Neo Rauch - Wegzehr (Drents Museum)

Page 1

WE GZEHR

NEO RAUCH

Omslag Umschlag Die Wegzehr Binnenkant omslag Umschlag Innenseite Der Sonderling

NEO RAUCH wegzehr voorgaande pagina vorherige Seite Statt 1995 Viltstift op papier 21,2 x 14,2 cm

7 8

InhoudInhalt

Voorwoord Vorwort Harry11Tupan

Werken op papier 1992-2021 Arbeiten auf Papier 1992-2021 117

Het sprookje van de kunstenaar die eropuit trok om het sterven te leren Kyllikki140Zacharias

Mohr 1998 Viltstift en olieverf op papier 15 x 10,7 cm

Duitse vertalingen Deutsche Übersetzungen 156 Biografie 160 Colofon Impressum

De heilzame verstilling van een parallel universum Interview Harry Tupan met Neo Rauch 17

2012 Aquarel, potlood, viltstift en inkt op papier 20,9 x 29,2 cm

Untersuchung

7

het werken op papier een verfrissende afwisseling. Zo tekent hij niet alleen, maar schildert hij ook in zeer grote formaten op papier. ‘Dat is een veel vrijer, veel soepeler glijden van het penseel dan op de textuur van het doek’, zo zegt hij. ‘En ik kan er ook veel gemakkelijker in corrigeren, gewoon met een doek de verf weer wegpoetsen.’ Op de tentoonstelling laten wij maar liefst 100 werken zien.

Last but not least dank ik onze overheid, begunstigers, sponsoren en relaties voor het steunen van het museum waardoor we mede in staat zijn mooie tentoonstellingen te blijven realiseren en tonen aan onze bezoekers.

En nu tonen wij met trots de tentoonstelling en de voorliggende publicatie Wegzehr waarin een keuze uit de eigen collectie werken op papier van de kunstenaar zelf worden getoond. Niet eerder werden deze werken in Nederland getoond en ook nog maar zeer zelden daarbuiten. Onder deze werken bevinden zich ook zeer grote formaten olieverf op papier. Voor Rauch is

AlSchule.in2009

Harry Tupan Algemeen directeur Drents

toonde het Drents Museum werk van Rauch in de spraakmakende tentoonstelling Realisme uit Leipzig. Drie generaties Leipziger Schule. De schilder was toen met zes grote werken uit de periode 1987-2006 vertegenwoordigd. Meer dan een decennium later is het tijd voor een solotentoonstelling. Niet zijn bekende schilderijen, maar zijn werk op papier is hierin het hoofdonderwerp. De tentoonstelling is er één in een reeks over schilders van de Neue Leipziger Schule die het Drents Museum de afgelopen jaren toonde.

Rosa Loy, David Schnell, Matthias Weischer, Kristina Schuldt en anderen gingen hem voor.

VoorwoordMuseum

De tentoonstelling en de publicatie kwamen in nauw overleg met Neo Rauch en Rosa Loy tot stand. Ik dank hen zeer dat ze hun eigen collectie gedurende de tentoonstellingsperiode aan ons museum toevertrouwen. Persoonlijk dank ik Neo Rauch voor ons boeiende gesprek dat u als neerslag in dit boek zult aantreffen. Dank ook aan Galerie Eigen + Art, in het bijzonder Judy Lybke en ook Lisa Hübner van Büro Loy & Rauch. Kyllikki Zacharias dank ik voor de tekst en vormgeefster Albertine Dijkema voor de prachtige opmaak. Voorts ons Team Drents Museum dat vol overgave aan dit project gewerkt heeft. Grote dank geldt ook onze nieuwe uitgever: het team van Waanders Uitgevers heeft onder de bezielende leiding van Marloes Waanders dit fraaie boek gerealiseerd.

