


DE SINGEL is gewonnen voor SOV's talentontwikkelingstrajecten
De machtige hallen van DE SINGEL gonzen van verwachting. Dit seizoen strijkt Symfonieorkest Vlaanderen er immers opnieuw neer met een ambitieus project dat de toekomst van de orkestmuziek mee vorm geeft. Twee getalenteerde jonge makers gaan tijdens de SOV Composers’ Academy los in een weelderige ideeëntuin waarin hun symfonische dromen kunnen groeien. Hun noten worden gekneed, akkoorden gewikt en gewogen, en de klankexperimenten tieren welig. Zo stomen DE SINGEL en Symfonieorkest Vlaanderen de pre-professionals klaar voor de concertaffiche. Hoe spannend is dát, directeur Hendrik Storme? — Sofie Taes
HENDRIK STORME — Een nieuwe compositie programmeren, dat is altijd een sprong in het ongewisse. En daarom ook altijd een beetje een risico. Maar dat vind ik net boeiend! Luisterend uitvissen hoe een componist denkt en werkt, dat is toch fantastisch? Ik hou ervan om nieuwe klanken, ritmen en instrumenten te proeven, me te laten gidsen door nieuwe klankwerelden, en nieuwe oplossingen voor oude problemen te ontdekken.
Je bent vandaag directeur van DE SINGEL maar eerder was je onder meer de stuurman van barokensemble B’Rock en het brein achter KLARAfestival. Alles samen maakt dat een gigantisch spectrum aan muziekjes! Welke plaats bekleedt hedendaagse muziek daarin?
HS — Dat vind ik een lastige vraag. Want nieuwe muziek, oude muziek, kanonieke
klassiek… zijn dat niet allemaal variaties op hetzelfde thema? We denken graag in hokjes, want dan kunnen we classificeren: klassiek als niche, hedendaags als niche in de niche, en ga zo maar door. Ik moet spontaan denken aan een installatie van Maurizio Nannucci die ik ooit zag in Berlijn: grote neonletters die spelden All art has been contemporary. Een eenvoudig motto maar zó waar: alle oude muziek was ooit hedendaags. Contexten waarin muziek geschreven en gebruikt werd, veranderen natuurlijk door de eeuwen heen maar die schotten tussen tijden en genres, daar heeft vandaag niemand nog wat aan. Waar ik warm voor loop: goede muziek, van welk historisch pluimage dan ook.
Wat is goede hedendaagse muziek voor jou? HS — Ik ben gefascineerd door raakvlakken tussen populaire en artistieke
muziekculturen. Je ziet ze steeds vaker en op steeds nieuwe manieren kruisen. Waar het muzieklandschap vroeger een archipel was van eilandjes die men graag zo ver mogelijk uit elkaar hield, is het nu een continent van klankervaringen. Zeker bij jonge componisten voel ik een gretige interesse voor die grote melting pot waarin allerlei smaken en expressies samenkomen. En het publiek wil mee, dat voel je. Wereldwijd zien we de interesse in hedendaagse muziek toenemen. Omdat zo’n rijke mix van genres en stijlen meer instappunten biedt, zeker. Maar ook omdat het publiek voelt dat het meer dan ooit welkom is: de tijd dat avantgardisten er prat op gingen dat er geen kat naar hun muziek kwam luisteren, is echt wel voorbij. Dialoog, actie en reactie, werken rond belangrijke maatschappelijke thema’s: dát drijft makers van nu.
Hoe gespecialiseerd moeten muzikanten zijn om dat soort gelaagde creaties op een pakkende manier te vertolken?
HS — Vroeger zou ik gezegd hebben: laat de specialisten hun gang maar gaan—ieder zijn ding. Maar vandaag denk ik daar helemaal anders over. Het is veel interessanter dat musici zich thuisvoelen in allerlei genres en zich kunnen aanpassen aan wat een componist vraagt. Zo’n gemengde praktijk is veel rijker voor de uitvoerders zelf én voor het publiek: dat heeft geen boodschap meer aan compartimenten en grenzen. Daarom ben ik ook helemaal gewonnen voor wat Symfonieorkest
Vlaanderen doet: zijn talent, expertise en ervaring niet enkel inzetten voor het grote, klassiek-romantische repertoire maar ook voor muziek van nu. De lijn trekken van verleden over heden naar toekomst, zoals zij in hun programma’s doen: daar wordt iedereen beter van.
Terug naar de makers. Wat moet je allemaal kunnen als componist?
