2 minute read

2.1 Grammatica

Next Article
3.6 Eindopdracht

3.6 Eindopdracht

Je leert: deze woordsoorten herkennen en benoemen:

• zelfstandig naamwoord;

• lidwoord;

• bijvoeglijk naamwoord;

• werkwoord.

Woordsoorten

1 Zelfstandig naamwoord herkennen

Lees de theorie Zelfstandig naamwoord en lidwoord.

Zelfstandig naamwoord en lidwoord

Leerdoelen

Theorie

Een zelfstandig naamwoord (znw) is een woord voor mensen, dieren, planten en dingen. Je kunt er een lidwoord (lw) voor zetten: de, het of een. Van de meeste zelfstandige naamwoorden kun je een meervoudsvorm en een verkleinwoord maken.

kind het kind de kinderen het kindje lamp de lamp de lampen het lampje

Ook namen zijn zelfstandige naamwoorden. Je noemt ze eigennamen. Er staat geen lidwoord voor. Ze komen ook niet als meervoudsvorm of verkleinwoord voor.

Victor Gelderland Kampen Schiphol

Rembrandtplein Omniversum maart de drie biggetjes het gezellige feestje a Het woord gepersonaliseerd betekent 'speciaal voor jou bedoeld'.

Soms staan er ook andere woorden tussen het lidwoord en het zelfstandig naamwoord.

Maak zo veel mogelijk zelfstandige naamwoorden met de letters van gepersonaliseerd

1 Schrijf de woorden op.

2 Maak een aparte rij van de eigennamen.

Hint b Bij de vorige vraag heb je zelfstandige naamwoorden gevormd. Hoe kun je controleren of deze woorden zelfstandige naamwoorden zijn? c Maak van de eerste tien zelfstandige naamwoorden van je lijstje een meervoud en een verkleinwoord. zelfstandig naamwoord meervoud verkleinwoord d Kijk naar de lidwoorden van de meervoudsvormen en de verkleinwoorden. Wat valt je op?

Je kunt meer dan dertig zelfstandige naamwoorden maken met de letters van dit woord. Hoe ver kom jij?

Zet er steeds het juiste lidwoord voor.

2 Woordsoort herkennen a Waarom heeft de schrijver in de tweede zin de woorden handige en kapotte toegevoegd, denk je? b Zijn handige en kapotte ook zelfstandige naamwoorden? c Lees de theorie Bijvoeglijk naamwoord Controleer je antwoorden op de vorige vragen.

1 De fietsenmaker repareert de fiets.

2 De handige fietsenmaker repareert de kapotte fiets.

Leg je antwoord uit.

Theorie

Bijvoeglijk naamwoord

Een bijvoeglijk naamwoord (bnw) geeft extra informatie over een zelfstandig naamwoord. Je kunt kenmerken of eigenschappen toevoegen aan zelfstandige naamwoorden.

De geoefende acrobaat sprong zonder beveiliging vanaf het hoogste punt.

In deze zin voegt geoefende een eigenschap van de acrobaat toe en hoogste voegt een kenmerk van het punt toe.

3 Bijvoeglijk naamwoord invullen

Lees de theorie Bijvoeglijk naamwoord

Neem de zinnen over en zet voor elk zelfstandig naamwoord (behalve eigennamen) een bijvoeglijk naamwoord.

1 De leerlingen hebben de opdracht snel gemaakt.

2 De fans stonden in een rij voor het hek van het sportveld.

3 In deze winkel zijn de broeken uitverkocht.

4 Op vrijdagavond willen Michael en zijn broertje altijd die serie zien.

5 De jongens zoeken een boek over koning Arthur.

6 Deze politicus heeft gisteren een toespraak gehouden.

4 Werkwoord herkennen a Welke woorden zijn een vorm van een werkwoord? b Werk samen met twee of drie klasgenoten. Bekijk je antwoorden op de vorige vraag Waarom zijn deze woorden werkwoorden? Gebruik maximaal 20 woorden. c In welke zinnen doet iemand iets en in welke zinnen gebeurt er iets?

Er gebeurt iets. Iemand doet iets.

1 Voor het feest heb ik mijn kleding aangepast. ◯ ◯

2 Dit shirt kleurt mooi bij mijn nieuwe broek. ◯ ◯

3 De felle lampen verlichten de dansende jongeren. ◯ ◯

4 De harde muziek dreunt in mijn oren. ◯ ◯

5 Dans jij straks met die leuke jongen? ◯ ◯

6 Al mijn vrienden gaan ook naar het feest. ◯ ◯ d Waarom is het werkwoord het belangrijkste onderdeel van de zin? e Lees de theorie Werkwoord Bekijk nog eens je antwoord op de vorige vraag.

Werkwoord

Theorie

Werkwoorden (ww) zijn de belangrijkste onderdelen van een zin. Ze vertellen je wat iemand of iets doet, of wat er gebeurt. Een zin zonder werkwoord is geen goede zin.

f Markeer alle werkwoorden in de tekst.

Kippenvel

Dieren gebruiken hun lichaamshaar voor isolatie door een warme luchtlaag rond het lichaam vast te houden. Een haar kan door een spiertje rechtop worden gezet. Omdat wij nog nauwelijks lichaamshaar hebben, werkt een dikke trui beter

Bron: www.kijkmagazine.nl.

Zelftoets

Testen hoe goed je dit onderdeel beheerst? Ga naar Op niveau online en maak de zelftoets.

VERDER OEFENEN?

Wil je verder oefenen op jouw niveau? Ga dan naar Op niveau online.

This article is from: