Tragel kwaliteitsrapport 2019

Page 1

Kwaliteitsrapport 2019 SAMEN Verder!

1 oktober 2020 | www.tragel.nl


2


Inhoudsopgave 1.1 Inleiding 4

5. Samen verder

1.1 Doel 4 1.2 Aanpak 4 1.3 Leeswijzer 4

5.1 Conclusies 36 5.2 Wat we gaan doen 38

2. Samen werken aan kwaliteit 6

Bijlagen 40

2.1 Waar staat Tragel voor? 7 2.2 Tragel in cijfers 12

Bijlage 1 – Overzicht bronnen Bijlage 2 – Uitkomsten kwaliteitsmeting vertegenwoordigers, begeleiders en cliënten Bijlage 3 – Actualiteit van de zorgplannen in 2019 Bijlage 4 – Verslag Kwaliteitsconferentie 2020

3. Waar staan we nu?

14

3.1 Terugkijken 15 3.2 Wat is de stand van zaken en 17 wat vinden wij belangrijk? 3.2.1. Zorgplan 17 3.2.2. Randvoorwaarden 20 3.2.3 Hoe willen wij werken aan 24 kwaliteitsverbetering?

4. Samen reflecteren

30

4.1 Kwaliteitsreflecties 30 4.2 Kwaliteitsconferentie 33 4.3 Reflectie Raad van Bestuur 34

36

40 40 46 47


1. Inleiding 1.1 Doel Volgens het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg 2017-2022 komt Tragel voor de derde keer tot een jaarlijks overzicht van kwaliteit. Gebaseerd op ons motto ‘Samen Doen’ willen we dan ook op basis van het kwaliteitsrapport: ‘Samen Verder!’. In dit kwaliteitsrapport wordt de vergelijking gemaakt met de voorafgaande jaren en het biedt opnieuw een geobjectiveerde weergave van de kwaliteit die Tragel bereikt voor cliënten, alsmede een weergave van belangrijke voorwaarden zoals betrokken en vakbekwame medewerkers. We gaan in op wat er goed gaat en wat aandacht nodig heeft. 1.2 Aanpak

Gedurende het afgelopen jaar is er opnieuw gewerkt aan de afzonderlijke bouwstenen van het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg 2017-2022:

voorgelegd aan onze doelgroepen zelf (hierna: de kwaliteitsmeting): cliënten, vertegenwoordigers en begeleiders. Hoe vinden zij dat het nu gaat met:

➜ het zorgplanproces rond de individuele cliënt borgen: daartoe in dialoog vaststellen welke ondersteuning nodig is, alert zijn op gezondheidsrisico’s en op kwaliteit van bestaan; ➜ leren van onderzoek naar cliëntervaringen: in 2019 uitgevoerd onder cliënten van de werk-/ dagbestedingslocaties, als ook onder hun vertegenwoordigers en begeleiders; ➜ kritische zelfreflectie door teams borgen: via de driehoek van zorgmanager, eerste begeleider en gedragsdeskundige de kwaliteitsinformatie bij elkaar brengen en aan de zorgteams voorleggen om stil te staan bij hoe het gaat en wat er verbeterd kan worden.

1. De kwaliteit van het zorgproces rond de individuele cliënt 2. De ruimte die cliënten hebben op het gebied van eigen regie 3. De ervaringen van cliënten 4. Samenspel in zorg en ondersteuning 5. Borging van veiligheid in zorg en ondersteuning 6. Betrokken en vakbekwame medewerkers

In het kwaliteitsrapport worden de ervaringen van de bovengenoemde drie bouwstenen met elkaar verbonden, als ook vergeleken met voorgaande jaren. Hiernaast maken we gebruik van het cijfermateriaal dat we beschikbaar hebben rondom de kwaliteit van zorg (denk hierbij aan: actuele zorgplannen, incidenten en klachten). Echter, om een zo goed mogelijk beeld te hebben van kwaliteit, hebben we ook de thema’s van het kwaliteitsrapport

4

We willen het jaarlijkse overzicht van kwaliteit benutten om met elkaar in gesprek te blijven over wat we belangrijk vinden, wat goed gaat en wat er verbeterd kan worden. Hiervoor dient het Kwaliteitsrapport 2019 herkenbaar en bruikbaar te zijn. Er is een samenvatting beschikbaar, die ook met de cliënten zelf gedeeld wordt. Voor de opvolging van de verbeterpunten gebruiken we ons eigen kwaliteitsmanagementsysteem (hoe willen we werken aan kwaliteit?): het Kwaliteitskompas.


1.3 Leeswijzer

Het Kwaliteitsrapport 2019 is opgebouwd in de volgende hoofdstukken:

Samen werken aan kwaliteit: wat is onze zorgvisie en werkwijze op het behouden enverbeteren van de kwaliteit van zorg en ondersteuning en voor welke cliënten?

Waar staan we nu?: wat is de voortgang

als we terugkijken naar de voorgaande jaren, wat vinden we nu zelf belangrijk en hoe werken we samen aan kwaliteitsverbetering, ook met het oog op de toekomst?

Samen reflecteren: wat willen de

zorgteams zelf verbeteren aan de zorg en ondersteuning en wat voor beeld hebben we nu Tragel-breed over de kwaliteit van zorg en ondersteuning?

Samen verder: wat zijn de conclusies en prioriteiten om mee aan de slag te gaan?

Ga vooral na het lezen van het Kwaliteitsrapport 2019 hierover met elkaar in gesprek. Ieder vanuit eigen perspectief: van cliënten, vertegenwoordigers en begeleiders. Het is hier nog goed om op te merken dat in dit rapport gesproken wordt over ‘cliënten’, maar in de dagelijkse praktijk worden de cliënten die bij Tragel wonen als bewoners aangesproken. Voor de leesbaarheid is toch gekozen voor ‘cliënten’, ook omdat niet alle cliënten bij Tragel wonen.


2. Samen werken aan kwaliteit Samenvatting ➜ We willen Triple-C als grondhouding en de zorgprogramma’s als leidraad gebruiken als basis voor onze zorg en ondersteuning. Van hieruit werken we aan kwaliteit. Voor de individuele cliënt is de kwaliteit van zorg en ondersteuning terug te vinden in het (multidisciplinaire) zorgplan. ➜ We reflecteren op de kwaliteit van zorg door gebruik te maken van onze eigen missie en zorgvisie, als ook onze kernwaarden. De zelfstandige zorgteams zijn bij ons zelf eigenaar van de kwaliteit van zorg. Het Kwaliteitskompas (kwaliteitsmanagementsysteem) is ondersteunend om te werken aan kwaliteitsverbeteringen. ➜ Innovatie is geen doel op zich. Het nachtzorgprogramma is een mooi voorbeeld van hoe innovatie een belangrijke bijdrage levert aan de kwaliteit en veiligheid van de nachtzorg aan de cliënten. Zo brengen we verder in kaart voor welke vraagstukken innovatie de oplossing kan zijn. ➜ Het Kwaliteitsrapport 2019 levert input voor de Beleidsvisie 2021-2023. Zo borgen we om Tragel-breed met de belangrijkste kwaliteitsthema’s aan de slag te gaan. We willen vooral stimuleren om met elkaar in gesprek te gaan over de kwaliteit van de zorg en ondersteuning, als ook een veilige omgeving voor de cliënt. ➜ Tragel heeft 815 cliënten en 834 medewerkers, voor het merendeel op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz). Zij zijn verdeeld over verschillende RVE’s. Voor verschillende doelgroepen van cliënten geldt wel een apart zorgprogramma, waaruit blijkt welke zorg en ondersteuning we bieden en wat medewerkers hiervoor nodig hebben.

6


2.1 Waar staat Tragel voor?

Tragel ondersteunt mensen met een verstandelijke beperking, zodat zij een goed én zo gewoon mogelijk leven kunnen leiden in de samenleving. Tragel wil zijn schouders zetten onder een warme en inclusieve maatschappij waaraan de cliënten volwaardig kunnen participeren. Het motto ‘Samen doen’ staat dan ook voor het samen bouwen aan een netwerk, waarin samen ook sterk maakt. Dit betekent voor ons, gebaseerd op Triple-C1: ➜

een leven waarin de cliënt zichzelf kan zijn, mens onder de mensen, en van betekenis kan zijn voor de ander en zijn omgeving. Gelijkwaardigheid zien we als basis voor onze onvoorwaardelijke ondersteuning. Mensen worden niet alleen gewaardeerd om wat ze doen, maar vooral om wie ze zijn;

➜ ➜

de focus leggen op wie de cliënt is, wat zijn/haar talenten, krachten en mogelijkheden zijn. Samen met de cliënt zijn we op zoek naar zijn/haar perspectief, waar wil hij/zij naartoe, wat wil hij/zij bereiken? Op een professionele manier stimuleren we de cliënt om zichzelf te ontwikkelen tot daar wat bij hem/haar past. We maken hierbij gebruik van expertise op het gebied van begeleiden, ontwikkelen en behandelen; warme zorg bieden in een veilige omgeving en werken vanuit een vertrouwensrelatie waarin de eigenheid van de cliënt onvoorwaardelijk ondersteund wordt. Samen met de cliënt, de familie en het netwerk streven we naar een actieve samenwerking. Hierbij wordt het belang van de cliënt steeds als uitgangspunt genomen.

1 Triple-C: Cliënt, Coach en Competentie, LACCS: Lichamelijk welzijn, Alertheid, Contact, Communicatie en Stimulerende tijdsbesteding en ZRM: Zelf Redzaamheid Matrix.


Kwaliteit neemt een belangrijke plek in tijdens ons werk. We werken aan: ➜ zorgprogramma’s voor de verschillende doelgroepen van cliënten (LVB, MVB, EVMB en K&G2), waarin we laten zien wat we cliënten bieden aan zorg en ondersteuning (met driehoofdmethodieken: Triple-C, LACCS en ZRM¹) en wat begeleiders hiervoor nodig hebben aan kennis, vaardigheden en competenties; ➜ een actieplan op basis van de SystemeTrie3 volgens Triple-C ten behoeve van de randvoorwaarden per team/locatie; ➜ een veilige omgeving voor cliënten, want dat zorgt ervoor dat zij zich geaccepteerd voelen en zich verder kunnen ontwikkelen; ➜ leven in vrijheid, waardoor onvrijwillige zorg alleen toegepast mag worden als er sprake is van ernstig nadeel voor de cliënt

8

en/of anderen. Met de zorgprogramma’s als leidraad en Triple-C als grondhouding werken we preventief om onvrijwillige zorg zoveel mogelijk te voorkomen; ➜ zoveel mogelijk zelfstandigheid van cliënten (eigen regie), zodat met persoonsgerichte zorg die steun wordt geboden die nodig is van professionals en mensen uit het (sociale) netwerk rond de cliënt; ➜ een multidisciplinair zorgplan waarin de afspraken staan die cliënten, hun vertegenwoordigers en begeleiders van Tragel met elkaar maken om samen tot het beste resultaat te komen. Er is in het zorgplan aandacht voor zorg en ondersteuning, behandeling, wonen, werk/ scholing en vrije tijd; gericht op het vermogen om mee te doen in de samenleving.


Medewerkers van Tragel dragen volgende kernwaarden uit: Ze zijn professioneel, betrokken en bijzonder.

Betrokken:

Loyaal en enthousiast Meelevend en respectvol Met interesse en waardering

Bijzonder:

Anders is ok! Iedereen telt mee Heb lef om jezelf te zijn

SAMEN doen!:

Kwaliteiten benutten, samen trots en sterk. Durf ruimte te geven en te pakken. Vol vertrouwen en in verbinding leven en werken.

Professioneel:

Lerend, integer en betekenisvol Zichtbaar handelend, naast en nabij Op maat, competent en pro-actief

2 LVB: Licht Verstandelijk Beperkt, MVB: Matig Verstandelijk Beperkt, EVMB: Ernstig Verstandelijk Meervoudig Beperkt en K&G: Kind & Gezin. De groep ouderen onder de cliënten en extramurale cliënten vallen onder de zorgprogramma’s LVB, MVB en EVMB. 3 De ‘SystemeTrie tool’ van ASVZ integreert gesignaleerde risico’s en Triple-C. Om risico’s om te buigen is de ‘SystemeTrie’ gericht op het gezamenlijk creëren van een cultuur, waarbinnen de focus zowel op de behandelinhoud als op het risicomanagement ligt. De inhoud van de ‘SystemeTrie’ is vertaald naar de organisatie binnen Tragel en bruikbaar voor alle teams/locaties, ook waar een andere methodiek dan de Triple-C methodiek wordt toegepast.


De kernwaarden, maar ook onze eigen missie en zorgvisie, gebruiken we om te reflecteren op de kwaliteit van zorg. De kaders voor reflectie: ➜ het werken met zelfstandige teams. Hierdoor komt het eigenaarschap zorgteams te liggen. In de zorgteams zijn contactpersonen Kwaliteit & Veiligheid (K&V), tevens de eerste begeleiders, benoemd. Zij werken samen met hun teams aan de kwaliteit van zorg. Binnen het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg 2017-2022 is het reflecteren op kwaliteit van zorg een belangrijke opdracht voor de zorgteams. Hiertoe krijgen ze vier thema’s aangereikt: het proces rond de individuele cliënt, de kwaliteit van de relatie tussen cliënt en medewerker, de borging van veiligheid en de teamsamenstelling.

10

Deze kwaliteitsreflectie ondersteunt de zorgteams om uit het individuele cliëntproces te stappen en overkoepelend te kijken naar de kwaliteit van zorg voor de eigen doelgroep van cliënten en/of eigen team/locatie; ➜ het toetsingskader van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) (met de drie pijlers: persoonsgerichte zorg, deskundige zorgverlener en sturen op kwaliteit en veiligheid). Het is belangrijk om te weten hoe de IGJ ons beoordeelt. In de Reflectiehandreiking voor Tragel wordt vanuit dit toetsingskader de verbinding gelegd met het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg 2017-2022 (1); ➜ ons kwaliteitsmanagementsysteem: het Kwaliteitskompas. De kern hiervan is het toepassen van de PDCA-cyclus (Plan, Do, Check, Act). Voor de resultaten van het Kwaliteitskompas verwijzen we naar de directiebeoordeling (2).


Tragel heeft ruim 70 woon- en werk-/dagbestedingslocaties in Zeeuws-Vlaanderen en op Walcheren. Ruim 800 collega’s maken zich hard om vanuit de zorgvisie ondersteuning te bieden aan cliënten met een verstandelijke beperking of forensische zorgtitel. Deze mensen bouwen verder aan een organisatie die durft te dromen en blijft zoeken, die innovatie en duurzaamheid omarmt en vertrouwen heeft in de toekomst.

Innovatie kan een belangrijke bijdrage leveren aan de kwaliteit van zorg. Twee voorbeelden: ➜ in 2019 is Tragel verder aan de slag gegaan met de uitwerking en realisatie van de visie op nachtzorg ‘de nacht is om te slapen’ voor zoveel mogelijk nachtrust, privacy, vrijheid en zelfstandigheid, met oog voor veiligheid en toezicht. Verderop in het rapport wordt de stand van zaken betreft het nachtzorgprogramma beschreven; ➜ eind 2019 is een kernteam van eerste begeleiders gestart om onderwerpen en vraagstukken in kaart te brengen voor de Innovatie-impuls. De Innovatieimpuls is een onderdeel van het

Hoe willen we de kwaliteit van zorg op de agenda houden? Met het jaarlijkse kwaliteitsrapport kijken we niet alleen terug, maar ook vooruit: wat worden de belangrijkste kwaliteitsthema’s voor Tragel? Het Kwaliteitsrapport 2019 levert ook input voor de komende Beleidsvisie 2021-2023. Tragel-breed, samen met de zorgteams en hun contactpersonen K&V, kunnen we dan verder werken aan kwaliteitsverbetering. De borging van kwaliteit vindt plaats in de interactie tussen begeleider en cliënt. Ons doel is dan ook om begeleiders bewust te maken van de kwaliteit van de zorg en ondersteuning, als ook een veilige omgeving voor de cliënt.

programma ‘Volwaardig leven’ van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), gericht op een duurzame oplossing door het probleem aan te pakken. Een belangrijke voorwaarde is dat verschillende disciplines meedenken en -werken aan het traject. Denk aan cliënten, vertegenwoordigers, naasten, maar ook begeleiding en gedragsdeskundigen. Afhankelijk van het vraagstuk zullen zij betrokken worden in het proces. Op deze manier wordt er kleinschalig gewerkt aan het verbeteren van de kwaliteit van zorg en ondersteuning en dus ook kwaliteit van leven van de cliënten.