HS — Het is een vak met heel veel facetten. Dat je noten op een notenbalk kan plaatsen,
is één ding. Maar je hebt ook kennis nodig van repertoires, genres, ensembles, instrumentatie en speeltechnieken. Wat ik als programmator echter vooral verwacht van een componist is dat hij of zij zich een kunstenaar toont: iemand die de wereld in vraag stelt. Die nieuwe mogelijkheden laat zien om naar de realiteit te kijken. Iemand die een verhaal te vertellen heeft en die de zaken anders aanpakt dan anderen.
Hoe baant een jonge professional zich een weg van jouw geprikkelde interesse naar het podium van DE SINGEL?
HS — Mijn mailbox zit vol met razend interessante voorstellen maar het is onmogelijk om overal op in te gaan. Zo vaak we kunnen, proberen we echter matchmaker te zijn en componisten samen te brengen met uitvoerders. Zij zijn uiteindelijk degenen die een werk tot leven moeten brengen. In het ideale scenario groeien daar samenwerkingen uit die verder reiken dan dat éne werk of dat specifieke project. Kijk, dat vind ik nu zo mooi aan wat SOV doet: als één van de weinige orkesten in Europa organiseren zij hun concerten in reeksen; daardoor kunnen
“SOV zet zijn talent, expertise en ervaring niet enkel in voor het grote, klassiekromantische repertoire maar ook voor muziek van nu.”
Concert Protest
13 februari in Concertgebouw Brugge, 14 februari in CC Hasselt, 15 februari in Palais des Beaux-Arts de Charleroi, 16 februari in De Spil Roeselare, 21 februari in CC Het Perron Ieper, 22 februari in Muziekcentrum De Bijloke Gent, 23 februari in DE SINGEL Antwerpen.
SOV Composers' Academy is een samenwerking tussen Symfonieorkest Vlaanderen, Muziekcentrum De Bijloke en DE SINGEL.
ze nieuw werk meermaals uitvoeren. Dat is een enorme troef voor iedereen die bij het creatie proces betrokken is.
Hoe goed zijn onze Belgische componisten eigenlijk?
HS — Zij doen het in internationaal perspectief erg goed. Voor een klein landje hebben wij best wat impact, hoor. De kracht van onze componisten is precies hun openheid naar verschillende stijlen en genres toe, inclusief de aandacht voor dramaturgie, muziektheater en opera. Er zijn ook enkele nationale boegbeelden die echt school hebben gemaakt: een Luc Brewaeys, een Annelies Van Parys… We moeten trotser zijn op wat zij hebben bereikt. Wat ik de jonge makers wens? Meer kansen om met toporkesten te werken. Daar zie je toch nog een sterke conservatieve reflex: de sprong in het ongewisse is voor grote kleppers en hun publiek vaak te ver. Dat maakt wat SOV doet nog meer bijzonder. Jong talent structureel ondersteunen is zó belangrijk voor de ‘hygiëne’ van onze sector. Daar zetten we met DE SINGEL graag de schouders onder.
Symfonieorkest Vlaanderen / Kristiina Poska
Van Mortelmans tot Sibelius zo 13 oktober 2024
Symfonieorkest Vlaanderen / Duncan Ward
Balletmuziek, folksongs en de Boléro zo 1 december 2024
Symfonieorkest Vlaanderen / Martijn Dendievel
Over sprookjes en muziek uit de hemel zo 26 januari 2025
Symfonieorkest Vlaanderen / Christoph Koncz
Muziek als protest zo 23 februari 2025
Symfonieorkest Vlaanderen / Kristiina Poska
What the wild flowers tell me zo 11 mei 2025
info via desingel.be
Joseph Haydn, 1772
Werk en leven zijn weliswaar onderscheiden dingen. Alle muzikale inventie ten spijt associeer je een man als Joseph Haydn bijvoorbeeld niet meteen met revolte. De componist sleet zowat zijn halve leven in livrei, meer bepaald als kapelmeester van de Hongaarse prins Nicolaas Esterházy. En u kent het spreekwoord: ‘Bijt niet de hand die je voedt’. Gezegend met een diplomatisch karakter, bewijst Haydn in zijn 45ste symfonie echter dat enig ludiek geknabbel al wonderen kan doen. De finale van het werk zou je met wat verbeelding zowaar een vakbondsactie avant la lettre kunnen noemen. Niet met megafoon in de hand, maar juist door stiller te spreken.
