Klinische pathologie

Page 31

Thema

A: Basisbegrippen

1

4

5 2

3

6

1 trilhaarepitheel 2 kubisch epitheel 3 overgangsepitheel 4 niet-verhoornend plaveiselepitheel 5 eenlagig plaveiselepitheel 6 cilindrisch epitheel

Figuur 2.4

Bouw en functie epitheel

men. De mergholte wordt ook groter, doordat daar

later verbeent. Maar als de stukken in een perfecte

osteoclasten bot afbreken. Lengtegroei van pijp-

stand op elkaar gedrukt worden, is ook directe

beenderen (bij kinderen) vindt plaats in de epify-

botvorming mogelijk vanuit het periost.

saire schijven. In deze groeischijven wordt steeds een nieuw laagje kraakbeen gevormd, dat omgezet wordt in bot: enchondrale verbening.

Spierweefsel

Platte botten, zoals de schedel, worden zonder

Spierweefsel bevat langgerekte cellen met eiwitten

kraakbeenfase gevormd door kalkafzetting in peri-

die in elkaar schuiven bij contractie (samentrek-

ostaal bindweefsel: desmale verbening. Bij gene-

king). Zo verkort de spier actief en kan darmen en

zing van fracturen (botbreuken) komt er gewoonlijk

vaten vernauwen, skeletdelen bewegen of bloed

na bloed eerst kraakbeen tussen de botdelen, dat

rondpompen.

30


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.