

























Verhalen van bewoners vastgelegd als het nieuwe erfgoed van de wijk
Verhalen van bewoners vastgelegd als het nieuwe erfgoed van de wijk
Stichting Wijkcollectie Wijkverhalen als levend erfgoed van de wijk
Inhoud
Voorwoord
Opbrengst
Wijkidentiteit
Tijdlijn
Verhalen uit de Hoge Horsten
Muurschilderingen
Buurtprofessionals
Buurtcoach Marco wmo radar
Opzoomer Mee!
Wat maakt een wijk tot een thuis? Dat zijn niet alleen de stenen, de straten of de voorzieningen. Het zijn vooral de mensen, met hun herinneringen, dromen, zorgen en kleine dagelijkse rituelen. De stemmen van bewoners vormen het kloppend hart van De Horsten in Zuidwijk.
In de tweede helft van 2024 en begin 2025 was Stichting Wijkcollectie wekelijks aanwezig in de wijk. We gingen letterlijk van deur tot deur, klopten aan, stelden vragen, luisterden. Niet alleen naar wat mensen zeiden, maar ook naar wat stil in de lucht bleef hangen. We spraken met tientallen bewoners van alle leeftijden en achtergronden. Sommigen vertelden hun verhaal op de portiektrap, anderen nodigden ons uit aan de keukentafel. Ieder verhaal was even waardevol.
Al deze verhalen zijn verzameld, bewaard en nu gebundeld tot het nieuwe wijkerfgoed van Zuidwijk. Erfgoed dat niet in een museum ligt, maar leeft in de hoofden en harten van mensen. De verhalen laten zien waar bewoners trots op zijn, wat ze missen, en hoe ze zich verbonden voelen met hun straat of buren. Door hun verhaal te delen, hebben zij bijgedragen aan een gezamenlijk geheugen. Ze schrijven mee aan de toekomstige geschiedenis van de wijk.
Muurschilderingen
In deze publicatie vind je de kunstwerken van studenten van de Willem de Kooning Academie en het Grafisch Lyceum Rotterdam. De studenten werden begeleid door kunstenaars van Rotterdam Signpainters. Bewoners kunnen per opleiding stemmen op hun favoriete ontwerp, waarna de gekozen muurschilderingen op de flats zullen worden aangebracht door de schilders van Rotterdam Signpainters. Vanaf pagina 61 vind je de ontwerpen en zie je hoe je kunt stemmen op jouw twee favorieten.
Sommige verhalen zijn warm en hoopvol, andere confronterend of kwetsbaar. Bewoners praten niet alleen over wat goed gaat, maar ook over wat moeilijk is: gevoelens van onveiligheid, overlast, of het gemis van verbondenheid. Juist door ook deze ervaringen te delen, laten bewoners zien hoeveel betrokkenheid en zorg er leeft in de wijk. Deze verhalen verdienen het gehoord én serieus genomen te worden.
Wijkcollectie verbeeldde alle verhalen in een grote wijktekening waarin veel stemmen uit de wijk samenkomen. Deze tekening vind je in deze brochure. Maar daar bleef het niet bij. Ook andere kunstenaars lieten zich inspireren door de verhalen. Hef Wonen neemt het initiatief om een aantal muren in de wijk te laten beschilderen met kunstwerken die gebaseerd zijn op de verhalen van bewoners. Met de muurschilderingen komen de woorden van bewoners terug in het straatbeeld. Een eerbetoon aan de ervaringen, veerkracht en verbondenheid van bewoners.
Nicole van Dijk Directeur Stichting Wijkcollectie
Bekijk de verhalen ook online:
Stichting Wijkcollectie Wijkverhalen als levend erfgoed van de wijk
Wat vertellen de verhalen van Zuidwijk?
Samen aan de slag voor een fijnere wijk
De verhalen in deze krant laten zien hoe het écht is om in Zuidwijk te wonen. Sommige bewoners voelen zich thuis. Ze waarderen de gezelligheid, de hulp van buren en het contact op straat. Anderen hebben het moeilijk. Ze maken zich zorgen over vervuiling, overlast, onveiligheid of voelen zich buitengesloten. Veel mensen hebben aangegeven dat er dingen beter kunnen, en vooral: hóe dat kan.
Stichting Wijkcollectie verzamelde deze verhalen in de eerste plaats om het erfgoed van Zuidwijk vast te leggen: de herinneringen, gewoontes en ervaringen die de wijk maken tot wat zij is. Maar de verhalen bieden ook waardevolle inzichten. Ze laten zien wat goed werkt én wat er nodig is om het leven in de wijk te verbeteren.
Speelplekken
Veel ouders maken zich zorgen over kapotte of onveilige speeltoestellen. Oplossingen die genoemd worden:
• Nieuwe speeltoestellen bij elkaar plaatsen (zodat kinderen echt samen kunnen spelen)
• Geen toestellen onder bomen (vogelpoep!)
• Regelmatig schoonmaken en checken
• Plaats ook picknickbanken en zitplekken voor ouders, dat zorgt voor ontmoeting
Schoon en veilig
Rommeligheid en zwerfvuil buiten geven een gevoel van onveiligheid. Daarom is het belangrijk om:
• Regelmatig schoon te maken
• Sneller te reageren bij meldingen van troep of overlast
• Kapotte verlichting te vervangen
Ontmoeting
Mensen geven aan dat er weinig plekken zijn om samen te komen. Een bankje tussen de flats, een open buurtplek of gewoon een tafel op een grasveldje kan al verschil maken. Bewoners willen elkaar ontmoeten, maar dat lukt pas als de ruimte daarvoor ook prettig en uitnodigend is.
Meedenken...
Zowel de gemeente als Hef Wonen maken plannen om de leefbaarheid in Zuidwijk te verbeteren. De verhalen van bewoners vormen daarbij het startpunt. Want wie weet beter wat er nodig is dan de mensen die er wonen? In de komende jaren zullen bewoners ook vaker worden betrokken bij wat er gebeurt in de wijk: van meedenken over plannen tot zelf iets opstarten.
...en doen!
Heb jij zelf een idee voor de wijk, of wil je iets doen voor anderen?
Op pagina 76 lees je waar je terecht kunt voor hulp of een klein budget. De gemeente Rotterdam, Hef Wonen en welzijnsorganisaties kunnen je ondersteunen om iets op te starten, hoe klein ook. Denk aan samen koken, taalles geven, een burendag of kinderactiviteit. Alles begint met een idee.
Zuidwijk is geen makkelijke wijk. Niet iedereen is hier vrijwillig terechtgekomen. Maar er is wél veel kracht, creativiteit en betrokkenheid. De verhalen in deze krant zijn geen eindpunt, maar een begin. Voor een schonere, socialere en sterkere wijk, gemaakt door de mensen die er wonen.
De Hoge Horsten
Veranderende buurt, blijvende kracht
De Hoge Horsten zijn gebouwd in de jaren ’60 als onderdeel van het tuinstedelijk idealisme: licht, lucht en ruimte. Kortom, een groene wijk voor jonge gezinnen. In die tijd speelden kinderen op de grasveldjes en ontmoetten ouders elkaar buiten. Er was sociale controle, overzicht en betrokkenheid. “Omdat de kinderen elkaar makkelijk vonden, kregen de ouders ook goed contact met elkaar”, zegt oud-bewoner Jeannette Philips. De bewoners van toen kwamen bewust naar Zuidwijk, ze kozen voor de ruimte en het groen in de wijk. Velen waren actief via huurdersverenigingen of buurtinitiatieven. Maar de wijk veranderde. Groepen bewoners trokken weg, buurthuizen sloten hun deuren, voorzieningen verdwenen. En waar ooit gezinnen kwamen met toekomstplannen, wonen nu veel mensen die eigenlijk geen andere keuze hebben.
De Hoge Horsten is de plek geworden waar mensen vaak ‘geplaatst’ worden. Wie door omstandigheden snel woonruimte nodig heeft, bijvoorbeeld vanwege scheiding, schulden, huisuitzetting of andere nood, komt hier terecht. Dat zorgt voor een andere dynamiek. Veel bewoners voelen geen binding met de buurt. Sommigen willen het liefst zo snel mogelijk weer weg. Anderen hebben zich erbij neergelegd. “Ik ben hier niet vrijwillig”, vertelt een bewoner, “maar ik ben al lang blij dat ik een dak boven mijn hoofd heb.”
Toch wonen er ook mensen die wél iets willen opbouwen. Zoals ouders die zich zorgen maken over hun kinderen die binnen moeten blijven, omdat er buiten weinig veilige speelplekken zijn. Of mensen die dromen van meer contact met buren die elkaar groeten of iets voor elkaar doen. “Niemand zegt elkaar hier nog goedemorgen”, zegt een bewoner. “Dat zou al verschil maken.”
Bewoners vertellen ook dat de sfeer in de Lage en Hoge Horsten van elkaar verschilt. Aan de ene kant is er rust, ruimte en het mooie groen tussen de flats. Aan de andere kant is er onverschilligheid, anonimiteit en soms overlast. Veel bewoners in de Hoge Horsten missen plekken om samen te komen. De tussenruimte tussen de flats voelt vaak leeg of onbenut. Toch zijn er signalen van nieuwe betrokkenheid met kleine initiatieven en ideeën voor activiteiten, en bewoners die zeggen: “Ik wil iets doen, maar ik weet niet waar ik moet beginnen.”
De Hoge Horsten is geen makkelijke buurt, maar ook geen verloren buurt. De geschiedenis laat zien dat bewoners hier altijd het verschil hebben gemaakt. En wie weet, als mensen een beetje steun krijgen, of gewoon eens worden aangesproken, kan dat opnieuw gebeuren.
Tijdlijn
De geschiedenis van de Hoge Horsten aan de hand van bewonersverhalen
1945–1960
Bouw van de Hoge Horsten als onderdeel van de tuinstad-gedachte. Nieuwe flats, veel groen, ruimte voor jonge gezinnen.
1978–1991
Jeannette Philips woont aan de Bronkhorst en wordt actief in de Huurdersvereniging Horsten. Zij beschrijft een buurt met veel onderling contact via de kinderen. “Omdat de kinderen elkaar makkelijk vonden, kregen de ouders ook goed contact met elkaar.”
1985–1992
Aart Jan Voogt werkt als opbouwwerker in Zuidwijk. Hij bouwt een netwerk van vrijwilligers op in buurten als de Horsten en stimuleert betrokkenheid via buurthuis Lo en de wijkkrant.
1998
Ed Goverde verhuist naar de Lage Horsten. Hij beschrijft hoe nieuwe gezinnen met kinderen zorgen voor nieuwe vormen van buurtcontact. “Nieuwe mensen zijn toch op zoek naar een vorm van buurtbetrokkenheid of gezelligheid.”
2006
De Rotterdamwet wordt ingevoerd. In de verhalen klinkt door dat bewoners vaak in de Hoge Horsten terechtkomen omdat ze elders geen kans krijgen. “Ik ben hier niet vrijwillig, maar ik ben al lang blij dat ik een dak boven mijn hoofd heb.”
2008–2020
Instroom van nieuwe bewoners die minder binding met de wijk hebben. Verschil tussen Lage en Hoge Horsten wordt zichtbaarder. “De Hoge Horsten was toch een plek voor de wat lagere inkomens”, aldus Ed Goverde.
De bewonersorganisatie houdt op te bestaan. Door afgenomen belangstelling voor vrijwilligerswerk en corona-onderbrekingen stopt het werk van deze ooit actieve club.
2020–2025
In de verhalen van nu hoor je bewoners die zich eenzaam of onveilig voelen, maar ook mensen met ideeën. Zoals Dushi, die activiteiten voor kinderen wil opzetten, of bewoners die dromen van een ontmoetingsplek tussen de flats.
Madalena ZW0001
“Ik heet Maria Madalena, mijn roepnaam is Madalena”, begint Madalena met een warme glimlach. “Ik ben op mijn negende van Kaapverdië naar Nederland gekomen en opgegroeid op Zuid. Na een aantal jaren in andere steden te hebben gewoond, zit ik hier nu alweer acht jaar.” Haar band met Zuidwijk begon veel eerder, via haar moeder die er in een 55+ woning woonde. “Ondertussen is mijn moeder overleden, maar daardoor kende ik de buurt al. “Het is hier een smeltkroes van culturen, dat vind ik leuk.”
Toch wordt de wijk niet altijd positief beoordeeld. “Als ik aan anderen vertel dat ik hier woon, zeggen ze altijd: ‘Zo, dat is gevaarlijk hè, die wijk?’ Maar ik zeg dan altijd dat het niet alleen hier gevaarlijk is, maar overal. Er gebeuren overal dingen. Ik voel me veilig in de wijk, maar na een bepaalde tijd ga ik liever niet meer alleen naar buiten.”
Madalena is veel meer dan een bewoner van Zuidwijk; ze is een steunpilaar voor veel van haar buren. Ze helpt graag anderen, iets wat ook de bewoners in haar omgeving waarderen. Zo ziet haar overbuurjongen haar als zijn tweede moeder
en kookt Madalena regelmatig voor haar bovenbuurvrouw en andersom. De Kaapverdiaanse roots van Madalena en de waarde van familie zijn diep verweven in haar leven. “Ik heb twee zoons van 30 en 38 jaar en 3 kleinkinderen. Daar ben ik ontzettend trots op.” De foto’s van haar kinderen, kleinkinderen, moeder en andere familieleden staan als pronkstukken in haar gezellige woonkamer. Het is hier, tussen de foto’s en herinneringen, dat Madalena ook haar portret wil laten maken. Zorgen voor anderen zit in Madalena haar aard. “Mijn familie, mijn buren – het maakt niet uit. Ik ben er voor ze.”
Naam: Maria Madalena (roepnaam Madalena)
Leeftijd: 59 jaar
Woonduur: 8 jaar
Adres: Diepenhorst
Woonsituatie: Alleen
Object: Familiefoto’s
Bassam is drie jaar geleden vanuit Syrië naar Rotterdam gekomen. Na een periode op een asielzoekersschip in de Parkhaven, kreeg hij een huis toegewezen in Havikhorst, waar hij nu anderhalf jaar woont. Bassam woont nu nog alleen, maar wacht op zijn verloofde. “Zij woont nog steeds in Syrië, maar we wachten op toestemming zodat ze ook naar Nederland kan komen. Ik heb haar nu al drie jaar niet gezien, dus ik mis haar ontzettend,” zegt hij.
Bassam vertelt dat hij zich hier soms best eenzaam voelt. “In Syrië sprak ik vaak af met vrienden en familie, maar hier heb ik die nog niet. Ik probeer wel een netwerk op te bouwen. Ik denk dat als mijn vrouw hier is, alles beter zal gaan. Dan kunnen we samen een toekomst opbouwen.” Wel heeft hij goed contact gekregen met de overbuurvrouw. “Zij is als een tweede moeder voor mij. Ik had mezelf een keer buitengesloten en toen heeft zij mij geholpen om weer naar binnen te komen. Ik heb nu mijn huissleutel bij haar liggen.”
Toen Bassam deze woning kreeg en het schip kon verlaten was hij heel erg blij en opgelucht. “Ik heb nu weer een stabiel leven en vind dit een goede wijk; alles is hier in de buurt. Als je iets wilt kopen of naar een andere plek wilt, is het openbaar
vervoer dichtbij, net als de winkels. Voor mij heeft deze wijk veel voordelen.”
De Nederlandse taal gaat ook steeds beter, vertelt Bassam. “Ik zit nu op A2-niveau, maar doe mijn best om beter te worden door het volgen van taallessen en door veel te oefenen.” In Syrië spreken ze Arabisch; dit is ook de taal waarin Bassam muziek maakt, want hij is zanger en gitarist. Tien jaar geleden is hij hiermee begonnen. Hij heeft in Rotterdam al twee keer opgetreden bij Maas Podium, samen met twee andere Syrische muzikanten. “Veel bezoekers verstonden niet wat ik zong doordat ik in het Arabisch zing, maar muziek is een taal die iedereen spreekt, dus dat maakte niet uit.”
Naam: Bassam
Leeftijd: 28 jaar
Woonduur: 1,5 jaar
Adres: Havikhorst
Woonsituatie: Alleen (wachtend op verloofde uit Syrië)
Yorvea en Yorberys
ZW0003
Op het balkon aan de achterkant van Havikhorst kom ik Yorvea tegen. Yorvea zit graag op haar balkon samen met hond Barbo. Ook komt de buurvrouw van de overkant er wel eens bij zitten. Ze neemt dan een biertje mee, die ze samen opdrinken. Ook nemen ze wel eens een boodschap voor elkaar mee. Als de een naar de supermarkt gaat, lopen ze altijd even langs elkaars balkon om te vragen of de ander iets nodig heeft. Ze verstaan elkaar niet altijd even goed omdat Yorvea vooral Spaans spreekt, maar de gezelligheid is voldoende.
Yorvea’s dochter, Yorberys, is ook thuis en vertelt over de wijk. “Ik vind het fijn om hier te wonen, maar we hebben een tijdje last gehad van bepaalde mensen. Daar is nu iets aan gedaan waardoor het nu veel rustiger is. We kunnen nu weer lekker buiten zitten zonder lastiggevallen te worden.” Ook kan ze Barbo nu weer rustig uitlaten. Yorvea doet dit drie keer per dag en maakt dan een rondje om de Hoge Horsten. “Barbo is mijn baby,” vertelt Yorberys. “We zijn al lang samen en hebben leuke en moeilijke tijden meegemaakt. Hij is met ons meegegroeid en hij kan niet zonder ons, maar wij ook niet zonder hem.” Barbo heeft een gek trekje, vertelt ze: “Hij haat mensen.” Barbo blaft naar vreemden en is dan ook een echte
waakhond. “Niet iedereen kan hem zomaar aanraken; hij komt goed voor zichzelf op.”
Yorberys en haar moeder Yorvea hebben een goede band met elkaar. “Mijn moeder is mijn moeder en vader in één, en ze staat heel dicht bij me. Ze heeft ook niemand anders dan mij. We zijn daardoor heel close en vertrouwen elkaar met alles. Onze culturele achtergrond is Colombiaans-Venezolaans. Mijn moeder en ik zijn in Venezuela geboren, maar mijn opa en oma in Zuid-Colombia.” Ze wonen sinds 2005 in de Havikhorst. “Ons huis is mijn favoriete plek in de wijk. Ik heb hier alles wat ik nodig heb.”
Naam: Yorvea en Yorberys
Leeftijd: 33 en 55
Woonduur: 19 jaar
Adres: Havikhorst
Woonsituatie: Moeder Yorvea (55) met partner (60), dochter Yorberys (33) en zoon (22)
Mevrouw J. ZW0004
Naam: Mevrouw. J.
Leeftijd: 38 jaar
Woonduur: 3 jaar
Woonsituatie: Samen met vriend en dochter
Object: Parkieten
De 38-jarige J. kwam in 2020 vanuit Algerije naar Nederland. Sinds 2021 woont ze in de Diepenhorst. “Ik woon hier samen met mijn vriend en we hebben een heel mooi dochtertje van 2 jaar.”
De overgang naar een nieuw land was een grote stap, maar J. staat positief in het leven. “Het is hier een andere cultuur dan waar ik vandaan kom, maar gelukkig ben ik zelf heel open. Ik vind de Nederlandse mentaliteit echt positief. Vooral de directheid en eerlijkheid waardeer ik. In Algerije wordt dat niet echt gewaardeerd.” Deze culturele verschillen waren een van de vele redenen waarom J. besloot naar Nederland te verhuizen.
In de woonkamer van J. vliegen twee papegaaien vrolijk rond. De vogels, Jojo en Pepi, brengen leven in huis. “Vroeger had ik in Algerije ook vogels, dus ik vind het leuk dat ik ze nu weer heb.” Op dit moment werkt J. niet. “Mijn Nederlands is nog niet goed genoeg voor een goede baan. Mijn vriend werkt, en ik blijf thuis bij ons dochtertje. In de toekomst wil ik graag in de zorg gaan werken, zodra onze dochter naar de opvang kan.”
J. woont met plezier in de wijk maar wil toch verhuizen. “Ik woon op de derde verdieping, wat lastig is met mijn dochtertje. Ook gebeuren er veel enge dingen als het donker is. Er wordt vaak gevochten en er is veel harde muziek ’s avonds laat.”
Ondanks de moeilijkheden blijft J. optimistisch en trots op wat ze al bereikt heeft. Haar reis naar Nederland was niet zonder obstakels. “Ik heb veel stappen gezet: van een ander land hierheen gekomen, in een moeilijke situatie gezeten, en zelfs in een opvang moeten verblijven. Dat was zwaar, maar uiteindelijk heb ik hier in Zuidwijk mijn eigen huis gekregen en een mooi gezin gestart.”
Aarts
ZW0005
Aarts is 85 jaar oud. “Ik ben 50 jaar getrouwd geweest met mijn vrouw; in 2020 is ze overleden. We hebben samen een bijzonder leven geleid. Nu woon ik alleen, op de derde verdieping van een flat. Maar de trap wordt me te veel, en binnenkort verhuis ik naar een ouderenwoning in de Lokhorst. Het is een nieuwe stap in mijn leven, een stap zonder haar, en dat blijft moeilijk. We hadden een prachtig huwelijk”, zeg ik altijd, “maar wel anders dan wat u gewend bent, denk ik. Laat me u vertellen hoe wij elkaar leerden kennen en wat voor leven we samen hebben gehad.”
“Mijn vrouw en ik zijn allebei van Joodse komaf en waren tijdens de oorlog ondergedoken. Na de oorlog kwamen we in hetzelfde kindertehuis in Amsterdam terecht en zo hebben we elkaar ontmoet. Mijn vrouw was een vrolijke, sterke meid en ik was meteen onder de indruk van haar vastberadenheid. Toen we allebei aan het werk gingen verloren we elkaar uit het oog.”
“In 1967 brak in Israël de Zesdaagse Oorlog uit. Ik raakte betrokken bij het Israëlische leger. Mijn vrouw vertrok ook naar Israël om te helpen. En daar, in het midden van een land in oorlog, vonden we elkaar terug. Het was alsof het lot ons opnieuw samenbracht. We keerden samen terug naar Nederland, en daar begon ons gezamenlijke leven.”
“Ons huwelijk was bijzonder, dat kan ik gerust zeggen. We hielden niet van koken, dus aten we bijna altijd buiten de deur. We hebben veel gereisd, vaak voor mijn werk. Ondanks al die reizen en afstanden, was onze band hecht. We waren een team. Ze noemde me altijd ‘Sjaakie’. Die bijnaam hoor ik nog steeds in mijn hoofd, alsof ze hier nog is.”
“De laatste jaren van haar leven waren zwaar. Mijn vrouw werd ziek, en uiteindelijk woonde ze in een verzorgingstehuis. Toen ze overleed was ik bij haar. Ik hield haar vast. Haar lichaam was op, ze kon niet meer. En ik? Ik voelde me alsof de wereld onder me vandaan zakte. Ik ben na haar dood een tijdje opgenomen geweest. Het verdriet was te groot, en ik wist niet hoe ik verder moest. Nog steeds mis ik haar elke dag. Alles in dit huis herinnert me aan haar. Maar binnenkort verhuis ik, want ik kom de trappen naar de derde verdieping niet meer op. Ik heb een woning een straat hierachter gekregen.”
Naam: Aarts
Leeftijd: 85 jaar
Woonduur: 40 jaar
Adres: Diepenhorst (inmiddels verhuisd naar ouderenflat Lokhorst)
Woonsituatie: Alleen (vroeger met vrouw)
Cathy ZW0006
“Ik woonde negen jaar geleden onder begeleid wonen; ik kreeg hier in Zuidwijk mijn eerste zelfstandige woning”, vertelt Cathy met een mengeling van trots en terughoudendheid. Voor haar betekende de verhuizing naar Zuidwijk een kans op een frisse start. De woning die ze hier kreeg toegewezen, voelde als de ideale plek. Cathy is moeder van twee, maar door omstandigheden wonen de kinderen niet bij haar.
Het leven in Zuidwijk bleek echter niet zonder uitdagingen. Cathy omschrijft de buurt als een getto. “Veel vrouwen durven rond een bepaalde tijd als het donker wordt niet meer naar buiten. Ik zelf ook niet”, bekent ze. De situatie was op een gegeven moment zo heftig dat ze zelfs overdag niet meer naar buiten durfde. Na haar aansluiting bij een kerk in de buurt anderhalf jaar geleden, verdwenen deze angstige gevoelens. “Ik heb veel geleerd van de kerk, over het geloof, maar ook hoe ik me beter kan voelen.” De kerk, genaamd The Church of God, is nu haar favoriete plek in de wijk. Elke zaterdag brengt ze de dag door bij de ochtend-, middag- en avonddienst.
Een bijzonder teken van haar liefde voor haar zoon is de grote tatoeage op Cathy’s arm: een engel met daaronder een hart waarin de naam Wesley is gegraveerd. “Ik ben gek op hartjes, en toen mijn zoon bij mij werd weggenomen, heb ik deze tatoeage laten zetten”, vertelt ze. In de toekomst wil Cathy een tatoeage laten zetten ter ere van haar dochtertje, zodat ook zij een blijvende plek op Cathy’s lichaam krijgt.
Naam: Cathy
Leeftijd: 46 jaar
Woonduur: 9 jaar
Adres: Havikhorst
Woonsituatie: Alleen
Object: Tattoo van haar zoon
Renda ZW0007
Sinds 2019 woont Renda aan de Diepenhorst. Vanuit Syrië vluchtte ze samen met haar drie zoons naar Nederland. Haar oudste zoon woont nu in Duitsland, haar middelste zoon in Delfshaven en haar jongste zoon bij Blaak.
Renda woont alleen op de tweede etage van het flatgebouw, maar de twee kinderen die in Rotterdam wonen komen vaak bij haar op bezoek. Hoewel zij prettig woont aan de Diepenhorst heeft ze ‘s nachts weleens geluidsoverlast in de straat. “Soms is het hier druk en dat geeft problemen. Dan word ik wakker door harde muziek of van de herrie buiten.” Om haar rust te vinden is Renda graag bij het water. “Dan nemen mijn kinderen me mee en wandelen we naar het stukje water bij het metrostation. Ik vind het ook fijn om daar gewoon rustig te zitten.”
Tijdens de oorlog in Syrië hebben Renda en haar kinderen veel meegemaakt en zijn ze verschillende familieleden verloren. “Mijn zoons bellen mij vaak, bijna elke ochtend.
Maar ik vind het niet altijd makkelijk om erover te praten. Je bent toch hun moeder en zij blijven je kinderen.” Het meest op haar gemak is Renda in haar eigen huis “Omdat ik snel moe ben en last krijg van mijn lichaam moet ik het langzaamaan doen.” Gelukkig wordt ze veel geholpen door haar zoons, die op zaterdag de zware boodschappen voor haar doen. “Het liefst heb ik mijn gezin naast mij. Dan zijn we samen en kook ik. Ik kan alles koken, maar het allerliefst kook ik Syrisch.”
Naam: Renda
Leeftijd: 46 jaar oud
Woonduur: 5 jaar
Adres: Diepenhorst
Woonsituatie: Alleen
Darryl woont op de begane grond van een flatgebouw. Wanneer we aanbellen en Darryl opendoet nodigt hij ons haastig uit om binnen te komen. Hij moet dringend terug naar zijn woonkamer, waar hij midden in een online spelletje zit. Nadat hij het spel heeft voltooid, legt hij zijn telefoon weg en begint te vertellen.
“Ik woon al heel lang in deze wijk, wel 30 of 40 jaar”, begint Darryl. “Eerst woonde ik achter de Beijerlandselaan, en nu hier. Hier is het goed, alle buren zijn goed.” Darryl werd 63 jaar geleden geboren op Curaçao. Na een moeilijke periode in zijn leven kwam hij in deze wijk terecht. Over die periode wil hij liever niet praten, maar over de wijk praat hij met plezier. Hij vindt de buurt geweldig. “Alle buren letten op elkaar en zorgen voor elkaar”, vertelt hij. “Als ik bij het raam sta te dromen en een buurman ziet me staan, dan belt hij meteen aan. ‘Hoe gaat het met je?’ vraagt hij dan, omdat hij weet dat ik ziek ben. Hij doet boodschappen voor me, net als andere buren.”
Door zijn ziekte kan Darryl niet meer naar buiten. Vijf maanden geleden onderging hij een operatie, maar hij heeft nog steeds veel pijn. Gelukkig krijgt hij veel hulp van zijn buren. “Mensen zorgen voor alles,” zegt hij dankbaar. Het contact met zijn buren gaat via het raam. Hij opent zijn raam en leunt
naar buiten, en zo ontstaan de gesprekken. Ondanks dat hij zijn huis niet meer verlaat, vermaakt hij zich met spelletjes, het verzorgen van zijn vissen en het praten met de buurt via het open raam.
Het huis van Darryl is versierd met schilderijen van leeuwen en twee grote porseleinen beelden van tijgers. Leeuwen en tijgers zijn zijn lievelingsdieren; ook zijn sterrenbeeld is Leeuw. Darryl wil graag op de foto met de beelden. Snel trekt hij een t-shirt aan en neemt een trotse houding aan voor de camera.
Darryl’s leven is misschien beperkt tot de muren van zijn huis, maar dankzij de zorg en het gezelschap van zijn buren, televisie en online spelletjes haalt hij plezier uit de kleine dingen van het leven.
Naam: Darryl
Leeftijd: 63 jaar
Woonduur: 13 jaar
Adres: Diepenhorst
Woonsituatie: Alleen
Abdullah ZW0009
Naam: Abdullah
Leeftijd: 63 jaar oud
Woonduur: 13 jaar
Adres: Diepenhorst
Woonsituatie: Samen met partner
“We zijn maar voor even hier op aarde. Wat we hebben aan bezittingen maakt niks uit. Het gaat alleen om goeie woorden. Die kunnen we aan elkaar geven. Goeie woorden, en goeie daden; voor elkaar zorgen. Dat is alles wat we hebben. We zijn hier maar voor even. Zestig of tachtig jaar hooguit. Ik heb geen klachten. Nee, ik heb helemaal geen klachten”, aldus Abdullah.
Abdullah staat op straat voor zijn huis aan de Diepenhorst tegen zijn auto aangeleund, terwijl hij deze woorden uitspreekt. Zijn partner, Sakina, loopt op en neer en brengt hun zojuist gehaalde boodschappen naar binnen. Ze wonen op de vierde verdieping en Abdullah vertelt dat dat zonder lift moeilijk aan het worden is. Hij wordt ouder en heeft hartproblemen, astma en een recentelijk vastgestelde tumor in zijn keel. Maar snel benadrukt hij weer, hij heeft geen klachten.
