10 minute read

De compensatiepremie: ook voor jou?

Na de hinderpremie, die uiteindelijk werd voorbehouden voor ondernemingen met een verplichte sluiting, heeft de Vlaamse overheid ook voorzien in de compensatiepremie. Deze premie is bedoeld voor ondernemingen die niet verplicht moeten sluiten, maar die een substantiële omzetdaling hebben geleden ten gevolge van de coronamaatregelen.

evy@tlv.be

Voor wie?

Zowel natuurlijke personen met zelfstandige activiteit als vennootschappen komen in aanmerking. Bij vennootschappen moet er minstens één VTE werkend vennoot of minstens één VTE bij de RSZ ingeschreven personeel tewerkgesteld zijn. De onderneming die van de compensatiepremie wil genieten, moet op 14 maart 2020 in de KBO beschikken over een actieve exploitatiezetel in het Vlaams Gewest.

Voorwaarden

De transport- en logistieke sector behoort niet tot één van de vier voorgedefinieerde categorieën die recht hebben op de compensatiepremie. Transport- en logistieke bedrijven vallen onder de restcategorie: ‘ondernemingen die niet verplicht moeten sluiten maar een substantiële exploitatiebeperking ondergaan ten gevolge van de federale maatregelen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan’.

Concreet: je moet kunnen aantonen dat je een aanzienlijke omzetdaling hebt geleden die gerelateerd is aan de coronacrisis. De omzetdaling moet het rechtstreeks of onrechtstreeks gevolg zijn van de maatregelen, genomen door de Nationale Veiligheidsraad. Is de omzet gedaald omwille van andere redenen, dan kom je niet in aanmerking voor de compensatiepremie. Je moet een omzetdaling van minstens 60% hebben in de periode van 14 maart 2020 tot en met 30 april 2020, in verhouding tot dezelfde periode in 2019. Als je in die referentieperiode in 2019 door andere omstandigheden een abnormaal lage omzet zou hebben (vb. ziekte), dan mag de periode vervangen worden door een andere referteperiode.

Is je onderneming pas gestart? Dan wordt de verwachte omzet uit je financieel plan gebruikt als referte om de omzetdaling aan te tonen.

Hoe aantonen?

De daling van de omzet (excl. btw) moet voortvloeien uit de opgelegde coronamaatregelen, ze mag niet het gevolg zijn van een uitgestelde facturatie. Je moet zelf de link leggen tussen de opgelegde maatregelen en de gevolgen hiervan op de activiteit van je onderneming. Je zal in je aanvraag dan ook moeten vermelden: • Over welke coronamaatregel(en) het gaat; • Hoe deze maatregel(en) de normale uitoefening van je activiteiten onmogelijk hebben gemaakt. Bijvoorbeeld: je rijdt voor een kledingketen en je vervoert elke dag nieuwe kledij uit naar de verschillende winkels van die keten. Doordat kledingwinkels onderworpen waren aan de verplichte sluiting, kan je geen ritten meer uitvoeren. Je bent bijgevolg indirect getroffen door de coronamaatregelen, waardoor je je activiteit niet meer op een normale manier kon uitoefenen.

Bedrag?

De compensatiepremie is een eenmalig forfaitair bedrag van 3.000 euro. Voor elke bijkomende exploitatiezetel in het Vlaams gewest waarin minstens 1 VTE personeelslid is tewerkgesteld, is voorzien in een bijkomende premie. Het totaal aantal premies wordt beperkt tot vijf per onderneming. Deze steunmaatregel is belastingvrij en cumuleerbaar met het overbruggingsrecht.

Deze steun wordt toegekend in het kader van de de-minimis steun. Dit betekent dat je, over een periode van drie opeenvolgende kalenderjaren niet meer dan 100.000 euro steun mag ontvangen. Voor de berekening van dit bedrag moet je ook rekening houden met eventuele steun die je ontvangen hebt in het kader van de KMO-portefeuille en de subsidies voor veilig en ecologisch transport. Ontving je in 2018 en/of 2019 al 100.000 euro voor deze andere maatregelen, dan kom je niet in aanmerking voor de compensatiepremie.

Alle info en aanvragen op www.vlaio.be/coronacompensatiepremie Aanvragen kunnen tot en met 30 juni 2020 worden ingediend.

“Profiteren” van verkeersluwe periode Interview met Veva Daniels, woordvoerder Agentschap Wegen en Verkeer

Tussen 13 maart en 9 april lagen veel wegenwerken in Vlaanderen stil door de lockdown-maatregelen. Talrijke organisaties, waaronder TLV, riepen op om van de verkeersluwe periode gebruik te maken om toch zoveel mogelijk dringende en geplande werkzaamheden uit te voeren, vanzelfsprekend met een maximale veiligheid van de wegenwerkers. TLV magazine sprak met Veva Daniels, woordvoerder van het Agentschap Wegen en Verkeer.

