijn leven en denken. In de nasleep van de oorlog radicaliseert hij en wordt hij politiek actief.

Hitler (rechts) met twee andere soldaten in het Duitse leger. Frankrijk, zomer 1916

b Omschrijf in je eigen woorden.

Wat deed Hitler tijdens WO I?

Wat gebeurde er met hem?

Hoe reageert hij op het verlies en de overgave van Duitsland in 1918?

Uit welke bron(nen) haalde je deze info? Noteer.

c Vul het schema aan.

De voorwaarden die Duitsland opgelegd krijgt door het verdrag van Versailles zijn zwaar:

• Ze moeten van hun afstaan.

• Ze moeten al hun afstaan.

• Frankrijk krijgt een stukje Duitsland, namelijk Elzas-Lotharingen.

• Ook België krijgt een stukje Duitsland, namelijk de Oostkantons.

• Het Duitse leger mag nog maximaal uit bestaan.

• Duitsland moet alle betalen via

Wanneer Duitsland die betalingen niet doet, vallen en in het jaar Duitsland binnen en bezetten het Ruhrgebied. Dat zorgt voor chaos in Duitsland.

Adolf Hitler richt een partij op: de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij, kortweg de . Aanhangers worden (een afkorting van ‘Nationalsozialist’) genoemd. Hitler belooft, wanneer hij aan de macht komt, om de stop te zetten. Hij doet dat ook wanneer hij effectief aan de macht komt. Veel Duitsers voelen zich vernederd na WO I en het verdrag van Versailles en hebben nood aan .

Welke bron(nen) heb je gebruikt om dit schema aan te vullen? bron(nen)

2 De Oostkantons

Na WO l krijgt ons land een stukje Duitsland als compensatie, de Oostkantons. Waar liggen de Oostkantons?

Stap 1: Bekijk eerst het filmpje.

Stap 2: Ga online op zoek naar betrouwbare informatie om je kennis uit stap 1 over Duitstalig België uit te breiden. Noteer hier welke bronnen je wilt gebruiken.

Stap 3: Beantwoord ten slotte de vragen aan de hand van je bronnen. v IDEO OOS TKANTONS

a Situeer de Oostkantons op de kaart van België. Omcirkel het gebied.

b De drie grootste steden van de Oostkantons zijn:

c Hoeveel inwoners telt de Duitstalige gemeenschap vandaag?

De periode tussen WO I en WO II, grofweg van 1918 tot eind 1939, wordt ook het 'interbellum' genoemd. Dat is Latijn en betekent letterlijk ‘tussen de oorlogen’.

d België telt ongeveer 12 miljoen inwoners. Hoeveel % daarvan woont vandaag in de Oostkantons?

e Op welke datum valt de feestdag van de Duitse gemeenschap?

f Met welke nationale feestdag valt dit samen?

OPDRACHT 4: De wereld na WO II v

Inleiding

Iedereen dacht dat het na WO I niet erger kon. De hele Westerse wereld was in een oorlog betrokken geraakt met meer slachtoffers dan ooit tevoren. Tijdens WO I ontdekt de wereld het gebruik van gifgas, tanks en bombardementen met miljoenen bommen.

En toch kwam WO II er. Met nog meer verwoestingen, nog meer slachtoffers, met duikboten, atoombommen, raketten … en nog meer massavernietigingswapens. Na WO II veranderde de wereld, waarvan de invloed nog steeds merkbaar is, onder andere op de wereldkaart.

1 Twee machtsblokken: het Oostblok en het Westen

a Bekijk eerst de kennisclip.

Nu begrijp je waarom Europa na WO II opgedeeld werd in Oost en West. Dat Oostblok wordt gevormd door de USSR. De Unie van Socialistische

Sovjetrepublieken en alle landen die na WO II door hen bezet worden gehouden of worden gedwongen om met hen samen te werken. Ze worden van West-Europa gescheiden door het IJzeren Gordijn: een kilometerslange afsluiting met prikkeldraad, bewaakt door soldaten.

De USSR wordt ook de Sovjetunie genoemd.

KENNISCLIP WERELD NA WO II

b Bekijk de onderstaande kaart. Valt je iets op?

Grenzen in 1939

USSR

Bij USSR ingelijfde gebieden (1945)

Volksdemocratieën

COMECON (1949-1990)

BENELUX (1946)

EGKS (1951)

EG (1986)

EVA (1973)

(Voordien ook V.K., Denemarken, Portugal)

Het "IJzeren Gordijn" (tot 1990)

Eerste openstelling van de grens (1989)

Subkarpatisch Roethenië (Tsj.)

Boekowina (Roem.)

Dobroedsja aan Bulgarije afgestaan door Roemenië

Istrië aan Joegoslavië afgestaan door Italië

Dodekanesos aan Griekenland afgestaan door Italië

c Joegoeslavië en Tsjechoslovakije bestaan nu niet meer. Zoek op welke landen zich nu op dit grondgebied bevinden.

Joegoslavië

Tsjechoslovakije

2 Nooit meer oorlog

a Twee wereldoorlogen met amper 30 jaar ertussen… Dat nooit meer! Daar was iedereen het er achteraf over eens. Maar hoe dan? Ontdek het via het stappenplan.

Stap 1: Overloop vooraf de vragen in de mindmap.

Stap 2: Bekijk het eerste filmpje en vul waar mogelijk de mindmap aan.

Stap 3: Bekijk dan het tweede filmpje en vul de mindmap verder aan.

Stap 4: Bekijk vervolgens het derde filmpje en vervolledig de mindmap.

Stap 5: Kleur tot slot de pijlen van de mindmap correct in:

• blauw = tijdens WO II

• groen = na WO II

Stap 6: Wie sneller klaar is, kan de -opdrachten maken.

Tijdens WO II organiseerden de nazi’s een mo ord in concentratiekampen op meer dan miljo en Joden, die door de Joden zelf de Holocaust genoemd wordt. Meteen na de oorlog wordt er een nieuwe internationale vredesorganisatie opgericht: de VN of , een gr oep van l anden die zich actief willen inzetten voor de . De sold aten van de VN zijn herkenbaar aan de kleur van hun helm en worden daarom geno emd.

De nazi’s droomden van een Derde Rijk onder leiding van Adolf , wa arbij voor de derde keer in de geschiedenis Duitsland de machtigste staat ter wereld zou zijn. Dat Derde rijk zou j aar lang duren, maar hield het in praktijk slechts j aar lang vol.

De D van DD ay staat voor Da y. Op die dag, namelijk , vie len de geallieerden Duitsland aan in Normandië. Het was voor het eerst dat er op zo’n grote schaal een operatie plaats vond met de drie belangrijkste afdelingen van een leger:dedede Minder d an een jaar later, op , w as de oorlog in Europa ten einde.

Na WO II ontstaan . Aan de ene kant de Ver enigde Staten, Canada en West-Europa verenigd in de . A an de andere kant Rusland en Oost-Europa verenigd in het Warschau .

N AVO staat voor: N A V O He t is een groep van l anden die afspreken om militair samen te werken en mekaar te verdedigen als een van hen aangevallen wordt. Een aanval op een i s een aanval op alle . He t v an de NAVO ligt in . Na he t uiteenvallen van de Sovjetunie in w orden verschillende oude bondgenoten van Rusland lid van de NAVO. Dat zorgt voor spanningen met en Po etin. De Verenigde Staten zijn de grootste en sterkste bondgenoot in de NAVO. Zij eisen dat ook de Europese landen financieel meer gaan bijdragen aan de NAVO.

Tijdens WO II wordt er een nieuw verschrikkelijk wapen ontwikkeld: de . De VS dr opt twee stuks ervan op twee Japanse steden: - - De tw ee machtsblokken die ontstaan na WO II, bouwen massaal aan een grote voorraad kernwap ens om elkaar te kunnen vernietigen. Dat noemt men de w apenwedloop.

Na WO II komt er geen echte vrede. Eerder een Koude Oorlog, zonder bloedvergieten. De Grote Drie, namelijk , ver tegenwoordigd door Truman, Churchill en , s preken af hoe het verder moet. Europa wordt heropgebouwd met de steun van Amerika door het . D uitsland wordt daarbij verdeeld in vier zones:een

e en

e en

e en

b Verdiep je in deze opdracht verder in de ‘facts and figures’ over D-day, de Verenigde Naties ( VN) en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO). Zoek in de mindmap of online naar de ontbrekende antwoorden en verwerk alles in een kort overzicht.

1 D ­day

1 Wat was D-day en op welke datum vond het plaats?

2 Waarom was D-day zo belangrijk voor de afloop van WO ll?

3 Welke landen waren betrokken bij de aanval op D-day?

2 Verenigde Naties (VN)

1 Wanneer werd de VN opgericht en waarom?

2 Hoeveel landen zijn momenteel lid van de VN?

3 Noem minstens twee belangrijke taken van de VN.

3 Noord­Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO)

1 Wanneer werd de NAVO opgericht en met welk doel?

2 Hoeveel landen zijn er momenteel lid van de NAVO?

3 Wat is Artikel 5 van het NAVO-verdrag en waarom is dit belangrijk?

4 D ­Day, VN en NAVO?

In hoeverre hebben de VN en de NAVO een link met de afloop van de Tweede Wereldoorlog en het ontstaan van vrede in Europa?

OPDRACHT 5: De gevolgen vandaag v

Inleiding

De gevolgen van de Sovjetunie en het IJzeren Gordijn dat Europa in tweeën splitste zijn tot op vandaag zichtbaar. Ook het conflict tussen Rusland en Oekraïne wordt erdoor beïnvloed.

1 Oostbloklanden

a Vergelijk beide kaarten: de eerste kaart toont je Europa in 1950, de tweede kaart is Europa vandaag. Lees ook wat Elena, Marieke, Julan en Adila hierover weten.

1 2

Je merkt dat er op de eerste kaart geen sprake is van Oekraïne, Estland, Letland of Litouwen. Op de tweede kaart zijn die landen er wel. Tot 1989 maakten die vier landen deel uit van de Unie van de Socialistische Sovjetrepubliek. Vladimir Poetin, de president van Rusland, geeft af en toe aan dat hij graag terug wil naar de situatie op deze kaart. Deze vier landen zijn momenteel vrije Europese landen. Estland, Letland en Litouwen maken zelfs deel uit van de EU.

©VANIN

Duitsland was vroeger opgedeeld in twee delen: OostDuitsland of de DDR (onder invloed van de USSR) en WestDuitsland of de BRD. Beide landsdelen werden van elkaar gescheiden door het IJzeren Gordijn (de zwarte lijn op de kaart die ook langs andere landen loopt). Dat was een duizenden kilometers lange afsluiting die Oost- en West-Europa van elkaar scheidde. In de stad Berlijn was dat ook het geval. Daar werden Oost- en West-Berlijn van elkaar gescheiden door een heuse metershoge betonnen muur: de Berlijnse Muur

De landen die op de eerste kaart tussen het IJzeren Gordijn (zwarte lijn op kaart) en de Unie van de Socialistische Sovjetrepublieken (USSR) liggen, zijn nu eveneens vrije Europese landen. In de situatie van 1950 waren dat wel aparte landen, maar had de USSR er erg veel invloed.

Nu is dat niet meer of veel minder het geval. Deze landen, aan de oostkant van Europa, die vroeger onder invloed van de Sovjetunie stonden en nu niet meer, worden Oostbloklanden genoemd. Het vroegere Joegoslavië wordt daar bij gerekend.

b Hoe is de situatie nu? Werk in duo’s. Omcirkel op de tweede kaart alle Oostbloklanden uit het onderstaande lijstje.

Slovenië – Kroatië – Bosnië en Herzegovina – Servië – Montenegro –Noord-Macedonië – Kosovo – Polen – Tsjechië – Slowakije – Hongarije –Roemenië – Bulgarije – Moldavië – Georgië – Armenië

2 Van de val van de Berlijnse muur tot oorlog tussen Oekraïne en Rusland

Op 9 november 1989 gebeurt het ondenkbare. De Berlijnse Muur wordt gesloopt en de Sovjetunie valt uiteen. Een ingrijpende gebeurtenis uit het recente verleden die tot op vandaag invloed heeft op de relatie tussen Rusland en de rest van Europa.

a Bekijk de filmpjes.

b Maak zelf een tijdlijn aan met behulp van het werkblad op het onlineleerplatform. Wat gebeurde eerst en wat volgde daarna? Hoe hangen beide gebeurtenissen samen?

©VANIN

c Vat de tijdlijn samen in een korte tekst die je chronologisch (van verleden naar heden) opbouwt. Hoe komt het dat de val van de Berlijnse muur mee leidt tot de oorlog in Oekraïne?

©Shutterstock/Paolo
Bona
v

d Je merkt het: sinds 1989 is Europa veel veranderd. België bestaat al sinds 1830, maar heel wat van de huidige Europese landen bestaan nog niet zo lang. Ze zijn pas ontstaan na de val van de Berlijnse Muur. Zoek online naar betrouwbare informatie en beantwoord de vragen.

1 Wanneer is het eengemaakte Duitsland (na de val van de Berlijnse muur) ontstaan?

2 Sinds wanneer bestaan de Baltische Staten (Estland, Letland en Litouwen) als onafhankelijke Europese landen?

3 Tsjechië en Slovakije waren ooit samen een Oostblokland: Tsjechoslowakije. Sinds wanneer bestaan ze als aparte landen?

Het Israëlisch-Palestijns conflict

Wat vandaag in Palestina gebeurt, vindt ook onrechtstreeks zijn oorsprong in WO II. Na wat de Joden meemaakten tijdens WO II, in de concentratiekampen, klonk steeds luider het voorstel dat de Joden recht hadden op een eigen land. Bij voorkeur rond Jeruzalem, hun historische thuis. Er werd echter weinig rekening gehouden met het feit dat daar al eeuwenlang Palestijnen woonden. Kortom: er kwam een eigen land voor de Joden, namelijk Israël, en de Palestijnen werden verdreven naar de Golanvlakte en de Gazastrook. Het conflict dat ontstaan is tussen Israël en Palestina, is op die manier gedeeltelijk ook een onrechtstreeks gevolg van WO II.