In de Spinnerei Leipzig heeft Neo Rauch (Leipzig, 1960) een immens atelier, boven in een 19de-eeuws industrieel complex. De schilder werkt op drie verschillende plekken aan evenzoveel schilderijen, allen van zeer groot formaat. In de ruimte hangen enkele lederen bokszakken; cd-hoesjes en schetsen liggen verspreid op de vloer. Jazzmuziek schalt door de ruimte. Een kleine trap leidt naar buiten en vanaf het terras is het uitzicht over het oude fabrieksterrein magnifiek. Kaffee und Kuchen staan op een tafeltje klaar om genuttigd te worden. Rond de wanden staan oude ladekasten gevuld met tekeningen. Dit is het habitat van de bekendste schilder van de Neue Leipziger

sind in enger Zusammenarbeit mit Neo Rauch und seiner Frau Rosa Loy zustande gekommen. Ihnen gilt mein großer Dank dafür, dass sie unserem Museum ihre Privatsammlung für die Dauer der Ausstellung überlassen. Außerdem möchte ich mich bei Neo Rauch für das überaus spannende Gespräch bedanken, das ich mit ihm führte und das sich in diesem Katalog findet. Des Weiteren danke ich der Galerie Eigen + Art, insbesondere Judy Lybke, sowie Lisa Hübner vom Büro Loy & Rauch. Dr. Kyllikki Zacharias danke ich für das Essay und Albertine Dijkema für die gelungene Gestaltung des Katalogs. Des Weiteren danke ich dem gesamten Team des Drents Museums, das mit großem Einsatz an diesem Projekt gearbeitet hat. Ferner gilt mein großer Dank unserem neuen Verlagspartner Waanders, dessen Team unter der enthusiastischen Leitung von Marloes Waanders für die Realisierung des Katalogs verantwortlich zeichnet.

Bereits 2009 war Neo Rauch in der viel beachteten Ausstellung Realismus aus Leipzig. Drei MalerGenerationen der Leipziger Schule im Drents Museum präsent. Sein Werk war mit sechs großen Gemälden aus der Zeit von 1987 bis 2006 vertreten. Und nun also eine Einzelausstellung. Die Schau, die den Fokus nicht auf seine Gemälde legt, sondern auf die weniger bekannten Arbeiten auf Papier, ist Teil einer Reihe von Ausstellungen, die das Drents Museum in den vergangenen Jahren Malerinnen und Malern der Neuen Leipziger Schule widmete, darunter Rosa Loy, David Schnell, Matthias Weischer und Kristina Schuldt.

Vorwort und Dank

Großformate in Öl auf Papier – ein Medium, das Neo Rauch nicht nur zum Zeichnen, sondern eben auch zum Malen nutzt. Für ihn stellt die Arbeit auf Papier eine erfrischende Abwechslung dar. „Das ist ein viel befreiteres, viel reibungsloseres Dahingleiten als auf der Textur der Leinwand“, sagt er dazu. „Mit einem Lappen kann man die Farbe sogar eine Zeit lang noch komplett wieder herunterwischen. Das gibt mir DieKorrekturmöglichkeiten.“AusstellungundderKatalog

8

Harry Tupan Geschäftsführender Direktor Drents Museum

Wir freuen uns sehr, dass diese große Schau mit hundert Arbeiten auf Papier – aus dem Besitz des Künstlers und von ihm persönlich ausgewählt –sowie die vorliegende Publikation Wegzehr realisiert werden konnten. Die Exponate, die bisher kaum gezeigt wurden, sind erstmals in den Niederlanden zu sehen. Unter den Werken befinden sich auch

In der Spinnerei Leipzig hat Neo Rauch (*1960 in Leipzig) im Obergeschoss eines Fabrikgebäudes aus dem 19. Jahrhundert ein riesiges Atelier. Der Maler arbeitet an drei verschiedenen Stellen an ebenso vielen großformatigen Gemälden. Im Raum hängen einige Boxsäcke aus Leder, verstreut auf dem Fußboden liegen CD-Hüllen und Skizzen. Jazzmusik tönt durch das Atelier. An den Wänden stehen alte Schubladenschränke, gefüllt mit Zeichnungen. Auf einem Tisch stehen Kaffee und Kuchen bereit. Eine kleine Treppe führt nach draußen auf die Dachterrasse, von wo sich eine fantastische Aussicht auf das alte Fabrikgelände bietet. Dies ist die Arbeitswelt des bekanntesten Malers der Neuen Leipziger Schule.

