SESAM Atlas anatomie deel 1. Bewegingsapparaat

Page 49

342

Perifere geleidingsbanen: Hoofd en hals

Fossa infratemporalis (A-G) Laag I (A)

Geleidingsbanen

De fossa infratemporalis is toegankelijk na wegneming van de arcus zygomaticus en de processus coronoideus mandibulae. Daarbij worden de m.pterygoideus lateralis (1) en de m.pterygoideus medialis (2) zichtbaar. Naar voren wordt de fossa infratemporalis begrensd door het tuber maxillae (3) en de raphe pterygomandibularis (4). De a.maxillaris (5) kan tussen de twee hoofden van de m.pterygoideus lateralis verlopen. In dit deel geeft hij, naast takken naar de kauwmusculatuur, de a.buccalis (6) en de a.alveolaris superior posterior (7) af, vo´o´r hij in de diepte in de fossa pterygopalatina loopt. De a.maxillaris wordt omgeven door een adervlecht, de plexus pterygoideus, die zich voortzet in de vv. maxillares. Tussen de twee hoofden van de m.pterygoideus lateralis loopt ook de n.buccalis (8). Onder de m.pterygoideus lateralis zijn de n.lingualis (9) en de n.alveolaris inferior (10) te zien, erboven de n.massetericus (11). Laag II (B) Pas na verwijdering van de m.pterygoideus lateralis en de processus condylaris mandibulae zijn alle vaten en zenuwen van de fossa infratemporalis geheel te zien. De a.maxillaris (5) kan lateraal van het lig.sphenomandibulare (12) en lateraal van de grote takken van de n.mandibularis (13) over de gehele lengte worden gevolgd. In zijn pars mandibularis geeft hij de a.tympanica anterior (14) en de a.auricularis profunda (15) af, en ook de a.meningea media (16), die de schedelholte via het foramen spinosum bereikt. Twee wortels van de n.auriculotemporalis (17) omvatten de a.meningea media. Deze zenuw kan dikwijls ook nog vezels (18) van de n.alveolaris inferior (10) bevatten. De n.auriculotemporalis (17) verbindt zich via rr.communicantes cum n.faciale (19) met takken van de n.facialis (20). Via deze anastomose, die om de a.temporalis superficialis (21) heen kan slingeren,

lopen parasympathische vezels van het ganglion oticum naar de n.facialis en via deze naar de glandula parotidea (zie dl. 3). De n.alveolaris inferior (10) geeft, vo´o´r hij de canalis mandibulae bereikt, de n.mylohyoideus (22) af. Deze wordt begeleid door de r.mylohyoideus (23), die ontspringt uit de a.alveolaris inferior (24). In de n.lingualis (9) is dorsaal de chorda tympani (25) ingebed, die parasympathische en sensorische vezels bevat. Uit het voorste deel van de n.mandibularis (13) ontspringt de n.buccalis (8). Deze innerveert het wangslijmvlies en voert ook parasympathische vezels van het ganglion oticum naar de wangklieren. Uit ditzelfde deel ontspringen ook zuiver motorische takken, zoalsde n.massetericus (11), de nn.pterygoidei medialis et lateralis en de nn.temporales profundi (26). Varie¨teiten (C-G) Het verloop van de a.maxillaris is ten gevolge van de ontwikkeling zeer variabel. Zo ligt hij zeer vaak (5) lateraal van de m.pterygoideus lateralis (C), minder vaak mediaal van deze spier (A, D). In het laatste geval loopt de slagader gewoonlijk lateraal (E) van de n.alveolaris inferior (10) en de n.lingualis (9), maar mediaal van de n.buccalis (8) naar de fossa pterygopalatina. Ook kan de arterie tussen de takken (F) van de n.mandibularis verlopen, of (zelden) mediaal van de stam van deze zenuw (G). Klinische opmerking: De fossa infratemporalis is de klinische toegangsweg naar het ganglion trigeminale. Bij trigeminusneuralgie is een van de therapeutische mogelijkheden een interventie (bijv. injecties) in het ganglion trigeminale, dat bereikt kan worden via het foramen ovale.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
SESAM Atlas anatomie deel 1. Bewegingsapparaat by ThiemeMeulenhoff - Issuu