MIJN NOTITIES

OPDRACHT 6: Over neonazi’s en fascisten v

Inleiding

Je hoorde al weleens van extreemrechts, neonazi’s en fascisten. Die drie begrippen vinden allemaal hun oorsprong in de Tweede Wereldoorlog.

1 Oorsprong in WO II

a Bekijk de kennisclip en vul het infokader aan.

Fascisme Nazisme

Waar komt het woord ‘fascist’ vandaan?

b Wat zijn kenmerken van het fascisme en nazisme? Duid aan.

¨ nationalisme

¨ inspraak voor iedereen

¨ een sterke leider

¨ geweld als machtsmiddel

¨ Oorlog voeren is noodzakelijk.

¨ Wie niet voor is, is tegen.

¨ Het eigen volk moet worden beschermd.

Waar komt het woord ‘nazi’ vandaan?

¨ Als het echt niet anders kan, is geweld gebruiken een mogelijkheid.

¨ traditioneel beeld van het gezin en de maatschappij

¨ rituelen, symbolen en uniformen

c Welke symbolen kun je in verband brengen met het nazisme?

KENNISCLIP

2 Neonazi’s

‘Neo’ is Latijn en betekent nieuw. Een neonazi, of dus nieuwe nazi, is een aanhanger van het hedendaags nationaalsocialisme.

In de meeste Europese landen zijn neonazigroeperingen verboden. Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen.

a Welke gelijkenissen zie je met de kenmerken van het fascisme en nazisme.

©VANIN

b Hun naam verwijst naar de Hitlerjeugd, een jeugdbeweging van de nazi’s. Leg uit.

3 Extreemrechts

Er wordt in de politiek een onderscheid gemaakt tussen rechtse partijen en extreemrechtse partijen. Hoewel ze enkele overeenkomsten vertonen, zijn er ook belangrijke verschillen.

a Hieronder zie je een verkiezingsaffiche van het Vlaams Belang en van een Duitse Partij het AFD (Alternatieve für Deutschland). Welk kenmerk uit opdracht 5.1 krijgt hier veel aandacht?

Niet enkel in België en Duitsland, maar ook in Italië, Frankrijk, Hongarije en Nederland zijn extreemrechtse partijen in opmars. Ze behalen bij de verkiezingen vaak sterke resultaten. Rechtse partijen zijn behoudsgezind, eerder tegen veranderingen in de maatschappij, en ze hechten veel belang aan tradities. Extreemrechtse partijen ook, maar leggen sterk de nadruk op het eigen volk en een sterke leider. Net zoals in Italië en Duitsland in de jaren voor WO II.

v IDEO NEONA ZI’S

b Lees de volgende uitspraken. Noteer ‘rechts’ bij de kenmerken die je linkt aan rechtse par tijen en noteer ‘extreemrechts’ bij kenmerken die horen bij extreemrechtse partijen.

Deze politieke partijen aanvaarden de democratie.

Deze politieke partijen vinden het eigen volk belangrijker dan andere volkeren.

©VANIN

Deze politieke partijen vinden het eigen volk belangrijk, maar zonder andere groepen uit te sluiten.

Deze politieke partijen kunnen de democratie wantrouwen of zelfs afwijzen. Ze pleiten soms voor een sterke leider.

Deze politieke partijen staan kritisch tegenover immigratie, maar willen vooral een strenger migratiebeleid en strengere grenscontroles.

Deze politieke partijen wijzen immigratie af en zijn voor het volledig sluiten van grenzen of het gedwongen uitwijzen van immigranten.

Een omstreden armgebaar

De nazigroet, of Hitlergroet, blijft ook vandaag nog voor ophef zorgen. De ‘Make America Great Again’beweging van Trump wordt vaak als extreemrechts beschouwd. Tijdens een partijbijeenkomst bracht

Elon Musk een gebaar dat sterk deed denken aan de nazigroet, wat tot veel commotie leidde. Kort daarna maakte ook Steve Bannon, een medewerker van Trump, een gelijkaardig gebaar.

In België is het brengen van deze groet niet expliciet bij wet verboden, maar het kan wel strafbaar zijn wanneer het aanzet tot discriminatie, haat of geweld.

MIJN NOTITIES

OPDRACHT 7: Het verleden beïnvloedt het heden U

Inleiding

Wat in het verleden gebeurd is, heeft invloed of impact op het heden. Het Europa van vandaag is het gevolg van allerlei gebeurtenissen uit het verleden.

1 In Ieper is WO I springlevend

a Lees de teksten en bekijk het filmpje.

©VANIN

Aan het begin van 1915 was er 40 000 kilometer aan loopgraven gegraven, dwars door Noord-Frankrijk tot aan de grens met Zwitserland. Van hieruit zouden beide legers elkaar bijna vier jaar lang bestoken. Dag in dag uit, 24 uur per dag.

In Engeland, Duitsland en Frankrijk draaide de oorlogsindustrie op volle toeren. Per trein, auto, paard en wagen, en soms gewoon op de rug van de soldaten, werden dag in dag uit duizenden projectielen aangevoerd. Iemand rekende eens uit dat bij de Slag om Passendale, bij Ieper, alleen al in iedere vierkante meter tien projectielen moeten zijn neergekomen. Bommen, mortieren, granaten, kogels. De aarde werd in vier jaar omgeploegd door een dodelijke regen van staal. Van die tien bommen en granaten per vierkante meter explodeerden er slechts zeven.

Bij Ieper werd in WO I voor het eerst gas gebruikt. De Duitsers lanceerden het in 1915. Geleidelijk aan werd het gas gemener, van gewoon traangas tot mosterdgas, dat bij aanraking met de huid gigantische blaren achterliet. Van de duizenden projectielen die rondom Ieper in de grond liggen te roesten, is een onbekend aantal gevuld met die gassen. Maar of er gas in zit? En wat voor gas? Dat kun je aan de buitenkant niet zien.

WO l en WO ll duurden elk ongeveer vijf jaar. Wij zijn vandaag nog altijd bezig met opruimen van WO l en dat is negentig jaar geleden. Een oorlog duurt maar één generatie, meestal. Het opruimen ervan duurt meerdere generaties. Dat geldt ook voor Afghanistan, Syrië, Oekraïne of de Gazastrook. Binnen 2, 3, 4, 5 generaties zal men nog altijd munitie terugvinden. Naar: VPRO, 2020-05-26

b Hoe komt het dat WO I nog steeds voelbaar is in de streek rond Ieper? Leg uit. Gebruik informatie uit de tekst en het filmpje. Gebruik het schrijfkader als hulp.

WO I is in de streek van Ieper nog steeds actueel. Een gevolg van WO I in die streek is

Dat komt doordat …

Naar schatting zijn per m² wel tien projectielen neergekomen.

Dat is gevaarlijk want

Dat vraagt veel werk en zal nog lang duren, want …

v IDEO OPRUIM WO I

2 De echo van het verleden in het stemhokje

Bij de recente verkiezingen in Duitsland boekte de extreemrechtse partij AfD een erg sterk resultaat, vooral in het oostelijke deel van het land: het voormalige Oost-Duitsland. Dat is geen toeval. De politieke keuzes van vandaag worden daar nog steeds beïnvloed door het verleden. Het verleden heeft dus nog altijd een effect op hoe mensen nu stemmen.

Lees beide teksten en markeer op welke manieren het verleden van Duitsland een rol gespeeld heeft in de verkiezingen van vandaag.

Het succes van de AfD in het oosten van Duitsland: hoe het verleden meespeelt

"Historisch minderwaardigheidsgevoel in oosten van Duitsland"

Naar: VRT NWS, 2017-09-25

Waarom Oost-Duitsland massaal AfD stemt

Ook 35 jaar na de val van de Muur voelen veel Oost-Duitsers zich nog achtergesteld. Ze verdienen bijvoorbeeld minder dan West-Duitsers en ze zijn veel minder vertegenwoordigd in leidinggevende functies. De AfD scoorde in de Oost-Duitse deelstaten met campagnes en partijprogramma’s waarin het over de volkswil, remigratie en de volksgemeenschap gaat. Dat doet mensen in West-Duitsland meteen denken aan de nazitijd, omdat ze toen ook gebruikt werden, maar Oost-Duitsers hebben daar minder problemen mee: ze kijken anders tegen het verleden aan. Na WO II is het oorlogsverleden in West- en Oost-Duitsland op een andere manier verwerkt: in West-Duitsland op een openlijke manier, met processen, veroordelingen, en herdenkingen. In Oost-Duitsland werd het doodgezwegen.

Oost-Duitsers hebben doorgaans ook andere ideeën over wat vrijheid en democratie betekenen. Met de Duitse eenwording in 1990 kregen ze na 40 jaar DDR-dictatuur ineens het West-Duitse politieke, economische en sociale systeem ‘opgelegd’. De West-Duitse parlementaire democratie met partijen die openlijk confrontaties met elkaar aangaan en daarna compromissen sluiten - het sloot niet aan bij de ervaringen en de ideeën van veel Oost-Duitsers, aldus de Duitse historicus Christina Morina.”

Naar: Duitsland Instituut, 2025-02-27

Ik koos deze emoji(’s) omdat:

1 Wat vond je van dit hoofdstuk? Omcirkel de emoji(’s) die je gevoel het best omschrijft. ������������ ������������ ������������

2 Duid aan of je het volgende goed beheerst of dat het nog beter kan.

Checklist

Ik kan een gebeurtenis situeren op een tijdlijn.

Ik kan een gebeurtenis of een plaats situeren op een kaart.

Ik kan aan de hand van voorbeelden gelijkenissen, verschillen en verbanden tussen vroeger en nu uitleggen.

Ik kan doelgericht informatie zoeken.

Ik kan informatie uit een bron halen.

Ik kan informatie kritisch en systematisch verwerken.

Ik kan mijn eigen standpunt formuleren met respect voor anderen.

3 Wat kan ik doen om nog verder te groeien?

4 Welke vragen heb ik nog?

Ik kan het. Hier kan ik nog groeien.

HOOFDSTUK 6 DE IN v LOED vAN EUROPA

Inleiding

In dit hoofdstuk duik je in de wereld van Europa. Je leert niet alleen over het werelddeel zelf, maar ook over de Europese Unie (EU) en de Eurozone. Waarin verschillen ze van elkaar en hoe werken ze samen? Je krijgt inzicht in hoe Europa en de Europese Unie functioneren. Je ontdekt welke rol ze spelen in jouw dagelijks leven. Deze vragen helpen je daarbij:

- Welke landen maken deel uit van de Europese Unie?

- In welke EU-landen kun je niet met de euro betalen?

- Kun je vrij reizen binnen Europa?

- Wat doet de Europese Unie voor jou?

- Hoe worden beslissingen binnen de Europese Unie genomen?

- Wie bestuurt de Europese Unie?

- Wat zijn de kernwaarden van de Europese Unie?

- Waarom zijn Europese regels belangrijk?

OPDRACHT 1: Het werelddeel Europa O

Eurazië is één continent, maar we verdelen het in de werelddelen Europa en Azië. En wat met Amerika: is dat dan een continent of een werelddeel?

1 De werelddelen

Veel mensen denken dat een werelddeel en een continent hetzelfde zijn, maar er is toch een verschil.

Er zijn zeven werelddelen. Ken je ze allemaal? Noteer ze op de wereldkaart.

Een continent is een grote aaneengesloten landmassa. Dat betekent dat alle landen op dat continent aan elkaar vastzitten. Een werelddeel is een indeling die mensen maken op basis van cultuur, geschiedenis en politiek.

2 Het werelddeel Europa

De natuurlijke grenzen van het werelddeel Europa worden gevormd door zeeën, rivieren en bergen of bergketens. Bekijk de kaart van Europa.

Atlantische Oceaan

Noordpoolcirkel

Noordelijke IJszee

Noordzee

Middellandse Zee

AdriatischeZee

Zwarte Zee

belangrijke steden rivieren

staatsgrenzen bergketens

0

a Vul de ontbrekende natuurlijke grenzen van het werelddeel Europa in.

• In het noorden grenst Europa aan de

• In het zuiden wordt Europa gescheiden van Afrika door de .

• In het westen wordt Europa begrensd door de .

• In het oosten ligt de grens tussen Europa en Azië. De grens wordt deels gevormd door het en de

b Teken met een rode lijn de oostelijke grens van het werelddeel Europa.

c Omcirkel de landen die gedeeltelijk in het werelddeel Europa en gedeeltelijk in het werelddeel Azië liggen.

Oostzee

OPDRACHT 2: Bestemming X O

In het spelprogramma ‘Bestemming X’ maken deelnemers een roadtrip door Europa in een geblindeerde bus zonder te weten waar ze zich bevinden. De spilfiguren hebben ook al heel wat gereisd. Herken jij op basis van de foto’s de locaties waar ze zich bevinden?

a Noteer onder elke foto de naam van het land dat ze bezocht hebben. De vlag kan helpen. Bij twijfel kun je het online opzoeken.

b Europa: werelddeel, unie of zone. Ken jij het verschil? Combineer.

1 het werelddeel Europa

2 de Europese Unie

3 de eurozone

een economische en politieke samenwerking van 27 Europese landen

20 landen van de Europese Unie die de euro als officiële munt hebben

een werelddeel in het noordelijk halfrond

c Zoek een antwoord op de volgende vragen met behulp van de kaart.

1 Welke landen uit vraag a (op p. 118) horen niet tot het werelddeel Europa? Noteer.

2 Welke van de Europese landen horen niet tot de Europese Unie?

3 De Europese Unie telt 27 lidstaten. Die worden de EU-landen genoemd. In 20 van deze landen wordt betaald met de euro. Dat is de eurozone. In welke zeven lidstaten wordt de euro (nog) niet gebruikt? Duid aan.

¨ België ¨ Bulgarije ¨ Cyprus ¨ Denemarken

¨ Duitsland ¨ Estland ¨ Finland ¨ Frankrijk

¨ Griekenland ¨ Hongarije ¨ Ierland ¨ Italië

¨ Kroatië ¨ Letland ¨ Litouwen ¨ Luxemburg

¨ Malta ¨ Nederland ¨ Oostenrijk ¨ Polen

¨ Portugal ¨ Roemenië ¨ Slovenië ¨ Slowakije

¨ Spanje ¨ Tsjechië ¨ Zweden

4 In welke Europese landen, die de spilfiguren bezochten, kun je niet met de euro betalen?

MIJN NOTITIES

OPDRACHT 3: vrij reizen in Europa, of toch niet?