Last, but not least danke ich ganz herzlich den öffentlichen und privaten Förderern, Sponsoren und Freunden für die Unterstützung unseres Museums, die es uns ermöglicht, auch weiterhin hochkarätige Ausstellungen auszurichten.

Sense 2013 Potlood en viltstift op papier 21 x 29,7 cm

10

Neo Rauch is in 1960 in Leipzig geboren. Zijn vader, Hanno Rauch, studeerde aan de Hochschule für Grafik und Buchkunst in Leipzig. Ook zijn moeder Helga was daar na haar artistieke vooropleiding in Dresden al aangenomen. Vijf weken na de geboorte van Neo Rauch kwamen zijn ouders, pas 21 en 19 jaar oud, om het leven bij een frontale botsing tussen twee treinen in Leipzig. Na hun dood groeide Neo Rauch op bij zijn grootouders in Aschersleben in het huidige HetSaksen-Anhalt.gesprektussen

Neo Rauch en Harry Tupan, directeur van het Drents Museum, vond eind mei 2022 plaats in Rauchs atelier in Leipzig ter gelegen heid van de tentoonstelling Wegzehr bij het Drents Museum in Assen. Hun ongedwongen gedachtewis seling gaat over de vroege dood van Rauchs ouders, de verschillende invloeden op zijn schilderkunst, zijn opkomst en het ontstaansproces van zijn schilderijen. In Wegzehr zijn zeer persoonlijke, deels onbekende werken van Neo Rauch op papier te zien.

Alleen jou? Waren er geen andere kinderen?

Het was een schaduw. Die hing natuurlijk over het huis van mijn grootouders, waar ik opgroeide; zij hebben me opgevoed.

De heilzame verstilling van een parallel universum

11

Mijn moeder was 19, mijn vader 21 toen ze overleden. Ik was hun eerste kind. Er hadden nog veel kinderen moeten volgen, maar dat was ze niet gegund. En zo groeide ik op met de dood van mijn ouders en leef ik er sinds jaar en dag mee.

Je zegt dat het nog steeds pijn doet.

Ja, absoluut. Als ik nu bij openingen jeugdig ogende 80-jarigen zie die mijn ouders nog hebben gekend, dan denk ik bij mezelf: mijn God, zulke kwieke grootouders had mijn zoon ook kunnen hebben. Wat onrechtvaardig is dat toch.

Was het een schaduw?

Je bent in Leipzig geboren. Na het ongeluk van je ouders groeide je op bij je grootouders in Aschersleben. Was het daar ondanks het ongeluk een goede start van je leven?

Gesprek tussen Neo Rauch en Harry Tupan Leipzig 30 mei 2022

2018 Inkt op papier 20,8 x 14,7 cm

Angebot

Het ongeluk, het ongeval, de dood van mijn ouders vond al plaats in 1960, vijf weken na mijn geboorte. In die volgorde moet je het zien om de schaduw te begrijpen die over mijn jeugd hing.

12

Nou ja, nee, nee. Hij zou nu immers allang mijn zoon kunnen zijn. Deze wending die het lot voor me in petto had, die heb ik nu volbracht. Mijn vader is maar 21 geworden en zou dus mijn zoon kunnen zijn.

Ze studeerde boekvormgeving, maar was nog niet in Leipzig gearriveerd. Ze was twee jaar jonger

Je zegt ook: ‘Ik ben hem.’ Je bent ook je vader, toch? Kun je dat zo zeggen?

Mijn vader, Hanno Rauch, was een begaafd graficus. Aan schilderen was hij tijdens zijn opleiding nog niet toegekomen, want hij zat nog in zijn eerste jaar aan de Hochschule für Grafik und Buchkunst in Leipzig toen hij uit het leven werd gerukt. Destijds was het nog zo, en in onze tijd eigenlijk nog steeds, dat schilderen pas in de loop van het tweede of derde studiejaar deel uitmaakte van de opleiding. Tot die tijd tekende je alleen en bekwaamde je je in grafische tech nieken. Ik vraag me vaak af wat voor groot schilder hij wel geworden zou zijn.