Hoezo? We schrijven anno 1772 en het verblijf in het prinselijke zomerpaleis sleept langer aan dan verwacht. De orkestmuzikanten, die niet het gezelschap van vrouw en kind genieten, beginnen te morren. Ze willen naar huis, maar hun broodheer lijkt maar geen aanstalten tot vertrek te maken. Aanvoerder Haydn bedenkt een plan. Zijn nieuwe symfonie zal een subtiele, maar niet te missen wenk bevatten. Het venijn zit ’m in de staart. Waar de prins ongetwijfeld een ronkende finale verwacht, krijgt hij een zoetjes uitdeemsterend slot voorgeschoteld. Eén voor één blazen de muzikanten de kaars op hun pupiter uit en verlaten het podium, tot nog slechts twee gedempte viooltjes de zaak neerleggen. Resultaat: de wenk wordt begrepen, de koffers gepakt.
Ook Edward Elgar is op het eerste zicht niet meteen een man van de barricaden. Hoewel hij werd geboren in een arm katholiek gezin, groeit hij tijdens zijn leven uit tot een icoon van Edwardiaanse bezadigdheid. Sla er eender welke foto op na en meteen springt zijn monumentale Kolonel Blimpachtige snor in het oog. Deze knoeperd van een knevel kan symbool staan voor het merkwaardige parallellisme dat bestaat tussen Elgars persoonlijke faam en de toestand van het Britse imperium: op een hoogtepunt voor de Grote Oorlog, erna in vertwijfeling. Met zijn celloconcerto , geschreven in 1919, tekent de compo nist dan ook verzet aan tegen zijn reputatie als patriottisch burgerman, wiens triomfantelijke hymnes en pompeuze orkestwerken tot dan toe schijnbaar de idealen van het Britse imperium hadden verklankt. Terneergeslagen door de verschrikkingen van de oorlog verrast hij echter met een spaarzame toonkunst. Scepsis, desoriëntatie en gekwetstheid ondergraven de verwachtingen van zegepraal. Daarmee openbaart Elgar voor het eerst een kritische laag die voorheen slechts in zijn geschriften opdook. Achter de stiff upper lip schuilt een twijfelaar, iemand die hoegenaamd niet enkel de duffe moraal van de hogere klasse belichaamt maar ze soms op scherpe wijze kon hekelen.
De westerse canon is een raar beestje. Wie de bril opzet van de macht, bekijkt het repertoire als de uiting van een dominante culturele elite. Een aantal hedendaagse poortwachters heet er te dicteren wat we met z’n allen van het verleden dienen te onthouden. Daarbij valt de keuze ook nog eens vaak op werken die door toenmalige economische elites werden besteld. Op zich is dat een terechte bedenking. Je zou zelfs kunnen zeggen dat de canon per definitie niet meer is dan de heersende focus. Hou hem evenwel tegen een ander licht en je komt vreemd genoeg tot de tegenovergestelde vaststelling, namelijk dat we al sinds de late middeleeuwen een boon hebben voor rebellie. Van de polyfonisten van de Ars Nova tot de makers van Brechtiaanse anti-opera’s, het zijn precies de dwarsliggers waar we in het collectief geheugen graag een speciaal plaatsje voor reserveren. Meelopers en na-apers lijken daarentegen doorgaans snel van hun sokkel te vallen of ze krijgen er nooit eentje toebedeeld. Ziedaar een paradox: dat het establishment van de canon in wezen verdacht veel proteststemmen bundelt. Soms luid, andere keren eerder stil. — Régis Dragonetti
Dmitri Sjostakovitsj, 1945
Een mondiaal conflict later treffen we Dmitri Sjostakovitsj aan het werk. Ook hij moet het gewicht van een gekwetste natie torsen. Stalin en zijn paladijnen houden het culturele leven al geruime tijd in een ijzeren greep en met de nazi’s op de knieën wordt van elke rechtgeaarde kunstenaar dan ook verwacht dat hij uit volle borst de roem van het Russische moederland zal zingen. Geen makkelijke opdracht voor Sjostakovitsj. Stalin heeft hem in het verleden immers al eens het zwijgen opgelegd wegens te gewaagd en de componist heeft bijgevolg weinig appetijt een loftrompet te steken voor de grote leider, zelfs niet in een Negende (!) symfonie die de Russische overwinning hoort te vieren.
Net als Haydn en Elgar verrast Sjostakovitsj vriend en vijand door het juist met minder te doen. Geen gebulder, geen bombarie, en vooral geen borstklopperij. Precies de haast Mozartiaanse lichtheid van het eerste deel of het wrange klagen van de klarinetten in het tweede stuwt de wenkbrauwen de hoogte in. En zelfs wanneer het dan toch wat strijdvaardiger lijkt te gaan worden, valt een zekere bewuste holheid niet te loochenen. Is dit nu een feestelijke ode aan het vaderland? Neen, vindt ook al gauw de censuur, als dit gejubel moet voorstellen, dan is onze nonkel een steekkar. En hops, het werk wordt dra verboden. U hoort het, ook stil komt een boodschap soms hard binnen.
