Symfozine 92 | Symfonieorkest Vlaanderen

Page 1

sep →  dec 2021

© Björn Comhaire

Lang leve live INTRO

02

Johannes Moser en José Luis Gómez: de eerste ontmoeting INTERVIE W

04

Marie-Ange Nguci TALENT UITG ELICHT

14

PROJ EC T IN DE KIJ KER

Sibelius’ Eerste Symfonie ONDER DE LOEP

Concertmeester in het nieuw HIT-AND -RUN

08

Knokken voor het stokje

16 21

Terug op pad ORKEST ON THE ROAD

22

n°91


Lang 02

INTRO

Beste publiek, nog even! Nog even en we treffen elkaar opnieuw in de concertzaal. Ik moet bekennen dat dit nakende weerzien me emotioneel maakt. Hoe ik het zie heeft ons werk als orkest namelijk drie pijlers: als eerste uiteraard de muziek, daarnaast onze musici die haar vertolken en verklanken, en tot slot u — ons publiek. Wanneer wij muziek spelen is dat geen eenrichtingsverkeer, maar veeleer een dialoog. We zenden muziek uit met de bedoeling dat luisteraars ze opvangen. Deze wisselwerking tussen zender en ontvanger is het sterkst wanneer we samen zijn, live in de geborgenheid van de concertzaal. Enkel zo creëren we een imaginaire ruimte waarin we zonder mondmaskers of vaccinaties kunnen reizen en dromen, een ruimte waarin we het grenzeloos eens of oneens mogen zijn met elkaar, een ruimte waarin kunst ons aanzet tot verbeelding, tot verdraagzaamheid en verbondenheid. Muziek, muzikanten en publiek vormen voor mij een onlosmakende drie-eenheid. Als een van de schakels wegvalt, spreken we dan eigenlijk nog over muziek?

Sinds het begin van de 20ste eeuw maakt de opname-industrie klassieke muziek breed toegankelijk. Echter betekende dit ook het startsein van een eeuwig proces van vergelijken en van opnames die tot in de details gepolijst zijn, maar vaak nog weinig met de werkelijkheid te maken hebben. Vergelijk het met de reproductie van eender welk beeldend kunstwerk in een boek. Nooit zal men volledige toegang krijgen tot de werkelijke intensiteit en tastbaarheid van het werk, dat kan enkel live. Dit geldt zeker ook voor muziek, de kunstvorm waarvan een van de prachtigste eigenschappen net haar vluchtigheid is. Een muzikale frase weerklinkt, is meteen weer weg en leeft daarna verder in ons geheugen en in onze verbeelding. Stel u voor: het publiek dat voor de eerste keer de Eroïca van Beethoven hoorde en nadien naar huis moest met de herinnering aan deze eenmalige beluistering, zonder de mogelijkheid het stuk duizend keer na elkaar af te spelen. Wat een verpletterende beleving moet dit geweest zijn. Ook vandaag nog schuilt de kracht en de meerwaarde van kunst in de gedeelde ervaring.


Vaak krijg ik de vraag waarom we nog maar eens Beethoven zouden spelen. Wel, bij deze mijn antwoord: hoeveel opnames ook, het echte kunstwerk beleven we live. Toch ben ik dankbaar dat we afgelopen jaar heel wat opnames konden maken. Toen we geconfronteerd werden met een pijnlijke leegte — letterlijk en figuurlijk — boden ze een welkome redding. In totaal blikten we een tiental werken in, waarvan maar liefst vier Beethoven-symfonieën, maar ook werk van Sibelius en Rautavaara, van Schumann en Tsjaikovski, van mijn landgenoten Tüür en Pärt, van de jonge Delafosse… Deze vele opnames hebben ons toegelaten een jaar lang te spelen met open motorkap en onze kwaliteit te perfectioneren. Opnamesessies zijn voor een orkest momenten waarop er in de diepte gewerkt kan worden. Samen met ons schitterende opnameteam werd er gewikt en gewogen, gediscussieerd en bovenal intens gemusiceerd. Ik blik dankbaar terug op deze periode waarin ik mijn orkest nog beter leerde kennen, zowel de musici als de mensen erachter. We hebben elkaar geholpen om

← Kristiina Poska © Tom De Visscher

deze moeilijke periode te overbruggen en het wederzijdse respect dat ik steevast voel wanneer ik Symfonieorkest Vlaanderen dirigeer, is vandaag sterker dan ooit. Dus, beste publiek, geniet nog even van onze opnames die u kunt vinden op ons YouTube-kanaal of onze cd's, maar laten we bovenal uitkijken naar onze eerste ontmoeting in oktober, met Brahms en Sibelius. Want hoe blij ik ook ben met de kwaliteit van de opnames, nu is het hoog tijd voor het échte spel — met u erbij! Het afgelopen jaar heeft de rol die u speelt in het vervolmaken van onze kunst meer dan ooit duidelijk gemaakt. Ik tel de dagen tot we opnieuw de magie van het moment kunnen laten spreken, de energie kunnen laten opflakkeren tussen ons allen en we samen opnieuw echt eer kunnen brengen aan de muzikale kunstwerken uit heden en verleden. Kristiina Poska chef-dirigent Symfonieorkest Vlaanderen

leve

live

03

Kristiina Poska © Tom De Visscher


Knokken 04

PROJECT IN DE KIJKER

het stokje:


links Martijn Dendievel aan het werk met het orkest, januari 2021 © Wouter Maeckelberghe

rechts Pascale Van Os, SOV Conducting Masterclass, december 2020 © Wouter Maeckelberghe

voor 05

Jong dirigeertalent op weg naar de top


project SOV Conducting Masterclass 16 t/m 18.08 2021 Meer info → www.symfonieorkest.be/conductingmasterclass

“Met goede punten alleen kom je er niet”

06 “Hoe sterk is de eenzame fietser…”, vroeg kleinkunstenaar Boudewijn de Groot zich ooit af. Met een stevig verzet kan die behoorlijk wat kilometers wegmalen, zo weten wielerfans. Maar zelfs achter de meest gelauwerde sprinter staat een team. Ketting opleggen, kuiten masseren, peptalk voor de start: een (figuurlijk) duwtje in de rug maakt het verschil tussen aanmodderen in de marge en hoge toppen scheren.

Dat is ook de filosofie van Symfonieorkest Vlaanderen (SOV), dat al jarenlang de kaart trekt van talentontwikkeling. Geen druppel op een hete plaat maar een stroom aan initiatieven: zo steekt het orkest een hart onder de riem van aanstormend uitvoerderstalent en chefs-in-de-dop. Met de SOV Conducting Masterclass, die in december 2020 startte en in augustus zijn tweede editie beleefde, steunde het inmiddels zes dirigenten. De baton hanteren, konden ze al, maar Fingerspitzengefühl komt maar met ervaring. En daar knelt vaak het schoentje, zo vertellen Martijn Dendievel en Pascale Van Os. Hij: assistent-dirigent van SOV en laureaat van diverse internationale masterclasses en wedstrijden. Zij: alumna van de eerste SOV Masterclass en kersverse assistent-dirigent van Orchestre Philharmonique Royal de Liège. Jonge leeuwen die nu al rocken op de Bühne: wat kan een helpende hand nog voor hen betekenen? “Als pas afgestudeerde dirigent kende ik de basistechnieken maar had ik nauwelijks voor een orkest gestaan”, vertelt Pascale. “Ik had helemaal niet het gevoel volleerd te zijn! Via mijn eigen

strijkers­ensemble en koor kon ik wel wat ervaring opbouwen. Maar dan komt toch dat moment waarop je de stap naar de professionele muziekwereld wil zetten. En dan is de vraag: hoe?” Is de kloof dan zo groot? “Goh, een amateur­ensemble en een professioneel orkest, dat zijn verschillende instrumenten. En dus speel je als dirigent ook een ander spel. In het eerste geval ben je pedagoog: je zorgt ervoor dat iedereen zijn partij kent en ook nog eens harmonieus samenspeelt. Bij ­professionals is dat het vertrekpunt. Zo’n groep is veel meer wendbaar, het instrument alerter. Het kost tijd en oefening om het mooiste eruit te halen.” Wie zich als jonge pro op de bok wil hijsen, raakt makkelijk het noorden kwijt, waarschuwt Martijn Dendievel. “Dirigeren is misschien wel het muzikale beroep dat het meest buiten de lijntjes kleurt. Want al kan je vandaag wel een gespecialiseerde opleiding volgen: dat is niet genoeg. Een instrumentalist is na zijn conservatorium­­tijd perfect voorbereid om een auditie te spelen. Maar als dirigent mis je de praktijkervaring. En een geijkt parcours om op het juiste moment de juiste bagage te verzamelen, is er niet.”


“De mogelijkheden om de top te bereiken, zijn beperkt”, gaat Martijn verder. “Wat je in Duitsland vaak ziet, is dat men start in de opera als repetitor en zo opklimt. Een andere strategie is jezelf tonen in wedstrijden en masterclasses. Zo kom je in een circuit terecht waar je — met een beetje geluk — wordt opgemerkt. Ten slotte kan je ook als assistent aan je carrière timmeren of zelfs in één klap een ster worden. Dat is het verhaal van Jaap van Zweden die van Leonard Bernstein de kans van zijn leven kreeg. Maar laten we wel wezen: dat is hoogst uitzonderlijk en dus geen echt plan. Tijdens je studies een netwerk uitbouwen is eigenlijk de enige valide optie.” Masterclasses zijn daarvoor gouden opportuniteiten, treedt Pascale bij: “Je mag met het orkest werken en krijgt onmiddellijk feedback, waardoor je meteen kan bijsturen of dingen kan testen die je anders niet zou hebben uitgeprobeerd.” Hoe het voelde om voor SOV én chef Kristiina Poska te staan? “Iemand als Kristiina naast je hebben is natuurlijk spannend, maar ze heeft dat schitterend aangepakt: enerzijds mocht ik mijn eigen ding doen, anderzijds stuurde ze mijn ideeën bij op een positieve manier, een manier die me op mijn gemak stelde. Onderschat de omstandigheden niet: een nieuw orkest, live concertstreaming, een topdirigente als mentor… dat zijn behoorlijk veel stressfactoren. Als je — zoals ik — vooral muziek wil maken, moet je zo’n situatie los kunnen laten. Dat leer je enkel door je er herhaaldelijk aan bloot te stellen.” Ook aan doorzettingsvermogen, spirit en charisma kan je werken, zegt Martijn. “En dat is geen overbodige luxe. Kijk, als jonge dirigent

zit er niemand op je te wachten. Een orkest zal je ook nooit ­uit­­nodigen omdat je op school goede punten haalde. Je moet knokken om te laten zien wat je in je mars hebt. En dat kan, bijvoorbeeld, tijdens een masterclass.” Daar wacht, idealiter, ook een zoen van de muze. “Een masterclass kan ongelooflijk inspirerend en verrijkend zijn. Je krijgt er in de vingers wat het betekent om met topmusici te werken en proeft van een delicatesse die je doet verlangen naar — en werken voor — meer!” Martijns definitieve pitch? “Wat ik zo belangrijk vind aan onze masterclass, is dat het nog over de inhoud mag gaan; over het graven in muziek en de subtiele kneepjes van het vak. Onderschat dat niet in een tijd waarin het dirigentschap meer en meer gemediatiseerd wordt en niet iedereen op een gedegen manier met het vak bezig is. Een pluspunt is ook dat SOV een van de vriendelijkste orkesten ter wereld is. De muzikanten gaan er alles aan doen om je je verhaal te laten vertellen. Je moet eigenlijk al echt je best doen om deze groep slecht te dirigeren!” (lacht) Pascale: “Het is het niveau van de musici dat me toeliet om mijn skills aan te scherpen. Zo was ik bijvoorbeeld verrast over hoe alert het orkest reageerde. Je hebt maar één minuscuul gebaar nodig om precies te krijgen wat je wil. Dat is een ander soort input dan ik gewend ben te geven. Wat ik dus meenam uit deze ervaring, is een breder scala aan signalen met fijnere nuances. Mijn ultieme tip aan aspirant-kandidaten? Goed voorbereid zijn, je volledig openstellen en dan met veel goesting aan de slag!” — Sofie Taes