Abdullah is geboren in Marokko. Toen hij vier jaar oud was vertrok zijn vader naar Nederland om te werken. Op twintigjarige leeftijd volgde hij, samen met zijn moeder, zijn vader naar Nederland om ook te gaan werken. Zijn ouders zijn inmiddels al meerdere jaren overleden. Met zijn ex-vrouw heeft hij twee kinderen. Zij hebben inmiddels hun eigen gezinnen en wonen in andere delen van de stad, maar komen geregeld langs. Hij is trots op zijn kinderen. Nadat zijn relatie met zijn ex-vrouw stuk liep, konden ze niet langer samen in hun vorige woning in Lombardijen verblijven. “Dus of ik moest weg, of zij. Ik ging, en had toen vier jaar geen huis. Ik sliep hier wat, daar wat. Toen kon ik hier komen wonen. Dit was goed.” Hij vertelt hier duidelijk en rustig over.
Inmiddels woont hij dertien jaar aan de Diepenhorst, en is hij samen met Sakina. De relatie met zijn buren vindt hij goed, iedereen gaat volgens hem respectvol met elkaar om. Weer de nadruk: helemaal geen klachten. Met dat mantra beweegt Abdullah zich door de dag, waar hij nu ook wel weer mee door wil. Wie wij precies zijn en wat we met zijn verhaal willen is hem niet helemaal duidelijk, maar toch heeft hij even de tijd genomen om zijn verhaal te delen. We schudden elkaar de hand, en hij loopt de trap op naar boven.
Jinku woont al 45 jaar aan de Havikhorst. Via haar balkon van de woning op de begane grond raken we in gesprek. Ze is gekleed in een kleurrijke, met bloemen geborduurde, loshangende jurk en spreekt me met een stralende lach aan. Ze heeft op dit moment niet de tijd om uitgebreid met me te spreken; haar man is binnen aan het eten en ze gaan zo even naar de markt. Een beetje eten kopen, mensen kijken én mooie zomerjurken. De zomerkleren komen deze weken in Nederland nog van pas, maar zijn vooral geschikt voor wanneer ze eens in de zoveel tijd weer op vakantie kan naar Suriname, waar ze is geboren. Als kind kwam ze met haar familie naar Nederland en ze zou zich ook nergens anders dan hier kunnen zien wonen. Dit is haar thuis, waar ze haar kinderen, kleinkinderen en verdere familie heeft. “Maar voor een vakantie is het fijn, heel fijn”, vertelt ze met haar aanstekelijke lach.
Naast een uitstapje naar de markt is haar tijd vooral gevuld met bezoeken naar het ziekenhuis. “Morgen moet ik weer. Bloedprikken. Het is zo een lijst, de dingen die ik allemaal heb. De dokters daar die zeggen het ook, als ze mij spreken: ‘Wat een lijst! Ja, en met de diabetes wordt het allemaal alleen nog erger.” Aan hobby’s komt ze daardoor niet meer toe. Vroeger had ze die wel, zegt ze, maar nu is daar geen energie meer voor. Jinku heeft haar hele werkende leven als zorgverlener gewerkt, dat is inmiddels ook al weer een tijd geleden.
In de wijk voelt ze zich alleen gelaten. Ze wijst me op de verschillende plastic verpakkingen die op het grasveld om mij heen verspreid liggen. “Mensen gooien hier alles naar beneden. Het maakt ze niks uit. En je kan er niks over zeggen, helemaal niks. Dan worden ze boos.” Vroeger had Jinku nog contact met de wijkagent die langskwam, dat gaf haar rust en verbinding, daar kon ze haar verhaal kwijt en voelen dat er wat mee gedaan zou worden, maar die komt niet meer.
Ik leg haar kort uit wie ik ben, en wat wij doen met de Wijkcollectie. Als het gaat om de muurschilderingen begrijpt ze het beter. De twee die er al zijn vindt ze mooi. Ik vraag haar of die schilderingen haar meer verbinding met de wijk hebben gebracht, daar lacht ze om. “Nee hoor, dat niet. Je kijkt er even naar, en het is mooi, maar ja, dan gaat het leven ook weer verder.” In Jinku’s geval met genoeg kleur en met een lach op haar gezicht.
Naam: Jinku
Leeftijd: 65 jaar
Adres: Havikhorst
Woonduur: 45 jaar
Woonsituatie: Samen met haar man
Jeanny ZW0011
Naam: Jeanny
Leeftijd: 74 jaar
Adres: Diepenhorst
Woonduur: 55 jaar
Woonsituatie: Alleen
Jeanny woont al 55 jaar in de Horsten. Toen ze twee kinderen kreeg verhuisde ze van een drie- naar een vierkamerflat. Inmiddels zijn de kinderen het huis uit, ze hebben beiden een huis gekocht, en woont ze alleen. Gelukkig wonen de kinderen dichtbij. Jeanny vindt dat fijn, hoewel ze niet begrijpt waarom haar kinderen in deze buurt zijn gebleven. “’Ga lekker naar Rhoon of Barendrecht’, zeg ik vaak tegen ze, maar ze kiezen ervoor om dicht bij mij te blijven wonen.”
Jeanny is nu 74 jaar en helaas ziek geworden, waardoor ze veel moet rusten. “Ik heb goede en slechte dagen”, vertelt ze. Ze vindt dat de wijk achteruit is gegaan. “Vroeger was het anders”, zegt Jeanny. De woningcorporatie, die ze nog steeds Vestia noemt, is volgens haar niet meer betrokken en doet weinig voor de bewoners.
Jeanny laat niemand binnen in haar huis. “Zag je dat vanochtend op het journaal?”, vraagt ze. “Verkleed als politieagenten komen ze je huis binnen en nemen alles mee. Nee, hier komt niemand naar binnen.”
Ondanks haar terughoudendheid beschouwen de andere buurtbewoners Jeanny als de moeder van de buurt. Als ze dat hoort, lacht ze verbaasd. “Nou, dat weet ik niet hoor”, zegt ze bescheiden.
Kees
ZW0012
Kees woont sinds 1982 aan de Diepenhorst en is sinds kort met pensioen. In de afgelopen 42 jaar was zijn appartement vooral een thuishonk. Als servicemonteur in de buitendienst voor de scheepvaart was hij vaak van huis en maakte Kees onregelmatige uren. “Het kon zo zijn dat ik naar mijn werk ging en ’s avonds gewoon weer thuiskwam, maar ik kon ook in de middag terugkomen om mijn koffer te pakken. Dan moest ik met het vliegtuig naar Swansea of met de taxi naar Antwerpen. Soms was ik drie tot zes weken van huis.”
De lange uren en het vele reizen waren geen probleem voor Kees. Analyseren en creatieve oplossingen bedenken voor zijn werk deed hij graag. Een schip kan pas verder als de problemen zijn opgelost. “Dat hoort bij de service. Je kan niet zeggen: ‘het is half vijf, ik ga naar huis.’ Als servicemonteur heb je geen horloge om.”
Aanvankelijk had hij een andere passie. “Ik heb betaald voetbal gespeeld tot aan het tweede elftal van Feyenoord, en later nog bij FC Vlaardingen.” Dankzij zijn vader werd Kees servicemonteur. “Je moet in het voetbal eigenlijk doorbreken.
En vroeger werd er niet zo betaald als nu, dus moest je op een gegeven moment kiezen. Ik werkte al in de vakantie bij mijn vader en van hem heb ik alles geleerd.”
Kees is na zijn pensioen niet in een zwart gat gevallen nu zijn drukke bestaan weg is. “Omdat ik een nieuwe heup heb gekregen was ik het laatste jaar aan het werk in de werkplaats en al veel thuis.” Nu helpt hij op de bedrijfsschool nieuw talent en staat hij klaar voor vrienden die wel wat hulp kunnen gebruiken met klussen. Ook is er misschien ruimte voor een volgende droom. “Vroeger speelde ik trammetje, dus het allerliefst zou ik nog twee jaar trambestuurder worden.”
Naam: Kees
Leeftijd: 67 jaar oud
Woonduur: 42 jaar
Adres: Diepenhorst
Woonsituatie: Alleen
Isabella ZW0013
We spreken Isabella beneden op het veldje achter hun woonblok, waar ze met haar broertje en twee andere jongens uit de wijk aan het spelen is. Ze heeft een onderzoekende en ondernemende houding en zodra ze een beetje weet wie we zijn, gaat ze meteen haar moeder vragen of zij mee wil doen met de interviews. Isabella rent voor ons uit de trap naar boven. Haar moeder vertelt goedmoedig dat ze daar, met de baby op haar armen, haar twee kinderen buiten en eten op het aanrecht, geen tijd voor heeft. “Maar Isabella vindt het vast leuk, die houdt van praten.”
“Ik ga zo naar oma en opa, en papa is op werk!” Wat voor werk hij doet weet ze niet. Ook weet ze niet waar ze woonden voordat ze hier kwamen, maar wel dat ze verhuisden toen ze vier was. En dat dit nu haar thuis is. Als ze nog eens kon verhuizen dan zou ze dat wel doen, maar alleen naar het huis bovenaan het flatgebouw aan de overkant van de straat. Daar hebben ze mooiere ramen vindt ze, en een mooier uitzicht. Maar haar vriendjes en vriendinnetjes zou ze niet willen missen, want met hen kan ze spelen en snoepjes delen. Daarom wil ze als ze later groot is een snoepjeswinkel worden, dan kan ze de hele dag door haar snoepjes delen.
Naam: Isabella
Leeftijd: 7 jaar
Woonduur: 3 jaar
Adres: Havikhorst
Woonsituatie: Samen met ouders en 2 jongere broertjes
ZW0014
Stichting Salaam is gestart in 2000 in Rotterdam Bospolder Tussendijken. Oprichtster Rahma Hulsman merkte dat er in haar wijk veel schaamte was over leven in armoede, ook binnen de moslimgemeenschap. Tijdens vrouwenbijeenkomsten nam iedereen iets te eten mee. De vrouwen stopten het eten in tasjes en plaatsten die voor de deur. Mensen die het eten het hardst nodig hadden konden een tasje meenemen.
Inmiddels is de Islamitische voedselbank uitgegroeid tot een organisatie met zeven uitdeellocaties in Rotterdam en omgeving. Ze voorzien gezinnen van allerlei achtergronden van (halal) voedselpakketten en andere spullen. Daarnaast heeft de Stichting sinds december 2023 een Rotterdamse Voedsel Service (RVS) bus. Deze rijdt vijf keer per week elke dag naar een andere wijk waaronder Zuidwijk. Het aantal mensen dat langskomt blijft elke dag groeien. Rahma: “Het zijn toch een beetje de vergeten wijken van Rotterdam.”
Rahma en Maud weten van tevoren niet hoeveel mensen er precies gaan komen. Rahma: “Het kan zomaar zijn dat er bij een locatie 60-70 mensen staan. De afgelopen periode konden mensen zonder aanmelding gebruik maken van de bus, dit willen we in de toekomst gaan veranderen naar een intake. Dan weet je wat er speelt en wat ze misschien nog meer nodig hebben naast eten.”
Het eten in de pakketten bestaat voor een groot gedeelte uit reststromen die door Hotspot Hutspot wordt opgehaald bij verschillende bedrijven zoals supermarkten, de groothandel en een bedrijf dat maaltijdboxen maakt. Rahma: “We proberen altijd een mix te maken met brood, groente en fruit en houdbare producten.”
Stichting Wijkcollectie Wijkverhalen als levend erfgoed van de wijk
Nieuwsgierig blijven
ZW0015
Naam: Anoniem
Woonduur: 70 jaar
Adres: Diepenhorst
Woonsituatie: Alleen
“We hebben hier altijd samengewoond.” Na een huwelijk van meer dan zestig jaar is het een flinke verandering om alleen te zijn in De Horsten. Toch benadrukt mevrouw dat ze wel meer grote veranderingen heeft meegemaakt. “Toen ik opgroeide reed de paardenkar door het park. Er waren nog geen koelkasten; het ijs werd gebracht in grote blokken op de kar. Ik zie de blokken ijs nog liggen.” Het zijn veranderingen, benadrukt mevrouw. “Zo moet je het zien. Ik ben een optimistisch mens. Je moet het niet zien als dingen die je bent verloren in de jaren, maar dingen die veranderen.”
Optimisme is onderdeel geworden in de levenshouding van mevrouw. Op een kwetsbare jeugd met kinderziektes na, was ze redelijk gezond. “Ik hoefde niet naar de dokter, totdat ik begin veertig was.” Een plotse kankerdiagnose gaf veel schrik, zeker omdat mevrouw haar eigen moeder verloor aan dezelfde ziekte. “Toen ging ik wel kapot van de zenuwen. Niet alleen mijn moeder, maar ook mijn zussen, die tussen de veertig en vijftig jaar waren, overleden aan kanker.” Na een operatie, bestraling en vele jaren van controles hoefde ze niet meer terug te komen naar het ziekenhuis.
In die grote veranderingen heeft mevrouw geleerd wat haar in angstige momenten rust geeft. “Als de bloemetjes weer terugkomen in het voorjaar of als ik de vogeltjes zie dan geniet ik van alle kleuren en al het schattigs. Ik probeer zoveel mogelijk de natuur te zien en te volgen.” Op haar leeftijd betekent dat geen wandelingen meer door het bos of andere tripjes. “Ik kijk naar de veranderingen vanuit mijn raam en volg zoveel mogelijk natuurdocumentaires op tv. Het gaat erom dat je nieuwsgierig blijft.”
Farina woont sinds tien jaar in haar huidige woning, samen met haar man en zoontje. “Anderen, die hier dan misschien al twintig jaar wonen, vinden dat het heel erg is veranderd hier, vervallen. Maar wij wonen gewoon fijn hier. Ik heb alles wat ik nodig heb, het is lekker rustig, de winkels zijn dichtbij, het openbaar vervoer ook.” Farina houdt ervan haar eigen gang te kunnen gaan en vindt het juist fijn dat mensen in de straat zich niet te veel met elkaar bemoeien.
Op de vraag waar ze het meest trots op is, antwoordt Farina rustig: “Mijn doorzettingsvermogen.” Hun zoontje werd drie maanden te vroeg geboren en is daarna erg ziek geworden. Hij groeit nu op met extra zorgbehoeftes, waardoor Farina en haar vriend zich vrijwel fulltime op hem moeten richten. Terwijl we dit gesprek hebben bungelt hun zoontje met zijn benen van het kinderstoeltje waar hij op zit, terwijl zijn vader hem wat te eten geeft. Toch heeft Farina in haar professionele leven altijd doorgezet en heeft ze nu een vaste baan weten te vinden, die haar rust en stabiliteit geeft.
Farina laat ons een doos met de eerste spullen van haar zoontjes zien. Het blijft wonderbaarlijk hoe klein hij was toen hij geboren werd en hoe ze als gezin al de onzekerheden van die eerste jaren hebben doorstaan. Deze middag hebben ze even de tijd om met zijn drieën te zijn, voordat haar vriend in de avond gaat werken. Misschien even wandelen, en genieten van het lekkere weer.
Naam: Farina
Leeftijd: 36 jaar
Woonduur: 10 jaar
Adres: Diepenhorst
Woonsituatie : Samen met haar man en zoontje
Denise ZW0017
Naam: Fahria
Leeftijd: 60
Woonduur: 30 jaar op dit adres, daarvoor circa 10 jaar op een ander adres in de Horsten
Adres: Diepenhorst
Woonsituatie: Alleen
De 52-jarige Denise is erg betrokken bij de buurt door haar werk bij Inloophuis Zuidrijk. Daar staat ze op vrijwillige basis twee keer in de week in de keuken om warme maaltijden te koken voor de buurt.
Het is inmiddels vijf jaar geleden dat ze hier kwam wonen en ze vertelt dat ze hier erg gelukkig is, gelukkiger dan ooit ervoor. “Het is hier echt rustig, er zijn soms avonden waar ik gewoon niks hoor. Dat is zo fijn. En toch is alles in de buurt: het park, de winkels, mijn vrienden.” Dit appartement is het eerste huis dat ze sinds haar 28ste haar eigen plek kan noemen. Na het overlijden van haar toen 47-jarige moeder raakte ze dakloos. Samen met haar dochter werd ze opgevangen bij het Leger des Heils in Rotterdam. Daar heeft ze de twintig jaar voordat ze in de Havikhorst kwam begeleid gewoond. In die tijd begon ze met koken en haalde daar veel plezier uit. Uiteindelijk rondde ze een chef opleiding af en kookte twaalf jaar lang voor het Leger des Heils.
Met het taboe wat op dakloosheid rust, blijft ze geconfronteerd worden, in de reacties van mensen die ze erover vertelt. Maar tegelijkertijd voelt ze heel sterk dat ze die periode achter zich gelaten heeft, dat ze er veel van heeft geleerd en nooit meer terug zou gaan naar hoe ze vroeger in het leven stond. De kracht van haar overtuiging is voelbaar, en het is mooi om te zien hoe ze hier in de afgelopen jaren een gevoel van thuis, een hechte gemeenschap en een waardevolle positie in de wijk heeft opgebouwd.
Naam: Denise
Leeftijd: 52
Woonperiode: 5 jaar
Adres: Havikhorst
Woonsituatie: Samen met haar dochter
Fahria weet precies wie ze is en wat in haar leven van belang is. Na een paar zinnen te hebben gewisseld is het mij ook duidelijk: haar leven draait om familie, dat is haar rijkdom. Ze heeft een grote familie, vier broers, neven en nichten, haar twee kinderen en drie kleinkinderen. Een groot aantal van hen wonen bij haar op loopafstand. Haar zoon woont aan de overkant van de grote straat die de horsten scheidt van de burgen. Hij is net getrouwd en heeft een huis gekocht. Voor de bruiloft reisde de hele familie naar Turkije waarvandaan Fahria als kind met haar ouders mee naar Nederland emigreerde. Het was een grootse en schitterende bruiloft. Fahria laat me foto’s en filmpjes zien en ik word door de beelden getransporteerd naar een wereld die ver afstaat van het grasveldje tussen de Havikhorst en Diepenhorst, waar we nu zitten.
Terug naar Turkije zou ze niet willen, vertelt ze me. “Iedereen is hier, kinderen, kleinkinderen, broers, iedereen, alleen mijn ouders zijn al weg, dat is heel moeilijk.” Ze is tevreden met de kennissen om haar heen, een gemeenschap van andere vrouwen met wie ze gaat wandelen en theedrinken. Op woensdagavond gaan ze eten bij Inloophuis Zuidrijk. “Alles is voor mij hobby. Beetje wandelen, vrienden zien, familie zien, goed leven.” Wanneer ik haar vertel dat ze een goeie energie heeft verbaast dat haar niks, alsof ze zich daar door en door bewust van is. Ze leunt relaxt achterover en zegt: “Altijd, altijd heb ik goeie energie.”
ZW0019
Naam: Dushi
Woonduur: 8 jaar
Adres: Havikhorst
Bewoners: Samen met zoon, dochter en hond
Dushi is aan het telefoneren en gebaart dat ik binnen kan komen, ze komt zo bij me. In de hoek van de kamer staat een kennel met daarin een puppy van vier maanden oud. Hij is nu al enorm en zal nog doorgroeien. Zijn vacht is glanzend grijs, net als het meubilair en de muren in de kamer. “Neem me niet kwalijk voor de rommel!”, zegt Dushi vrolijk, nadat ze klaar is met haar telefoongesprek en naast me komt zitten op de bank. “Gisteren hadden we een filmavond met z’n drieën, de kinderen zijn net naar school en ik had nog geen tijd om op te ruimen.”
Dushi woont nu acht jaar in de Havikhorst, het was haar eerste eigen huis na een periode van dakloosheid. Langzaam richtte ze haar huis in en creëerde ze een thuis. Met trots kijkt ze nu om zich heen. “Dit alles is stap voor stap gegroeid, en nu heb ik echt een plek voor mezelf en mijn kinderen.”
In de wijk ziet ze verbetering, maar toch gaat het haar te langzaam. “Toen ik hier kwam wonen was het echt geen goede buurt, veel geweld, messteken, schietpartijen, de kinderen konden niet veilig naar buiten. Ongeveer twee jaar geleden hebben ze dat aangepakt. De rust is fijn, begrijp me niet verkeerd, maar het is ook te rustig. Nog steeds komt niemand naar buiten en nog steeds voelen mensen zich in de steek gelaten omdat er niets te doen is.”
Zelf zou Dushi graag iets willen organiseren om mensen bij elkaar te brengen. Gedurende haar tijd bij het Leger des Heils volgde ze een horecaopleiding en maakte ze, sinds ze hier is komen wonen, graag hapjes voor de buurt. “Want zie je, eten brengt mensen bij elkaar!”, daar is ze van overtuigd. Met de uitkering die ze krijgt kon ze het helaas niet volhouden om zelf voor alle ingrediënten te betalen. Nu zoekt Dushi andere wegen om de buurt weer bij elkaar te brengen.
Haar grootste passie is om een betere toekomst te creëren voor de kinderen in de wijk. “Een kind wil buiten zijn en leren van andere kinderen. Je kan in het huis je best doen, maar dan nog is het niet genoeg. Een fijne omgeving waar kinderen van de buurt samen kunnen spelen, elkaar kunnen uitdagen en kunnen groeien is van enorm belang. Daar wil ik me graag voor inzetten.”
ZW0020
Een enkel glijbaantje staat onder de kastanjeboom tussen de Havikhorst en Diepenhorst. Alleen de duiven en kraaien maken er gebruik van, door er vanuit hun plek in de boom af en toe wat vogelpoep op achter te laten. Zo veel verschillende stemmen uit de Horsten benadrukken dezelfde boodschap: ze willen een betere speeltuin voor de kinderen. Op een ochtend leidt bewoner Dushi mij langs de verschillende speeltoestellen van de Horsten. Het opmerkelijkste is dat elk speeltoestel ergens in zijn eentje is geplaatst. “Denk eens na, als je hier een draaistang plaatst en achter het volgende gebouw pas de glijbaan, hoe gaan de kinderen dan samen spelen?” Het klimrek verder achter de glijbaan nodigt evenmin uit, overal groeien mossen en schimmels op het rek. “Het wordt ook niet onderhouden. Ik zou graag een gezamenlijke schoonmaakactie organiseren, maar ja, niemand wil er toch verantwoordelijkheid voor nemen uiteindelijk.”
We lopen verder naar een iets meer afgeschermd veldje achter de Diepenhorst. Daar staan de glijbaan en de wip in hetzelfde veldje, niet onder een boom, maar toch voelt het alsof de twee objecten achteloos zijn neergezet in het gras, doordat ze zich van elkaar afkeren.
Dan neemt Dushi me mee naar het speelpleintje dat vrij recentelijk bij de Nederhorst gebouwd is. Mooie schone houten constructies waarop geklommen en geschommeld kan worden, allemaal op een plek verzameld. Het kan dus wel, alleen niet voor de Hoge Horsten. “Hier gaan de kinderen wel spelen. Maar het probleem is, als je ziet dat er in die buurt wel mooie speeltoestellen zijn en bij ons in het veld wordt het verwaarloosd, hoe ga je je dan voelen als kind? En voor de moeders is het ook moeilijker, het is gewoon het fijnst als je je kinderen voor de deur kunt zien spelen!”
Veel ouders, en ook de jeugd die in de Horsten zijn opgegroeid, zijn het hier mee eens. “Bouw alsjeblieft gewoon een schommel erbij, in plaats van nog een muurschildering”, drukt een moeder ons op het hart. “Toen ik jong was, was er meer, en speelden we hier gewoon voor het huis, nu is er niks meer voor de kinderen”, vertelt een andere jonge vrouw die in de wijk is opgegroeid. En keer op keer in het kort wanneer we vragen wat mensen in de wijk zouden willen zien is het eerste en overduidelijke antwoord: “Meer voor de kinderen.”
Stichting Wijkcollectie Wijkverhalen als levend erfgoed van de wijk
Stichting Rijnmond Actief
ZW0021 & Buurtcoach Marco ZW0022
“Het regent in de ochtend, dus het is een gezegende ochtend”, zegt Dushi vrolijk, terwijl we door de straten van de Horsten lopen op weg naar de locatie Rijnmond Actief. We zijn een komisch drietal eigenlijk, Marco, Dushi en ik. Marco is de rustige buurtcoach die elke dag uit Zwijndrecht naar Zuidwijk komt om hier de mensen met elkaar in contact te brengen. Dushi is de levendige bewoonster van de Havikhorst, die gedurende de acht jaar dat ze hier, als alleenstaande moeder van drie kinderen, woont, erg gepassioneerd is geraakt om een betere leefomgeving te creëren voor de jeugd. En ik, ik ben de jonge, idealistische kunststudent en stagiair van de Wijkcollectie met mijn missie om verhalen op te halen. Drie mensen met verschillende achtergronden, die op dit moment hier worden samen gebracht rondom hetzelfde vraagstuk: hoe geef je opnieuw ruimte aan gemeenschapskracht in een wijk die veel heeft moeten doorstaan?
Stichting Rijnmond Actief is gevestigd in een oud volleybal complex op loopafstand van de Hoge Horsten. Buurtcoach Marco heeft daar zijn basis, vanuit waar hij bewoners van de Horsten en deKampen bezoekt om gesprekken met ze aan te gaan. Het werk als buurtcoach doet hij nu sinds een half
jaar. Marco: “Het is erg uitdagend werk, vanwege de vraagstukken over wat een gemeenschap nou precies nodig heeft. Een ontmoetingsplek is hierbij van uiterst belang.” Hij ziet een sterke potentie in de oude volleybal vereniging die nu is omgetoverd tot beginnend buurthuis. De sportvelden zouden weer benut kunnen worden, en de hoop is om een muur af te breken en gezamenlijk een uitbouw te bouwen die als huiskamer kan functioneren voor alle buurtbewoners. “Dan hebben mensen een ontmoetingsplek, en daaruit kan weer zo veel meer voortkomen.” Marco vertelt mij dat Zuidwijk vroeger een buurthuis had, maar dat dat een paar jaar geleden is afgebroken. Op de vraag waarom is het simpele antwoord: “Bezuiniging. Maar het idee leeft echt nog voort in de verhalen van de bewoners, daar komen ze steeds weer op terug als je met ze over de gemeenschap praat, hoe fijn het was toen het buurthuis er nog was, en wat daar allemaal gebeurde.”
Adres Rijnmond Actief: Boekenstein 1
Op kleine schaal maken we de potentie van een ontmoetingsplek vanochtend al mee. Wanneer we binnen komen lopen heerst er een warme en rustige sfeer. We krijgen een kopje koffie aangeboden en een jonge vrouw uit Rotterdam-West, die hier in de buurt in de ouderenzorg werkt, vertelt ons over haar initiatief. Iedere donderdagochtend houdt ze een koffieochtend om eenzaamheid bij de ouderen te verminderen. De hoop is dat mensen hier dan eens in de week gezellig samenkomen. Ze drukt ons een flyer in de hand, waaruit ik opmaak dat het onderdeel is van Stichting de Zoete Inval Taman Indah. De koekjes zijn in ieder geval aanwezig, maar de ouderen nog niet. Tot nu toe is het moeilijk om mensen uit de buurt te betrekken. Meteen geeft Dushi wat tips. “Het is belangrijk om het leuk voor de ouderen te maken. Kijk je kan hier ook sjoelen, dat vinden de ouderen echt leuk. En als je de jongeren er ook bij haalt met een activiteit die mensen samenbrengt, dan gaat het wel lopen.” Ze gaan naast elkaar zitten en er volgt een lang strategisch gesprek tussen de twee vrouwen over wat ze hier zouden kunnen organiseren.
In de tussentijd praat ik wat met Rashid, die samen met een andere man aan de bar koffie drinkt. Hij is hier voor een ander initiatief en legt mij uit over het klus- en fietsmaakcollectief, gevestigd bij Rijnmond actief. Mensen in de bijstand die graag met hun handen bezig zijn kunnen hier aan de slag om de buurtbewoners te helpen met klusjes. Er is een systeem
opgebouwd door WMO Radar waarin buurtbewoners kunnen aangeven bij welke klussen zij hulp kunnen gebruiken. Anderen die over de benodigde vaardigheden beschikken kunnen dan hier het gereedschap lenen om hen te helpen. Zo leren mensen elkaar kennen en kan er kennis worden uitgewisseld binnen de wijk. “Ook worden hier oude fietsen opgeknapt, die buurtbewoners dan gratis kunnen ophalen”, vertelt Rashid trots. Hij heeft veel ervaring met klussen en bouwen, maar kan al een lange tijd geen werk vinden. In zijn werkplaats in de containers om de hoek bloeit hij helemaal op en poseert met een brede lach voor een foto.
In de container naast hem is een opslagplaats van kleding. Deze wordt beheerd door Janne die, net terwijl wij onze jassen pakken om weer te gaan, binnen komt lopen. Marco stelt Dushi en Janne aan elkaar voor: Dushi uit de Horsten en Janne uit de Kampen. Ze hebben elkaar nog niet eerder ontmoet. Janne heeft een kledingruilbeurs opgezet, die om de twee weken plaatsvindt. Zo krijgt de ingeleverde kleding weer een nieuw leven. Dushi benadrukt dat ze het een mooi initiatief vindt. Ze vindt het fijn om anderen uit de buurt te leren kennen die ook bezig zijn met het opbouwen van initiatieven in haar wijk. Zo stappen we weer vol goede moed de regen in, terug naar huis. Ik voel de waarheid van Dushi’s uitspraak, over de gezegende ochtend.
Stichting Wijkcollectie Wijkverhalen als levend erfgoed van de wijk
Bij inloophuis ZuidRijk ben je welkom voor allerlei activiteiten. Doordeweeks zijn hier inloopdagen voor koffie, thee, spelletjes en andere dagbesteding. Op woensdagavonden is er een warme maaltijd, waar iedereen uit de buurt kan aanschuiven, voor maar 5 euro. Voor wijkbewoner Denise is dit een hele belangrijke plek. “Als je elke week, onafhankelijk van hoe je je voelt, steeds met elkaar rond een tafel gaat zitten en eten, dan word je toch een beetje familie van elkaar.”
Vandaag wordt lasagne gemaakt, met tomatensoep vooraf en als toetje vla. Langzaamaan komen mensen binnenstromen, veel mensen zijn er elke week en hebben ondertussen een vaste plek. De sfeer is warm, er wordt een beetje bijgepraat, er worden grapjes gemaakt, en zo nu en dan roepen mensen die rond andere tafels zitten ook wat naar elkaar.
Voordat we gaan eten is er een korte toespraak en wordt er gebeden als dank voor het eten en voor de gemeenschap. De vrouw die het gebed leidt noemt de namen van mensen die normaal gesproken ook komen, maar nu ziek zijn. Tijdens het eten worden recepten voor lasagne uitgewisseld. Als je honger hebt kan je nogmaals opscheppen, of als je vol zit eet iemand anders je bord leeg. Ik reflecteer op hoe belangrijk het is om zulke gezamenlijke eetgelegenheden te hebben, en ook ik voel me goed gevuld, in mijn maag en hart, van deze avond. Als buitenstaander word ik meteen opgenomen in deze gemeenschap, en dat zal voor veel mensen uit de omgeving iets heel belangrijks zijn.
Hef Wonen
ZW0024
Naam: Annelijn Boender
Beroep: Projectleider wijken en beleid bij Hef Wonen
De Horsten is een buurt met kansen voor groei en ontwikkeling. Er is behoefte aan meer verbinding tussen bewoners en ondersteuning voor gezinnen die dat kunnen gebruiken. Soms vragen situaties om extra aandacht, met duidelijke afspraken en persoonlijke begeleiding. Hef Wonen zet zich in voor positieve verandering, met fysieke verbeteringen en initiatieven die de sociale samenhang versterken.
Huizen worden gerenoveerd en nieuwe woningen gebouwd. Daarnaast probeert de woningcorporatie ook de samenhang in de buurt te versterken. Annelijn Boender, projectleider wijken en beleid bij Hef Wonen, en haar team, werken daarbij samen met andere organisaties en bewoners. Haar functie is nog niet zo lang geleden ontstaan. Door financiële problemen in het verleden kon Hef Wonen minder doen dan ze wilde. “Door flinke bezuinigingen konden we bijvoorbeeld achterstallig onderhoud niet aanpakken.”
Woningcorporatie Hef Wonen beheert veel sociale woningen en vindt het belangrijk dat mensen zich goed voelen in hun buurt. Niet alleen de kwaliteit van de huizen is belangrijk, maar ook de band tussen bewoners. Een goede buitenruimte is daarbij belangrijk. “In het verleden is de invulling van buitenruimtes wellicht te functioneel benaderd”, zegt Annelijn. Ze geeft aan dat Hef Wonen in de toekomst samen met bewoners wil bekijken hoe ze de buitenruimte kunnen inrichten. De wensen en ideeën van de bewoners moeten hierbij het uitgangspunt zijn.
Een concreet voorbeeld van de inzet van Hef Wonen, in samenwerking met Wmo radar, is de inzet van buurtcoach Marco. Volgens Annelijn heeft de komst van Marco ervoor gezorgd dat sommige bewoners, vooral geïsoleerde bewoners, nu een eerste stap zetten naar meer contact met anderen.
Op de lange termijn wil Hef Wonen de verouderde woningen vernieuwen of grootschalig renoveren. Dat is niet eenvoudig. Het is idealer als bewoners in hun eigen huis kunnen blijven tijdens de verbouwing, maar dat lukt niet altijd. Tijdelijk verhuizen kan voor bewoners veel stress geven.
Annelijn droomt van een De Horsten waar mensen niet hoeven te verhuizen bij renovatie, maar gewoon in hun huis kunnen blijven. Zij wil dat bewoners trots zijn op hun buurt en er graag willen wonen. De inzet van Hef Wonen, samen met andere partijen en de bewoners zelf, moet ervoor zorgen dat De Horsten een prettige plek wordt waar mensen zich thuis voelen.
Jongerencoach Marouane
ZW0025
Marouane werkt al 22 jaar als jongerencoach in Zuidwijk en Pendrecht, eerst bij stichting Thuis Op Straat (TOS) en nu bij Wmo radar. Zijn uitvalsbasis is de kleine openbare bibliotheek in buurthuis ‘Het Middelpunt’. “Het is niet veel wat ik kan doen aan de problematiek hier. Maar als ik contact maak met iemand, en diegene help op het goede pad te blijven, dan ben ik wel tevreden”, zegt hij bescheiden. Zelf is hij opgegroeid in Casablanca, waar hij op zijn zeventiende een contract kreeg als prof-voetballer. Door een knieblessure op zijn 25ste kwam Marouane in Zeist terecht om te revalideren en zijn levenspad te herwaarderen. “Ik volgde een opleiding om jongeren te gaan coachen met het leven in plaats van voetbal. Dat was een pittige periode, want alles was nieuw voor me, vooral de taal was moeilijk. Nu, twintig jaar later, blijkt wel dat dit echt mijn passie is.”
Marouane begeleidt vooral kinderen in groep 7 en 8 zodat zij sterk in hun schoenen komen te staan en om positieve rolmodellen te vinden. Buiten schooltijd kunnen zij lessen volgen en aan de hand van opdrachten persoonlijke en interpersoonlijke problemen uitwerken om daar vervolgens op een positieve manier mee leren omgaan. “Dat is echt een interessante leeftijd, waarin kinderen voor het eerst meer naar de oudere broers en zussen gaan kijken in wat ze willen doen. Veel jongeren in deze buurt, en ik overdrijf niet als ik
zeg negen op de tien, dromen meer van een grote auto en een goed huis dan iets anders. Dan is het moeilijk te beseffen dat zo’n leven niet zo toegankelijk is voor hen. Als je dan een oudere broer hebt die met het ‘ophalen’, in een keer driehonderd euro tot een ton verdient, dan wil je dat ook. En als die kinderen eenmaal in de drugshandel terecht komen, dan kom je er ook niet meer uit.”
Marouane richt zich vooral op het gebied tussen de Lage en Hoge Horsten, waarin de bewoners van de Lage Horsten, waar veel koopwoningen zijn, niks te maken willen hebben met de sociale huurders van de Hoge Horsten. Hij vindt dat als kinderen een klassenscheiding kunnen doorbreken en samen kunnen spelen, dat al veel goeds kan doen.
Naam: Marouane
Beroep: jongerencoach Zuidwijk en Pendrecht
Verlies en verandering
Op een balkon staan twee vrouwen te roken. Ze hebben eerder aangegeven geen interesse te hebben in het vertellen van hun verhaal, maar als ik langs hun balkon loop raken we kort in gesprek. Ik zeg dat ik goed kan begrijpen dat niet iedereen aan een wildvreemde zijn of haar verhaal wil vertellen. “Ja weet je, wij zijn hier pas net, en we willen ook zo gauw mogelijk weg hier”, is de reactie die ik daarop krijg. “Ohja? Waarom dan?”, vraag ik. “Ja wij komen gewoon uit West, daar hebben we ons hele leven gewoond, daar is ook al onze familie.”
Het is voornamelijk de wat oudere vrouw die met me praat, de jongere vrouw, die haar dochter blijkt te zijn, staat ernaast en knikt en lacht om steun te geven aan de woorden van haar moeder. Ze wonen hier met zijn zessen, een moeder en vijf dochters. De jongste dochters gaan nog naar school, de oudere dochters volgen hun moeder en gaan in de zorg werken, waar de moeder al jaren werkt.
“In West hebben we basketbalvelden, was het schoon, hebben we onze gemeenschap. Maar het werd gesloopt, dus we moesten eruit. Maar zo gauw we kunnen gaan we gewoon weer terug hoor. Ja, dat gaat echt wel komen, ons hart is daar, daar hebben mijn dochters ook hun vrienden.” Ze hebben geen interesse om samen met de wijk onderzocht te worden voor een creatief project, want ze voelen zich geen onderdeel van de wijk. Wel wensen ze me veel succes met het ophalen van alle verhalen.
Van Rotterdam West naar Zuid ZW0026
Naam: Anoniem
Woonduur: Nog kort
Woonsituatie: Moeder met 5 dochters
Naam: Mevrouw A.
Woonsituatie: Alleen
We bellen aan en mevrouw A. doet open. Als we ons introduceren valt een korte stilte, waarin ze ons van top tot teen bekijkt. “Nou, nee hoor, dat hoeft van mij allemaal niet meer.” Een tweede stilte, waarin we ons bedenken hoe we dit verder kunnen brengen, maar ze valt alweer in: “Nee, ik heb daar helemaal geen zin meer in. Verhalen over de wijk? Ik heb daar niks over te zeggen. Het is zo achteruitgegaan hier, niemand geeft meer om de wijk. Ik woon hier al meer dan dertig jaar, en ik herken het echt niet meer terug. Ik bedoel, kijk om je heen, overal ligt alles op straat, ze gooien alles op straat tegenwoordig. Ja dat krijg je dan, je hoeft ook maar kort om je heen te kijken om te weten dat ik ook de enige Nederlander ben die nog over is in de straat.”
We blijven beleefd en beamend en proberen aan te geven dat we haar perspectief daarover even waardevol vinden, onafhankelijk van hoe positief of negatief dat is. “Nee, het hoeft allemaal van mij echt niet meer. Nadat ook een paar maanden geleden mijn man plotseling overleed, toen m’n vader, en daarna was ook nog eens m’n hond ingeslapen, nu houd ik het allemaal wel voor gezien. Dat snappen jullie wel. Dan kunnen ze komen en gaan, met van die projecten voor de wijk, maar ik hoef er niks mee.”
Het is duidelijk, we willen ons niet verder opdringen en bedanken haar voor haar tijd en wensen haar veel sterkte en het beste toe.
Hoop op verandering ZW0028
Naam: Mevrouw B.
Woonsituatie: Moeder met drie kinderen
“Muurschilderingen? Ik zit daar echt niet op te wachten, ik heb liever nog een schommel erbij voor mijn kinderen”, roept mevrouw B. ons nog toe voordat ze naar binnen gaat. In eerste instantie wilde ze niet praten maar langzaamaan heeft ze toch de behoefte zich open te stellen. Ze vertelt me over haar drie kinderen, en hoe ze een jaar of drie geleden urgentie aan moest vragen en hier in de Horsten werd geplaatst. Ze vertelt me dat dit het ergste is wat haar had kunnen overkomen. “Ik voel me zo alleen hier, ik hoor hier echt niet. Mensen kijken mij ook aan en vragen me waarom ik hier ben. Ze zien dat ik hier zo erg niet pas, als jonge Nederlandse vrouw met een baan. Bijna iedereen is hier werkloos en blijft alleen maar binnen, met de gordijnen dicht. En ik werk gewoon, als juf op een basisschool.”
“Mijn kinderen hebben ook niemand om mee te spelen, het lijkt alsof ik de enige moeder hier ben. Of moeder van drie tenminste, of alleenstaande moeder. Ja bijna elke dag voel ik me er beroerd over, hoe dit mij heeft kunnen gebeuren. Maar nu ik eenmaal een huis aangeboden heb gekregen, sta ik weer onder aan de lijst en kan het weer jaren duren voordat ik ergens anders geplaatst zou kunnen worden. Ik voel me echt een slachtoffer, ja, echt een slachtoffer van het systeem.”
Ik probeer het gesprek een positieve wending te geven: “Dus zou het misschien iets positiefs op kunnen leveren als er wat nieuwe speeltoestellen zouden zijn voor de kinderen, zodat ze tenminste hier wat fijner kunnen buiten spelen?” Nadrukkelijk antwoordt ze: “Ja. Wat er nu is kan echt niet. Een klein glijbaantje, dat onder de boom is geplaatst, en daardoor helemaal onder de vogelpoep zit, en niet eens een schommel. Tuurlijk wordt er dan niet buiten gespeeld.
Maar een muurschildering? Doe dat alsjeblieft niet. Er zijn er al drie, en die zijn niet eens mooi.” Ga je er niet meer van betrokken voelen in de wijk?”, vraag ik. “Nee, echt niet. Het is alleen maar druk, en representeert mij niet, nee, ik vind ze ook niet echt mooi.”
“Waar is dit voor dan, als ik vragen mag?” We staan bij een luchtkasteel waar zijn dochtertje en drie kinderen van de Hoge Horsten aan het spelen zijn. “Het idee is om kinderen uit de buurt meer samen te laten spelen, vooral tussen de Hoge en Lage horsten”, leg ik uit. “Er is weinig contact tussen die kinderen. Spel kan misschien verandering brengen bij de jonge generatie.” Hij reageert fel: “Ik zie het punt niet. Het zijn echt andere mensen. Als daar mensen met pitbulls lopen en in de bijstand zitten, maar toch fatbikes kopen, kun je niet verwachten dat gezinnen hier contact zoeken.”
Het gesprek wordt onderbroken door Dushi, die haar dochter Kiki brengt. Dushi zet zich volledig in voor jongeren in haar buurt. Nu, met haar rode lippenstift, glanzend zwarte jas en energiedrankje, lijkt ze kwetsbaar naast de man die zo overtuigd is van autonomie. Ze kijken elkaar niet aan. Ik vraag me af of hij haar ook ziet als “een ander soort mens”. Dushi heeft een pitbull, zit in de bijstand, maar zal straks meehelpen met opruimen en morgen een Halloweenoptocht organiseren. “Ik spreek je later”, zegt ze tegen mij en loopt verder.
De man vervolgt: “Ik werk in vastgoedontwikkeling en zie hoe mensen schulden maken. Ze hebben niks, maar blijven kopen. Voor ons is het ook niet makkelijk. Mijn vrouw heeft een fulltimebaan aan de kinderen, dus leven we van één inkomen. Onze kinderen hebben tweedehands fietsen en eenvoudige kleding. Maar mensen in de bijstand krijgen vaak evenveel als met een laagbetaalde baan en blijven daar bewust in. Dan koop je toch die e-step of sneakers. Dat gedrag moet je aanpakken, niet de wijk.”
Naam: Anoniem
Woonsituatie: Vader met dochter
Verbondenheid en verschil ZW0029
Angelo ZW0030
Angelo staat op de stoep voor zijn huis met zijn dochtertje. Zij wil graag spelen. Kort daarna loopt een vriendje van haar school langs, samen met zijn moeder. “Papa, mag ik bij hem thuis spelen?”, roept ze vrolijk, nadat ze al halverwege naar zijn huis is meegelopen. “Ja is goed joh, ga maar!”, roept Angelo haar na.
Langzaamaan komt er tussen ons een kort gesprek op gang en vertelt Angelo dat hij al bijna tien jaar hier op de Bronkhorst woont. Hij woont er alleen, zijn dochtertje komt geregeld op bezoek. Dit is zijn eerste eigen huis in Nederland, waar hij kwam wonen nadat hij, na in 2015 uit Bonaire in Nederland te zijn aangekomen, een tijd met dertig man in het opvanghuis bij de Pauluskerk woonde.
Toen hij hier in de Bronkhorst terecht kwam vond hij het in het begin erg fijn. “Toen gebeurde er veel op straat, zoals barbecueën met zijn allen.” Nu kan dat volgens hem niet meer, omdat er nieuwe buren in het portiek zijn komen wonen die vaak klagen. “Ja ik ken hier iedereen”, zegt hij beslist, “maar
nee, we zien elkaar niet echt.” Hij zou graag weer ergens anders willen wonen. “Ik woon hier nu te lang, ik wil weer verandering en andere mensen leren kennen.”
Angelo zou graag werken, misschien als schilder of als kok, om iets meer te integreren in de maatschappij. Het is moeilijk om iets te vinden, maar hij houdt goede hoop. Verder houdt hij erg van sporten, voornamelijk hardlopen en rijdt hij graag op zijn fatbike door de omgeving. Het park, het bos en de stad zijn plekken waar hij graag komt.
Naam: Angelo
Leeftijd: 33 jaar
Adres: Bronkhorst
Woonperiode: 10 jaar
Bewoners: Alleen
Naam: Junior
Leeftijd: 9 jaar
Adres: Bronkhorst
Woonduur: 2 jaar
Woonsituatie: Samen met zijn moeder en zusje
Junior is negen jaar oud en woont ongeveer twee jaar in Nederland. Dit weet hij niet helemaal met zekerheid te zeggen, hij kan zich eigenlijk niet herinneren hoelang hij hier al is. “Het voelt alsof ik hier al altijd ben”, zegt hij met een lach op zijn gezicht. “Mis je het daar?”, vraag ik. Junior zegt dat hij dat niet weet. “Ik mis het wel denk ik, vooral mijn vader, die woont nog daar.” De oudste zus van Junior is 26, zij woont bij Slinge, samen met zijn andere oudere zussen en zijn broer. “Mijn jongere zusje en ik wonen hier bij mijn moeder”, vertelt Junior uitgebreid.