Of vind je het misschien vanzelfsprekend wat ze voor je hebben gedaan?

Zoals elk kind, begon ik al vroeg met tekenen. Alle kinderen tekenen. De meeste worden volwassen en stoppen er dan mee. Ik ben in dat opzicht gewoon in

Het artistieke gevoel, de behoefte om te tekenen of schilderen, de wens om naar de academie te gaan. Wanneer is dat ontstaan?

Wat heeft dat artistiek met je gedaan? In 2016 heb je een hele mooie tentoonstelling samengesteld met werken van jou en je vader. Je drijfveer was vast niet alleen trots, maar ook de kwaliteit van zijn werken. Was de tentoonstelling in Aschersleben erg emotioneel voor je?

Ja, natuurlijk. Hij heeft een immens oeuvre opge bouwd, al in zijn jonge jaren. Zijn werken liggen dicht opeengestapeld in verschillende mappen. Ik vraag me af wanneer hij dat allemaal gemaakt heeft. Ze zijn zo doorleefd, ze zouden tot een late fase van iemands werk kunnen behoren. Daarmee vergeleken kom ik nogal bleekjes over. Nog steeds.

Toen vond het ongeluk plaats en ging je naar Aschersleben en groeide daar op. Om terug te komen op de vraag die ik je aan het begin stelde: Was het desondanks een goede jeugd, maar dan zonder je ouders?

Foto: Peter Endig, picture alliance / dpa

En je moeder, Helga? Ook zij was al begonnen aan een kunstopleiding.

Mijn grootouders waren nog relatief jong. Mijn oma was 39 en mijn opa 49 en ze legden me helemaal in de watten. Ik werd echt verwend, overladen met aandacht, genegenheid en liefde.

Waarschijnlijk. Via mij probeerden ze alles goed te maken wat het lot ze had ontnomen.

Vanwege het ongeluk of uit liefde?

Ik ben ze oneindig dankbaar. Ze hadden me ook in een tehuis kunnen plaatsen. Ze hebben gewoon nog een kind opgevoed. Na twee dochters nog een zoon, als het ware. En ze steunden me in alles. Ze steunden me vooral in mijn vroeg ontluikende artistieke aanleg, hoewel ze zelf helemaal niets met kunst hadden. Ze hadden geen artistieke aanleg of belangstelling, maar ze hebben mij daarin wel vanaf het begin gestimu leerd.

13

Daar ben je van overtuigd.

Hochschule für Grafik und Buchkunst, Leipzig.

dan mijn vader en studeerde op haar 19de nog aan de Arbeiter- und Bauern-Fakultät in Dresden, een artis tiek georiënteerde vooropleiding voor de hogeschool. Ze was al wel geslaagd voor het toelatingsexamen voor de Hochschule für Grafik und Buchkunst in Leipzig en het was duidelijk dat ook zij daar zou gaan studeren.

Maar dat voelde als iets noodzakelijks?

Laten we nu een kleine sprong maken naar je begintijd in Leipzig. In 1981 studeerde je bij Arno Rink aan de kunstacademie. In die tijd waren er ‘verschillende’ Neo Rauchs. Vooral in het begin hebben je werken een zekere ontwikkeling doorge maakt. Welke betekenis heeft Arno Rink gehad voor je schilderkunstige vorming? Had hij eigenlijk wel invloed? Je bent zelf ook docent, professor geweest. Maar niet elke student heeft met elke docent automa tisch een goede klik. En jij bent ook altijd je eigen weg gegaan, in alles.

Nou, voor jezelf. Als je de bedrijfstemperatuur niet gewoon eens sprongsgewijs kunt opvoeren, kan dat ook fataal zijn. Als je niet uit de sleur breekt.

Je bent heel constant, heel stabiel. Dat straalt veel rust uit, je hebt altijd iets kalms over je. Dat is eigen lijk helemaal niet slecht, toch?

14

Dat leidde tot je besluit om naar de Hochschule te gaan?

Altijd dezelfde bedrijfstemperatuur. Dat kan iets goeds zijn, maar dat hoeft niet. Het kan ook leiden tot het vastlopen van de aandrijfmotoren.

Nou ja, dat kwam pas veel later.

Ik had wel vrienden, maar hoorde niet bij de groep die de toon aangaf. Ik was ook niet een van de kinderen die meeliepen achter degene die de toon zette, maar was helemaal op mezelf, teruggetrokken.

Op welke leeftijd?

Ja, een beetje wel.

Maar je bent geen fatalist? In het leven, bedoel ik.

Nou ja, ik probeer in ieder geval niet fatalistisch te zijn. Maar ik leg wel mijn leven in handen van het lot. Als ik een fatalist was, zou ik niet kunnen schilderen, tenminste niet zoals ik dat doe. Ik geef waarschijnlijk eerder de voorkeur aan een nihilistische benadering. Maar ik creëer nog steeds werelden voor mezelf, zoals ik dat als kind al deed.

Arno Rink was een van de redenen dat ik über haupt naar Leipzig ben gegaan. Zijn handschrift trok

Dat ben je nog steeds, niet?

Voor mij was dat een innerlijke noodzaak, ja.

Voor wie?

Bieden deze werelden hoop of is het schilderen eerder een verlangen naar het verleden voor je?

Tijdens mijn lange kinder- en tienerjaren leidde ik eerder het leven van een buitenbeentje, een rand figuur in de klas. Ik werd geaccepteerd en zelfs aardig gevonden, maar hoorde niet bij de kern die de toon aangaf. Maar ze lieten me mijn gang gaan en keken over mijn schouder mee als ik in de pauze tekende.

Had je weinig vrienden in je jeugd?

Als kind vluchtte ik al in een parallelle wereld en marcheerde ik niet achter de toonaangevende personen aan op het voetbalveld of in de disco of waar zij hun aanhang ook heen leidden. En nog steeds streef ik naar de schepping van een parallel universum waarin ik ook mijn figuren een heilzame verstilling kan bezorgen. Het is een soort quarantainestation of kuur tegen de opdringerigheid en weerzinwekkendheid van de realiteit. Maar die is als het ware op de achtergrond wel dreigend aanwezig, op de achtergrond van de voorstel ling voelbaar. Het vibreert, er is een onheilspellend trillen en vibreren in de beelden, maar de figuren moeten zich veilig wanen.

een ‘infantiel’ stadium blijven hangen en ermee door gegaan. Ik zag het als mijn vorm van toe-eigening van de wereld, als mijn vorm van spel. Ik maakte ook mijn eigen speelgoed en schiep hele werelden op papier, waarin ik mijn fantasie de vrije loop liet.

Foto: Matthias Bein, picture alliance / dpa-Zentralbild/ZB

15

Maar dat is niet gelukt?

pagina 38 ▸

Ja, toch wel. Na een paar optredens van zijn kant die erg leken op het drillen van soldaten, nodigden we hem simpelweg uit voor een fles wijn en vertelden hem dat we dat niet goed vonden. Vanaf dat moment ging het er veel relaxter aan toe.

zeer gesloten. Maar welke vruchtbare ontmoetingen er tussen hem en mij zijn geweest op het gebied van de kunst, dus het puur ambachtelijke, kan ik eigenlijk helemaal niet zeggen. In dat opzicht heeft hij me niet zoveel kunnen bijbrengen. Hij was meer een baken als persoon. Zo’n persoonlijkheid had ik nog nooit ontmoet.

