de lessen, in thematische projecten en in de leerlijnen. De basisschoolmethode Moet je doen voor muziek is bijvoorbeeld ontwikkeld vanuit deze visie en ook Muziek Meester! is opgebouwd vanuit dit KVB-model en uitgewerkt als een handboek voor de pabostudent.
1.5 Jij als leraar Kennisbasis: kerndeel 2.3
Perspectief: student Als je muzieklessen gaat geven, moet je nogal wat kunnen! Je moet weten wat kinderen op een bepaalde leeftijd aankunnen, je moet leidinggeven aan zingen, luisteren enzovoort, je moet horen of het goed gaat of niet, en je moet kinderen helpen om verder te komen. Een muziekmethode helpt je bij de meeste dingen, dus je hoeft het niet allemaal zelf uit te zoeken. Maar ook al heb je een goede muziekmethode, je kunt die pas goed gebruiken als je ook over een aantal vaardigheden beschikt. Deze vaardigheden om muziekles te kunnen geven aan kinderen bevinden zich op het gebied van de vijf al eerder genoemde domeinen (zie het volgende schema).
Muzikale vaardigheden voor de leraar basisonderwijs ■ Je kunt met kinderen liederen zingen en aandacht geven aan expressie, zuiverheid, adem, resonantie en articulatie. ■ Je kunt jonge en oudere kinderen geïnspireerd naar muziek uit verschillende culturen en cultuurpe-
22
rioden laten luisteren en op muziek laten bewegen. Je ■ kunt groepen kinderen instrumentale speelstukjes laten ontwerpen en uitvoeren met aandacht voor klank, vorm en betekenis.