JSW-artikel | Startende leerkrachten begeleiden

Page 1

Dyscalculie: leerlingen verschillen Robots in het onderwijs Interview Rinda den Besten Hoe begeleid je starters? nr 2 Oktober 2020 Dé basis voor het basisonderwijs

Startende leerkrachten begeleiden

Waar zijn wij begonnen?aan

met beginnende leerkrachten en wat vraagt dat van de begeleiding in de praktijk?

‘Laat je mij spartelen of schiet je mij te hulp?’

In reportageserie 100 dagen voor de klas keek heel Nederland mee hoe programmamakers Tim den Besten en Nicolaas Veul met het nodige vallen en opstaan hun eerste stappen zetten als leerkracht. Beide heren vragen zich al in de eerste aflevering hardop af: ‘Waar zijn we aan begonnen?’

Den Besten en Veul gaven les in het voortgezet onderwijs, maar de uitdagingen waar deze programmamakers mee worstelden (onder andere orde en overzicht houden, zorgleerlingen en een gedegen voorbereiding), zullen ook voor veel beginnende leerkrachten in het primair onderwijs herkenbaar zijn. Evenals de verschillende invalshoeken op het gebied van begeleiding vanuit de praktijk. Variërend van begeleidende collega’s die de nieuwbakken leerkrachten wat meer bij de hand namen, tot leerkrachten die waarschuwden met: ‘Ik ga je wel een beetje laten spartelen (De Maar & Vloet, 2020).’ Net als Den Besten en Veul

starten jaarlijks duizenden jongeren onbevangen als leerkracht in opleiding aan de pabo. Ook zij krijgen te maken met de nodige uitdagingen in de onderwijspraktijk.

STOPPEN OF DOORGAAN?

Juist nú biedt het primair onderwijs grote uitdagingen voor beginnende leerkrachten. Uit een recente enquête blijkt dat leerkrachten in het primair onderwijs voor grote uitdagingen staan. Van de 5.000 ondervraagde leerkrachten geeft 98,6 procent aan een te hoge werkdruk te ervaren en 77 procent laat andere taken liggen, omdat passend onderwijs te veel tijd in beslag neemt (AOb, 2019). Tegelijkertijd is met de prognose van een lerarentekort in het primair onderwijs van 4.100 fte in 2022 en 11.000 fte in 2027 (Rijksoverheid, 2020), de noodzaak groter dan ooit om toekomstige leerkrachten adequaat voor te bereiden en te binden aan de sector. De uitval van startende

‘Hier zijn meneer Veul en meneer Den Besten.’ Zo werden Tim en Nicolaas voorgesteld als nieuwe leerkrachten in 100 dagen voor de klas. Maar hoe gaan wij eigenlijk om
TEKST ANNE BERGHAUS EN LINDA VISSER-DE BOER
6
PROFESSIONALISERING

Hoe kunnen we ervoor zorgen dat startende leerkrachten willen doorgaan?

leerkrachten is de afgelopen jaren redelijk constant. Ongeveer 8 procent van de startbekwame leerkrachten heeft het werkveld verlaten na één jaar en na drie jaar is dit ongeveer 15 procent (Kennisrotonde, 2020).

Hiermee rijst de vraag hoe we kunnen voorkomen dat beginnende leerkrachten stoppen en hoe we ervoor kunnen zorgen dat zij juist willen doorgaan? ‘In geen enkel beroep is de overgang tussen student en als afgestudeerde zo abrupt. Op veel plekken: in de zorg, het bedrijfsleven, de overheid, et cetera start je als trainee of junior, met beperkte verantwoordelijkheden, onder supervisie van een senior. Langzamerhand nemen, met je ervaring, ook je verantwoordelijkheden toe (Snoek, 2014).’

De praktijkbegeleiding van deze beginnende leerkrachten (zowel studenten als startbekwame leerkrachten) speelt dus een belangrijke rol.

