Trajectum 17/18 #01

Page 1

#1 | 05 09 2017

| www.trajectum.hu.nl | magazine voor Hogeschool Utrecht

WAAROM JONGENS SLECHTER PRESTEREN DAN MEISJES


INHOUD 11-36

Bij dit nummer Meiden doen het over het algemeen goed en jongens presteren onder de maat of haken af in het hoger onderwijs. Die aanname was voor Trajectum aanleiding om te onderzoeken of dat echt zo is. De m/v-discussie is in ieder geval in volle gang. Het ministerie van onderwijs heeft onderzoek laten doen naar oorzaken en oplossingen. Wat blijkt: vrouwen domineren in sectoren als het onderwijs, de gezondheidszorg en de rechterlijke macht. Dat heeft z’n weerslag op de cultuur. En - uiteindelijk - ook op de resultaten van de jongens. Toch is een nuancering op zijn plaats. In dit gendernummer laten we een aantal experts aan het woord over verschil in prestaties tussen de heren en de dames. De neurowetenschapper pleit er-

voor het brein te triggeren, terwijl de docent een voorstander is van een onsje minder reflecteren. Een onderwijsdirecteur pleit voor een harde aanpak, om de jongens succesvol af te leveren. Hebben we een probleem? Dat is de eerste vraag. De cijfers liegen er niet om. In de race naar het diploma haalt 59 procent van de meiden na vijf jaar een diploma aan de HU. Bij de jongens is dat slechts 49 procent. Maar nu is 59 procent ook niet zo geweldig. Je zou kunnen zeggen dat er bij de meiden ook een probleem ligt. Meer inhoud, minder navelstaren: daar worden jongens gelukkiger van. En dan heeft de samenleving er ook nog wat aan. |

04 IN BEELD 06 OPMERKELIJK 10 COLUMN 37 COLUMN

2

08

12

18

26

32

INTERVIEW

ACHTERGROND

INTERVIEW

INTERVIEWS

REPORTGE

TERREURDREIGING

EEN GENDER DINGETJE

TRIGGER HET BREIN

HERENLEED

MEESTERBAAN

En wat vinden de jongens er

Mannen Op de Pabo zet zich in

Lector Quirine Eijkman over de

Het ministerie luidt de noodklok

Jelle Jolles, hoogleraar Neuropsy-

zelf van? Studeren anno 2017

voor meer meesters voor de

noodzaak van de nuance in het

over ongelijkheid in het

chologie over traag groeiende

debat

onderwijs

bomen en vliegende rupsen

TRAJECTUM#1 05092017

klas

39 COLUMN 40 WINACTIES 41 UITTIPS STUDENT STYLE (DRAAI OM!)

IEDERE DAG VERS trajectum.hu.nl twitter.com/trajectum facebook.com/trajectum

05092017 TRAJECTUM#1

3


4

TRAJECTUM#1 05092017

05092017 TRAJECTUM#1

FOTO'S: MAARTEN NAUW

UIT 2017

5


FOTO: FEMKE VAN DEN HEUVEL

OPMERKELIJK

VAN DE REDACTIE

Wat doen we met Amersfoort?

QUOTE

Je studentenkamer via Airbnb verhuren om een zakcentje bij te verdienen? Niet als het aan SSH ligt. De studentenhuisvester heeft zes studenten uit hun woning gezet vanwege illegale verhuur.

112.000

Nog eens vijftien studenten riskeren een boete of uitzetting, omdat ze hun kamer onderverhuurden zonder dit gemeld te hebben. De fraudeurs waren gewaarschuwd: Eind juli stuurde SSH een mail aan de huurders dat ‘woonfraude’ stevig aangepakt zou worden. Wie een woning al had onderverhuurd, kon zich vrijwillig melden, waarop een schikking mogelijk was. Daarop gaven 23 studenten toe dat ze de boel in onderverhuur hadden. De meesten kregen een waarschuwing, met vier personen werd een financiële schikking getroffen: ze moesten de winst van de verhuur inleveren en daarbovenop nog een boete betalen, variërend van een paar honderd tot een paar duizend euro.

‘Ik ga liever naar een verenigingsfeest. Daar kost een biertje maar een euro. Soms kom ik wel in een kroeg, maar eigenlijk is dat te duur.’ Zegt eerstejaarsstudent Ties Braakhuis tijdens de Utrechtse introductieweek UIT in de krant Metro.

internationale studenten kwamen afgelopen studiejaar naar Nederland: een record. Ruim 30.000 volgden een paar vakken of liepen stage, terwijl 81.000 voor een volledige opleiding naar Nederland kwamen. Mooi nieuws, maar een nadeel is er ook: de druk op de woningmarkt voor studenten neemt toe in onder meer Amsterdam en Utrecht.

Wat wil de HU met de locatie in Amersfoort? Die vraag is actueel nu directeur Ramses de Groot van HU Amersfoort voor minimaal twee jaar overstapt naar de lobbygroep Economic Board Utrecht (EBU).  De HU Amersfoort is sinds jaar en dag een fremdkörper, met een aantal vrij willekeurige studies. Een Pabo, Pedagogiek, enkele managementstudies en Creatieve Therapie. Met enige regelmaat verkassen er opleidingen naar Utrecht en vice versa. Wat het nog ingewikkelder maakt: de 'Amersfoortse' opleidingen zijn vaak onderdeel van instituten die in Utrecht zijn gevestigd. Bij de opening van het pand aan De Nieuwe Poort 21 in Amersfoort was de verwachting dat het aantal studenten zou groeien van 2600 in de richting van 4000. Maar dat aantal is nooit gehaald. Integendeel. In plaats daarvan werd een

flink deel van de ruimte verhuurd aan het ROC Amersfoort. Verder wil de HU in het gebouw tweejarige associate degrees (voor mbo’ers die door willen studeren) lanceren.   De profilering van de locatie Amersfoort is in de loop der jaren meerdere malen gewijzigd. Een broedplaats voor innovatieve opleidingen, ondernemerschap als rode draad en nu weer de focus op het mbo. De combinatie van een lappendeken aan studies, regelmatige verhuizingen, een verbrokkelde zeggenschap en een weinig consistente positionering komt het voortbestaan van HU Amersfoort niet ten goede.

Het zou verstandig zijn als er een heldere toekomst voor HU Amersfoort wordt uitgestippeld. Wellicht is het nodig om een van de domeinen te concentreren in Amersfoort. Daarmee krijgt HU Amersfoort een duidelijk smoel. Welk domein dat moet zijn? Dat is misschien een onderzoekje waard.            De rubriek 'Van de redactie' verschijnt iedere donderdag op trajectum.hu.nl

GESPOT FOTO: ED JACHIMOWICZ

Onderhuur: Kamer uitgezet!

Studeren voor dummies: 5 gouden tips 1 Scoor studentenkorting Als student krijg je op veel plekken korting. Bijvoorbeeld 3 euro korting op een donderdags bioscoopkaartje en enkele euro’s minder voor een knipbeurt bij de kapper. Dat scheelt. Zie www.studentenkorting.nl 2 Neem een bijbaan Ga niet vakkenvullen in de supermarkt, maar zoek iets in het verlengde van je studie. Staat goed op je cv en je leert er meteen van.

IN DE PRIJZEN

6

De HUgenotenprijs 2017 gaat naar...: docent Journalistiek John Driedonks, studententeam Selficient en Leonie van der Schans, oud-studente bij Medische Hulpverlening. Voormalig faculteitsdirecteur Harm Drost kreeg de HU-erepenning. De prijzen worden jaarlijks uitgereikt bij de Jaaropening, aan studenten en docenten die op een bijzondere wijze hebben bijgedragen aan de hogeschool. Dit jaar was de opening op 24 augustus in TivoliVredenburg. TRAJECTUM#1 05092017

3 Vraag toeslagen aan Studenten hebben vaak recht op tegemoetkomingen, bijvoorbeeld de zorgtoeslag of huurtoeslag. Daar zijn wel voorwaarden aan verbonden. Check Belastingdienst.nl. 4 Ontdek jouw studiestijl Lees je alle studiestof van A tot Z? Of juist

niet? Onderzoek de sterke en zwakke kanten van jouw manier van studeren. Bijvoorbeeld in 10 minuten met de SMART-vragenlijst van de Universiteit Leiden. Zoek op 'Websmart Universiteit Leiden'. 5 Schrijf je in voor een woning Wie vooruitkijkt, meldt zich nu al aan voor een sociale huurwoning in Utrecht, voor na de studie. Je moet dan wel ingeschreven zijn bij de gemeente Utrecht!

Cathelijne Heppenhuis Opleiding: vierdejaars Logopedie Finalist: bij de landelijke verkiezing van Miss Intercontinental. Achtergrond: Ze werd na diverse voorrondes gekroond tot Miss Intercontinental Utrecht en neemt het 9 september op tegen beauty’s van elf andere provincies. De winnaar schittert op de internationale Miss Intercontinental-verkiezing in India. Bijzonder: Een modellenbureau scoutte haar afgelopen maart in De Uithof en ondertussen werkte ze voor kledingmerk G-Star en met racer Max Verstappen. Voor de uitslag van Miss Intercontinental Nederland en een interview met Cathelijne: zie Trajectum.hu.nl.

05092017 TRAJECTUM#1

7


HU-lector Quirine Eijkman is een bekend gezicht. Al jaren schuift ze aan bij tv-programma's om terroristische aanslagen te duiden. Of het nou om het NOS Journaal gaat, DWDD of RTL Late Night: allemaal willen ze haar commentaar. | D O O R M A R C J A N S S E N

LECTOREN MOETEN VAKER AAN HET DEBAT DEELNEMEN

B

ovendien is ze nu eenmaal deskundige op een brandend actueel onderwerp: terrorisme. De lector Toegang tot het Recht aan het Kenniscentrum Sociale Innovatie is nog tot 1 september één dag per week onderzoeker aan de Universiteit Leiden. Daar onderzoekt ze de effecten van veiligheidsmaatregelen op de rechtsstaat en mensenrechten. Als copromotor begeleidde ze promotieonderzoeken over bijvoorbeeld de Hofstadgroep en doceerde het vak veiligheid en internationaal crisismanagement. 'Vaak vragen de media me vanwege mijn rol aan de universiteit. Dat er ook onderzoek wordt gedaan aan hogescholen is daar nog niet zo doorgedrongen.'

8

TRAJECTUM#1 05092017

Terwijl ze wel degelijk ook aan de HU onderzoek doet naar lokale veiligheid. Samen met collegaonderzoeker Annemarie de Weert bracht ze in mei een rapport van een onderzoek over de vraag of jongerenwerkers in staat zijn om radicaliserend gedrag te signaleren. Met als conclusie: het oordeel van sociaal werkers komt niet heel gestructureerd tot stand en is dus weinig objectief. Het ontbreekt aan kaders. Met alle gevaar voor willekeur en stigmatisering. Ook dat onderzoek trok de aandacht van de media. Zeker omdat het publicatiemoment bijna gelijk viel met de aanslag op London Bridge. Eijkman: 'Terrorisme vraagt om een snelle duiding. Tegelijkertijd is het een heel gevoelig onderwerp. Juist daarom is het mijn rol om iets

Quirine Eijkman terrorismedeskundige

meer op basis van de feiten gesprekken te voeren. Zodat de kijker er genuanceerder over kan nadenken. Die waardeert het ook, geloof ik. Veel mensen zijn moe van het geschreeuw.' Wat haar betreft kiezen lectoren vaker voor zulke optredens in 'de buitenwereld': 'Ja, meer lectoren zouden het debat mogen voeden met feiten.’ Eijkman voegt eraan toe: 'Die tv-optredens maken me zichtbaar, maar het is slechts een klein deel van wat ik doe.' Nu Eijkman afscheid neemt van de universiteit, zal dat niet groter worden. Per 1 september krijgt ze een bijzondere aanstelling, die van ondervoorzitter van het College voor de Rechten van de Mens. Een functie, waarbij je wordt voorgedragen door de ministerraad, ter benoeming door de koning. 'Hoe je aan zo'n functie komt? Tja, gewoon solliciteren, daar begint het toch mee. En dan eindeloze rondes door, voordat je er bent.' MENSENRECHTEN Voor Eijkman is het deels een terugkeer naar haar vroegere werk, 'in de mensenrechtenhoek.' Ze was eerder hoofd Persvoorlichting bij Amnesty International. Maar het sluit ook aan op haar lectoraat: 'Ik hou me bij het College bezig met onderzoek en advies. Tegelijkertijd is het heel breed, ik krijg met veel dossiers te maken. Het gaat over kwesties als

discriminatie bij zwangerschap en handicap, werkgevers die discrimineren. Onze uitspraken zijn niet bindend maar gezaghebbend, worden bijna altijd opgevolgd en tegelijkertijd fungeren we als een soort mediator. En dat sluit mooi aan bij ons onderzoek binnen de Kenniskring naar andere manieren van rechtspraak. Met een RAAK-subsidie over strafrecht mediation gaan we daarmee in september van start.'

ceert ze. Maar het eerdergenoemde rapport over het tijdig signaleren van extremisme bij jongeren vindt direct weerklank bij de studenten van Social Work, zo weet Eijkman. 'Als jongeren werker krijg je natuurlijk niet dagelijks te maken met radicaliserende mensen. Er zijn meer hangjongeren en hooligans dan personen die mogelijk kiezen voor terrorisme. Dus waar moet je op letten? En hoever moet je daarin gaan? Dat zijn vragen die ook in het onderwijs aan bod komen.'