Inleiding

Je weet nu dat niet alle Europese landen bij de Europese Unie horen. En dat je in sommige EU-landen niet met de euro kunt betalen. Wist je dat er ook EU-landen zijn waar je zonder grenscontrole naartoe reist, terwijl je bij andere nog steeds je paspoort moet tonen?

1 EU­landen

a Bekijk de kennisclip en vul het schema aan.

EUROPA

©VANIN

1914-1918 1939-1945 ligt in puin. Nooit ! 1951 (EGKS)

Samenwerking op het gebied van en ’ (EEG) geen ’ geen (EG) (EU)

EU-burgers kunnen in elk EU-land , , , , met pensioen gaan en van producten uit heel Europa genieten. : – Albanië – Noord-Macedonië – Montenegro – Servië – Turkije – Bosnië en Herzegovina – Kosovo – Georgië – Moldavië – Oekraïne

Verschillende landen treden toe tot de EU. Toekomst

KENNISCLIP DE EU

b Bekijk het filmpje. Beantwoord de vragen.

1 Wie zegt dat de Europese Unie is opgericht om de Verenigde Staten te benadelen?

2 Wat heeft hij aangekondigd in 2025?

¨ een volledige handelsstop tussen de VS en de EU ¨ een verlaging van invoerrechten op Europese producten ¨ een importtaks van 25 % op producten uit de EU

v S v S. EU

3 Welk argument gebruikt de EU-woordvoerder voor handel om te laten zien dat de EU juist voordelig is voor de VS?

4 De EU is een grote, verenigde markt. Waarom is dat goed voor bedrijven, denk je?

Toetreden tot de Europese Unie

Een kandidaat-lidstaat is een land dat lid wil worden van de Europese Unie en waarvan de aanvraag officieel is aanvaard door de EU. Op 28 februari 2022, amper 4 dagen na de Russische invasie in Oekraïne, ondertekende president Zelensky het officiële toetredingsverzoek. Moldavië deed hetzelfde, enkele dagen later. Oekraïne wist dat een toetredingsaanvraag de Russische invasie niet zou stoppen. Maar het maakte wel duidelijk aan de buitenwereld waar ze voor strijden aan het front: voor het ‘Europese model’ van samenleven, en tegen onderdrukking door Rusland. Wanneer zullen Oekraïne en Moldavië lid worden?

Dat is moeilijk te voorspellen en een proces van lange adem, want eerst moeten beide landen de Europese regelgeving overnemen en de nodige hervormingen doen.

Bron: VRT, 2024-06-25

2 Halt! Controle!

Binnen Europa kun je nu bijna overal vrij reizen zonder identiteitscontroles aan de landsgrenzen. Dat lijkt misschien vanzelfsprekend, maar dat is het zeker niet. Bekijk de foto uit de oude doos en beantwoord daarna de vragen.

a Wat zie je op de foto?

b Wat was de functie daarvan?

v IDEO
v IDEO HALT, DOUANE!

c Niet alle wegen aan de grens beschikken over een douanekantoor. Als je via een weg zonder douanekantoor de grens wilde oversteken, of in de buurt ervan goederen of dieren wilde vervoeren, moest je op voorhand toelating vragen. Hoe werd dat gecontroleerd?

3

Vrij reizen in Europa

Vrij reizen in Europa? Dankzij Schengen! Over de hele wereld hechten landen veel belang aan wie hun grondgebied betreedt. Logisch, want je wilt toch weten wanneer een gevaarlijke misdadiger de grens overkomt. Wie of wat is Schengen?

a Lees de tekst en beantwoord de vragen.

Vrij reizen in Europa? Dankzij Schengen!

In 1985 kwamen vertegenwoordigers van Frankrijk, Duitsland, België, Nederland en Luxemburg samen in het kleine Luxemburgse dorpje Schengen, vlakbij de grens met Frankrijk en Duitsland. Op deze symbolische plek ondertekenden ze het Schengenakkoord, met als doel de grenscontroles tussen hun landen geleidelijk af te schaffen. Dit werd definitief ingevoerd in 1995.

Dankzij de Europese Unie en het Verdrag van Schengen is het voor inwoners van de EU heel eenvoudig om te studeren, wonen en werken in andere EU-landen.

Welke landen doen mee?

Vandaag telt de Schengenzone 29 landen. Binnen deze landen mag u als inwoner van de Europese Unie (EU) vrij reizen. Let op: de Schengenzone is niet hetzelfde als de Europese Unie. Ierland en Cyprus behoren bijvoorbeeld wél tot de EU, maar niet tot Schengen. En vier niet-EU-landen – IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland – maken wél deel uit van de Schengenzone.

Naar: parleu2024.be, 2024-03-12

©VANIN

1 Wat veranderde er dankzij het Schengenakkoord?

2 In welk jaar werd dat Schengenakkoord ondertekend?

3 Omcirkel de landcodes van de vier landen die niet tot de EU behoren, maar wel tot de Schengenlanden met rood.

4 Zet een kruis door de landen die tot de EU behoren, maar niet tot het Schengengebied.

b Migratie is de verplaatsing van (groepen) mensen van de ene plaats naar de andere. Mensen migreren bijvoorbeeld om in een ander land te werken. Lottes papa heeft in verschillende landen gewoond en gewerkt. Lees wat Lotte vertelt en beantwoord de vragen.

1 Kun je de migratieroute die de papa van Lotte heeft afgelegd afleiden? Teken op de kaart met groen de route van het Schengengebied (p. 123).

Wanneer iemand mijn familienaam vraagt, dan moet ik die altijd herhalen. Mijn volledige naam is Charlotte Zielinski, maar mijn ouders noemen me Lotte. Ik heb een Vlaamse mama en een Poolse papa. Mijn papa is geboren in Polen en heeft daar 19 jaar gewoond. Daarna werkte hij achtereenvolgens in Duitsland, Nederland en België, waar hij mijn mama ontmoette. Samen zijn ze even teruggekeerd naar Polen, waar mama als verpleegster werkte. Toen ze zwanger was van mijn broer Aleksander, zijn ze weer naar België verhuisd. Dat is nu al 25 jaar geleden. Mijn broer woont sinds enkele jaren in Canada. Soms praten papa en mama erover om terug naar Polen te gaan. Maar als ik afgestudeerd ben, blijf ik toch in België hoor …

2 Waarom werkte Lottes papa in verschillende landen voordat hij zich in België vestigde?

3 Wat zouden de redenen kunnen zijn waarom mensen naar een ander land verhuizen? Noteer die redenen in een mindmap.

REDENEN MIGRATIE

4 Lottes papa verbleef in enkele Europese landen. Sommige landen waren al lid van de Schengenzone, terwijl andere dat pas later werden. Vanaf wanneer werden deze landen lid van de Schengenzone? Zoek online op en noteer in de tabel.

Lid van de Schengenzone sinds

Polen

Duitsland

Nederland

België

5 Welke voordelen had Lottes papa bij het reizen tussen deze landen na de invoering van de Schengenzone?

c Lottes ouders denken erover om ooit terug te keren naar Polen, maar Lotte wil in België blijven. Welke redenen kunnen mensen hebben om terug te keren naar hun geboorteland?

d Stel, Lottes ouders verhuizen terug naar Polen. Wat zijn voordelen of nadelen? Noteer.

Voordelen

Nadelen

Als je zelf een Europees land mag kiezen, waar je een tijdje wilt gaan werken, welk land zou je dan kiezen? Leg met een paar voorbeelden uit waarom.

Werken in Italië lijkt me een geweldige ervaring. Ik zou genieten van het Italiaanse ijs en de prachtige gebouwen. En Italiaans is een mooie taal, het lijkt me leuk om het te leren terwijl ik er werk.

4 Strengere grenscontroles

Waarom zijn er nu meer grenscontroles in de Schengenzone?

Hoewel het Schengenakkoord vrij reizen binnen

29 Europese landen mogelijk maakt, voeren sommige landen toch extra grenscontroles in. Dit is in principe toegestaan, maar het gebeurt steeds vaker. Waarom kiezen landen hiervoor?

Verschillende landen hebben tijdelijk strengere grenscontroles ingevoerd om terrorisme, illegale wapenhandel, drugsverkeer, smokkelwaar en irreguliere migratie* of onregelmatige migratie tegen te gaan. Hoewel deze landen het Schengenverdrag hebben ondertekend mogen ze wel tijdelijk extra controles uitvoeren. Het is echter opvallend dat zoveel landen dit nu tegelijk doen, terwijl Schengen juist bedoeld is om handel en reizen eenvoudiger te maken.

Niet alle landen voeren fysieke grenscontroles in, maar stellen wel strengere veiligheidsmaatregelen in. Zo heeft Spanje nieuwe regels voor toeristen: reizigers moeten vooraf extra gegevens verstrekken voordat ze in het land mogen overnachten. Dit dient ook ter bescherming van de veiligheid. Afhankelijk van het land kunnen de extra controles zorgen voor langere wachttijden. Sommige landen controleren alleen aan de landsgrenzen, terwijl andere ook luchthavens strenger controleren.

*zonder geldige documenten een land binnenkomen of in een land verblijven

Naar: MAX vakantieman, 2024-10-27

Controle aan de grenzen

In afwijking van de regels voor het Schengengebied hebben Duitsland (tot 31 maart 2025) en Frankrijk (tot 30 april 2025) tijdelijke controles aan hun binnengrenzen van de Europese Unie ingevoerd. Dat betekent dat reizigers die door het Groothertogdom Luxemburg reizen, af en toe geconfronteerd kunnen worden met aanzienlijke verkeersvertragingen wanneer ze de grens met deze twee landen naderen.

Bron: https://diplomatie.belgium.be

Waarom voeren sommige landen extra grenscontroles in? Geef drie redenen.

Wat zou er gebeuren als de Schengenzone helemaal zou verdwijnen en elk land opnieuw grenscontroles invoert?

OPDRACHT 4: De eurozone v

Inleiding

Je kunt in heel wat Europese landen met de euro betalen. Vroeger was dat niet zo. Elk land had toen zijn eigen nationale munt. Verschillende lidstaten hebben hun nationale munt vervangen door de eenheidsmunt: de euro (€). Samen vormen deze landen de eurozone. De eurozone blijft groeien sinds de invoering van de eenheidsmunt.

Wist je dat euromunten een kant hebben die altijd dezelfde is? Daar staat een kaart van Europa op en de waarde van de munt. Aan de andere kant staat een eigen ontwerp per land.

1 Van nationale munt naar euro

Papa van Julan

Als we vroeger op reis wilden gaan binnen Europa, moesten we er altijd voor zorgen dat we voldoende geld van het land gewisseld hadden. Dankzij de euro kunnen we nu probleemloos enkele dagen naar Duitsland trekken of een fietstocht in Nederland maken.

Lotte

Mijn broer woont in Canada en daar betalen ze met de Canadese dollar. Als hij bij ons op bezoek komt, dan is het voor hem altijd rekenen. Hij is het niet meer gewoon om met euro te betalen.

€-weetjes

Mila

Elk jaar ga ik met oma en opa naar Spanje. Ook daar kan ik in euro betalen. Oma vertelt dat ze vroeger altijd geld moesten wisselen voor een hele maand. Dat was een heel gedoe! Maar ze vond het ook leuk, het hoorde bij vakantie.

Opa van Marieke

Ik houd enorm van de Europese Unie! Dankzij de EU hebben we hier al meer dan 70 jaar vrede. De euro zorgt ervoor dat we ons nog meer Europeaan voelen. We kunnen zonder problemen onze buurlanden bezoeken, zonder geld te moeten wisselen.

• De munteenheid euro wordt in het Nederlands met een kleine letter geschreven.

• Als je euro voluit schrijft, zet je het woord achter het bedrag: 100 euro.

• Het euroteken wordt voor het bedrag gezet gevolgd door een spatie: € 100.

• In financiële teksten komt ook de internationale ISO*-muntcode EUR voor: 100 EUR.

* ISO staat voor Internationale Organisatie voor Standaardisatie. Dit is een internationale organisatie die normen vaststelt. Het is een samenwerkingsverband tussen 170 landen.

a Bekijk opnieuw de kaart met de eurozone (p. 119).

1 In welke Europese landen is de nationale munt NIET vervangen door de euro?

2 Vul aan.

• Er zijn EU-landen.

• landen horen tot de eurozone.

• landen gebruiken hun eigen nationale munt.

b Lottes papa is geboren in Polen. Hij werkte in Duitsland, Nederland en België voordat hij in België kwam wonen. Welke munteenheid was in gebruik in Polen, Duitsland, Nederland en België voor de invoering van de euro?

1 Zoek online op en vul de tabel aan.

Vroegere munt

Polen

Duitsland

Nederland

België

Huidige munt

2 Hoe vaak moest hij van munt wisselen voordat hij in België aankwam?

3 Hoe vaak zou hij bij dezelfde migratieroute vandaag moeten wisselen?

2 EU­burgers voelen zich steeds meer Europeaan

Onder inwoners van de Europese Unie (EU) is het gevoel van een Europese identiteit in de afgelopen vijftien jaar toegenomen – ondanks crises als Brexit en de eurocrisis. Dat concludeert hoogleraar moderne Europese geschiedenis en politiek Theresa Kuhn in een recente publicatie. 'De euro en open grenzen hebben de EU tastbaar gemaakt.'

‘Ik voel mij Europeaan.’ Geef aan of je het daarmee eens of oneens bent. Leg uit waarom.

MIJN NOTITIES

OPDRACHT 5: Wat betekent het om in de EU te wonen?

Inleiding

Misschien denk je dat de EU weinig invloed heeft op jouw leven, maar dat is eigenlijk niet zo. De actualiteit laat zien dat de EU een steeds grotere rol speelt in ons dagelijks leven. Stel je de vraag: hoe zou het zijn als de EU helemaal niet bestond?

Wat doet de EU voor jou?

a Bekijk beide afbeeldingen en zoek de twaalf verschillen. Omcirkel de verschillen op de tweede afbeelding en nummer ze.