Interview: Jan Soenen

TLV magazine: Is er een grote achterstand opgelopen door de lockdown en kan deze achterstand snel worden ingehaald? Zullen sommige werkzaamheden worden uitgesteld tot volgend jaar bijvoorbeeld?

Veva Daniels: Begin mei waren er 147 actieve werven van het Agentschap Wegen en Verkeer. Het is heel moeilijk om exact te zeggen hoeveel procent dit is van de werven die moesten lopen, aangezien in tussentijd ook al werven afgerond zijn. Een echt grote achterstand hebben we niet. De grootste werven zijn ondertussen kunnen opstarten. De werven die nu nog achterstand oplopen hebben vooral te maken met het wachten op uitvoeren van nutswerken door de nutsmaatschappijen, deze zijn nog niet allemaal terug kunnen opstarten.

TLV: Zijn er ook werven die vroeger konden worden ingepland dan voorzien, en waar de hinder kan worden ingeperkt?

VD: Ja en daar zijn we heel tevreden mee. Het structureel onderhoud op de E19 tussen de Craeybeckxtunnel en Mechelen-Noord is al opgestart, deze werken waren oorspronkelijk voorzien in de zomer van 2020. Op de R4 zijn we aan het werken tussen Melle en Merelbeke, richting Zelzate, deze werf was pas voorzien in maart 2021 maar kon “dankzij” corona en het weinige verkeer onderweg nu al opgestart worden. En de werken op de E17 tussen Zwijndrecht en Kruibeke, die voorzien waren in de zomer van 2020, zijn ook al opgestart. Drie grote werven die in normale omstandigheden veel verkeershinder zouden geven maar waarbij we nu “profiteren” van de verkeersluwe periode.

TLV: Draaien de diensten ondertussen opnieuw op volle kracht of is dit onhaalbaar door de verplichte veiligheidsmaatregelen? Waren de meeste wegenwerkers bereid om opnieuw aan de slag te gaan?

VD: De 1.400 collega’s van AWV zijn altijd blijven werken. Het merendeel kan voltijds thuiswerken. Voor collega’s op het terrein, zoals werfcontroleurs of wegentoezichters, zijn de nodige maatregelen genomen. Ook het verkeerscentrum is altijd operationeel gebleven. Bij de aannemers zelf was er in het begin van de crisis wat ongerustheid. Maar er is begin april, in overleg met de sector van de wegen- en waterbouw, een memorandum opgesteld waarin werd overeengekomen hoe een geleidelijke heropstart van de werven kon plaatsvinden.

TLV: Kunnen de geplande werkzaamheden sneller worden uitgevoerd, rekening houdend met de relatieve verkeersluwte op onze wegen?

VD: Een werf kan niet sneller worden uitgevoerd, eenmaal deze is opgestart. Verkeersdrukte of niet, dat heeft weinig invloed op de effectieve wegenwerken. Asfalt openbreken gaat niet sneller met veel of weinig verkeer. Wat we wel merken is dat de snelheidslimieten niet altijd correct worden gerespecteerd. In normale omstandigheden staat er vaak file langs een werf, waardoor de snelheid sowieso lager is. Nu merken de aanwezige arbeiders toch dat men vlugger wat sneller rijdt dan toegelaten. Wat natuurlijk erg gevaarlijk is voor de aanwezige arbeiders.

Veva Daniels

Veva Daniels is woordvoerder van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV), een van de schakels van het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse overheid. AWV beheert ca. 7.000 km gewest- en autosnelwegen en ruim 7.700 km fietspaden.

Hoe hard is je bedrijf nu getroffen? Vervoerder onzeker over nabije toekomst

Begin mei lanceerde TLV een tweede bevraging over de coronacrisis. Deze liep van 29 april tot en met 6 mei. Hoe zwaar weegt de crisis nu na enkele weken door op je bedrijf? De coronamaatregelen hebben veel transporteurs getroffen. Toch lijkt er weer licht te schijnen aan de horizon.

frederic@tlv.be

Amper een op tien bedrijven heeft de crisis aangegrepen om zich te gaan richten op andere niches binnen transport. Binnen deze groep zien we dat het transport van voedingsmiddelen met 50% het leeuwendeel vertegenwoordigt, gevolgd door koeriertransport met iets meer dan 21%. Niet te verwonderen want beide niches zijn de laatste weken nog meer dan voorheen essentieel gebleken in het beleveren van winkels en particulieren.

Wanneer we peilen naar de reden waarom bedrijven geen andere (bijkomende) activiteiten ontwikkelen, meldt amper vier op tien bedrijven dat ze nog voldoende werk hebben. Maar voor de meeste bedrijven blijkt een overschakeling niet voor de hand te liggen. Zo beschikt men niet altijd over de noodzakelijke attesten of certificering of rijdt men met zeer specifiek, aangepast materiaal. Andere oorzaken zijn: moeilijkheden om nieuwe opdrachten of klanten te vinden en de dreiging van een prijzenslag.

Niet rijden, geen omzet

Bijna 46% van de bedrijven heeft tot een tiende van het wagenpark moeten stilzetten door de coronacrisis. Bij meer dan 20% van de bedrijven loopt dit op tot een kwart van de voertuigen en nog eens 16% meldt dat meer dan de helft van de wagens nu noodgedwongen stilstaat. Dit weerspiegelt zich ook in de omzetcijfers. Amper 11% van de bedrijven zegt geen omzetdaling te hebben. Een op drie transporteurs ziet nu al een daling van de omzet tot 20%. Bij iets meer dan vier op tien schommelt de omzetdaling tussen de 20 en 60%. Bij de vorige bevraging gaf nog iets meer dan 13% aan geen omzetdaling te hebben. Met 28% lag ook het aandeel van de groep met een omzetdaling tot een vijfde een stuk lager.

En wat met het personeel?

Bij onze vorige bevraging bleven in bijna twee op de drie bedrijven zo goed als alle medewerkers doorwerken. Enkele weken later blijkt dat beeld toch enigszins veranderd. Wanneer we kijken naar de chauffeurs, zegt 10% van de bedrijven dat meer dan de helft van hun chauffeursbestand niet aan de slag is. Bij 17% is dat een vijfde tot de helft van de chauffeurs. De grootste groep (30%) ziet tot een tiende van de chauffeurs afwezig. Bij de groep niet-rijdend personeel (bijvoorbeeld magazijn- en garagepersoneel) ligt de afwezigheidsgraad een stuk lager. Amper een op vijf bedrijven wordt geconfronteerd met afwezigheid maar in het gros van die bedrijven blijft dit beperkt tot minder dan 10%. Een gelijkaardig beeld krijgen we voor de bedienden. Meer dan driekwart van de bedrijven doet momenteel ook een beroep op tijdelijke werkloosheid. In meer dan de helft van deze bedrijven wordt werkloosheid aangevraagd voor tot 20% van het personeel.

Inzetten op bescherming

Bedrijven zetten volop in op bescherming van het personeel. Zowel voor chauffeurs als voor niet-rijdend personeel en bedienden is de top 3 van genomen maatrege

len nagenoeg dezelfde. Voor chauffeurs worden vooral wegwerphandschoenen, mondmaskers, handgels, veiligheidsbril- len en dergelijke ter beschikking gesteld. Dit is het geval bij meer dan 90% van de bedrijven. Acht op de tien bedrijven voor- ziet ook ontsmettingsmiddelen in alle re- levante ruimtes en voorziet extra ruimtes voor handhygiëne. Bij de bedienden wordt aanvullend ook ingezet op het schrappen of herschikken van werkposten en bureaus en het herschikken van teams. Ook het belang van digitale vergaderingen is zeer sterk toegenomen.

Vrees voor prijzenoorlog

Het is in deze tijden meer dan ooit belang- rijk om voorbij de crisis te kijken. In welke mate beïnvloedt COVID-19 de investerings- plannen van de vervoerder? Hier antwoordt meer dan een vijfde van de bedrijven dat de coronacrisis niet meteen een invloed heeft op al geplande investeringen. Iets minder dan een op drie vervoerders zal een aantal investeringen wel uitstellen naar later dit jaar of naar 2021.

Toch blijft de transporteur voorzichtig. Slechts de helft van de bedrijven verwacht de activiteiten na het versoepelen van de maatregelen te kunnen hernemen tot het niveau van voor de crisis. Bedrijven die aangeven dat ze wellicht niet tot het oude niveau zullen hernemen, wijten dit voor- namelijk aan een afnemende vraag naar transport. De vrees voor een prijzenslag door opdrachtgevers doet vervoerders vrezen voor een snel herstel. Tot slot zegt meer dan de helft van de bedrijven dat ze hun personeelsbestand en wagenpark de komende maanden wel zullen kunnen be- houden. De overige bedrijven hebben nog geen duidelijk beeld over de toekomst of verwachten een inkrimping. Toch ver- wacht 4% nu al bijkomende aanwervin- gen of investeringen. Er schijnt voorzichtig enig licht aan het einde van de tunnel...

DE VREES VOOR EEN PRIJZENSLAG DOOR OPDRACHTGEVERS DOET VERVOERDERS VREZEN VOOR EEN SNEL HERSTEL

This article is from: