133 133
6.7.3
Tautologie
Om iets te benadrukken zeg je twee keer hetzelfde met verschillende woorden. Deze woorden (of woordgroepen) behoren tot dezelfde woordsoort, bijvoorbeeld twee zelfstandige naamwoorden, twee bijvoeglijke naamwoorden enzovoort. De herhaling, mits goed gebruikt, kan een versterkend effect hebben.
Voorbeelden • Elk gerucht of geluid is vervelend, als je moet studeren. • Frank en vrij gaf de verdachte op alle vragen antwoord.
6.7.4
Pleonasme
De meest voorkomende vorm is dat je door middel van een bijvoeglijk naamwoord een eigenschap herhaalt die al in het zelfstandig naamwoord zit. Die eigenschap krijgt zo extra veel aandacht.
Voorbeelden • Ik las dat beklemmende griezelverhaal in één ruk uit. • In de verte zag je niet meer dan een piepklein stipje.
6.7.5
Antithese
Een antithese is een tegenstelling. Door woorden met een tegengestelde betekenis tegenover elkaar te plaatsen vallen ze meer op.
Voorbeeld Meer smaak. Minder nodig.
6.7.6
Paradox
Een paradox is een schijnbare tegenstrijdigheid. Als je er goed over nadenkt, zijn de schijnbaar tegengestelde begrippen heel goed te combineren en vormen ze geen tegenstelling.
Voorbeelden • Dat nieuwe bedrijf dreigt aan zijn succes ten onder te gaan. • Je beste vrienden kunnen je ergste vijanden zijn.
6.7.7
Hyperbool
Voorbeeld
Een hyperbool is een overdreven manier van zeggen. De hyperbool kan een effectief stijlmiddel zijn, maar kan een bewering ook ongeloofwaardig maken.
Betaald voetbal moet worden verboden, want bij elke wedstrijd wordt er voor miljoenen schade aangericht.
9006104608_bw.indb 133
04-03-2008 12:44:24