KopKrant november 2023 - SWV Kop van Noord Holland PO

Page 1

Begeleiding voor thuiszitters 4 Elk kind een passende onderwijsplek IKC Waldervaart: alle expertise in één gebouw 6 Sanne Kruijer: Zoek de samen werking op! 2 KopKrant Voor alle kinderen een goede Texelse overdracht Kick-off met intern begeleiders ‘Iedereen is even waardevol. Of je nu goed kunt leren, of niet’ november 2022 PO ‘Samen naar inclusief onderwijs’

Zoek de samenwerking op!

Voordat Sanne Kruijer hier in dienst trad was ze werkzaam bij het samenwerkingsverband Noord-Kennemerland, voortgezet onderwijs. Ze werkte daar nauw samen met de directeur-bestuurder. In die functie viel het haar op dat er erg weinig diversiteit was aan de bestuurstafel. Dat moest anders, vond ze. Toen de vacature van directeur-bestuurder van Kop van Noord Holland voorbijkwam, was het voor haar een uitgelezen kans om de diversi teit wat op te schudden, en te solliciteren. En nu zit ze hier, en heeft ze veel zin om te werken aan haar missie voor meer samenwerking en inclusie in het onderwijs.

is er Hollands Kroon, een gemeente met vele dorpen met dorpsscholen. Het is een groot gebied met veel diver siteit, qua scholen, onder wijsvisies, schoolgrootte en populatie.”

Dat klinkt als een uitdaging. “Zeker, het vraagt om een aanpak per gebied. Tegelij kertijd is het wel zo dat de schoolbesturen enorm am bitieus zijn. Zij hebben met elkaar afgesproken om in acht jaar tijd naar inclusief onderwijs toe te werken. Daar wil ik graag een bijdrage aan leveren.”

Samenwerking lijkt me in zo’n gebied belangrijk, maar is misschien niet altijd gemak kelijk te realiseren met zoveel diversiteit?

van de kleinste dorpjes in de regio, waar één school staat met een belangrijke buurt functie. Wat ik merkte na al die bezoeken is dat veel men sen inclusie heel belangrijk vinden, ook al is de realisatie daarvan een grote uitdaging. Er is in de kop van NoordHolland een mooie basis om verder te kunnen bouwen. Het samenwerkingsverband heeft financiële ruimte om naar inclusief onderwijs te groeien en er ligt een samen werkingsplan tussen onder wijs en zorg. Veel mensen die ik spreek vinden inclusief onderwijs belangrijk. Natuur lijk zijn er ook zorgen, zoals voldoende mensen vinden om in het onderwijs te werken. Maar er ligt dus wel al een goede basis, én een ambitieus ondersteuningsplan (OSP) als leidraad.”

Leeft het OSP bij de scholen? “Ik ben er nu voor aan het zorgen dat het gaat leven. De schoolbesturen doen dit ook. Overal waar ik kom lees ik de droom voor die in het OSP

staat (zie kader). En ik vraag de mensen welk beeld zij erbij hebben en welke stappen zij zelf zouden kunnen zetten.

Ik heb aan schoolbesturen gevraagd om ditzelfde te doen bij hun eigen scholen, maar ook bij hun raden van toezicht. Als inclusie daar niet op de agenda staat, dan kan ik sturen wat ik wil, maar dan gebeurt er weinig.”

Wat zijn volgende stappen om het plan in de praktijk te brengen?

“Een belangrijke stap is dat we innovatiemiddelen hebben om de plannen van scho len van de grond te krijgen. Daarnaast is een kernteam Inclusie opgericht met het Seminarium voor Orthopeda gogiek, die met scholen in ge sprek gaat om te kijken wat zij willen op het gebied van inclusie en hoe we dit finan cieel en inhoudelijk kunnen faciliteren. Verder heb ik zelf ook nog een aantal prioritei ten, zoals onderwijs/educatie voor thuiszittende leerlingen en kinderen met een vrijstel

Je wilde meer diversiteit aan de bestuurstafel, maar dat was vast niet de enige reden om te solliciteren.

“Nee, dat was de trigger. Wat ik vooral leuk vind, is dat ik nu voor het basisonderwijs werk. Ik heb met veel plezier voor het voortgezet onder wijs gewerkt, maar denk dat je juist in de fase ervoor nog meer kunt betekenen voor kinderen. Bovendien kunnen ontwikkelingen die in het basisonderwijs in gang gezet worden, uiteindelijk ook het voortgezet onderwijs beïn vloeden.”

Wat vind je kenmerkend voor de regio waar je nu werkt?

“Het eerste wat in me opkomt is de diversiteit van de regio. De kop van Noord-Holland heeft een eiland, Texel, wat een eigen dynamiek met zich meebrengt, bijvoorbeeld op het gebied van inclusie; geen kind het eiland af zeggen ze daar. En je hebt Den Helder en Schagen, twee heel verschillende steden met stadsproblematiek. En dan

“Dat klopt. Maar wat fantas tisch is, is dat men al gewend is om in scholengroepen te werken. Door die organisa tievorm werken scholen die dicht bij elkaar staan samen aan passend onderwijs. Daar naast zijn er ontwikkelingen in gang gezet die enorm veel potentie hebben, zoals de Skool op Texel en het IKEC Schagen. Wat ik nu ga doen, is aan de slag gaan met inclu sief onderwijs met de scho lengroepen. Ik wil per gebied, en per context, kijken wat we kunnen doen om een stap dichter bij inclusief onderwijs te komen.”

Ben je al op de scholen geweest, in de korte tijd dat je hier nu werkt?

“Ja, de afgelopen maanden heb ik de kans gekregen om het gebied echt door te reizen. Ik ben naar heel veel scholen geweest, en heb veel gesprekken kunnen voe ren. Ik ben bijvoorbeeld in Den Helder geweest bij Villa Kakelbont, een internatio nale school, maar heb ook basisschool het Creiler Woud in Kreileroord bezocht, één

Onze droom: dichtbij huis leren en ontwikkelen

Het is 2030 in de Kop van Noord-Holland. Vanuit de overtuiging dat ‘it takes a village to raise a child’ hebben we de daad bij het woord gevoegd: samen hebben we in en rond alle wijken, kernen en dorpen een samenhangende educatieve leer- en ontwikkelomgeving gemaakt voor kinderen van 0 tot 14 jaar (en samen met onze partners soms tot 18 jaar). Daar, zo dicht mogelijk bij huis, volgen alle kinderen passend onderwijs en ontvangen ze de zorg die ze nodig hebben.

Fragment uit het Onderwijsondersteuningsplan 2022-2026

2 KopKrant, november 2022
Sinds 1 juni is Sanne Kruijer de directeur-bestuurder van het samenwerkingsverband. In dit interview een korte kennismaking.
PO
PO Elk kind een passende onderwijsplek
Ondersteuningsplan 2022-2026
‘Er is in de kop van Noord-Holland een mooie basis om verder te kunnen bouwen’
Sanne Kuijer, directeur-bestuurder SWV Kop van Noord Holland

Hermien Bakker Stafmedewerker kwaliteit bij Stichting Kopwerk

Is er ten slotte nog iets wat je de scholen graag wil meegeven?

“Mijn boodschap is dat ie dereen met kleine stappen een verandering teweeg kan brengen. En dat we succes sen en mooie voorbeelden,

die er al zijn, moeten vieren. Soms wekken we als samen werkingsverband het idee dat wij het voor de scholen gaan oplossen, maar het samenwerkingsverband, dat zijn wij allemaal. Mijn tweede boodschap is: zoek de samen

overtuigd ben dat we elkaar nodig hebben en samen veel kunnen betekenen voor leer lingen.”

Wij hebben een aantal betrokkenen bij passend onderwijs uit onze regio gevraagd om een reactie op de Droom uit het OSP voor meer inclusief onderwijs:

Ik geef toe dat het niet altijd makkelijk is. Met name als het gaat om extreem ge drag is inclusief onderwijs een uitdaging, zeker in grote groepen. Dan moet je soms andere beslissingen nemen. Maar het blijft een feit dat op de scholen van Kopwerk alle kinderen een kans krijgen, zoals kinderen met het syndroom van Down, kinderen met zichtproblemen, TOS, en welke vorm van autisme en adhd ook. Wat de maatschap pij laat zien, dat zien we ook terug in onze scholen.

Om inclusief onderwijs te kunnen realise ren is onze relatie met externe deskundi gen heel belangrijk. Maar ook de expertise intern. De afgelopen jaren zijn onze intern begeleiders enorm gegroeid in hun exper tise. Hierdoor zijn de gesprekken met des kundigen gelijkwaardiger en professioneler. Dat is een mooie ontwikkeling.”

“Voor mij is inclusief onderwijs: Je uiterste best doen om zoveel mogelijk kinderen thuisnabij onderwijs te geven. Wat dat betreft is er nog een wereld te winnen in de Noordkop. Er gaan nog steeds veel kinderen het dorp uit, terwijl je liever zou hebben dat kinderen gewoon naar de ba sisschool om de hoek kunnen gaan.

In dat kader zijn er mooie initiatieven op gestart. Zo is er pas een schoolgebouw ge opend op Texel, de Skool, met daarin vier reguliere basisscholen van twee schoolbe sturen, maar ook een school voor speciaal basisonderwijs. Dit maakt hybride con structies mogelijk waarin je als reguliere school nauw samenwerkt met het sbo. Een ander initiatief, dat nog in de kinderschoe nen staat, is van scholengroep Anna-Pau lowna. Zij hebben zich als doel gesteld om aan alle kinderen binnen de scholengroep onderwijs te kunnen verzorgen, met de voorzieningen die daarvoor nodig zijn.

Ik denk dat er nog een lange weg te gaan is, en dat het staat of valt met de samen werking tussen besturen, scholen en het samenwerkingsverband. Maar er is veel mogelijk, daar ben ik van overtuigd. Het samenwerkingsverband zelf formuleert het wel mooi door het ‘op weg naar inclusie’ te noemen. Het is een dynamisch proces en een doel waar je samen aan moet werken.”

“Voor mij is inclusief onderwijs dat elk kind in zijn eigen kern of dorp naar school kan. En dat kinderen in hun eigen omgeving leren en leeftijdsgenoten ontmoeten. Als portefeuillehouders in de regio hebben we uitgesproken dat dit onze wens is. Maar je kunt als portefeuillehouders wel wat wil len, je moet ook de school, de gemeente, het samenwerkingsverband en de ouders meekrijgen. We moeten dit met elkaar doen. Met de ambitie in het OSP is een mooie aanzet gegeven. De neuzen staan dezelfde kant op. Nu moeten we het con creet maken.

Natuurlijk gebeuren er al dingen. Er zijn in de regio verschillende integrale kindcentra opgezet, dat is een goede ontwikkeling. Je ziet dat er echt wordt gewerkt aan een leerlijn van 0 tot 14 jaar. Als wethouder zal ik dit soort dingen blijven stimuleren. Het is mijn rol om uit te dragen dat we dit wil len, en om als dat nodig is kritische vragen te stellen over regelgeving of bureaucratie die het proces vertragen. Ook naar Den Haag toe. Een beetje durf tonen.

Het is een speerpunt van ons in Schagen om te werken aan een inclusieve samen leving. Ik geloof dat als we dat willen, we moeten beginnen in het onderwijs. De jeugd is de toekomst.”

KopKrant, november 2022 3
werking op! Het is ontzettend waardevol om eens bij het speciaal onderwijs of een zorginstelling te gaan kijken of een dag mee te lopen. Ik wil graag dat mensen elkaar en elkaars expertise beter leren kennen, omdat ik ervan PO
De Droom: ‘Dichtbij huis leren en ontwikkelen’
“Bij Kopwerk zit inclusief onderwijs in ons DNA. De stichting kenmerkt zich al jaren door inclusief onderwijs. We vinden dat ieder kind een plek moet hebben binnen de school en het liefst thuisnabij onderwijs krijgt. En inclusief geldt niet alleen voor kinderen. Inclusief denken zegt ook iets over de verschillende mensen die je binnen je organisatie hebt, en dat die er in hun diversiteit mogen zijn.
Alwin Hietbrink Voorzitter College van Bestuur van Stichting Sarkon Puck de Nijs-Visser Wethouder, Schagen (Jongeren, Sport en Werkgelegenheid) ling. Ook zij hebben recht op onderwijs, zij dagen ons uit om onderwijs anders in te richten en goed samen te werken met zorgpartners. Ik wil speciaal, regulier onder wijs en jeugdhulp dichter bij elkaar brengen.”

Begeleiding voor thuiszitters

In de Kop van Noord-Holland zijn er op dit moment zo’n dertig kinderen in de basisschoolleeftijd die niet naar school gaan. Zestien van deze ‘thuiszitters’ worden vanuit het samenwerkingsverband begeleid door Germy Limpers. Limpers, voorheen werkzaam in het speciaal onderwijs, probeert met haar lessen de verbinding te maken met school en kinderen meer zelfvertrouwen te geven. Het uiteindelijke doel is weer terug naar school, al zal dat niet voor alle kinderen mogelijk zijn.

Voordat Germy Limpers

gevraagd wordt een kind te begeleiden, is er meestal al een heel traject aan vooraf gegaan. Het start met perio den van verzuim. De school probeert dan vaak zelf een aangepast schema te maken met wat minder uren of alleen dagdelen. Ook binnen de scholengroep is er dan vaak al contact geweest. Als dat allemaal niets oplevert, is de volgende stap een bespreking in het CTO. “Bij veel kinderen lukt het dan uiteindelijk wel om ze weer naar school te krijgen, maar met een aantal niet. En voor die kinderen kan ik ingeschakeld kan worden.”

School is stom

De begeleiding van de thuis zitters vindt plaats op diverse locaties, zegt Limpers. “De meeste thuiszitters zitten na melijk niet thuis, maar gaan naar een zorgboerderij of een andere vorm van dagbeste ding. Sommige kinderen zie ik

één keer per week, anderen drie keer, afhankelijk van wat een kind aankan.” Dat haar lessen iets opleveren, zien de kinderen zelf in het begin nog niet. Ze vinden school vooral stom en hebben vaak negatieve ervaringen met school opgelopen. Dat kan zijn met de lessen maar ook in het contact met anderen. “Uiteindelijk vinden ze het wel allemaal fijn om wat te doen”, zegt Limpers. “Ik ben niet dom, en ik kan het echt wel, zeggen ze vaak. Veel van deze kinderen kunnen cognitief ook best veel aan. Het zijn meestal geen kinde ren met leerproblemen, maar doordat ze zoveel gemist hebben, lopen ze achter.”

Gedragsproblemen

De reden dat kinderen uitval len heeft in de meeste geval len een psychische oorzaak, aldus Limpers. “Veel kinderen die ik zie hebben gedrags problemen, vaak gerelateerd

aan hechtingsproblematiek of traumaverwerking. Maar het kan ook te maken hebben met een vorm van autisme, adhd of hoogbegaafdheid. Deze kinderen hebben vaak al zoveel meegemaakt, ofwel in het gezin of in andere situa ties, dat het heel lastig voor ze is om zich binnen een klas veilig te voelen.”

Onderwijs en zorg Limpers ziet dat scholen heel veel doen om een kind op school te houden. Er is ook steeds meer expertise op het gebied van gedragsproblema tiek. Dat het niet altijd lukt om een kind op school te houden, is begrijpelijk als je ziet waar een kind mee worstelt. Toch denkt ze dat sommige dingen beter kun nen. “Onderwijs en zorg zijn nu twee aparte werelden. Het zou mooi zijn als iedere school en ieder schoolbestuur een eigen gedragsdeskundige heeft die dicht bij de school staat. Als die lijnen korter zijn, kan er ook eerder een interventie plaatsvinden, en kan soms zelfs uitval voor komen worden. Nu maakt iedereen nog zijn eigen plan en wordt er veel naast elkaar gewerkt in plaats van met elkaar.”

‘Deze kinderen hebben vaak al zoveel meegemaakt, ofwel in het gezin of in andere situaties, dat het heel lastig voor ze is om zich binnen een klas veilig te voelen’

Gefaseerd starten

Verbeterpunten zijn er dus zeker, maar er zijn ook suc cessen te noemen. Zoals een jongen die na een lange tijd thuis nu weer helemaal op school meedraait. Limpers benadrukt meteen dat haar rol bij deze jongen maar klein is geweest omdat, toen zij erbij kwam, hij al twee dag delen naar school ging. Het komt volgens haar vooral op het conto van de school, de zorgboerderij en de ouders, of grootouders in dit geval. Maar het laat wel zien dat het kan.

Het terug naar school gaan is heel geleidelijk gegaan bij deze leerling. “Eerst een uur tje naar school en meedoen aan iets waar hij goed in was. En dat steeds verder uitbou wen. Het is belangrijk om niet meteen het accent te leggen op leerwerk. Het gaat vooral om het erbij mogen horen, ook als het even niet goed gaat.” Ze zag de jongen groei en toen hij eenmaal weer naar school ging. Hij werd nog wel door haar begeleid, maar wilde dan vooral spelle tjes doen omdat hij, zoals hij dat zelf zei, wilde leren niet zo snel boos te worden als hij ging verliezen.

4 KopKrant, november 2022
PO
Germy Limpers

Terug naar school

Ook bij de kinderen die nu worden begeleid zijn wel twee of drie kinderen voor wie een terugplaatsing mogelijk is, denkt Limpers. “Een van die kinderen wilde aanvankelijk heel erg de regie bij zichzelf houden en alles zelf bepalen. Zodra ik binnenstapte was er veel verzet. Zo van ‘Ik ga niet mee en ik doe het niet.’ Na de zomervakantie was dat verzet al een stuk minder. Hij is van een half uur begeleiding per keer naar een uur gegaan.

En nu krijgt hij drie keer per week een uur onderwijs. Via kleine doelen gaan we steeds een stukje verder. We wer ken nu bijvoorbeeld met een weekschema, dat geeft duide lijkheid. De volgende stappen worden: met een andere leerling samenwerken en luis teren naar een gezamenlijke instructie. Als dat eenmaal gaat, als hij de prikkels van een ander aankan, dan zou den we na de kerstvakantie kunnen proberen of hij weer naar school kan, al is het maar een uur in de ochtend.”

Terugval

Het moment dat een kind weer terug naar school gaat is een mooi moment voor het kind, maar ook voor de ou ders en de school. De uitda ging daarna is zorgen dat het kind niet terugvalt. Volgens Limpers moet de school voor al opletten dat het kind niet overvraagd wordt en dat er momenten zijn voor ont spanning, zeker als het weer vijf dagen naar school gaat. Daarnaast is het heel be langrijk dat de leerling goed gevolgd wordt, en dat op het

moment dat er een terugval is, er meteen een interventie gepleegd kan worden.

Contact

Naast kinderen die weer te rug naar school gaan, zullen er helaas ook weer nieuwe thuiszitters bijkomen. Sommi ge van deze kinderen zullen uiteindelijk weer terug naar school gaan, maar er zullen ook kinderen zijn voor wie het reguliere of speciaal onder wijs gewoon niet past. Helaas is daar nu nog geen andere plek voor. Begeleiding voor thuiszitters blijft dus waar devol en nodig. Op de vraag wat het belangrijkste is dat haar lessen een kind geven denkt Limpers dat het voor al gaat om het contact met elkaar. “Soms is het maar tien minuten en dan zijn ze weer weg. Dan lukt het ook niet meer. Dat maakt niet uit, dat weten de kinderen ook. Ik zeg vaak: als je gaat gooien of boos wordt, daar kan ik niet zoveel mee. Maar als je zegt: ik heb net iets heel verve lends meegemaakt, of mijn hoofd zit vol, dan gaan we een spelletje doen, of gewoon even praten. Als we maar verbinding houden.”

Even voorstellen: Ankelien Poortema, secretaris CTO

Al zo’n drie jaar regelt Ankelien Poortema het papierwerk

ik waar ik het voor doe.”

tafel. Aan de hand van de aanvraag schuiven er soms andere deskundigen aan.

wordt nu gezien en er is meer tijd en aandacht voor hem.”

Als secretaris is Poortema er vanaf het begin tot het eind van een traject bij. Ze zorgt ervoor dat de dossiers com pleet zijn en minimaal een week, en liefst tien dagen, voor het overleg bij de com missie zijn. En ze regelt ook het contact met de school en de ouders als er een advies of besluit is. Het overleg van de CTO vindt plaats op loca tie, voor Den Helder bij het Onderwijshuis, voor Schagen op SBO De Tender. Op die locaties zitten ouders, IB-er en de commissie (voorzit ter tevens orthopedagoog, secretaris, deskundige regulier onderwijs, deskun dige speciaal basisonderwijs en de GGD) met elkaar aan

Met wie heb je vooral contact bij een aanmelding van een kind? “Ik heb zowel contact met de school als de ouders. Voor veel ouders is een aanmel ding best spannend. Speciaal onderwijs en speciaal basis onderwijs zijn bij veel ouders onbekend en daardoor onbe mind. Na een kennismaking ervaren zij vaak zelf dat de nieuwe onderwijsplek beter passend is voor hun kind.”

Je spreekt uit ervaring? “Ja, mijn zoon is ook naar het sbo gegaan. Het liep niet lekker op de reguliere basis school, hij is hooggevoelig en zijn verwerkingssnelheid is trager. Hij zat in een volle klas met veel wisseling in leerkrachten. Ik was zelf als ouder onbekend met de CTO en vond het ook heel span nend dat anderen een beslis sing zouden nemen over de toekomst van mijn kind. De eerste dag dat hij naar het sbo ging, vond ik nog moei lijk, maar nu zie ik hoe goed hij het doet en hoe hij groeit. Dat is het belangrijkste. Hij

Kun je die ervaring gebruiken in je contact met ouders?

“Ja, ik begrijp ze wel. En kan ze soms geruststellen. Wat ik ouders ook wil meegeven is dat de CTO onafhankelijk is. De onderwijsbehoeften van het kind staan centraal en de CTO zoekt naar een plek die daar het beste bij aansluit. Soms kan dat ook een andere reguliere basis school zijn die meer onder steuningsmogelijkheden heeft.”

Is er iets wat je aan scholen zou willen meegeven?

“Monitor de ontwikkeling van een kind zorgvuldig en signaleer tijdig wanneer er hulp van een externe des kundige of de CTO nodig is. Tijdig passende maatregelen treffen of passende omstan digheden creëren komt het welzijn en welbevinden van het kind ten goede.”

KopKrant, november 2022 5
PO
dat komt kijken bij een aanmelding van een kind bij de Commissie Toelaatbaarheid Onder wijs (CTO). Een belangrijke functie, want zonder compleet dossier loopt de aanmelding vast. Maar ook een baan die veel voldoening geeft, vindt ze zelf. “Als ik hoor dat een kind echt op z’n plaats zit en weer straalt, dan weet
Ankelien Poortema, secretaris CTO
‘Het gaat vooral om het erbij mogen horen, ook als het even niet goed gaat’

IKC Waldervaart: alle expertise in één gebouw

Regulier en speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs en kinderopvang samen onder één dak. Dat is de ambitie van zeven organisaties in Schagen met als werknaam IKC Waldervaart. De intentieverklaring is inmiddels getekend en een gedeelde visie is een feit, nu de bouw van de school nog.

Zeven onderwijsinstellingen in één gebouw. Ga er maar aan staan. Het is inderdaad geen gemakkelijke klus om te verwezenlijken, maar het einddoel maakt het de moeite waard. Althans, zo zien Rob van Zonneveld, directeur van SO-ZMLK de Meerpaal en Mo nique van Klaveren, directeur van basisschool de Wielewaal het. Ook hun scholen zullen straks onderdeel zijn van het nieuwe IKC.

Integraal Kindcentrum

Een IKC, of Integraal Kind centrum, is een voorziening voor kinderen van nul tot dertien jaar. Het idee hierbij is dat er in een dergelijk cen trum een vloeiende overgang is tussen onderwijs en kinder opvang, en in het geval van IKC Waldervaart ook tussen speciaal (basis)onderwijs en regulier onderwijs. Om dit te ondersteunen wordt er op een IKC gewerkt met een integra le visie.

Nieuwe school

Zo’n tien jaar geleden werd het idee voor IKC Waldervaart geboren. Er was ruimte en er leefde al langer de wens om een groot onderwijsexpertisecentrum op te zetten in de regio. Op dat moment dacht men nog dat het centrum er binnen drie jaar zou zijn, maar dat bleek langer te duren. Het opstellen van een programma van eisen waar bij aan alle behoeften van de

verschillende doelgroepen wordt voldaan, kost nu een maal tijd. Daarnaast staat er op de plek waar de school zal komen nu nog een sporthal. Als die straks gesloopt is, kan de bouw voor de nieuwe school starten.

Vlekkenplan

“De status is nu dat er een intentieverklaring getekend is en dat er een vlekkenplan is”, zegt van Zonneveld. “Een vlekkenplan is een soort voorloper voor de architect om mee aan de slag te gaan. Daar staat bijvoorbeeld in dat mijn school op de begane grond moet komen vanwege de populatie.” “Een volgende stap”, vult van Klaveren aan, “is dat we een gezamenlijke website willen maken voor ouders waarin we ze mee kunnen nemen in de bouwfa ses naar de nieuwbouw toe. Het is belangrijk om ouders te blijven betrekken.”

Meerwaarde

Zowel de Wielewaal als de Meerpaal zijn nu al geves tigd in een gebouw waar ook andere scholen zitten. Daar wordt al goed mee samenge werkt maar de verwachting is dat in het nieuwe gebouw die samenwerking nog pro ductiever zal worden. Beide directeuren zien er zeker de meerwaarde van. Van Zon neveld ziet die meerwaarde bijvoorbeeld in de hybride leerroutes die straks mogelijk zijn. “Een kind dat niet goed past in een bepaalde vorm van onderwijs kun je laten meedraaien op een van de andere scholen om te kijken of dat beter werkt.

Vorig jaar hebben we bij voorbeeld een leerling bij ons kunnen plaatsen na zo’n hybride traject. Nadat de leerling op onze school lessen had gevolgd, bleek al snel dat ze veel beter op haar plek zat op ZMLK dan op het ZMOK. Het moeilijk opvoedbare verdween eigenlijk toen ze bij ons proefdraaide. Dit soort hybride trajecten zijn in het nieuwe gebouw makkelijker te organiseren.” Van Klave ren: “Voor ons als reguliere basisschool is het heel fijn dat de expertise straks dichtbij is en dat als kinderen speci ale behoeften hebben we die expertise kunnen invliegen,

IKC Waldervaart zullen

of desnoods een kind op een andere afdeling op school kunnen laten meedraaien.”

Buurtfunctie

Voor de reguliere basisscho len in het IKC zijn de hybride leerwegen en het delen van expertise belangrijk, maar zij zitten er echter wel anders in dan de speciale (basis)scho len. Speciale scholen krijgen kinderen toegewezen, terwijl de reguliere basisscholen hun best moeten doen om ervoor te zorgen dat de kinderen uit de wijk op hun school komen. Voor van Klaveren is de wijkfunctie die het IKC straks zou kunnen krijgen daarom een andere belangrij ke meerwaarde. “Ik zou het heel goed vinden als het een gebouw voor de buurt gaat worden, ook voor ouders. We hebben dat gezien op andere IKC’s die we bezochten om inspiratie op te doen. Daar zagen we mooie voorbeelden van ouderparticipatie en IKC’s die echt een maatschappelijke functie hadden in de stad. Dat is ook wat wij graag willen.”

