
2 minute read
Management
from Trend 3 | 2022
Broodnodig
Nu de oorlog in Oekraïne zijn derde maand in is gegaan, is steun voor de bevolking alleen maar meer nodig geworden. Voedingsmiddelen en andere eerste levensbehoeften worden schaarser en duurder. Binnenkort geldt dat ook voor delen van Noord-Afrika, als de export uit de graanschuur van Europa naar deze landen opdroogt. Het Arabische brood zou weleens peperduur kunnen worden, en met de vele familiebanden tussen Europeanen van Syrische, Egyptische, Marokkaanse enzovoorts afkomst, zullen wij die effecten ook binnen de Europese Unie gaan voelen. Zo raakt de cirkel van ellende vanzelf rond.
Advertisement
e kunnen als winkeliers de Oekraïners helpen en tegelijk
Wonszelf. Dat is altijd de fijnste vorm van helpen, nietwaar? We zouden dat dan doen door het traditionele Oekraïense brood, de Paska, in het zonnetje te zetten. Paska wordt vooral rond Pasen gebakken, maar de vredesboodschap van dit feest stopt niet na de tweede dag. Uw klanten kunnen dit gesuikerde brood, gebakken van witte bloem, dus blijven eten. Het is in de mate van suikeren maar ook in de vorm van decoratie dat ze hun solidariteit met Oekraïne kunnen tonen. Zo zijn veel Paska’s versierd met een kruis, waarbij de ruimtes tussen de armen weer versierd zijn met kleinere decoraties. Het kruis is uiteraard een christelijk kruis, dat de dood en wederopstanding symboliseert, maar ook de wens naar vrede. Paska’s worden nooit ‘zomaar’ gegeten maar gebroken en geconsumeerd in gezelschap. Recepten voor Paska’s zijn op het internet te vinden, vaak Oekraïens, maar ook Moldavisch en natuurlijk Russisch. Dat laatste kan geen kwaad. Uiteindelijk breken we het brood in een streven naar duurzame vrede. Daar horen de Russen uiteraard ook bij.
U kunt een deel van uw etalage of uw winkelvloer versieren met de Oekraïense vlag en zo de aandacht vestigen op de broodbakproducten die u wenst te verkopen. Zoals gezegd: de ene dienst is de andere waard. En u verleidt de consument met een tweeledige tevredenheid: het feit dat hij of zij voor één keer gesuikerd brood mag bakken en eten zonder zich schuldig te voelen. Inflatie en circulariteit
Onze economie is in de greep van tegengestelde tendensen. Enerzijds is er de torenhoge inflatie, die de waarde van ons geld doet wegsmelten, anderzijds is er de evolutie naar circulariteit die ervoor moet zorgen dat we steeds minder wegwerpproducten of andere ‘goedkope brol’ aanschaffen. De aanschaf van kwalitatief laagwaardige rommel is in feite ook een aantasting van de waarde van ons geld. Vooral onze sector is sterk onder invloed van die drang naar circulariteit, deels vrijwillig, deels noodgedwongen. De overheid heeft namelijk beslist dat tegen 2030 bij nieuwbouw 50% van het interieur circulair moet zijn. Fragiele plastic stoeltjes, onrepareerbare huishoudelijke toestellen – ze gaan stilaan tot het verleden behoren. Circulariteit is natuurlijk wel een containerbegrip: als ik een tafelloper in de voddencontainer gooi kan die worden gerecycled en in principe terugkeren als nieuwe loper. In de praktijk zal het eerder een schoonmaakdoek worden, maar er is voldaan aan de wens of verplichting. Serieuzer dan de al sympathieke tien R’en van de interieurbranche (Re-use, refurbish, recycle enzovoorts) zijn pogingen van bijvoorbeeld porseleinfabrikanten om oud serviesgoed van een nieuwe laag glazuur te voorzien. Dan wordt de productcirkel werkelijk gesloten, maar, dan wordt er ook daadwerkelijk minder gekocht en verkocht, omdat de totale productie van serviesgoed omlaag kan. Voor een duurzaam financieel gezonde detailhandel zal een goede marge op circulaire producten dus nodig zijn. Daar past geen geldontwaarding bij. Meer circulariteit zal dus hand in hand moeten gaan met meer prijsstabiliteit, en zo is ook deze cirkel weer rond.