
4 minute read
Exotisch van eigen bodem
from Trend 3 | 2022
Exotisch
van eigen bodem
Advertisement
De klimaatopwarming stelt de eigenaren van koffieplantages in de tropen voor enorme problemen. Ze moeten het letterlijk steeds hogerop zoeken om ideale omstandigheden voor de teelt te vinden. Maar in Mediterrane gebieden, zoals Spanje of Californië, worden die omstandigheden juist gunstiger. Wat zijn de vooruitzichten voor koffieplantages in deze streken?
razilië produceert de meeste koffie ter wereld en dat zal wel altijd
Bzo blijven. Kleinere landen voegen kleinere hoeveelheden daar aan toe, zoals de ‘nieuwe’ koffielanden Laos en Thailand. Ook China plant in de zuidelijke provincie Yuan steeds meer koffiestruiken aan, maar net als in Thailand is die productie in zijn geheel bestemd voor binnenlands gebruik. De groeiende behoefte van de westerse wereld zal misschien deels op een andere wijze dan die van import moeten worden bevredigd. Is het zo’n raar idee te menen dat we in Europa en de VS een eigen koffieteelt kunnen opbouwen?
Economisch geschikt?
Het antwoord is ‘ja’ en ‘nee’. Ook als we in Nederland en Vlaanderen het klimaat van midden-Frankrijk krijgen, blijft dat te koud voor koffiestruiken. Met irrigatie kunnen boeren de tropische regenval imiteren maar vrieskou is enkel te bestrijden met een kas. De vraag is vooral of tuinbouw economisch de meest geschikte vorm is voor koffieteelt. Waarschijnlijk niet. We zijn niet voor niets decennia in de weer geweest met Fair Trade om de koffieboeren in Afrika en Latijns-Amerika een eerlijke prijs te bezorgen voor hun product. En toch – in een tijd van hernieuwbare energie voor verwarming, van robotpluk én van stijgende prijzen voor overzees transport is dat kostenplaatje waarschijnlijk snel en grondig aan het veranderen. Nu de steden grootschalig beginnen te vergroenen en daktuinen en binnentuinen steeds vaker zullen worden gebruikt voor het verbouwen van groente en fruit, is het bovendien waarschijnlijk dat consumenten in de toekomst koffie gaan telen en branden voor eigen gebruik.
Santa Serda en Cornisch Coffee
Dat telen voor eigen gebruik gebeurt al op Gran Canaria. Spanjaarden die in de Agaete vallei wonen hebben koffiestruiken in hun achtertuin staan en plukken en roosteren de bonen voor eigen gebruik. Er is ook één

professionele plantage, Santa Serda. Deze produceert jaarlijks amper 1500 kilo, maar, dat is wel Arabica van een uitzonderlijk hoge kwaliteit. Hetzelfde geldt voor de koffie die van de Portugese Azoren komt. Je zou je kunnen afvragen: is die koffie wel Europees? Deze subtropische eilanden behoren politiek weliswaar tot Europa maar geografisch eigenlijk niet. Wat dacht u dan van Engelse koffie? In Cornwall wordt Cornisch Coffee geproduceerd. Cornwall ligt aan de Engelse kanaalkust en profiteert dus van het effect van de warme golfstroom, maar de provincie ligt vér van de tropen, dus hoe doen die Britten dat? Het antwoord is een reusachtige kas. De koffieplanten maken deel uit van het Eden Project. In een voormalige zandgroeve hebben burgers en bedrijven enorme biodomes gebouwd die zorgen voor een kunstmatig en lokaal tropisch klimaat. In Eden groeit een waar oerwoud, bestemd voor onderwijs, wetenschappelijk onderzoek, toerisme maar ook voor experimentele vormen van voedselteelt. In Juni 2021 hield de G7 er haar bijeenkomst. Boris Johnson pakte er graag mee uit voor zijn groene ambities, maar helemaal op punt staat Eden toch nog niet. De voorbije tien jaar leed het tweemaal onder een overstroming en aardverschuiving. De hoeveelheden Cornisch Coffee zijn dan ook eerder in kilo’s dan in tonnen uit te drukken.
Golden State Coffee
De Europese productie is dus piepklein maar ze bestaat en ze kan makkelijk worden verhoogd. De Amerikanen hebben het klimatologisch makkelijker dan wij maar zijn ook al langer bezig en pakken het grootschaliger aan. In Californië bestaan al meer dan zeventig professionele plantages. Koffieboeren in de Golden Staten zijn agrarische ondernemers. Zo ontdekten ze al snel dat koffiestruiken het best gedijen in de buurt van Avocadobomen. Die gemengde oogst maakt de boer ook minder afhankelijk van de grillen van de markt, hoewel die laatste erg gunstig is voor koffie van eigen bodem. Californië is immers de staat met de meeste koffiejunks per vierkante kilometer. Ze zijn zonder meer bereid een hogere prijs te betalen voor een espresso met stars and stripes. Dat geldt overigens evengoed voor koffie van het eiland Hawaii. Golden State Coffee is al goed van de grond gekomen in steden als Los Angeles en San Francisco en toch vindt een aanzienlijk deel van de oogst zijn weg naar Azië. Hobby?

Juist dat laatste doet vermoeden dat Amerikaanse koffie op den duur méér zal worden dan koffie voor eigen gebruik. Want dát zouden we als criterium kunnen aanhouden. Als een koffie strikt binnen de landsgrenzen blijft, fungeert ze als druppel op een gloeiende plaat. De dorst van de wereld naar koffie wordt er niet mee gelest. Maar zodra een nationale koffie een exportproduct wordt, hoe onbeduidend ook, speelt ze een rol op de wereldmarkt en weegt ze mee op de prijsvorming. Het zou geweldig zijn als Californië en Hawaii het voorland bleken voor de Europese koffie, maar het valt te verwachten dat ‘onze’ koffie een hobby blijft. Er zullen meer plantages komen, zoals er reeds een Duitse theeplantage is, en de echte liefhebbers zullen met deze merken pronken. Voor ons dagelijks bakje troost blijven we echter aangewezen op grootproducenten als Brazilië, Vietnam, Ethiopië en Kenia. De Europese koffie zal zoiets worden als exotisch van eigen bodem.