334
Perifere geleidingsbanen
Hoofd en hals Regio’s (A, B) Het hoofd is ten opzichte van de hals begrensd door een lijn die begint aan de kin, langs het corpus mandibulae, de processus mastoideus en de linea nuchae superior loopt en eindigt bij de protuberantia occipitalis externa. De hals wordt begrensd ten opzichte van de romp door de incisura jugularis sterni en de claviculae. Dorsaal is geen precieze grens aan te geven.
Geleidingsbanen
Regio’s van het hoofd De regio frontalis (1) omvat het voorhoofd tot de sutura coronalis. Daaraan sluit zich beiderzijds over het os parietale de regio parietalis (2) aan, en over de squama ossis temporalis de regio temporalis (3). De regio infratemporalis (4) wordt bedekt door de arcus zygomaticus. Dorsaal ligt de regio occipitalis (5) in het gebied van het os occipitale. De regio’s van het gezicht zijn de regio nasalis (6) in het gebied van de neus, de regio oralis (7) in dat van de mond en de regio mentalis (8) in dat van de kin. De regio orbitalis (9) omvat het ooggebied, de regio infra-orbitalis (10) het deel opzij van de neus en de regio buccalis (11) het gebied opzij van de regio oralis. De regio zygomatica (12) ligt in het gebied van het os zygomaticum en de regio parotideomasseterica (13) betreft de m.masseter en de glandula parotidea. Regio’s van de hals Te onderscheiden zijn de regio cervalis posterior of regio nuchalis (14) en de regiones ventrolaterales. De laatste worden door de regio sternocleidomastoidea (15) verdeeld in een ongepaarde regio cervicalis anterior en de gepaarde regiones cervicales laterales. De regio cervicalis anterior omvat het gebied tussen de onderkaak en de voorranden van de beide mm.sternocleidomastoidei en wordt onderverdeeld in verdere regio’s. In het midden ligt de regio mediana cervicalis (16) die begrensd wordt door tongbeen, mm.omohyoidei, mm.sternocleidomastoidei en caudaal door de incisu-
ra jugularis (sterni). Het ingezonken deel van de regio cervicalis mediana vlak boven de incisura jugularis valt als fossa suprasternalis (17) sterk op. Tussen tongbeen en regio mentalis strekt zich ten slotte de regio submentalis (18) uit. Lateraalwaarts wordt deze regio ten opzichte van het trigonum submandibulare (19) begrensd door de venter anterior m.digastrici. Deze driehoek wordt craniaalwaarts begrensd door de mandibula. Uit praktische overwegingen wordt het trigonum submandibulare door de tractus angularis fasciae cervicalis gescheiden van zijn achterste deel, de fossa retromandibularis (20). Deze bevat het halsgedeelte van de glandula parotidea en de stam van de n.facialis. Een praktisch zeer belangrijke regio vormt het trigonum caroticum (21), dat de vertakking van de a.carotis communis bevat. Dit trigonum wordt craniaal begrensd door de venter posterior m.digastrici, van voren door de venter superior m.omohyoidei en dorsaal door de m.sternocleidomastoideus. De regio cervicalis lateralis (= trigonum cervicale posterius) (22) eindigt vooraan bij de m.sternocleidomastoideus, achteraan bij de m.trapezius en caudaal bij de clavicula. In deze regio valt het trigonum omoclaviculare als fossa supraclavicularis major (23) bijzonder op. Het wordt begrensd door de m.sternocleidomastoideus, venter inferior m.omohyoidei en clavicula. Bij magere mensen is bovendien de fossa supraclavicularis minor (24) te zien tussen de beide oorsprongsplaatsen van de m.sternocleidomastoideus.