Zo zijn de lijntjes van media, het mensenrechtencollege en het onderzoek weer onderling met elkaar verbonden. Zoals ze dat lijntje ook makkelijk legt met het onderwijs. 'Het is een van de redenen waarom het zo prettig werken is aan een hogeschool: je hebt een behoorlijke vrijheid in je onderzoek én de relatie met de studenten is heel direct en waardevol. Laatst zag ik hoe een student zijn respondenten benaderde. Daar kon ik nog wat van leren. Met het uitdragen van onderzoek op social media zijn ze soms ook een stukje handiger. En ze geven directer kritiek. "Dat vind ik veel te gemakkelijk", riep laatst een student bij een presentatie van me. Nou, daar kan ik wat mee.'

Mooi, al die positieve ervaringen aan de hogeschool. Al wil ze daar desgevraagd best wat aan toevoegen: 'We moeten opletten dat we niet te veel bezig zijn met interne processen. Ze zijn hier dol op vergaderen en overleg. Terwijl we die tijd ook anders kunt besteden: door het onderzoek meer naar buiten te brengen en het publieke debat op te zoeken. We zijn echt onderscheidend met ons praktijkgericht onderzoek. Dat mogen we best meer laten merken.' Zelf zal ze dat blijven doen, en vanuit haar nieuwe collegelidmaatschap met meer nadruk op lokale mensenrechten. 'Utrecht kan zich nog meer als Mensenrechtenstad profileren. En natuurlijk als rechtvaardige stad. Ook vanuit de HU mag er meer aandacht zijn voor die mensenrechten. Het gaat daarbij vaak om de rol voor lokale professionals als hoeders van het recht. Daar liggen nog genoeg mogelijkheden.' |

HANGJONGEREN EN HOOLIGANS Overigens leent niet elk onderzoek zich meteen voor een vertaling naar het onderwijs, zo nuan-

05092017 TRAJECTUM#1

9


COLUMN

THEMA

REINT JAN RENES, LECTOR CROSSMEDIALE COMMUNICATIE IN HET PUBLIEKE DOMEIN

De HU van nu De opening van het nieuwe onderwijsjaar werd door de HU uitbundig gevierd in TivoliVredenburg met als thema ‘De HU van morgen’. We hoorden hoe de HU bouwt aan een nieuwe organisatie die flexibel kan inspringen op de snel veranderende beroepspraktijk in de stad van morgen. Ik werk sinds 2011 bij de HU. In de afgelopen zes jaar is er veel veranderd. Ik ben inmiddels toe aan mijn vijfde directe leidinggevende, vierde laptop, derde HRM-adviseur en 23ste HU password. Of dit ons dichter bij de HU van morgen heeft gebracht, kan ik niet goed beoordelen. Wel weet ik dat het veranderen van gedrag niet zo eenvoudig is. Hoe effectief een verandering is te realiseren, werd onlangs helder beschreven in Harvard Business Review. Het blijkt belangrijk te zijn om bronnen van weerstand te identificeren en open het gesprek aan te gaan met weerbarstigen. Met betrekking tot weerstand is het goed drie dingen vast te stellen. (1) Er zijn altijd mensen die weerstand bieden op (voor hun) wezenlijke gronden, bijvoorbeeld omdat ze het niet eens zijn met jouw analyse van het probleem, of omdat ze van mening zijn dat ze unieke informatie, expertise of ervaringen hebben. (2) Iedereen wil gezien worden en heeft behoefte aan respect. Deze behoefte neemt toe in periodes van onzekerheid en verandering. (3) Mensen hebben tijd nodig om veranderingen te accepteren en te verwerken, zowel rationeel als emotioneel. Luid verkondigen dat het morgen anders moet heeft opmerkelijk weinig zin. ‘Morgen’ is een mystiek land waar 99 procent van alle menselijke productiviteit, motivatie en prestatie wordt opgeslagen. Om mensen mee te nemen in een verandertraject is het noodzakelijk goed te kijken naar de realiteit van vandaag en met aandacht te luisteren naar wat nu speelt. Luisteren wil zeggen: niet meer dan 20 procent zelf in gesprek zijn, herhalen wat je hebt gehoord en minimaal twee keer in gesprek gaan: de eerste keer voornamelijk om te luisteren, de tweede keer om te laten zien dat je hebt geluisterd. Ik kijk nu al uit naar de jaaropening van volgend jaar. Hopelijk zijn we dan iets dichter bij de HU van morgen en heb ik nog steeds dezelfde leidinggevende.

10

TRAJECTUM#1 05092017

ACHTERGROND: EEN GENDERDINGETJE ° DE CIJFERS: HOE DE MEISJES DE JONGENS VERSLAAN ° DE DIRECTEUR: ORDE EN DISCIPLINE ° DE WETENSCHAPPER: TRIGGER HET BREIN! ° DE DOCENTEN: AL DAT REFLECTEREN… ° DE ADVISEURS: VARIATIE! ° DE JONGENS: HERENLEED ° PABOMANNEN, MEESTERBAAN ° BEVRIJD! FINETTE EN MILAN STAPTEN UIT HUN M/V-HOKJE 11


ACHTERGROND Presteren jongens slechter in het onderwijs dan meisjes? Feit is dat ze vaker uitvallen in het eerste jaar van hun studie. Dat komt door de ontwikkeling van de hersenen, zegt de één. Nee, het is maar net wat

de meisjes’ is dat veel eisen in het huidige beroeps- en hoger onderwijs voor veel jongens wetenschappelijk gezien niet reëel zijn.

je erin stopt, zegt de ander. De achtergronden bij een

Dat heeft volgens hen te maken met het verschil in rijping van de hersenen. Het onderwijs houdt daar geen rekening mee. Daar ligt het accent op zelfstandig werken, op plannen en samenwerken. Zaken waar de jongens nog niet aan toe zijn. En dus, zo is de verwachting, worden de verschillen alleen maar groter.

M/V-discussie.

D OOR JA N N Y R U A R D Y

A

l jaren doen de meiden het beter op school dan jongens. En al jaren wordt er niets mee gedaan in het onderwijs.

Op de basisschool vallen de verschillen in prestaties nog wel mee. Jammer voor de jongens is het gebrek aan meesters voor de klas. De pabo is niet in trek bij mannelijke studenten. Terwijl het toch belangrijk is om een rolmodel voor de klas te hebben: voetballen met je meester op het plein is leuker dan met de juf, als ze al voetbalt.

12

TRAJECTUM#1 05092017

In het voortgezet onderwijs, als het brein begint te puberen, dan begint het gelazer. De meiden raken oververtegenwoordigd op havo en vwo. Ze stromen vaker door naar het hoger onderwijs, waar inmiddels 55 procent van de studenten vrouw is. Daar studeren ze ook nog sneller en behalen ze vaker hun diploma. Het percentage mannen dat in het eerste jaar uitvalt ligt duidelijk hoger dan bij de vrouwen.

SOCIALE OMGEVING

Het ministerie publiceerde in november 2015 een onderzoek naar de oorzaken van verschil in presteren van jongens en meisjes, uitgevoerd door het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) en het Centrum Brein&Leren. Een van de conclusies van de onderzoekers in het rapport ‘De jongens tegen

Daarnaast speelt de sociale omgeving een rol in de ontwikkeling, zeggen de onderzoekers. Ze wijzen op het gevaar van verspilling van talent als het onderwijs niet goed inspeelt op die verschillen in ontwikkeling. Zo zouden jongens minder gebaat zijn bij een strenge selectie en toetsen, en bij bindende studieadviezen in het eerste jaar van de studie.

GOEDE VOORBEELDEN

Op basis van cijfers over de afgelopen vier jaar constateerde de Onderwijsinspectie bovendien dat hogescholen en universiteiten minder mannen toelaten bij studies met een numerus fixus waaraan extra eisen verbonden zijn - zoals kennistoetsen, motivatiebrieven en persoonlijke gesprekken. Als aanbeveling schrijven de onderzoekers dat docenten een betere scholing moeten krijgen in verschillen tussen jongens en meisjes. Jongens rijpen later, dus ze zouden in de laatste twee jaar van hun opleiding tot bloei kunnen komen. Maar om die docenten te scholen moet je kennis hebben op dit terrein en daar schort het aan. De

onderzoekers gingen op zoek naar goede voorbeelden, maar die waren moeilijk te vinden. En als ze er waren, was het onduidelijk of die ook tot goede resultaten leidden.

OUDERWETS LES

Bewust worden van het feit dat er verschil is, kan ook al helpen, zo zeggen de onderzoekers. Daardoor zijn docenten wellicht in staat om jongens anders te benaderen dan meisjes. Die eerste groep heeft baat bij een klassieke aanpak van een docent die hen structuur biedt, want dat kunnen ze zelf nog niet. De onderzoekers pleiten daarom voor maatwerk, met oog voor verschil in leerbehoeften en diversiteit. Opleidingen richten zich meer en meer op sociale en communicatieve vaardigheden, omdat die steeds belangrijker worden in onze samenleving. Demissionair onderwijsminister Bussemaker kon zich geheel vinden in de conclusies en aanbevelingen van het onderzoek. Ze hoopt dat het rapport zijn weg vindt naar het onderwijs, en de instellingen er hun voordeel mee kunnen doen. |

LECTORAAT BREIN & LEREN:

Onderwijspsycholoog en lector Peter Verkoeijen van het lectoraat Brein & Leren aan Avans Hogeschool merkt, dat er doorgaans weinig nuance in de discussie over genderverschillen en studiesucces is. ‘Zelden wordt opgemerkt dat gender niet zo'n sterke voorspeller is van studiesucces: de meerderheid van de jongens haalt wel een diploma en een aanzienlijk deel van de meisjes haalt geen diploma. Ook spelen andere factoren een rol: zoals het type vooropleiding of verschillen tussen gevolgde hbo-opleidingen en tussen instellingen. Deze nuance is op zijn plaats, om al te drieste generaliseringen te voorkomen.’

Ook wijst Verkoeijen op andere factoren die bepalend kunnen zijn voor studiesucces: ‘Uit een grote overzichtsstudies van psycoloog John Hattie blijkt dat je beter kunt inzetten op kwalitatief goede docenten, groeigerichte feedback, het aanleren van effectieve leerstrategieën en structuur aanbrengen, vooral voor eerstejaars. Dat is vruchtbaarder als het aankomt op het verhogen van studiesucces. Waarschijnlijk wordt hiermee het genderverschil ook grotendeels opgeheven, omdat deze factoren deels het verschil in studiesucces tussen jongens en meisjes kan verklaren.’   Is er dan helemaal geen aandacht voor genderverschillen binnen zijn lectoraat? Indirect wel, meent Verkoeijen. ‘Docentonderzoekers kijken naar interventies die je in het onderwijs kunt doen om motivatie en prestatie te bevorderen. Ze maken daarbij gebruik van leertechnieken, waarvan de effectiviteit in elk geval wetenschappelijk is aangetoond. Ze kijken niet specifiek naar genderverschillen in effectiviteit van technieken. Simpelweg omdat geen van de kenniskringleden expert is op dat gebied heeft.’

UITSTELKLAS

Op scholengemeenschap Lek en Linge voor voortgezet onderwijs in Culemborg experimenteren ze met een tweede brugklas, de uitstelklas genoemd. Kinderen die vanwege hun matige prestaties in het eerste jaar dreigen af te glijden naar een lager schooltype, krijgen hier een tweede kans - om te bewijzen dat ze het door de basisschool geadviseerde schoolniveau wel aankunnen. De uitstelklas bestaat bijna alleen uit jongens. En dus hanteren docenten een meer jongensachtige leerstijl: een uur extra sport en huiswerkbegeleiding. Daarnaast proberen ze deze groep op een andere manier te prikkelen: jongens zijn bijvoorbeeld gemotiveerder, wanneer ze merken dat stof meteen een praktisch nut heeft. Zo vertalen leerlingen menukaarten van restaurants in het Engels, Frans en Duits. Docenten van de uitstelklassen worden hiervoor extra didactisch geschoold. Uiteindelijk eindigt een kwart van de leerlingen dat dreigde af te zakken weer op niveau.

05092017 TRAJECTUM#1

13


DE CIJFERS... Hogescholen zijn belangrijke motoren van vrouwenemancipatie. Sterker nog: de mannen beginnen als minderheid en zijn na vijf jaar vaker afgehaakt. De landelijke trend is ook terug te zien op de HU. T EK ST: G E R A R D R U T T E N

MANNENOPLEIDINGEN VS VROUWENSTUDIES

Fig. 3 Uitval HU gemiddeld tussen 2009 en 2011

INSTROOM STUDENTEN

30%

INSTROOM LANDELIJK

INSTROOM HU

25%

2007

20%

2008

15%

2009

10%

2010

5%

2011

0%

2012 2013

15,6

15,7

14,1

16,9

17,8

18,2

na 1 jaar

na 2 jaar

na 3 jaar

na 4 jaar

na 5 jaar

verschil: 3,5%

verschil: 5,2%

verschil: 5,6%

verschil: 6,2%

verschil: 7,1%

2014

We volgen de studenten die begonnen in 2009, 2010 en 2011 (fig. 3). Wie stopte wanneer? Dan blijkt dat er weinig studenten uitvallen na het eerste jaar. Maar: mannen vallen vaker uit dan vrouwen, ook hier.

2015 2016

0%

100% 40%

50%

60%

0%

100% 40%

De afgelopen tien jaar vormen de vrouwelijke studenten net iets meer dan 50 procent van de eerstejaars. Bij de HU is dat zelfs 55 procent of iets hoger (fig. 1). Het scheelt enkele procenten, maar is significant. De HU is een meisjesschool.

50%

60%

Na het vijfde jaar is ruim 25 procent van de mannen met de studie gekapt, bij de vrouwen 18 procent. De verschillen lopen dus op in de loop der jaren.

Fig. 1 Instroom studenten

IN FOG RAF I C S : N A N D A C O PPENS

We verzamelden uitgebreide cijfers en statistieken bij de Vereniging Hogescholen van voltijds bachelorstudenten, tot soms wel vijftien jaar terug. En we zochten antwoord op vragen als: Hoeveel mannelijke en vrouwelijke studenten gaan studeren? Hoeveel procent van die vrouwen en mannen haalt het eerste jaar? En wie vertrekken er uiteindelijk met een diploma?