Het goede gesprek voeren is hierbij essentieel; dit willen we graag faciliteren. Hiernaast willen we gedurende het jaar de kwaliteit van zorg en ondersteuning monitoren. Dat doen we door middel van: ➜ De kwartaalrapportages voor de Raad van Bestuur (RvB), het Management Overleg (MO), de Raad van Toezicht (RvT), de Ondernemingsraad (OR) en de Centrale Vertegenwoordigers Raad (CVR) waarin vooral stuurinformatie is opgenomen (ten behoeve van risicomanagement); ➜ Het dashboard Business Intelligence (BI) dat gericht is op de dagdagelijkse sturing door budgethouders, management en teams; ➜ Het jaarlijkse interne auditprogramma.


2.2 Tragel in cijfers

De tabel geeft een beknopte weergave van het aantal cliënten en medewerkers, uitgesplitst naar de soort van zorg en ondersteuning. In de figuur is te zien wie er bij Tragel werkzaam zijn.

In de kwartaalrapportages wordt er dieper ingegaan op de beschikbare cijfers. In dit kwaliteitsrapport willen we kort Tragel in cijfers weergeven.

39%

94% Personeel (incl. BBL)

396%

Cliëntgebonden (zorg)

740%

Niet-cliëntgebonden (ondersteuning) Stagiaires

834% Vrijwilligers

Cliënten

Personeel

Totaal

815

834

Wet langdurige zorg (Wlz)

520

731

Jeugdwet

109

40

Wet Maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

162

17

Forensische zorg

20

17

Overig (bv. Zvw)

4

30

Op 31-12-2019

12


In de zorgvisie en werkwijze van Tragel spreken we over zorgprogramma’s. In de onderstaande diagrammen is de verdeling van doelgroepen cliënten in de verschillende RVE’s te zien. Hiermee maken we per RVE inzichtelijk met welke zorgprogramma’s gewerkt wordt. Wat opvalt is dat het

EVMB Aantal locaties

3%

zorgprogramma MVB in elke RVE voorkomt. Dit maakt het lastiger om hiervoor een eenduidige visie te vinden met elkaar. Zo is te zien dat het zorgprogramma Kind & Gezin wel naadloos aansluit op de RVE Kind & Gezin.

K&G Aantal locaties

WWH

WWH

WWT

WWT

WWS

WWS

79%

Z&B

5%

G&O (LVB)

G&O (LVB)

G&O (MVB)

G&O (MVB)

MVB Aantal locaties 2% 8%

2%

LVB Aantal locaties

WWH

WWH

WWT

WWT

WWS

2%

3%

Z&B G&O (LVB) G&O (MVB)

1%

8%

Z&B

WWS

6%

Z&B G&O (LVB)

1%

G&O (MVB)


3. Waar staan we nu? Samenvatting ➜ Terugkijkend naar het Kwaliteitsrapport 2018 hebben we in 2019 gewerkt aan 1. de inhoudelijke verbeterslag van de zorgplannen, waarvoor we nog beter multidisciplinair kunnen afstemmen en nog beter gebruik maken van de mogelijkheden die het systeem ONS biedt, 2. invoering van de nieuwe Wet zorg en dwang (Wzd), waarmee in 2019 een begin is gemaakt en in 2020 de overgang gemaakt wordt van de oude Bopz naar de Wzd, wat per cliënt in het zorgplan zichtbaar wordt en 3. samenhang binnen kwaliteit, waarvoor in 2019 de voorbereidingen zijn gedaan en wat in 2020 resulteert in een domeinkaart voor K&V (als kader voor samenwerking ten behoeve van de kwaliteit van zorg) en het werken volgens het Kwaliteitskompas (met kwaliteitsreflectie als ‘kapstok’ en Wegwijzer als een goed gevuld en betrouwbaar documentensysteem). ➜ Terugkijkend naar de externe visitatie in 2019 maken we meer gebruik van het externe netwerk bij het uitwerken van kwaliteitsonderwerpen en kijken we intern hoe we dit dichter bij de praktijk, dus bij de zorgteams zelf, kunnen beleggen (bijvoorbeeld per RVE een contactpersoon K&V die als Wzd-coach beschikbaar is). ➜ Verbeterpunten voor de kwaliteit van zorg, kijkend naar het zorgplan: 1. het werken vanuit een eenduidige zorgvisie en het zorgprogramma geeft richting aan de inhoud van het zorgplan en helpt bij het herkennen van de behoeften van een cliënt ten behoeve van persoonsgerichte zorg, 2. door gebruik te maken van het persoonlijk cliëntverhaal in het ECD wordt de betrokkenheid van de cliënt bij de inhoud van het zorgplan zichtbaar, 3. de doelen in het zorgplan mogen nog concreter door ze SMART te formuleren, 4. het invoeren van de nieuwe Wzd met het zorgplan als uitgangspunt. ➜ Verbeterpunten voor de kwaliteit van zorg, kijkend naar de randvoorwaarden: 1. in de dagelijkse praktijk meer focus op cliëntervaringen en deze ook gebruiken, 2. een goede communicatie met het informele netwerk van de cliënt en het informele netwerk onderdeel maken van de multidisciplinaire samenwerking rondom de cliënt, 3. het aantal incidenten omlaag brengen door deze met elkaar te bespreken en hierop acties uit te zetten om deze te kunnen voorkomen, 4. (bij)scholing van begeleiders in veilig medicatiegebruik, 5. het gebruik van de RI&E in het systeem Triasweb om risico’s bespreekbaar te maken, 6. het op maat organiseren van de ontruimingsoefeningen, zelfstandig of samen met de veiligheidsadviseur, 7. de gegevensbescherming (privacy) onderdeel maken van de werkwijze van Tragel, 8. zowel de individuele als de gezamenlijke behoefte aan scholing een vast onderdeel te maken van het kwaliteitsproces, de besturing van het primair proces laten aansluiten op zelforganisatie en met de methode InDialoog met elkaar in gesprek over een gezond en veilig organisatieklimaat ➜ Grootste uitdaging voor Tragel is het arbeidstekort. Er zijn mensen nodig om te werken aan kwaliteitsverbetering. Voor de kwaliteit van zorg zijn zowel de verdere invoering van de zorgprogramma’s en Triple-C, als ook het werken met en in zelfstandige teams van belang. Dit resulteert tot grotere betrokkenheid van de zorgteams in het kwaliteitsproces. In het kader van veilige zorg komt er één meldbeleid wat gericht is op (ernstige) incidenten, calamiteiten en geweld. Het bespreekbaar maken en nader onderzoek van incidenten heeft extra aandacht nodig.

14


3.1 Terugkijken

Wanneer we terugkijken naar het afgelopen jaar hebben we aan een aantal kwaliteitsthema’s prioriteit gegeven:

1. Inhoudelijke verbeterslag van de zorgplannen

In de kwartaalrapportages monitoren we de actualiteit van de zorgplannen (besproken met cliënt of vertegenwoordiger in het MDO: Multi Disciplinair Overleg). Met de externe audits in 2019 is aan de orde geweest hoe onze methodische manier van multidisciplinair samenwerken terug te vinden is in het zorgplan en of we hiermee onze dossiervorming kunnen navolgen. Hieruit blijkt dat we erg uitgebreid zijn in hetgeen we willen vastleggen en nog veel per discipline wordt aangevuld, waardoor er veel overlap is in de cliëntinformatie. Als verbetering is aangemerkt dat dit beter op elkaar afgestemd kan worden. Tegelijkertijd kunnen we de verschillende functionaliteiten van het Elektronisch Cliënt Dossier (ECD) in het systeem ONS nog beter benutten; juist dit systeem biedt goed overzicht en is ondersteunend bij een minimale registratie en vastlegging. Op het gebied van vrijheid beperkende maatregelen wordt de inhoud van het zorgplan aangepast op de nieuwe wetgeving over onvrijwillige zorg, gekoppeld aan het thema hieronder.

2. Invoering van de nieuwe Wet zorg en dwang (Wzd) In 2019 is een start gemaakt met de

invoering van de Wzd: ➜ Training over de achtergrond van de Wzd en toepassing onvrijwillige zorg in het zorgplan van een cliënt. ➜ Presentaties bij OR, CVR, Bewoners- en Cliëntenplatform en klachtencommissie over invoering Wzd bij Tragel. ➜ Concept beleidsnota over onvrijwillige zorg (visie: leven in vrijheid). ➜ Aandacht voor wilsonbekwaamheid in de vakgroep van gedragsdeskundigen. ➜ Opnemen van Tragel-locaties in het Wzdlocatieregister van VWS. ➜ Overzicht van welke zorgverleners betrokken zijn bij het stappenplan dat gevolgd moet worden voor cliënten met onvrijwillige zorg in het zorgplan. Eind 2019 hebben het ministerie VWS en de VGN aangegeven dat 2020 gebruikt kan worden als overgangsjaar voor de invoering van de Wzd. Voor Tragel is een projectplanning opgesteld tot 1 juli 2020. Dit is de datum waarop we alles gereed willen hebben en nog een half jaar de tijd hebben om hiermee aan de slag te gaan en te kunnen monitoren waar we tegenaan lopen. Eind 2020 is een evaluatie ingepland.


3. Samenhang binnen Kwaliteit

In 2019 is tijdens een bijeenkomst met contactpersonen K&V met elkaar doorgenomen wat er beschikbaar is aan documentatie ten behoeve van de kwaliteit van zorg op de verschillende niveaus: strategisch, tactisch en operationeel. Van hieruit is per RVE een gesprek gevoerd met de driehoek zorgmanager, eerste begeleider en gedragsdeskundige om een start te maken met de domeinkaart voor K&V. Dit is het kader van waaruit we samenwerken en de kwaliteit van zorg kunnen bewaken en bevorderen. Met de kwaliteitsreflectie als ‘kapstok’ willen we ervoor zorgen dat het eigenaarschap voor de kwaliteit van zorg bij de zorgteams zelf komt te liggen. De meerwaarde van de kwaliteitsreflectie is samen bewust bezig zijn met kwaliteitsverbeteringen. Dit houdt in dat we verbeteringen constateren, hiervoor een plan van aanpak maken (P=Plan), dit uitvoeren (D=DO), controleren (C=Check) en hiernaar handelen (A=Act). Hoe we de kwaliteitsreflectie inzetten, is te lezen in H4.1. In 2019 is extra tijd besteed aan de opschoning van de documenten in Wegwijzer (het documentensysteem), als ook de effectiviteit en efficiëntie van het systeem. In het algemeen zijn medewerkers nog niet overtuigd over de vindbaarheid en actualiteit van de documenten. Het is van belang dat de Wegwijzer weer als zodanig gebruikt wordt en wanneer je het dan niet kunt vinden, weet je wie je hiervoor kunt raadplegen. Dit vraagt iets van de wijze waarop het systeem gevuld en onderhouden wordt.

Externe visitatie in 2019

Volgens het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg 2017-2022 is in 2019 een externe visitatie gehouden in samenwerking met S&L Zorg en SDW uit Roosendaal. Voor Tragel hebben we twee thema’s centraal gesteld: 1. Eigen regie - medezeggenschap, samenspel zorg en ondersteuning – vrijwilligerswerk 2. Risicoanalyses cliënten en medewerkers, koppeling naar zorgplan (PRI en Prismamethodiek) Het was fijn om van externe organisaties feedback te krijgen over hoe wij de cliënt centraal stellen. We zijn altijd op zoek naar mogelijkheden en werken hierin ook samen, al moeten we de communicatie met het informele netwerk van de cliënt niet verliezen en oog houden voor de verbondenheid van alle Tragel-locaties. Dit blijft onder de aandacht. Voor het oppakken van kwaliteitsonderwerpen maken we nu meer gebruik van het externe netwerk (met o.a. Carante Groep en Zeeland Onbeperkt) en intern denken de adviseurs K&V mee in de opzet van de zelfstandige teams met de rol van contactpersoon K&V. Juist om meer tijd te krijgen voor deze rol en overkoepeld met kwaliteit van zorg bezig te zijn. Hiernaast denken we aan de inzet van coaches per RVE, zoals bij de invoering van de Wzd wordt gedaan. Per RVE neemt een eerste begeleider deel aan de Tragel-brede werkgroep, ziet toe op de aandachtspunten in de RVE en is aanspreekpunt voor vragen/ opmerkingen uit de RVE. Wat we nog niet hebben opgepakt, maar zeker opnieuw op de agenda willen hebben, is het inzetten van ervaringsdeskundigen. Vanuit SDW nam ook een cliënt deel aan de visitatie en zij heeft ons ervan overtuigd wat de meerwaarde is en daarmee het effect op de kwaliteit van zorg!

16


3.2 Wat is de stand van zaken en wat vinden wij belangrijk?

De uitgangspunten zijn de grondhouding Triple-C en de zorgprogramma’s. Om inzicht te krijgen in de kwaliteit van zorg en ondersteuning stellen we het zorgplan centraal en gaan vervolgens in op de bijbehorende randvoorwaarden, die nodig zijn om goede kwaliteit te kunnen leveren. Er wordt verwezen naar de bronnen en relevante cijfers/gegevens worden hier beschreven. De kwaliteitsmeting onder cliënten, vertegenwoordigers en begeleiders is hierbij ondersteunend; tussen haakjes wordt aangegeven op welke doelgroep van cliënten dit van toepassing is. De analyse van de kwaliteitsmeting is terug te vinden in bijlage 2. De zes thema’s van het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg 20172022 zijn uit de tekst te herleiden.

3.2.1. Zorgplan

De actualiteit van de zorgplannen meten we ten behoeve van de Kwaliteit van het zorgproces rondom de individuele cliënt. Onder actueel verstaan we dat het zorgplan jaarlijks opnieuw wordt vastgesteld met de betrokkenen. We vinden het belangrijk dat dit multidisciplinair besproken wordt met de cliënt en/of vertegenwoordiger. In 2019 schommelt het percentage rond 85%. Dat vinden we te laag, aangezien ons streefpercentage minimaal 95% is. Voor verdere toelichting hierop verwijzen we naar de inhoud van kwartaalrapportage Q4 (bijlage 3). Echter, de inhoud van het zorgplan zegt ons meer over de kwaliteit, maar is moeilijk meetbaar in cijfers. Het werken vanuit een eenduidige zorgvisie en het zorgprogramma is hierin wel richtinggevend. Dit wordt ook onderstreept door begeleiders en vertegenwoordigers die het belang aangeven van een duidelijke visie voor desbetreffende doelgroep van cliënten met de methodiek(en) die van toepassing is/zijn (EVMB, K&G).


Inhoud van het zorgplan

Uit de kwaliteitsmeting komen meer inhoudelijke aandachtspunten naar voren (bijlage 2). Zo dient de behoefte van de cliënt leidend te zijn, zodat de zorg en ondersteuning op maat is (MVB, EVMB, K&G). Bijvoorbeeld meer aandacht voor de invulling van vrije tijd (LVB, MVB). De persoonsgerichte zorg is een onderdeel waar de IGJ ook op toeziet. Er is in het ECD ruimte voor het persoonlijk cliëntverhaal, wat nog niet als zodanig ingevoerd is. Dit richt zich specifiek op betrokkenheid van de cliënt bij de inhoud van het zorgplan. In het zorgplan staan gemaakte afspraken en doelen voor de cliënt. We mogen de doelen nog concreter maken door ze SMART te formuleren (3, 4). Verbeterpunten als meer focus nemen en minder overlap aan cliëntinformatie binnen het ECD laten zien dat we nog niet optimaal gebruik maken van de mogelijkheden in het systeem ONS (3). Het is van belang dat het zorgplan een (blijvend) uitgangspunt is voor de communicatie met de cliënt en vertegenwoordiger. Een goede beeldvorming van de cliënt blijkt essentieel om op één lijn te zitten (4).