Concert Protest 13 februari in Concertgebouw Brugge, 14 februari in CC Hasselt, 15 februari in Palais des Beaux-Arts de Charleroi, 16 februari in De Spil Roeselare, 21 februari in CC Het Perron Ieper, 22 februari in Muziekcentrum De Bijloke Gent, 23 februari in DE SINGEL Antwerpen.
“Veel mensen denken dat ze het kind in zichzelf nooit zijn kwijtgeraakt.”
“Dat is dus totaal niet waar”
Klaar om wakker gekust te worden? Met de hulp van Hans en Grietje, Maurice Ravel en Moeder de Gans blazen actrice Maaike Cafmeyer en dirigent Martijn Dendievel onze oude liefde voor sprookjes nieuw leven in. “Ze leefden nog lang en gelukkig: zo ging het vroeger helemaal niet. Disney heeft er serieus mee gesjoefeld.” — Bart T'Jampens
Helemaal op het einde van het interview geeft Maaike Cafmeyer ons een milde, en voor alle duidelijkheid verbale, pedagogische tik. We spreken elkaar zo’n drie maanden voor de voorstelling, samen met regisseur Mareille Labohm en dirigent Martijn Dendievel zit ze nog volop in het maakproces. Vragen over wat we precies mogen verwachten zijn misschien logisch, maar ook wat voorbarig. En een beetje jammer, vindt ze.
MAAIKE CAFMEYER — “Het is des mensen om te willen begrijpen. Maar kunst begint daar waar je het niet meer kunt benoemen, waar je je moet overleveren aan het gevoel. (Klapt in handen) ‘Wat is dit? Wat stelt dit voor? Wat is de betekenis?’ Neen, laat je prikkelen, leer iets nieuws kennen, laat je verbazen.”
Genoteerd. Maar, we hadden de vraag nu eenmaal zo gesteld: Jullie brengen een voorstelling over sprookjes, voor volwassenen nog wel. Wat mogen we daar precies bij verwachten?
MC — “Sprookjes bevinden zich als het ware ergens in
een slapend hersengebied bij veel mensen, en wij gaan dat proberen wakker te maken. We gaan de mensen in de nevelen van de fantasie trekken. Het zal geen ‘normale’ concertbeleving zijn, het wordt iets helemaal anders. Martijn heeft de muziek aangeleverd, ik heb geluisterd en mij afgevraagd: wat maakt dit allemaal in mij los? Wat me fascineert aan sprookjes, is dat ze vaak over heel alledaagse mensen gaan. De houthakker, de spinster, u en ik als het ware. Het zijn gewone mensen die eens uit het alledaagse willen ontsnappen. Of verdwalen, zo je wil. In je fantasie, in het sprookjesbos… En ik bedacht me nog: eigenlijk komt de helft van alle instrumenten uit een orkest uit het bos. (lacht)”
MARTIJN DENDIEVEL — “Meer dan de helft zelfs. Had ik nog nooit zo over nagedacht, maar het klopt wel.”
De muziek die we te horen zullen krijgen is puur orkestraal. Kan muziek echt een verhaal vertellen, zonder woorden?
MD — Zeker. De stukken die we brengen, rusten net op dat
idee: het is de muziek die het sprookje brengt. Maar we willen het breder trekken dan louter het verhaal, er is ook altijd meer dan één moraal. Vergelijk het met Disneyfilms: je hebt die als kind wel gezien, maar als je er als volwassene opnieuw naar kijkt, ontdek je nieuwe lagen.”
MC — “Ik heb mij wat in Disney verdiept voor deze voorstelling, en het valt op hoezeer zij de verhalen naar de tijdgeest trekken. In de vroegere verhalen, of het nu gaat over Assepoester, Sneeuwwitje of Doornroosje, zijn de prinsessen allemaal vrouwen die (knipt met vingers) een korte ontmoeting hebben met een man, en dat mondt dan uit in één moment van schittering. Maar de vrouwen zijn er redelijk passief. Als je echter kijkt naar modernere sprookjes, zoals Vaiana , of De prinses en de kikker, dan zie je allemaal ondernemende meisjes.
Ze hebben hun eigen leven, ze zijn niet meer onderdanig en smachtend naar een prins.”
“Het boekje De ongeschminkte Grimm (dat de oerversies van de sprookjes van de gebroeders Grimm brengt, red.) toont die evolutie ook mooi. In De kleine
zeemeermin die wij kennen, komt het op het einde allemaal goed. In het oorspronkelijke verhaal: niets daarvan!
De zeemeermin krijgt haar stem níét terug, ze verandert in het schuim van de zee. Toen ik die versie in de jaren '80 eens op tv zag, heb ik zitten snikken dat het niet normaal was. Veel sprookjes eindigden niet met ‘ze leefden nog lang en gelukkig’. De romantiek, en later ook Disney, ze hebben er serieus mee gesjoefeld (lacht).”
Zijn sprookjes eigenlijk wel iets voor volwassenen?
MC — “Bij uitstek! Veel mensen denken dat ze het kind in zichzelf nooit zijn kwijtgeraakt. Dat is dus totaal niet waar. Dat besef je als je sprookjes leest of hoort: dan komen herinneringen boven die je echt kwijt was. Hoe je je kon overgeven aan een verhaal, die band van toen met je vader of moeder die in bed kwam voorlezen, hoe veilig je je voelde. Uiteindelijk zijn het ook allemaal verhalen die in de kern gaan over onze diepste angsten en verlangens, over anders of meer willen zijn, iets wat elke volwassene wel herkent.”
Behoeft Maaike Cafmeyer (51) geen introductie meer, dan is toekomstig chef-dirigent van SOV Martijn Dendievel (29) bij het brede publiek misschien minder bekend. Een paar woorden vormen de rode draad in zijn biografie: “al op jonge leeftijd”. Begon als driejarige met vioollessen. Besliste op zijn elfde dat hij dirigent wou worden. Werd nog voor zijn 15e (!) toegelaten tot het Koninklijk Conservatorium van Brussel. Maar een filmpje op Youtube valt misschien nog het meeste op. Samen met een Duits collectief bracht hij in 2020 Beethovens Ode an die freude op een wel heel bijzondere manier: het publiek zit in een voorbijrijdende trein en luistert via oude FM-radio’s naar de symfonie, live gebracht door muzikanten die verspreid staan over 2,7 kilometer langs de spoorweg. “Het was het langste podium ter wereld”, zegt hij.
En nu breng je een voorstelling over sprookjes, in samenwerking met een actrice. Je houdt wel van het experimentele?
MD — “Ik heb evengoed een drang naar de ‘normale’ aanpak, hoor: concerto voor de pauze, nadien een symfonie, alleen maar muziek. Maar in tijden waarin we het moeten opnemen tegen sociale media, tegen Netflix en co., is het ook zoeken naar andere manier om mensen in contact te brengen met klassiek. Want waarom zouden mensen naar een klassiek concert gaan als ze het niet kennen? ‘Het duurt lang, het is duur’—alhoewel, spotgoedkoop in vergelijking met een kaartje voor Taylor Swift…”
MC — “Moeilijk, vinden mensen ook vaak.”
MD — “Onlangs las ik over een onderzoek naar wat de grootste drempels zijn voor mensen om een klassiek concert bij
te wonen. Blijkt dat ze vooral schrik hebben om niet te weten waar het toilet in de zaal is! Ze weten ook niet goed wat ze moeten aantrekken, waar ze zullen moeten zitten, wanneer ze moeten applaudisseren…”
MC — “Moh, da’s straf!”
MD — “Dus ik probeer op andere manieren die drempels te overwinnen.”
En toch kies je voor relatief onbekende namen?
MD — We weten dat Beethoven verkoopt, dat het Requiem van Mozart verkoopt… Maar als ze de naam Suk zien…”
MC — (lacht) “Run, Forrest, run!”
MD — “En toch is het prachtige muziek. Iedereen die ze hoort zegt mij: ‘Waarom ken ik dat niet? Waarom wordt dat niet gespeeld?’ De uitdaging is dus om mensen tot in de zaal te krijgen.”
Hoe pak je dat aan?
MC — “Via samenwerking. Hij heeft er oog voor dat het op een andere manier kan, en ik ben een enorme klassieke muziek liefhebber. Ik herken dat onderzoek trouwens van bij mijn grootmoeder. Naar Bach gaan kijken? Ze dacht: ‘ol die sjieke mensen die daar zitn, wa gaan die wel peizen van mij?’ Maar als ze keek naar een Duitse film met muziek van Brahms erin, zat ze te bleiten als een klein kind. Soms moeten mensen de kans krijgen om iets te ontdekken.”
MD — “Daarom dat we dit bewust geen theatervoorstelling of klassiek concert noemen, we trekken de grenzen open. De voorstelling past niet in deze of gene categorie, en dat is net de bedoeling.”
MC — “Misschien zeggen ze: ‘ik weet het niet’. Maar, ik weet het niet, ik vind dat ook goed. (lacht)”
Concert Pohádka
16 januari in Concertgebouw Brugge, 19 januari in Muziekcentrum De Bijloke Gent en 26 januari in DE SINGEL Antwerpen.
Op het moment van het inter view heeft Maaike Cafmeyer net het derde seizoen van Chantal opgenomen, de bijzonder succesrijke spin-off van de reeks Eigen kweek. Zoals we Cafmeyer daar zien, in de huid van wijkcommissaris Chantal Vantomme, kennen we haar het best: eigenzinnig, grappig, every inch West-Vlaanderen.
Maar haar palet is breder dan dat.
Zal humor een plaats hebben in deze voorstelling?
MC — “Het is niet de bedoeling dat iedereen platligt van het lachen, maar, ja, ik hoop het. Ik denk het. Het is onvermijdelijk. (lacht)”
Maar we moeten geen Chantal-West-Vlaams verwachten?
MC — “Neen, dat denk ik niet. Tenzij… Nee, sorry. (lacht)”
MD — “Brugs misschien?”
MC — “Ja, we zijn niet ver van elkaar opgegroeid. Er zat alleen maar een groot bos tussen,
het bos van Zedelgem zeker? (Dendievel is van Oostkamp, Cafmeyer van Torhout, red.)
Kijk, daar is wéér dat bos.”
MD — “Het kan wel mooi zijn dat Maaike een keer géén humor brengt. Ik ben bijvoorbeeld een grote fan van Rowan Atkinson. Iedereen kent hem als Mr. Bean, maar wat hij in de reeks Maigret gedaan heeft, is pas echt geweldig: hij speelt er een heel andere rol, totaal gespeend van humor, hij is er gewoon een deeply troubled man.”
MD — “Maar nu ga je jezelf zijn?”
MC — “(lacht geheimzinnig) Mm, misschien. Of toch zo dicht mogelijk daartegen.”
MC — “Mensen associëren mij met humor, dus waren er velen geschrokken toen ze mij in De Twaalf zagen (waarin ze de hoofdverdachte van een moord vertolkt, red.). Dan denk ik: ja maar, daar ben ik wel voor naar school geweest, hé! Ik heb in het NTGent heel vaak drama gespeeld, als jonge vrouw werd ik alleen maar gevraagd voor getormenteerde rollen. En het is ook dat wat ik graag doe: in de huid van iemand anders kruipen en die persoon worden.”
Ten tijde van ‘hun’ editie van de SOV Composers’ Academy zaten Siebe Thijs en Emile Daems nog op de studiebanken van respectievelijk het Gentse en Brusselse Conservatorium. Een handvol jaren later wagen ze zich — op verzoek van het orkest aan een nagelnieuwe compositie. Siebe schrijft een werk bij de reeks Protest, Emile gaat voor folk in de concertreeks Bolero. “Ieder nieuw stuk is weer een andere fase in je carrière.” — Heleen Driesen
Emile Daems (28) heeft een beetje klamme handjes, bekent hij lachend. De jonge Brusselaar zit in volle finale naar de voltooiing van zijn nieuwste compositie. Over twee weken moet zijn folksong netjes op de lessenaar van de dirigent liggen. “Het geeft wat stress,” zegt Emile, “maar ik ben ook wel blij dat de deadline nadert. Straks heb ik mijn hoofd weer vrij voor andere dingen.” Dat het schrijven voor orkest een pittig werkje is, weet ook Siebe Thijs (25), die schijnbaar ontspannen naast hem zit. Hij heeft nog enkele maanden de tijd voor zijn stuk er moet liggen. “In de zomer heb ik al wat ideeën verzameld en schetsen gemaakt. Vanaf volgende week dompel ik me helemaal onder. Ik kan alleen schrijven als ik honderd procent gefocust ben, zeker als het om een orkestwerk gaat.”
Eerste keer, goeie keer
Siebe zat amper in zijn tweede bachelor toen hij geselecteerd werd voor de SOV Composers' Academy. “Van orkestcompositie wist ik toen nog amper iets af. Nu, vijf jaar later, voelt het nog steeds niet alsof ik het kan. Maar ik trek me toch al wat beter uit de slag”, knipoogt hij. Ook voor Emile, die destijds naar het einde van zijn studies toeging, was het een primeur om een werk te schrijven voor orkest. “Het bleek een superleerrijke ervaring. Een echt cadeau. Veel gelijkaardige initiatieven als de SOV Composers’ Academy zijn er niet”, stelt Emile. “Vooral de werkmomenten met het orkest waren bijzonder. Die laten je toe om een aantal dingen uit te proberen met het orkest en met je partituur. Sommige vondsten klonken geweldig in mijn hoofd, maar kwamen in de concertzaal niet helemaal over. Daar kon je dan nog aan schaven in een veilige omgeving.”
Dit keer moet het tweetal het zonder werksessies doen. In een normale orkestsituatie is het nu eenmaal niet anders, verzuchten ze. “Eigenlijk moet een partituur gewoon van begin af aan goed zitten”, zegt Siebe. “Tijdens de repetities werken de dirigent en het orkest nog hard aan de interpretatie. Maar hapert er iets aan de fundamenten, dan krijg je helaas geen tweede kans.” Of ze nog
met trots hun eerdere Academy-werkstuk beluisteren? “Ik heb het onlangs nog eens afgespeeld en vond het zo slecht nog niet”, grinnikt Emile. “Ik was er alvast blijer mee dan bij de eerste uitvoeringen. Zeker op het moment van de première kon ik in het kleinste hoekje kruipen. Dat gevoel is heel dubbel. Aan de ene kant popel je om de reacties te horen van het publiek, anderzijds ben je zo gespannen dat loslaten nooit zomaar een gelukzalige ervaring is.”
Eigen identiteit
Voor Emile, die pas twee seizoenen geleden deelnam aan het SOV-traject, is de cesuur wat minder afgetekend. “De ervaring is nog te vers om echt een evolutie te zien. Ik ben alleszins weer van nul vertrokken voor deze opdracht, die een beetje zinspeelt op de vorige. Toen experimenteerde ik met volkselementen uit het werk van Dvorák en Chopin, nu zoek ik aansluiting bij Berio. Mijn folksong staat wel helemaal op zichzelf. De referenties zijn duidelijk voor mij, maar daarom niet meteen voor het publiek. Ik hoop dat mensen vooral horen dat dit een werk van mij is. Uiteindelijk wil elk componist toch zijn eigen ding doen.”
De mogelijkheden om vanuit een ander repertoire te vertrekken zijn talloos, beaamt Siebe. “Als beginnend componist krijg je wel vaker de vraag om een nieuw werk te componeren binnen een opgegeven programma. Zelf hou ik ervan om verschillende bronnen te raadplegen,
meerdere laagjes opeen te stapelen en zo een heel nieuw instrument te bouwen met het orkest. Voor het schrijven van mijn protestsong heb ik eerst onderzocht: ‘Hoe klinkt protest? Welke perspectieven biedt het thema? En hoe verwerk je ze tot een muzikaal concept?’ Dat voortraject boeit me.”
Emiles zoektocht bracht hem bij een concerto grosso, waarvoor de muzikanten van het jeugdorkest SOV Young bij het gezelschap aansluiten. “Met enkele belangrijke solopassages zetten ze een tweede, sprankelende dimensie van het orkest in de verf”, klinkt het enthousiast. Alleen al het opzet doet hem glunderen. “Naast componist ben ik ook violist en ik geloof dat een project als dit me als conservatoriumstudent in het begin van mijn carrière enorm had geholpen. Ik heb een werk geschreven dat ik toen graag had willen spelen en horen, in de hoop dat het voor de SOV Young-muzikanten net zo zal zijn.”
Het stuk dat Siebe vijf jaar geleden bedacht, zou hij nu niet opnieuw schrijven, pikt de Gentenaar aan. Al is het ene werk nooit echt een tegenbeweging op het andere. “Wat ik nu doe, is geen antwoord op wat ik toen deed. Ik componeer elk stuk als het stuk dat ik vandaag als componist wil schrijven. Ieder nieuw werk is weer een andere fase in je carrière. Natuurlijk trek je bepaalde lessen uit vorige ervaringen. Maar die beïnvloeden veeleer het proces dan het resultaat. Ik denk tegenwoordig op een heel andere manier na over muziek en heb stilaan mijn eigen werkwijze gevonden. Intussen weet ik al wat beter hoe het orkest functioneert en ‘hoor’ ik duidelijker de klank van de instrumenten in mijn partituur. Dat maakt het makkelijker om bepaalde problemen te benoemen en erop te anticiperen.”
De compositie van Emile Daems ging in première tijdens Bolero 28.11 → 1.12 2024. Het stuk van Siebe Thijs hoor je tijdens de Protest-concertreeks 13 → 23.2 2025.