STUDENTBEGELEIDING IN DE ONDERWIJSPRAKTIJK

De term ‘begeleiding’ kan in het geval van studentbegeleiding refereren aan verschillende aspecten, zoals een specifiek aanbod van lesgeven en leren tijdens een studieonderdeel (Hounsell, McCune, Hounsell, & Litjens, 2008). De Vrije Universiteit (2019) definieert studentbegeleiding als volgt: studentbegeleiding is erop gericht om studenten te adviseren, begeleiden, stimuleren en inspireren, opdat zij hun kennis, competenties, inzichten en toepassing daarvan optimaal ontwikkelen. Maar hoe ziet die begeleiding van beginnende leerkrachten er in de praktijk nu precies uit? Wie zijn er betrokken bij deze begeleiding en hoe wordt deze opgestart?

FOTO’S: VINCENT VAN DEN HOOGEN
7 JSW 2 2020
De begeleiding in de praktijk speelt een belangrijke rol

ANNE BERGHAUS is academisch schoolopleider bij Zaan Primair

LINDA VISSER-DE BOER is coördinerend schoolopleider bij Zaan Primair

1. STUDENTEN

Tijdens hun opleiding tot leraar basisonderwijs verzorgen de mentoren de individuele begeleiding van de studenten vanuit de opleidingsschool. In tegenstelling tot Den Besten en Veul in 100 dagen voor de klas, is hierdoor tijdens de opleiding vaak een wat zachtere landing en een minder abrupte start van het leraarschap. Na een observatieperiode is er een duidelijke opbouw in lesgevende taken. Door middel van vakgerelateerde opdrachten groeien studenten in hun rol als leerkracht. Aan de hand van gerichte didactische lessen en opdrachten, leren zij hoe de lesstof aangeboden kan worden. Gedurende de opleiding nemen de verantwoordelijkheden vanaf het derde jaar toe. Instituutsopleiders en schoolopleiders vormen de brug tussen de opleiding en de praktijkscholen. Zij onderhouden het contact met de praktijk en volgen door middel van lesobservaties de studievoortgang en didactische vaardigheden van de student. Om de kwaliteit en uniformiteit van de begeleiding en beoordeling te waarborgen, zijn er heldere afspraken gemaakt in het traject ‘Samen opleiden in de school’.

2. STARTBEKWAME LEERKRACHTEN

Naast studentbegeleiding zijn startbekwame leerkrachten ook gebaat bij een goed begeleidingstraject, ook wel inductiearrangement genoemd. In 2017 ontving 88 procent van alle startende leerkrachten een vorm van begeleiding (OCW, 2017). In de cao is vastgelegd dat startende leerkrachten op jaarbasis recht hebben op veertig uur extra voor professionalisering en recht hebben op een coach. Hoe er precies invulling gegeven wordt aan dit professionaliseringstraject of de coaching, verschilt per school en bestuur en is ook afhankelijk van de ondersteuningsbehoefte van de leerkracht.

EFFECTEN VAN BEGELEIDING BIJ

BEGINNENDE LEERKRACHTEN

Studentbegeleiding blijkt een sterke voorspeller van de ontwikkeling van academische en generieke vaardigheden en loopbaanoriëntatie (Skaniakos, Honkimäki, Kallio, Nissinen, & Tynjälä, 2019).

Uit een onderzoek onder Finse taalstudenten (Honkimäki & Tynjälä, 2007) blijkt dat studenten die extra begeleiding in het eerste studiejaar ontvangen, meer zelfregulatievaardigheden laten zien en gemotiveerder zijn. Aangezien zelfregulatievaardigheden een belangrijke voorspeller zijn van studievoortgang en -succes (Hailikari & Parpala, 2014), kan worden verondersteld dat studentbegeleiding zo een positieve bijdrage kan leveren aan de studievoortgang.

Startende leerkrachten die deelnemen aan een inwerk-/instapprogramma lijken een hogere mate van tevredenheid, betrokkenheid en binding met hun baan te ervaren (Ingersoll & Strong, 2011). Verder lijkt een hoge kwaliteit van coaching en supervisie, het reduceren van de werkdruk en het organiseren van sociale netwerken voor beginnende leerkrachten, de uitval van deze beginnende leerkrachten te reduceren (Den Brok, Wubbels, & Van Tartwijk, 2017).

