
3 minute read
Nieuws
from Trend 3 | 2022
Inspiratie voor de groene hardware
e tuin is geleidelijk een extra woonruimte geworden en het seizoen
Advertisement
Dwaarin we daarvan gebruik kunnen maken stelselmatig verlengd. Dat is voor een belangrijk deel te danken aan producten als patio’s, buitenkeukens en terrasverwarming. Toch hebben architecten en opdrachtgevers vaak een gebrekkig zicht op de interactie tussen al deze outdoor artikelen en de tuin. De focus is gefragmenteerd, een totaalplaatje ontbreekt. Tot nog toe, tenminste, want in september opent NOA Outdoor
Living de deuren.
De grens tussen binnen en buiten wordt steeds vager. Metershoge glaspartijen en vloertegels die doorlopen in het terras trekken het exterieur in het interieur. We koken en eten een groot deel van het jaar buiten en de coronamaatregelen leerden ons zelfs oud en nieuw in de achtertuin te vieren. De klimaatopwarming doet daar elk jaar nog een schepje bovenop. “Dat alles heeft in onze sector geleid tot een ongekende boom in de omzet,” zegt Hilde Baekelandt, NOA Concept Manager. “Corona heeft de voorbije twee jaar zelfs tot een exponentiële omzetstijging geleid, maar het kan niet anders of dat was tijdelijk. NOA is gericht op die lange termijn, is een middel om die gezonde groei te helpen kanaliseren.”
Villatuinen en stadstuinen
Modeltuinen zijn er te kust en te keur. De consument en de tuinarchitect kunnen ze in alle soorten bezoeken om er inspiratie op te doen. Maar de aandacht ligt er steevast op de natuurbeleving, op de bloemperken, bomen en waterpartijen. Naast deze ‘groene software’ bevat de moderne tuin echter ook veel ‘groene hardware’, in de vorm van terrasoverkappingen, tuinverlichting, tuinmeubelen of de technische installatie van een zwembad. Voor de beleving hiervan, uiteraard in combinatie met groen, bestond tot nog toe geen enkele inspiratieplek, en precies dát is wat NOA gaat bieden. “We hebben hier een grote modeltuin met een zwembad maar ook twee kleinere stadstuinen, die we zelfs ommuurd hebben,” zegt Hilde Baekelandt. “NOA is één grote groene oase waarin we de producten van iedere partner een plek hebben gegeven, zoals die in de tuin van de eindgebruiker zouden kunnen komen te staan. Een tuinarchitect of een particulier kan zich dus visueel oriënteren. Wat we echter nadrukkelijk niét gaan doen in Noa is verkopen. Het is de bedoeling dat er leads uit voortkomen, maar de uiteindelijke aankoopbeslissing zal de klant achteraf nemen.”
High end
“Typerend voor de bedrijven die hier komen te staan is dat het geen interieurmerken zijn die een outdoor assortiment ‘erbij’ hebben. Het zijn pure outdoor merken. Royal Botania bijvoorbeeld is niet begonnen met interieurmeubelen maar heeft zich van begin af aan toegelegd op de ontwikkeling van tuinmeubelen van hoge kwaliteit,” aldus Hilde Baekelandt. “We hebben dus allemaal dezelfde focus en we richten ons ook allen op hetzelfde hogere marktsegment.”
Belgian Design
NOA ligt niet toevallig op de grens van Oost- en West Vlaanderen. Het Outdoor Experience Center is doelbewust langs de E-17 gesitueerd, een zichtlocatie op de druk bereden snelweg tussen Gent en Rijsel. NOA is zo makkelijk bereikbaar voor Belgen maar evengoed voor Fransen, Britten en natuurlijk Nederlanders. Ook dat is geen toeval. “Klanten uit het buitenland zijn vanzelfsprekend meer dan welkom,” zegt Hilde Baekelandt. “Bij mijn weten zijn er namelijk geen gelijkaardige initiatieven in onze buurlanden. We zijn dus vooralsnog uniek in Europa. Misschien heeft dat niet alleen te maken met het feit dat veel van de firma’s die hier aan deelnemen familiebedrijven zijn maar ook met de opkomst van Belgian Design. Tientallen jaren beschouwden wij in België onszelf uitsluitend als producenten, tot de opkomst van de Belgische modeontwerpers. Ineens zag je namen als Ann Demeulemeester en Dries van Noten over heel de wereld opduiken en waardering krijgen. Dat heeft veel Belgische ondernemers geïnspireerd en gestimuleerd om zelf producten te gaan ontwerpen. Die creatieve golf heeft ook onze outdoor sector overspoeld. Wie had bijvoorbeeld ooit gedacht dat er zoiets als buitentapijten op de markt zouden worden gebracht? Dankzij de Belgen zijn die er.”