Vanaf €45 per jaar word je Vriend van Symfonieorkest Vlaanderen en ondersteun je verschillende talentontwikkelingsprojecten. Investeer samen met ons in de dirigenten, componisten en musici van morgen.
VR 20.12 19:30
ROTTERDAM AHOY, RTM STAGE NL
ZA 21.12 13:30 en 19:30 ROTTERDAM AHOY, RTM STAGE NL
ZO 22.12 13:30 en 19:30 ROTTERDAM AHOY, RTM STAGE NL
Ticketverkoop en meer info op cinemainconcert.nl
DeNotenkraaksterfamilievoorstelling
met dirigent Txemi Etxebarria, regisseur Mareille Labohm, actrice Kiki van Aubel, auteur Benny Lindelauf
VR 03.01 15:00 CONCERTGEBOUW BRUGGE
ZA 04.01 13:00 en 16:00
MUZIEKCENTRUM DE BIJLOKE GENT
ZO 05.01 15:00 DE SINGEL ANTWERPEN
ZO 12.01 15:00 CC ZWANEBERG HEIST-OP-DEN-BERG schoolvoorstellingen
VR 10.01 11:00 & 13:30 MUZIEKCENTRUM DE BIJLOKE GENT i.s.m. Het Laagland en dansgezelschap Roots Compagnie
met dirigent Martijn Dendievel en actrice Maaike Cafmeyer in een regie van Mareille Labohm
DO 16.01 20:00
ZO 19.01 15:00
ZO 19.01 20:00
besloten concert
CONCERTGEBOUW BRUGGE
MUZIEKCENTRUM DE BIJLOKE GENT
MUZIEKCENTRUM DE BIJLOKE GENT
ZO 26.01 15:00 DE SINGEL ANTWERPEN
met dirigent Christoph Koncz en cellist Johannes Moser
DO 13.02 20:00
Kom met je familie naar het Conce gebouw!
Spelen, luisteren, ontdekken, genieten, musiceren, beleven, maken, dansen ... tijdens Atelier Matinée op zondag, tijdens to e familievoorstellingen en op het bezoekersparcours Conce gebouw Circuit.
Ontdek ons aanbod op conce gebouw.be/families
CONCERTGEBOUW BRUGGE
VR 14.02 20:00 CC HASSELT
ZA 15.02 20:00 PALAIS DES BEAUX-ARTS DE CHARLEROI
ZO 16.02 15:00 DE SPIL ROESELARE
VR 21.02 20:15 CC HET PERRON IEPER
ZA 22.02 20:00 MUZIEKCENTRUM DE BIJLOKE GENT
ZO 23.02 15:00 DE SINGEL ANTWERPEN
i.s.m. DE SINGEL en Muziekcentrum De Bijloke
www.symfonieorkest.be tickets@symfonieorkest.be
09 292 75 57 ma—do 10:00—13:00
Ticketbalie concerten Brugge In&Uit ’t Zand 34, 8000 Brugge
Openingsuren balie: ma—vr 10:00—17:00, zon- & feestdagen 10:00—14:00 070 22 12 12 (ma—vr 14:00—17:00•€0,30/min)
Muziekcentrum De Bijloke Gent www.bijoke.be, 09 323 61 00
DE SINGEL Antwerpen www.desingel.be, 03 248 28 28
CC Zwaneberg Heist-op-den-Berg, www.zwaneberg.be, 015 25 07 70
CC Hasselt www.ccha.be, 011 22 99 33
De Spil, Roeselare www.despil.be, 051 26 57 00
CC Het Perron Ieper, www.hetperron.be, 057 23 94 80
Palais des Beaux-Arts de Charleroi, www.pba.be, 071 31 12 12
Symfonieorkest Vlaanderen, Bijlokekaai 8 bus 8, 9000 Gent info@symfonieorkest.be, www.symfonieorkest.be
+32 9 292 75 57, reknr. BE06 7330 1321 0622 BIC KREDBEBB
Werkten mee aan deze uitgave: coördinatie Veronique Vennekens, tekst Benny Lindelauf, Sofie Taes, Régis Dragonetti, Bart T'Jampens, Heleen Driesen, grafisch ontwerp Lieven Haneca, foto's Daria Miasoedova, Björn Comhaire, Michiel Devijver, An Van Gijsegem, druk Puntgraaf. Programma's onder voorbehoud van wijzigingen.
V.U. Jos Roeden, Bijlokekaai 8 bus 8, 9000 Gent
Symfonieorkest
Vlaanderen wordt gesteund door
Symfonieorkest
Vlaanderen is in residentie in