6
7
,.185
2
IN DIT HOOFDSTUK LEER JE wat basisbehoeften en overige behoeften zijn wat een koopbeslissing is en hoe je die neemt wat een consument is wat goederen en diensten zijn hoe je moet budgetteren de redenen om te sparen of te lenen rekenen met procenten en rekenen met dagen, maanden en jaren
1. ALLES TE KOOP? 1.107,-
KIJ K
a
1.875,-
2.00
0,-
BEKIJK DE FOTO. Als je iets nodig hebt, ga je naar een winkel.
Welke winkels zie je hier? .................................................................................................................................................................
b Welke producten zie je? Kies er vier uit die je graag zou willen hebben. Zet deze producten op de behoeftelijn.
nee ja c Als je dezelfde vraag stelt aan je docent, geeft deze vast een heel ander antwoord. Waardoor ontstaan deze verschillen in behoeften?
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
d Sommige mensen kopen meer producten dan andere mensen. Waarom?
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
518,-
4,34
2
1.399,-
79,95
,-
NU 65
45,1