Fig. 2 Uitval na 1 jaar HU 25% 20% 15% 10% 5% 0%

02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20

Na een jaar is gemiddeld 17,4 procent van de mannen weg, bij de vrouwen is dat slechts 13,5 procent (fig. 2). Het is een gemiddelde over een lange tijd, de periode 2002 t/m 2015, dat door de jaren heen weinig verschilt. Jaar in, Jaar uit doen mannen het in de propedeuse slechter.

Fig. 4 Studiesucces na 5 jaar HU 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 19 19 19 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20

14

TRAJECTUM#1 05092017

25,3

24,0

22,5

20,9

Hoe zit het met het studiesucces na vijf jaar? Ofwel: hoeveel diploma’s zijn er behaald? En jawel: de vrouwen scoren significant beter (fig. 4). Van de 'cohorten' 1997 tot en met 2011 verkreeg gemiddeld 59 procent van de vrouwen een diploma, tegenover 42 procent van de mannen. Enig 'lichtpuntje' voor de mannen: vrouwen lijken het de laatste jaren wat minder goed te doen, terwijl het studiesuccces van de mannen stabiel blijft. Als die trend zich doorzet, dan presteren de vrouwen in de toekomst net zo zwak als de mannen.

Wie inzoomt op afzonderlijke opleidingen, ontdekt dat niet overal de M/V-verschillen hetzelfde zijn. De cijfers kunnen heel anders uitpakken dan landelijke gemiddeldes. Onze vraag: zouden jongens het beter doen in typische mannenopleidingen? En andersom: doen de meiden het nog beter bij opleidingen waar vrouwen oververtegenwoordigd zijn? Nee, luidt de conclusie. We berekenden de gemiddelde uitval na een jaar van de 'cohorten' 2011 tot en met 2015. Het HU-gemiddelde van mannen staat op 16,8 procent uitval. De jongens van Werktuigbouwkunde en HBO-ICT zitten hier onder met 14,9 en 14,3 procent. Maar de boys van Elektrotechniek doen het met 18 procent een stuk slechter. En hoe zit het met de typische vrouwenopleidingen? Het HU-gemiddelde van meisjes ligt op 13,4 procent uitval na een jaar. Verpleegkunde zit hier met 12,7 procent een beetje onder. Terwijl de Pabo met 14,3 procent en Farmakunde met 16,8 procent meer dan gemiddelde afzwaaiers in de propedeuse laten zien. Ook hier valt er geen duidelijke lijn te ontdekken. Nog een check bij Bedrijfseconomie dat voor driekwart uit mannen bestaat. Daar stopt 15,3 procent van de mannen, minder dan het gemiddelde. En een behoorlijk grote groep vrouwen geeft er na een jaar de brui aan: 20,3 procent. Daar zien we een patroon: op jongensopleidingen doen de mannen het beter en de vrouwen presteren slechter. Of is dat te snel geconcludeerd? Ja dus. Want Chemie telt ook driekwart jongens. En daar is de uitval van zowel mannen (14,3 procent) als vrouwen (10 procent) onder het gemiddelde. Ook het aantal behaalde diploma’s na vijf jaar geeft een diffuus beeld. Onze conclusie: het M/V-aandeel zegt weinig over het succes van jongens of meisjes. Daarvoor spelen veel andere factoren een rol, zoals de kwaliteit van het onderwijs.

15


DE DIRECTEUR...

ORDE & DISCIPLINE Op EuroCollege Hogeschool doen ze het heel anders: met oog voor de wensen van jongens. Dus geen oneindig vrijblijvend gedoe maar een stevige structuur voor leerlingen. Directeur Edu van der Walle gelooft heilig in deze aanpak en schrijft hierover in zijn betoog.

J

ongens zijn jongens. Angela Crott beschrijft in Jongens zijn ‘t ( 2013) hun doen en laten. Alle clichés over jongens lijken waar. Jongens zijn groepsdieren, houden van competitie, ze doen eerst, denken daarna, zijn slecht in plannen, hebben weinig verantwoordelijkheidsgevoel, vragen om leiding, werken hard voor iemand tegen wie ze opkijken. Jongens hebben structuur, regelmaat en discipline nodig om resultaten te boeken. En hun taalontwikkeling verloopt trager dan bij meisjes.

Van mannenzaak naar begeleiders

Dat jongens het moeilijk hebben, is niet eens zo vreemd. Nadat eeuwen het onderwijs vooral een mannenzaak leek, is dertig jaar geleden een proces in gang gezet waarbij het onderwijs geleidelijk is aangepast aan meisjes. De vrouw nam daarbij de positie van de man over. Ergens in dat proces zijn de jongens vergeten. Om het tij te keren, moeten beleidsmakers inzien dat jongens een andere aanpak nodig hebben. De hersenen van jongens functioneren anders dan die van meisjes. Wat nodig is voor planning, verantwoordelijkheidsgevoel en vooruitkijken is gedurende de tijd dat jongens op school zitten

16

TRAJECTUM#1 05092017

weinig actief. (Zie ook het interview daarover met neuropsycholoog Jelle Jolles, op pagina 18 -red.) Jongens lijken daarom goed te gedijen in een omgeving die gestructureerd is, waarin zij worden uitgedaagd en gekneed in discipline. Maar de route die jongens vanaf basisschool tot hoger onderwijs afleggen is een andere, een met veel onrust en onzekerheden. Lessen vallen uit, docenten zijn vaak ziek, leerlingen moeten veel zelf doen, in de klassen is het vaak onrustig. Daarnaast wordt in een (te) vroeg stadium ervan uitgegaan dat leerlingen en studenten zelfstandig kunnen studeren. De docent is gedurende dat proces eerder begeleider dan leermeester. Leren heeft veel weg van een autodidactisch proces waarin vaardigheden als organiseren, plannen en vooral samenwerken de mate van succes bepalen. Niet typische jongensvaardigheden. Eenmaal aanbeland op het hbo blijkt dat het voortraject verre van ideaal was. Op bijvoorbeeld het mbo is er weinig aan de inhoud gewerkt, boeken zijn vaak niet gebruikt, lessen vielen re-

gelmatig uit. Op het hbo gaat het er in de beleving van de jongen niet anders aan toe. De bestelde boeken blijven veelal in de verpakkingsfolie. Lessen vallen nog steeds uit. De student heeft naast zijn studie een stevige bijbaan van 20 uur. Er is minimaal 3 maanden vakantie. Een kopie van de Powerpoint van de docent, uittreksels en (oefen-)tentamens, te vinden op het intranet van de school, vormen voldoende basis om veelal de multiplechoicetentamens te halen. Dat de student vervolgens in de eindfase er niet in slaagt een scriptie te schrijven is natuurlijk niet vreemd. In het laatste jaar wordt opeens van de student verwacht dat hij inhoudelijk aan de slag moet en zich semiwetenschappelijk en intellectueel focust. Het bovenstaande lijkt ridicuul. Echter: de afgelopen 15 jaar heb ik tijdens intakes een kleine 5000 potentiële studenten met hun ouders gesproken. Bijna zonder uitzondering schetsen zij hetzelfde beeld: veel lesuitval, weinig uitdaging, veel achter de laptop, veel vakantie, op de middelbare school vooral veel aandacht voor examentraining.

Ook is het beeld ontstaan dat docenten vaak geen orde kunnen houden, liever aardig dan streng willen zijn en het gebruik van mobiles, laptops en andere afleiders in de klas toestaan. Van lesgeven komt vaak weinig terecht. Uiteraard zijn er uitzonderingen, maar dit plaatje domineert.

De oplossing?

Ongetwijfeld bestaan er meerdere oplossingen. EuroCollege Hogeschool heeft een aanpak ontwikkeld die het tegenbeeld is van wat op overheidsscholen gewoon is. Het onderwijs is zo georganiseerd dat het rechtdoet aan hoe jongens in elkaar zitten. Voor de klas staan succesvolle mannen uit het bedrijfsleven. Mannen! Leermeesters, die inspireren, enthousiasmeren en er vaak in slagen om als rolmodel te kunnen figureren. De boeken komen uit de folie en worden gelezen, de tentamens bestaan uit open vragen. Daarnaast is er een mentorsysteem waarmee we jongens op de rails houden. De studenten zijn 40 tot 60 uur op school. Vrijblijvendheid is uit den boze, ziek zijn is voor

watjes, lesuitval bestaat niet en we gaan voor het maximaal te behalen succes. We leren de studenten dat discipline de brug naar succes en vrijheid is. No pain, no gain! Gedrag heeft consequenties. Nalatigheid leidt tot overwerk, studenten die dat nodig hebben, krijgen extra les. Zij die meer willen en meer kunnen, mogen verdiepingstrajecten doen. Alle studenten beginnen om 09.30 uur en gaan door tot minimaal 17.00 uur, vaak later. Het is mooi om te zien dat de beginnende studenten na een paar maanden ontdekken dat hard studeren leuk is. De studenten voelen zich dankzij de high-pressure-aanpak groeien en bloeien. De jongens ontdekken wat trots en zelfvertrouwen met je doen. Handicaps zoals dyslexie, ADD en ADHD verdwijnen naar de achtergrond. Onze aanpak is effectief. Ik zeg niet dat deze zaligmakend is. Maar ik wil onderstrepen dat jongens alleen te redden zijn wanneer erkend wordt dat jongens jongens zijn.

De eisen die tegenwoordig aan een hbo-scriptie worden gesteld, zijn serieus. Wanneer studenten in het voortraject nauwelijks een boek opendoen, is het ook niet vreemd dat de resultaten tegenvallen. Niet alleen jongens scoren slecht op het hbo, de meisjes doen het met 57% in vijf jaar ook niet echt goed. De problematiek van jongens in het onderwijs vraagt om serieus ingrijpen van de overheid. Honderden miljoenen euro’s aan belastinggeld worden verspeeld. Gedragsdeskundige Lauk Woltring verwoordt het in een interview met het AD in maart als volgt: 'Het bedrijfsleven mist goed gekwalificeerde jonge instroom en uitvallende jongens komen niet goed aan een baan, die gaan hun heil elders zoeken. Jongens die je zo kwijtraakt, komen zelf in de problemen, maar keren zich ook tegen de samenleving. Ze gaan rottigheid uithalen.' Dit staat nog los van het feit dat jongens 'gewoon recht hebben op passende aandacht en goed onderwijs.' Edu van de Walle is directeur van EuroCollege Hogeschool, een kleinschalige particuliere school in Rotter-

Voorts moeten we stil staan bij de vraag of het onderwijs inhoudelijk niet te veel is uitgehold.

dam en Amsterdam. De opleidingen worden versneld aangeboden.

05092017 TRAJECTUM#1

17


DE WETENSCHAPPER...

'Het heeft niet veel zin om een rups in de lucht te gooien en te zeggen:"Vlieg!" '

'Trigger het brein' Jelle Jolles, hoogleraar Neuropsychologie aan de Vrije Universiteit, werkte mee aan het rapport van het ministerie over uitval van jongens. 'In de kern gaat het om individuele verschillen.' DOOR MARC JANSSEN

Hoe belangrijk is de factor man/vrouw in het studiesucces? 'De jongens-meisjesverschillen spelen bij studenten een belangrijke rol. Niet alleen om biologische redenen, ook de leer- en leefervaringen zijn van groot belang. De manier waarop we jongens en meisjes opvoeden, gaat uit van stereotypen. Die houding en aanpak moet veranderen. Zo moeten basisscholen ervan uitgaan dat jongens en meisjes in grote lijnen dezelfde potenties hebben, maar zich volgens een ander tijdpad ontwikkelen. Daarbij moeten meisjes leren om meer ondernemend te zijn en jongens mogen meer talig worden, met meer aandacht voor zelfinzicht en zelfregulatie - waarin meisjes dan vooruitlopen. In het hoger onderwijs kan je nog steeds bijsturen. Studenten kunnen meer inzicht krijgen in hun neuropsychologische vaardigheden, in rollen, rolgedrag en de invloed van de peergroup. Als studenten hierin meer worden getraind, helpt dat ze naar meer zelfstandigheid en beter presteren.' Zijn de verschillen tussen de twee geslachten dan zo groot? 'Gemiddeld genomen zijn meisjes in de tienertijd braver en consciëntieuzer, met meer zelfinzicht

18

TRAJECTUM#1 05092017

en oog voor intenties van anderen. Bij jongens is de rijping voor vaardigheden op het gebied van handelen, acties en ‘doen’ een stuk sneller – en daarmee ook voor sportieve prestaties en iets doen met hun vriendengroep. Daar is weinig aandacht voor in het onderwijs. Op scholen is de structuur in de afgelopen dertig jaar alleen maar minder geworden, waardoor het verschil geaccentueerd is. Meisjes lopen voor in zelfinzicht en ons onderwijssysteem vindt dat wel lekker: meisjes hoef je niet te manen. Maar als je er rekening mee houdt dat het sterk samenhangt met de neuropsychologische rijping, dan weet je dat het anders moet. Dan kun je jongens en meisjes trainen in dit onderwerp: gewoon zorgen dat ze er ervaring mee krijgen.' Moeten we dan automatisch meer steun geven aan jongens? 'Ja en nee. Je hebt meisjes die achten en negens halen in het hoger onderwijs. Maar drie jaar na het afstuderen hebben ze vaak een mindere baan dan jongens die met zevens afstudeerden en wat ondernemender zijn. Want dat is het voordeel van jongens. Daarom moet je ook meisjes stimuleren, in zaken waarin jongens voorlopen.'