Persoonsgerichte zorg

Onderdeel van persoonsgerichte zorg is de eigen regie van cliënten. Dit is een belangrijke graadmeter voor de kwaliteit van zorg en ondersteuning en komt terug in de zorgvisie. De ruimte die cliënten hebben op het gebied van eigen regie kunnen we onder andere terug zien in de mate van zelfstandigheid van de cliënt. Dit is onderdeel van de vragenlijst die per hoofdmethodiek (Triple-C, LACCS en ZRM) in het ECD beschikbaar is ten behoeve van het zorgplan. Er wordt ingegaan op wat de cliënt zelf kan en welke ondersteuning hij/zij nodig heeft bij het maken van keuzes. Het aanbieden van keuzemomenten en/of keuzemogelijkheden komt als aandachtspunt naar voren in de

18

kwaliteitsmeting (LVB, MVB, EVMB, K&G). Volgens begeleiders en vertegenwoordigers wordt er nog steeds veel voor de cliënten besloten, zonder de cliënten hierbij te betrekken. Echter, bijna alle cliënten geven aan dat ze veel zelf mogen kiezen als het gaat om basisbehoeften zoals activiteiten, eten, drinken en spullen kopen. Dit gebeurt dan nog wel samen met de begeleider of vertegenwoordiger. Voor zaken als waar de cliënt woont en welke begeleiding de cliënt krijgt, hebben de cliënten niet altijd keuze.

‘Ik mag bijna alles zelf beslissen. Als het over geld gaat moet ik dit met mijn zus of begeleiding bespreken.’ Een aandachtspunt volgens begeleiders en vertegenwoordigers is het luisteren en kijken naar de behoefte van de cliënt (LVB, MVB, EVMB, K&G). De meeste cliënten vinden daarentegen dat er goed naar hen geluisterd wordt. Andere cliënten zijn kritisch over de beschikbare tijd en de aandacht van begeleiding. Voor het herkennen van de behoeften van cliënten is vaak meer ervaring en kennis nodig van de achtergrond van de cliënt. Begeleiders zouden daarom meer ervaringen kunnen uitwisselen en de zorgprogramma’s als leidraad gebruiken. Een zorgprogramma biedt het kader voor een specifieke cliëntgroep en hiermee de betekenis van en onderscheid in de mate van verstandelijke beperking.

‘Soms denk ik dat er niet naar mij geluisterd wordt, begeleiding heeft weinig tijd voor mij’


Leven in vrijheid

Naast de mate van zelfstandigheid zegt de mate van vrijheid ook wat over de eigen regie van cliënten. Met de visie ‘Leven in vrijheid’ is het beleid van Tragel herzien aan de hand van de nieuwe Wzd. Het belang van vrijheidsbevordering is in de nieuwe wet nog scherper doordat de wet een stappenplan verplicht om onvrijwillige zorg in het zorgplan op te kunnen nemen. Door regelmatig en multidisciplinair overleg wordt bekeken of een vrijheid beperkende maatregel kan worden afgebouwd. Deze visie past bij onze grondhouding Triple-C. De focus op de behoeften van de cliënt is essentieel om onvrijwillige zorg te kunnen voorkomen. Zoals ook uit de kwaliteitsmeting blijkt, is hier nog meer aandacht voor nodig.

Nachtzorg

Het nachtzorgprogramma is belangrijk. Het programma bestaat uit drie onderdelen. Het eerste is de zorgmonitoring. Het

jaar 2019 stond in het teken van het ombouwen van de techniek en aansluiten bij zorgcentrale Centrale 24. Dit is gebeurd voor alle woningen in de wijk de Sterre in Clinge. Voor de buitenlocaties zal dit in 2020 plaatsvinden. Het tweede onderdeel is de zorgopvolging. In november 2019 is de pilot zorgcirkels in samenwerking met Zorggroep ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen van start gegaan. De zorgopvolging in de nacht wordt fysiek uitgevoerd door een begeleider van de Baronie, een locatie van ZorgSaam. In 2020 staat een evaluatie met Tragel en ZorgSaam gepland. Het derde onderdeel is teamontwikkeling. Begin 2019 zijn gesprekken geweest met het nachtzorgteam betreft het commitment aan de nachtzorg. Er is een plan geschreven over de gevolgen voor het team. Op basis hiervan zijn teamontwikkelsessies ingepland in 2019 en 2020. Nu de zorgmonitoring bijna op orde is, komt de focus te liggen op een goede nachtrust van cliënten.


3.2.2. Randvoorwaarden

Om goede kwaliteit van zorg en ondersteuning te leveren, is het van belang dat de randvoorwaarden in orde zijn. Hierna gaan we dan ook in op die kwaliteitsthema’s van het kwaliteitskader Gehandicaptenzorg 2017-2022 die wij als randvoorwaarden zien.

De ervaringen van cliënten

In het cliëntervaringsonderzoek van 2019 zijn de cliënten van de werklocaties (dagbesteding) bevraagd. Zij geven een positieve waardering voor de kwaliteit van zorg (5). De sterke punten uit het onderzoek zijn de betrokkenheid van begeleiders, de wijze waarop zij hun cliënten bejegenen, aandacht hebben voor hun emotioneel welzijn en de cliënten voelen zich thuis op de werklocatie. Daarentegen zijn de verbeterpunten meer locatie- en/of team gebonden. Deze zijn door de zorgteams opgepakt. Het is niet alleen belangrijk om jaarlijks de ervaringen van cliënten op te halen, maar de begeleiders en vertegenwoordigers in de kwaliteitsmeting geven aan dat dit in de dagelijkse praktijk

20

meer zou mogen (bijlage 2). Er wordt nog te weinig gevraagd naar de mening van cliënten (MVB, EVMB, K&G). Het huiskamergesprek is bijvoorbeeld niet toe te passen voor alle doelgroepen. Toch blijft het belangrijk om te streven naar manieren om de mening en ervaring van cliënten op te halen. Bijvoorbeeld dat de tevredenheid vaak is af te leiden aan het gedrag van de cliënt (MVB, EVMB). Daar zou de begeleiding meer naar mogen kijken.

Samenspel in zorg en ondersteuning

In 2019 is gewerkt aan het regelen van een vertegenwoordiger wanneer een cliënt die nog niet heeft (6). Dit is voornamelijk van belang voor invoering van de Wzd vanwege de verplichting voor het hebben van een vertegenwoordiger wanneer een cliënt wilsonbekwaam is. In samenwerking met de vakgroep van gedragsdeskundigen is een richtlijn ontwikkeld voor het bepalen van de wils(on)bekwaamheid bij cliënten. Het belang van een goede communicatie met het informele netwerk van de cliënt


werd ons al meegegeven in de externe visitatie van 2019 (7). De kwaliteitsmeting laat zien dat de begeleiders, behandelaren en vertegenwoordigers nog meer op één lijn mogen komen: ‘samen kijken naar wat nodig is, niet apart’ (EVMB). De inzet van vrijwilligers is van belang voor het welbevinden van cliënten onder andere omdat zij mede invulling aan de vrije tijd van een cliënt geven en vaak net wat meer ruimte voor persoonlijke aandacht hebben. Alle vrijwilligers werken op basis van een vrijwilligersovereenkomst en hebben een vaste contactpersoon op de locatie of bij het team Vrije Tijd & Vrijwilligers. In 2020 en daarna wordt in de Tragel Academie gewerkt aan een permanent aanbod van scholing en ontwikkelingsmogelijkheden voor vrijwilligers. In 2019 heeft het Bewoners- en Cliëntenplatform, de cliëntenraad die bestaat uit alleen bewoners en cliënten, zich verder ontwikkeld. Zij hebben zich op diverse onderwerpen laten informeren en

hebben enkele ongevraagde adviezen aan de bestuurder gegeven. Zo willen ze graag nog een training Triple-C volgen (wat tijdens de Coronacrisis nog niet is gelukt). Eén van die adviezen is om de Tragel Academie ook in te richten voor cliënten.


Borging van veiligheid in de zorg en ondersteuning

Alle medewerkers en cliënten hebben recht op een veilige werkplek en leefomgeving. Dit is op verschillende manieren te meten: aantal incidenten op de werkvloer, de ernst van incidenten, medicatieveiligheid, gegevensbescherming (privacy), de uitkomst van de Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) en aantal Bedrijfshulpverlening (BHV) trainingen. Daarnaast speelt het gevoel van veiligheid een belangrijke rol bij cliënten en begeleiders. Over het algemeen voelen de cliënten zich veilig op de woning en werklocatie. Wanneer zij zich onveilig voelen, ervaren zij voornamelijk last van medecliënten. Soms is het te druk of maken andere mensen ruzie. De begeleiding helpt wel bij deze situaties.

‘Ik voel me veilig, behalve als mensen ruzie maken.’

Incidenten

Het aantal en de ernst van de incidentmeldingen laten geen grote verschuiving zien ten opzichte van 2018. In 2018 waren er 4.501 meldingenen in 2019 lag dit aantal op 4.538. Hiermee kunnen we voorzichtig de conclusie trekken dat de

meldbereidheid hoog is, dat is positief. In de diagram hieronder zien we dat er bij één op de vijf incidenten sprake is van lichte psychische problematiek en/of lichamelijk letsel, wat vergelijkbaar is met 2018. De cijfers betekenen dat zowel het aantal incidenten als de ernst hiervan over de jaren heen niet verandert. Hier ligt een taak. De RI&E en de gesprekken vanuit In Dialoog kunnen ons daarbij helpen (zie uitwerking hiervan verderop in dit rapport). De registratie van medicatieveiligheid wordt met behulp van twee systemen gedaan. Via Meldplein maken medewerkers zelf een melding van het incident. Ncare daarentegen is een automatische registratie wanneer men de medicatielijst aftekent. Over het hele jaar genomen is het percentage afgetekende medicijnen bijna 90%. We zijn daar niet ontevreden mee, al ligt ons streefpercentage op 95%. In 2019 zijn in Meldplein 868 meldingen gedaan van incidenten met medicatie. Het gaat hierbij om: vergeten de medicatie toe te dienen, geweigerde medicatie of medicatie die niet op voorraad is (8). De begeleiders en vertegenwoordigers benoemen veiligheid rondom medicatie als aandachtspunt. Niet alleen het veilig toedienen van

Percentage incidenten naar ernst in 2019 3% Geen letsel

20% Lichte psychische problematiek en/of lichamelijk letsel, geen medische zorg nodig. Matig letsel (bijv. huisarts/arts, poliklinische zorg en/of verzuim) Ernstig en/of blijvend letsel (bijv. nacht of langer opname in ziekenhuis)

77%

22


medicatie, maar ook goed op de hoogte zijn van de ontwikkelingen en het medicatiegebruik van de cliënt. (Bij) scholing van begeleiders wordt hierbij als oplossing aangegeven. Medicatie uitgifte is een kritische handeling waardoor medicatieveiligheid altijd een belangrijk aandachtspunt is.

Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) In 2019 is gestart met de RI&E onder te brengen in het systeem Triasweb. Het RI&E format in Triasweb sluit goed aan bij de zelfstandige teams. Voor Tragel is een plan opgesteld om de teams te trainen in het gebruik van Triasweb, zodat zij zelfstandig aan de slag kunnen met het bespreken van de risico’s en hiervoor zelf een plan van aanpak kunnen maken. Uit de meting bij begeleiders en vertegenwoordigers wordt aangegeven om risico’s meer bespreekbaar te maken (LVB en K&G). De RI&E is om die reden een belangrijke randvoorwaarde voor kwaliteit van zorg.

Ontruimingsoefeningen

Fysieke veiligheid van cliënten is een belangrijk veiligheidsaspect. Wettelijk is verplicht op alle locaties éénmaal per jaar een ontruimingsoefening te houden. Vanaf het vierde kwartaal van 2019 is gekozen voor een andere opzet, die we gedurende 2020 willen invoeren. De kleinere locaties, voornamelijk groepswoningen, organiseren zelf de ontruimingsoefeningen. Voor de grotere locaties is het streven om jaarlijks een aantal oefeningen in te plannen in samenwerking met de overheidsbrandweer. Zowel Tragel als de overheidsbrandweer is gebaat bij het oefenen in onze grotere en complexere gebouwen. Op deze manier zal de coördinatie, bekendheid en overdracht op het moment van een echte calamiteit sneller verlopen. Gehouden oefeningen moeten worden geëvalueerd en gedocumenteerd.

Gegevensbescherming (privacy)

Naast fysieke veiligheid is het van belang om de privacy van de cliënten en medewerkers te beschermen. Sinds 25 mei 2018 is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van kracht. Daardoor geld in de Europese Unie dezelfde privacywetgeving waar ook Tragel aan moet voldoen. De Carante Groep ondersteunt ons hierin. Daarnaast is de werkgroep Gegevensbescherming actief in het oplossen van ICT en/of zorg gerelateerde vraagstukken. Het advies uit de externe audit van 2019 is om de taken en verantwoordelijkheden rondom het naleven van de AVG wetgeving door heel de organisatie te beleggen (3). Op deze wijze wordt privacybescherming onderdeel van het DNA en minder afhankelijk van individuen. Dat begint bij kennis en bewustwording rondom privacy en gegevensbescherming. Geïnspireerd door de awareness-werkgroep, gefaciliteerd door de Carante Groep, staat er voor begin 2020 een nulmeting bij medewerkers gepland om de stand van zaken rondom bewustwording te meten. Vanuit deze meting zal een plan worden opgesteld voor 2020 en verder.

Betrokken en vakbekwame medewerkers

Bovendien zijn betrokken en vakbekwame medewerkers essentieel als randvoorwaarde om de kwaliteit van zorg te waarborgen. De zorgprogramma’s worden gebruikt om de basiscompetenties voor begeleiders te bepalen: basiscompetenties volgens de grondhouding Triple-C en specifieke competenties die voor een bepaalde doelgroep van cliënten nodig zijn. Er is een uitgebreid bij- en nascholingsaanbod via de Tragel Academie. Van het totale budget gaat ruim 3% naar opleiden; in het derde kwartaal van 2019 zijn 43 zij-instromers gestart met de BBL-opleiding (Beroeps Begeleidende Leerweg). Hiernaast krijgen begeleiders die al werkzaam zijn voor Tragel, de kans om hun talenten verder te ontwikkelen en door te groeien naar een hogere functie.


Uit de kwaliteitsmeting blijkt ook het belang van persoonlijke ontwikkeling en de kans krijgen om scholing te volgen waar de medewerker zelf invulling aan geeft. Hiernaast zijn in 2019 verdiepende scholingen georganiseerd voor zorgteams. Zij kunnen deze aanvragen naar aanleiding van een gezamenlijke behoefte die aansluit bij de doelgroep van cliënten die zij begeleiden. Een voorbeeld hierin is de kennisbehoefte over een bepaald ziektebeeld. Om begeleiders vakbekwaam en ook bevoegd te houden, is het een verbeterpunt om van zowel de individuele als de gezamenlijke behoefte aan scholing een vast onderdeel te maken van het kwaliteitsproces. Dit kan bijvoorbeeld terug komen in een individueel jaargesprek, maar ook in een teamoverleg kunnen begeleiders dit met elkaar bespreekbaar maken. De begeleiders zijn heel betrokken bij de cliënten. Er wordt als aandachtspunt aangehaald door een aantal begeleiders dat het werken in zelfstandige teams veel vraagt van de zorgteams en dat zij graag meer ondersteund willen worden om als zelfstandig team beter te kunnen functioneren en zo meer tijd te hebben voor de cliënten. Deze behoefte is in 2019 onderkend, maar ook dat dit onvoldoende geboden kan worden. Daarom heeft een onderzoekscommissie de opdracht ontvangen om de besturing van het primair proces te onderzoeken. In 2020 kan Tragel aan de slag met de adviezen. Hiernaast wordt in 2020 een medewerkersonderzoek uitgevoerd, waarin de beleving en randvoorwaarden voor het werken met en in zelfstandige teams worden onderzocht. Uit de kwaliteitsmeting blijkt dat er een hoge werkdruk ervaren wordt, waardoor het werkplezier wat verminderd (EVMB). Deze hoge werkdruk wordt mogelijk veroorzaakt door het hoge verzuim dat invloed heeft op de inzetbaarheid van medewerkers in een krappe arbeidsmarkt. Hierdoor is in het

24

najaar de taakstelling geformuleerd om in september 2020 te komen tot 7% verzuim. In 2019 is aandacht besteed aan het formuleren van de visie op verzuim en het uitdragen hiervan.

