SESAM Atlas anatomie deel 1. Bewegingsapparaat

Page 12

2

Algemene anatomie

Opbouw van het lichaam

Algemene anatomie

Delen van het lichaam (A, B) Het lichaam is te verdelen in de stam, truncus in algemene zin, en in de bovenste en onderste ledematen, de extremiteiten. De stam bestaat uit hoofd, caput, hals, collum, en romp, truncus in nauwere zin. Aan de romp zijn te onderscheiden: borst, thorax, buik, abdomen, en bekken, pelvis. De schoudergordel vormt de begrenzing tussen de bovenste extremiteiten en de stam, de bekkengordel tussen de onderste extremiteiten en de stam. De schoudergordel bestaat uit twee sleutelbeenderen (1) en twee schouderbladen (2), ligt tegen de stam aan en is ten opzichte ervan beweeglijk. De bekkengordel bestaat uit twee heupbeenderen (3) en het heiligbeen (4) en is in de stam ingebouwd.

Algemene benamingen (A-G) Hoofdassen Verticale (longitudinale) as = lengteas (5) van lichaam: staat bij rechtopstaande houding loodrecht op de grond. Transversale (horizontale) as = dwarsas (6): staat loodrecht op lengteas, loopt van links naar rechts. Sagittale as (7): loopt van achter- naar voorkant van lichaam, in de richting van de ‘pijl’ (sagitta) en staat loodrecht op de beide juist genoemde assen.

Belangrijkste vlakken Mediaan vlak: vlak, aangebracht door lengteen sagittale as, daarom ook mediaan-sagittaal vlak (8) genoemd; deelt het lichaam in twee bijna gelijke helften, antimeren. Het wordt ook symmetrievlak genoemd. Bevat de longitudinale en de sagittale as. Ieder vlak evenwijdig aan het mediaan-sagittale vlak is een sagittaal of paramediaan vlak (9). Frontaal of coronaal vlak (10): vlak dat transversale assen bevat, ligt evenwijdig aan voorhoofd en loodrecht op mediaan-sagittaal vlak. Transversale vlakken (11): staan loodrecht op het mediaan-sagittale vlak en op een frontaal vlak. Bij rechtopstaande houding liggen ze horizontaal.

Richtingen in de ruimte craniaal, cranialis: in de richting van de schedel (12) superior, -ius: naar boven (bij rechte houding) (12) caudaal, caudalis, -e: stuitwaarts (13) inferior, -ius: naar beneden (bij rechte houding) (13) mediaal, medialis, -e: naar het midden toe, naar het mediane vlak toe (14) lateraal, lateralis, -e: van het midden af, van het mediane vlak af (15) medius: -a, -um: in het midden (16) mediaan: binnen het mediane vlak centraal, profundus, -a, -um: naar het inwendige van het lichaam toe (17) perifeer, superficialis, -e: naar het oppervlak van het lichaam toe (18) rostraal, rostralis, -e: naar de neus toe anterior, -ius, naar voren (19) ventraal, ventralis, -e: buikwaarts (19) posterior, -ius: naar achter (20) dorsaal, dorsalis, -e: rugwaarts (20) proximaal, proximalis, -e: naar de bevestiging van de ledematen aan de romp toe (21) distaal, distalis, -e: verder van de romp verwijderd liggend (22) ulnair, ulnaris, -e: naar de ellepijp, ulna, toe (23) radiaal, radialis, -e: naar het spaakbeen, radius, toe (24) tibiaal, tibialis, -e: naar het scheenbeen, tibia, toe (25) fibulair, fibularis, -e: naar het kuitbeen, fibula, toe (26) palmair of volair, palmaris, -e, volaris, -e: in of naar de handpalm toe (27) plantair, plantaris, -e: in of naar de voetzool toe (28)

Bewegingsrichtingen flexie, flexio: buiging extensie, extensio: strekking abductie, deviatie, abductio: van het lichaam af (naar buiten trekken) adductie, adductio: naar het lichaam toe (aantrekken) rotatie, rotatio: draaiing, beweging om een as (een cirkel beschrijven) circumductie: circumductio: ronddraaiing (volgens kegeloppervlak)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
SESAM Atlas anatomie deel 1. Bewegingsapparaat by ThiemeMeulenhoff - Issuu