Voor alle duidelijkheid: Jolles is afgestudeerd in de neurowetenschap én de neuropsychologie en combineert als gerenommeerd klinisch neuropsycholoog inzichten van beide, met de nadruk op de ontwikkeling van kinderen en adolescenten. Een van zijn belangrijkste inzichten: 'Het onderzoek naar de hersenen is waardevol, maar overrated voor praktijktoepassing.' En: 'De ontwikkeling van kinderen, tieners en jongvolwassenen wordt grotendeels bepaald door de omgeving: Context shapes the brain.' Nog een belangrijk inzicht: 'De rijping van de hersenen loopt tot ver na het twintigste jaar door, en de docent is belangrijk voor inspiratie én sturing. Dat geeft ons een belangrijk handvat, bijvoorbeeld voor een hogeschool, om te zeggen: we moeten structuur bieden. Je kunt niet zeggen: je bent 18, nu kun je het allemaal zelf.' Ter verduidelijking geeft hij graag de metafoor van de rups en de vlinder: 'De vlinder is de volwassene. Die is ooit rups geweest, adolescent. En het heeft niet veel zin om een rups in de lucht te gooien en te zeggen: "Vlieg!" De adolescentie is essentieel voor het uitrijpen en dat vindt vooral plaats door sturing vanuit de omgeving.'

05092017 TRAJECTUM#1

19


Later voegt hij eraan toe: 'Genen en omgeving zijn beide belangrijk. De genen zijn verantwoordelijk voor de randvoorwaarden waarbinnen de persoon zich kan ontwikkelen. Als de omgeving optimale mogelijkheden geeft, ontplooit de jongere zich tot het maximum van zijn potentie. Het brein is een veranderingsmachine die zich kan aanpassen aan een veranderende omgeving. En dat blijft zo. Ook het brein van een 90-jarige is in staat om Italiaans te leren.'

Heeft u een voorbeeld daarvan? 'We vragen: welk cijfer denk je dat je krijgt voor de komende toets? Veel jongens zeggen: dat komt wel goed. En dan krijgen ze een 4. Er zit een grote discrepantie tussen. Met feedback kun je vaardigheden daarvoor ontwikkelen. Zo'n cursus hebben we meerdere malen gedaan en het werkt. Je weet hoe het gaat in het hoger onderwijs: je krijgt je lessen, je rooster, de docent ken je niet en je bent bezig met je vrienden en je iPhone. Juist dan moet je leiding krijgen in je gedrag. Ervoor zorgen dat je niet vanavond met die nieuwe vriendin naar de kroeg gaat als je morgen een belangrijke toets hebt. Want misschien kun je die afspraak verplaatsen naar volgende week. Heel veel achttienjarigen beseffen dat niet. En in een cursus van acht weken kun je dat leren.'

'Traag groeiende bomen kunnen de hoogste worden'

Mooie inzichten zijn het. Optimistisch ook. Maar de vraag is: wat doen we ermee? Hoe maken we van de rups een vlinder, zodat hij gaat vliegen? En: als de hersenen rijpen tot na het twintigste levensjaar (misschien wel tot je 25ste), kunnen leerlingen dan verantwoorde keuzes maken op hun achttiende? Ook daarop heeft Jolles antwoorden. Om toch negatief te beginnen: veel 18-jarigen kunnen inderdaad geen goede inschatting maken voor hun studiekeuze en studieaanpak.

Wat moeten we dan doen? 'Er zou meer tijd moeten zijn voor de keuzes. En jongeren kunnen worden geholpen in de ontwikkeling van "executieve functies." Ze moeten leren zich voor te stellen wat de consequenties van de keuzes zijn. Bij educatie gaat het er ook om ervoor te zorgen dat studenten andere vaardigheden krijgen waarmee ze beter inzicht krijgen, meer zelfregulatie en daardoor meer begrijpen van de intenties: "Oh, dus dit bedoelt die docent" en "Nu begrijp ik waarom die saaie stof toch heel relevant is".' Maar hoe leren ze dat? 'De producten om dat te leren, die zijn er. Ik heb daarmee al gewerkt met honderd scholen en ben bezig dat breder te verspreiden. Neem de cursus "Leer het brein kennen". Die gebruiken we in het basis- en middelbaar onderwijs maar ook bij hbo-studenten. Het gaat over zelfinzicht en zelfregulatie. Dat lijken woorden uit de psychologie maar het zijn vaardigheden. Die kun je leren, zoals je een tennisslag kunt oefenen, een topspin of backhand.'

20

TRAJECTUM#1 05092017

Tegelijkertijd klagen jongens over alle aandacht voor zelfreflectie in het hbo. Die willen gewoon een vak leren. ‘Ik begrijp dat. Veel lerenleren-cursussen zijn cognitief en alleen maar leerstofgericht. Je leert de lesstof indelen, een hoofdstuk samenvatten. Wij zijn gericht op de persoon. Ook laat-adolescenten zijn geïnteresseerd in redeneren, in taal en debatteren en in het zichzelf verbeteren. Ook omdat ze daar vaak – met hun leeftijdsgenoten – een behoorlijk deel van de tijd mee bezig zijn.' Jolles ziet daarin een grote rol voor de hbo-docenten, die volgens hem nog meer begrip mogen krijgen voor studenten van pakweg 19 jaar. 'Docenten denken ten onrechte dat iemand van die leeftijd weet dat hij studeert voor iets dat pas over tien jaar belangrijk is. Natuurlijk zijn zulke studenten er, maar voor de meesten geldt dat niet.  Het brein is er klaar voor, maar moet getriggerd worden. Juist voor de hogere neuropsychologische functies die nodig zijn voor denken, planning en organisatie. Dat gaat over persoonlijke groei. Natuurlijk moet je leerstofgericht leren, maar het rendement groeit als die student weet hoeveel uur hij besteedt aan whatsappen en een beetje lummelen. Door feedback leert hij waar

zijn tijd heen gaat en wat zijn afleiders zijn. Dat kan een keuze zijn én daar kan hij wat aan doen. Dat leer je met zo’n cursus.' Maar de docent zegt dan: 'Ik moet al zoveel.'  'Daar heeft hij gelijk in. Maar bij sommige opleidingen is 40 procent van de studenten na een jaar weg. Reken eens uit hoeveel miljoenen dat kost. En probeer het dan met zo'n cursus. Je zult zien dat er meer studiemotivatie is en meer rendement. Hogescholen kunnen daarin differentiëren. Sommige docenten zijn goed in hun vak. Als je daar leerkrachten naast zet met oog voor persoonlijke ontwikkeling, dan kom je verder. Ook voor het bestuur van de instelling is het waardevol omdat het studierendement verbetert. Mijn stelling is dat een beter uitgerijpte student gekenmerkt wordt door minder studieuitval en switchen van studies. En de student heeft een hogere studiemotivatie omdat hij of zij beter begrijpt: "Hier doe ik het voor."'

Op dit moment zie je dat de alarmklokken worden geluid over de toenemende ongelijkheid in het onderwijs. Terecht. Hoger opgeleide ouders hebben automatisch meer boeken, meer speelgoed, meer mogelijkheden om buiten te spelen. Die kinderen hebben een voorsprong. Nu we dat herkennen, kunnen we er wat aan doen. Ik vind het essentieel dat het gebeurt: juist jongeren die minder kansen hebben gehad, moeten de mogelijkheid hebben om zich alsnog naar hun potentie te ontplooien, al kost dat een paar jaar meer.’ En dan komen we terug bij de jongens. Want in het hoger onderwijs is er steeds meer aandacht voor selectie voorafgaand aan de opleiding en

voor bindende studieadviezen. Hoe kijkt Jolles daarnaar? ‘Een te vroege selectie is voor iedere traag groeiende boom nadelig. En traag groeiende bomen kunnen ook de hoogste worden. Vaak zijn het studenten die nog wat speels zijn en ontwikkelen ze zich breed. Wat óók heel belangrijk is. Die selecteer je weg door te vroeg en te strikt te toetsen.' En dat zijn vaker jongens? 'Precies.' |

Maar onderwijsvernieuwing gaat vaak over zelfredzaamheid, zelf plannen, zelf organiseren. Zelfs op de basisschool. ‘Klopt, maar veel leerlingen zijn daar nog niet aan toe. Zij krijgen een verantwoordelijkheid die ze niet aankunnen. Het is een uitvloeisel van de basisvorming in de jaren negentig. Toen is bedacht: als het werkt in het hoger onderwijs, dan ook bij middelbare scholieren en misschien ook in het basisonderwijs. De wetenschap laat zien: dat past niet bij het stadium in de hersen- en neuropsychologische ontwikkeling. Dat inzicht sijpelt na al die jaren langzaam door. Ik zie de koers van ons onderwijs als een slagschip dat een andere koers gaat varen. Het kost veel kilometers om op een haakse koers te komen. In het onderwijs gebeurt momenteel op veel plekken al heel veel, met deze kennis uit de wetenschap en kennis over de ontwikkeling van kinderen. Naar mijn idee heeft het de potentie om een olievlek te worden.'  Ondertussen is een hele hbo-generatie onterecht geheel vrijgelaten onder het mom van 'Je moet het zelf kunnen.' ‘Dat is nu al zo. Wie in de jaren negentig 13 of 14 was en de tweede fase en het studiehuis heeft meegemaakt, heeft een minder goede opleiding gehad dan mogelijk was. Die leerlingen zijn nu ongeveer een jaar of 35. Het is een combinatie van te weinig vak- en feitenkennis en gebrek aan zelfkennis en aandacht voor executieve functies.

05092017 TRAJECTUM#1

21


DE DOCENT...

Al datGE

RE FLEC TEER

Frits Poutsma, docentenopleider: Poutsma werkt vrijwel alleen met deeltijders en noemt dat een enorm verschil met voltijdstudenten. 'Alleen al de motivatie…’ Presteren jullie mannelijke studenten slechter? ‘In het algemeen kun je zeggen dat meisjes braver zijn en beter hun huiswerk doen. Een groter probleem is dat het onderwijs veel te feminien is ingericht: al die bijeenkomsten waarin studenten moeten

reflecteren. Daarop ligt veel te veel de nadruk en het is niet echt een jongensding. Mannen willen een goed verhaal horen, vanuit de praktijk. Ook de toetsvormen zijn te zacht. Er wordt nauwelijks een harde kennistoets gegeven. Daarom missen veel opleidingen jongens, die houden daar niet van en vinden het watjes-achtig. Terwijl ze het docentenvak misschien best ambiëren.’

Wat zou kunnen helpen om jongens meer tot hun recht te laten komen? ‘Ik heb niets tegen reflectie, maar koppel reflectie aan kennis en onderzoek. Ook moeten opleidingen meer luisteren naar afnemers, de scholen. Die vinden dat de opleidingen allemaal een tandje straffer onderwijs mogen geven, dan lever je evenwichtiger studenten af.’

Moet dit thema op de agenda van de HU komen? ‘Dit zou absoluut HU-breed op de agenda moeten. Niet bij lectoraten en college van bestuur beleggen, maar bij de professionals en het werkveld. Die hebben ideeën en moeten hierin het vertrekpunt vormen.’

Isabel Spruijt, docent Onderwijskunde bij Instituut Archimedes

Vraag aan docenten of jongens en meisjes in hun klas verschillend presteren en ze beamen het allemaal. Maar houden ze er rekening mee in hun lessen? En welke oplossingen dragen ze aan? Dan lopen de antwoorden uiteen. Al zijn ze het uiteindelijk weer met elkaar eens: dit thema hoort meer aandacht te krijgen (al nuanceren ze dat ook weer meteen - het blijven docenten).

22

JANNY RUARDY

TRAJECTUM#1 05092017

Presteren jullie mannelijke studenten slechter dan de vrouwelijke? ‘In de voltijdopleiding heb ik het idee van wel, vooral bij verslagen. Ze schrijven slordiger, maar ik geef ook veel les aan exacte studenten. Bij de deeltijdopleiding merk ik het verschil niet.’ Pleeg je bewust interventies om jongens bij de les te houden en bied je structuur?  ‘Structuur bied ik sowieso. Ook meisjes hebben hier veel behoefte aan. Alle studenten willen structuur, niet alleen jongens.’

Is er aandacht voor genderverschillen in de lerarenopleidingen? ‘Laatst was er een lezing van Henno Oldenbeuving over sekseverschillen in het onderwijs. Helaas waren hier weinig studenten, terwijl het super interessant was en heel praktisch toe te passen in het onderwijs.  Wat zou kunnen helpen om jongens meer tot hun recht te laten komen: meer uitproberen, minder schrijven, minder reflecteren, gewoon doen, op je bek gaan en opnieuw proberen. Ik zie structuur en duidelijkheid als de buitenste ring en daarbinnen kan verschil worden

gemaakt tussen jongens en meisjes. Maar sommige meisjes willen ook meer jongensonderwijs en sommige jongens gedijen goed in meisjesonderwijs. Praten over jongensen meisjesonderwijs is heel zwart-wit en niet altijd zomaar toe te passen.’   Moet dit thema op de agenda van de HU komen?  ‘Ja, mits het om de juiste reden wordt gedaan. Niet om de verjuffing in het onderwijs tegen te gaan. Het is best een tricky onderwerp om zo zwart-wit vast te stellen.’