Triple-C als grondhouding

We vinden het belangrijk dat de gehele organisatie werkt volgens de grondhouding Triple-C. Om zicht te krijgen op de stand van zaken binnen de zorgteams is gevraagd om de Triple-C Matrix in te vullen (bijlage 2). In deze Matrix staat de traditionele manier van werken tegenover de werkwijze volgens Triple-C. aan de hand van de opbrengst kan een verschuiving in het werken volgens Triple-C naar voren komen. Hoewel de opbrengst niet spreekt voor de hele organisatie, is een verdeeldheid te zien in de aangenomen visie van Triple-C tussen de doelgroepen. Er lijkt een verschuiving van de traditionele werkwijze naar de Triple-C werkwijze te zijn bij de groepen LVB en MVB. Terwijl de groep EVBM op de matrix laat zien tussen de twee werkwijzen in te staan. Wellicht doordat zij voornamelijk werken volgens de LACCS methodiek. Vooral Kind & Gezin laat zien dat hier nog het meest volgens de traditionele manier wordt gewerkt. Meer onderzoek naar de stand van zaken is nodig om hier conclusies uit te trekken.

3.2.3 Hoe willen wij werken aan kwaliteitsverbetering?

Allereerst gaan we in op de ontwikkelingen waaraan we willen werken. Hieruit blijkt hoe we tot kwaliteitsverbetering komen en hoe we de zorgteams zelf meer betrekken bij het kwaliteitsproces. Daarna komt aan de orde hoe we verder willen werken aan veilige zorg.

Ontwikkelingen – met het oog op de toekomst

Voordat we ingaan op de inhoudelijke en organisatorische ontwikkelingen, staat het arbeidstekort als uitdaging bovenaan. Immers: om kwaliteit te maken, zijn mensen


nodig. Het tekort aan gekwalificeerde medewerkers is in 2019 verder toegenomen. Met name in de begeleiding van de meer specifieke doelgroepen loopt het tekort verder op. Op RVE niveau zien we dit met name bij Gedrag & Ontwikkeling en Zorg & Beleving. Het imago van de (gehandicapten-) zorg heeft een boost nodig. Landelijk is de campagne “Ik zorg” gestart. Het tekort wordt verstrekt door het gebied waar Tragel actief is; Zeeuws-Vlaanderen is een demografisch sterk vergrijsd gebied met relatief weinig jongeren. De instroom in de reguliere zorgopleidingen neemt af. Dit vraagt om meer creativiteit in werving van nieuwe medewerkers. We werven in drie stromen: regulier met intensiever in België, werven van medewerkers die wél betrokken, maar nog niet gekwalificeerd zijn (BBL route) en

vakbekwame medewerkers uit Spanje. Op deze manier investeren we in een continue aanwas van nieuw personeel. Hiernaast is het van belang om in het huidige personeel te investeren, waaronder het terugdringen van verzuim. In 2020 start een pilot met InDialoog. Dit is een methode voor het voeren van een gestructureerde, open dialoog om zo een gezond en veilig organisatieklimaat te creëren. Met deze aanpak gaan alle lagen van de organisatie met elkaar in gesprek om oplossingen te bedenken en te implementeren.

Kortom, als kwaliteitsverbetering geldt: nieuw personeel werven en investeren in huidig personeel


Een duidelijke inhoudelijke koers waarop (beleids)ontwikkelingen van invloed kunnen zijn, vinden we terug in de zorgprogramma’s. Hierin willen we onderscheidend zijn. Ons gezamenlijke doel is een goed leven voor onze cliënten. Hiervoor zijn we dagelijks bezig met de kwaliteit van zorg, echter: ➜ de specifieke zorg- en ondersteuningsvragen van bepaalde groepen cliënten (hoog complexe zorg) vraagt om focus op de vraag waar we voor willen en kunnen staan, ook in relatie tot de continuïteit van de medische zorg; ➜ het is nog niet altijd aantoonbaar wat we doen en duidelijk waarom we dit doen. Het Kwaliteitskompas willen we gebruiken om de kwaliteit van zorg zichtbaar te maken; denk hierbij aan het toepassen van de PDCAcyclus bij het inrichten van Wegwijzer (het documentensysteem) en het interne auditprogramma; ➜ gebaseerd op de verschillende zorgprogramma’s is er in de Tragel Academie een passend scholingsaanbod en bijbehorend inwerkprogramma voor

26

nieuwe medewerkers; dit dient geëvalueerd te worden wanneer de zorgprogramma’s bijgesteld worden.

Kortom, als kwaliteitsverbetering geldt: verdere invoering van de zorgprogramma’s en Triple-C Wat organisatorische ontwikkelingen betreft, gaan we zowel de aansturing van het primaire proces als de samenwerking tussen de zorgteams en de bedrijfsondersteuning verbeteren. We willen hiermee ‘terug naar de bedoeling’ en de cliënt centraal stellen. Concreet houdt dit in: ➜ de invoering van het advies over de besturing van het primaire proces (9). Hierin worden de zorgteams centraal gesteld, zodat de bedrijfsondersteuning faciliteert. Het implementatieproces voor het werken met en in zelfstandige teams wordt georganiseerd met de teams zelf en teamcoaches die hiervoor aangesteld worden. Door meer samenhang te brengen tussen de verschillende domeinen van de bedrijfsondersteuning, worden de zorgteams integraal geadviseerd;


➜ de toepassing van de domeinkaarten4 (Kwaliteit & Veiligheid, Personeel, Financiën, Communicatie en Facilitair) door de contactpersonen van de zelfstandige teams, de bedrijfsondersteuning en de managers; ➜ de opdracht aan de driehoek zorgmanager, eerste begeleider en gedragsdeskundige om zich meer te richten op de overkoepelende kwaliteit van zorg en minder op het individuele cliëntproces. Zo wordt de SystemeTrie door de driehoeken ingevuld en

verzamelen zij de verschillende bronnen van kwaliteitsinformatie ten behoeve van de zorgteams. De vertaling hiervan kan alleen met de betrokkenheid van de begeleiders. In H4.1 wordt beschreven hoe we hiervoor de kwaliteitsreflectie inzetten.

Kortom, als kwaliteitsverbetering geldt: grotere betrokkenheid van de zorgteams in het kwaliteitsproces

Wat hebben de zorgteams nodig: ➜ de domeinkaart K&V waarin duidelijk onderscheid is gemaakt tussen het individuele cliëntproces (met het zorgplan als uitgangspunt) en de overkoepelende kwaliteit van zorg (met de doelgroep van cliënten en het team/locatie als uitgangspunt om te kunnen benoemen wat goed gaat en wat beter kan); ➜ een gebruiksvriendelijk en toegankelijk systeem wat het zorgteam ondersteunt in het monitoren van de verbeterpunten gericht op het team. Het systeem wat we hiervoor willen gebruiken, is Triasweb. Hierin is de PRI (prospectieve risicoanalyse) al opgenomen. Door dit uit te breiden met de RI&E, maar ook auditverslagen en cliëntervaringsonderzoek, kunnen we een begin maken met het inrichten van een (centraal) verbeterregister waaraan verschillende informatiebronnen gekoppeld zijn. Op deze manier kunnen verbeterpunten samen komen en volgens de PDCA-cyclus opgevolgd worden. Kortom: de zorgteams kunnen zelfstandig aan de slag, de eerste begeleiders kunnen hiermee hun rol als contactpersoon K&V beter oppakken en het team K&V kan op basis hiervan Tragel-breed een overzicht maken ten

behoeve van het jaarlijkse kwaliteitsrapport. Een aparte opdracht voor het uitvoeren van een kwaliteitsreflectie is dan niet meer nodig, deze vindt dan immers doorlopend plaats; ➜ ondersteuning bij het reflecteren op de kwaliteit van zorg: wat hebben de zorgteams nodig om het gesprek te kunnen voeren waarin het gaat over het gedrag met elkaar?; ➜ een nieuwe opzet voor het cliëntervaringsonderzoek. Vanuit het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg 20172022 is het verplicht om te kiezen uit een waaier van instrumenten. Tot nu toe hebben we gebruik gemaakt van de Quality-Cube onderzoeksmethode van Buntinx. Dit heeft jaarlijks een uitgebreid onderzoeksrapport en kwaliteit-verbeterkaarten per locatie/ team opgeleverd voor een bepaalde groep van cliënten (in een cyclus van drie jaren: intramuraal, extramuraal en werk/dagbesteding). We willen echter dat het onderzoek zelf ook meer bij de zorgteams komt te liggen, natuurlijk met ondersteuning vanuit het team K&V. Door deze betrokkenheid is de verwachting dat ze de verbeterpunten zelf beter gaan/ kunnen oppakken.

4 In een domeinkaart worden de kaders aangegeven waarbinnen de zorgteams ruimte hebben om hun werkwijze en samenwerking zoveel mogelijk zelf vorm te geven en af te stemmen op de cliënt en de medewerkers.


Werken aan veilige zorg

We geven met het incidentbeleid aan hoe wij methodisch, open, veilig en professioneel willen omgaan met het melden van incidenten, ernstige incidenten en calamiteiten. Twee aandachtspunten hierbij:

1. Stop geweld: meld!

Vanaf 2019 is voor de meldcode een afwegingskader verplicht: hiermee komt de rol van Veilig Thuis nadrukkelijker naar voren. Bij het invoeren van de meldcode was het onderscheid tussen het melden van een incident en het gebruik van de meldcode vaak lastig. In samenspraak met Veilig Thuis is de doelgroep van de meldcode opnieuw gedefinieerd: cliënten die thuis wonen of wel bij Tragel wonen en er signalen zijn na bijvoorbeeld een bezoek of vakantie thuis, cliënten die alleen werken bij Tragel (dagbesteding), ambulante en forensische zorg cliënten. Verder is de risicotaxatie verbeterd voor de jeugd van

28

0-18 jaar in de thuissituatie (LIRIK: Licht Instrument Risicotaxatie Kindveiligheid). Voor het signaleren van seksueel misbruik was het stappenplan in de meldcode niet toereikend; er was behoefte aan een apart stappenplan hiervoor. Dit heeft geresulteerd in een vernieuwde aanpak voor geweld, mishandeling en misbruik (stop geweld: meld!) in drie categorieën: 1. huiselijk geweld en kindermishandeling, 2. seksueel misbruik en 3. grensoverschrijdend gedrag van een medewerker. Uitleg aan de zorgteams zou in de eerste helft van 2020 plaatsvinden. Nu, met het opstellen van dit kwaliteitsrapport, kunnen we aangeven dat dit in de crisistijd vanwege de uitbraak van het Corona-virus niet is gelukt. In de tweede helft van 2020 zal dit opnieuw worden opgepakt.


2. Leren van incidenten en het belang van nader onderzoek

Met het huidige Meldplein kunnen medewerkers veilig melden. Het is mooi dat dit wordt gedaan, maar leren we ook van de incidenten, zodat we hiermee nieuwe incidenten kunnen voorkomen? De contactpersonen K&V kunnen hierin hun rol pakken en dit bespreken tijdens een werkoverleg op team-/locatieniveau. Om hen zo goed mogelijk te ondersteunen, gaan we concrete handvatten bieden volgens de Prisma-methodiek. Hiermee kunnen in de praktijk de meldingen systematisch geanalyseerd worden, zodat deze kunnen

Advies voor Raad van Bestuur De begeleiders, vertegenwoordigers en cliënten adviseren de Raad van Bestuur: wat verdient volgens jou nu de meeste aandacht in de kwaliteit van zorg voor het komende jaar? De antwoorden waren divers (bijlage 2), maar er was overeenstemming voor de volgende thema’s: ➜ kijk naar passende woonvormen, niet alleen naar appartementen (LVB, MVB); ➜ meer aansturing en ondersteuning van teams op het gebied van het werken in

leiden tot aantoonbare verbeteringen in de zorg en ondersteuning aan de cliënt. Ernstige incidenten en calamiteiten dienen onderzocht te worden, hiervoor moeten de adviseurs van K&V een opleiding gevolgd hebben. Het proces voor opstarten, uitvoeren en opvolgen van incidentonderzoek wordt opnieuw onder de aandacht gebracht in het MO (Management Overleg).

Kortom, als kwaliteitsverbetering geldt: verbetering van het proces in signaleren, melden, bespreken en opvolgen van incidenten door de zorgteams en de bedrijfsondersteuning

en met zelfstandige teams en Triple-C (MVB, EVMB); ➜ begeleiders zichzelf laten ontwikkelen passend bij de doelgroep, thematiek en Triple-C; ➜ de groep begeleiders en vertegenwoordigers van EVMB pleit voor meer aandacht voor de LACCS methodiek; ➜ cliënten willen meer bewegen en naar buiten gaan, spannendere activiteiten voor de jongere leeftijd (10-18jr) en dat de bestuurder eens langskomt voor een pizza of kopje koffie.


4. Samen reflecteren Samenvatting ➜ De kwaliteitsreflectie is als ‘kapstok’ gebruikt voor de verschillende informatiebronnen over de kwaliteit van zorg bij elkaar te brengen, waaronder de SystemeTrie van Triple-C. Hiermee wordt voor het zorgteam inzichtelijk welke randvoorwaarden nog (verder) ingevuld moeten worden om volgens Triple-C te kunnen werken. De driehoek zorgmanager, eerste begeleider en gedragsdeskundige blijkt goed te functioneren. Het belang van reflecteren op de zorg en ondersteuning blijkt ook uit de eerste resultaten van de SystemeTrie (Triple-C), waar het gaat over de relatie en samenwerking tussen teamleden. ➜ In de Kwaliteitsconferentie werd vooral benoemd om de basis op orde te brengen. De basis bestaande uit de zorgprogramma’s en grondhouding Triple-C. Daarnaast meer ruimte creëren voor teams om te reflecteren en het gesprek aan te gaan over kwaliteit. Hierbij is focus op wat we ‘willen’ in plaats van ‘moeten’ van belang.

4.1 Kwaliteitsreflecties

De kwaliteitsreflectie gebruiken we “als kapstok” voor de aanpak van kwaliteitsverbeteringen. Door de grote toestroom van kwaliteitsinformatie is zowel ondersteuning door het team K&V als sturing vanuit de driehoek (zorgmanagereerste begeleider-gedragsdeskundige) nodig. Verschillende bronnen reiken al verbeterpunten voor de kwaliteitsreflectie aan. Denk aan: cliëntervaringen/ woonbehoeften, medewerkerstevredenheid, zorgplanbespreking/-evaluatie, kwartaalrapportage, SystemeTrie (Triple-C) en auditverslagen. De kwaliteitsreflectie biedt de mogelijkheid om deze informatiebronnen in samenhang met elkaar te bespreken en overzicht te houden op de aanpak van de verbeterpunten. De conclusies en prioriteiten uit de bespreking in de driehoek worden door de eerste begeleider aan de locatie/het team voorgelegd. Dit past ook in de rol van contactpersoon K&V. Uiteraard kan het zorgteam zelf ook andere verbeterpunten aandragen. De teamleden reflecteren gezamenlijk op de kwaliteitsverbeteringen en maken zelf een plan van aanpak.

30

30

Het resultaat van de bespreking op de locatie/in het team komt weer terug in de driehoek. Op deze manier werken we samen aan goede kwaliteit van zorg. Gebaseerd op het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg 2017-2022 zijn er vier thema’s waarop zorgteams kunnen reflecteren: 1. Het proces rond de individuele cliënt. 2. De kwaliteit van de relatie tussen cliënt en medewerker. 3. De borging van veiligheid. 4. De teamsamenstelling. Deze thema’s zien we ook terug in de resultaten van 2019. Hiernaast is de SystemeTrie van Triple-C een goed instrument in het kader van de kwaliteitsreflectie; we zijn immers bezig met de invoering van Triple-C en op basis van de SystemeTrie van Triple-C worden de randvoorwaarden in kaart gebracht en vertaald in een plan van aanpak ter verbetering in het toepassen van Triple-C. De verschillende onderdelen uit de SystemeTrie van Triple-C zijn:


1. Afstemming in de driehoek zorgmanagereerste begeleider-gedragsdeskundige. 2. Inhoudelijke randvoorwaarden (betrokkenheid gedragsdeskundige: beeldvorming, behandelplanning en uitvoering). 3. Organisatorische randvoorwaarden (functie eerste begeleider, teamgrootte en dienstrooster). 4. Coaching van medewerkers. 5. Signalen en risico’s.

visie moet komen op het behandelklimaat bij de opvangvormen, gelet op de veranderingen in de Jeugdwet.

Resultaten SystemeTrie Triple-C en kwaliteitsreflecties 2019

➜ Het belang van een goede zorgplanbespreking en –evaluatie. ➜ Aansluiten bij de behoeften en wensen van de cliënt, met name cliëntvolgend bij de zorg in de ochtend. ➜ In het dagprogramma van de cliënt dagbesteding op maat (en voor de ouder wordende cliënt ook de behoefte aan dagbesteding in kaart brengen) en individuele contactmomenten opnemen. ➜ De cliënt heeft competentiedoelen in het zorgplan.

Met Triple-C als de grondhouding en hierbij belangrijk uitgangspunt voor de kwaliteit van zorg, blijkt de driehoek (zorgmanagereerste begeleider-gedragsdeskundige) hierin al goed te functioneren. Het relatief hoge ziekteverzuim in een paar RVE’s kan een signaal zijn dat het in de praktijk lastig is om volgens Triple-C te kunnen werken en de zorgteams dan terugvallen op de traditionele werkwijze. Gericht op het zorgprogramma geeft de RVE Kind & Gezin aan dat er een

Zorgplan

Ten behoeve van het proces rond de individuele cliënt worden beide methodieken Triple-C en LACCS aangekaart bij het verbeteren van de relatie tussen de cliënt en medewerker. Voor het zorgplan komen de volgende verbeteringen naar voren:


Randvoorwaarden

➜ De medewerkers kennen de competenties die nodig zijn bij de ondersteuningsvraag van de cliënt en ontwikkelen zich hierin.

➜ Kwaliteit van het cliëntoverleg verbeteren, zowel op inhoud (bijvoorbeeld: verdieping op basis van beeldvorming) als organisatie (waaronder effectief vergaderen) en afstemming van de verschillende overleggen die er zijn in het proces rond de individuele cliënt. ➜ Coaching op het rapporteren (inclusief verdiepingsslag en niet (alleen) rapporteren op probleemgedrag) en de verantwoordelijkheden in het proces rond de individuele cliënt (goed op de hoogte zijn van de gemaakte afspraken en elkaar hierop aanspreken). ➜ Kennis over ziektebeelden verhogen door het volgen van opleiding. ➜ Continuïteit bieden in de zorg rond de cliënt; dit kan op basis van teamdoelen, maar ook rooster technisch bekijken hoe er cliëntgericht gewerkt kan worden.

De borging van veiligheid ➜ Medewerkers weten wanneer ze een incident moeten melden, steunen elkaar tijdens agressieincidenten en hebben meer kennis hierover door het volgen van de GOG-training (Grens Overschrijdend Gedrag). ➜ Het belang van een goede evaluatie van incidenten (inclusief afspraken) en nazorg. ➜ Arbotechnisch werken door jaarlijkse controle en een aanspreekpunt op de woning voor hulpmiddelen. ➜ Medewerkers bewust maken van medicatieveiligheid en handelen volgens bestaande protocollen. ➜ Het belang van medische afspraken in het ECD.

Gelet op de randvoorwaarden van het zorgplanproces, noemen we de volgende verbeteringen:

32


De teamsamenstelling ➜ Taken en verantwoordelijkheden per dienst bekijken en welk begeleidingsniveau hoort daarbij. ➜ Het belang van een goede verdeling van taken en verantwoordelijkheden en communicatie/samenwerking hierin. ➜ Doorlopende aandacht voor stabiliteit in het team, de grootte van het team en de binding met de cliënt. ➜ Elkaar helpen om de theorie in de praktijk te brengen (dit kan tijdens een teamoverleg).

Kwaliteitsproces

Met het invullen van de SystemeTrie wordt al gereflecteerd op de randvoorwaarden om de zorg en ondersteuning in te richten volgens Triple-C. Het is waardevol wanneer deze binnen de RVE’s ook met elkaar wordt besproken en de ervaringen worden gedeeld. In alle RVE’s wordt specifiek genoemd dat de relatie en samenwerking tussen teamleden nog zelden ter sprake wordt gebracht; gesprekken zijn ontwijkend, gaan over algemeenheden en over het functioneren van anderen zoals teamleden, gedragsdeskundige en eerste begeleider. Hiermee wordt het belang van reflectie ook onderkend.

4.2 Kwaliteitsconferentie

De kwaliteitsconferentie over het Kwaliteitsrapport 2019 heeft dit jaar een andere vorm aangenomen dan normaal. Op verschillende locaties kwamen kleine groepen samen met afgevaardigden van de RvT, het MO, de CVR, het Bewonersen Cliëntenplatform, de OR en een vertegenwoordiging van de contactpersonen K&V. Afgewisseld met een digitale opening en afronding, kwam het gesprek goed op gang in de kleine groepen. Hieronder volgt de samenvatting van de opbrengst van de kwaliteitsconferentie op 9 september 2020. In bijlage 4 is de gehele verslaglegging per hoofdstuk te lezen.

Samen werken aan kwaliteit

In het Kwaliteitsrapport 2019 is een duidelijke lijn te zien voor een gezamenlijke basis (zorgprogramma’s, Triple-C en het zorgplan). Deze basis werkt pas wanneer het gefaciliteerd wordt met de juiste randvoorwaarden. De verschillende groepen kwamen tot de conclusie dat de zorgprogramma’s nog onvoldoende bekend zijn bij de medewerkers. De zorgprogramma’s als uitgangspunt is een goed streven, maar er moet meer ingezet worden om deze basis op orde te krijgen. Er wordt opgemerkt dat de diversiteit in de zorg zo groot is, wat het lastig maakt om volgens één programma te werken. Triple-C is de grondhouding, maar in de praktijk verschilt het per team/RVE hoe dit wordt toegepast. Het verschil zit juist in de methodieken, omdat we naast Triple-C ook LACCS en ZRM gebruiken. Dit verschil maakt echter niet uit voor de grondhouding, waarin de behoeften van de cliënt centraal staan. Deze gedachte zit hoogstwaarschijnlijk meer in ons achterhoofd dan we denken.

‘Soms wordt er niet echt naar mij geluisterd. Medewerkers beslissen soms voor de bewoner. Maar ik ben ook iemand, medewerkers weten het niet altijd beter’

Waar staan we nu?

Terugkijkend op de verbeterpunten van het afgelopen jaar wordt de inhoudelijke verbeterslag van het zorgplan als ruim voldoende geschat. Begeleiders werken bewust aan het zorgplan, maar toch zit daar nog ruimte voor verbetering. Het zorgplan zou bijvoorbeeld meer onderdeel van de zorg en ondersteuning worden wanneer begeleiders en cliënten betrokken zijn bij het opstellen van het zorgplan.

‘In het zorgplan zetten wanneer iemand extra aandacht nodig heeft’


Werken vanuit het zorgplan wordt op dezemanier onderdeel van de dagelijkse praktijk. Die dagelijkse praktijk komt ook terug bij de invoering van de Wzd. Het plan met betrekking tot de invoering van de wet staat goed op papier en de volgende stap is dan ook de borging in de zorg en ondersteuning. Niet alleen bij eerste begeleiders en gedragsdeskundigen, maar juist bij begeleiders die te maken krijgen met onvrijwillige zorg bij cliënten. Het Bewonersen Cliëntenplatform geeft aan dat ze hier graag over mee denken. De samenhang binnen kwaliteit is daarentegen nog onvoldoende veranderd. Nog steeds geven medewerkers aan dat er veel zaken ‘moeten’ en kunnen hier geen structuur in ontdekken. Het is van belang om samenhang te creëren door gezamenlijk af te spreken: hier willen we aan werken.

‘Zorgplan moet eenvoudig geschreven worden, moet gemakkelijk leesbaar zijn (picto’s)’

Samen reflecteren

Er wordt continue gereflecteerd door begeleiders. Dit gebeurt zowel op vaste momenten als tussendoor en informeel. Er wordt voornamelijk gereflecteerd op de dag, de dienst of een bepaalde casus. Kortom, voornamelijk reflectie op cliëntniveau. Het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg 2017-2022 is echter gericht op het reflecteren op de overkoepelende kwaliteit van zorg. Om te streven naar de verbinding tussen reflectie in de dagelijkse praktijk en het kwaliteitskader, is het van belang om aan te sluiten bij de eigen manier van reflecteren in de zorgteams.

‘Kwaliteit van zorg is kwaliteit van leven’

Samen verder

Tot slot werden de verbeterpunten op het gebied van het zorgplan en randvoorwaarden

34

besproken. De eerste reacties luidden: ‘dat is veel!’ en ‘wat gaan we eerst doen?’. Hiernaast werd met name aandacht gevraagd voor het ondersteunen van nieuwe medewerkers om hen te behouden en het vergroten van de continuïteit in de zorg, maar ook het bevorderen van de interne samenwerking tussen de zorg en bedrijfsondersteuning. Verder is de zelfstandigheid van de zorgteams een belangrijk onderwerp. Kijk vooral naar welke randvoorwaarden een goed functionerend team nodig heeft en probeer de teams hierin zo optimaal mogelijk te faciliteren. Het gebruik van de RI&E is een mooie manier om het gesprek binnen het team op gang te helpen. Waar de meeste aandacht naartoe zou moeten, is helder: breng de basis op orde. De basis ligt in de zorgprogramma’s en de grondhouding Triple-C en de vertaling hiervan zien we terug in het zorgplan.

4.3 Reflectie Raad van Bestuur

“Samen verder” is niet alleen de titel van het voorliggend kwaliteitsrapport maar ook de titel van de nieuwe beleidsvisie (2021 – 2023) voor Tragel. Er is veel bereikt maar ook nog genoeg te doen. En dat pakken we samen aan. Ik ben tevreden over het zorgplanproces. Het is een structurele basis geworden voor de dagelijkse praktijk en de multidisciplinaire dialoog daarover. Onder andere hierdoor is handelingsverlegenheid bij complexe vraagstukken teruggedrongen. We kunnen ons echter de zorgprogramma’s die we in de afgelopen periode hebben ontwikkeld nog beter eigen maken. Hierdoor zal het fundament voor de zorgplannen en de dagelijkse zorg verstevigen. Dit zal ook ten goede komen aan het verdiepen van onze grondhouding die gebaseerd is op Triple-C. De waardering voor onze aanpak en de ondersteuning, en behandeling die wij bieden, zal verder toenemen.


Continue verbeteren, vernieuwen, innovatie. Het is belangrijk om niet stil te staan. De nadruk van die vernieuwing ligt op dit moment in de nacht en de dagbesteding. De nachtzorg ziet er inmiddels al anders uit dan een aantal jaren geleden maar ook hier kunnen we nog stappen zetten. De dagbesteding gaan we vernieuwen op basis van de inzichten die we tijdens de Coronacrisis hebben opgedaan. Aan beiden werken we de komende periode verder. Reflectie is voor dit alles essentieel. Als we niet reflecteren, kunnen we niet leren. Dat geldt voor alle lagen in de organisatie

maar vooral voor de zelfstandige teams. De kwaliteit van de ondersteuning, zorg en behandeling komt immers tot stand in die teams, in het dagelijkse werk met cliënten en in het contact met hun vertegenwoordigers en netwerk. Daarom blijven we inzetten op het verder ontwikkelen van die zelfstandige teams. Zij moeten ruimte krijgen om op basis van hun professionaliteit het werk te doen. De komende periode leggen we daarom de focus op het opheffen van belemmeringen hiervoor. We zullen daarbij ook zoeken naar een manier waarop de dagelijkse reflectie in de teams inbreng kan leveren voor verplichte kwaliteitsrapportages zodat ook dat als natuurlijk onderdeel van het dagelijkse werk ervaren gaat worden.

Onderdeel van de collectieve reflectie is onze jaarlijkse kwaliteitsconferentie. Ondanks de bijzondere omstandigheden waardoor we niet net als anders allemaal op dezelfde locatie bij elkaar konden zijn, was het ook deze keer een waardevolle bijeenkomst. In kleine groepjes hebben we gereflecteerd op de hoofdonderwerpen uit dit kwaliteitsrapport. Hij blijft zinvol om daar minimaal eens per jaar bij stil te staan. Dit jaar neem ik er drie dingen uit mee. De eerste is het betrekken van cliënten. Dat doen we natuurlijk dagelijks maar misschien nog te weinig op de beleidsmatige momenten. Ik zal hierover met het

Bewoners- en Cliëntenplatform doorpraten. Het tweede is behoud van medewerkers. Medewerkers zijn cruciaal voor goede kwaliteit. Stabiele teams zijn de ruggengraat voor goed leven voor cliënten. Behoud van medewerkers is daarom onderdeel van onze aanpak van het arbeidsmarktvraagstuk. De verdere ontwikkeling van de zelfstandige teams is hiervoor een belangrijke pijler. Het derde en laatste punt is “leren van zaken die goed gaan”. Tragel is een van nature kritische organisatie, de medewerkers zijn niet snel tevreden, het kan altijd beter. Daarom hebben we het misschien te vaak over alles wat nog niet goed gaat terwijl we net zoveel kunnen leren van alles wat al wél goed gaat. Dat moeten we samen leren: samen doen. Daarom: samen verder op de weg die we ingeslagen zijn.


5. Samen verder 5.1 Conclusies

In de voorgaande hoofdstukken is beschreven hoe we samen werken aan kwaliteit, waar we nu staan en wat de uitkomsten zijn van de reflecties die de zorgteams zelf hebben gedaan op de kwaliteit van zorg.

De kwaliteit van zorg wordt gemaakt in de interactie tussen begeleider en cliĂŤnt. In dit kwaliteitsrapport wordt de stand van zaken (2019) beschreven aan de hand van het zorgplan van de cliĂŤnt, waar de kwaliteit zichtbaar wordt, als ook de randvoorwaarden om deze kwaliteit te kunnen leveren. Met het huidige arbeidstekort en de ontwikkelingen waar Tragel nu mee bezig is, onderschrijven we dat de inzet van betrokken en vakbekwame medewerkers nu het belangrijkste is om de kwaliteit van zorg te kunnen verbeteren.

36

Naast het werven van nieuw personeel is het net zo belangrijk om te blijven investeren in het huidige personeel.

De keuze van Tragel voor de grondhouding Triple-C en het gebruik van zorgprogramma’s, geeft aan hoe we met kwaliteit bezig zijn. Zo willen we de eigen missie en zorgvisie, als ook onze kernwaarden, gebruiken bij het reflecteren op de kwaliteit van zorg. We kiezen voor innovatie wanneer dit de oplossing is voor het probleem. Het is van belang om rekening te houden met de verschillen in ontwikkelingsniveau tussen de zorgteams. Uit dit kwaliteitsrapport blijkt dat de basis voor de werkwijze van Tragel nog niet volledig is ingevoerd. Een eenduidige en systematische manier van werken moet aantoonbaar zijn. Gebaseerd op de inhoud van dit kwaliteitsrapport:


➜ de zorgvisie zo praktisch mogelijk maken, waarin de grondhouding Triple-C geldt voor alle medewerkers; ➜ de zorgprogramma’s als zodanig gebruiken dat de kwaliteit van zorg voor de cliënten wordt verbeterd, als ook de kennis, vaardigheden en competenties van medewerkers aansluit op wat de specifieke doelgroep van cliënten nodig heeft en wat de ondersteuningsvraag van de cliënt is; ➜ de visie op leven in vrijheid onderdeel maken van de verschillende zorgprogramma’s, zodat we aansluitend op de zorgvisie onvrijwillige zorg proberen te voorkomen (nee, tenzij…); ➜ de samenhang in kwaliteit tot uiting laten komen door de zorgvisie (gebaseerd op Triple-C), zorgprogramma’s en de visie op leven in vrijheid als ‘één pakket’ in te voeren, wat ondersteund wordt door het Kwaliteitskompas (het kwaliteitsmanagementsysteem).

De inhoud van dit kwaliteitsrapport wordt bevestigd door het adviesrapport over de besturing van het primaire proces dat inmiddels is verschenen. Het eigenaarschap voor Kwaliteit & Veiligheid willen we bij de zorgteams zelf beleggen. Dit zijn zelfstandige teams waarin gewerkt wordt met contactpersonen voor de verschillende domeinen, waaronder K&V. In dit kwaliteitsrapport wordt ingegaan op het kwaliteitsproces van de zorgteams. Gebaseerd op het Kwaliteitskompas maken

zij zelf een verbeterplan voor de kwaliteit van zorg die zij verlenen aan een bepaalde groep cliënten. Een belangrijke informatiebron is de SystemeTrie die te gebruiken is bij de verdere invoering van Triple-C. Als aandachtspunten worden genoemd: ➜ de driehoek van zorgmanager, eerste begeleider en gedragsdeskundige speelt een belangrijke rol bij de borging van kwaliteit en stuurt het team hierop aan; ➜ de domeinkaart voor kwaliteit en veiligheid biedt het kader voor de taken en verantwoordelijkheden in zowel het individuele cliëntproces als de overkoepelende kwaliteit van zorg op team-/locatieniveau, aansluitend hierop wordt de bedrijfsondersteuning zo optimaal mogelijk ingericht; ➜ het reflecteren op de kwaliteit van zorg hangt samen met de invoering van de zorgvisie (gebaseerd op Triple-C), zorgprogramma’s en de visie op leven in vrijheid en vraagt wellicht nog om concrete ondersteuning van de zorgteams hierin; ➜ de zorgteams hebben een eigen kwaliteitssysteem nodig (Triasweb) om de verbeteracties te kunnen borgen.