Gezamenlijke visie

De afgelopen jaren is er veel contact geweest tussen de MT’s van de zeven organisa ties. De groep is gekomen tot een gezamenlijke visie en er is samen met de projectleider een ontwikkelagenda opge steld. Ook de IB-ers van alle scholen weten elkaar inmid dels goed te vinden en heb ben regelmatig overleg waarin ze casussen met elkaar bespreken. De projectleider is in dit in hele traject overigens erg belangrijk geweest. Van Klaveren: “Als school ver zand je snel in de waan van de dag. Daarnaast hebben we twee coronajaren gehad, wat niet ideaal was voor de samenwerking. Als iemand

anders dan de kar trekt en iedereen bij de les houdt, kun je stappen blijven maken.”

Zeven tot zeven Uiteindelijk zullen deze stappen over een aantal jaar leiden tot de opening van het IKC. Gevraagd naar hoe hij dit ziet, hoopt van Zonneveld dat er straks samengewerkt wordt in een groot gebouw, waar de plek op een goede manier gedeeld wordt en waar kinderen met heel veel plezier naar school blijven gaan. Van Klaveren: ”Ik zie een mooi gebouw voor me waar alle buurtkinderen naar school gaan en waar ouders makkelijk binnen stappen. Het bruist er van de activiteiten. Als een kind extra behoeften heeft is de expertise dichtbij en hoeven kinderen niet het gebouw uit maar kunnen ze zo een deur verder. En naschools is er ook van alles te doen.” Van Zonneveld vult aan: “Het zou een plek moeten worden waar je van zeven uur ’s ochtends tot zeven uur ’s avonds een centrum bent voor leerlingen én ouders.”

6 KopKrant, november 2022
PO
De zeven organisaties die straks vormen zijn de Meerpaal Schagen (SO ZMLK), de Antoniusschool (ZMOK), Tender (SBO), Parlan (Jeugdhulp en Jeugd-GGZ), OBS de Wielewaal, RKBS de Vogelweid en Stichting Kinderopvang Regio Schagen (SKRS).
‘Ik zou het heel goed vinden als het een gebouw voor de buurt gaat worden, ook voor ouders’
‘Het is inderdaad geen gemakkelijke klus om te verwezenlijken, maar het einddoel maakt het de moeite waard’
Monique van Klaveren en Rob van Zonneveld

Kick-off met intern begeleiders

Op 20 september vond de jaarlijkse Kick-off met intern begeleiders plaats in Fort Kijkduin. In de ochtend namen Sophie Sergeant en Ariane van Dijk van het Seminarium voor orthopedagogiek de deelnemers geïnspireerd en geënthousiasmeerd mee in het thema Inclusie.

Na de lunch hebben de scholengroepen de ontwikkelingen van hun projecten gepresenteerd en werd de middag afgesloten met een presentatie van de deskundigenpool. Alles bij elkaar een mooie dag met nieuwe ontmoetingen, inspiratie en verbinding.

Vragen over meeren hoogbegaafdheid

Voor vragen en ondersteuning over meer- en hoogbegaafde leerlingen is er in de kop van Noord-Holland Eureka. Scholen weten Eureka vaak wel te vinden als het gaat om middelen die ze kunnen inzetten, maar dat je ook bij Eureka terecht kunt met vragen over de aanpak is nog bij iedereen bekend. Eurekaleerkracht Marijke Goossens-Smit is het aanspreekpunt hiervoor. Leerkrachten en intern begeleiders kunnen bijvoorbeeld bij Goossens-Smit terecht als zij vastlopen met een leerling die meer- of hoogbegaafd is. Ze kan dan met hen meedenken en advies geven over het aanbod. Maar scholen kunnen ook komen met vragen over de weg naar plusklas en Eureka, wat het verschil is tussen deze twee voorzieningen, wanneer een leerling mogelijk in aanmerking kan komen voor Eureka en wat de stappen zijn die dan ondernomen moeten worden. Daarnaast kunnen ze vragen stellen over ouders en hoe hen te begeleiden in het traject met hun kind. Ook hoort een gesprek met ouders en school tot de mo gelijkheden zodat vragen van ouders beantwoord kunnen worden.

Contact opnemen met Eureka? Mail dan naar marijkegoossens@sarkon.nl of bel haar op basisschool De Kameleon, 0223 690 078 (ma, di, do en vrij).

KopKrant, november 2022 7
Marijke Goossens-Smit
PO

boven niveau was. Je kon er verder niets bij schrijven.

Op het formulier dat we nu hebben is aandacht voor zaken als sociaal emotioneel functioneren, cognitieve ontwikkeling en motorische ontwikkeling. En bij al deze gebieden kunnen zowel de leidster als de ouders extra informatie noteren.

Wennen

Een kind dat naar de basis school gaat heeft altijd even tijd nodig om te wennen. Je gaat als leerkracht niet meteen vlaggetjes plaatsen, maar met het nieuwe formu lier kun je wel zien hoe het kind op de opvang was. Als je ziet dat een kind bepaald gedrag na een maand nog steeds laat zien, zul je eerder handelen. Dingen die terug kunnen komen op de formu lieren zijn kenmerken van een mogelijke kindfactor (zoals bijvoorbeeld de mogelijkheid tot adhd of autisme). We labelen dat niet meteen maar beschrijven wel het gedrag dat we zagen. Het komt ook voor dat een kind slecht infor matie kan verwerken. Op het formulier staat dan bijvoor beeld dat een kind dubbele opdrachten lastig vindt, en dat het beter gaat als je dit kind een opdracht geeft met één activiteit. Zo kan het formulier dus ook handvatten bevatten over hoe om te gaan met een kind.

Meer samenwerking Afgelopen september is het overdrachtsformulier Texelbreed uitgezet. Iedereen werkt er nu mee, en als er vragen zijn kunnen ze bij mij terecht. Ouders vullen ook een deel in, en bespreken dit met ons. Daarna zijn wij de gene die het naar de scholen sturen. De eerste reacties zijn heel positief, zowel van de ouders als de scholen. En het mooie is, het blijft niet alleen bij dit nieuwe over drachtsformulier. Vanuit de samenwerkingswerkgroep zijn ook andere dingen opgestart. Zo gingen de Texelse scholen werken met het taalprogram ma Logo 3000, en hebben wij als kinderopvangorgani satie besloten dit ook in te voeren. Daarnaast worden kinderen, als daar behoefte aan is, nu ook op de opvang logopedisch gescreend. Dat gebeurde eerst alleen op de basisschool, maar door al bij ons te beginnen, kun je problemen eerder signaleren en er iets aan doen. Ook dat is uit de samenwerkingsgroep gekomen. Dat zijn mooie resultaten, toch?”

Update van de Themaprojecten

De scholengroepen binnen het samenwerkingsverband zijn vorig jaar gestart met een themaproject gericht op passend en inclusief onderwijs. Hierbij een update van scholengroepen Texel en Niedorp.

Het themaproject van scho lengroep Niedorp, gericht op scholing en coaching op gedrag, heeft de afgelopen maanden niet stilgestaan. In de vorige update vertelden Emile Goossens, directeur van rkbs Sint Antonius school,en Kim MonenSnelders, directeur van obs De Snip, dat er besloten was om meer op maat gaan werken. Door het in kaart brengen van de beginsituatie van iedere school, hebben zij met elkaar geconcludeerd dat het waardevoller is om te kijken wat iedere school nodig heeft in plaats van een overkoepelend aanbod aan te bieden. Het uitspreken van die gezamenlijk con clusie leidde de afgelopen

tijd tot nieuwe initiatieven en meer begeleiding en coaching afgestemd op de scholen zelf. Dit betekent overigens niet dat iedere school nu zijn eigen weg gaat. Via intervisietrajecten blijven de scholen hun erva ringen delen. Het uiteinde lijke doel dat de directeuren van de scholengroep Niedorp hierbij voor ogen hebben, is dat er op elke school van de scholengroep straks een cul tuur is gecreëerd waarin met elkaar gekeken wordt wat ieder kind nodig heeft – dit kan door met elkaar te on derzoeken wat er achter het gedrag van kinderen zit en op deze manier de behoefte scherp in beeld te brengen.

Vorig schooljaar was de scholengroep nog druk met de bouw van een digitaal systeem om de ondersteu ningsbehoeftes van kinderen te inventariseren. Nu het systeem klaar is, zo meldt Monique van Gaalen, directeur van basisschool De Fontein en waarnemend directeur van de Thijsse school, kunnen de scholen het systeem gaan gebrui ken. Het doel is meer zicht krijgen op wat kinderen op Texel nodig hebben. Wat dit schooljaar ook wordt uitge bouwd is de taalklas NT2. De klas draait al een paar jaar, maar er zijn nu plannen om al vroeger te beginnen met taalondersteuning. Verder is er de afgelopen maanden

aandacht geweest voor de overdracht tussen VE en PO (zie artikel hiernaast) en is er logopedische screening opgestart voor kinderen in de kinderopvang. Kortom, ‘geen kind het eiland af’ voor extra ondersteuning zou zomaar werkelijkheid kunnen worden in de komende jaren.

Dit was voorlopig de laatste aflevering van een serie updates van de themapro jecten. Bij nieuwe of bijzon dere ontwikkelingen melden we dit in de KopKrant.

KopKrant, november 2022 9
PO
Themaplan scholengroep Niedorp Themaplan scholengroep Texel Monique van Gaalen, directeur basisschool De Fontein Texel en SBO Kompasschool Texel Emile Goossens, directeur rkbs Sint Antoniusschool Kim Monen-Snelders, directeur obs De Snip

Studiereis naar Finland: Vertrouwen in kinderen én leraren

Afgelopen mei ging een delegatie van scholengroep Anna-Paulowna, samen met vertegenwoor digers van het samenwerkingsverband, op studie reis naar Finland. Het werd een inspirerende reis, maar ook een reality check. Want zelfs in Finland, het walhalla op onderwijsgebied, worstelen leraren soms met gedrag in de klas en werkdruk, zo bleek tijdens de reis. Wat echter het meest is bijgebleven, is de rust en het vertrouwen die de deelnemers op de scholen zagen. Vertrouwen in de kinderen, maar ook in de kwaliteiten van leraren.

De verwachtingen van de groep waren hooggespannen, ook bij deelnemers

Sebastiaan de Bruin, directeur RKBS Sint Jan en Kris Herweijer-Tanghe, intern begeleider bij Stichting Surplus. Maar meteen de eerste dag werden die al bij gesteld.

De Bruin: “We hoorden toen dat ons reisprogramma was aangepast omdat Finse le raren de week ervoor had den gestaakt tegen de hoge werkdruk en meer salaris eisten. Dat was herkenbaar. En eigenlijk ook wel mooi. Je beseft dan dat werkdruk misschien wel inherent is aan ons werk.”

Gastvrij ontvangst

Gedurende de week bezocht de groep verschillende scho len. Dat waren voornamelijk reguliere scholen, zowel groot als klein, met een populatie die sterk vergelijkbaar was met die van de deelnemende scholen. Op alle scholen werd de groep gastvrij ontvangen.

Herweijer-Tanghe: “Overal stonden Finse lekkernijen voor ons klaar, was een pro gramma opgesteld en waren mensen vrij geroosterd om ons rond te leiden.” “Wat opviel in de klassen waar we mochten kijken’, vult De Bruin aan, “was de rust. Als we met een delegatie van zo’n vijf à zes mensen een klas binnen stapten, bleven de kinderen gewoon doorwerken, terwijl de leraren alle tijd namen om ons bij te praten.”

Life skills

Wat bij de deelnemers verder opviel was de nadruk op life skills op de scholen. Dat zijn activiteiten als houtbewer king, textiele werkvormen, maar ook ICT en robotics. Zo’n veertig procent van het Fins curriculum bestaat uit deze life skills. De Bruin: “Ze willen hiermee de kinderen op allerlei manieren uitdagen. Er is een heel breed aanbod waarbij ieder kind zijn talen ten kan ontdekken, en handson bezig is.”

‘Wat opviel in de klassen waar we mochten kijken, was de rust’

Herweijer-Tanghe: “Dat gebeurt in de basisschoolleef tijd, maar ook op de midden scholen in Finland. Zoiets zie je bij ons niet. Ga je in Neder land naar havo/vwo dan doe je op de meeste scholen niks meer met je handen. Terwijl het juist kan leiden tot minder gedragsproblematiek. Er is meer rust in de groep doordat er meer afwisseling is en om dat leerlingen soms gewoon even iets mogen doen.”

Aandacht voor talent

De aandacht voor talenten blijft overigens niet beperkt tot de kinderen. Door een systeem van ‘vakadoptie’ krij gen leraren op Finse scholen de gelegenheid om disciplines waar ze enthousiast over zijn vaker te geven. Dat gebeurt dan in een kleinere setting waarin ze aan de slag gaan met muziek, dans of iets an ders waar hun passie ligt. In Nederland zie je dat zelden. Maar zou het binnen ons systeem ook kunnen, meer aandacht voor hands-on acti viteiten, en leraren die mogen doen waar ze goed in zijn?

De Bruin denkt van wel. “Dat is ook wat ik heb mee genomen van de reis. Hoe kunnen we nog meer doen met de talenten van kinderen en leraren? Volgens mij zit hem dat vooral in een breed aanbod. Ik geloof zeker dat daar ruimte voor is bij ons, eventueel gecombineerd met buitenschoolse activiteiten.”

Vertrouwen

Wat vaak terug lijkt te ko men, is dat er op de Finse scholen meer ruimte is voor eigen keuze, zowel bij de kin deren als bij de leraren. Daar bij krijgen ze het vertrouwen om die keuzes te kunnen maken. Dat leraren op Finse scholen meer autonoom zijn, heeft hier waarschijnlijk mee te maken. De Bruin beaamt dat. “Het kwam vaak terug in de gesprekken met direc teuren daar. Finse leraren zijn volledig autonoom. Ze kunnen

zelf hun tijd indelen, beslui ten om wat later te beginnen bijvoorbeeld. Die flexibiliteit is er. Dat geeft wat spanning en kan leiden tot eilandencultuur, wat je soms wel zag. Maar het wordt ook gezien als een soort grondrecht. Alle lera ren zijn mastergeschoold en krijgen het vertrouwen om de goede dingen te doen.”

Inclusief onderwijs Het onderwerp waar de deel nemers van de reis vooral in geïnteresseerd waren, is inclusief onderwijs. In Finland zouden ze gaan zien hoe inclusief onderwijs echt werkt. Die verwachting werd niet helemaal waargemaakt.

Herweijer-Tanghe: ”We hadden verwacht scholen te zien waar alle kinderen op de eigen school en in de eigen klas konden blijven. Maar dat bleek toch anders. Er waren in Finland ook gewoon scholen die kinderen die zij zelf niet konden opvangen naar een andere school lieten gaan. Vaak was dat wel een reguliere school in de regio, maar het is dus niet zo dat elk kind daar op de eigen school kan blijven.”

De Bruin vult aan: “Sommige scholen hielden kinderen wel op de eigen school, maar dan in een speciale groep voor kinderen met gedragsproble men. Dat waren groepen met meerdere begeleiders. Wat ze daar zeiden was: wij omar men de diversiteit en willen dat kinderen elkaar leren ken

nen en begrijpen. Ze zitten dan misschien niet allemaal in één klas, maar wel allemaal op dezelfde school.”

Ambitie

Het bezoek aan de Finse scholen heeft duidelijk in spirerend gewerkt, ook als het gaat om inclusie. Op de laatste school die tijdens de studiereis bezocht werd, is door de deelnemers de ambitie uitgesproken om op de eigen scholen nog meer te werken aan inclusiviteit. Wat daar vooral voor nodig is, aldus de groep, is samenwer king tussen de scholen zodat een kind naar de school kan gaan waar het de beste zorg kan krijgen. En meer deskun digheid. Er wordt bijvoorbeeld gedacht om een gedrags deskundige aan te nemen binnen de scholengroep. Ook het opzetten van een struc tuurklas voor kinderen met gedragsproblemen waar kin deren binnen de eigen regio opgevangen kunnen worden is een optie.

De Bruin: “Als we dit zoals in Finland willen inrichten, dan moeten we elkaar en elkaars scholen heel goed kennen. Waar liggen de krachten, de mogelijkheden, maar ook waar liggen onze onmogelijk heden? En het goede is, door dat we nu samen op reis zijn geweest, hebben we hier al een start mee kunnen maken. We zijn na de reis teruggeko men als een hechte club, dat voel ik heel sterk.”

10 KopKrant, november 2022 PO

Een van de scholen die de scholengroep bezocht was Lagstads Skola in Esbo, in de buurt van Helsinki. In dit interview vertelt ‘special needs’ leraar Susanna Westermarck meer over het reilen en zeilen op haar school.

Je noemt coaches en psy chologen. Speelt mentale gezondheid een grote rol op jullie school?

klas lopen, samenwerken en zelfs dansen. Kinderen leren meer als ze lol hebben, en als ze wakker zijn.’

Kun je iets vertellen over de school waar je werkt?

‘Het is een school net buiten Helsinki met zo’n vijfhonderd vijftig leerlingen, van zeven tot zeventien jaar oud. In klas 1 tot 6 hebben de leraren een eigen klas, en geven ze ver schillende vakken (red: ver gelijkbaar met groep 3 tot 8).

In de hogere klassen zijn er vakdocenten. Op onze school hebben we ook een leerling begeleidingsteam met een psycholoog, een verpleegster en een aantal coaches die de kinderen kunnen ondersteu nen als ze vastlopen.’

Wat is jouw rol in de school? ‘Ik ben een ‘special needs’ le raar (red: inclusieondersteu ner). Ik werk soms individueel met kinderen, soms in kleine groepen. Daarnaast werk ik nauw samen met leraren die ik help en adviseer, maar ik werk ook met de schoolpsy choloog en coaches. En ik bezoek soms andere scholen voor intervisie en advies.’

‘We merken dat de laatste vijf jaar een groeiende groep kinderen op school kampt met mentale problemen, zoals eenzaamheid en onze kerheid. Hier een antwoord op hebben zien we als een uitdaging. Sowieso is bij ons op school het welbevinden van kinderen heel belangrijk. Je zou kunnen zeggen dat het de hoogste prioriteit heeft. Kinderen moeten zich veilig voelen en geaccepteerd zoals ze zijn. Pas dan kan het leer proces op gang komen. Het is het fundament. Iedereen is waardevol, of je nu goed kunt leren, of niet. En iedereen is anders. Dat is de filosofie bij ons op school.’

Hoe werken jullie concreet aan het welbevinden?

‘Vanaf klas 1 behandelen we in alle klassen thema’s als samenwerken, empathie en voor elkaar opkomen. Verder zorgen we ervoor dat kinde ren genoeg bewegen en actief zijn zodat ze lekker in hun vel zitten. Dat is vooral de laatste vijf, zes jaar belangrijker geworden en wordt op alle Finse scholen gepropageerd. Elke dag moeten kinderen minstens een uur bewogen hebben, en dat is buiten de pauzes en gym. Tijdens de lessen worden daarom veel actieve dingen gedaan zoals experimenten doen, door de

De reden dat veel Nederland se scholen naar jullie komen is omdat inclusief onderwijs hier al ver is. Is jullie school inclusief?

‘Ja, onze school is inclusief. Maar hier in Finland is dat niet bijzonder. Het is hoe het hier gaat. Natuurlijk zijn er soms kinderen die beter in een klei ne groep functioneren. Voor die kinderen zijn er op school vier speciale kleinere groepen van ongeveer tien kinderen. Daar zitten ook kinderen van scholen uit de regio, en ze zijn vooral bedoeld voor oudere kinderen (vanaf twaalf jaar). Maar een kind gaat pas naar zo’n klas als we alle andere dingen geprobeerd hebben. Ik zou zeggen dat 95 procent in de eigen klas blijft.’

Hoe groot zijn de reguliere klassen bij jullie?

‘We hebben hier klassen van 16 tot 23 leerlingen.’

Die klasgrootte is een stuk kleiner dan bij ons. Dat helpt misschien om meer kinderen in de eigen klas te behouden. Welke factoren zijn nog meer van belang?

‘Teamwork, de vaardigheden van de leraren, daarnaast helpt het dat we een aantal onderwijsassistenten op school hebben. Daar zouden we er graag nog veel meer

van hebben, maar dat is financieel niet mogelijk. We hebben nu vijf assistenten die we zo effectief mogelijk proberen in te zetten in de verschillende klassen.

Een andere factor is dat we al vanaf groep 1 beginnen met screenen. Als je bepaal de problemen in een vroeg stadium signaleert, kun je het snel aanpakken en zorgen dat deze kinderen ook successen ervaren. Dat doen we door verwachtingen bij te stellen, taken te geven die ze wel kunnen. Succes ervaren is essentieel voor leren. Als een kind al vroeg denkt dat het iets niet kan, blijft dat door werken. Pas als een kind zich veilig en succesvol voelt, kun je een plan gaan maken om het kind verder te helpen.’

Is jullie school nu inclusiever dan tien jaar geleden? ‘Ja, zeker. We leren voortdu rend. We hebben meer tools nu, maar ook meer kennis over wat kinderen nodig heb ben. Het is een systeem van ‘trial and error’. Je probeert dingen. Sommige dingen lukken, andere dingen niet. En daar leer je dan ook weer van.’

Wat is jullie volgende stap als het gaat om inclusie?

‘Er komen steeds meer anderstalige kinderen bij ons op school. Deze kinderen het onderwijs bieden dat ze nodig hebben, zie ik als een uitda ging voor de komende tijd.’

Nederlandse scholen zouden jullie daarmee kunnen helpen. Zij hebben veel ervaring op dat gebied. ‘Dat denk ik zeker!’

KopKrant, november 2022 11 PO
‘Iedereen is even waardevol. Of je nu goed kunt leren, of niet’
Susanna Westermarck, leraar ‘special needs’
‘Kinderen moeten zich veilig voelen en geaccepteerd zoals ze zijn. Pas dan kan het leerproces op gang komen’

Partners

www.swvkopvannoordholland.nl

Stichting Meerwerf

De heer N. van Heijst Drs. F. Bijlweg 8a 1784 MC Den Helder www.meerwerf.nl (0223) 65 93 00 info@meerwerf.nl

Blosse De heer R. Prast Postbus 271 1700 AG Heerhugowaard www.blosse.nl (072) 566 02 00 remco.prast@blosse.nl

Liefde en VertrouwenWest Nederland De heer H. Eilander ’s-Molenaarsweg 1 2401 LL Alphen a/d Rijn www.levwn.nl (0172) 41 88 30 h.eilander@levwn.nl

Inkopper

Koppelen

Stichting SURPLUS

De heer P. Moltmaker Westerpark 164 1742 BX Schagen Postbus 333 1740 AH Schagen www.stichtingsurplus.nl (0224) 20 30 40 info@stichtingsurplus.nl

Stichting Kopwerk

De heer J. Bot De Verwachting 7 1761 VM Anna Paulowna Postbus 79 1760 AB Anna Paulowna www.kopwerk.nl (0223) 20 30 00 info@kopwerk.nl

Stichting SARKON

De heer A. Hietbrink Drs. F. Bijlweg 8a 1784 MC Den Helder Postbus 6040 1780 KA Den Helder www.sarkon.nl (0223) 67 21 50 info@sarkon.nl

‘Alle studies overziend geeft de stand van zaken in het Nederlandse onderwijs een gemengd beeld. Op school niveau zijn de voorwaarden voor adaptief onderwijs bij lange na niet vervuld. Er zijn wel vorderingen, maar deze zijn nog onvoldoende. Als het gaat om adaptief onderwijs in de klas is het beeld nog somberder. Zo stemt slechts 35% van de leerkrachten het onderwijs goed af op de verschillen tussen leerlin gen. Er wordt wel getoetst en gesignaleerd, maar de gegevens worden niet gebruikt om het onderwijs anders in te richten.’

Stichting Samenwerkingsschool De heer T. Jong Drs. F. Bijlweg 8a 1784 MC Den Helder www.speciaalonderwijsdenhelder.nl (06) 15 31 25 82 t.jong@sws-dh.nl

Colofon

Stichting Heliomare Onderwijs De heer J. Welmers Postbus 78 1940 AB Beverwijk www.heliomare.nl (088) 920 80 02 bestuurssecretariaat@heliomare.nl

Stichting Comenius

De heer R. Bijlsma Postbus 6032 1780 KA Den Helder www.abscomenius.nl (0223) 61 38 64 directie@abscomenius.nl

Wees gerust, het betreft hier een samenvatting van studies m.b.t. WSNS door het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) uit 2004. In een vervolgstudie een jaar later ziet het NRO een toenemend aantal adaptieve scholen, die significant beter blijken te scoren op cognitieve vakken. Waar zo’n onderzoek al niet op korte termijn toe kan leiden. Uiteraard is de praktijk genuanceerd weerbarstig. In de Kop zullen door onder meer het frequente contact in de scholengroepen onge twijfeld nieuwe bruikbare inzichten zijn ontstaan, maar uiteindelijk blijft alles afhangen van de kwaliteit van de leerkracht. Een schoolondersteuner uit een ander samenwerkingsverband: ’De grootste problemen, die ik bij leerkrachten tegenkom zijn ordeproblemen en dan wordt er niet geleerd.’ Ik mag hopen, dat dit in de Kop niet (meer) zo is, al zal het lerarentekort hierbij niet meehelpen.

Stichting Aloysius Mevrouw A. van Kampen Havinghastraat 17 1817 DA Alkmaar www.aloysiusstichting.nl (072) 511 26 32 annamarieke.vankampen@ aloysiusstichting.nl

Projectleiding: Sanne Kruijer

Tekst, ontwerp en productie: Second Opinion, Leeuwarden

Redactie: Jan Bot, Sanne Kruijer, Katja Walstra-Groot

Voor meer informatie over deze uitgave kunt u

secretariaat@swvkopvannoordholland.nl

In het Ondersteuningsplan van ons samenwerkings verband staat een droom, een prachtig vergezicht over inclusiever onderwijs: ‘Het is 2030. Vanuit de overtuiging dat ‘it takes a village to raise a child’ hebben we de daad bij het woord gevoegd: samen hebben we in en rond alle wijken, kernen en dorpen een samenhangende educatie ve leer- en ontwikkelomgeving gemaakt voor kinderen van 0 tot 14 jaar.’ De droom voorziet in onderwijs zo dicht mogelijk bij huis en zoveel mogelijk weer samen naar school. Hé, daar is hij weer. En het maken van flexibele programma’s, gericht op individuele ontwik kelingsbehoeften. Tijd om wakker te worden. Dat in de praktijk op zoveel mogelijk thuisnabij onderwijs wordt ingestoken, lijkt me al pittig genoeg. Het speciaal onder wijs groeit alweer. De specialisten daar kunnen dingen, die de gemiddelde leerkracht (nog) niet kan behappen. Ik heb het onlangs van nabij mogen meebeleven. Thuisnabij betekent m.i. vooralsnog het reduceren van de vervoerskosten. Het verwijderen van schotten tus sen opvang, zorg en onderwijs zou al een mooie stap zijn. Het idee van één gezin, één plan (en één regis seur!) blijft essentieel. Nu ook de cao’s gelijktrekken. Het samenwerkingsverband stelt € 200.000 beschikbaar voor plannen om het onderwijs inclusiever te maken en nieuwe verbindingen te maken tussen onderwijs, opvang en gemeenten. Concrete actie, mooi.

KopKrant staat ook

website: www.swvkopvannoordholland.nl

12 KopKrant, november 2022
Ruud Musman KopKrant
is een initiatief van Samenwerkingsverband Kop van Noord Holland
mailen naar:
De
op de
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opge slagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opname of enige ander manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.