116
HOOFDSTUK
6
ARGUMENTEREN
6.3.5
Vergelijking
Als argument kan een vergelijking dienen.
Voorbeeld a Het is zinloos de verkoop van verdovende middelen te verbieden. b Kijk maar naar Amerika, daar is het vroeger ook niet gelukt de alcohol uit te bannen door de verkoop ervan te verbieden.
Zin a bevat de mening, die aannemelijk wordt gemaakt door de vergelijking in zin b. Ook bij dit soort argument dreigt een drogreden, de valse vergelijking (zie paragraaf 6.6.2).
6.3.6
Moreel argument
Je hebt ook morele argumenten. Het argument wordt dan ontleend aan een persoonlijke overtuiging, aan idealen, aan een religie of een andere levensbeschouwing.
Voorbeeld a Mensen moeten geen vlees van dieren eten. b Dieren zijn ook levende wezens, die net zoveel recht op een lang en gelukkig leven hebben als mensen.
Zin a bevat de mening, die aannemelijk wordt gemaakt in zin b met een persoonlijke overtuiging: ik vind dat dieren dezelfde rechten hebben als mensen.
6.3.7
Emotioneel argument
Ten slotte zijn er zeer persoonlijke, emotionele argumenten. Ze worden ook wel argumenten op basis van intuĂŻtie genoemd: je voelt dat nu eenmaal zo.
Voorbeeld a Ik vind dat een mooi boek. b Ik kon me helemaal in die persoon inleven: hij reageerde zoals ik zelf zou hebben gereageerd.
Het argument in zin b is heel persoonlijk. Iemand anders kan een heel andere ervaring hebben. Morele en emotionele argumenten zijn altijd subjectieve argumenten. Feitelijke argumenten, empirische argumenten en autoriteitsargumenten zijn bijna altijd objectief.
9006104608_bw.indb 116
04-03-2008 12:44:01