De belangrijkste kwaliteitsverbeteringen voor alle zorgteams volgens dit kwaliteitsrapport: ➜ incidentenmanagement onder de aandacht ten behoeve van veilige zorg; ➜ RI&E ten behoeve van risicogericht werken, inclusief verbeterplan.


5.2 Wat we gaan doen

De inhoud van het kwaliteitsrapport is voor reflectie voorgelegd aan de RvT, het MO, de OR, de CVR en een vertegenwoordiging van contactpersonen K&V en het Bewonersen Cliëntenplatform. Hiernaast heeft de bestuurder nog apart gereflecteerd op het totaal. Dan zijn we nu zover om concreet aan te geven we het komende jaar voor de kwaliteit van zorg wil behouden en verbeteren. Er zijn heel wat verbeterpunten genoemd in dit kwaliteitsrapport, eigenlijk teveel. Hierover willen we graag in gesprek. We concluderen dat we meer grip willen krijgen op al die verbeterpunten en dit niet alleen kunnen: we willen samen verder door met elkaar in gesprek te blijven.

We zijn cliëntvolgend en dit willen we zichtbaar maken in ons werk, zowel voor de zorgteams als de bedrijfsondersteuning. We willen het gesprek over kwaliteit in de dagelijkse zorg en ondersteuning stimuleren, zodat het vanzelfsprekend en leuk is om over kwaliteit te praten. Nu de domeinkaart K&V het kader biedt voor de samenwerking, gaan we dit voor de zorgteams zo praktisch mogelijk maken. Immers: kwaliteit wordt gemaakt in de zorgteams, in de interactie tussen begeleider en cliënt. Het belang van reflecteren komt nadrukkelijk naar voren en hiervoor hebben we een gezamenlijke basis nodig van waaruit we willen werken. We gaan dan ook Samen Verder met de volgende drie kwaliteitsthema’s:

1. De zorgprogramma’s (inclusief Triple-C) praktisch toepasbaar maken Wat zijn de aandachtspunten om dit samen te doen? ➜ cliënten en zorgteams meenemen bij de inhoud en invoering van de zorgprogramma’s

➜ de bedrijfsondersteuning gebruikt de zorgprogramma’s als leidraad voor de kwaliteit van de zorg en ondersteuning

2. Het zorgplan gebruiken als houvast en eenduidige werkwijze in de dagelijkse zorg en ondersteuning Wat zijn de aandachtspunten om dit samen te doen? ➜ voor de zorgteams blijkt hieruit wat kwaliteit van zorg inhoudt

38

➜ hierover zijn we continue in gesprek met cliënten en vertegenwoordigers en toetsen op deze momenten ook de tevredenheid ➜ de bedrijfsondersteuning sluit hierbij aan voor het meten van de kwaliteit van zorg


3. De zorgteams de ruimte geven, als ook de kennis en vaardigheden, om met kwaliteit bezig te zijn Wat zijn de aandachtspunten om dit samen te doen? ➜ zorgteams op orde brengen; de SysteMetrie (Triple-C) is hierin goed bruikbaar ➜ de zorgteams hebben zicht op de eigen kwaliteitsverbeteringen, zijn zich hiervan bewust en weten hoe ze hiermee moeten omgaan; het systeem Triasweb willen we hiervoor gebruiken ➜ de driehoek zorgmanager, eerste begeleider en gedragsdeskundige ziet toe op de borging van kwaliteit; hiervoor wordt verwezen naar het vervolgonderzoek voor de invulling van de functie van eerste begeleider en de positie van de driehoek

Tot slot willen we ervoor zorgen dat de inhoud van het Kwaliteitsrapport 2019 geborgd wordt in de Beleidsvisie 2021-2023. We willen benadrukken dat het belangrijk is om cliënten en de zorgteams mee te laten praten over de beleidsthema’s in relatie tot de dagelijkse praktijk. Als voorbeeld nemen we de invoering van de Wzd: wat vinden zij hierin belangrijk, hoe wordt dit nu opgepakt,

in relatie tot verantwoordelijkheid en betrokkenheid van het team en de manager (9) ➜ de bedrijfsondersteuning maakt gebruik van het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg 2017-2022 om te voldoen aan wet- en regelgeving en het Kwaliteitskompas om een centraal verbeterregister beschikbaar te stellen ➜ teamcoaches worden ingezet om de zorgteams te leren reflecteren; de RI&E en InDialoog zijn goede hulpmiddelen om nu mee aan de slag te gaan en het gesprek op gang te brengen ten behoeve van een veilige omgeving voor de cliënt en begeleider

wat gaan ze op korte termijn hieraan doen en wat is hiervoor dan nodig? Deze momenten kunnen door de bedrijfsondersteuning gebruikt worden om informatie te verzamelen en de samenwerking met de zorgteams te optimaliseren. Tragel-breed kunnen we (nog) meer van elkaar leren door het delen van de ‘good practices’ met de andere teams/RVE’s te stimuleren.


Bijlagen Bijlage 1 – Overzicht bronnen Bijlage 2 – Uitkomsten kwaliteitsmeting vertegenwoordigers, begeleiders en cliënten Bijlage 3 – Actualiteit van de zorgplannen in 2019 Bijlage 4 – Verslag Kwaliteitsconferentie 2020

Bijlage 1 – Overzicht bronnen ➜ 1. Reflectiehandreiking voor het zorgplan, jezelf en je team, november 2017 (Tragel) ➜ 2. Directiebeoordeling 2020, oktober 2020 (Tragel) ➜ 3. Rapport externe audits, oktober 2019 (Dekra) ➜ 4. Jaarverslag 2019 klachtencommissie cliënten Tragel, februari 2020 ➜ 5. Rapportage 2019 onderzoek kwaliteitservaringen Tragel, dagbesteding en werk, december 2019 (Buntinx Training & Consultancy en Tragel) ➜ 6. Wettelijke vertegenwoordiging bij Tragel, november 2018 ➜ 7. Kwaliteitsrapport 2018 SAMEN doen! Tragel, mei 2019 ➜ 8. Jaarverslag 2019 commissie medicatieveiligheid Tragel, januari 2020 ➜ 9. Rapport adviescommissie Evaluatie besturing primair proces Tragel, juni 2020

Bijlage 2 – Uitkomsten kwaliteitsmeting vertegenwoordigers, begeleiders en cliënten Meten is weten is een bekende uitspraak. Organisatieontwikkeling ontvangt periodiek data waarmee kwaliteitsverbeteringen worden gemonitord. Maar wat zeggen deze data eigenlijk? Wat is het verhaal erachter en wat vinden de medewerkers, cliënten en cliëntvertegenwoordigers belangrijk?

40

Er is een meting onder de medewerkers en cliëntvertegenwoordigers uitgezet. De meting is gebaseerd op de thema’s van het kwaliteitskader met als doel ophalen wat medewerkers en cliëntvertegenwoordigers (uit clusterraden) in de verschillende zorgprogramma’s belangrijk vinden en waar volgens hen meer aandacht voor moet zijn. In totaal zijn er 33 reacties ontvangen op de meting van het Kwaliteitsrapport 2019. Medewerkers hadden de mogelijkheid de vragen alleen of samen in te vullen. Het grootste deel van de respondenten zijn betrokken bij de doelgroep MVB en EVMB, waaronder alle vertegenwoordigers. Maar 6 respondenten zijn verdeeld over de groep LVB en K&G. Het is belangrijk om te vermelden dat deze meting vanwege het aantal respondenten niet representatief is voor de gehele organisatie, maar het wel een beeld geeft van de terugkerende thema’s. Met deze terugkerende thema’s is in samenwerking met voorzitter van het Bewoners- en Cliëntenplatform en logopediste een activiteit opgezet waarin cliënten hun mening konden delen: ➜ ➜ ➜ ➜

Wordt er naar je geluisterd? Mag je zelf keuzes maken? Wanneer voel jij je veilig? Wat vind jij belangrijk voor jezelf en je medebewoners?

Bekend met zorgprogramma's? 15%

Deze 15% zijn alleen medewerkers

Ja 85%

Nee


Deel 1: Kwaliteitskader thema’s Thema 1: Kwaliteit zorgproces rond de individuele bewoner of cliënt.

In het beoordelen van het eerste thema, kwaliteit van zorgproces rondom de individuele bewoner/cliënt, geven de respondenten gemiddeld als rapportcijfer een 6,5 (n=29). Voor LVB benadrukte de begeleider dat de invulling van vrije tijd wat aandacht nodig heeft. De invulling van vrije tijd werd ook benoemd bij MVB, maar daarnaast lag meer de nadruk op dat de cliënt leidend is en zorg/ondersteuning meer op maat moet zijn met individuele aandacht Dit komt overeen met de input vanuit EVMB. Naast de cliënt centraal stellen wordt aandacht voor de doelgroep en scholing, tijd en aandacht voor personeel aangehaald. Zowel bij EVMB als bij K&G is er behoefte aan een eenduidige visie.

Thema 2: De ruimte die cliënten hebben op het gebied van eigen regie

In het beoordelen van het tweede thema, ruimte die cliënten hebben op het gebied van eigen regie,geven de respondenten gemiddeld als rapportcijfer een 6,0 (n=25). Eigen regie is een belangrijk onderdeel in de zorgvisie van Tragel. Aandachtspunten op dit thema volgens de respondenten uit de LVB, MVB, EVMB en K&G groepen zijn lezen van de behoefte en keuzemomenten/mogelijkheden aanbieden. De respondenten geven aan dat er nog veel voor de cliënten besloten wordt en dat zij de cliënten nog niet genoeg zelf laten kiezen. Ook in dit thema komt luisteren naar de wensen en lezen van de behoefte van de cliënten naar voren bij LVB, MVB en EVMB. Het lezen van de behoefte van cliënten is vaak meer ervaring en kennis van de achtergrond van de cliënt voor nodig. Personeel zou daarom meer ervaringen kunnen uitwisselen. Kortom, er moet meer geluisterd worden naar de cliënt en de cliënt de mogelijkheden bieden om zelf te kunnen kiezen.

Thema 3: De ervaringen van cliënten

In het beoordelen van het derde thema, ervaringen van cliënten, geven de respondenten gemiddeld als rapportcijfer een 5,8 (n=25). De respondenten zijn nog niet heel tevreden over het gebruiken van de ervaringen van cliënten. Er wordt volgens sommige uit MVB, EVMB en K&G te weinig gevraagd naar de mening van cliënten. Een medewerker oppert om een manier te vinden voor een huiskamergesprek bij de doelgroep EVMB. Verder geven MVB en EVMB aan dat je vaak tevredenheid kunt afleiden aan de hand van het gedrag van de cliënt. Daar zou de begeleiding meer naar mogen kijken. Kortom, meer om de mening vragen en leren kijken naar gedrag van cliënt om tevredenheid te toetsen.

Thema 4: Samenspel in zorg en ondersteuning

In het beoordelen van het vierde thema, samenspel in zorg en ondersteuning, geven de respondenten gemiddeld als rapportcijfer een 6,2 (n=24). In dit thema werd duidelijk dat niet alleen begeleiders meer kunnen luisteren naar de wensen van de cliënt, maar ook de behandelaren en cliëntvertegenwoordigers zouden dit meer mogen doen. Op deze manier komen de begeleiding, behandelaren en cliëntvertegenwoordigers meer op één lijn. Een groot deel van de respondenten benadrukken dat het contact met vrienden en familie erg belangrijk is. Het vergroten van het sociale netwerk van cliënten is. Tot slot is de interne communicatie en samenwerking tussen behandelaren en begeleiding nog een aandachtspunt: ‘samen kijken naar wat nodig is. niet apart’. Kortom, respondenten geven het samenspel tussen zorg en ondersteuning een ruim voldoende. Echter vraagt de interne communicatie en op één lijn met alle betrokkenen zitten nog wel wat aandacht.


Thema 5: Borging van veiligheid in zorg en ondersteuning

Thema 6: Betrokken en vakbekwame medewerkers

Opvallend is dat de respondenten samen de borging van de veiligheid in de zorg en ondersteuning een ruim voldoende geven. De veiligheid rondom medicatie wordt door de meeste respondenten benoemd als aandachtspunt. Niet alleen het veilig toedienen van medicatie, maar ook goed op de hoogte zijn van de ontwikkelingen en medicatiegebruik. Scholing van het personeel wordt hierbij als oplossing benoemd. Het personeel moet hierop blijven ontwikkelen. Verder geven de groepen LVB en K&G aan dat risico’s meer bespreekbaar zouden moeten worden. Kortom, vrij tevreden over de borging van veiligheid met enkel aandachtspunten rondom medicatieveiligheid, scholing van personeel en het bespreken van de risico’s.

Ook het zesde thema is gemiddeld beoordeeld met een ruim voldoende volgens de respondenten. Opvallend is dat alleen EVMB aangeeft hoge werkdruk te ervaren waardoor het werkplezier wat verminderd. Daarnaast zijn de groepen het eens over het feit dat je de kans moet krijgen om jezelf te blijven ontwikkeling, scholing kunnen volgen en eigen invulling kunnen geven aan die scholing. Daarnaast wordt als aandachtspunt aangehaald door drie medewerkers dat zelforganisatie veel vraagt van de teams en dat teams hier graag meer in ondersteund worden zodat zij meer tijd vrij hebben voor de cliënten. Kortom, meest terugkerend onderwerp binnen dit thema is scholing blijven krijgen van de organisatie, liefst met eigen invulling aan scholing, zodat personeel zich verder kan ontwikkelen.

Deel 2: Stand van zaken Triple-c i.c.m. Zorgprogramma’s

Om zicht te krijgen op de stand van zaken van de teams is gevraagd om de Triple-c Matrix in te vullen. De opbrengst laat een verdeeldheid zien in de verschillende doelgroepen. Hoe donkerder de kleur in de matrix, hoe meer respondenten deze plek in de matrix hebben gekozen. LVB: Regels

<

<>

>

Relatieopbouw

Controle

<

<>

>

Competentieopbouw

Contactmomenten

<

<>

>

Samenwerking

Moeten

<

<>

>

Willen

Vertrouwen verdienen

<

<>

>

Vertrouwen geven

Kennisoverdracht

<

<>

>

Kenniscreatie

Zelfvertrouwen

<

<>

>

Teamvertrouwen

Zelfredzaamheid

<

<>

>

Samenredzaamheid

Ontwikkelingsgericht

<

<>

>

Ondersteuningsgericht

Gezien de Triple-C matrix geven de Regels respondenten van LVB doelgroep aan <dat ze werken Controlerichting de visie van Triple-C. <Een verschuiving van de traditionele werkwijze Contactmomenten < heeft plaatsgevonden. Opvallend is wel dat

<> <> <>

men zich nog herkent in ‘contactmomenten’ > (traditioneel) inRelatieopbouw plaats van ‘samenwerking’ (Triple-c). hen zijn een > Volgens Competentieopbouw vertrouwensband met de cliënt en ruimte/ > Samenwerking financiën nodig om de grondhouding van Willen Triple-c> goed te waarborgen.