Bovenstaande resultaten bieden belangrijke inzichten wat betreft het belang van de begeleiding van beginnende leerkrachten en ten aanzien van de mogelijke inhoudelijke invulling. Studentbegeleiding kan een positieve bijdrage leveren aan verschillende (academische) vaardigheden, het perspectief op de arbeidsmarkt, motivatie en zelfregulatie-

Starters ervaren grote verschillen in begeleiding tussen mentoren
8

vaardigheden. Daarmee is studentbegeleiding een belangrijke factor in de studieloopbaan van beginnende leerkrachten. Startende leerkrachten die adequate begeleiding en coaching ontvangen, lijken daar op vergelijkbare manieren van te profiteren. De tevredenheid, betrokkenheid en binding is groter en de uitval minder.

Maar hoe hebben leerkrachten de start ervaren en waar ligt terugkijkend hun behoefte? Wat kunnen begeleiders van beginnende leerkrachten hiervan meenemen?

ERVARING MET DE OPLEIDING

Wanneer beginnende leerkrachten worden bevraagd over hun ervaringen met de opleiding, blijken veel afgestudeerden tevreden te zijn (87 procent) over de stageschool. De tevredenheid over de begeleiding vanuit de opleiding blijft daar met 65 procent tamelijk bij achter. De aansluiting tussen de opleiding en de stageschool wordt hier als aandachtspunt genoemd. Heldere verwachtingen, goede en eenduidige feedback van de mentor en schoolopleider zijn van groot belang (Inspectie van het Onderwijs, 2015).

In een peiling onder pabo-studenten verbonden aan het bestuur Zaan Primair, geven de bevraagde studenten aan dat een heldere communicatie, vrijheid en een luisterend oor de belangrijkste aspecten zijn in studentbegeleiding. Kern in het stimuleren van hun persoonlijke ontwikkeling is de vrijheid die zij ervaren van de mentoren, om zelf met initiatieven te mogen komen en te ervaren wat bij hen past. Het effect van een dergelijke begeleiding was dat studenten zich gehoord en begrepen voelden. Ook werden er grote verschillen in begeleiding tussen mentoren ervaren, met name wat betreft de ruimte die studenten tijdens hun stage kregen voor eigen initiatieven. Het aankaarten van moeilijkheden in de samenwerking met mentoren, ervaren studenten als lastig, mede door de hiërarchische positie waarin zij zich bevinden. ‘De mentor is toch een beetje de baas en daar wil je liever niet tegen ingaan.’ Communicatie als sleutelbegrip komt ook terug in de aandachtspunten

Handelingsadviezen voor adequate begeleiding van startende leerkrachten in de praktijk

• Faciliteer een omgeving waarin de startende leerkracht zich welkom en gehoord voelt.

• Bevorder een actief leerproces; geef studenten en startende leerkrachten het vertrouwen en de ruimte om zelf met initiatieven te komen.

• Ruim op structurele basis afdoende tijd in voor coaching, begeleiding en inductieprogramma’s en faciliteer en motiveer de deelname van de startende leerkracht aan deze programma’s.

• Zorg ervoor dat vanaf de aanvang openheid, positieve verwachtingen en zelfsturing centraal staan bij communicatie en feedback.

die de studenten benoemen. Studenten ervaren dat zij heel duidelijk aan moeten geven wat hun wensen zijn qua begeleiding, feedback en hulp. Zij raden aan dat hier meer vaste momenten voor worden ingepland vanuit de stageschool/mentor, zodat ook minder mondige studenten gelijke kansen krijgen in hun ontwikkeling. ‘Er is nu geen eenduidige manier van begeleiden, maar misschien is dit ook niet wenselijk wanneer je werkt met individuen (Visser-de Boer, 2020).’

BEGELEIDING BELANGRIJK

De onderwijspraktijk zal altijd weerbarstig blijven. Een kwalitatief sterk gefundeerde begeleiding van beginnende leerkrachten is belangrijk, maar er zal altijd enige mate van diversiteit zichtbaar blijven. Echter, zoals ook Den Besten en Veul hebben ervaren in hun lespraktijk, kunnen juist enige verschillen in benadering zorgen voor kwalitatieve ondersteuning. Tenslotte willen wij toch niet in een diverse onderwijspraktijk één keurslijf voor de diverse leerlingen, dan wel voor de beginnende leerkracht?

De literatuurlijst is te vinden op: www.jsw.nl/artikelen

9 JSW 2 2020

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.