Hij vindt het leuk om voor de foto te poseren en toont veel interesse in de camera die we gebruiken. Hij bekijkt de andere foto’s en vraagt daarna of hij ook een keer een foto mag maken. We geven hem de camera en leggen uit waar hij op moet drukken. Ik poseer. “Ik zou ook graag een goeie camera hebben om foto’s mee te maken!”, zegt hij, terwijl hij, na nog een paar foto’s te hebben gemaakt, ons de camera teruggeeft.
Junior blijft nog een tijdje met zijn bal buiten spelen en zwaait naar ons wanneer we weer langslopen. Later schoppen we de bal nog een paar keer naar elkaar over en wijst hij ons een huis van een van zijn vriendjes aan, die op de Diepenhorst woont. Tot slot roept hij nog een paar keer “Tot morgen! Tot de volgende keer!”, voordat hij de hoek om rent.
Stichting Wijkcollectie Wijkverhalen als levend erfgoed van de wijk
Ruegentely ZW0032
Ruegentely blijft kort staan terwijl hij de hond uitlaat. Ik herken de hond als Tiny, die ik bij Dushi thuis heb leren kennen. Ik maak daaruit op dat hij Dushi’s zoon is. Van Dushi heb ik al veel over zijn leven gehoord en het is leuk hem zo spontaan op straat te ontmoeten.
Ruegentely vertelt meteen dat hij niks te klagen heeft en dat het allemaal wel goed is. Hij is veertien jaar oud en woont hier al acht jaar. Hiervoor woonde hij in IJsselmonde. Hij vindt de mensen hier prima en de wijk gewoon. Hij vertelt dat hij van chillen houdt en van genieten van het leven. Het chillen doet hij vaak bij de Randweg, waar veel van de jongeren uit de buurt samen komen. Daar is het, volgens Ruegentely, ook wel prima, gewoon en valt er niks te klagen. Met deze nonchalante houding houdt hij zich sterk en veilig en loopt hij weer verder met Tiny.
Zijn buurman Angelo, die ook nog steeds bij ons staat, vertelt mij dat hij Tiny aan Dushi en Ruegentely heeft gegeven. Het is de puppy van zijn hond. Zo blijken de bewoners in de wijk op een leuke en onverwachte wijze met elkaar verbonden.
Meneer S. ZW0033
Naam: Meneer S.
Woonduur: 5 jaar
Woonsituatie: Samen met zijn vrouw en twee kinderen
We treffen meneer S. aan voor de deur van zijn portiek. Hij rookt een sigaretje en vindt het prima om even te kletsen terwijl hij die oprookt. “Mijn Nederlands is niet zo goed”, zegt hij als eerste, “alleen Turks.” Hij is vijf jaar geleden uit Turkije naar Nederland gekomen met zijn vrouw en zoon. Die zoon is nu alweer 12 jaar en heeft er nog een broertje bij gekregen. Meneer S. zegt dat ze het erg fijn vinden hier te wonen, de jongens kunnen goed naar school en het is rustig. Het contact met de buren vindt hij prima. “Maar de taal is moeilijk, dus niet veel..., hij pauzeert even terwijl hij naar het woord zoekt, gesprekken”, zegt hij. Dan is het sigaretje alweer op en is het tijd voor hem om weer naar binnen te gaan. Hij poseert nog even voor een foto.
Naam: Ruegentely
Leeftijd: 14 jaar
Adres: Havikhorst
Woonduur: 8 jaar
Woonsituatie: Samen met zijn moeder, zusje en hond
Jimmy ZW0034
Automonteur Michael ZW0035
Naam: Michael
Leeftijd: 63 jaar
Jimmy verhuisde van de Beijerlandselaan naar de Hoge Horsten. Inmiddels woont hij al jaren aan de Havikhorst. “Nou, soms zeg ik zelfs dat ik er al te lang woon.” In de jaren dat Jimmy in de Hoge Horsten woont is er veel veranderd. Niet alleen in de buurt, maar ook voor hemzelf is het leven erg veranderd. “Ik ben timmerman, maar ik ben ziek geworden en afgekeurd na hartproblemen.” Hoewel het zijn leven flink veranderd heeft zijn er ook nieuwe mogelijkheden. “Er is tijd voor hobby’s en ik heb er veel dus dat is niet erg. Maar ik wil ook wel tijd blijven besteden aan het timmeren.”
De buurt verandert en dat gebeurt wel snel volgens Jimmy. Bewoners vertrekken en er komen weer nieuwe mensen bij. “Nu is alles wel anders geworden en soms was het vroeger wel beter.” Jimmy is bewust van de veranderingen in de buurt en het veranderde beeld over de buurt. Dat buitenstaanders er snel over oordelen betekent niet dat je er makkelijk in moet meegaan. “Een buurt is niet slecht, maar sommige mensen maken het slecht.”
Michael is automonteur, maar hij werkt anders dan de meesten. In plaats van klanten naar een garage te laten komen, gaat hij zelf naar hen toe om auto’s te repareren. “Vaak zijn het Antillianen waar ik kom. Antillianen onder elkaar doen dat”, vertelt hij met een glimlach. “Mijn aanpak is uniek en dat wordt gewaardeerd.”
Michael omschrijft Zuidwijk als een rustige wijk. “Ik vind het altijd fijn om hier te werken. Er wonen hier veel Antillianen, ze zijn vriendelijk tegen elkaar” legt hij uit. Volgens hem komt die saamhorigheid doordat veel bewoners al lange tijd in de buurt wonen. “Omdat de mensen hier minder snel verhuizen, leren ze elkaar kennen en wennen ze ook aan elkaar”, voegt hij toe.
Vandaag is Michael weer in Zuidwijk aan het werk. Hij staat bij een woning om de auto van een bewoner te repareren. “Ik moet een lampje vervangen en iets in de versnellingsbak repareren”, vertelt hij terwijl hij zijn gereedschap controleert. Michael is trots op wat hij doet. Zijn mobiele manier van werken brengt niet alleen gemak met zich mee, maar op deze manier leert hij ook verschillende wijken en de mensen kennen.
Naam: Jimmy
Adres: Havikhorst
Woonsituatie: Alleen
Stichting Wijkcollectie Wijkverhalen als levend erfgoed van de wijk
wijkvisies en herstructureringsprojecten. Van 1989 tot 2004 was hij werkzaam in Rotterdam-Zuid, waar de Zuidelijke Tuinsteden, Pendrecht, Zuidwijk en Lombardijen voor het eerst grootschalig werden vernieuwd.
In de Diepenhorst is een man druk bezig met het uitladen van zijn kinderwagen uit de achterbak van zijn auto. Terwijl hij de wagen zorgvuldig neerzet, vraag ik hem of hij hier woont en hoe hij het vindt. De man spreekt nog maar een paar woorden Nederlands, maar desondanks is hij duidelijk bereid om zijn verhaal te delen.
hij duidelijk bereid om zijn verhaal te delen.
taalbarrière begrijpen we elkaar toch. Hij vertelt verder met
“De woningen waren daar toen ongeveer dertig tot veertig jaar oud”, vertelt Michel. Hoewel de wijken in dezelfde tijdsperiode waren gebouwd, bestonden ze uit verschillende soorten groepen. “Enigszins overdreven: Pendrecht was voor de havenarbeiders, Zuidwijk voor het kantoorpersoneel van de havenbedrijven en Lombardijen voor personeel van verzekeringsmaatschappijen. Hoewel de wijken dus gebouwd waren voor autochtone Nederlanders waren ze toch cultureel heel verschillend.”
“Ik woon hier nu drie jaar”, begint hij, terwijl hij een korte pauze neemt en even nadenkt over zijn woorden. “Hiervoor woonde ik in Syrië. Ik vind het hier een leuke wijk, ik woon ook fijn”, voegt hij toe met een glimlach. Ondanks de taalbarrière begrijpen we elkaar toch. Hij vertelt verder dat hij op de derde verdieping van de flat woont, samen met zijn vrouw en twee kinderen.
De flat is groot genoeg voor hun gezin, maar de flat heeft geen lift, legt hij uit, terwijl hij een beetje verontschuldigend lacht. “Het is lastig om de kinderwagen naar boven te krijgen.”
Naast de gezinssamenstelling van de bewoners veranderde ook de samenleving enorm. De kerk speelde een minder grote rol, mensen kregen steeds minder binding met het bedrijf waarvoor zij werkten, hun woningbouworganisatie en andere maatschappelijke organisaties. Daarnaast gingen mensen meer verdienen, waardoor ze meer auto’s of brommers kochten en hun mobiliteit toenam. Later verdwenen ook de buurthuizen en andere buurtvoorzieningen.
houd ik de kinderwagen in de achterbak van mijn auto”, zegt
Het lijkt mij inderdaad een behoorlijke uitdaging, zeker met jonge kinderen, om de wagen telkens de trappen op te krijgen. “Ik liet de kinderwagen eerst in de portiek beneden staan”, vervolgt hij. “Maar de buren vonden dit niet goed. Nu houd ik de kinderwagen in de achterbak van mijn auto”, zegt hij uiteindelijk, met een lach die aangeeft dat hij de oplossing op zijn eigen manier heeft gevonden.
Naam: Vader met kinderwagen
Woonduur: 3 jaar
Adres: Bronkhorst
Woonsituatie: Samen met vrouw en 2 kinderen (3 en 4 jaar)
“De wijkbinding was zeker nog aanwezig bij de oudere bewoners, maar ontbrak grotendeels bij de instroom van nieuwe bewoners. Die nieuwe bewoners hadden niet die associatie van de wijkgedachte, maar waren gewoon op zoek naar een woning. De meeste jongeren die in de wijk opgegroeid waren konden daar geen woning vinden.” Dat een buurt verandert door sloop, nieuwbouw en renovatie is onvermijdelijk. “Het doel was niet in de eerste plaats binding met de buurt behouden. Ons doel was altijd een goede woonsituatie voor iedereen.”
Buurtbinding is een middel om tot een prettige samenleving en woonsituatie te komen. Niet alleen mensen die in de nieuwbouwwijken wonen hebben recht op goede woningen, ook de mensen die in oudere wijken wonen hebben er recht op. Het is opvallend dat veel complexen die we in de jaren 90 gerenoveerd hebben er nog zo goed bij staan, zelfs de Hoge Horsten, die 30 jaar geleden eigenlijk al verouderd waren. Wat mij betreft is de wijk nog steeds een prachtig resultaat van de toenmalige wijkvernieuwing.”
Michel Coenen werkte als bewonersondersteuner voor het Rotterdams Instituut voor Bewonersondersteuning (RIO), vervolgens voor Steunpunt Wonen en vanaf 2000 als zelfstandige. Vanuit zijn achtergrond als volkshuisvester en technisch bestuurskundige begeleidde hij bewoners bij
- Historisch Charlois
Van 1978 tot 1991 woonde Jeannette Philips met haar man en kinderen in de Hoge Horsten. Het jonge gezin woonde aan de Bronkhorst, een prettige plek voor een gezin met kleine kinderen. “Zo kijk ik er wel op terug. Omdat de kinderen elkaar makkelijk vonden kregen de ouders ook goed contact met elkaar.” De grasveldjes tussen de flatgebouwen waren open en toegankelijk voor kinderen uit de buurt en prettig afgeschermd met groen.
Jeannette werd actief in de buurt bij Huurdersvereniging Horsten. Door de plannen van Stichting Tuinstad Zuidwijk (voorganger van Hef Wonen) voor de Horstenbuurt richtten de bewoners deze eigen huurdersvereniging op. Na een aantal jaren is deze opgeheven en opgegaan in de Bewonersorganisatie Zuidwijk (BOZ), waar Huurdersvereniging Horsten altijd al ondersteuning van kreeg. Bij Bewonersorganisatie Zuidwijk werkte Jeannette eerst als penningmeester en later als voorzitter. Beide organisaties zetten zich in voor de belangen van bewoners uit de hele wijk. De Bewonersorganisatie bestond, op de opbouwwerker na, volledig uit vrijwilligers. “Zuidwijk is opgebouwd uit acht buurten die allemaal een stem hadden in de organisatie.” Samen zetten zij zich op verschillende manieren in voor de leefbaarheid in de buurt en de positie van huurders. Bijvoorbeeld door wijkwinkels waar laagdrempelige buurthulp was voor bewoners.
In maart 2021 hield de bewonersorganisatie op te bestaan. Door de afname van activiteiten door COVID-19 beperkingen en door afgenomen interesse voor vrijwilligerswerk werd de organisatie opgeheven. In totaal is Jeannette vierendertig jaar actief geweest bij Bewonersorganisatie Zuidwijk. Het langdurig bestaan wijdt ze aan de samenhang in de buurt. Die in de loop der jaren wel is afgenomen. De samenstelling is inmiddels veranderd. Waar het vroeger veel jonge gezinnen waren zijn er nu meer alleenstaanden. Ook de groenperken zijn aangepast en is het zoeken naar nieuwe ontmoetingsplekken.
Ed Goverde was werkzaam bij meerdere woningcorporaties als volkshuisvester en bestuurder in Rotterdam-Zuid. In 1998 verhuisde Ed Goverde samen met zijn vrouw naar de Horsten. Zij behoorden tot de eerste generatie bewoners die na de renovatie naar de Lage Horsten kwamen.
De renovatie van de Lage Horsten bracht een sociale verandering. De groep nieuwe bewoners bestond voornamelijk uit jonge gezinnen met kleine kinderen of koppels die graag wilde settelen en een gezin starten. Ondanks de vele nieuwkomers was het contact tussen de oude en nieuwe buren goed. “Nieuwe mensen, zeker als ze opgroeiende kinderen hebben, zijn toch op zoek naar een vorm van buurtbetrokkenheid of gezelligheid.” Het groen en de plantsoentjes rond de vernieuwde buurt waren prettige plekken voor de kinderen en daarmee voor buurtevenementen.
De buurt was een goede mix van verschillende soorten Rotterdammers. “Eigenlijk wel meer dan je gewend was in een nieuwbouwbuurt. Dat was ook wel typerend voor het zuidelijke deel van de stad, later zag je dat ook in Pendrecht. Er kwamen best veel sociale stijgers en tweede en derde generatie Rotterdammers met een migratieachtergrond uit de oudere buurten uit Zuid wonen.” En een deel van de nieuwe bewoners had, net zoals Ed zelf, ook wel een band met Zuidwijk. Die waren er opgegroeid of hadden een gedeelte van hun leven daar gewoond.
De bewoners van de Lage Horsten voelde geen betrokkenheid bij de Hoge Horsten. Ed: “De Hoge Horsten was toch een plek voor de wat lagere inkomens. Die kochten niet zo snel een woning.” Volgens Ed, was een afstand zoals tussen de Lage en Hoge Horsten niet ongebruikelijk. “Bij elke herstructurering zie je wel dat er afstand is tussen oude en nieuwe bewoners. Dat heeft elke buurt die deels vernieuwt. En bovendien leefde bij nogal wat bewoners in de Lage Horsten de gedachte of zelfs de verwachting dat de flats in de Hoge Horsten op enig moment ook zouden worden gesloopt.”
“Ze zeggen weleens ‘Rotterdam is vele dorpen’. En dat zie je nog steeds wel, ook in Zuidwijk. Mensen die daar zijn blijven wonen, voelen zich nog steeds prettig in die wijk, ondanks grote veranderingen. Veel generaties hebben toch nog altijd die binding met Zuidwijk, net zoals ik.”
Naam: Jeannette Philips
Woonduur: 12 jaar (van 1978-1991)
Adres: Bronkhorst
Stichting Wijkcollectie Wijkverhalen als levend erfgoed van de wijk
Aart Jan Voogt - Historisch Charlois ZW0040
Aart Jan Voogt werkte van 1985 tot en met 1992 als opbouwwerker in Zuidwijk voor het RIO, het Rotterdams Instituut Bewonersondersteuning. De opdrachtgever hiervoor was de bewonersorganisatie Zuidwijk, die de belangen van bewoners behartigde.