Rik Boss, docent HBO-ICT - Software & Information Engineering  Boss wil best vragen beantwoorden, maar heeft op zijn opleiding zo weinig vrouwelijke studenten dat – wat hij ook zegt - het 'op geen enkele wijze statistisch significant is.' Presteren jullie mannelijke studenten slechter dan de vrouwelijke? ‘Ik zou neigen naar ja, maar dat zou zomaar te verklaren kunnen zijn doordat vrouwen in onze cultuur toch een vrij stevige motivatie moeten hebben en een bewuste keuze moeten maken om ICT te gaan studeren en dat het voor jongens soms een soort van default studie

is, als ze het verder niet weten.’ Pleeg je bewust interventies om jongens bij de les te houden en bied je structuur? ‘Ik pleeg zeker bewust interventies om studenten bij de les te houden en bied structuur, maar maak geen onderscheid tussen jongens en meisjes. Het is me nog niet opgevallen dat jongens meer structuur nodig hebben dan meisjes, ik zie hierin geen verschillen.’ Moet het thema M/V meer op de agenda van de HU komen? ‘Naar mijn mening alleen in een

Willy Siksma, docentenopleider Wiskunde, Studie- en Werkbegeleider van eerstejaars ‘Ik heb zelf wiskunde en natuurkunde op de lerarenopleiding gestudeerd begin jaren zeventig. Daar was ik het enige meisje. In die tijd waren de exacte vakken nog een mannending. Ik heb met name in de bovenbouw en later op de lerarenopleiding vooral tussen de jongens gezeten, spreek hun taal en weet waar ze over praten. Mijn eerste baan was op een categorale huishoudschool, met vooral vrouwelijke collega’s en meisjes in de klas. Wel een cultuurshock.

Wat ik leuk vind, is dat de meisjes die wiskunde bij ons gaan doen eigenlijk allemaal zeggen dat ze het zo fijn vinden dat ze eindelijk niet een uitzondering zijn. Ze zij met allemaal meisjes die wiskunde een te gek vak vinden.’   Presteren jullie mannelijke studenten slechter? ‘De jongens hebben moeite met het plannen (of vooral het zich eraan houden) en willen het overzicht nog weleens uit het oog verliezen.

De meiden gaan er veel meer voor. Al is het verschil tussen jongens en meisjes bij ouderejaars al minder.’

Is er aandacht voor de genderverschillen in de opleidingen? 'Ik werk sinds dit jaar bij Social Work en heb lange tijd lesgegeven bij Natuur & Techniek. Gender heb ik pas dit jaar sterk als thema ondervonden. Ik ben erachter gekomen dat mijn benadering vanuit mannelijk perspectief al gekleurd is. Ik probeer te begrijpen waar mijn reacties en gedrag verschillen tonen in het omgaan met groepen die meer uit meiden of juist meer uit jongens bestaan. Dat is ingewikkeld bij een mensgerichte opleiding.’

Wat zou kunnen helpen om jongens meer tot hun recht te laten komen? 'Eerder verantwoordelijkheid geven. En geef ze een podium voor het tonen van leeruitkomsten. Laat ze hun mannetje staan zodat ze inhoudelijke keuzes moeten maken en eigen opvattingen kunnen tonen.'

Houden jullie rekening in je lessen met de verschillen tussen jongens en meiden? ‘Ik hou de jongens beter in de gaten, zit ze meer achter de broek. Meiden komen er wel.’

‘Meer uitdagende dingen, niet alles zo vreselijk voorgekookt. Meer keuzes aanbieden. En misschien, zoals ze dat op de middelbare school noemen, “leren leren”.’   Moet dit thema op de agenda van de HU komen? 'Zeker.'

Wat zou kunnen helpen om jongens meer tot hun recht te laten komen?

Paul Go, docent bij social work breder kader. Ik vind het te makkelijk om te zeggen: jongens leren anders dan meisjes, dus hup, we doen een lerarencursus over dat onderwerp en dat is dat. Het is zeker rondom ICT een heel cultuurfenomeen wat zich ook uitstrekt naar middelbare scholen en de beroepspraktijk. Prima om op de agenda te zetten, maar dan in een breder kader.’

Houd je rekening in je lessen met de verschillen tussen jongens en meiden? ‘Niet in de lesinhoud, wel in de communicatie. Met meiden werkt het anders dan met jongens. Het is een ander spel dat gespeeld wordt.’ Pleeg je bewust interventies om jongens bij de les te houden? ‘Nee, daarin verschillen jongens en meiden niet in mijn beleving. Interventies gaan over gerichtheid en leerstijl.’

kunnen de juiste triggers niet vinden. Dat ligt aan onze onderwijsopvattingen en onze verwachtingen over hoe het zou moeten gaan. We moeten het leerproces in het midden leggen en experimenteren met andere leeractiviteiten. Leeractiviteiten die mogelijk buiten onze beperkte kaders en overtuigingen liggen.' |

Moet dit thema op de agenda van de HU komen? 'Ja, natuurlijk! Er is een probleem geconstateerd, dus wij doen iets niet goed. We sluiten niet aan en

05092017 TRAJECTUM#1

23


DE ADVISEUR...

Alard Joosten en Saskia van Laar verzorgen iedere veertien dagen op de website van Trajectum de rubriek Bij de Les, met tips voor docenten. Voor onze M/V-special een aantal tips voor lessen aan iedereen. Plus: op zoek naar een vrouwelijke en mannelijke noodrem.

V

rouwelijke en mannelijke studenten. Allochtonen en autochtonen. Mbo’ers, havisten en vwo’ers. 16-jarigen en 20-jarigen. De studentenpopulatie lijkt steeds heterogener te worden en dus ook de samenstelling van klassen. Tegelijkertijd moet de docent nog steeds zo goed mogelijk aan ieders leerwens tegemoetkomen. Differentiëren is het credo, met programma's op maat en individuele leerroutes. Ga er als docent maar aan staan! Hoe kan een docent op een effectieve manier lesgeven aan zo´n diverse groep? Het is onmogelijk om in zo'n korte tijd voor iedereen aparte programma´s te ontwerpen. Wat te doen met al die verschillen in de klas? We beperken ons eerst tot het verschil tussen mannelijke en vrouwelijke studenten: hoe kunnen we de lessen zo goed mogelijk laten aansluiten op hun verschillende voorkeuren? Kees Vreugdenhil, expert op het gebied van breinbewust leren, heeft in 2015 de studies uit de neurowetenschappen over verschillen tussen jongens en meisjes op een rijtje gezet en stelt dat we daaruit voorzichtige conclusies kunnen trekken voor het onderwijs. De verschillen zijn subtiel en vragen nader onderzoek. Maar zeker is dat het mannelijk brein over het algemeen meer gericht is op actie, op experimenteren en het leggen van verbanden. Mannelijke studenten werken bovendien liever alleen, zijn competitiever, hebben een kortere aandachtsboog en willen graag duidelijkheid en direct resultaat zien. Vrouwelijke studenten zijn meer gericht op de relatie met de docent en andere studenten. Ze houden meer van stap voor stap leren, zijn reproductiegericht, werken het liefst samen, kunnen prima uit de voeten met vragen als 'Wat vind je er zelf van?' en kunnen meer vooruitdenken in plaats van direct actie te willen ondernemen. Natuurlijk zijn dit generalisaties. Maar wie rekening houdt met beide voorkeuren in ontwerp en uitvoering van het onderwijs, heeft de grootste kans van slagen om bij iedereen aan te sluiten. Hoe doe je dat concreet? We zetten een aantal tips op een rij.

24

TRAJECTUM#1 05092017

Formuleer duidelijk het doel van de les, je verwachtingen over de samenwerking en het beoogde resultaat van de bijeenkomst. Breng daarnaast een duidelijke structuur aan, zodat iedereen weet wat je stap voor stap gaat doen. Ontwerp zowel individuele als groepsgewijze opdrachten. Ontwikkel opdrachten met een competitieelement als ´Kom in drie minuten met zoveel mogelijk slechte manieren van slecht nieuws brengen´, maar ook met samenwerkopdrachten. Bijvoorbeeld: ‘Formuleer met elkaar een instructie hoe wel en niet slecht nieuws te geven.´ Wissel opdrachten af waarin studenten verbanden moeten leggen tussen verschillende invalshoeken of juist moeten bedenken wat ze zelf van een theorie denken.

De docent kan ook in het klassenmanagement in stijl variëren. Zo kun je de ene keer de groep waarderen voor de goede sfeer in de les en de onderlinge samenwerking, waarbij je ook de samenwerking met de docent expliciet kunt belonen. Een andere keer spreek je juist waardering uit voor de concrete prestaties en resultaten en krijgt de groep complimenten voor wat ze hebben gedaan om zaken volgens plan te laten verlopen. Bij inhoudelijk feedback op een opdracht kun je afwisselend inzoomen op de persoonlijke inspanning en ontwikkeling of juist de prestatie centraal stellen. Laat studenten afwisselend zitten en staan. Laat studenten bewegen. Denk aan een discussie waarbij stellingen in het lokaal hangen en iedere student moet gaan staan bij de stelling waarin hij/zij zichzelf herkent. Of laat een sorteeroefening op de vloer doen, waarvoor iedereen uit de stoel moet komen.

Stel dat ondanks alle voorbereidingen en intenties de les toch niet loopt als gewenst. Je merkt dat je studenten niet vooruit te branden zijn en het zweet loopt over jouw rug in plaats van over die van hen. Waar zit dan nog de noodrem? In de vrouwelijke interventie kiest een docent voor een meer coöperatieve variant. Je legt de boel stil, houdt je mond, gaat bij voorkeur zitten en wacht tot je de aandacht krijgt. Licht dan toe wat het doel is en wat je opmerkt. Bijvoorbeeld ´Ik wil jullie graag verder helpen, maar uit jullie gedrag maak ik niet op dat het mij lukt. Wat is er aan de hand of wie kan mij helpen, want ik begrijp niet wat ik beter kan doen.´ Benadruk de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor wat er in de les gebeurt. Onderzoek de behoeften en verwachtingen en kom in overleg met elkaar tot een oplossing. Ga je voor de mannelijke interventie? Stel duidelijke grenzen op het moment dat studenten storend gedrag vertonen. Spreek de student met de naam aan, benoem het feitelijke gedrag en het effect op het resultaat van de les en vraag daarmee te stoppen. Direct, to the point, zonder discussie. Het is een meer dominante variant die voor de afwisseling prima kan werken.

Laat je eens observeren door een collega. Of vraag studenten welke verschillen zij zien tussen jou en collega´s en hoe zij dit ervaren. Verruim op basis hiervan je gereedschapskist met ´vrouwelijke´ en ´mannelijke´ interventies zodat uiteindelijk elke student wordt bereikt. En natuurlijk zijn er zoveel meer manieren om in de les zowel mannelijke als vrouwelijke studenten te bereiken. Daarom is het ook fijn om in een docententeam met mannen én vrouwen te werken.

Wil je zelf meer varieren in je les? Meld je nu aan voor de training ´Full speed aan de slag, over activerende werkvormen´. Meer weten? Ga naar www.dedocentenacademie.nl.

05092017 TRAJECTUM#1

25


DE JONGENS...

HERENLEED

‘Soms mis ik de mannenpraat een beetje’

Justin van Strien (22), vierdejaars Mondzorgkunde. Hoe is de verdeling van jongens en meisjes op jouw opleiding? 'Als jongen ben ik zwaar in de minderheid. In het eerste jaar begonnen we met 105 studenten, waarvan zes jongens. In de klaslokalen heerst dan ook een vrouwelijke sfeer. Soms mis ik een beetje de mannenpraat over vrouwen, bier en auto’s.'

Merk je verschil in aanpak? 'Weinig. Bij projecten word ik soms als sociaal hulpmiddel ingezet door docenten, maar dat komt vooral omdat ik direct ben. Dat heeft niks met mannelijkheid te maken. Ikzelf zeg tegen mannen sneller waar het op staat en praat tegen vrouwen met wat meer nuance.'

Presteren de meisjes beter? 'Ik heb het vermoeden dat ze net wat hogere resultaten halen en iets meer inzet tonen. Dat zie je ook aan de tentamenresultaten.'

Waarom koos je voor deze studie? 'Natuurlijk heb ik niet gekeken naar de verdeling van mannen en vrouwen. Ik deed natuur & techniek op de havo en wilde de gezondheidszorg in. Eerst dacht ik: gezondheidszorg is voor vrouwen. Maar na een

meeloopdag bij Mondzorgkunde was ik gelijk verkocht. Je weet precies wat je beroep wordt en mag veel en vrij snel in de praktijk gaan werken. Veel mannen denken bij gezondheidszorg gelijk aan verpleegkunde, maar er is zoveel meer. Vroeger was de mondzorg met zo’n 80 procent aan mannelijke tandartsen een mannenvak. Dat is aan het omdraaien, er zijn nu heel veel goed verdienende vrouwelijke parttime tandartsen. Het zou leuk zijn als nu ook meer mannen deze studie zouden gaan doen. En er mogen ook een aantal mannelijke docenten bij.'

Er wordt veel over studerende jongens gesproken. Maar wat vinden ze er zelf van? Vier studenten over studeren anno 2017 in een meidenwereld DOOR TERENCE GARNIER

26

TRAJECTUM#1 05092017

05092017 TRAJECTUM#1

27


‘Ik heb er weinig problemen mee’

Hoe is de verdeling van jongens en meisjes op jouw opleiding? 'Ik volg nu de minor psychosomatiek, en daar zijn we met drie jongens en twaalf meisjes. Over het algemeen is het op de opleiding wel fifty-fifty, al zijn er wel veel meer vrouwelijke docenten. Dit is volgens mij een van de populairdere gezondheidsstudies voor jongens.' Hoe ervaar je het om in de minderheid te zijn? 'Ik heb er weinig problemen mee. Je merkt dat het in de klas vaak over onderwerpen gaat die vooral de

vrouwen interesseren. Maar daaraan pas ik me aan. Het is niet zo dat ik ga meepraten, maar ik stel me erop in. En wat prestaties betreft? Daar zie ik ook weinig verschillen.' Hoe komt het dat deze minor relatief weinig mannen telt? 'Deze minor gaat over de psychologische effecten van chronische pijn. Daarbij kijken we wat fysieke klachten met de bovenkamer doen. Ik wil hierna ook een master gaan doen waarin het onderzoek meer centraal staat. Dit is iets minder hardcore fysiotherapie dan bijvoorbeeld manuele thera-

Wessel Heikoop, tweedejaars Bedrijfscommunicatie

Henk-Jan van ’t Hof (28), derdejaars Fysiotherapie

pie. Ik kan deze minor wel aanbevelen aan mannen, maar het moet je liggen, anders vrees ik dat je snel afhaakt.' Merk je een verschuiving in de man-vrouwverhouding bij fysiotherapie? 'Vrouwen werken vooral in deeltijd. In mijn omgeving zie ik steeds meer vrouwen die fulltime gaan werken, maar in de fysiotherapie zie ik daar nog niet veel van terug.'