mij als 16-, 17-jarige aan. Als 15-, 16-jarige was ik in een kunstlexicon – Knaurs Lexikon der modernen Kunst, een westers boek dat ik via een oom in handen kreeg – Salvador Dalí tegengekomen en gefascineerd geraakt. Ik zag dat toen als het summum van wat schilderkunst zou moeten kunnen. Het mysterie ervan sprak me absoluut aan, het geheimzinnige en ook het gemaniëreerde en het vakmanschap van de uitvoering. Ik vond daarvan iets terug in de ideeën van Arno Rink en dacht bij mezelf: ik ga naar Leipzig en leer daar ongeveer zo schilderen als hij. Dat was natuurlijk een bijkomend aspect. Ik wilde vooral naar Leipzig omdat mijn ouders daar hadden gestudeerd. Ik wilde de draad weer oppakken die daar was afgesneden. En daar kwam dan nog het handschrift van Arno Rink bij, dat ik destijds beschouwde als het toppunt van schilderkun stig vakmanschap. Uiteindelijk ontmoette ik hem in het derde jaar van mijn studie. In het begin kenmerkte ons contact zich door stugheid van zijn kant – een zeer stugge, bazige man, intolerant en niet erg open, zelfs

Zo presenteerde hij zich zeker. Wij als studenten hebben vervolgens al vroeg geprobeerd de troon naar een meer aards niveau te laten afdalen.

Was hij een soort koning, op zijn troon?

Arno Rink en Neo Rauch, 2017.

Het museum kan een ruimte zijn voor de ontwikkeling van spirituele impulsen. Het kan een leuning bieden waartegen men zijn kalmte kan hervinden. Want al het andere dat in instituten, opvoeringsplaatsen en vervoermiddelen moet gebeuren, zal de mensen eerder met stomheid slaan. Velen zijn in een staat van van diepe verbijstering, om niet te zeggen desoriëntatie. En een museum kan kaders bieden, en kunstwerken zijn ook pogingen om een kader te krijgen, om iets te vatten, om te bevatten, te bundelen.

Das Museum kann geradezu ein Entfaltungsraum für spirituelle Impulse sein, es kann ein Geländer anbieten, an dem man seine Fassung wiederfinden kann. Denn alles, was ansonsten an Instituten, Aufführungsorten und Transportmitteln zu passieren ist, ist ja eher dazu angetan, die Mensachen fassungslos zu machen. Viele befinden sich ja im Zustand tiefgreifender Fassungslosigkeit, um nicht zu sagen: Haltlosigkeit. Und ein Museum kann Fassungen anbieten und Kunstwerke sind auch Versuche, Fassung zu erlangen, etwas zu fassen, einzufassen, zu bündeln.

1992

Blick 1992 Inkt en grafiet op papier 16 x 20,5 cm

Werken op papier Arbeiten auf Papier - 2021

Aufsteiger 1995 Viltstift op papier 21,3 x 14,2 cm

Obst 1994 Grafiet op papier 21 x 29,4 cm

Blitz 1995 Viltstift op papier 21,2 x 14,2 cm

18

19

ZIN 2008 Inkt op papier 21 x 29,5 cm

Ohne Titel 2010 Inkt, viltstift en olieverf op papier 29,7 x 21 cm

Ohne Titel 2010 Potlood en viltstift op papier 29,7 x 21 cm

48

49

Der Rat 2018 Inkt en aquarel op papier 29,6 x 21 cm

50

Forst 2021 Viltstift, inkt en aquarel op papier 21 x 29,5 cm

51

Trost 2021 Viltstift en aquarel op papier 20,9 x 29,5 cm 52

Kur 2021 Aquarel op papier 30,3 x 21,5 cm Weltbild 2021 Acryl, inkt en aquarel op papier 30,5 x 21,4 cm 54

55

Neo Rauch (1960) is een van de meest toonaangevende hedendaagse kunstenaars. Zijn kleurrijke schilderijen en tekeningen voelen aan als een droomwereld die geleidelijk aan verontrusting teweegbrengt. In zijn werk combineert Rauch op een unieke manier een bewogen persoonlijke en politieke geschiedenis. Naast de schilderijen is ook zijn werk op papier indrukwekkend. Het gaat om grote kleurrijke voorstellingen in olieverf of juist de kleinere werken gemaakt met potlood, pen en viltstift of als litho. Samen bieden ze een intiemere blik op het werkproces van de Meistermaler. Het bijzondere werk op papier van Rauch staat in dit boek centraal.

9789462624412 www.waanders.nl

Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.