R-H-V woord- en <insbouw
Week
5
Remediëren Remedieerbladen blok 1 Printblad 3 – 4
Begeleid de leerlingen aan de instructietafel bij het maken van de opdrachten. Printblad 3 Lees samen de uitleg boven aan het blad. Opdracht 1: laat de leerlingen goed naar de afbeelding en de woorden kijken. Wat zie je? Oefen eerst mondeling het verkleinwoord en het meervoud. Opdracht 2: bespreek het schema. Maak samen de eerste twee woorden. Opdracht 3: bespreek de opdracht. Het schema van opdracht 2 kan hierbij worden gebruikt. Wat is een samenstelling? Wat is de regel voor het lidwoord? Printblad 4 Lees samen de uitleg boven aan het blad. Opdracht 1: welk woord in de zin geeft aan hoeveel er van iets is? Opdracht 2: de leerlingen moeten kijken naar wat mensen doen. Opdracht 3: welk woord in de zin geeft aan wat iemand doet?
Oefensoftware blok 1 Niveau 1
De taalzwakke leerling oefent met de oefensoftware woord- en zinsbouw op het eigen niveau.
Kwismeester Blz. 8 – 9
Opdracht 1: bekijk samen de twee afbeeldingen. Wat zie je op de eerste afbeelding? Zijn dat zelfstandige naamwoorden? Bespreek wat werkwoorden zijn. Opdracht 2: waarom moet het lidwoord de of het worden ingevuld? Opdracht 3: stel vragen over de zelfstandige naamwoorden, enkelvoud, meervoud, lidwoorden en werkwoorden.
Herhalen Herhalingsbladen blok 1 Printblad 3 – 4
De leerlingen maken de opdrachten zelfstandig. Printblad 3 De leerlingen lezen de uitleg en oefenen met zelfstandige naamwoorden, lidwoorden, samenstellingen, verkleinwoord, enkelvoud en meervoud. Printblad 4 De leerlingen lezen de uitleg en oefenen met telwoorden en werkwoorden.
Oefensoftware blok 1 Niveau 2
De gemiddelde leerling oefent met de oefensoftware woord- en zinsbouw op het eigen niveau.
Kwismeester Blz. 8 – 9
De leerlingen oefenen met zelfstandige naamwoorden, enkelvoud, meervoud, lidwoorden en werkwoorden.
Verrijken Verrijkingsblad blok 1 Printblad 1 – 2
De leerlingen maken de opdrachten zelfstandig. De opdrachten gaan zowel over woordenschat als woord- en zinsbouw. U kunt de leerlingen vrijlaten in de volgorde van het maken van de opdrachten.
Oefensoftware blok 1 Niveau 3
De taalsterke leerling oefent met de oefensoftware woord- en zinsbouw op het eigen niveau.
Kwismeester Blz. 8 – 9
De leerlingen oefenen met zelfstandige naamwoorden, enkelvoud, meervoud, lidwoorden en werkwoorden.
53