‘Jongens vinden een zes vaak al goed genoeg’

Hoe is de verdeling van jongens en meisjes op jouw opleiding? 'De meisjes zijn, met driekwart van de klas, in de meerderheid. Eerst deed ik Sociaal Juridische Dienstverlening, daar was ik de enige jongen. Ik denk dat het toeval is. Mijn interesses liggen er, jongens doen over het algemeen meer technische studies.' Merk je verschil in prestaties? 'Het verschilt per type, maar over het algemeen werken meisjes harder. Dat heb ik in de projecten gemerkt. Ze nemen meer initiatief en steken meer energie in het

28

TRAJECTUM#1 05092017

werk. Ze halen hogere cijfers en zijn vaker aanwezig. Ze gaan eerder voor een acht, terwijl jongens een zes vaak al goed genoeg vinden. Ik hoef geen twee uur extra aan iets te zitten als ik die tijd anders kan besteden.' Hoe komt dat, denk je? 'Meisjes nemen hun studie serieuzer. Ze hebben meer structuur qua plannen en spreken duidelijk en vooral eerder af om aan een opdracht te werken. Ikzelf heb weleens moeite met plannen. Ik zat ook een keer met alleen jongens in een projectgroep. Toen zeiden

we in de laatste week tegen elkaar: we moeten toch maar eens beginnen. Met meisjes in de groep begin je eerder en is het eindresultaat vaak ook beter. Al is een evenwicht misschien het beste, want met alleen maar meisjes kan het net een kippenhok zijn. Ook qua tentamenvoorbereiding zijn meisjes meer geordend. Wat Thierry Baudet zei, over dat mannen meer carrièregericht zouden zijn, dat klopt niet bepaald. De meeste vrouwen die studeren, hebben hoge ambities.'

05092017 TRAJECTUM#1

29


Stefan Postulart (24), vierdejaars lerarenopleiding Nederlands

Hoe is de verdeling van jongens en meisjes op jouw opleiding? 'In mijn beginjaar zaten slechts vier mannen op 25 studenten. Ook zijn er veel meer vrouwelijke docenten. Maar daar komt misschien verandering in: met de groep 'Meer mannen op de pabo' is er een beweging gaande om meer mannen het onderwijs in te krijgen. Ze zijn actief bezig met manifesten en praten mee over curricula.' (Zie ook blz. 32.)

maken betere planningen en starten gewoon bij het begin van het blok. Het lijkt er vaak op alsof jongens pas halverwege een plan gaan maken. Ook bij stages doen meisjes het beter. Dat komt denk ik omdat ze sneller volwassener zijn dan jongens, al lopen jongens de achterstand later vaak in. Maar daardoor hebben meisjes meer voorsprong in het voortgezet onderwijs. Ze zijn ook beter in het scheiden van hoofd- en bijzaken – niet onbelangrijk bij Nederlands.'

Merk je verschil in prestaties? 'Bij de groepen waaraan ik les geef, op het ROC in Nijmegen, hebben de meisjes het over het algemeen beter voor elkaar. Ze

Hoe ga jij als toekomstig docent met die verschillen om? 'Jongens moeten meer leren om het overzicht te zien, een totaalbeeld leren schet-

sen. Dat kan wel eens frustrerend zijn, merk ik. Meisjes zijn geordender, maar die moet ik meer prikkelen en datgene wat ze al kunnen verder finetunen.' Wat zou je graag anders zien op de opleiding op dit gebied? 'De lerarenopleiding kan nog meer kijken naar de verschillen tussen jongens en meisjes. Er kan iets meer ontwikkelingspsychologie bij, denk aan didactiek en pedagogiek en hoe je dat concreet kunt toepassen. Ik geloof niet in een honderd procent andere aanpak voor jongens dan voor meisjes, maar met kleine praktische aanpassingen in lessen kan je al veel bereiken.' |

‘Ik geloof niet in een 100 procent andere aanpak’

Studiecentrum Doorn, instituut voor studiebegeleiding, is voor de uitbreiding van haar begeleidersteam op zoek naar:

Studiebegeleiders/Bijlesdocenten Vind je het leuk om met scholieren te werken tegen een aantrekkelijke verdienste? Op onze website www.studiecentrumdoorn.nl staat een uitgebreide functieomschrijving en hoe je kunt reageren.

30

TRAJECTUM#1 05092017

05092017 TRAJECTUM#1

31


Meesterbaan Voorzitter Van Veen wil graag meer variatie in toetsing: ‘Laat ons in plaats van in 4500 woorden reflecteren op een stageperiode een videoverslag maken of een presentatie geven. We leren dat we leerlingen de kans moeten geven zich op een eigen manier te ontwikkelen. Ik zou graag zien dat dat dat ook op de opleiding terugkomt.’

BREIWERKJE Tony en Elisa nemen de verslaggever mee naar de derde etage. Daar worden ze opgeleid tot juf en meester. Knuffels, speelgoed en een breiwerkje aan de muur - in elkaar geknutseld door studenten Creatieve Therapie - vullen de ruimtes.

Studievereniging Mannen Op de Pabo (MOP) van HU Amersfoort, de naam zegt het al, wil meer jongens op de Pabo. De jongens geven acte de présence tijdens open dagen. Om te laten zien dat er niet alleen vrouwen rondlopen.

I

n een houten hok in de hal van de HU Amersfoort zetelt MOP. Aan de muur hangt hun activiteitenagenda, daarnaast een fotomodel van lingeriewebshop Pabo. Geintje, het blijven toch mannen. De MOP bestaat sinds 2012. Op de agenda staan onderwerpen die voor mannen ‘relevant’ zijn tijdens hun ‘mannenmoment’. Niet alleen een potje paintballen, ook nodigen ze geregeld iemand uit voor een lezing

mannelijke studenten op de Pabo’s de laatste jaren langzaam toeneemt, bedraagt hun aantal nog geen kwart van het totaal.

De mannen geven acte de présence tijdens open dagen. Dat is hard nodig, want hoewel het aantal

Het gesprek gaat al snel over taal. Over vrouwen en taal eigenlijk. Volgens Tony van Veen vormt

32

TRAJECTUM#1 05092017

Zo zien de aspirant-studenten dat de opleiding niet alleen bevolkt wordt door vrouwen, vertelt de MOP-voorzitter en derdejaars pabostudent Tony van Veen. Samen met derdejaars en MOPlid Elisa van den Bos –ook vrouwen worden toegelaten - ontvangen ze Trajectum deze middag.

DOOR GERA RD RU TTE N

Elisa komt van het mbo. Daar zat ze alleen met meisjes in de klas. Gillend gek werd ze daarvan. Het ging overal over, behalve waar het over moest gaan. Het was vooral roddel en achterklap. Ze is blij, dat ze nu met jongens in de klas zit. Die zijn zakelijker, directer en gaan meteen op hun doel af.

taal een belangrijk element in het curriculum. Veel docenten zijn vrouw, vrouwen zijn goed in taal en dus is taal de kurk waar het curriculum op drijft.

Een ander verschil vindt Elisa de wijze waarop gewerkt wordt: ‘Ik heb ooit een keuzecursus natuur en techniek gevolgd waarin we een lamp moesten maken. Dan zie je dat meiden eerst moodboards maken, terwijl de kerels naar het materialenhok lopen, planken en draden pakken en aan de slag gaan.’

En daarin schuilt een deel van het probleem, volgens Tony. De nadruk op taal sluit niet goed aan op wat jongens kunnen of willen. Het toetsen bestaat vaak uit reflecteren en het maken van verslagen. “Waarom heb je het zo gedaan?” “Wat is het effect ervan?” Logisch, vindt Elisa: ‘Na iedere les ga je na wat goed ging en wat beter kon. Je wilt jezelf blijven verbeteren.’

In de opleiding komen die typische sekse kenmerken aan bod. ‘We bespreken de verschillen in de cognitieve ontwikkeling tussen meisjes en jongens’, zegt Tony. ‘Jongens van zes jaar willen vaker stoeien, terwijl meisjes van zes liever schrijven.’ Maar het clichébeeld wordt in het curriculum genuanceerd, vinden ze allebei. Elisa: ‘Binnen de opleiding ligt de focus meer op de

individuele verschillen en hoe je als leerkracht bent, dan op het onderscheid tussen man en vrouw.’

STOER

Sinds vorig studiejaar loopt het ‘Broeder en Zuster-project’. Daarin coacht Een groepje ouderejaars jongerejaars. Zo oefenen ze in studievaardigheden, maken samenvattingen of bieden zij vakspecifieke ondersteuning.’ Met ingang van dit studiejaar start een algemene studievereniging. MOP gaat dan verder als onderafdeling van DOP (Diversiteit Op de Pabo). Elisa gaat in het bestuur van de nieuwe studievereniging. ‘Het is goed dat de mannen van zich laten horen, maar ik vind dat ook vrouwen hun steentje moeten bijdragen. Het is niet zo dat wij altijd liefkozend de kinderen op schoot nemen. Wij kunnen ook stoer voor de klas staan, streng zijn en zeggen waar het op staat. Dat mogen wij laten zien.’ Daar sluit Tony zich bij aan: ‘Samen kunnen wij het onderwijs verbeteren en het tekort aan leerkrachten en specifiek mannelijke leerkrachten oplossen. Dit vraagt inzet van mannen en vrouwen.’ |

MANVRIENDELIJK De Pabo’s proberen op verschillende manieren mannelijke studenten aan zich te binden. Niet altijd met succes, blijkt. Zo startte De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen met aparte jongensklassen. Dat pakte niet goed uit: gezelligheid voerde de boventoon, in plaats van harder te werken. Succesvoller lijkt de aanpak bij de pabo van Avans. Hier zitten er minimaal zes jongens in een klas, de jongens hoeven in het eerste jaar geen stage te lopen in de ‘kleuterklassen’ van de basisschool en gaan jongens samen op stage.

Zie ook: www.mannenopdepabo.nl

05092017 TRAJECTUM#1

33


Hoe kijk je terug op je jeugd? 'Op de basisschool werd ik veel gepest, omdat ik er anders uitzag dan de meeste meiden. Geen lang haar en jongensachtige kleding. Op de middelbare school besefte ik dat ik het makkelijker voor mezelf zou maken als ik me wat vrouwelijker voor zou doen.'

Leuk hoor, zo'n special over jongens en meisjes. Maar wat nou als je je niet thuisvoelt bij die etiketjes? We sluiten onze special af met portretten van twee studenten die uit hun hokje stapten. DOOR J U DITH TIELEMANS

Finette (18) studeert aan de HU Journalistiek Hoe was je jeugd? 'Mensen dachten vroeger, dat ik een jongen was. Ik was er niet zo mee bezig. Omdat ik bang was gepest te worden, liet ik op de middelbare school mijn haar groeien. Zo zag ik er vrouwelijk uit, droeg daarnaast wel petjes en wijdere kleding. Dat hoorde bij mij. Ik voelde me geaccepteerd.' Wat voor genderidentiteit past bij jou? 'Vroeger dacht ik dat je man/vrouw/transgender had. Toen ik een documentaire zag over een tweeling, die zich als genderfluid omschreef, ging er een wereld voor me open. Daardoor is het oké om me de ene dag mannelijk en de andere dag vrouwelijk te voelen.' Hoe uit je dat? 'Ik gedraag mezelf geloof ik redelijk genderneutraal. Het is niet zo dat mijn omgeving door heeft wanneer ik van geslacht "wissel". Soms voel ik me opeens midden op de dag anders. Andere dagen zit ik een beetje tussen twee geslachten in. Mijn haar is wel weer kort, simpelweg omdat ik het mooier vind. Maar een jurkje is uitzonderlijk.' Weet de omgeving wat genderidentiteit is? 'Er is een gebrek aan kennis. Sommigen vinden het maar moeilijk: "Kies gewoon", zeggen ze. Maar ik wil vrij kunnen zijn om beide kanten van mezelf te laten zien..'

34

TRAJECTUM#1 05092017

Hoe zou je jouw seksualiteit omschrijven? ‘Ik merk dat ik mezelf een stuk vrouwelijker voel in een relatie met een man. Een vriendin heb ik nog nooit gehad. Het is alleen bij een crush gebleven.'

Wanneer wilde je niet meer als meisje door het leven? 'In de tweede klas kreeg ik gevoelens voor een meisje. Ik dacht: "O, ik ben lesbisch, dan is dat jongensachtige vast meer geoorloofd." Het carnaval in ons dorp was voor mij de perfecte gelegenheid om me te verkleden als jongen. Toen ik met mijn vriendinnen naar de wc ging, kreeg ik vreemde blikken. Een kroegmedewerker stuurde me naar het jongenstoilet. Dat zal ik nooit vergeten. Ik voelde me intens gelukkig. Vrij snel hierna heb ik mijn naam veranderd en kreeg ik de diagnose van genderdysforie, een geslachtsidentiteitsstoornis. Ik mocht eindelijk aan de puberteitsremmers.'

Dat werd Utrecht. 'Ja, mijn studie Humanistiek is interessant en ik woon met fijne huisgenoten. Ik heb ze na een tijd van mijn situatie verteld. Ik voel mezelf een man, maar ik blijf ook een transman.' Hoe zit het met je seksualiteit? 'Ik heb één vriendin gehad, die ook transgender is. Het maakt me niet zoveel uit van welk geslacht iemand is, al heb ik nu een voorkeur voor jongens. Dat gevoel probeerde ik eerst uit te schakelen, aangezien ik jongens als mijn grote rivaal zie. Bovendien wijzen veel homo’s me af. Te gefixeerd op een penis. Die afwijzing was ik beu. Ik denk maar zo: als ik de ware tegenkom, maakt het niet meer uit wat er in mijn broek zit.'

Hoe reageerde het dorp? 'Een spectaculairder geval dan ik was, kwam je niet tegen. Het vervelende is dat niemand je verhaal echt kende, maar me zag als "die transgender". Gelukkig steunden mijn ouders en broertje me, die accepteerden het. Als mensen me verkeerd aanspraken, corrigeerde m’n broertje ze.' Hoe ging je om met negatieve reacties? 'Ik werd daar agressief van. Dat kwam vooral door de cross-sex hormonen en werd een onuitstaanbare puber. Logisch, want het zijn echte testosteronbommen. Het ging een tijd slecht met me. Ik stond op de wachtlijst voor een operatie, waardoor ik geen kinderen meer kon krijgen. Dat was moeilijk. Uiteindelijk heb ik mijn eindexamen in twee jaar gedaan. Ik keek er enorm naar uit om te verhuizen, en met een schone lei beginnen.'

Milan (20) studeert aan de Universiteit voor Humanistiek

05092017 TRAJECTUM#1

35


COLUMN WILLEM SPORK IS STUDENT JOURNALISTIEK

Waarom ik babyhapjes eet 'Ja, ik zie het al. Ontstoken en hij moet getrokken worden', zegt de tandarts met zes vingers in mijn mond. 'Wat? Nu?', vraag ik verbaasd. Al denk ik niet dat de tandarts me verstaat, want ja, die zes vingers. Ik dacht dat ik er met een simpele antibioticakuur vanaf kwam, maar daar denkt de tandarts, die al klaarstaat met een verdovingsspuit, duidelijk anders over. Even schiet er paniek door mijn hoofd. Vanwege die spuit? Ook. Vanwege het feit dat er iets uit mijn mond getrokken gaat worden? Ook. Maar vooral omdat ik denk aan de rib uit mijn lijf die ik hiervoor zal moeten inleveren. Ik leef, zoals velen van ons, van mijn studiefinanciering. Hiervan betaal ik al mijn rekeningen, eten en nodige kopjes koffie. Zo kom ik meestal net rond. Maar ik moet toegeven dat een kies die me gedwongen moet verlaten niet helemaal was ingecalculeerd in mijn begroting voor deze maand.

dag in e studiemid d r a a n m o K l in het ngensuitva jo r e v o t h Utrec un erhoog je h v o Z . s ij rw e hoger ond es!  studiesucc iseert.nl acta-organ

Zie www.f

Terwijl ik aan het bedenken ben hoe ik zo snel mogelijk een orgaan verkoop op de zwarte markt, nadert de tang mijn mond. Ik knijp mijn ogen dicht en voor ik het weet is het voorbij. Mijn kies krijg ik in een zakje in mijn handen gedrukt. ‘Zo, voor thuis’, lacht de tandarts tevreden. ‘En de komende dagen alleen maar zacht voedsel hè’, roept hij me na als ik richting balie loop. Zonder naar het bedrag op de pinautomaat te durven kijken, reken ik af. Die avond slik ik met moeite een babyhapje spinazie door en druk ondertussen een ijszak op mijn wang. Mijn bankrekening jankt en ook mij staat het huilen nader dan het lachen. Iemand nog een kies kopen? |

36

TRAJECTUM#1 05092017

05092017 TRAJECTUM#1

37


COLUMN REMKO VAN BROEKHOVEN , DOCENT JOURNALISTIEK

N STUDENTE

0 5 , 2 € PER WEEK

De vuist en het woord Drie jongetjes bij een Dixi. Zo begon mijn meest recente ervaring met geweld. Of althans: met de dreiging ervan. Ik kwam thuis van een rondje mountainbiken en zag drie jongens van een jaar of veertien bij een toiletcabine staan. Eentje probeerde met een karatetrap het slot eraf te schoppen. De andere twee lachten een beetje. Nadat ik ze eerst was voorbijgereden, keerde ik om en bleef ik staan kijken.

All you can sport

Een van de mannetjes riep: ‘Wat is er?’ ‘Dat kan ik beter aan jullie vragen,’ zei ik. Een tweede stapte op me af: ‘Wat moet je nou! Wat moet je nou!’ ‘Je bent hier niet in je eigen buurt vriend,’ antwoordde ik. ‘Dit is mijn buurt!’ blufte de jongen terwijl hij een stap dichterbij kwam. ‘Doe dat maar in je eigen buurt,’ zei ik en reed naar huis. Daar beving me de twijfel: Had ik niet moeten blijven staan? Of wat buurtbewoners erbij halen? Had ik hiermee niet gecapituleerd voor de vuisten van een paar pubers? De frustratie werd nog sterker toen ik een kwartier later terugkwam op de plaats delict. Daar lag de Dixi op zijn kant. Meer dan een paar woorden had ik er niet tegenover kunnen zetten, en die woorden hadden niks uitgehaald. Of erger nog, wellicht hadden ze zelfs uitgenodigd om nog verder te gaan. Hoe volwassen je ook bent, hoeveel studies je ook hebt afgerond, hoe welgekozen ook je woorden zijn: als je wordt geconfronteerd met bot geweld, ben je zelfs als dat van een paar pubers komt, ineens weer het ventje van veertien dat als-ie niet uitkijkt, een pak rammel krijgt.

Meer dan 75 sporten Olympos is het sportcentrum van de Hogeschool Utrecht en de Universiteit Utrecht. Wil je naast je studie onbeperkt en goedkoop kunnen sporten? Met de OlymPas, de all-in sportkaart van Olympos, kun je voor €130 per jaar (omgerekend €2,50 per week) onbeperkt fitnessen, deelnemen aan ca 80 groepslessen per week, vrij tennissen, squashen en klimmen, deelnemen aan cursussen, voetbalcompetities, lid worden van een studentensportvereniging, en meer! Nergens sport je als student goedkoper.

Het deed me denken aan wat ik zojuist in Een woord, een woord van Frank Westerman had gelezen. In dit boek, over de recente moslimterreur en de Molukse jaren-zeventiggijzelingen, stelt Westerman zich de vraag: ‘Als taal en terreur het duel met elkaar aangaan, welke van de twee legt het dan af?’ Bij de Dixi was het antwoord duidelijk. Maar wie weet, kan ik met deze woorden iemand ervan overtuigen dat dingen kapotmaken nergens op slaan. |

olympos.nl 38

OLYM107_Adv_Trajectum_190x235 v1.indd 1

TRAJECTUM#1 05092017

(advertentie)

10/07/2017 15:58

05092017 TRAJECTUM#1

39


RESTAURANT CORFU Heerlijk eten bij restaurant Corfu aan de Oudegracht 178 in Utrecht. Trajectum mag een dinertje voor twee weggeven bij dit Griekse restaurant. Drankjes zijn voor eigen rekening.

29 SEPTEMBER BETWETER FESTIVAL TivoliVredenburg Hoe weten we in de eindeloze stroom van informatie, hypes en alternatieve feiten wat waar is en wat niet? Op het Betweter Festival gaan kunstenaars en wetenschappers op onderzoek uit. Hardnekkige mythes worden ontmaskerd en fundamentele vragen beantwoord. Bestaat de filterbubbel? Is het altijd stil als je doof bent? Ontdek hoe het echt zit - of anders kan. Met o.a. Tim Fransen, Aafke Romeijn & prof. Marieke van den Brink, Clean Pete, Tamino, prof. Annelien Bredenoord, Jeangu Macrooy, prof. Bas Haring. betweterfestival.nl / tivolivredenburg.nl

Mail vóór 15 oktober naar trajectum@hu.nl met het onderwerp Corfu en maak kans op dit lekkere etentje.

BOEKEN BLOEMETJE CADEAU DOEN? Heb je wat te vieren? Verjaardag, huwelijk of diploma? Dat kan natuurlijk met een bloemetje. Wij geven vijf Greetz boeketjes weg t.w.v. €40,-, met gratis bezorging. Mail trajectum@hu.nl met het onderwerp Bloemen, vóór 15 oktober, en wie weet kan jij een mooi boeket weggeven.

Meer lezen over jongens en meisjes, het onderwerp van deze special? Trajectum geeft twee boekenpakketjes weg met de volgende titels: • Jongens zijn slimmer dan meisjes • Waarom we allemaal van Mars komen. Pakketje winnen? Mail vóór 15 oktober naar trajectum@hu.nl met het onderwerp Mars.

BERKELEY-II LAPTOPRUGTASSEN Deze rugtas heeft een speciale gewatteerde sleeve om laptops en tablets in op te bergen. Extra veilig, op deze manier! In het verborgen vak van het rugpaneel kun je ook nog kleinere spullen opbergen. Extra handig! We mogen twee tassen weggeven. Mail vóór 15 oktober naar trajectum@hu.nl met het onderwerp Berkeley en maak kans op zo’n fijne tas.

TRAJECTUM#1 05092017

27 OKTOBER BOESJANS Theater Kikker Na een eerdere editie tijdens kerst 2016 komt Boesjans dit seizoen een aantal keer terug naar Theater Kikker. Boesjans maakt voorstellingen vol komische scènes en her en der een lied over de dagelijkse onzin van het bestaan. De groep bestaat uit jonge toneelschrijvers, acteurs én een regisseur. Soms worden ze bijgestaan door gastschrijvers en gastacteurs uit de comedywereld. De schrijvers schrijven sketches en de acteurs krijgen kort de tijd om deze in te studeren. Wat een aaneenschakeling van super grappige en absurde scènes oplevert. theaterkikker.nl

2 NOVEMBER IJZERSTERKE SOUNDTRACKS TivoliVredenburg Na twee daverende symfonische movienights komt het Noord Nederlands Orkest opnieuw naar TivoliVredenburg. Dit keer op het programma: IJzersterke Soundtracks. Soms zijn de soundtracks net zo onvergetelijk als de films zelf. Een paar noten kunnen genoeg zijn om een soundtrack te herkennen. Actrice en zangeres Hadewych Minis laat je de beste tracks horen die variëren van sprookjesmuziek uit de Disneyfilm Hook, de opzwepende sound van Pirates of the Carribean tot het bombastische Danse Macabre van Saint Saëns. tivolivredenburg.nl

WIN 2X2 VRIJKAARTEN VOOR LA DICTADURA DE LO COOL - TEATRO LA RE-SENTIDA

Alvast zien welke bloemen je kunt versturen? Kijk op greetz.nl/bloemen

40

Beeld: Casper Koster

UITTIPS

Beeld: Jan Willem Groen

WINACTIES

Op 21 november is het Chileense gezelschap Teatro La Re-Sentida tijdens het Explore festival in Stadsschouwburg Utrecht te zien. Dit festival toont een selectie van verrassende voorstellingen uit alle windstreken. Zoals La Dictadura de lo Cool, een anarchistische voorstelling vol humor en energie waarin de Chileense kunstelite op de korrel genomen wordt. Ooit links en politiek betrokken, nu afgegleden tot een ranzige bourgeoisie die zuipend en snuivend door het leven gaat. In dit stuk treffen we een aantal van hen op een langzaam ontsporende poolparty. En jij kan erbij zijn. Stadsschouwburg Utrecht geeft kaarten weg. Reageren vóór 12 november. Winnen? Check www.trajectum.hu.nl/uit-tips-enwin-acties of www.uitagendautrecht.nl/acties

i.s.m.

www.uitagendautrecht.nl 05092017 TRAJECTUM#1

41


Colofon Trajectum, het redactioneel onafhankelijke magazine van Hogeschool Utrecht verschijnt 4 maal per jaar.

KLINIEK CONTACTLENZEN Heb of wil je contactlenzen? Bij de HU-kliniek contactlenzen krijg je een deskundige aanmeting en controle voor alle soorten en korting op de aanschaf. Bel naar 088 - 4815 777. SNEL HEES OF EEN SCHORRE STEM? Moeilijk verstaanbaar of alles twee keer moeten zeggen? Meld je dan aan voor een gratis logopedieonderzoek, -advies of –behandeling in de opleidingskliniek logopedie. Bel naar 088 – 4815 777.