Zonder de EU:

Met de EU: Bron: © Europahuis Ryckevelde, www.europahuis.be

b De EU zet zich in om ons dagelijkse leven te verbeteren, of het nu thuis, in de winkel of op school is. Koppel de twaalf verschillen uit de vorige opdracht aan deze teksten.

In veel EU-landen is de euro al bijna 25 jaar de gemeenschappelijke munt. Het aanschaffen van goederen en diensten in eurolanden is daardoor eenvoudiger.

In de EU moeten levensmiddelen aan zeer strenge veiligheidseisen voldoen. Ook voor water gelden in de EU de allerhoogste normen. De CE-markering geeft aan dat goederen veilig zijn. Dat is onder meer belangrijk voor speelgoed. De EU verbiedt discriminatie op de werkvloer op basis van geslacht, leeftijd, handicap, ras, etnische afkomst, religie, overtuiging of seksuele geaardheid. Gelijke behandeling is dan ook een kernwaarde van de EU.

Wie in de EU online gaat, wordt beschermd door de strengste privacy- en veiligheidswetgeving ter wereld.

Als EU-burger kun je met een geldig paspoort of een nationale identiteitskaart vrij reizen in de 27 EUlanden. Om het aantal rokers te verminderen, verbiedt de EU tabaksreclame. Daarnaast bepaalt ze welke waarschuwingen op de verpakking van sigaretten en tabak moeten staan.

©VANIN

Minstens de helft van de films, tv-series en documentaires die tvzenders en bedrijven in de EU aanbieden, moet van Europese oorsprong zijn. Een Roemeense film over Dracula is daar een goed voorbeeld van.

In elk EU-land kun je gratis het Europese noodnummer 112 bellen als je de politie of een andere hulpdienst nodig hebt. De Europese ziekteverzekeringskaart is het bewijs dat je in een EU-land verzekerd bent.

De Europese samenwerking zorgde intussen voor al meer dan 70 jaar vrede in de EUlidstaten.

Het Erasmus+-programma geeft een beurs aan studenten uit de EU die tijdens hun opleiding een tijdje in een ander EU-land gaan studeren.

De Europese Unie werkt aan een beter klimaat. Daarom moet minstens 32 % van al onze verbruikte energie tegen 2030 uit hernieuwbare bronnen komen.

Bij het aanschaffen van goederen of diensten, online of in een fysieke winkel, gelden er duidelijke regels die jou als consument beschermen. Daarnaast geldt voor alle goederen een garantie van 2 jaar.

c Toon met een eigen voorbeeld aan op welke manier Europa jou beïnvloedt.

OPDRACHT 6: Hoe worden beslissingen in de EU genomen?

Inleiding

In de Europese Unie wonen meer dan 500 miljoen mensen en hoewel elke lidstaat natuurlijk eigen regels en wetten heeft, gelden er ook Europese wetten en regels. Die zijn nodig om de samenwerking tussen de landen onderling mogelijk te maken. Maar wie neemt de beslissingen die zo'n grote invloed hebben op jouw leven? We nemen enkele Europese instellingen onder de loep.

1 Wie bestuurt de EU?

Stap 1: Bekijk het eerste fragment.

Stap 2: Vul dan het schema aan.

Stap 3: Bekijk daarna het volgende fragment.

Stap 4: Vervolledig het schema.

Stap 5: Ga zo verder totdat je alle schema’s hebt aangevuld.

1

Wat?

Welke taken?

(EC) = het dagelijks bestuur van de Europese Unie

1 maken

2 controleren of

v IDEO 1 EU-INSTELLING

3 zorgen voor 4 zorgen dat (de begroting)

Wie?

• Elke EU-lidstaat stuurt één naar het hoofdkantoor van de EC.

• Elke commissaris krijgt een : - landbouw - financiën

• Bij elke commissaris hoort een team om aan allerlei voorstellen te werken.

Wanneer? Waar?

Ze vergaderen elke in .

Wat?

(EP) = de vertegenwoordiging van de inwoners van de EU

Welke taken?

1 van de Europese Commissie

2 controleren of 3 controleren of Wie?

• meer dan (volksvertegenwoordigers)

• rechtstreeks verkozen door alle volwassen burgers van de EU-landen

• om de jaar

Wanneer? Waar?

v IDEO 2 EU-INSTELLING

Ze vergaderen meestal in , maar iedere maand verhuizen de Europarlementariërs één keer naar de Franse stad .

Wat?

Welke taken?

= Raad van de Europese Unie

Het en van wetsvoorstellen van de Europese Commissie. Dit gebeurt in samenwerking met het Europees Parlement.

Wie?

• een van elk EU-land

• Er zijn meerdere ministerraden afhankelijk van het onderwerp: – ministerraad van

ministerraad van – ministerraad van

Wanneer? Waar?

v IDEO 3 EU-INSTELLING

Ze vergaderen in in het .

Wat?

= de Europese Top = de machtigste instelling van de EU

Welke taken?

Ze beslissen over , zoals

• de van de EU

• met China of de VS

Wie?

• de

• de presidenten

• de van de EU-landen

Wanneer? Waar?

v IDEO 4 EU-INSTELLING

Ze vergaderen ook in in het . Normaal gezien , tenzij er een crisis uitbreekt (bv. de oorlog in Oekraïne).

In Brussel en Straatsburg?!

Het kost tijd, geld en is slecht voor het milieu. Toch vergadert het Europees Parlement op twee plekken, namelijk in Brussel en Straatsburg. Waarom is dat zo?

Bekijk het filmpje om een antwoord op deze vraag te krijgen.

v IDEO TWEE PLEKKEN

MIJN NOTITIES

2 Van Europees wetsvoorstel tot nationale uitvoering

a In theorie … Lees de stappen goed door en beantwoord de volgende vragen.

Stap 1

De Europese Commissie stelt een nieuwe wet voor.

©VANIN

Stap 2

Stap 3

De Commissie stuurt dat wetsvoorstel naar het Europees Parlement en de Ministerraad of Raad van de EU. Beide instellingen stemmen erover. Ze mogen de nieuwe wet afkeuren of goedkeuren, maar ook dingen aan dat wetsvoorstel veranderen.

Stap 4

Uiteindelijk moeten ze het over hetzelfde voorstel eens zijn. Als het Parlement én de Raad van de EU het hebben goedgekeurd, sturen ze het voorstel terug naar de Europese Commissie.

Stap 5

De Europese Commissie zet het voorstel nu officieel op papier en stuurt het uit naar de lidstaten.

De lidstaten moeten het omzetten in hun eigen wetgeving. De Commissie controleert dat dat ook werkelijk gebeurt.

1 Wie stelt een nieuwe wet voor in de EU?

¨ het Europees Parlement

¨ de Europese Commissie

¨ de lidstaten

2 Wat gebeurt er nadat de Europese Commissie een wetsvoorstel heeft opgesteld?

¨ Het wordt meteen een wet.

¨ Het wordt naar het Europees Parlement en de Raad van de EU gestuurd.

¨ De lidstaten mogen er zelf over stemmen.

3 Wat gebeurt er als het Europees Parlement en de Raad van de EU het niet eens zijn over het wetsvoorstel?

¨ De wet wordt meteen afgewezen.

¨ Ze onderhandelen verder totdat er een akkoord is.

¨ De Europese Commissie beslist zelfstandig.

4 Wat doen de lidstaten in de laatste fase van het proces?

¨ Ze controleren of de wet nuttig is.

¨ Ze zetten de wet om in hun eigen nationale wetgeving.

¨ Ze mogen nog stemmen of ze de wet willen invoeren.

b En in de praktijk …

1 Lees de tekst.

Langverwachte universele oplader voor mobiele apparaten wordt in 2024 realiteit

• Eén oplader voor alle mobiele apparaten en tablets – goed voor het milieu én voor de consument

• USB Type-C-poort wordt nieuwe norm voor draagbare apparaten en zorgt voor hoogwaardig opladen en uitstekende gegevensoverdracht

• Kopers zullen kunnen kiezen of ze een nieuw apparaat mét of zonder oplader willen aanschaffen

2 Na jarenlange discussie is het nu een wet. Hoe kwam de verplichting voor de universele USB-C-aansluiting tot stand? Zet de knipsels in de correcte volgorde.

Een grote meerderheid van de leden van het Europees Parlement heeft dinsdag de invoering goedgekeurd van een universele lader voor smartphones en andere kleine elektronica. Vanaf eind 2024 moeten die toestellen verplicht met een USB-C-poort uitgerust zijn. Consumenten zullen dan kunnen kiezen of ze samen met hun toestel een nieuwe oplader aanschaffen of niet. Ook de Raad heeft de richtlijn over een universele oplader definitief goedgekeurd. Het is nu aan de 27 EU-landen om de richtlijn formeel goed te keuren.

Bron: HLN

©VANIN

Wie een smartphone, tablet en camera heeft, heeft thuis waarschijnlijk een lade met verschillende opladers. De Europese Commissie wil daar een einde aan maken, want tegen 2024 moeten alle elektronische toestellen opgeladen kunnen worden met slechts één universele lader. Zo'n universele lader moet het gebruiksgemak voor de consument verhogen en de hoeveelheid elektronisch afval verkleinen.

Bron: VRT NWS

De Europese Commissie heeft op 23 september 2021 een voorstel voor een universele oplader ingediend. De Europese Commissie vraagt in haar wetsvoorstel dat de USB-C-poort de standaard oplaadpoort wordt voor alle draagbare elektronica. USB-C is de meest gebruikte poort.

Tegen 2024 wordt een universele oplader voor smartphones, tablets, consoles en camera's verplicht in de Europese Unie. Dat zijn de 27 landen van de EU overeengekomen.

De EU-landen hebben 12 maanden de tijd om die in nationale wetgeving om te zetten en daarna nog eens 12 maanden om de regels toe te passen. De Europese Commissie wordt gevraagd om regelmatig te bekijken of de lijst met toestellen die met de universele oplader uitgerust moeten zijn, nog moeten worden uitgebreid, en of laders en toestellen in de toekomst verplicht apart moeten worden verkocht.

Bron: HLN

Bron: Nieuws Europees Parlement, 2022-10-04

OPDRACHT 7: Europese waarden onder druk

Inleiding

De landen die deel uitmaken van de Europese Unie hebben samen bepaald welke waarden en regels zij belangrijk vinden. Om lid te worden van de EU, moet een land aan bepaalde voorwaarden voldoen. Alle EU-landen delen zes kernwaarden die de basis vormen voor een vrije samenleving. Maar wat zijn die zes kernwaarden en hoe zien we ze terug in ons dagelijks leven?

1 EU­waarden, de basis van onze samenleving

a Bekijk het schema en het filmpje en kom te weten wat de EU-waarden zijn.

Menselijke waardigheid

b Lees de situaties. Welke EU-waarde past? Noteer het juiste nummer (zie vraag a).

In een klas zitten leerlingen met verschillende achtergronden en culturen. Iedereen wordt gelijk behandeld en mag een mening geven.

Een journalist schrijft een kritisch artikel over de regering, zonder bang te hoeven zijn voor straf.

Bij verkiezingen in een EU-land mogen alle burgers stemmen en beslissen wie hen vertegenwoordigt.

In sommige landen mogen mensen trouwen met wie ze willen, ongeacht hun geslacht of afkomst.

Iemand wordt beschuldigd van een misdrijf, maar krijgt een eerlijk proces met een advocaat.

Een persoon mag vrij reizen, wonen en werken in een ander EU-land zonder speciale toestemming.

Een vluchteling komt aan in een EU-land en krijgt onderdak, voedsel en toegang tot medische zorg.

c In veel situaties overlappen meerdere EU-waarden. Bepaal welke waarden bij iedere situatie past. Leg ook uit waarom.

In een klas zitten leerlingen met verschillende culturele achtergronden. Iedereen wordt gerespecteerd en krijgt dezelfde kansen.

Welke waarden passen hierbij?

De politie mag niemand zomaar arresteren zonder een eerlijk proces.

Welke waarden passen hierbij?

Een persoon met een beperking krijgt gelijke toegang tot onderwijs en werk, net als iedereen.

Welke waarden passen hierbij?

Een land organiseert vrije en eerlijke verkiezingen waarbij iedereen mag stemmen, ongeacht geslacht, afkomst of religie.

hierbij?

a Lees het artikel. Beantwoord daarna de vragen.

Toenemende politieke druk op publieke omroepen in Slovakije en Italië zorgt

voor onrust

In Slovakije gaat de populistische regering van premier Robert Fico de openbare omroep reorganiseren. Journalisten verwachten verregaande politieke inmenging. Dezelfde vrees leeft in Italië, waar medewerkers van de openbare omroep een staking aankondigen.

In verschillende Europese landen komt onafhankelijke berichtgeving onder druk te staan. In Slovakije heerst ongerustheid. De reorganisatie gaat zo ver dat het eerder erop lijkt dat de bestaande omroep wordt afgeschaft om plaats te maken voor een nieuwe.

De nieuwe omroep moet volgens cultuurminister Martina Simkovicova ‘ondubbelzinnig nationaal en staatsvormend’ zijn. De bestaande omroep laat volgens haar ‘enkel mainstream stemmen aan het woord’. Volgens premier Fico zelf ‘is de toestand bij de huidige omroep onhoudbaar’. Hij verwijt de medewerkers vooringenomen en activistisch te zijn.

De voorbije weken hebben al duizenden Slovaken geprotesteerd tegen de plannen van de regering. De Slovaakse oppositie waarschuwt voor ‘door de staat gecontroleerde media’.

Ook elders in Europa staan publieke media onder druk. In Hongarije heeft Viktor Orbán de media in zijn greep. Ook in Italië staat dit volop in de aandacht. Journalisten van de RAI, de Italiaanse publieke omroep, houden volgende maand een 24-uurstaking tegen wat ze de ‘wurgende controle’ van de uiterst rechtse regering van Giorgia Meloni noemen.

Bron: VRT NWS, 204-04-25

©VANIN

1 Wat gebeurt er in Slovakije en Italië met de openbare omroepen?

2 Waarom maken journalisten, oppositiepartijen en burgers zich zorgen?

3 Welke van de volgende EU-waarden spelen een rol in deze situatie?

menselijke waardigheid democratie rechtsstaat vrijheid gelijkheid mensenrechten

b Hoe kan politieke inmenging in de media de kernwaarden van de EU bedreigen? Als de regering bepaalt wat er in het nieuws komt, dan:

©VANIN

Je scrolt elke dag door sociale media. Wat als die content niet zo vrij is als je denkt? Stel dat TikTok, Instagram of YouTube je alleen nog maar tonen wat goedgekeurd is door een bepaalde groep mensen?