PROJECT IN DE KIJKER

links Pascale Van Os, SOV Conducting Masterclass, december 2020 © Wouter Maeckelberghe

rechts Martijn Dendievel aan het werk met het orkest, januari 2021 © Wouter Maeckelberghe

07


Johannes Moser 08

een eerste ontmoeting


en José Luis Gómez 09

als inspiratie (4)


In november staat naast werk van Martinů, He en Brahms, ook Dvořáks Celloconcerto op het programma. Een episch meester­werk dat ­romantische heroïek koppelt aan diep verlangen, en stuiterende energie aan knagend heimwee. De Duits-Canadese cellist Johannes Moser liet eerder al horen tot wat een grandioze dialoog hij het orkest verleiden kan. “Een concerto met een overdaad aan liefde”, zo omschrijft hij het, en dat wil hij samen met maestro José Luis Gómez laten horen. De driehoeksverhouding tussen solist, dirigent en orkest levert dikwijls magische momenten op. Een hartelijke ­online-kennismaking zet alvast de toon. — Johan Van Acker

10

Energiek en blijvend nieuwsgierig José Luis Gómez startte als violist in het jeugdorkest van de Venezolaanse staat Zulia, en klom er snel op tot concertmeester. “De steun van de organisatie El Sistema (Het Systeem) was essentieel”, benadrukt hij. “Opgericht in 1975 door José Antonio Abreu als een 'sociale actie voor de muziek' stimuleert ze muziekbeoefening en muzikale projecten gedragen door lokale gemeenschappen. In het jeugdorkest kon ik mijn talent ontwikkelen. Ik leerde er bijvoorbeeld het belang van samenwerken en voelde er de drive van een groeps­ dynamiek. Spelenderwijs opende zich een enorm repertoire. Nu en dan moest ik als 12-jarige ook dirigeren, al vond ik er maar niks aan. Ik miste de klank. Maar de nieuwsgierigheid bleef, en na een carrière als violist besloot ik die nieuwe weg verder te verkennen. In 2010 won ik in Frankfurt het Internationale Dirigentenconcours Sir Georg Solti. Een resultaat waar ik trots op ben.”

Hoe hij zich zou karakteriseren als maestro? Gómez lacht uitbundig. “Dat is een lastige. Laat ik zeggen dat mijn energieke stijl wellicht inherent is aan mijn LatijnsAmerikaanse en Spaanse achtergrond. Natuurlijk neem ik als dirigent ook ervaringen uit andere culturen mee. Drie jaar lang was ik assistent van de Estse maestro Paavo Järvi, een periode die me in belangrijke mate gevormd heeft. En zo zoek ik mijn weg in deze al te gekke wereld.” (brede glimlach)

In de herfst van 2019 dirigeerde Gómez Symfonieorkest Vlaanderen tijdens een tournee door het Verenigd Koninkrijk. “Een orkest met een muzikale focus, flexibel navigerend doorheen heel uiteenlopend repertoire”, zo herinnert hij zich. “Er stond toen onder andere Spaans en Braziliaans werk op het programma — de Falla, Rodrigo en Villa-Lobos — uitgevoerd met een duidelijk voelbare extra energie. Fantastisch! Ik kijk uit naar ons weerzien in november.”


De dirigent als communicatiecentrum Johannes Moser werkt als solist vaak met dirigenten die ouder zijn en al een hele carrière achter zich hebben. “Maestro Gómez is een leeftijdsgenoot, een vroege veertiger net als ik en dat zal toch een verschil maken”, klinkt hij enthousiast. “Het zal ongetwijfeld een invloed hebben op het samen musiceren, op het avontuur dat het samen ontdekken van een werk toch is. Die frisheid, die opwinding, daar kijk ik erg naar uit. Het aantal celloconcerto’s is beperkt, waardoor cellisten tijdens hun carrière vaak dezelfde werken uitvoeren. Een nieuw perspectief kan starheid tegen­ gaan, en al zeker een configuratie met een nieuwe dirigent.” Hoe belangrijk is de rol van een dirigent voor een solist? Onontbeerlijk? “Heel soms”, lacht Moser ons toe. “Maar

← Johannes Moser © Michiel Devijver

alle gekheid terzijde. Bij het Celloconcerto van Dvořák is die rol essentieel. Zoiets speelt op verschillende manieren. Als solist richt ik me rechtstreeks tot de zaal. Wil ik communiceren met het orkest, dan gaat dat enkel via de dirigent. Bovendien sta ik als uitvoerder voor een bepaalde ­interpretatie, iets waarvoor ik natuurlijk de medewerking van die dirigent nodig heb. Ik zie hem of haar als een prisma waarop ik als een lichtbundel mijn ideeën projecteer die uiteindelijk uitwaaieren in een reeks kleurcomponenten. Als dat gepaard gaat met een openheid van geest zoals bij de musici van Symfonieorkest Vlaanderen, dan krijg je een rijke uitvoering. Een dirigent houdt de lijnen met het orkest open. De blazers bijvoorbeeld horen de cello vooraan op het podium niet of nauwelijks,

PROJECT IN DE KIJKER

Sinfonia concertante Het Celloconcerto van Dvořák karakteriseert zich door een sterke verhaallijn, als een reis die het karakter van het hoofdpersonage aanzienlijk verandert. Dvořák schreef het werk in 1894, aan het einde van zijn driejarig verblijf als directeur van het National Conservatory of Music in New York. Toen hij vernam dat zijn geliefde schoonzus Josefina Kaunitzová ernstig ziek was, besloot hij zijn affectie muzikaal te verklanken. Het middendeel van het concerto — het lyrische adagio — maakt gebruik van het lied Lasst mich allein Op. 82, een melodie die zijn schoonzus bijzonder dierbaar was. Toen Josefina stierf in mei 1895 — een maand na Dvořáks terugkeer uit de VS — besloot hij het slot

te herschrijven tot een afscheidsgroet. Johannes Moser koestert de facsimile van de partituur. “De doorhalingen op het einde roepen zoveel emoties op. Ik vind het als solist belangrijk daar voeling mee te krijgen. Mijn rol tijdens het concerto evolueert van protagonist tot mede-muzikant. Het eerste deel (allegro) bevat prachtige solopassages, maar in het adagio treden vooral kamermuzikale momenten op de voorgrond met bijvoorbeeld mooie duetten tussen cello en viool. Een ongelooflijk werk, een ‘sinfonia concertante’ die ook wel Dvořáks Tiende Symfonie wordt genoemd. Ik breng in november mijn Andrea Guarneri cello uit 1694 mee. Noblesse oblige.”

Concert Johannes MoserspeeltDvořák programma Bohuslav Martinů (1890–1959) Ouverture H345, Antonín Dvořák (1841–1904) Concerto voor cello in b, Op. 104, Richard R. He (°1996) SOV Composers' Academy ~ Creatie, Johannes Brahms (1833–1897) Symfonie nr. 3 in F, Op. 90 met dirigent José Luis Gómez en cellist Johannes Moser zie ook kalender → p24

waardoor een ‘dirigent-seingever’ meer dan aan­­­gewezen is. En last but not least: een dirigent kan — en hoort volgens mij — s­ pontaniteit te genereren. Kortom: de maestro als communicatie­centrum! Toch blijft het tot op zekere hoogte een mysterie hoe die emotionele en muzikale stromen geleid worden. Maar laat net dat het mooie van een concert zijn.” José Luis Gómez knikt instemmend. “De creatieve lijnen van de solist en het orkest samenbrengen, daar gaat het om. Die artistieke dans, die ik als dirigent woordeloos leid met handen, armen en ogen, moet het orkest vertrouwen en spelplezier geven. Controle behouden en toch loslaten, dat delicate evenwicht probeer ik te bewaken.”

11


Poskaopent metSibelius oktober / november

Gekrijs!

2021

november

6+

januari

2022

12

Fauré Requiem februari

Petroesjka mei

maart / april

2022


concerten seizoen 2021—22

Johannes Moser speeltDvořák 2021

januari

2022

A NewWorld 2022

13

Beethoven6 2022

PierreBleuse dirigeertMozart

juni

2022


Jean Sibelius Het is een opvallende trend: de her­­ ont­dekking van het Hoge Noorden als klassiekemuziek­mekka. In de voorhoede lopen Symfonieorkest Vlaanderen en Kristiina Poska een spannend traject dat diverse meesterwerken uit Scandinavië aandoet. In oktober houdt de expeditie halt bij een klepper uit Finland: de eerste symfonie van Jean Sibelius (1865–1957), of het ultieme portret van een volk en zijn hartstochtelijke vrijheidsdrang. — Sofie Taes

14

Op weg naar de omineuze 9 bleef hij steken op 7. Maar ze zijn wel allemaal top, de symfonieën van Jean Sibelius. Net als dat ene, magistrale vioolconcerto, suites als Karelia en Lemminkäinen en het onvergetelijke Finlandia, opende Sibelius’ symfonische œuvre een patrijspoort waardoor de wereld een schitterend stukje Finland kon opvangen. De Finnen, aan de vooravond van een beslissende onaf­­ hankelijk­­heids­strijd tegen Rusland, zagen hun identiteit weerspiegeld in zijn werk als in de ogen van een geliefde. Met zijn unieke geluid en onverbloemd patriottische oeuvre werd Sibelius een volksheld. Dat speel je echter — zelfs in tijden van oplaaiende vaderlandsliefde — niet klaar zonder kwaliteit. En die heeft Sibelius te over. Er is altijd wat interessants te horen in zijn muziek, zelfs al is dat soms op micro­scopische schaal: schuivende texturen, broeiende motieven die zwellen tot grandioze frasen, en timbres die als laagjes plexiglas worden gestapeld. Ook met melodieën geschoeid op het klankidioom van het Fins, quasi-improvisatorische frasen, tonale maar gedurfde harmonieën, pertinente ritmische gestes en ongewone keuzes inzake instrumentatie onderscheidt hij zich van zijn tijdgenoten. Voor zijn Eerste Symfonie draaide Sibelius, toen 33 en op de drempel van de internationale doorbraak, de knop ‘origineel’ op maximum.

ONDER DE LOEP

Concert PoskaopentmetSibelius programma Johannes Brahms (1833–1897) Concerto voor piano nr. 1 in d, Op. 15, Jean Sibelius (1865–1957) Symfonie nr. 1 in e, Op. 39 met chef-dirigent Kristiina Poska en pianist Marie-Ange Nguci zie ook kalender → p24


Symfonie nr.1

15

Scan de QR-code en beluister tijdens het lezen Sibelius Symfonie nr. 1. Elke alinea bespreekt één deel van het werk. Veel lees- en luisterplezier!

00:08 → I. Andante, ma non troppo / Allegro

energico (introductie)

Één keer gehoord, nooit meer vergeten: de paukenroffel die een bewegend klankdecor optrekt terwijl de klarinet zich aandient als ringmeester. De verwachte toeloop van orkestinstrumenten blijft uit en de pauk houdt het al snel voor bekeken, zodat de meditatief meanderende houtblazer de hele klankruimte naar zich toezuigt. Geen klassiek thema maar een improvisatorisch, rapsodisch lamento volgt. Na anderhalve minuut verandert het tempo en maken de tweede violen ‘tremolando’ hun intrede, met in hun kielzog de rest van de strijkersgroep en het — alweer hypnotiserend mooie — hoofdthema. 12:07 → II. Andante (openingspassage)

Enigszins onverwacht dient ook de tweede beweging zich aan als een Andante, maar meteen is het duidelijk dat de componist een ander emotioneel spectrum opzoekt. Zo onheilspellend de klarinet was in de introductie van deel 1, zo zoet dwarrelt ze nu doorheen de romantische frasen van de violen. Het is de houtblazerssectie, nu met fagot als haantje-de-voorste, die de idyllische flow stremt. Strijkers trachten het roer opnieuw in handen te nemen maar worden afgeblokt en de dieperik in gestuurd door de kopers.

21:48 → III. Scherzo — Allegro

Als het Scherzo een gebakje was, zou het een moelleux zijn met een hart van schandalig rijke chocolade. Geen monkelend Menuet, zoals je misschien zou verwachten, maar een ensemblestuk voor blazers doorbreekt het voorthollende orkestcollectief dat, aangevuurd door de pauk, in een razende vaart van start was gegaan. Een spits spelletje tussen hoorns en dwarsfluit springt over op de klarinet die, net als in het openingsdeel, de muziek naar een nulpunt mag voeren. 27:02 → Finale — Andante / Allegro molto

De vergissing wordt je graag vergeven: te denken dat de terugkeer van de openingsmelodie - nu in stringente strijkers - de start van een gewichtige finale zal blijken. In plaats daarvan is het de startbaan van waaruit Sibelius zijn troepen in vogelvlucht over een lappendeken van melodische ideeën stuurt. Luister vooral naar de tweede idee die zich uit de massa opricht: een gedetermineerd statement van de violen, waarin liefhebbers van Sibelius’ Vioolconcerto (dat van zowat vijf jaar later dateert) vast hints naar de langzame beweging bespeuren. Nog een markante luisterplek: de twee laatste maten. In die van tragiek trillende hoeksteen worden wel eens echo’s van Tsjaikovski’s Symphonie Pathétique gehoord. Zulke parallellen zijn natuurlijk interessant, maar mogen geen afbreuk doen aan Sibelius’ kudos. Want de potentieel giganteske slotakkoorden ontzenuwt hij tot verpletterend zachte pizzicati: een bommetje aan geaccumuleerde energie dat niet ontploft maar net daardoor nazindert als een van de sterkste slotstatements uit de symfonische geschiedenis.


Rijzende ster 16

TALENT UITGELICHT

Nog maar tweeëntwintig is ze, maar de Frans-Albanese pianiste Marie-Ange Nguci heeft al een indrukwekkend parcours afgelegd. In 2014 behaalde ze haar master muziek — hoofdinstrument piano — aan het Conservatorium van Parijs, gevolgd door een doctoraat in de muziekanalyse en in de musicologie. Later voegde ze daar nog muziekpedagogie en orkestdirectie aan toe. Het zijn maar een paar voorbeelden uit een nog veel langere rij verwezenlijkingen. In oktober brengt ze samen met Symfonieorkest Vlaanderen het Eerste Pianoconcerto van Johannes Brahms. — Johan Van Acker


Concert PoskaopentmetSibelius programma Johannes Brahms (1833–1897) Concerto voor piano nr. 1 in d, Op. 15, Jean Sibelius (1865–1957) Symfonie nr. 1 in e, Op. 39 met chef-dirigent Kristiina Poska en pianist Marie-Ange Nguci zie ook kalender → p24

← Marie-Ange Nguci © Caroline Doutre

17

Marie-Ange Nguci


Albanese stapstenen

Piano en orgel

Tot haar dertiende woonde Marie-Ange Nguci in Albanië. Haar ouders waren melomanen, en muziek was een vanzelfsprekendheid. Ze begon met cello, maar al snel kreeg piano de overhand. Haar Hongaarse pianolerares zat daar ongetwijfeld voor iets tussen. Zij had gestudeerd in Moskou en Wenen, en bracht Marie-Ange in contact met twee verschillende pianistieke en muzikaal-esthetische benaderingen. Was muziek aanvankelijk een manier om te ontsnappen aan de beperkte culturele mogelijkheden in die jaren, dan werd het daarna een manier van leven. Ondertussen woont ze al bijna tien jaar in Parijs, afgewisseld met een verblijf in Oostenrijk en de VS. Waar ze zich thuis voelt? “Een moeilijke vraag”, zo bekent ze aarzelend. "Ik heb familie in Montenegro, Roemenië en Rusland. Ik denk dat de kunsten mijn thuis zijn, eerder dan een land of een cultuur.”

Muzikale synthese, daar draait het voor Marie-Ange Nguci om, en de piano is voor haar het instrument par excellence dat dat belichaamt. “Adembenemend”, zo benadrukt ze. “Die variëteit qua polyfonie, timbre en ruimteschepping. Voor veel componisten was en is de piano een laboratorium, een experimenteerplek voor ze zich aan kamermuziek, symfonieën of opera’s wagen. Tezelfdertijd vormen transcripties en piano­reducties een deur naar een nog breder repertoire. Sommigen vinden dat beperkend, maar ik vind het net fascinerend om met de klank en het timbre van de piano een harp op te roepen, of een cello of een klarinet.” Een ander instrument dat haar al sinds haar jeugdjaren intrigeert, is het orgel. In het communistische Albanië kon ze geen kerkorgels bespelen, maar dat veranderde in Parijs. Het liefst zet ze zich aan een Cavaillé-Coll-orgel. Aristide Cavaillé-Coll was een meester in de bouw van symfonische orgels waarmee hij de klank van zowel afzonderlijke instrumenten als ensembles kon vervangen. In de 19de eeuw vormden deze orgels voor componisten als Charles-Marie Widor en Louis Vierne de inspiratie tot het schrijven van heuse orgelsymfonieën. “Prachtige werken”, aldus Marie-Ange, die zelf als organist in de Parijse kerken te vinden is. “Tijdens het orgelspel improviseer ik graag, er is ook een zekere link met piano-improvisaties. Ik beveel het elke pianist aan!”

18

TALENT UITGELICHT

Met brede blik Het pianorepertoire van Marie-Ange Nguci beperkt zich niet tot een bepaalde periode. “Ik vind het te vroeg om nu al een keuze te maken”, zo zegt ze. “Ik wil vooral verdiepend werken, de esthetiek van een compositie of van een stijl beter begrijpen. Op basis daarvan benader ik het oeuvre van anderen vanuit een nieuw perspectief. Die rijkdom aan gezichtspunten scherpt mijn mogelijkheden qua interpretatie aan. Voor een goede voorbereiding verdiep ik me in de historische en muzikale context waarbinnen een werk ontstaan is. Was er een persoonlijke aanleiding tot het schrijven van een compositie? Wie was de mens achter de muziek? Dat houdt me erg bezig. Ook opnames – zowel historische als hedendaagse – vormen een belangrijke bron van informatie. Het is een muzikale erfenis die ons leert wat er was maar ook wat er komt. Op basis van dat vooronderzoek probeer ik tot een zekere objectiviteit te komen, om die daarna tegemoet te treden vanuit mijn eigen subjectiviteit als uitvoerder. Het resultaat is een uitvoering die twee tijdslijnen combineert: de tijd waarin het werk gecomponeerd werd én de tijd waarin het gespeeld wordt.”

Pianoconcerto voor twee piano’s, of toch niet… In februari 1854 pende Brahms de eerste lijnen neer van wat later zijn Eerste Pianoconcerto zou worden. In die aanvangsfase had hij een sonate voor twee piano’s voor ogen. Dat lag helemaal in de lijn van drie eerdere monumentale sonates voor pianosolo, door een enthousiaste Schumann omschreven als ‘versluierde symfonieën’. De sonate en de symfonie kwamen er uiteindelijk niet, wel een Eerste Pianoconcerto dat op 22 januari 1859 in première ging. Marie-Ange Nguci kent dit pianoconcerto als geen ander. Het is immers een van de eerste werken die ze live hoorde: “De dramatische en emotionele draagwijdte zijn enorm intens. Brahms maakte van nabij mee hoe depressies en angstvisioenen Robert Schumann in hun greep kregen, in die mate dat een opname in een psychiatrisch centrum in de buurt van Bonn noodzakelijk bleek.” Marie-Ange wordt er stil van. “Schumann stierf kort voor Brahms het tweede en derde deel (Adagio en Rondo: Allegro non troppo) van zijn concerto schreef. Als nage­ dachtenis duidde Brahms het Adagio aan als een ‘Benedictus, qui venit in nomine Domini’ (‘Gezegend Hij die komt in de naam des Heren’), refererend aan Schumann die hij wel eens ‘Mein Herr Domine’ noemde. Een verstild gebed, ingezet door strijkers con sordino, hoorns en hout, dat ik als solist ‘molto dolce espressivo’ zal beantwoorden. Gelukkig komt met het derde deel (Rondo: Allegro non troppo) inclusief een krachtige rol voor de piano het leven terug!”


19

Info & tickets: +32 78 15 20 20 concertgebouw.be In&Uit: ‘t Zand 34, Brugge

© Yaqine Hamzoui

Seizoen 21—22 wacht op jou. Boek nu je tickets!


mediasponsors

DE SINGEL is een kunstinstelling van de Vlaamse Overheid

SYMFONIEORKEST VLAANDEREN OP ZONDAG Vijf zondagmiddagen in DE SINGEL met Symfonieorkest Vlaanderen! Met oa. Kristiina Poska, Martijn Dendievel en Pierre Bleuse.

Laat je verwonderen in De Bijloke

BESTEL JE ABONNEMENT VIA DESINGEL.BE

Elk concert van Symfonieorkest Vlaanderen in De Bijloke voelt intiem en magistraal tegelijk. Welkom in het oudste concertgebouw ter wereld!

tickets en info: www.debijloke.be

20

gratis slotconcert

ZO 07.11, 15:00 Miry Concertzaal Gent Symfonieorkest Vlaanderen wordt gesteund door de Vlaamse Gemeenschap en Stad Gent en is in residentie in Muziekcentrum de Bijloke

Sibelius, Atterberg, Grieg project 4


Nog nooit bleef de kilometerteller van onze orkestvrachtwagen zo statisch als vorig concertseizoen. Maar na een jaar van quasi stilstand, mag hij weer van stal. Naast onze vaste stops in Vlaanderen en Brussel brengt hij ons dit seizoen naar enkele andere bijzondere concertzalen, dichtbij huis en wat verder. Ontdek hieronder drie haltes die we komende maanden aandoen… Volle gas vooruit! — Josie Vranken

Concerten buiten de reeks (1) A symphonic tribute to Leonard Cohen DI 14.09, 18:30 en 20:45, Capitole Gent www.gentfestival.be (2) S ymfonieorkest Vlaanderen & Marie-Ange Nguci WO 03.11, 20:15, Muziekgebouw Eindhoven www.muziekgebouweindhoven.nl (3) M usic Chapel Festival DO 02.12, 20:15, Flagey Brussel www.musicchapel.org

Terugoppad 21

ON THE ROAD

(1) Cohen

in de Capitole

Al enkele jaren mogen we Gent en Muziekcentrum de Bijloke onze thuishaven noemen. Af en toe zijn we ook te gast in een van de andere zalen van de prachtige Arteveldestad. Zo vangen we seizoen 2021-22 aan in de Capitole Gent. Achter het driehoekige fronton en de neoklassieke zuilengaanderij huisde vroeger een van de grootste bioscopen van België. Nu is het een bruisende theater- en concertzaal, met op 14 september orkestrale grandeur op de affiche. In kader van Gent Festival brengen we die avond een symfonisch eerbetoon aan singer-songwriter Leonard Cohen. Componist en dirigent Dirk Brossé, zelf grote fan van Cohen, staat die avond voor het orkest. “Zijn teksten zijn fenomenaal”, zegt hij. “Als er iemand de Nobelprijs voor Literatuur had moeten krijgen, dan was het Leonard Cohen!” De poëtische woorden over hoop, liefde, leven en dood kregen natuurlijk vooral kleur en diepgang door Cohens kenmerkende aardse, zware stem. Vijf jaar na zijn dood, zullen we hem in het gezelschap van Daan en Lady Linn muzikaal in de bloemetjes zetten. Dirk Brossé neemt de symfonische arrangementen van de grootste Cohen-klassiekers voor zijn rekening. Denk So long Marianne, Hallelujah, Dance me to the end of love en uiteraard de song die de komende 2021-editie van Gent Festival zal kleuren: Take this waltz.

(2) Eindelijk,

weer naar Eindhoven

(3) Festival,

Flagey & Felix Mendelssohn

Niet enkel de Belgische zalen hebben we gemist, maar ook onze internationale goesting laait op nu we weer de grenzen over mogen. Ons internationale parcours vertrekt dit seizoen bij onze Nederlandse buren in Eindhoven. Muziekgebouw Eindhoven is een eigentijdse concertzaal in het hart van de stad. Jaarlijks vinden ruim 160.000 muziek­liefhebbers hun weg naar dit bijzondere gebouw. In oktober 2020 speelden we er nog een van onze laatste concerten samen met Emmanuel Tjeknavorian. Een weerzien om naar uit te kijken! Op 3 november brengen we er het concertprogramma: ‘Poska opent met Sibelius’. Al neemt in Eindhoven assistent-dirigent Martijn Dendievel het dirigentenstokje van Kristiina Poska over. Stevig opgewarmd na zijn parcours van de afgelopen maanden tijdens tal van internationale dirigeerwedstrijden (zie P04), staat hij vol vuur voor ons orkest. Hij leidt ons langs het Eerste Pianoconcerto van Johannes Brahms en de Eerste Symfonie van Jean Sibelius. Jonge superster Marie-Ange Nguci vergezelt ons op deze tournee. Op P16 van dit magazine vertelt ze over de dramatische en emotionele draagwijdte van het pianoconcerto en waarom die haar zo raken. Een ding is zeker: haar liefde voor het instrument zal ze zeker kwijt kunnen deze avond. Wie het stuk van Sibelius wat beter wil leren kennen: op P14 vind je een inspirerende luisterleidraad.

Het statige art deco gebouw Flagey is bekend bij iedereen die in Brussel al eens cultuur ging opsnuiven. Van voormalig nationaal radio- en televisiegebouw vormde Flagey zich om tot een kruispunt van artistieke interdisciplinariteit. Op het podium vinden zowel jazz- als klassieke en hedendaagse muziek­ liefhebbers hun gading. De eerste week van december worden de concertzalen en studio’s vrijgemaakt voor de 12de editie van het Music Chapel Festival. Dit klassieke muziekfestival staat dit jaar volledig in teken van twee grote figuren uit de muziekgeschiedenis: Bach en Mendelssohn. Beide componisten vielen lange tijd tussen de plooien van de geschiedenis. Bach was reeds tijdens zijn leven onvoldoende gekend en werd na zijn dood in 1750 haast helemaal vergeten. Ook Mendelssohn moest even wachten tot zijn wonderkunsten de geschiedenisboeken haalden. Toch schitteren beide heren vandaag fel aan het muzikale firmament. Ze worden feestelijk gevierd tijdens vijf prestigieuze avond­concerten en verschillende kamermuziekconcerten. Op 2 december staat Mendelssohn centraal. Symfonieorkest Vlaanderen brengt achtereenvolgens zijn Ouverture ‘De Hebriden’, Concerto voor viool in e met Anna Agafia Egholm en Concerto voor twee piano’s in E met Julien Libeer en Daumants Liepins.


Concertmeester

inhet nieuw


Misschien zag u Jan Orawiec al eens op de concertmeesterstoel van Symfonieorkest Vlaanderen, levendig wiegend op Beethovens Zevende Symfonie. Dit seizoen wordt die stoel de vaste plek van deze expressieve Poolse violist. Als kamermuzikant en solist van beroemde orkesten zoals Les Siècles of Rotterdams Philharmonisch Orkest neemt hij vanuit zijn thuisbasis in Parijs heel wat ervaring naar Vlaanderen mee. Pakken aan­stekelijk enthousiasme, dat ook. “Die eerste ontmoeting met Beethoven in Gent leek wel gezegend. De evenwichtige focus van het orkest mengt perfect met mijn uitbundig Slavische kantje”, schatert hij één van zijn vele lachbuien tijdens ons gesprek. — Anna Vermeulen

← Jan Orawiec © Tom De Visscher

23

HIT-AND-RUN

Concertmeesters doen meer dan alleen de ‘la’ aangeven bij het stemmen voor een concert. Hoe zou jij jouw rol omschrijven? “Het is een uitdagende job, zowel muzikaal als sociaal. Enerzijds ben je als concertmeester de rechterhand van de dirigent. Zij stippelt haar artistieke visie uit op een werk en als concertmeester geef jij dan indicaties aan het orkest om dat muzikale doel te helpen vertalen. Dat hele repetitielabo is boeiend: van bij het vastleggen van de boogstreken en de tempi tot de partiële repetities. Anderzijds ben je ook de woordvoerder van het orkest, die naar elk lid luistert. Je kan een orkest als een micro-maatschappij zien: de strijkers rond de dirigent, de blazers wat verderop en de percussie achteraan. Tussen al die lagen moet je een connectie creëren. Wat telt, is dus niet alleen dat iedereen zijn partij goed speelt, maar dat je een gezamenlijke focus vindt, een wil om te communiceren: met je oren, je ogen, je hele lichaam! Als dat lukt, zijn woorden overbodig. Dat vond ik zo mooi aan mijn eerste samenwerking met Symfonieorkest Vlaanderen: Kristiina Poska en ik wisselden twee woorden uit voor we speelden, maar van bij die eerste noot voelde ik dat het geweldig zou worden.” Plak er misschien toch even woorden op: wat vind je bijzonder aan de dirigeerstijl van Kristiina Poska? “Haar eerlijkheid. Ze brengt de emotie in muziek zo oprecht en snijdend over. Ik houd ook van haar gekke, zonnige energie. Het is bijzonder hoeveel ruimte er is voor dialoog bij Kristiina

en de hele orkestgroep. Ik krijg plaats om me uit te drukken: niet alleen als concertmeester, maar ook als muzikant.” In jouw carrière vallen de vele samenwerkingen met jongeren op. Wordt dat nog een raakvlak met het orkest? “Absoluut! Ik vind het schitterend dat het orkest zo veel aandacht besteedt aan het doorgeven van kennis. In Parijs ben ik de pedagogische verantwoordelijke van ­l’­Orchestre Atelier Ostinato, waar musici aan het begin van hun professionele leven het orkestvak kunnen leren. Dat ligt me nauw aan het hart. Maar ook met de allerkleinsten werk ik graag samen, zelfs al komen ze maar voor een kwartiertje met ons spelen. Daar begint het, daar sensibiliseer je mensen voor muziek.” Hoe vond jij je weg richting muziek? “Mijn vader is professioneel muzikant en mijn moeder is schilderes. Als kind was muziek altijd en overal aanwezig. Ik zong koralen van Bach of zong in het koor tijdens de mis, dat vond ik fantastisch. En dan was er nog mijn grootvader die thuis volksmuziek speelde, soms op viool, trompet of zelfs accordeon. Hij was autodidact en bespeelde vanalles. Hij was het ook die mijn ouders overtuigde om me muzieklessen te laten volgen. Ik kreeg een inspirerende vioolleerkracht en deed al snel mee met kleinschalige wedstrijden in Polen. Die competitieve kant sprak me wel aan. Ik werkte hard, de wedstrijden werden groter en… nu ben ik waar ik ben.”

Je studeerde ook bij vioolsterren als Maxim Vengerov en Boris Garlitsky. Maar hoe leer je het vak van concertmeester eigenlijk? “Dat leer je op het terrein zelf en door te observeren wat grote concertmeesters en orkesten doen. Natuurlijk helpt het als je genoeg virtuositeit in de vingers hebt om moeilijke solopassages of Strauss en Mahler tot een goed einde te brengen. Ik heb vooral geleerd van de dirigenten waarmee ik samenwerkte en uit de fouten die ik maakte. Soms begrijp je niet waarom iets niet werkt: op technisch vlak, maar ook in de groepspsychologie. Dan moet je nederig zijn, je oren openhouden voor de raad van dirigenten en de muzikanten in de groep, en als je daarna thuiskomt, analyseren wat je deed.” Welke muziek zet je bij die thuiskomst op? “Ik ben een nieuwsgierig persoon en dat uit zich ook in mijn muzieksmaak. Bij Les Siècles speel ik zowel klassiek als romantisch repertoire op historische instrumenten met darmsnaren: een ontdekkingstocht door een buitengewoon muziekuniversum. Maar ook de muziek van vandaag boeit me. De kans om met levende componisten samen te werken, te discussiëren, hun klankenkeuken direct binnen te kunnen stappen: dat is toch geniaal! En als ik na het werken gewoon mag luisteren, dan zet ik graag jazzgitarist Pat Metheny op. Of een plaat van Sting. Die muziek is ook na mijn jeugd aan mij blijven plakken.” (lacht)


kalendersep→ dec 2021 Symphonic Tribute toLeonardCohen

met dirigent Dirk Brossé en zangers Daan en Lady Linn in kader van Gent Festival van Vlaanderen DI 14.09, 18:30 & 20:45 CAPITOLE GENT

Poskaopentmet Sibelius

met chef-dirigent Kristiina Poska en pianist Marie-Ange Nguci DO 07.10, 20:00 CONCERTGEBOUW BRUGGE ZA 09.10, 20:00 M UZIEKCENTRUM DE BIJLOKE GENT ZO 10.10, 15:00 DE SINGEL ANTWERPEN WO 03.11, 20:15 M UZIEKGEBOUW EINDHOVEN (NL)

24 Grieg, Atterberg

& Sibelius

Musiceerdagen samen met Amaj vzw

MA 01 & DI 02.11 M UZIEKCENTRUM DE BIJLOKE GENT

Johannes Moser speeltDvořák

met dirigent José Luis Gomez en cellist Johannes Moser DO 18.11, 20:00 CONCERTGEBOUW BRUGGE

Symfonieorkest Vlaanderen Bijlokekaai 8 bus 8, 9000 Gent +32 9 292 75 57, info@symfonieorkest.be www.symfonieorkest.be reknr. BE06 7330 1321 0622 BIC KREDBEBB Werkten mee aan deze uitgave coördinatie: Josie Vranken grafisch ontwerp: Lieven Haneca foto’s: Björn Comhaire, Tom De Visscher, Michiel Devijver & Wouter Maeckelberghe druk: Graphius nv Programma’s onder voorbehoud van wijzigingen V.U. Frederik Styns, Bijlokekaai 8 bus 8, 9000 Gent Symfonieorkest Vlaanderen wordt gesteund door

Symfonieorkest Vlaanderen is in residentie in

ZA 20.11, 20:00 M UZIEKCENTRUM DE BIJLOKE GENT MA 22.11, 20:00 PALEIS VOOR SCHONE KUNSTEN BRUSSEL WO 24.11, 20:00 PALAIS DES BEAUX-ARTS DE CHARLEROI VR 26.11, 20:00 CC ZWANEBERG HEIST-OP-DEN-BERG ZO 28.11, 15:00 DE SINGEL ANTWERPEN

Music Chapel Festival

Jeugdorkest SOV Young met dirigent Martijn Dendievel gratis evenement

met dirigent José Luis Gomez violist Anna Agafia Egholm, pianisten Julien Libeer en Daumants Liepins

ZO 07.11, 15:00 M IRY CONCERTZAAL GENT

DO 02.12, 20:15 FLAGEY BRUSSEL

Tickets Symfonieorkest Vlaanderen (concerten Brugge, Brussel en SOV Young)

www.symfonieorkest.be tickets@symfonieorkest.be +32 9 292 75 57 ma—vr 10:00—13:00

In&Uit (concerten Brugge) ’t Zand 34, 8000 Brugge Openingsuren balie: ma—vr 10:00—17:00, zon- & feestdagen 10:00—14:00 070 22 12 12 (ma—vr 14:00—17:00•€0,30/min) Amaj vzw www.amaj.vlaanderen/musiceerdagen, 0492 08 10 91 CC Zwaneberg Heist-op-den-Berg www.zwaneberg.be, 015 250 770 DE SINGEL Antwerpen www.desingel.be, 032 48 28 28 Gent Festival van Vlaanderen www.gentfestival.be, 092 25 01 01 Music Chapel Festival www.musicchapel.org, 023 52 01 17 Muziekcentrum De Bijloke Gent www.bijoke.be, 093 23 61 00 Muziekgebouw Eindhoven www.muziekgebouweindhoven.nl, +31(0)40 244 20 20 Palais des Beaux-Arts Charleroi www.pba.be, 071 31 12 12 Paleis voor Schone Kunsten Brussel www.bozar.be, 025 07 82 00

De laatste updates over de COVID-19-maatregelen lees je steeds online via onze nieuwsbrief of website.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.