Moeten

<

<>

Vertrouwen verdienen

<

<>

>

Vertrouwen geven

Kennisoverdracht

<

<>

>

Kenniscreatie

Zelfvertrouwen

<

<>

>

Teamvertrouwen

42


Kennisoverdracht

<

<>

>

Kenniscreatie

Zelfvertrouwen

<

<>

>

Teamvertrouwen

Zelfredzaamheid Regels Ontwikkelingsgericht Controle

< < < <

<> <> <> <>

> > > >

Samenredzaamheid Relatieopbouw Ondersteuningsgericht Competentieopbouw

<

<>

>

Samenwerking

Moeten Regels

< <

<> <>

> >

Willen Relatieopbouw

Vertrouwen verdienen Controle

< <

<> <>

> >

Vertrouwen geven Competentieopbouw

Kennisoverdracht Contactmomenten

< <

<> <>

> >

Kenniscreatie Samenwerking

Zelfvertrouwen Moeten

< <

<> <>

> >

Teamvertrouwen Willen

Zelfredzaamheid Vertrouwen verdienen

< <

<> <>

> >

Samenredzaamheid Vertrouwen geven

Ontwikkelingsgericht Kennisoverdracht

< <

<> <>

> >

Ondersteuningsgericht Kenniscreatie

Zelfvertrouwen

<

<>

>

Teamvertrouwen

Zelfredzaamheid Regels Ontwikkelingsgericht Controle

< < < <

<> <> <> <>

> > > >

Samenredzaamheid Relatieopbouw Ondersteuningsgericht Competentieopbouw

Contactmomenten

<

<>

>

Samenwerking

Contactmomenten MVB:

De MVB doelgroep laat verdeeldheid < Regels Moeten zien over de matrix. De respondenten Controle Vertrouwen verdienen geven aan voornamelijk in het midden<en richting de Triple-C visie te verschuiven. Contactmomenten < Kennisoverdracht Relatieopbouw, competentieopbouw, Moeten < Zelfvertrouwen willen en ondersteuningsgericht springen Vertrouwen verdienen < eruit waarbij ze meer richting de Triple-c Zelfredzaamheid Kennisoverdracht Ontwikkelingsgericht

<> <> <> <> <>

werken.> Daarentegen geven ze aan meer Relatieopbouw Willen in de contactmomenten en zelfvertrouwen > Competentieopbouw Vertrouwen zitten (traditioneel). Meergeven vanuit de triple-c>visie werken is nodig volgens deze Samenwerking Kenniscreatie groep. Niet alleen de teams, maar ook de > Willen Teamvertrouwen vertegenwoordigers meer meenemen in Vertrouwen gevengenoemd. Triple-c> wordt als voorbeeld Samenredzaamheid

<

<>

>

Kenniscreatie Ondersteuningsgericht

<

<>

>

Teamvertrouwen

Zelfredzaamheid Regels Ontwikkelingsgericht Controle

< < < <

<> <> <> <>

> > > >

Samenredzaamheid Relatieopbouw Ondersteuningsgericht Competentieopbouw

Contactmomenten

<

<>

>

Samenwerking

Regels Moeten

< <

<> <>

> >

Relatieopbouw Willen

Controle Vertrouwen verdienen

< <

<> <>

> >

Competentieopbouw Vertrouwen geven

Contactmomenten Kennisoverdracht

< <

<> <>

> >

Samenwerking Kenniscreatie

Moeten Zelfvertrouwen

< <

<> <>

> >

Willen Teamvertrouwen

Vertrouwen verdienen Zelfredzaamheid

< <

<> <>

> >

Vertrouwen geven Samenredzaamheid

Kennisoverdracht Ontwikkelingsgericht

< <

<> <>

> >

Kenniscreatie Ondersteuningsgericht

Zelfvertrouwen

<

<>

>

Teamvertrouwen

Zelfvertrouwen EMVB:

Zelfredzaamheid < De groep van EVMB geeft een duidelijke Regels < impasse tussen de traditionele en triple-c Ontwikkelingsgericht < Controle < visie aan op de matrix. Een verklaring kan zijn dat het gewone leven in Triple-c anders Contactmomenten < is dan het gewone leven in LACCS. Het Moeten < gewone leven bij LACCS draait om orde en Vertrouwen en verdienen < toe regelmaat de mogelijkheid om af en

<> <> <> <> <> <>

> Samenredzaamheid een andere omgeving te zien. Hoe dan ook is > Relatieopbouw het volgens hen belangrijk dat begeleiders > Ondersteuningsgericht kennis >hebbenCompetentieopbouw van het zorgplan en per individuele cliĂŤnten kijken naar de behoefte > Samenwerking om aan de grondhouding van Triple-c te > Willen voldoen.

<>

>

Vertrouwen geven

Kennisoverdracht

<

<>

>

Kenniscreatie

Zelfvertrouwen

<

<>

>

Teamvertrouwen

Zelfredzaamheid

<

<>

>

Samenredzaamheid


Vertrouwen verdienen

<

<>

>

Vertrouwen geven

Kennisoverdracht

<

<>

>

Kenniscreatie

Zelfvertrouwen

<

<>

>

Teamvertrouwen

Zelfredzaamheid

<

<>

>

Samenredzaamheid

Ontwikkelingsgericht

<

<>

>

Ondersteuningsgericht

Regels

<

<>

>

Relatieopbouw

Controle

<

<>

>

Competentieopbouw

Contactmomenten

<

<>

>

Samenwerking

Moeten

<

<>

>

Willen

Vertrouwen verdienen

<

<>

>

Vertrouwen geven

Kennisoverdracht

<

<>

>

Kenniscreatie

Zelfvertrouwen

<

<>

>

Teamvertrouwen

Zelfredzaamheid

<

<>

>

Samenredzaamheid

Ontwikkelingsgericht

<

<>

>

Ondersteuningsgericht

K&G:

Volgens de ingevulde matrix lijkt Kind & Gezin eerder tegen de traditionele werkwijze te zitten in plaats de Triple-c visie. Er is behoefte aan scholing op Triple-c om aan de grondhouding te kunnen werken. Voor deze groep is het belangrijk om te kijken naar het vertrouwen en veiligheid en van daaruit kijken naar de behoeften van het kind.

Conclusie Triple-c Matrix:

Hoewel de opbrengst niet spreekt voor de hele organisatie, is een verdeeldheid te zien in de aangenomen visie van Triple-c tussen de doelgroepen. Er lijkt een verschuiving van de traditionele werkwijze naar de Triple-c werkwijze te zijn bij de groepen LVB en MVB. Terwijl de groep EVBM op de matrix laat zien tussen de twee werkwijzen in te staan. Wellicht doordat zij voornamelijk werken volgens de LACCS methode. Kind en Gezin laat vooral zien dat ze nog het meeste richting de traditionele manier van werken zitten. Meer onderzoek naar de stand van zaken is nodig om hier conclusies aan te trekken.

Advies aan Raad van bestuur

Als je nu advies mag geven aan de Raad van Bestuur, wat verdient volgens jou nu de meeste aandacht in de kwaliteit van zorg voor het komende jaar?

44

Diverse antwoorden zijn gegeven door de respondenten, maar de volgende thema’s/ onderwerpen komen in het advies van de respondenten overeen: ➜ Kijk naar passende woonvormen, niet alleen naar appartementen (LVB, MVB) ➜ Meer aansturing en ondersteuning van teams op het gebied van zelforganisatie en Triple-C (MVB, EVMB) ➜ Personeel zichzelf laten ontwikkelen passend bij de doelgroep, thematiek en Triple-C. ➜ De groep EVMB pleit voor meer aandacht voor de LACCS methode.

Deel 3: Wat vind jij belangrijk – dagbestedingsactiviteit bij cliënten

Het derde deel van de kwaliteitsmeting is een dagbestedingsactiviteit voor cliënten. Op basis van de uitvraag bij de medewerkers en cliëntvertegenwoordigers zijn vier hoofdthema’s naar voren gekomen.Deze zijn weergegeven op kaarten die cliënten (samen met begeleiding) konden invullen. Deze activiteit is opgezet zodat ook tijdens de Corona-tijd de cliënten hun mening kunnen geven. In totaal hebben er 40 cliënten van verschillende locaties deelgenomen. Zij hebben na het inleveren van de kaarten eenbedankje gekregen.


1. Wordt er naar je geluisterd? Groen = 14

Oranje = 9

Rood = 4

Het grootste deel voelt zich serieus genomen door de begeleiding. Een deel geeft aan dat bij vaste begeleiders wel en bij begeleiders die af en toe komen niet. Als voorbeeld geven ze dat de begeleiding behulpzaam zijn als ze ergens mee zitten en proberen te zoeken naar oplossingen. af en toe even een half uurtje praten is al fijn. Maar daartegen geven een aantal cliënten aan dat de begeleiding niet goed luistert en veel door elkaar praat. Een aantal geven aan dat de begeleiding vaak te druk is. Wat beter kan zit in meer luisteren en meer aandacht. begeleiding zegt te vaak: straks! En dat kan door meer geduld te hebben.

Quotes: ➜ Soms denk ik dat er niet naar mij geluisterd wordt, begeleiding heeft weinig tijd voor mij ➜ Soms: personeel zegt te vaak <<straks>> dus niet duidelijk ➜ Soms zit ik ergens mee, verlies in familie. Begeleiding luistert naar me, we hebben dan gesprek

2. Mag je zelf keuzes maken? Groen = 11

Oranje = 4

Rood = 3

Bijna iedereen geeft aan dat ze zelf mogen beslissen. Soms moeten er zaken overlegd worden met familie of de begeleiding. Bijvoorbeeld als het gaat om geld. Ze geven aan dat ze mogen beslissen over de activiteiten, welk avondeten en drinken. Maar ook waar ze zelf voor willen sparen. Sommigen geven aan dat ze niet altijd mogen beslissen, zoals een verhuizing. Er worden niet veel suggesties gegeven waardoor het beter kan. De meesten geven aan dat ze tevreden zijn. Eén reactie luidt: ‘ik kan niet kiezen wie hier werkt en bij wie ik woon’.

Quotes: ➜ Ik mag bijna alles zelf beslissen. Als het over geld gaat moet ik dit met mijn zus of begeleiding bespreken. ➜ Ik kan niet kiezen wie hier werkt en bij wie ik woon ➜ Ik mag bijna alles beslissen ➜ Maar bijvoorbeeld een nieuwe vloer kan niet zomaar

4. Wat vind je belangrijk voor jezelf en medebewoners? Groen = 6

Oranje = 1

Rood = 1

Er worden verschillende suggesties gegeven met betrekking tot activiteiten (muziek optredens, taart bakken), veel bewegen en naar buiten, lekker eten en minder computerwerk door begeleiding. Er wordt ook gesuggereerd om wat spannendere activiteiten te doen, dat de meeste cliënten meer kunnen dan begeleiding soms denkt. Tot slot is gevraagd of ze een voorstel hebben aan de bestuurder. Een groot deel wilt graag dat Guus nog eens langskomt, bijvoorbeeld om pizza te eten of een kopje koffie. Sommigen geven aan dat ze graag een eigen appartementje willen met douche, wc en internet.

Quotes: ➜ Ik vind het belangrijk dat er goed personeel is en dat die ook blijven en ze het wat minder druk krijgen ➜ Dat we wat organiseren voor jongeren van 10 tot 18 met beperkingen/uit huis geplaatst zijn, zodat hun ook rustig onderling kunnen zijn ➜ Ik zou graag een trampoline willen in de tuin ➜ Ik wil graag leuke dingen doen, maar niet op Clinge ➜ Eigen appartement in Terneuzen, wel met begeleiding


Voorstel aan Guus: ➜ Dat Guus nog eens pizza komt eten bij ons op de groep ➜ Een eigen appartementje met douche, wc en internet ➜ Kom eens om de koffie ➜ Guus, wanneer mogen we weer verwendag? ➜ Guus, ik zou op mezelf willen wonen

Per RVE valt op dat: ➜ het percentage actuele zorgplannen voor de RVE Gedrag & Ontwikkeling MVB weer terug is op de norm van 95%. De afname die te zien was tussen Q2 en Q3 kon goed verklaard worden en we zien nu dat het weer op orde is. ➜ voor de RVE Gedrag & Ontwikkeling LVB het percentage weer is toegenomen, dit fluctueert tussen de verschillende kwartalen. ➜ het percentage actuele zorgplannen voor de RVE Kind & Gezin in Q3 al was afgenomen naar 85% en in Q4 nog iets verder naar 82%, wat opnieuw extra aandacht vraagt. ➜ de RVE Zorg & Beleving vergeleken met Q3 een toename laat zien in het percentage actuele zorgplannen en boven de norm uitkomt: van 90% naar 97%. ➜ de RVE’s Wonen & Werken in de wijk een stabiel percentage laten zien gedurende het jaar 2019: voor Hulst en Terneuzen v raagt het wel aandacht om naar de norm van 95% toe te werken en Sluis komt weer boven de norm uit.

Bijlage 3 – Actualiteit van de zorgplannen in 2019

Tragel hanteert de datum van de zorgplanbespreking als ijkdatum voor de managementinformatie. De norm is bepaald op 95%. In onderstaande figuur is per kwartaal van 2019 het percentage actuele zorgplannen weergegeven, zowel voor Tragel in totaal als voor de afzonderlijke RVE’s. Vergeleken met Q3 is de actualiteit van de zorgplannen nagenoeg gelijk gebleven (84% vergeleken met 83%) en is het percentage te laag. Als ondergrens houden we 85% aan en gedurende het jaar 2019 schommelt het percentage rond deze waarde. Ondanks de voortdurende aandacht voor de actualiteitvan de zorgplannen, is dit Tragel-breed niet op orde.

Conclusie: Er is extra aandacht nodig voor de actualiteit van de zorgplannen, zeker wanneer teams te maken krijgen met verzuim en het verloop van cliënten.

84% 80% 83% 84%

89% 89% 93% 94%

Q4 2019

83% 92% 96% 96%

Q3 2019

87% 90% 90% 89%

92% 93% 90% 97%

95% 91% 85% 82%

Q2 2019

67%

80% 70% 60%

Q1 2019

91% 85% 93%

95%

98%

100% 90%

96% 96%

Zorgplan per RVE

50% 40% 30% 20% 10% 0%

O G&

VB M

O G&

B LV

NG

N

ND KI

&

ZI GE

RG ZO

&

VI LE E B

S UI

T

&W W

LS HU

&W W

SL

&W W

N ZE EU N R TE

L GE

AL TA TO

A TR

*In het totaalpercentage voor Tragel worden ook de zorgplannen van het Expertisecentrum en de Bedrijfsondersteuning – Facilitaire zaken meegenomen.

46


Bijlage 4 – Verslag Kwaliteitsconferentie 2020 Woensdag 9 september 2020, van 10u tot 13u

1. Samen werken aan kwaliteit De zorgprogramma’s vormen de leidraad voor de dagelijkse zorg en ondersteuning

Triple-C is duidelijk als grondhouding terug te zien in het zorgplan van de cliënt

➜ De zorgprogramma’s zijn bij medewerkers te onbekend om als leidraad voor de dagelijkse zorg te dienen. Als “leidraad” richtinggevend voor het handelen betekent, dan is dit niet het geval. ➜ Eerste begeleiders en gedragsdeskundige kennen wel zorgprogramma’s. Maar niet overal. De ondersteuning is niet bekend met zorgprogramma’s. Daarnaast kent de nachtzorg niet alle zorgprogramma’s. ➜ De zorgprogramma’s lijken veel te breed, in één zorgprogramma zitten ook weer verschillende subgroepen. Er zijn cliënten die onder diverse zorgprogramma’s vallen (ouder wordend met gedragsproblematiek). ➜ Zorgprogramma’s zouden de onderstroom in de dagelijkse zorg moeten vormen en leidend is maatwerk op cliëntniveau (het zorgplan). ➜ Kortom, het leeft niet. ➜ Triple-c wordt nog niet door alle medewerkers als grondhouding gezien. Bijv. bij Zorg en Beleving is het minder prioriteit. Het staat wel in het zorgplan, maar wordt nog niet goed uitgevoerd. ➜ De cliënten zijn niet meegenomen in Triple-C. Daarnaast zou het zorgplan goed leesbaar moeten zijn voor de cliënten. ➜ Er wordt daarentegen wel veel meer dan vroeger van uit “SAMEN” gewerkt. ➜ Toch zijn er vanuit RvT nog steeds zorgen over de borging van dit proces. Zoals ook uit de kwaliteitsmeting blijkt, zijn er verschillen tussen de doelgroepen: Tragel-breed invoeren of accepteren we de verschillen? ➜ Andere methodieken worden gebruikt zoals LACCS en ZRM. Triple C is een grondhouding waarbinnen een LACCS goed past. Dat geldt minder voor ZRM. Toch zou het niet uit moeten maken met welke methode (LACCS, Triple-c of ZRM) gewerkt wordt, de sturing op de grondhouding Triple-c komt vanuit de driehoek. Er wordt gestart met de SystemeTrie om vervolgens verder mee aan de slag te gaan. ➜ Het gaat erom welke vragen er worden gesteld, deze zijn terug te voeren op de grondhouding Triple-C: de behoeften van de cliënt staan centraal. Het gaat om de methode van denken, deze moet in het achterhoofd zitten/komen. ➜ De grondhouding is er wel, maar leeft nog niet bij iedereen op dezelfde manier.


Tops en tips

Tops ➜ Goed om zorgprogramma te hebben. Er moet een basis zijn. ➜ Triple-c steeds beter zichtbaar in zorgplan. ➜ Triple C als grondhouding zie je in verschillende vormen terug. “SAMEN”. ➜ Triple-c zit onbewust meer in onze grondhouding dan we denken. ➜ Weer als prioriteit zien en dat geeft ruimte (i.p.v. op korte termijn oplossen, zoals personeelstekort; maar let op, dit is ook van belang op lange termijn i.k.v. Triple-C) Tips ➜ Nu uitdragen naar alle medewerkers + hoe toepassen als meerdere zorgprogramma’s binnen een locatie van toepassing zijn ➜ Maak je andere keuzes uitgaande van werken met zorgprogramma’s? Bijv. over plaatsing cliënten per zorgprogramma bij elkaar ➜ Medewerkers en cliënten trainen + bespreken mbt zorgprogramma’s ➜ Labelen van locaties (LVB, MVB enzovoort) is voor de wijk niet relevant. Daar is de diversiteit te groot voor: maatwerk. Sowieso is het labelen van mensen niet prettig. Wel voor de “systemen” maar niet als het om de mensen zelf gaat. ➜ De kwaliteit wordt het beste in de driehoek geborgd. ➜ Reflecteren op teamoverleg: hebben we het goed gedaan? (i.p.v. afvinken, begrijpen we het allemaal nog?). Standaard op teamoverleg of ‘heilig uurtje’ om even samen te komen (t.b.v. borging proces) ➜ Oog blijven houden op maatwerk ➜ Triple-C leidraad ook voor de organisatie inrichting (niet enkel voor de zorg). Bedrijfsondersteuning meer cliëntvolgend inrichten om optimale zorgkwaliteit te borgen.

48


2. Waar staan we nu? Inhoudelijke verbeterslag van de zorgplannen Geef met een rapportcijfer aan hoe tevreden

Ruim voldoende

je bent met de uitwerking van de

➜ Teams zijn bewust bezig met het zorgplan. Op papier

kwaliteitsthema’s in het afgelopen jaar en ga

gaat het vaak goed, maar in de uitvoering is het lastig.

hierover in gesprek met elkaar.

➜ Ook maakt het uit welke zorgtype je verleent. Ambulant begeleiders schrijven zelf het zorgplan,

Concrete vraag hierbij: wat hebben jullie hiervan

persoonlijke begeleiders mogen het zorgplan aanvullen

gemerkt?

met auteursrechten, waardoor meer eigenaarschap ontstaat en er meer vanuit het zorgplan gewerkt wordt. ➜ Overigens, zijn medewerkers bepalend in de totstandkoming van kwaliteit. In die zin is investeren in behoud van medewerkers belangrijk. Het is de basis voor/van kwaliteit. ➜ Het zou fijn zijn als het zorgplan meer een levend en direct toepasbaar document zou zijn. Dan kan het meer onderdeel van het dagprogramma worden en makkelijk te bespreken met de cliënten. ➜ De betrokkenheid van cliëntvertegenwoordigers mag vergroot worden. Met het zorgplan de basis van de zorg is, wordt afgevraagd of hier wel dagelijks naar gehandeld wordt. Het gesprek over het zorgplan en de voortgang kan vaker gevoerd worden. Ook tussendoor! Het is van belang om gezamenlijk te werken aan het zorgplan/de doelen, ook samen met de cliëntvertegenwoordigers. Invoering van de nieuwe Wet zorg en dwang (Wzd) Voldoende ➜ Op papier is de invoering van de Wzd goed voorbereid. Het is een mooi uitgewerkt plan. Maar in de uitwerking leeft het nog te weinig. Niet iedereen van de eerste begeleiders is goed mee met het verhaal over de wet zorg en dwang. Niet alleen eerste begeleiders, maar ook de begeleiders zelf. ➜ Belangrijker nog, voor de cliënten is niet duidelijk wat het is en voor hen betekent. Ze willen er meer van weten en samen met begeleiders zoeken naar praktische oplossingen. ➜ Het is per doelgroep verschillend welke invloed de Wzd heeft, daarom is het van belang dat de basisgedachte achter de Wzd helder is bij iedereen, maar vooral de eerste begeleiders zodat zij dat kunnen uitdragen. ➜ De toetsing door de Arts VG stagneert het proces wel.


➜ Er heerst een verschil in veiligheid en bescherming. Dat moet een onderdeel van gesprek zijn. Vanuit de ondersteuning het proces rondom domotica helder, bijv. cameratoezicht tijdens de nacht. Dat geldt minder voor de dagelijkse praktijk. Bijvoorbeeld de televisie inbouwen in een kast om vervolgens deze aanpassing weer terug te draaien vanwege de VBM. ➜ Ook dit moet meer gaan leven: niet als apart onderwerp à vooral stimuleren: altijd nadenken over de dingen die we doen! Samenhang binnen kwaliteit Voldoende/onvoldoende ➜ Kwaliteitsreflectie, kwaliteitskompas, wegwijzer etc. worden ervaren als ‘moeten’. Elke keer is het weer zoeken ➜ Er moeten keuzes worden gemaakt in wat we doen t.a.v. kwaliteit, er is nu te veel. Dan is het mogelijk om er samenhang in te krijgen en het samen te doen. ➜ De domeinkaart draagt bij aan samenhang in kwaliteit maar de domeinkaart K&V is wel heel groot (veel tekst, veel inhoud). ➜ Samenhang: kan het compacter en concreter en passend bij de praktijk zoals het niet als moeten ervaren wordt? Is de kwaliteitsmeting een meerwaarde voor

Verdeeldheid over de meerwaarde van de

het kwaliteitsrapport, naast de cijfers en de

kwaliteitsmeting voor het kwaliteitsrapport. De groep

informatie die we al hebben?

is nu veel te klein om hier conclusies uit te halen. Voor een volgende keer zou een ondergrens moeten zijn om het als representatieve meting te mogen gebruiken. Dan zou het zeker een meerwaarde hebben.

Tops en tips

Tops ➜ Zorgplannen inhoudelijk steeds beter op orde. ➜ Samenhang binnen RVE t.a.v. kwaliteit ➜ ONS is een ECD dat goed past. ➜ Er wordt bewust omgegaan met vrijheidsbevordering/-beperking. ➜ In de Corona-tijd hebben we geleerd om genuanceerder te kijken naar wat belangrijk is voor de cliënt (overigens is dit terug te vinden in het zorgprogramma) en vanuit de vertrouwde omgeving te kijken naar activiteiten (hierdoor andere accenten in het zorgplan). Er is hierdoor meer rust voor de cliënten,

50


maar ook voor begeleiders . ➜ Bij Ambulant is de meerwaarde: zelf actief in het ontwikkelen/schrijven van het zorgplan, maakt dat je actief bent in de begeleiding op basis van het zorgplan. Tops ➜ De Triple-c indeling van de zorgplannen, hoe past ZRM hierin? Kan hier nog naar gekeken worden zodat heel Tragel het format van een Triple-c invult in het opstellen van doelen. ➜ Aandacht voor uitvoering van zorgplannen. ➜ Cliënten betrekken bij WZD. ➜ Alle medewerkers informeren en trainen t.a.v. WZD ➜ Samenhang organisatiebreed nog versterken ➜ Investeer in het behoud van medewerkers (= behoud van kwaliteit). ➜ Terug naar de bedoeling versus systeem/ voorzieningen: n.a.v. verandering bij Zorg & Beleving voor de ouder wordende cliënt, dit over de RVE’s heen aanpakken omdat dit consequenties heeft voor cliënten in de wijk die bij Zorg & Beleving dagbesteding volgen (n.a.v. gesprek wordt een afspraak gemaakt met de 1e begeleider van WWH en de zorgmanager van Z&B) ➜ Ten behoeve van de inhoud van het zorgplan op ons zelf reflecteren om het zorgplan samen tot stand te brengen en het samen uit te voeren. Aan het einde van het gesprek ook vragen of cliënt(vertegenwoordiger) tevreden is of wat gemist heeft. Het reflectieverslag (evaluatie van de doelen) biedt inzicht in de manier waarop het team met het zorgplan omgaat. ➜ Aandacht voor proces en rollen/functies/ verantwoordelijkheden (bv binnen WZD-proces!) ➜ Geef begeleiders ook de ervaring van wat het betekent wanneer een ander de regie overneemt (Wzd) ➜ Maak domeinkaart K&V concreet en praktisch. Het is echt veel tekst. ➜ Kunnen we omdenken? ‘Wat moeten we’ naar ‘wat willen we’? Waarom wil we dit? ➜ Teamcoaches kunnen meer ruimte geven aan het team om te reflecteren over kwaliteit van zorg (hoger niveau)


3. Samen reflecteren Hoe wordt er dagelijks gereflecteerd op kwaliteit

➜ Medewerkers reflecteren continue. Tijdens het

van zorg?

werk, bij de overdracht, in het teamoverleg, in de

(let op onderscheid in individueel cliëntproces

driehoeken. Het gebeurt dagelijks, maar vaak wel

en overkoepelende kwaliteit van zorg)

informeel of tussendoor. Vaak wordt er gereflecteerd op negatieve situatie in plaats van de positieve situaties. Daar mag wel meer op gestuurd worden. Daarnaast wordt duidelijk dat er gereflecteerd wordt op bepaalde situaties, maar niet op de doelen. Op de doelen wordt vaak door de eerste begeleider gereflecteerd. ➜ De organisatie van reflecteren moet zich richten op de teamvolwassenheid (wat is het reflectievermogen, kunnen medewerkers elkaar feedback geven?), de teamsamenstelling (wat kun je verwachten van het team?) en het belang van samenwerken tussen RVE’s zou meer naar voren mogen komen. ➜ Er lijken weinig momenten over te zijn om te reflecteren op de kwaliteit van zorg op een overkoepelend niveau. Tijdens werkoverleggen worden verschillende dingen besproken, waaronder reflecteren op cliëntniveau, maar dan is er geen tijd/ruimte om te reflecteren op de overkoepelende kwaliteit van zorg. ➜ En wat is hierbij de rol van zorg en ondersteuning. Kan de ondersteuning mee worden genomen in de reflectie? Zit je met de juiste mensen aan tafel? De vervolgstap is de verbinding zoeken met de ondersteuning. Welke randvoorwaarden moeten in orde zijn zodat teams in eerste instantie hun werk kunnen doen en kunnen reflecteren (op cliëntniveau en overkoepelend)?

Hoe draagt dit bij aan wat we nu verplicht doen

➜ Er is geen verbinding tussen de reflectie in de teams

vanuit het Kwaliteitskader GHZ 2017- 2022 of

en het Kwaliteitskader. Dit zou wel kunnen ontstaan

willen we dit juist anders inrichten?

door maatwerk toe te passen. Kijk naar hoe een team reflecteert en sluit daar op aan. Passend maken per RVE, team. ➜ Dan wordt het niet meer als “verplicht nummer” ervaren maar net zo natuurlijk als er nu al dagelijks gereflecteerd wordt. ➜ De inzet van teamcoaches om als team te leren reflecteren en feedback te kunnen geven om vervolgens als team aan de slag te gaan met een verbeterpunt.

52


Tops en tips

Tops ➜ Reflecteren door driehoek is goed ➜ Eerste begeleider pakt een goede rol in reflecteren. ➜ SystemeTrie ➜ Het opvolgen van de adviezen uit het rapport over besturing van primair proces gaat ons verder op weg helpen in ‘wie doet wat’ en het regelen van de randvoorwaarden die ondersteunend zijn om meer ruimte te hebben voor reflectie. ➜ Vaste momenten worden gecreëerd om te reflecteren op cliëntniveau. Dat gebeurt goed, hier en daar wat sturing nodig. ➜ Daar de pilot met de RI&E worden meer zaken bespreekbaar gemaakt en samen gereflecteerd op veiligheid. Maakt mensen bewuster! En kan je makkelijker het gesprek aangaan. Tips ➜ Eerst de driehoek, daarna team ➜ Je leert net zoveel van wat goed gaat als van wat niet goed gaat. ➜ Verdieping en diversiteit binnen het team is nodig voor reflectie (afhankelijk van de doelgroep cliënten) ➜ Eerste begeleiders van verschillende RVE’s uitnodigen t.b.v. de voorstellen in relatie tot besturing primair proces ➜ Teams hebben vaak geen tijd en ruimte om te reflecteren over het overkoepelende kwaliteit van zorg (dat begint mogelijk bij de teamontwikkelsessies). Kan het team goed gezamenlijk reflecteren en elkaar feedback geven? Staan ze open voor feedback en kun je dan een stapje hoger zetten en kijken naar de kwaliteit van zorg. ➜ Gebruik van de RI&E om zaken bespreekbaar te maken. ➜ Kijk naar de rol van de bedrijfsondersteuning hierin.


4. Samen verder Onderschrijven we de verbeterpunten die

Het zijn veel verbeterpunten maar ze zijn herkenbaar.

genoemd worden voor het zorgplan en de

Een punt ter aanvulling: vertrek vanuit in de teams.

randvoorwaarden hiervoor? Let hierbij op: zijn er

Haal daar opbrengsten op en stop die achter de

door de deelnemers nog andere verbeterpunten

schermen in de systemen. En probeer maatwerk te

te noemen?

doen, niet alles en iedereen op dezelfde manier. Kijk naar wat nodig is. Verschil mag er zijn. Toch zijn er nog wat aanvullingen: ➜ Nieuwe medewerkers goed ondersteunen en daarbij uitgaan van hele brede instroom, onboardingsproces beter. ➜ Kwaliteit van zorgplanbesprekingen vergroten ➜ Coachen op signaleren en rapporteren door medewerkers ➜ Continuïteit bieden in de zorg en ondersteuning ➜ Medewerkers zijn meer competent maken voor de ondersteuning die ze bieden ➜ Werken aan interne organisatie met de focus op de verbinding tussen zorg en bedrijfsondersteuning. De zorg heeft de regie over het belang van de cliënt, maar betrek de ondersteuning om kaders af te spreken.

Hoe werken we met de zelfstandige teams samen

➜ Triasweb is genoemd als goed hulpmiddel, dit kan

aan de kwaliteitsverbeteringen, gelet op de

het cement worden, voor verband zorgen. Hier zijn de

verschillen in ontwikkelingsniveau van de teams?

teams dan erg mee geholpen Voorwaarden van team eerst goed invullen: basisbezetting, taakverdeling, kennis ➜ Hier vooral zichtbaar wat er dagelijks gebeurt rondom kwaliteit (wat is het laaghangend fruit?). Let hierbij op wat we onder een team verstaan, zodat we de kwaliteit makkelijker bespreekbaar maken: hoe afhankelijk ben je van elkaar en werk je toe naar een gezamenlijk doel? ➜ Maar ook binnen het team stimuleren om de rollen van de contactpersonen te evalueren en mogelijk aan te passen. Het delen van best practices om elkaar te inspireren. Dit proces meer structureren en borgen. Daarnaast aandacht voor kwalificaties van medewerkers. ➜ Vooral de vraag stellen: staan we stil bij waar we mee bezig zijn: vanuit goede bedoelingen en op de goede manier. Tragel moet een fijne plek zijn om te werken en te ontwikkelen, je verbonden voelen bij Tragel door gewaardeerd te worden en betrokken te worden.

54


Let op goede begeleiding van medewerkers, te beginnen bij het inwerken, maar zeker blijven ondersteunen. Wat verdient nu de meeste aandacht?

Kwaliteitsagenda 2020-2021 ➜ Aandacht voor Triple C (grondhouding) en zorgprogramma’s: dat ze daadwerkelijk het fundament worden. ➜ Om vervolgens te kijken: hoe zie je dat terug in het zorgplanproces? ➜ Betrokkenheid van cliënten: informeren, mee laten praten en iets doen met hun input. O.a. over Triple C, nachtzorg, WZD ➜ Ondersteuning van nieuwe en bestaande medewerkers. Onboarding voor nieuwe medewerkers, uitstroom voorkomen. ➜ Reflecteren in het team, daar wordt kwaliteit gemaakt (wat is hiervoor nodig) ➜ Hoe betrekken we cliëntvertegenwoordigers bij de zorg en ondersteuning? ➜ Cliënt centraal (ook wanneer het dichtbij komt) en vaardigheden van medewerkers op orde ➜ Aandacht voor processen en taken/ verantwoordelijkheid en bevoegdheid.


www.tragel.nl

Kijk ook op social media


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.