- Hoe zou jij je voelen als je alleen maar ‘goedgekeurde’ content te zien krijgt?

- Wat zijn mogelijke gevolgen hiervan voor jou en andere jongeren?

- Waarom is vrije en onafhankelijke media belangrijk in een samenleving?

3 Wat nu?

Kan een lidstaat uit de EU gezet worden?

Stap 1: Lees eerst de vragen. Is alles duidelijk?

Stap 2: Bekijk daarna het filmpje.

Stap 3: Beantwoord ten slotte de vragen.

a Kan een lidstaat uit de EU gezet worden? JA NEE

b Kan een land vrijwillig uit de EU stappen? JA NEE

c Welk land is vrijwillig uit de EU gestapt?

d Met welke term wordt het uittreden van dat land aangeduid?

Artikel 7

Een EU-land moet zorgen dat het democratisch blijft en de rechtsstaat respecteert. Doet het dat niet, dan kan de EU ingrijpen. De bekendste (en zwaarste) manier is Artikel 7, ook wel de ‘nucleaire optie’ genoemd. Daarmee kan een land zijn stemrecht in de EU verliezen. Maar er is een probleem: alle andere EU-landen moeten daarmee akkoord gaan. En dat gebeurt bijna nooit. Artikel 7 werd al opgestart tegen Polen en Hongarije, maar geen enkel land werd echt geschorst. Eén land dat tegenstemt, kan het dus blokkeren.

⚖ Iedere EU-lidstaat moet democratisch zijn.

�� Artikel 7 = ‘nucleaire optie’  mogelijk stemrecht verliezen

⚠ Alle landen moeten akkoord gaan.  meestal geblokkeerd

OPDRACHT 8: Waarom hebben we Europese regels nodig?

Inleiding

Producten die bestemd zijn voor verkoop en gebruik in de Europese Unie moeten voldoen aan heel wat eisen. Maar waarom eigenlijk?

Europese regels

Waarom beslist de EU hoe dit eitje eruit moet zien?

Stap 1: Bekijk eerst het filmpje.

Stap 2: Welke producten zijn Europees gereglementeerd? Geef vier voorbeelden.

v IDEO EUROPESE REGELS

Stap 3: Waarom legt de EU die regels op? En waarom is dat nuttig? Noteer enkele kernwoorden.

Stap 4: Vat nu jouw gegevens in een kort tekstje samen.

Stap 5: Laat jouw tekstje lezen door een klasgenoot. Hij/zij mag dingen aanduiden in je tekst en tips noteren in het onderstaande kadertje.

Peerfeedback door (naam)

Welke tips wil je geven aan je klasgenoot voor de volgende versie?

Geeft de tekst een duidelijk antwoord op de vraag waarom de EU regels oplegt?

En waarom die regels nuttig zijn? JA NEE

Tussentijdse feedback door de leerkracht

Stap 6: Typ je tekst uit in een document (Word, Google docs ...).

Tips:

– Elke zin begint met een hoofdletter.

– Elke zin eindigt met een leesteken.

– Gebruik een spellingchecker zodat er geen fouten in je tekst staan.

SPELLINGCHECKER 1

SPELLINGCHECKER 2

SPELLINGCHECKER 3

Stap 7: Stuur het document vervolgens naar je leerkracht. Dan kan via mail of via het onlineleerplatform van de school.

Tips:

– Begin de mail met een begroeting.

– Laat weten waarom je deze mail stuurt.

– Sluit de mail op een gepaste manier af.

– Vergeet zeker je naam niet te vermelden.

– Voeg het document als bijlage toe.

SCHRIJFKADER MAIL

OPDRACHT 9: Evalueer jezelf

1 Wat vond je van dit hoofdstuk? Omcirkel de emoji(’s) die je gevoel het best omschrijft.

������������ ������������ ������������ ������������

Ik koos deze emoji(’s) omdat:

2 Duid aan of je het volgende goed beheerst of dat het nog beter kan.

Checklist

Ik kan de landen van Europa, de Europese Unie en de eurozone aanduiden op een kaart.

Ik kan het.

Hier kan ik nog groeien.

Ik kan het verschil tussen de EU en de eurozone uitleggen. ¨¨

Ik kan uitleggen wat de Schengenlanden zijn.

Ik kan uitleggen hoe de EU mij in het dagelijks leven beïnvloedt. ¨¨

Ik kan uitleggen hoe beslissingen in de EU genomen worden. ¨¨

Ik weet hoe een Europese wet tot stand komt. ¨¨

Ik ken de werking van de belangrijkste Europese instellingen: de Europese Raad, Europese Commissie, Europese Ministerraad en het Europees Parlement. ¨¨

Ik ken de EU-waarden. ¨¨

Ik kan uitleggen waarom we Europese regels nodig hebben. ¨¨

Ik kan mijn mening en gevoelens respectvol verwoorden. ¨¨

Ik kan zelfstandig opdrachten uitvoeren. ¨¨

Ik kan vlot samenwerken met anderen. ¨¨

Ik kan notities nemen en hierover naar anderen toe communiceren. ¨¨

Ik kan rekening houden met feedback. ¨¨

3 Wat kan ik doen om nog verder te groeien?

4 Welke vragen heb ik nog?

HOOFDSTUK

7 ENERGIE, MEER DAN WATT JE DENKT!

Inleiding

Dit hoofdstuk draait helemaal rond energie. Je komt dagelijks met verschillende soorten energie in contact. We gebruiken energie om onze gebouwen te verwarmen, voor transport en voor de productie van elektriciteit. Ontdek waar al die energie vandaan komt en naartoe gaat. Doorheen het hoofdstuk krijg je antwoorden op de volgende energievragen:

- Welke soorten energie bestaan er allemaal?

- Wat is energieomzetting?

- Wat is energiebalans?

- Wat betekent vermogen, rendement en verbruik wanneer het over energie gaat?

- Welke informatie kan een energielabel ons geven?

- Waarvoor staat EPC en wanneer heb je het nodig?

- Wat is het onderscheid tussen de rem- en stopafstand van een rijdend voertuig?

OPDRACHT 1: Soorten energie

Er zijn verschillende vormen of soorten van energie. Ze kunnen worden onderverdeeld in verschillende categorieën op basis van hun kenmerken en oorsprong.

1 Energievormen of ­ soorten

a Welke soorten energie komen er voor? Vul de ontbrekende woorden aan. Kies uit: batterijen – beweging – chemische reactie – straling

Chemische energie

Dit is energie die vrijkomt door een , zoals verbranding, gisting of atoomsplitsing.

©VANIN

Stralingsenergie

Dit is elke vorm van energie waar aan te pas komt, zoals zonnestralen, lichtstralen, stralingswarmte, infraroodstralen, een beeldscherm …

Elektrische energie

Dit is de vorm van energie die wordt geleverd door , generatoren en elektrische stroom.

Kinetische energie

Door drijf je een toestel aan, dat vervolgens elektriciteit opwekt. Ook wel bewegingsenergie genoemd. Hoe sneller een object beweegt en hoe groter zijn massa is, des te meer kinetische energie het heeft.

b Noteer de cijfers van de voorbeelden bij de juiste soort energie op de vorige pagina.

Stel dat een van die energiesoorten er niet meer was, wat zou er dan allemaal wegvallen in je dagelijks leven? En op welke energievorm zou je kunnen overstappen?

MIJN NOTITIES

2 Warmteoverdracht: bedoeld of niet?

Naast die vier energiesoorten is er ook nog thermische energie, ook wel warmte-energie genoemd. In de meeste gevallen wek je de energie op die je nodig hebt. Met thermische energie is dat niet altijd zo. In je huis wel, uiteraard: het is de bedoeling dat de radiator in je kamer warmte afgeeft en je kamer lekker warm houdt. Net zoals het de bedoeling is dat de barbecue opwarmt, zodat je je vlees kunt bakken.

a Wat als warmte een onbedoeld neveneffect is van een andere vorm van energie? Beoordeel dat in de volgende gevallen.

1 Om een gloeilamp te laten werken heb je elektriciteit nodig. Maar wat gebeurt er wanneer je een gloeilamp aanraakt die al een uur brandt?

2 Wanneer je jouw smartphone oplaadt en het apparaat al een tijdje met het stopcontact verbonden is door je oplader, wat voel je dan wanneer je je oplader aanraakt?

b Sinds 2012 mogen gloeilampen niet meer in handel worden gebracht. Dat heeft deels met warmte te maken. Zoek online op waarom.

OPDRACHT 2: Energieomzettingen v

Inleiding

Je kent nu verschillende soorten energie. Op zich leuk om te weten, maar het wordt pas boeiend wanneer je weet dat je de ene soort energie gebruikt om een andere soort energie op te wekken. Dat proces noem je energieomzetting. En je beseft het misschien niet, maar je maakt het dagelijks mee.

©VANIN

1 Van de ene soort energie naar de andere

Het principe van energieomzetting is eenvoudig. Je gebruikt een soort energie en je zet die om, meestal door een apparaat of een handeling, in een andere soort energie die je dan gebruikt voor een bepaald doel. Dat gebeurt dagelijks in verschillende situaties, onder meer om dingen te laten bewegen, licht te maken of warmte te produceren. Een mooi voorbeeld is een fietsdynamo: een apparaatje dat in je wiel zit of tegen je band aan draait en zo je fietsverlichting laat werken.

a Bekijk het filmpje.

b Om welke omzetting gaat het? Vul het schema aan met de soorten energie die je leerde kennen in opdracht 1. Kies uit:

bewegingsenergie – chemische energie – elektrische energie –stralingsenergie – warmte-energie

Een dynamo gebruikt om op te wekken.

Een benzine- of dieselwagen gebruikt om in de motor op te wekken.

Een elektrische wagen gebruikt om in de motor op te wekken.

De verlichting van je kamer gebruikt om op te wekken.

Bij een barbecue gebruik je om op te wekken.

v IDEO FIETSDYNAMO

2 Een stap verder

In het dagelijks leven combineer je echter vaak soorten energie en energieomzettingen. Het volgende voorbeeld maakt dat duidelijk.

Een haardroger gebruikt

elektrische energie.

Die wordt omgezet in bewegingsenergie … … en warmte-energie.

©VANIN

Je steekt de stekker in het stopcontact.

Met een druk op de knop laat je een ventilator draaien: de haardroger blaast lucht.

Met een druk op een tweede knop gebruik je de elektrische energie om een elektrische weerstand op te warmen. Zo krijg je warme lucht.

Resultaat: er wordt niet enkel lucht door je haar geblazen, maar die lucht is ook verwarmd.

a Ook een oven werkt op die manier. Vul de juiste soort(en) energie aan in het schema. Kies uit:

bewegingsenergie – chemische energie – elektrische energie –stralingsenergie – warmte-energie

Je zet de elektrische oven aan.

Je kiest voor bovenen onderwarmte. Een elektrische weerstand warmt de onderzijde en bovenzijde van de oven op.

Je wisselt naar de heteluchtstand. Een elektrische weerstand warmt op en een ventilator blaast warme lucht de oven in.

b Wat is energiezuiniger: hetelucht of boven- en onderwarmte? Zoek online op.

Inleiding

Bij een energiebalans vergelijk je de invoer (de hoeveelheid en de soort energie die je eerst gebruikt) en de uitvoer (de hoeveelheid en de soort energie na de energie omzetting). In ideale omstandigheden is die balans gelijk. Dat wil zeggen dat je evenveel energie gebruikt als dat je er opwekt. Niets te veel, niets te weinig. In werkelijkheid is dat zelden het geval. Maar je kunt er wel iets aan doen.

Energie ­invoer Energie ­uit voer Een automotor gebruikt chemische energie, door de verbranding van benzine.

100 %

Meer dan de helft van de energie gaat verloren tijdens de energieomzetting. Die zet de motor om in bewegingsenergie. De motor draait en laat de auto voortbewegen.

1 Gewenste en niet­ gewenste energie

Een van de problemen waar je tegenaan loopt bij energieomzettingen is energie die niet gewenst of niet nuttig is. In de meeste gevallen gaat het om thermische of warmte-energie. Wanneer er weinig tot geen energie verloren gaat bij een energieomzetting spreek je van een hoog rendement. Gaat er veel energie verloren? Dan is er een laag rendement.

a Bekijk de kennisclip en vul de drie voorbeelden in de tabel aan.

Invoer

Chemische energie: het verbranden van of

Omzetting

Met de warmte van die verbranding warmt water op in een gesloten systeem en wordt dat geleid door naar .

energie : de kookplaat gebruikt om op te warmen. Je vult een met water. Door de van de kookplaat warmt het water op en geraakt het aan de kook.

Uitvoer

Stralingsenergie:

zijn zo gebouwd (met ribbeltjes in het metaal) dat ze zo veel mogelijk warmte in huis verspreiden.

Stralingsenergie: de bodem van de warmt op en het water begint te koken. Het metaal van de warmt mee op. Die warmte gaat volledig verloren.

35 %

ONGEWENSTE ENERGIE

Rendement

Kruis aan: ¨ laag ¨ hoog

Kruis aan: ¨ laag ¨ hoog

Kruis aan: ¨ laag ¨ hoog OPDRACHT 3: Energiebalans

Elektrische energie: door middel van elektriciteit gaat de lamp branden.

De lamp zet de energie om in . : de ruimte rondom de lamp wordt verlicht. De lamp warmt na een tijdje op. Tenzij het een spaarlamp is: die lamp warmt veel minder en trager op en voorkomt zo warmteverlies.

KENNISCLIP

b Geef nog voorbeelden van ongewenste warmte-energie.

2 Efficiënt energiegebruik

Wanneer je energie opwekt, wil je geen energie verspillen. Daarvoor is energie te kostbaar. Het lijkt onbelangrijk, een lamp die opwarmt in je woning en de energie die zo verloren gaat, maar heb je er al eens bij stilgestaan hoeveel lampen er tegelijk branden in je huis?

a Maak een schatting: hoeveel lampen denk je dat er in je woning zijn? Beperk je tot de lampen in de badkamer, keuken en woonkamer.

