22
Basiselementen van het zenuwstelsel: de zenuwcel
Basiselementen
Ultrastructuur van de zenuwcel (A-C) De celkern (A-C1) blijkt in het elektro nenmicroscopisch beeld door een dubbele membraan (A2) te worden omgeven. Deze bevat kernporiën (BC3), die waarschijnlijk slechts tijdelijk opengaan. De kern bestaat uit karyoplasma met fijn verdeelde chromatinegranula, met DNA (desoxyribonucleï nezuur) en eiwitten. De nucleolus (A-C4), een sponsachtig lichaampje met een dichte granulaire en een lossere filamentachtige component, bevat proteïne en RNA. In het cytoplasma liggen de lichaampjes van Nissl nu als korrelig endoplasmatisch reticulum (A-C5), een gelaagd systeem van lamellen, dat uit membranen bestaat. Deze omsluiten vlakke, met elkaar communice rende, spleetvormige ruimten (BC6). Op de cytoplasmazijde van de membranen liggen kleine granula (ribosomen) (BC7). Deze dienen voor de eiwitvorming. Voor de instandhouding van het lange axon (tot 1 m lang) is een zeer sterke eiwitsynthese van de cellen noodzakelijk (structuurstof wisseling). Membranen zonder ribosomen vormen het niet-korrelig of glad endoplasmatisch reticulum (C8). Het endoplasma tisch reticulum staat in verbinding met de perinucleaire spleetruimte (BC9) en met de marginale cisternen (A10) onder het cel oppervlak. Marginale cisternen bevinden zich dikwijls op plaatsen waar een bouton terminal of een uitloper van een gliacel tegenaan is gelegen. Door het cytoplasma lopen neurofilamenten en neurotubuli (A-C11), die zich in een axon rangschikken tot lange, evenwijdige bundels. De neurotu buli zijn het equivalent van de microtubuli van andere soorten cellen.
van vorm (in perikaryon kort en plomp, in dendrieten en axon lang en slank). Ze zijn, langs vastgelegde plasmabanen, steeds in beweging tussen de lichaampjes van Nissl. Zij zijn de plaats waar de celademhaling en daarmee de energieproductie plaatsvindt. In de binnenste membraan en in de bin nenruimte (matrixruimte) liggen talrijke enzymen, o.a. de enzymen voor de citroenzuurcyclus en de fosforylering. Het Golgi-apparaat bestaat uit een aantal dictysomen (A-C14), meerlagige, door een membraan omgeven blaasjes (cisternen), die niet met elkaar in verbinding staan. Een dictysoom heeft een regeneratiezijde (ciszijde) (C15) en een secretiezijde (trans zijde) (C16). De regeneratiezijde ontvangt transportvesikels van het endoplasmatisch reticulum. Aan de randen van de cisternen van de secretiezijde worden afsnoeringen gevormd en ontstaan Golgivesikels. Het Golgi-apparaat dient o.a voor de modi ficering van proteïnen uit het endoplasma tisch reticulum (bv. de glycosylering en de fosforylering). De talrijke lysosomen (A-C17) bevatten verschillende enzymen (bv. esterasen en proteasen) en dienen voornamelijk voor de vertering van de cellen. A18 Pigment
Langs de neurofilamenten en neurotubuli vindt het transport van verschillende stof fen plaats (zie pag. 28D). De neuronfibrillen zijn te beschouwen als het lichtmicrosco pisch equivalent van de neurontubuli. Een neuron bevat vele mitochondriën (A-C12). Deze zijn omgeven door twee membranen, waarvan de binnenste mem braan lijsten (cristae) (C13) vormt, die uitsteken in de binnenruimte (matrix). De mitochondriën veranderen voortdurend
Anatomie 2012 1-168 def.indd 22
25-01-12 10:06