DAGO HERRERA MARRERO (24, vijfdejaars Sociaal Pedagogische Hulpverlening) Omschrijf je stijl? ‘Die verandert elke twee jaar, ik kleed me nu meer casual dan voorheen. Ik ben visueel ingesteld, vind het leuk om mezelf met kleding te uiten. Ik let op kleuren, zorg ervoor dat m’n accessoires – horloge, ketting – op m’n kleding zijn afgestemd. En ik loop bijna altijd rond met een hoed of pet op m’n kop.’ Muziek? ‘Vrij eenzijdig, haha. 95 procent latin, waarvan 80 procent reggaeton: Daddy Yankee, Los4, Gente de Zona, Nicky Jam. Daar word ik vrolijk van en het doet me denken aan mijn geboorteland Cuba’ Tv? ‘Nauwelijks. Als ik kijk, is het altijd van NPO en meestal via Uitzendinggemist.’ Series? ‘Sense8, How To Get Away With Murder en Game of Thrones.’Hobby? ‘Ik ben verslaafd aan Zweeds pesten, een kaartspel dat ik met vrienden doe. Muziek aan, drankje erbij, superleuk.’ Politieke partij? ‘GroenLinks. Die partij focust op thema’s die ik zelf ook het belangrijkst vind. Milieu, migratie, minder markt, meer herverdelen. Ik vind dat politiek meer zou moeten gaan over samenwerken in plaats van polariseren.’ Bijbaan of alleen stufi? ‘Het afgelopen jaar heb ik in de jeugdhulp gewerkt, met kinderen tussen de 16 en 19 die niet meer thuis kunnen wonen. Dat was heel leuk, superveel geleerd.’ Woning? ‘Nog bij mijn ouders in Bilthoven. Ik wil eigenlijk al jaren op mezelf gaan wonen, maar m’n ouders zijn vaker weg dan thuis dus het is eigenlijk prima wonen zo.’ Plekje in Utrecht? ‘Ik hou van heel Utrecht. Het vaakst kun je me vinden aan de Drift, in de universiteitsbibliotheek. Daar kan ik me perfect concentreren.’ Alcohol? ‘Op z’n tijd. Tijdens feestjes, met vrienden. Bier, rode wijn, rum met Sprite. En bier met Licor 43, echt een aanrader.’ Welk cijfer geef je je leven nu? ‘Ik ben dankbaar voor elke dag en ik ben me ervan bewust hoe goed ik het heb, als ik elke dag het nieuws zie… Dus zeker een 7,5/8. De perfecte ik zal nooit bestaan, net als de perfecte samenleving. Maar ik zou meer willen sporten en ik hoop een baan te vinden waarin ik m’n passie kwijt kan.’

WOON JE ALS STUDENT IN UTRECHT? HEB JE AL EEN HUISARTS IN UTRECHT? NEE? IS GEWENST!KLINIEK OOGZORG Vermoeide ogen bij beeldschermwerk? Maak gebruik van de HU SCHRIJF JE NU GEMAKKELIJK ON-LINE IN!

regeling & Hu faciliteiten: GRATIS oogonderzoek & beeldschermbril via de kliniek van Oogzorg op De Uithof. Voor een afspraak, bel 088 – 4815 777

www.studentenarts.nl

STUDENTEN

WOON JE ALS STUDENT IN UTRECHT? HEB JE AL EEN HUISARTS IN UTRECHT? NEE? IS GEWENST! SCHRIJF JE NU GEMAKKELIJK ON-LINE IN!

HUISARTS www.studentenarts.nl studentenarts.nl

JANSKERKHOF

Redactieadres Bezoekersadres; Bolognalaan 101, 3584 CJ Utrecht, K.3010 Postadres: Postbus 85182, 3508 AD Email: trajectum@hu.nl www.trajectum.hu.nl facebook.com/trajectum Redactie Janny Ruardy (hoofdredacteur; 06-13581830; janny.ruardy@hu.nl) Marc Janssen (eindredacteur; 06-51044062; marc.janssen@hu.nl) Gerard Rutten (redacteur; 06-42246590; gerard.rutten@hu.nl) Maarten Nauw (webredacteur; maarten.nauw@hu.nl) Nettie Peters (redactieassistent; 06-41621033; nettie.peters@hu.nl) Aan dit nummer werkten mee: Terence Garnier, Judith Tielemans Columnisten Willem Spork, Reint Jan Renes, Remko van Broekhoven Fotografie & beeld Kees Rutten Vormgeving Nanda Coppens, Studio Oblong Advertenties Bureau van Vliet zandvoort@bureauvanvliet.com, tel 023-571 47 45 Abonnementen: 15,- per jaargang Druk: Tuijtel

Redactieraad Aleid Truijens, Alex Beishuizen, Hendrien van de Weert, Martijn Grul, Reint Jan Renes, Stef Verhoeven, Thianna Noordzij @Trajectum Auteursrecht voorbehouden. Het is verboden om zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur artikelen of illustraties geheel of gedeeltelijk over te nemen.

JANSKERKHOF 6

TRAJECTUM#1 - STUDENT STYLE 05092017

05092017 TRAJECTUM#1

42


ELINE HOUTEN (25, derdejaars Life Sciences) JET TIMMERMAN  (21, minor Gebarentaal aan de HU, opleiding Docent Beeldende Kunst en Vormgeving, NHL Hogeschool) Omschrijf je stijl? ‘Kleurrijk. Is het niet m’n kleding, dan toch m’n haar. Ik verander vaak van haarkleur. M’n kleding heeft vandaag een hippievibe, maar dat kan morgen totaal anders zijn.’ Zonnebril? ‘Altijd, m’n ogen zijn gevoelig voor licht. Ik heb er zo’n twintig.’ Slayer-shirt? ‘Die draag ik vooral omdat ik dan recht heb om SLAYER! te roepen, haha. Ik luister er ook wel naar hoor, dus ik mag ‘m dragen.’ Winkels? ‘De kringloop, tweedehandskledingwinkels, de markt. Maar ook gewoon H&M en zo.’ Stijlicoon? ‘Lora Zombie. Een kunstenaar met een heel toffe eigen stijl. Ik heb haar ontdekt via DeviantArt.’ Muziek? ‘Momenteel veel indie muziek, zoals Circa Waves en The Kooks. Ik wissel ook rustig singer-songwriter liedjes af met deathcore, net waar ik zin in heb. Ik luister meestal via Spotify maar ik heb ook een platenspeler. Daar luister ik vooral oudere muziek mee. Ik heb nu een stuk of vijftig platen, maar de collectie is groeiende. Op dit moment ligt de Grease-soundtrack op de speler.’ Laatste concert/ feest? ‘Ik was afgelopen zaterdag naar Psychedelic Rave in de Maassilo in Rotterdam. Een legale rave met goa en psy-trance.’ Film? ‘We Need To Talk About Kevin. Verschrikkelijk verhaal, op een goede manier. Gaaf geacteerd, geregisseerd, gemonteerd.’ Tv? ‘Heel, heel, heel soms. Als ik brak ben. Heel genante bruidsjurkprogramma’s op TLC, zoals Say Yes to the Dress en zo.’ Boek? ‘Ik lees veel in de trein. Ik reis elke dag 2,5 uur heen, 2,5 uur terug. Ik wil deze week aan To Kill a Mockingbird beginnen.’ Hobby? ‘Ik ben vrijwilliger bij de Neushoorn, een poppodium in Leeuwarden. Daar draai ik bardiensten.’Sport? ‘Nu heb ik er geen tijd meer voor, door m’n studies, maar ik reed altijd paard. Mijn paard Melle is nu te oud om op te rijden, hij is 23 en heeft artrose. Mijn moeder en ik zorgen nog wel voor hem.’ Woning? ‘Ik woon met een vriendin en de beesten samen. We hebben twee katten: Maus en Otje, en een konijn: Sir Hopsalot.’ Welk cijfer geef je je leven nu? ‘Met de zon een 7,5. Iedereen lijkt opeens positiever, je ziet mensen meer lachen. Ik zou wel meer willen slapen en minder willen stressen.’

4

TRAJECTUM#1 - STUDENT STYLE 05092017

Omschrijf je stijl? ‘In één woord: makkelijk. Ik ben nogal lui ’s ochtends dus als ik snel iets uit de kast kan trekken, doe ik dat. Ik draag graag truien, zelfs in de zomer. Ik heb het altijd koud, het is echt verschrikkelijk.’ Wat zou je zelf nooit dragen? ‘Iets heel erg bloots. Een naveltruitje of een rok waar je kont uit valt.’ Muziek? ‘Ik vind alles wel goed, als het maar geen André Hazes of zo is. Heavy metal is m’n studeermuziek. Dat drowned alle andere geluiden uit, daar kan ik me heel goed door concentreren.’ Film? ‘Laatst zag ik The Imitation Game, over Alan Turing die in de Tweede Wereldoorlog een machine heeft gemaakt die de Duitse Enigmacode kon kraken. Verder kijk ik het liefst Marvel-films: actie en niet te veel nadenken.’ Boek? ‘Vooral fantasy. Ik ben nu bezig in Game of Thrones.’ Politieke partij? ‘De Piratenpartij. Ze kwamen bij mij tot drie keer toe bovenaan een kieswijzer. Ik heb toen hun standpunten doorgelezen en die kwamen vrij goed overeen met waar ik het mee eens ben. Zoals dat ze het leenstelsel willen afschaffen.’ Woning? ‘Bij mijn ouders in Houten. Ik zou het liefst uit huis willen maar dat is qua geld niet te doen. Utrecht is zo ontiegelijk duur. En ik zit een halfuur fietsen van Utrecht.’ Ontbijt? ‘Niks. Ik heb net een broodje gegeten bij de AH To Go. Het was vanochtend een beetje hectisch.’ Welk cijfer geef je je leven nu? ‘Een 7,5. Ik zou minder willen stressen. Ik ben een doemdenker. Ik doe het al een stuk minder dan een paar jaar geleden maar ik haal mezelf nog steeds allerlei doemscenario’s in het hoofd en ga dan zitten stressen, terwijl dat niet nodig is.’ Wat wil je later worden? ‘Het liefst zou ik onderzoek doen naar genetische dingen. We hebben een enorm genoom, dat lijkt me leuk om te onderzoeken. Waarom gaan er dingen mis en waarom gaat het ook zo vaak goed. Ik ga over een halfjaar stage lopen in Australië. Ik ben er nog nooit geweest en vind het ontzettend spannend.’

05092017 TRAJECTUM#1 - STUDENT STYLE

5


WILLEM SCHOENMAKERS (24, vierdejaars Civiele Techniek)

Student Style

2017

Hij zoekt studenten die opvallen, en dat hoeft niet per se in kledingstijl te zijn. ‘Het gaat om iets that makes them stand out from the crowd.’ En hij zoekt variatie. Jongen, meisje, donker, blond, homo, hetero, alle religies en alle voorkeuren wil hij een keer voor zijn camera krijgen. Met een lichte voorkeur voor werkelijk bijzondere types; de Echte Nerd, het springerige hippiemeisje of de uitgesproken Gothic. Maar uiteindelijk toont hij een dwarsdoorsnede van de HU-studenten. Inclusief een voorzichtige poging om iets van de tijdgeest te vatten. De vragen die hij stelt, gaan net iets dieper dan de gemiddelde stijlrubriek. Zo ontstaat er een echt portret van de persoon achter de foto. ’Mooie verhalen door onschuldige vragen’, vat Maarten het samen. Aan het begin van een nieuw schooljaar maken we een kleine selectie uit al die variatie van het afgelopen jaar. Met nog één tip van Maarten: trek je er vooral niets van aan en kies je eigen weg. ‘Er zijn al te veel grijze muizen.’

2

TRAJECTUM#1 - STUDENT STYLE 05092017

Meer Student Style? Check www.trajectum.hu.nl/category/student-style/

Dit is Maarten Nauw, redacteur van Trajectum. Bijna iedere week staat hij met zijn camera in de hand bij de uitgang van een HU-gebouw. En als na de lessen iedereen naar buiten stroomt, let hij goed op: wie mag er deze week in Student Style?

Omschrijf je stijl? ‘Metalhead… denk ik. Ik draag altijd bandshirts en legerbroeken.’ Waar shop je? ‘Bij de legerdump en bij concerten. Of op de websites van bands. Dan weet je zeker dat het geld bij de bands zelf terecht komt. Deze sweater van Deeds of Flesh heb ik ook online gekocht.’ Überlelijk? ‘O, het maakt me niet zo uit hoe ik eruitzie. Al lijkt me strakke kleding niet fijn.’ Muziek? ‘Metal. Death, Slayer, Fallujah. Maar ik vind veel andere muziek ook wel iets hebben. Zoals ambient en EBM.’ Laatste concert/feest? ‘Auto gehuurd, met vrienden naar Geleen, Limburg voor een slam death metal avond.’ Film? ‘Fight Club, die heb ik zeker tien keer gezien. Ik vind de filosofie erachter tof. Anti-materialistisch.’ Boek? ‘Ik heb er een paar gelezen, maar daar blijft het bij.’ Sport? ‘In Brabant deed ik aan taekwondo en krachttraining. Daar ben ik nu op uitgekeken. Ik heb boksballen hangen, daar sla ik soms op.’ Hoe woon je? ‘Antikraak in een appartementencomplex met mijn vriendin. We betalen 75 euro per persoon.’ Plekje in Utrecht? ‘Het is beter om niet al te gehecht te raken aan een plek als je antikraak woont, elk moment kan het zo zijn dat je moet verhuizen.’ Bijbaantje? ‘Op zaterdag werk ik voor een autodealer.’ Alcohol? ‘Soms. Ik snap alleen niet waarom over alcohol anders wordt gedacht dan over andere verdovende middelen. Alcohol is ook een drug.’ Veranderen aan de HU? ‘Tijdens mijn studie zijn veel leraren weggegaan. Sommigen met pensioen, anderen omdat ze niet erg goed waren. Daardoor vielen er gaten in de opleiding, het was een beetje een zootje.’ Geleerd van opleiding? ‘Van de hydraulica-lessen heb ik veel opgestoken. Die werden gegeven door een professor, een natuurkundige en ik geloof ook kwantumfysicus die goed kon vertellen.’ Welk cijfer geef je je leven nu? ‘Een 7,5. Het zou iets hoger zijn als dingen wat meer mee zouden zitten. Ik heb nog steeds geen stageplek gevonden bijvoorbeeld. En vorige week ben ik met m’n auto in de vangrail beland. Al liep dat gelukkig goed af.’ Wat wil je later worden? ‘Civiel ingenieur. Bruggen, sluizen, stuwen ontwerpen. Waar ik uiteindelijk kom te werken, maakt me niet zo veel uit. Als ik maar tevreden ben en niet te overstresst.’

05092017 TRAJECTUM#1 - STUDENT STYLE

3


48 TRAJECTUM#1 05092017

STUDENT STYLE

#1 | 05 09 2017

| www.trajectum.hu.nl | magazine voor Hogeschool Utrecht


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.