Dat is nog maar een deel van het totale aantal lampen in je woning. Woon je in een appartementsblok met 30 appartementen of een straat met 25 huizen, dan heb je al een idee over hoeveel lampen het gaat in je directe buurt. Maar wist je dat België ongeveer 5,7 miljoen woningen telt?

Bron: Statbel, appartementen zijn meegeteld als woning.

Zo krijg je een idee van de hoeveelheid ongewenste warmte-energie die verloren gaat door de opwarming van die miljoenen lampen in ons land alleen al. Nochtans kun je daar wat aan doen: spaarlampen plaatsen. Dat type lampen warmt minder snel op. Ze gaan daardoor ook langer mee en verbruiken minder energie.

b Je hoeft niet meteen al je lampen te vervangen om energie te besparen. Dat kan ook door zuinig om te gaan met je verlichting. Geef een aantal tips waardoor jij in je dagelijks leven zuiniger om kunt gaan met verlichting.

MIJN NOTITIES

Er zijn wel meer toestellen in een woning die energie verbruiken. Om te begrijpen hoe je energieverlies kunt voorkomen, kun je deze begrippen gebruiken: vermogen, verbruik en rendement. Lees de uitleg in de kaders en los hiermee de opdrachten op.

Het vermogen van een toestel wordt uitgedrukt in watt (W) of kilowatt (1 kW = 1 000 W). Daarmee wordt de snelheid bedoeld waarmee een toestel energie kan leveren of verbruiken binnen een bepaalde tijd (meestal per seconde). Hoe hoger het vermogen, hoe meer energie het toestel kan leveren of verbruiken binnen die tijd.

Een spaarlamp van 12 W is dus krachtiger (geeft meer licht) dan een spaarlamp van 8 W, maar verbruikt ook meer energie. Een microgolfoven heeft vaak een vermogen van 1 000 W of 1 kW, een laadpaal voor een elektrische wagen een van 11 kW (= 11 000 W). Dat is logisch: je hebt veel meer energie nodig om een elektrische auto op te laden dan om een lamp te laten branden. Een laadpaal van 11 W zou er 1 000 keer langer over doen om dezelfde auto op te laden als een laadpaal van 11 000 W.

Het verbruik van een toestel wordt uitgedrukt in kilowattuur (kWh). Het is de hoeveelheid energie die dat toestel gedurende een bepaalde periode gebruikt. 1 kWh komt overeen met het verbruik van een toestel van 1 000 W of 1 kW gedurende 1 uur.

Een laadpaal is erg krachtig met een vermogen van 11 kW. Een elektrische wagen die 1 uur lang wordt opgeladen aan een laadpaal met een vermogen van 11 kW, verbruikt 11 kWh.

Laad je de wagen ’s nachts gedurende 10 uur op, dan heb je in die tijd 11 kW x 10 = 110 kWh verbruikt. Dat is een enorme hoeveelheid energie. Laat je een lamp met een vermogen van 6 W gedurende 1 uur branden, dan verbruikt die slechts 6 Wh.

Of iets moeilijker: een microgolfoven met een vermogen van 1 000 W die 5 minuten werkt, verbruikt 83 Wh. Dat bereken je zo: het vermogen van de microgolf is 1 000 W. Als je die 1 uur lang zou laten werken (maar dat doet niemand met een microgolfoven), dan verbruik je = 16,6 W per minuut. Gebruik je de microgolf slechts 5 minuten, dan vermenigvuldig je 16,6 W met 5 en krijg je 83 Wh in totaal.

1 000 W 60 minuten

Bij energieomzettingen is het rendement de verhouding tussen de uitgaande nuttige energie en de toegevoerde energie. Vaak kun je niet al het toegevoerde vermogen nuttig gebruiken: er gaat energie verloren. Hoe hoger het rendement, hoe meer energie je nuttig kunt gebruiken.

Wordt alle energie nuttig gebruikt, is het rendement 100 %. De meeste soorten energieomzetting zijn niet volmaakt. Alleen bij de omzetting naar warmte wordt een rendement van 100 % bereikt. Bij andere omzettingen treden altijd verliezen op, die meestal extra warmte opleveren. In een verbrandingsmotor bijvoorbeeld wordt uiteindelijk (afhankelijk van het ontwerp van de motor) maar ongeveer 35 % van de energie die in de brandstof aanwezig is omgezet in kinetische energie of bewegingsenergie. De rest wordt via het koelsysteem als warmte afgevoerd. Sterker nog: het motorblok moet constant gekoeld worden tijdens (langere) autoritten, omdat het anders te sterk opwarmt en de motor stuk gaat.

c Bereken voor de volgende situaties het verbruik.

1 Een elektrische wagen die één uur wordt opgeladen aan 11 kW verbruikt 11 kWh. Hoeveel verbruikt die wagen wanneer je hem gedurende twee uur oplaadt?

2 Hoeveel verbruikt een elektrische wagen die een halfuur wordt geladen aan 30 kW? ¨ 11 kWh ¨ 22 kWh ¨ 30 kWh ¨ 15 kWh ¨ 45 kWh

3 Een oven van 1 000 W die één uur lang werkt, verbruikt 1 000 Wh of 1 kWh. Om mijn lasagne op te warmen, heb ik maar 15 minuten nodig. Hoeveel bedraagt mijn verbruik?

d Juist of fout? Zet een kruisje in de juiste kolom. Gebruik de informatie uit de kaders over vermogen, verbruik en rendement (op p. 116).

Met het vermogen (in watt of kilowatt) bedoelen we de snelheid waarmee een toestel energie levert of verbruikt binnen een bepaalde tijd (meestal per seconde).

1 kWh komt overeen met het verbruik van 100 watt gedurende één uur.

Een lamp van 6 W die 1 uur lang brandt verbruikt 6 Wh.

In een auto wordt slechts 35 % van de energie die uit de brandstof gehaald wordt omgezet in bewegingsenergie of kinetische energie.

Bij energieomzettingen is het rendement de verhouding tussen de uitgaande nuttige energie en de toegevoerde energie.

Een spaarlamp van 12 W is krachtiger (geeft meer licht) dan een spaarlamp van 8 W, maar verbruikt ook meer energie.

Het verbruik van een toestel (in kilowattuur) is de hoeveelheid energie die dat toestel gedurende een bepaalde periode gebruikt.

De meeste energieomzettingen zijn volmaakt: ze halen een rendement van 100 %.

Een elektrische verwarming van 1 000 W die één uur lang werkt verbruikt 1 kWh.

Hoe hoger het vermogen, hoe meer energie het toestel kan leveren.

MIJN NOTITIES

Juist Fout

OPDRACHT 4: Energielabels v

Inleiding

Op elk elektrisch apparaat staat het vermogen vermeld. Op de oplader van je smartphone bijvoorbeeld (tussen 15 en 35 watt) of op een boormachine (tussen 600 en 900 watt).

Op apparaten die constant in werking zijn, is ook het verbruik vermeld: een koelkast of een diepvriezer bijvoorbeeld. Droogkasten, vaatwassers en wasmachines staan niet de hele tijd aan, maar zijn grootverbruikers. Wanneer je ze gebruikt, verbruiken ze een heleboel energie. Vandaar dat ook op die apparaten het verbruik vermeld staat.

1 Energielabels

Om zicht te hebben op het verbruik van een elektrisch huishoudtoestel is in Europa een energielabel ingevoerd. Zo heb je bij de aankoop al een idee van het verbruik van je toestel. Of beter gezegd: van het rendement. Sinds 1 maart 2021 is dat label vernieuwd.

Het label geldt voor vier categorieën van elektrische huishoudapparaten:

• huishoudelijke wasmachines en was-droogcombinaties (maar geen droogkasten),

• elektronische beeldweergavetoestellen (televisies en computerschermen),

• koelapparaten (koelkasten, diepvriezers en wijnkoelkasten),

• huishoudelijke vaatwasmachines.

Sinds 1 september 2021 krijgen ook lichtbronnen (elektrische lampen) het nieuwe energielabel.

Naar: www.recupel.be

a Hoeveel energieklassen zijn er volgens dit label?

b Welke andere informatie dan die over het verbruik lees je af op het label van de koelkast?

c Voor hoeveel categorieën van apparaten is dit label verplicht?

d Vul het schema aan en bereken hoeveel je uitspaart. Stel, je koopt een diepvrieskast (een rechtopstaand model) met een energielabel F. Gemiddeld gaat die vijftien jaar mee. Daarna is hij aan vervanging toe. Reken met behulp van rij 3 uit hoeveel geld je uitspaart met een lager verbruik in die vijftien jaar tijd door een diepvrieskast met een hoger energielabel te kopen. Noteer de resultaten in rij 4.

Energielabel C D E F

1gemiddeld verbruik per jaar

2energiekosten per jaar

3verbruikskosten op 15 jaar

4verschil in verbruikskosten met model F op 15 jaar

5aankoopprijs

6verschil in aankoopprijs met model C

7totale kosten op 15 jaar (som rij 3 + 5)

8verschil op 15 jaar in totale kosten met model C

e Bereken wat je in totaal uitspaart.

Stap 1: Surf naar de webwinkel Coolblue. Tik de zoekterm ‘diepvrieskasten’ in.

Stap 2: Noteer: in welke energieklasse is er het grootste aanbod?

©VANIN

Stap 3: Kies een diepvrieskast uit van ongeveer hetzelfde volume (bijvoorbeeld 300 liter) in de energieklassen C, D, E en F. Noteer de aankoopprijs in rij 5.

Stap 4: Hoeveel bedraagt het prijsverschil met de diepvrieskast van klasse C? Noteer het resultaat in rij 6. Wat valt je op?

Stap 5: Hoeveel geef je in totaal op 15 jaar tijd uit aan aankoop en verbruik? Bereken dat voor elke energieklasse. Tel het resultaat van rij 3 (verbruik) en rij 5 (aankoopprijs) samen en noteer de uitkomst in rij 7.

Stap 6: Hoeveel bespaar je in totaal op 15 jaar tijd aan aankoop en verbruik als je kiest voor een model met een energieklasse C? Reken per energieklasse het verschil uit en noteer het resultaat in rij 8.

Zou een energielabel jouw keuze beïnvloeden als je op zoek bent naar een nieuw apparaat?

OPDRACHT 5: Het EPC v

De grootste energiekost van een gezin, of je nu elektrisch, via gas, met een houtkachel of met stookolie verwarmt, is de centrale verwarming van je woning. Ook daar is een energiebalans belangrijk, omdat je niet al te veel energie wilt verspillen.

1 Waarom je huis isoleren belangrijk is

Stap 1: Lees de vragen in de mindmap. Verdeel de vragen over de groepsleden.

Stap 2: Bekijk de kennisclip.

Stap 3: Lees de teksten.

Stap 4: Noteer de antwoorden op de vragen die jou zijn toebedeeld op een kladblad. Markeer interessante informatie in de teksten.

Stap 5: Met behulp van de teksten en de kennisclip moet je kunnen antwoorden op de vragen van de mindmap wanneer een leerkracht je groep aanduidt.

Waarvoor staat de afkorting EPC?

Wat kun je doen om de EPC-score van een woning te verbeteren?

Welk doel wil men halen tegen 2050?

Hoeveel procent van de huidige woningen heeft nu al een EPC-label A?

Wat meet de EPC-score?

Welke verschillende EPC-labels zijn er?

Mag je een EPC zelf opstellen? Leg uit. Welk EPC-label heeft de gemiddelde Vlaamse woning?

TEKSTEN EPC KENNISCLIP WAAROM EPC?

a De spilfiguren willen graag weten wat de EPC-score van hun woning is.

Ga naar de simulator en vul de gegevens van hun woning in.

Ik woon in een gezellig huisje: een driegevelwoning, ook wel halfopen bebouwing genoemd. Niet echt groot, eerder van gemiddelde grootte. Wij verwarmen ons huis en sanitair met een condenserende gasketel. We hebben sinds dit jaar zonnepanelen op ons hellend dak, dat ook matig geïsoleerd is. Ons gelijkvloers ligt boven een kelder en die vloer is niet geïsoleerd. De gevel van onze woning is sterk geïsoleerd en al onze ramen hebben dubbel glas.

EPC-label:

Hoeveel % van de woningen in Vlaanderen scoort slechter?

Wij wonen in een grote loft. Een dakappartement, maar dan megagroot. We verwarmen het met een bodem-waterwarmtepomp en het sanitair water met een warmtepompboiler. Onze loft heeft ook zonnepanelen en een zonneboiler op het platte dak, dat supergeïsoleerd is. En we hebben ook een ventilatiesysteem met warmteterugwinning. De buitenmuren hebben isolatie van wel 20 cm dik en er is overal driedubbele beglazing. Onze loft is op en top milieuvriendelijk!

EPC-label:

Hoeveel % van de woningen in Vlaanderen haalt deze score?

Wij wonen in een vrijstaand huis, net als Lotte. Maar dat van ons is kleiner, hoor. Veel kleiner! We verwarmen ons huis en sanitair met een niet condenserende stookolieketel. Ons hellend dak is niet geïsoleerd. We hebben geen kelder en onze vloer is sinds vorig jaar geïsoleerd met isolatiepanelen van 12 cm dikte. Onze gevel heeft geen spouw en is niet geïsoleerd, maar we hebben wel hoogrendementsglas in de ramen.

EPC-label:

Hoeveel % van de woningen in Vlaanderen scoort beter?

Wij wonen in een rijhuis, een gesloten bebouwing, maar best wel groot. Onze verwarming werkt op gas, met een niet condenserende ketel die ouder is dan ikzelf. Ook ons sanitair water verwarmen we zo. We hebben een zonneboiler. Vorig jaar hebben we het hellend dak laten isoleren met panelen van 14 cm dik, omdat dikkere isolatie veel duurder was. Binnen een paar jaar willen we zonnepanelen plaatsen. We hebben geen kelder. De vloer is wel een beetje geïsoleerd met een isolatiemat van 3 cm. We hebben dubbel glas en de gevel met spouw is niet geïsoleerd.

EPC-label:

Hoeveel % van de woningen in Vlaanderen scoort slechter?

Samen met mijn papa’s woon ik in een appartement in het midden van een appartementsgebouw. Het is niet groot en niet klein: eerder gemiddeld. Wij zijn aangesloten op een warmtenet dat de hele wijk verwarmt en ook ons sanitair water verwarmt. Onze gevel is licht geïsoleerd. Drie jaar geleden hebben we hoogrendementsglas in de vensters laten plaatsen.

EPC-label:

©VANIN

Ik woon in een gesloten bebouwing (of rijwoning) die eerder klein is. We verwarmen ons huis met een condenserende pelletkachel. Het sanitair water verwarmen we met een elektrische boiler. We hebben een plat dak, dat papa vorig jaar zelf geïsoleerd heeft met isolatiepanelen van 8 cm dikte. We hebben geen kelder en de vloer is niet geïsoleerd. Ook onze gevel heeft een spouw en is niet geïsoleerd. Dat kost te veel, zegt papa. We hebben wel dubbel glas.

EPC-label:

Het EPC geeft het energierendement van je woning weer. Hoe beter de score, hoe beter het rendement. Woningen met een goede score verbruiken erg weinig energie en er gaat amper iets verloren. Woningen met een slechtere score halen een laag rendement: je hebt veel meer energie nodig om een vergelijkbare oppervlakte op te warmen en warm te houden dan bij een gelijkaardige woning die wel goed geïsoleerd is.

b Probeer het EPC-label van de woning van Anouar op te krikken door aanpassingen te doen.

1 Welke effect krijg je als je het dak matig isoleert?

2 Welk effect krijg je als je de stookolieketel vervangt door een condenserende gasketel?

3 Nu het dak geïsoleerd is, kunnen er zonnepanelen op. Welk effect heeft dat?

4 De broer van Anouar kent iemand die gevels isoleert. Omdat een sterke isolatie te duur is, kiest de vader van Anouar voor een matige isolatie. Welk effect heeft die ingreep?

Een EPC vermeldt niet enkel de energiescore van de woning, maar geeft ook concrete tips hoe je die score en dus ook het energierendement van de woning kunt verbeteren. Net zoals wij dat bij Anouar gedaan hebben. Een EPC vermeldt er ook de richtprijs bij. Zo heb je een idee van wat die maatregelen je gaan kosten.

c Bereken het EPC van je eigen woning met behulp van de simulator. Vraag thuis hulp om aan alle noodzakelijke gegevens te geraken.

Vandaag verwarmen de meeste gezinnen in Vlaanderen hun woning met aardgas of stookolie maar men wil van die vervuilende brandstoffen af. Er zijn steeds meer duurzame alternatieven beschikbaar.

a Noteer de correcte term bij de bijbehorende omschrijving en afbeelding. Kies uit:

thuisbatterij – warmtenetwerk – warmtepomp – zonneboiler – zonnepanelen

Deze panelen zorgen voor elektriciteit door middel van een omvormer. Handig en gratis, want je hebt er enkel zonlicht voor nodig. Je wekt daardoor je eigen elektriciteit op en hoeft er minder aan te kopen.

Met dit apparaat gebruik je de zon om je sanitair water op te warmen. Lekker warm water, dankzij de zon. Niet bruikbaar in de winter of ’s nachts, dat klopt, maar op deze manier bespaar je overdag wel op je energieverbruik.

Waarom zou je een huis verwarmen of één enkel appartement, als je ook een hele buurt kunt verwarmen of een volledig appartementsblok? Met dit systeem leid je de warmte die een fabriek of afvalverbrandingsoven produceert langs buizen naar een hele woonwijk of groot gebouw. Warmte die vroeger verloren ging, wordt zo gebruikt om veel woningen te verwarmen. Een bijkomend voordeel: je hoeft geen aparte verwarmingsketel meer te voorzien voor elke woning. Daarmee spaar je ook best wat uit, toch?

In combinatie met zonnepanelen is dit apparaat een goede keuze. In ideale omstandigheden gebruik je alle elektriciteit die je opwekt met zonne-energie zelf op. Maar wat als je meer elektriciteit opwekt dan je zelf kunt gebruiken? Wel, die kun je dan hierin opslaan en bijvoorbeeld ’s avonds gebruiken wanneer het donker is.

Dit toestel haalt warmte uit de lucht, de grond, het water of een combinatie daarvan. Een lucht-luchtwarmtepomp is goedkoper, maar minder efficiënt. Een grond-waterwarmtepomp is een stuk duurder, maar levert meer energie. In de beide gevallen komt er geen verbranding aan te pas, zoals bij gas of stookolie, en stoot je dus ook geen vervuilende gassen uit. Je kunt dit toestel wel enkel gebruiken in een woning die goed geïsoleerd is. Anders gebruik je te veel elektriciteit.

4 Wat je zelf kunt doen om energie te besparen

Een woning isoleren kost veel geld, maar je kunt zelf ook wat doen om je energieverbruik te verminderen. Zoek online naar tips om minder energie verloren te laten gaan en noteer ze hier.

De overheid legt een renovatiepact op en wil zo tegen 2050 enkel nog energiezuinige woningen hebben in Vlaanderen, wat goed is voor het milieu. Maar zo’n energetische renovatie kost veel geld, wat voor een heleboel mensen dan weer niet betaalbaar is. Wat is jullie mening daarover?

OPDRACHT 6: Beweging tot stilstand brengen kost tijd v

Inleiding

Om een wagen te laten rijden, heb je energie nodig. Je leerde al dat dat niet zo efficiënt gebeurt. Minder dan de helft van de energie die je opwekt in een brandstofmotor wordt effectief gebruikt om ervoor te zorgen dat het voertuig voortbeweegt. Zodra dat voertuig aan het voortbewegen is, is het niet zo eenvoudig om het weer tot stilstand te brengen.

1 Remafstand van een rijdend voortuig

De remafstand is de afstand die een voertuig nodig heeft om volledig tot stilstand te komen vanaf het moment dat je begint te remmen tot het moment dat het stilstaat. Die afstand hangt af van verschillende factoren, waaronder de snelheid van de auto, de staat van de remmen en de wegcondities.

a De bestuurder van een auto die rijdt met een snelheid van 90 km/uur moet bruusk remmen. Na hoeveel meter staat de wagen stil, denk je? Maak een schatting.

Mijn schatting:

b Bekijk het filmpje. Beantwoord de vragen.

v IDEO vOLT REMTES T © VRT

1 De voer tuigen in de test rijden met een snelheid van 90 km/uur. Hoeveel afstand laat je aan die snelheid best tussen het voertuig en een voorligger?

2 Welke voertuigen worden er getest? Duid aan.

3 Welk voertuig heeft de kortste remafstand?

Hoeveel meter bedraagt die afstand?

4 Welk voertuig heeft de langste remafstand?

Hoeveel meter bedraagt die afstand?

5 Beide voertuigen rijden aan dezelfde snelheid. Hoe verklaar je dat verschil in remafstand?

c Ga e ven terug naar opdracht a en bekijk je schatting.

1 Wat is de werkelijke remafstand van de auto na het bekijken van het beeldfragment?

Zat je in de buurt met je schatting? meter

2 Waar werd in de test geen rekening mee gehouden? Leg in je eigen woorden uit wat daar volgens jou mee bedoeld wordt.

MIJN NOTITIES

2 Remafstand is geen stopafstand

Wil je een voertuig dat met een bepaalde snelheid rijdt laten stoppen, dan speelt niet enkel de snelheid een rol. Je kunt gecontroleerd remmen, maar je kunt ook onverwacht moeten remmen.

a Wat als je normaal remt?

Normaal remmen betekent dat je bewust afremt. Je rijdt bijvoorbeeld met een snelheid van 50 km/uur en nadert een verkeerslicht dat op oranje springt. Dan ga je niet onverwacht voluit remmen, maar rem je rustig en bewust af tot de wagen stilstaat. Wil je in zo’n situatie de remafstand (ook wel ‘remweg’ genoemd) berekenen, dan gebruik je de volgende formule:

snelheid x snelheid 10 10

1 Wat is de remafstand bij 30 km/uur?

2 En bij een snelheid van 70 km/uur?

Of in dit geval: = 5 x 5 = 25 meter

50 x 50 1010

Conclusie: hoe hoger de snelheid, hoe de remafstand.

b Wat bij een noodstop?

In deze situatie rem je onverwacht. Je rijdt met een snelheid van 50 km/uur en moet plots remmen voor een motor die voor je uitglijdt. Je remt voluit. Maar tussen het moment waarop je de motorrijder ziet uitglijden en het moment waarop je begint te remmen, zit je reactietijd. Dat is de tijd die je nodig hebt om te beseffen wat er gebeurt en om te reageren. Gemiddeld ligt die reactietijd tussen 0,8 en 1,2 seconden. In die tijd rijdt de auto verder en rem je niet af. De afstand die je dan aflegt, noem je de reactieafstand

Om de reactieafstand te berekenen, deel je de snelheid door 10 en vermenigvuldig je het resultaat met 3. Rijd je met een snelheid van 50 km/uur, dan is de reactieafstand ongeveer:

50 km/uur x 3 = 15 meter 10

1 Wat is de reactieafstand bij 30 km/uur?

2 En bij een snelheid van 70 km/uur?

3 En op de snelweg? Bij een snelheid van 120 km/uur?

Conclusie: hoe hoger de snelheid, hoe de reactieafstand. Bij een snelheid van 120 km/uur heb je al meter afgelegd tussen het moment waarop je beseft dat je moet remmen en het moment waarop je begint te remmen.

c Wat is de werkelijke stopafstand?

de stopafstand (C) = de reactieafstand (A) + de remafstand (B )

Je ziet gevaar.

Je trapt op de rem. Je staat stil.

Je rijdt met een snelheid van 50 km/uur. Een fietser glijdt uit en komt op de weg terecht. Je remt krachtig. Om de reactieafstand (A) te berekenen, wordt de snelheid gedeeld door 10 en het resultaat vermenigvuldigd met 3.

50 km/uur x 3 = 15 meter 10

Om de remafstand (B) te berekenen, gebruik je de volgende formule: snelheid x snelheid 10 10 In dit geval: 50 x 50 = 5 x 5 = 25 meter 1010

Je stopafstand (C) = je reactieafstand (A) + je remafstand (B). = 15 meter + 25 meter = 40 meter

1 Nabij een school mag je niet sneller dan 30 km/uur rijden. Stel dat de vorige situatie gebeurt en de wagen 30 km/uur rijdt in plaats van 50 km/uur. Bereken de totale stopafstand.

• reactieafstand =

• remafstand =

• de totale stopafstand:

2 Bereken de totale stopafstand van een wagen die met een snelheid van 90 km/uur rijdt.

• reactieafstand =

• remafstand =

• de totale stopafstand:

Moderne auto’s zijn uitgerust met slimme rijhulpsystemen voor extra veiligheid. Automatic Emergency Braking (AEB) herkent gevaarlijke situaties en verhoogt automatisch de remdruk om een aanrijding te vermijden of de schade te beperken. Bij lage snelheden voert het systeem zelfstandig een noodstop uit. Daarbij activeert het ook het antiblokkeersysteem (ABS), zodat de wielen niet blokkeren en de auto bestuurbaar blijft.

OPDRACHT 7: Energiezuinig leven en wonen

Inleiding

Ook voor een woning is energierendement een belangrijke factor. Een woning verwarmen kost energie. Hoe minder van die energie daarbij verloren gaat, hoe beter voor het milieu en voor je portemonnee. Energiezuinig leven zorgt ervoor dat je stilstaat bij hoeveel energie je op een dag verbruikt en of het wel nodig is dat sommige toestellen de hele dag door ‘aan’ blijven staan.

1 Energiezuinig leven

Wat kun je zelf in en rond je huis doen om minder energie te verbruiken?

a Hoe beperk je het verbruik van elektrische apparaten?

b Hoe bespaar je op verlichting?

c Hoe verlaag je de verwarmingskosten?

d Hoe verplaats je je energiezuinig of duurzaam van en naar school?

2 Energielabels

a Verbruikt dit apparaat veel energie? Motiveer je antwoord.

b Geef aan de hand van dit label het jaarlijks verbruik van het toestel.

3 Energiezuinig wonen

a Analyseer het EPC. Beantwoord de vragen.

1 Welk energielabel heeft deze woning?

2 Is dit een energiezuinige woning? Leg uit.

b Bekijk het attest via de QR-code en geef een paar aanbevelingen om het EPC te verlagen. De rode vakken geven aan wat er energetisch helemaal niet in orde is. De oranje vakken geven aan wat niet echt in orde is.

1 Welke onderdelen van het huis worden ‘rood’ beoordeeld?

2 Hoeveel zou het volgens het EPC kosten om dat op te lossen?

3 Welke onderdelen van het huis worden ‘oranje’ beoordeeld?

4 Hoeveel zou het volgens het EPC minimaal kosten om dat op te lossen?

5 Hoeveel zou het volgens het EPC maximaal kosten om dat op te lossen?

c Wat is de totale kostprijs om alle maatregelen op het EPC-attest uit te voeren? Tel alle minimale bedragen op en voeg daarbij ook de kost voor de aanbevolen plaatsing van zonnepanelen.

d Waarvoor staat de afkorting EPC? Wat meet de EPC-score? En welk doel wil men tegen 2050? Bron: www.epcattest.be EPC-ATTEST

OPDRACHT 8: Stoppen op een nat wegdek U

Inleiding

Je leerde reeds dat een voertuig doen stoppen op hoge snelheid best wat tijd kost. Een voertuig staat niet op twee seconden stil. Op een nat wegdek wordt dat nog moeilijker. En als je enkele seconden op je smartphone kijkt in plaats van naar de weg, dan ben je afgeleid en wordt je reactiesnelheid nóg langer en de kans op een ongeval daarom groter. Gebruik voor de volgende opdrachten de onlinetool van de VSV (Vlaamse Stichting Verkeerskunde) om de stopafstand correct te berekenen.

1 De gevaren van een gsm in de wagen

©VANIN

BEREKENING STOPAFSTAND

Voertuig 1 is een wagen en rijdt 50 km/uur. Voertuig 2 ook, maar de bestuurder is even niet aan het opletten. Ze is afgeleid door haar gsm. Daardoor is haar reactietijd langer, namelijk drie seconden. De auto's rijden op een droog wegdek.

a Hoe lang is de stopafstand van voertuig 1? meter

b Wat doet voertuig 2 op het moment dat voertuig 1 al stilstaat?

c Hoe lang is de stopafstand van voertuig 2, waarin de bestuurder afgeleid was door haar gsm? meter

2 Stoppen op een nat of glad wegdek

Voertuig 1 rijdt op een droog wegdek met een snelheid van 50 km/uur en de bestuurder reageert na één seconde. Voertuig 2 doet net hetzelfde, maar dan op een nat wegdek.

a Wat is er anders nu het wegdek nat is? Kruis de juiste antwoorden aan.

¨ De reactietijd is niet veranderd.

¨ De remafstand op een nat wegdek is dubbel zo groot als op een droog wegdek.

¨ De remafstand op een nat wegdek is bij die snelheid 9 meter langer.

¨ De stopafstand is korter op een droog wegdek.

b Pas de weersomstandigheid voor voertuig 2 aan. Welke gevolgen heeft dat?

3 Met hoge snelheid op een nat wegdek

In Frankrijk en Duitsland verlaagt de maximumsnelheid op de snelweg wanneer het regent. Bij een droog wegdek mag je bijvoorbeeld maximaal 130 km/uur rijden, bij een nat wegdek is dat 110 km/uur. Gebruik de onlinetool om het verschil te berekenen.

a Vergelijk voertuig 1 op een droog wegdek met een snelheid van 120 km/uur en voertuig 2 met dezelfde snelheid, maar op een nat wegdek. De reactietijd houd je op 1 seconde. Verlaag dan de snelheid van voertuig 2 naar 100 km/uur op een nat wegdek. Maakt dat veel verschil? Leg uit.

b Maak opdracht 1 opnieuw, maar met een ander voertuig dan een wagen. Vergelijk de stopafstand op een nat en een droog wegdek en verklaar het verschil.

MIJN NOTITIES

1 Wat vond je van dit hoofdstuk? Omcirkel de emoji(’s) die je gevoel het best omschrijft.

Ik koos deze emoji(’s) omdat:

2 Duid aan of je de volgende vaardigheden goed beheerst of dat het nog beter kan.

Checklist

Ik kan verschillende soorten energie opnoemen.

Ik kan uitleggen wat een energieomzetting is.

Ik kan uitleggen wat een energiebalans is.

Ik kan een voorbeeld geven van ongewenste warmte-energie.

Ik kan in eigen woorden uitleggen wat rendement betekent.

Ik kan in eigen woorden uitleggen wat vermogen betekent.

Ik begrijp de betekenis van energielabels op elektrische toestellen.

Ik kan voorbeelden geven van hoe ik duurzaam met energie kan omgaan in mijn dagelijks leven.

Ik kan in eigen woorden uitleggen wat een EPC is en waarvoor een EPC-attest gebruikt wordt.

Ik kan de stopafstand van een voertuig berekenen.

Ik kan eenvoudige berekeningen maken met behulp van een rekentoestel.

Ik kan informatie opzoeken op het internet.

Ik houd rekening met de mening van anderen.

Ik kan vlot informatie opzoeken.

Ik kan zelfstandig opdrachten uitvoeren.

Ik kan vlot samenwerken met anderen.

3 Wat kan ik doen om nog verder te groeien?

4 Welke vragen heb ik nog?

Ik kan het. Hier kan ik nog groeien.

WOORDENLIJST

Hoofdstuk 1 Hoe een plaats betekenis krijgt

Woord Verklaring In je eigen woorden het collectief geheugen een verzameling herinneringen die groepen mensen met elkaar delen en dus gemeenschappelijk hebben de roots letterlijk ‘wortels’; de plek waar je vandaan komt of de afkomst of het verleden van je familie

Hoofdstuk 2 Anders kijken naar het verleden

Woord Verklaring In je eigen woorden analyseren onderzoeken de betrouwbaarheid de mate waarin je erop kunt vertrouwen dat de informatie (bv. van een bron) klopt de context alle informatie die je helpt om bv. een historische bron beter te begrijpen en te analyseren contextualiseren nagaan in welke omstandigheden een bron ontstaan is om zo de gebeurtenissen te verklaren en te begrijpen fundamenteel van groot belang de historische vraag een vraag die we onszelf stellen om beter te begrijpen hoe vroeger iets gebeurd is de materiële bron voorwerpen, gebouwen, monumenten … selecteren uitkiezen de standenmaatschappij het systeem uit de middeleeuwen dat de samenleving opdeelde in drie groepen: de clerus, adel en de boeren de tekstuele bron een geschreven bron, zoals een dagboek, brief, krant, boek … de visuele bron een bron die iets afbeeldt, zoals een foto, schilderij, standbeeld, film …

woke letterlijk ‘wakker’; je bent alert op mogelijke maatschappelijke misstanden, zoals racisme en discriminatie, en probeert die te vermijden

Hoofdstuk 3 Er hangt chemie in de lucht

Woord Verklaring

ambachtelijk iets wat je met de hand maakt en dus behoort tot een vak of ambacht (tegengesteld: industrieel of machinaal) de chemische formule een manier om de samenstelling van een chemische stof weer te geven

het chemisch label een label dat informatie geeft over de chemische samenstelling van een product het chemisch verschijnsel een proces waarbij nieuwe stoffen worden gevormd met andere eigenschappen dan de oorspronkelijke stoffen

de cosmetica producten voor persoonlijke verzorging, bv. make-up of parfum, maar ook tandpasta, shampoo …

het detergent wasmiddel

het fysisch verschijnsel

een proces waarbij geen nieuwe stoffen worden gevormd

het gevarenpictogram een afbeelding die wordt weergegeven op een etiket; geeft informatie over de schade die de stof of het mengsel kan toebrengen aan onze gezondheid of het milieu

het gezondheidslabel bevat specifieke keurmerken of symbolen die aangeven dat een product bepaalde gezondheidsvoordelen heeft

het ingrediënt een grondstof waarmee je iets maakt koolmonoxide een kleur-, reuk- en smaakloos gas; ontstaat bij de niet volledige verbranding van koolstofhoudende brandstof

het milieulabel geeft informatie over de milieu-impact van een product, zoals duurzaamheid, energieverbruik, watergebruik ...

Hoofdstuk 4 Van natuurlijk fenomeen tot menselijk probleem

Woord Verklaring

In je eigen woorden

©VANIN

In je eigen woorden de behoefte de nood, het verlangen, de vraag de bewustwording inzicht krijgen in een situatie, het gaan beseffen

het broeikasgas een gas in de atmosfeer dat de warmte vasthoudt; dit type van gas speelt een belangrijke rol in het broeikaseffect

collectief gemeenschappelijk, samen (tegengesteld: individueel) fossiele brandstoffen energiebronnen zoals steenkool, aardolie en aardgas

industrielanden landen met een sterk ontwikkelde industrie ontwikkelingslanden landen waar de bevolking in grote armoede leeft

Hoofdstuk 4 Van natuurlijk fenomeen tot menselijk probleem

Woord Verklaring

In je eigen woorden het natuurlijk broeikaseffect het proces waarbij gassen in de atmosfeer zonneenergie vasthouden waardoor de aarde leefbaar blijft het versterkt broeikaseffect het proces waarbij de mens meer broeikasgassen in de atmosfeer brengt waardoor de aarde opwarmt de waterschaarste het tekort aan voldoende proper water in situaties waarbij de vraag naar water groter is dan het aanbod

©VANIN

Hoofdstuk 5 Echo’s van de wereldoorlogen

Woord Verklaring

In je eigen woorden de alliantie of bondgenootschap; een samenwerkingsverband tussen partijen (bv. landen) waarbij een gemeenschappelijk voordeel het hoofddoel is de Berlijnse Muur een muur die dwars door de stad Berlijn liep en de stad opdeelde in een oostelijk deel en een westelijk deel de compensatie de schadevergoeding

D ­Day de dag waarop de geallieerde troepen landden in Normandië en de Duitse legers terugdreven het IJzeren Gordijn kilometerslange afsluiting met prikkeldraad die Oosten West-Europa scheidde tijdens de Koude Oorlog het interbellum periode tussen oorlogen, zoals tussen WO I en WO II de NAVO de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie; een groep landen die na WO II afspreekt om elkaar te beschermen wanneer een van hen wordt aangevallen de neonazi een nieuwe nazi; iemand die de ideeën van Hitler aanvaardbaar vindt en daaraan wil meewerken de

Oostbloklanden

een groep landen in het Oosten van Europa die vroeger tot de USSR of de invloedssfeer ervan behoorden de Oostkantons oostelijk deel van België waar Duits de officiële taal is, gelegen rond de steden Eupen, Sankt-Vith en Malmédy de troepen synoniem voor legers de USSR de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken, ook wel de Sovjetunie genoemd de Verenigde Naties (VN) opgericht in 1945 (na WO II); een groep van landen die met elkaar samenwerken en zorgen voor meer vrede en veiligheid in de wereld; in het Engels ‘United Nations’

het vredesverdrag een verdrag waarbij na een oorlog de vrede gesloten wordt; een overeenkomst die vrede tussen beide partijen bevestigd en de voorwaarden die daarbij horen

Hoofdstuk 6 De invloed van Europa

Woord

Verklaring

In je eigen woorden de eenheidsmunt een munteenheid die in meerdere landen wordt gebruikt

Europa werelddeel op het noordelijk halfrond, ten Westen van Azië en ten Noorden van Afrika de Europese Unie (EU) een economische en politieke samenwerking van 27 Europese landen (lidstaten) die samen beleid voeren de eurozone de landen van de EU die de euro als munt hebben de irreguliere migratie migratie zonder geldige documenten om een land binnen te komen of om in een land te verblijven de kandidaatlidstaat een land dat lid wil worden van de Europese Unie en waarvan de aanvraag officieel is aanvaard door de EU de landcode een lettercombinatie die wordt gebruikt om een land aan te duiden bv. BE staat voor België de migratie de verplaatsing van personen van de ene naar de andere plaats, meestal met de bedoeling om zich daar (tijdelijk) te vestigen de nationale munt de munt van één bepaald land de rechtsstaat een staatsvorm waarin wederzijdse rechten en plichten van burgers en overheid zijn vastgelegd in wetten reglementeren, gereglementeerd aan regels onderwerpen, onderworpen zijn de Schengenzone de landen waarin je als inwoner van de Europese Unie vrij mag studeren, wonen en werken

Hoofdstuk 7 Energie, meer dan watt je denkt

Woord

Verklaring

In je eigen woorden het alternatief een andere mogelijkheid de chemische energie energie die vrijkomt door een chemische reactie, zoals verbranden, gisten of atoomsplitsing de elektrische energie de energie die een apparaat krijgt via een stopcontact of batterij het energielabel een label dat het energieverbruik en rendement van een elektrisch toestel weergeeft door middel van een lettercode (van A tot F), met als doel mensen bewuster maken van het verbruik van apparaten en duurzaamheid bevorderen de energieomzetting het proces waarbij een soort energie wordt omgezet in een andere soort, via een apparaat of handeling het EPC het energieprestatiecertificaat; geeft energieverbruik van een woning weer met een lettercode van A+ tot F de fietsdynamo een apparaat dat in je fietswiel zit of tegen je fietsband aan draait en zo je fietsverlichting laat werken

Hoofdstuk 7 Energie, meer dan watt je denkt

Woord Verklaring In je eigen woorden

geïsoleerd voorzien van isolatie om warmteverlies tegen te gaan hoog rendement bij omzetting gaat weinig tot geen energie verloren de kinetische energie of bewegingsenergie; door beweging drijf je een toestel aan, dat vervolgens elektriciteit opwekt

laag rendement bij omzetting gaat er veel energie verloren de reactieafstand de afstand die je aflegt in de tijd die je nodig hebt om te beseffen wat er gebeurt en te reageren bij een remmanoeuvre; gemiddeld tussen 0,8-1,2 seconden (waarbij je dus gedurende die tijd rijdt en niet afremt) de remafstand de afstand die een voertuig nodig heeft om volledig tot stilstand te komen vanaf het moment dat je start met remmen tot het moment dat je stilstaat het rendement de verhouding tussen uitgaande nuttige energie en toegevoerde energie; hoe hoger het rendement, hoe meer energie we nuttig kunnen gebruiken (max. 100 %)

de stopafstand de totale afstand bij een remmanoeuvre: de reactieafstand plus de remafstand de stralingsenergie elke vorm van energie waar straling aan te pas komt, zoals zonnestralen, lichtstralen, stralingswarmte, infraroodstralen, een beeldscherm ... de thermische energie synoniem voor warmte-energie

het verbruik meeteenheid kilowattuur (kWh): de hoeveelheid energie die een toestel gedurende een bepaalde periode gebruikt, 1 kWh komt overeen met het verbruik van een toestel van 1 000 watt of 1 kilowatt gedurende 1 uur

het vermogen meeteenheid watt (W) of kilowatt (1 kW = 1 000 W): de snelheid waarmee een toestel energie kan leveren of verbruiken binnen een bepaalde tijd (meestal per seconde). Hoe hoger het vermogen, hoe meer energie het toestel kan leveren of verbruiken.

KAARTEN

ANTWERPEN LUXEMBURG

Antwerpen

OOST-VLAANDEREN

Hasselt

VLAAMS-BRABANT

Leuven Waver

LUXEMBURG HE RT OGDOM GROOT-

WAALS-BRABANT

Namen

HENEGOUWEN

Brugge

WEST-VLAANDEREN

staatsgrens provinciegrens provinciehoofdplaats provincie

Hasselt

Kaart van België (provincies)

BOSNIË EN HERZEGOVINA

SERVIË

MONTENEGRO

KOSOVO

NOORDMACEDONIË

Kaart van Europa

TURKIJE

BOSNIË EN HERZEGOVINA

©VANIN

SERVIË

MONTENEGRO

KOSOVO

NOORDMACEDONIË

TURKIJE
Kaart van de Europese Unie

BOSNIË EN HERZEGOVINA

©VANIN

SERVIË

MONTENEGRO

KOSOVO

NOORDMACEDONIË

TURKIJE

Kaart van de eurozone

TIJDLIJN

©VANIN

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.