Aart Jan was verantwoordelijk voor het opzetten van een netwerk van vrijwilligers in de wijken. “We zijn gestart in buurthuis Lo. Daar zijn we gesprekken gaan voeren, gewoon om te kijken: wat leeft er en waar is behoefte aan in deze wijk?” De huizen in Zuidwijk waren vlak na de oorlog gebouwd met een ruime opzet veelal voor jonge gezinnen. “In de tijd dat ik er kwam werken waren de kinderen al het huis uit en gingen er veel bewoners richting pensioengerechtigde leeftijd. Ze hadden dus ook meer vrije tijd.” Sommigen hadden lang meegewerkt aan het personeelsblad en werkten graag mee aan de wijkkrant. Anderen hadden een technische achtergrond en zette zich op dat vlak graag in.
Het opzetten van een vrijwilligersnetwerk ging goed. Niet alleen vanwege het enthousiasme van de bewoners, maar ook door de opzet van de wijk. “Vanaf de kaart gezien zie je duidelijk dat de wijk opgebouwd is uit verschillende buurten. En toen had je in de buurten nog kleine winkels en aan de Slinge en de Asterlo een gevarieerd winkelaanbod.” Vanwege die heldere opzet was het makkelijk om het vrijwilligersnetwerk te organiseren op buurtniveau. “Vanuit een zwaankleef-aan idee groeide het verder.”
Bewoners organiseerden groepen over onderwerpen zoals de problematiek rond servicekosten of geluidsisolatie. Al snel werd duidelijk dat in die periode een grondige renovatie van de wijk belangrijk was voor de bewoners. “Na de oorlog was er natuurlijk veel gebouwd vanuit woningnood. Die woningen waren aan het einde van hun levensduur en de tijd brak aan dat ze gesloopt of grondig gerenoveerd moesten worden.” “Eigenlijk hebben wij toen een voorbeeld genomen aan de stadsvernieuwing in de vooroorlogse wijken, waar de bewoners veel invloed hadden op het beleid.”
Farista
ZW0041
Op haar twintigste vertrok Farista uit Griekenland naar Nederland, op zoek naar werk. Haar oudere broer woonde al in Nederland, in Den Haag, dus de stap was minder groot. Maar de taal was moeilijk, ze sprak alleen Grieks en Turks, geen Engels of Nederlands. Na twee jaar kwam ze terecht in de Havikhorst en inmiddels woont ze hier alweer acht jaar. Haar Nederlands is wat vooruitgegaan en daarnaast brengt ze met grote gebaren en een lach haar gevoelens en betekenissen over. Als alleenstaande moeder met een baan in een groentewinkel in Lombardijen zijn haar dagen wel vol, en is het moeilijk om de Nederlandse lessen te blijven volgen, vertelt ze. En ook al mist ze haar familie in Griekenland, toch is ze heel blij om in Nederland te zijn. “Alles is hier goed, beter. De mensen, het werk, de huizen, alles.”
Haar zoon zien opgroeien is een grote trots, hij houdt ontzettend van voetbal. Of het nou binnen op de spelcomputer is of buiten met een bal, dat maakt hem niet uit. School vindt hij
iets lastiger, maar in het voetballen bloeit hij op. Farista heeft fijn contact met haar buren, vooral met een buurvrouw die in hetzelfde portiek woont en met een wat oudere vrouw. Het is heel goed om als moeders en vrouwen elkaar te kunnen ondersteunen, zegt ze. Er zijn ook mensen in haar portiek die ze minder goed kent, of niet spreekt, maar dat kan ze ook wel begrijpen, je hoeft niet met iedereen goed overweg te kunnen. Met de connecties die ze heeft is ze heel blij.
Naam: Farista
Leeftijd: 30 jaar
Woonduur: 8 jaar
Adres: Havikhorst
Woonsituatie: Samen met haar zoontje
Gerrit en Wil ZW0042
Op een bankje aan het einde van het veldje tussen de Bronkhorst en de Havikhorst, met uitzicht op de Slinge, zitten Gerrit en Wil te genieten van de zon. Ze zijn wezen wandelen en winkelen op de Slinge, zoals ze dat wekelijks doen. Daarna zijn ze, ook zoals gewoonlijk wanneer de zon schijnt, op het bankje bij de Horsten gaan zitten. Ze wonen inmiddels tien jaar naar volle tevredenheid in het wooncomplex bij de Drakenburg recht tegenover de Horsten. Zelf hebben ze het niet over scheiding tussen Horsten, Burgen en Kampen, maar is alles gewoon Zuidwijk.
Gerrit is hier in de omgeving opgegroeid. Samen met Wil verhuisde hij destijds naar Breda, waar ze een winkel bezaten en het grootste deel van hun inmiddels zeventig jaar lange huwelijk doorbrachten. De kinderen verhuisden terug naar Rotterdam Zuid en er kwamen kleinkinderen bij. Het leek Gerrit en Wil goed om in hun oudere jaren bij de kinderen in de buurt te zijn. Ze kwamen in aanmerking voor een appartement in Drakenburg en hebben vol overtuiging de stap genomen.
Nog steeds zijn ze blij met deze beslissing. Ze wonen hoog en hebben uitzicht over de hele buurt. “Het is een prachtige omgeving. We kijken uit over het bos en de kleine meertjes. En met het openbaar vervoer is alles toegankelijk vanaf hier”, zegt Wil met een grote lach op haar gezicht. Gerrit vult aan: “en een goeie band met de buren hebben we ook. Toen we hier kwamen wonen hebben we gelijk de hele etage uitgenodigd voor een borrel. Sindsdien gebeurt dit iedere vrijdag, steeds bij iemand anders.”
Wmo radar spelletjes middag Lage Horsten
ZW0043
Het is een koude en grijze middag, de een na laatste dag van oktober 2024. Jongerencoach Marouane en zijn collega’s zijn bezig met de laatste voorbereidingen voor het evenement op het veldje bij de Lage Horsten. Onder een tent worden warme chocomel en popcorn gemaakt. De PlayStation koffers worden uitgeklapt, zodat er gezamenlijk en in de buitenlucht het spel FIFA kan worden gespeeld. Het luchtkasteel is al opgeblazen en binnen korte tijd komen medewerkers van Stichting hogeDRUKgebied, om workshops graffiti spuiten en fietsen repareren te geven. De coaches houden van hun baan, er is niks zo leuk als met kinderen werken, vinden ze.
Langzaam komen er wat kinderen op het veldje af, sommigen met hun ouders, anderen alleen. “Waar is dit voor?” vraagt een meisje, “is er iemand jarig ofzo?” “Nee hoor, we vieren dat we buiten mogen spelen met elkaar”, zeg ik terug. De kinderen trekken me mee naar het luchtkasteel en raak ik verwikkeld in een partij lachen en springen. Daarna spreek ik wat andere mensen. Zoals Cor, een gepensioneerde gitarist, die de opkomst van technologie betreurt, Farista, een jonge moeder uit Griekenland die hard werkt om haar Nederlands te oefenen, twee wijkbeheerders van Hef Wonen die komen
kijken en de kunstenaars van Stichting hogeDRUKgebied, die mensen willen verbinden met behulp van creativiteit. Het is een feestelijke samenkomst, waarbij de kinderen de slagroom direct in hun mond spuiten of op de popcorn. Wanneer de chocomel op is en de energie ook, helpen buurtbewoners mee opruimen en gaan de kinderen met een goed gevoel weer naar huis.
Ruud - Buurtpreventieteam
ZW0044
Halverwege 2024 richtte Ruud het buurtpreventieteam van Zuidwijk op. Inmiddels is het team uitgebreid van vier naar negentien mensen. Ruud is in Zuidwijk geboren en voelt een sterke band met zijn wijk. Naast het buurtpreventieteam is Ruud ook betrokken bij wijkgerichte organisaties, zoals bij de huurdersraad Hef Wonen, organisatie Perspectief en het Nationaal Programma Rotterdam Zuid.
Tijdens zijn werkend leven heeft Ruud zich verdiept in sociale problematiek verbonden met de arbeidsmarkt. Zijn werk bracht hem door heel het land. Uiteindelijk wilde hij terug naar zijn oude wijk, inmiddels alweer twintig jaar geleden. Hij omschrijft dat dit echt kwam door liefde voor de wijk, “je ‘ouwe stekkie in je ouwe steegie’, bekende gezichten op straat. Alles is wel echt veranderd, de havenmentaliteit van je handen uit de mouwen steken, en de Brabantse cultuur van iedereen is welkom, dat is nu allemaal wel anders, maar daar kunnen we ook weer wat aan doen.”
Een belangrijke stap naar die oude cultuur van samen werken aan saamhorigheid ziet Ruud in het oprichten van het buurtpreventieteam. Hij zegt dat het hard knokken is, vooral met onbegrip en ongeloof dat een positieve verandering echt mogelijk kan zijn. “Je hoort dan vaak ‘Heeft dat wel zin? Het lukt toch niet’ en dan laten we zien dat het wel kan, dat is het mooie ervan.”
We zitten in het Huis van de Wijk Het Middelpunt, en langzaam komt het team dat vanavond gaat lopen binnendruppelen. Sommigen komen al een uur van tevoren omdat het ook gewoon een gezellige avond belooft te worden. Irene, die vanavond ook zal lopen, komt bij mij en Ruud zitten. Zij is in Zuidwijk terecht gekomen toen ze dertien jaar geleden een dak boven haar hoofd nodig had. Ze is gebleven omdat ze geen tijd of energie had om verder te zoeken. Voor haar is deel uitmaken van het buurtpreventieteam een goede gelegenheid om te verbinden met de wijk waar ze niet eerder een sterke connectie mee had. “Ik vind het wel ontspannen, lekker met andere mensen in de buitenlucht”, zegt ze met een lach op haar gezicht.
Naam: Ruud
Leeftijd: 65
Wijkbeheerder Riley
ZW0045
Volgens wijkbeheerder Riley is Zuidwijk een plek die “leeft, zowel in positieve als negatieve zin.” Hij vergelijkt de wijk met Hoogvliet, waar hij eerder werkte: “Hoogvliet is pittig, maar Zuidwijk is pittiger. Er gebeurt hier veel meer, je ziet de diversiteit van de wijk letterlijk op straat.”
Als wijkbeheerder heeft Riley veel te doen. “Ik controleer de openbare en algemene ruimtes en pak overlast aan, zoals burenruzies en geluidsoverlast. Wij zijn vaak het eerste aanspreekpunt voor bewoners. Als wij het niet kunnen oplossen, schakelen we het sociaal beheer in, en in sommige gevallen kunnen zij juridische stappen ondernemen.”
Maar zijn werk gaat verder dan alleen handhaving. Het draait ook om het opbouwen van een vertrouwensband. “In het begin is het moeilijk om echt contact te leggen met bewoners. Pas na een tijdje komen mensen naar je toe voor een gesprek. Dat vertrouwen begint nu te groeien, maar vooral in de Hoge Horsten blijft het lastig. Daar voelen mensen zich minder verbonden met de wijk, en dat zie je terug in de portieken: veel vervuiling en weinig meldingen, zelfs als er iets aan de hand is.”
Volgens Riley is er vooruitgang in Zuidwijk. “Het is al beter dan voorheen. Door samenwerking met politie, handhaving, en Hef Wonen zijn er stappen gezet.” Toch blijft het een uitdaging om bewoners echt te betrekken. Veel mensen zien hun verblijf in de Hoge Horsten als tijdelijk. “Ze gebruiken het als een tussenstop, wat het lastig maakt om iets duurzaams op te bouwen. Als ze vertrekken, zet je weer een stap terug.”
Naam: Neef en oom
Leeftijd: 48 jaar (neef)
Woonduur: 2 jaar
Neef en oom
ZW0046
In de Havikhorst zijn twee mannen druk met elkaar aan het praten. Als ik ze aanspreek blijkt het dat ze neef en oom zijn van elkaar. De oom komt uit Lombardijen en doet zijn boodschappen altijd hier in de wijk. Na het winkelen gaat hij even buurten bij zijn neef, die inmiddels twee jaar in de Havikhorst woont. “Ik heb nog niet veel contact met mensen in de wijk”, vertelt de neef. Hij haalt zijn schouders op. “Ik voer wel gesprekjes met mensen in de buurt, maar die zijn meestal oppervlakkig, bijvoorbeeld over het weer.”
De oom kijkt trots naar zijn neef. “Hij doet het goed hoor”, zegt hij. De oom en neef komen beiden uit Curaçao. De neef kwam naar Nederland voor zijn studie, maar kreeg uiteindelijk een baan in het leger. “Dat heb ik tien jaar gedaan in allerlei functies”, zegt hij. “Nu wissel ik vaak van baantjes, maar niets lijkt echt goed bij me te passen.”
“Vroeger woonde ik op de Kruiskade”, zegt de neef. “Daar was altijd veel beweging en gezelligheid. Hier in de Havikhorst is het veel rustiger. Aan de ene kant vind ik dat wel fijn, die rust. Maar aan de andere kant mis ik het bruisende leven en het contact dat ik daar had met de mensen. Soms ga ik terug naar mijn oude wijk om boodschappen te doen en oude kennissen te ontmoeten. Het voelt dan altijd een beetje als thuiskomen.”
Hoewel Riley momenteel weinig tijd heeft voor grotere projecten, biedt een leergang sociaal beheer hem de kans om plannen te maken voor de toekomst. “Voor mijn opleiding werk ik aan een plan van aanpak voor de leefbaarheid in de Hoge Horsten. Dat gaat over het organiseren van kleine activiteiten, zoals zomer- of kerstvieringen, om bewoners bij elkaar te brengen. Met de informatie die je daaruit haalt, kun je verder bouwen.”
activiteiten, zoals zomer- of kerstvieringen, om bewoners bij zoveel potentie. De diversiteit in de wijk is juist een kracht.
Ondanks de uitdagingen blijft Riley optimistisch. “Er is hier zoveel potentie. De diversiteit in de wijk is juist een kracht. Met de juiste aanpak kan hier iets moois groeien.”
De oom glimlacht en legt een hand op de schouder van zijn neef. “Het is altijd goed om je roots niet te vergeten, he? Je kunt altijd weer teruggaan, maar tegelijkertijd zie je dat je ook in je nieuwe leven stappen aan het maken bent.”
ook in je nieuwe leven stappen aan het maken bent.”
Naam: Kevin
Leeftijd: 30 jaar
Woonduur: Sinds 2019
Adres: Havikhorst
Woonsituatie: Alleen
Kevin, sinds 2019 een bewoner in de Havikhorst, leidt een druk en praktisch leven. Als aircomonteur is hij vaak onderweg en maakt hij lange dagen. “Ik kom ‘s avonds laat na het werk pas thuis. En als ik vrij ben, ga ik naar mijn vriendin en kinderen, die wonen bij het Maasstad”, vertelt hij. Het leven is voor hem een afwisseling tussen werk en familie.
Toen Kevin vijf jaar geleden in de Havikhorst kwam wonen, voelde hij zich snel op zijn gemak. Dat is voor een groot deel te danken aan zijn buren. “Ik heb hier fijne buren en dat maakt alles een stuk prettiger.” Hij beseft dat dit niet vanzelfsprekend is. “Dat geluk hebben een heleboel andere bewoners die in de Horsten wonen niet. Ik hoor de meest gekke verhalen”, zegt hij hoofdschuddend.
Een van die verhalen die hem is bijbleven, ging over zijn eigen appartement. “De bewoner die hier eerst woonde, had blijkbaar een wietplantage in huis”, vertelt hij. Dit hoorde hij later van andere bewoners in de flat. “Ze hebben hier veel overlast van gehad.” Hij denkt er even over na en benadrukt dan opnieuw: “Het is echt belangrijk wie je buren zijn.”
Voor Kevin is de Havikhorst een tussenbasis. Voor nu woont hij hier prima en is het een plek waar hij kan ontspannen na lange dagen werken. Maar ik toekomst wil hij verhuizen. Het liefst ergens naar een grotere woning, samen met zijn vriendin en kinderen.
Naam: Loraine
Leeftijd: 23
Adres: Diepenhorst
Woonduur: 23 jaar
Woonsituatie: Samen met moeder
Terwijl we in de deuropening met haar moeder staan te praten, komt Loraine met haar rugzak en grote winterjas aan het portiek binnenlopen. Ze komt net terug van haar opleiding, Leisure & Events management aan de Willem de Kooning Academie. Ze is hier erg druk mee, vertelt ze, ook omdat ze al in de evenementen branche werkt en bijna iedere avond wel bezig is met het organiseren van evenementen. “Ik ben vrijwel nooit thuis”, zegt ze, “vaak ga ik van school naar werk en daarna naar mijn vrienden. Ik kom nu ook alleen even wat spullen brengen en ophalen. Zondag is eigenlijk mijn enige vrije dag, dan ben ik wel vaak hier.”
Loraine is in de Diepenhorst geboren en heeft hier haar hele leven gewoond. Als we haar vragen wat ze van de wijk vindt, komt er bij Loraine voornamelijk een lijst klachten naar boven. “Het is heel erg veranderd. Ten eerste hebben de kinderen geen plek om te spelen, dat had ik toen ik kind was wel, maar dat hebben ze allemaal weggehaald. Verder zijn de woningen echt oud en niet onderhouden. In de zomer is het heel heet binnen, in de winter koud en vatten we allemaal kou. Ja, wat nog meer, er ligt altijd grofvuil op straat, daar hebben we een groot probleem mee. Hef Wonen luistert niet naar ons. Als we problemen hebben worden we niet gehoord of wordt er niet op gereageerd. Er wordt gewoon echt niet genoeg geïnvesteerd in de omgeving en in de huizen.”
Darius komt net terug van werk en zit nog even in zijn werkbusje wanneer we hem aanspreken. Een brede lach verspreidt zich over zijn gezicht en hij stapt vrolijk zijn busje uit om even te kletsen. “Ik ben hier maar twee weken en ik vertrek volgende week weer naar Polen. Nederland is niet interessant meer voor mij, met de 0-emissie regeling en zo.” Hij heeft zijn eigen bedrijf, in elektra en zonnepanelen aanleggen, wat we ook op zijn busje zien staan nu we er beter naar kijken. Zeven jaar lang heeft hij in Rotterdam gewoond, aan de Grote Visserijstraat in West. Inmiddels heeft hij zijn woning opgezegd en overbrugt hier nog even een paar weekjes voordat hij voor goed naar Polen vertrekt. Dat brengt hem even te gast bij een vriendin, Katagena, hier op de Diepenhorst.
Op de vraag hoe hij de buurt ervaart antwoord hij vrolijk: “Ja heel goed. Het is rustig, maar ook veel verschillende mensen van verschillende culturen hier. Vorige week zag ik een Kaapverdiaanse vrouw haar boodschappen uitladen uit haar auto, en ze had zo veel gekocht! Het leek wel voor een hele maand. In mijn cultuur doe ik dat niet, maar misschien zij wel. Dus ik bood aan haar boodschappen naar boven te dragen, en zij accepteerde dat. Maar die tassen waren zwaar! Wel 40 kilo ofzo! Ja, ik vind het een mooie buurt. De mensen zijn aardig.”
Naam: Darius
Leeftijd: 31 jaar
Adres: Diepenhorst
Woonduur: 2 weken
Woonsituatie: Tijdelijk inwonend bij een vriendin
Mevrouw L.
Window-shoppen
ZW0050
Naam: Mevrouw L.
Leeftijd: 71 jaar
Woonsituatie: Alleen
Mevrouw L. woont al vele jaren in Zuidwijk. “Ik ben hier gekomen met mijn man, toen we net getrouwd waren”, zegt ze terwijl ze door het raam van de portiek naar de straat kijkt. “Het was toen een heel andere wijk. Alles was er netjes en veel mensen kenden elkaar.”
Haar favoriete plek in de wijk is de winkelstraat aan de Slinge, waar ze iedere week haar boodschappen doet. “Het heeft iets charmants, ook al is het niet altijd even netjes”, vertelt ze met een glimlach. “De geuren die uit de verschillende eetzaakjes komen en de drukte van de mensen vind ik gezellig.” Ze doet haar boodschappen bijt de Plus, maar maakt vervolgens altijd even een wandeling langs de winkels aan de Slinge. “Je vindt hier van alles”, zegt ze. “Ik doe dan aan window-shoppen, zoals mijn dochters het noemen.”
Naast haar wekelijkse wandelingen heeft mevrouw L. een aantal hobby’s die haar veel plezier brengen: lezen en tuinieren. Haar balkon staat dan ook vol met bloemen en bij de voordeur staat een plantje. “Ik heb altijd een huis met een tuin gewild, maar dat is er helaas nooit van gekomen.” Toch is ze tevreden met haar kleine stukje groen op het balkon.
Doorgroeien
ZW0051
Naam: S.
Leeftijd: 22
Woonsituatie: Gezin, S. met moeder en broertje
Object: Vijzel
S. is 22 jaar oud en woont sinds haar tienerjaren in Zuidwijk samen met haar moeder en jongere broertje. Ze is momenteel op zoek naar een eigen woning, maar de zoektocht blijkt erg lastig. “Ik zou graag op mezelf willen wonen, maar omdat ik nog studeer, kan ik alleen in het weekend werken. Particuliere woningen zijn hierdoor voor mij niet te betalen en bij het reageren op sociale huurwoningen beland ik steeds onderaan de lijst”, vertelt S. Ondanks deze uitdagingen blijft ze positief en houdt ze vast aan haar toekomstplannen. “Voor nu zit ik prima bij mijn moeder. Het is fijn om samen te wonen en we ondersteunen elkaar, maar ik kijk uit naar het moment dat ik op mezelf kan wonen. Als ik afgestudeerd ben en een fulltimebaan heb, vind ik vast de woning die bij mij past.”
S. volgt momenteel een opleiding tot tandartsassistent en loopt stage in de buurt. In haar vrije tijd heeft ze een grote passie voor koken, die ze graag deelt met haar moeder. “We koken vaak Surinaamse gerechten”, wat hun culturele achtergrond aangeeft. “Ik vind het belangrijk om de cultuur van mijn land te behouden en door te geven aan anderen.”. S. laat
een houten vijzel zien. “Hier malen wij de kruiden mee. Het haalt alle smaak uit de kruiden en specerijen naar boven. Je kan er ook knoflook, pepers of uien in fijnstampen en daarna mengen voor marinades of sambals.”
Naam: Anwar
Leeftijd: 38
Woonduur: 6 jaar
Anwar zijn favoriete plek: het Zuiderpark
ZW0052
Anwar woont nu zes jaar in de Horsten, een buurt waar hij zich direct thuis voelde. Wat hij het fijnst vindt aan de wijk, is de nabijheid van het Zuiderpark. “Het is mijn rustpunt”, zegt hij. “De drukte van het dagelijks kan ik daar even loslaten. Elke keer als ik daar ben, kom ik helemaal tot rust.”
Voor Anwar is wandelen in het Zuiderpark bijna een ritueel geworden. Vooral in de vroege ochtend of late avond, wanneer de lucht koel is en de wereld om hem heen stil lijkt te staan, trekt hij er graag op uit. “Vanaf mijn huis ben ik in zeven minuten in het park”, vertelt hij. “Soms ga ik zelfs maar tien minuutjes, gewoon om mijn hoofd leeg te maken. Het helpt me om weer helder te denken.”
Naast wandelen heeft Anwar nog meer manieren gevonden om van het park te genieten. In de zomer gaat hij soms tennissen op de banen, samen met een groep vrienden. “De banen mag je daar gewoon gratis gebruiken”, vertelt hij. “We nemen zelf onze tennisrackets en ballen mee.”
Het park blijft hem verrassen. “Ik hoorde laatst dat het Zuiderpark het grootste park van Nederland is”, zegt hij. “Dat geloof ik wel, want soms ontdek ik nog steeds nieuwe plekjes. Het is echt een bijzondere plek, en ik ben blij dat ik er zo dichtbij woon.”
Naam: Anoniem
Leeftijd: 25 jaar
Woonduur: 10 jaar
Muzikant Tyrone ZW0053
Tyrone is een muzikant. “Ik maak urban en latin muziek. Dat is mijn passie, want ik kom van de Caribbean”, vertelt hij met trots. Tyrone is ook actief in een brassband genaamd LSB. “Ik bespeel de tenor”, legt hij uit. “Dat is een slagwerkinstrument met bolletjes, een grote trommel die je met een harnas op je borst draagt.”
Het enthousiasme spat ervan af als hij vertelt over een optreden met de brassband, vorig jaar in de wijk. “Er kwamen toen veel mensen op af, het was echt gezellig.” Ook geeft Tyrone muziekles aan kinderen. “Ik leer ze slagwerkinstrumenten bespelen, zodat ze later zelf ook in een brassband kunnen spelen.” Op deze manier geeft hij zijn passie door en inspireert hij jonge talenten.
Tyrone woont samen met zijn broer en zusje in de Havikhorst. “We wonen hier nu ongeveer drie jaar”, vertelt hij. Daarvoor woonden ze in Barendrecht. “Ik ben hier naartoe gekomen omdat ik het hier gezelliger vind. Barendrecht is te rustig voor mij. Hier ken ik veel mensen en ik vind het leuk dat de wijk zo multicultureel is.”
Zijn huidige woonplek heeft voor hem alles wat hij nodig heeft. “Dit is voor mij de perfecte situatie”, zegt Tyrone beslist. “Ik woon nu super centraal en ik kan overal makkelijk met het OV naar toe.” Daarnaast heeft het appartement vier kamers, wat ideaal is voor hem en zijn broer en zusje. “Het is precies wat we nodig hebben.”
Naam: Tyrone
Leeftijd: 26 jaar
Woonduur: 3 jaar
Adres: Havikhorst
Woonsituatie: Samen met broer en zusje
Kleuren die verdwenen ZW0054
Woonsituatie: Samen met moeder en broer
“Ik ben geboren op Curaçao en woon nu al tien jaar samen met mijn moeder en broer in de Horsten”, vertelt x terwijl hij door een klein kiertje in de deuropening naar buiten kijkt. Zijn stem is rustig. “Ik ben eigenlijk bijna nooit thuis”, vervolgt hij met een glimlach. “Ik ben of aan het werk of aan het sporten. Sporten is mijn hobby. Vooral in de gym, dat vind ik echt chill.”
Langzaam maar zeker, naarmate het gesprek vordert, schuift de deur steeds verder open. Zijn nieuwsgierigheid wint het van zijn aanvankelijke terughoudendheid.
Als x zijn mening vertelt over de wijk, wordt zijn blik serieuzer. “De wijk is grauw geworden”, zegt hij met een zucht. “Het verdient meer kleur, meer leven. In de tien jaar dat ik hier woon, is er echt niks aan de flats veranderd. Helemaal niks.” Zijn woorden klinken teleurgesteld. “De flats waren ooit geel”, zegt hij, terwijl hij met een hand een gebaar maakt naar de flats om ons heen. “Ze waren ooit mooi geel, vrolijk. Maar nu? Het is een vieze, zachte kleur geworden.” Hij schudt zijn hoofd. “Het is jammer, want met een beetje aandacht zou deze buurt er heel anders uit kunnen zien.”
Naam: Clifton
ZW0059
Naam: Anoniem
Woonduur: 8 jaar
Woonsituatie: Moeder met twee dochters
“Ik woon hier nu 8 jaar, maar ik ben er echt helemaal klaar mee”, begint A. terwijl ze de deur op een kier houdt. Haar stem klinkt zacht, maar resoluut. Achter haar hoor je de vrolijke stemmetjes van haar dochters van drie en vier jaar oud, die aan het spelen zijn. “Ik woon hier samen met mijn meiden, maar eerlijk gezegd voelt het niet meer veilig.” Ze zucht en kijkt even naar buiten. “Het is hier gewoon niet te doen. Overal liggen sporen van drugs, glas, zelfs naalden. Hoe kan ik mijn kinderen daar laten spelen? Het is levensgevaarlijk.”
Ze schudt haar hoofd. “Als ze buiten willen spelen, neem ik ze mee naar speeltuintjes buiten de wijk. Dat is de enige optie.”
A. vertelt dat ze gelukkig hulp krijgt van haar moeder. “Hun oma neemt ze vaak mee, zodat ze tenminste een beetje buiten kunnen zijn. En als ze oppast, doet ze dat nooit hier, maar altijd bij haar thuis. Maar er is meer. “Het zijn niet alleen de vervuilde grasveldjes en de smerige kelder”, vervolgt ze. “Mijn bovenburen zijn junkies. Ze maken ’s avonds zoveel lawaai dat mijn meiden niet kunnen slapen. Je hoort geschreeuw, gestamp, soms zelfs ruzie midden in de nacht. En ik kan niks doen. Ik vind het vreselijk als ze weer geen oog dichtdoen.”
A. haar gezicht staat woedend. Haar woorden komen snel, alsof ze deze klachten al vaak heeft uitgesproken, zonder resultaat. “Ik wil hier echt weg”, zegt ze. “Maar ik kom maar niet aan een andere sociale huurwoning. En een particuliere woning? Dat is onbetaalbaar. Hoe moet ik dat in godsnaam doen als alleenstaande moeder?”
Ze glimlacht kort, al is het moeizaam. “We maken er het beste van. Maar ik hoop elke dag dat we hier weg kunnen. Ik wil gewoon een plek waar we met rust gelaten worden, waar mijn kinderen veilig zijn.” Het gesprek eindigt met een korte stilte. “Dank je wel voor het luisteren, het betekent veel. Echt.”
Leeftijd: 40
Woonduur: 10 jaar
Adres: Diepenhorst
Woonsituatie: Alleen
“In de tien jaar dat ik hier woon, heb ik veel leuke mensen leren kennen”, vertelt Clifton. “Het is gewoon een gezellige buurt. Ik heb goed contact met de buren om me heen en heb zelfs mijn vrienden hier leren kennen. Verder heb ik hier nooit vervelende dingen meegemaakt. Ik wil hier dan ook niet meer weg.”
Clifton werkt als beveiliger bij evenementen en festivals. Een baan zonder standaard werkuren en die, volgens hem, nooit saai is. Naast zijn werk heeft hij ook volop tijd voor zijn hobby’s. “Een van mijn grootste hobby’s is het besturen van afstand bestuurbare elektrische auto’s. Met vrienden spreken we vaak af en dan neemt iedereen zijn auto mee. We gaan ergens rijden en maken er een wedstrijdje van. Als ik niks te doen heb, rijd ik weleens hier in de straat. Niemand vindt dat raar hoor”, voegt hij er lachend aan toe.
Maar Clifton heeft meer interesses. “Ik teken ook graag”, zegt hij trots. “Abstracte dingen, 3D-tekeningen, mensen, logo’s, eigenlijk van alles wat. Ik hou ervan mijn fantasie de vrije loop te laten.” Daarnaast houdt hij van gamen en gaat hij graag stappen met vrienden.
Wat hij het fijnste vindt aan de Horsten? “De gemeenschap van buren”, zegt hij zonder aarzeling. “We komen hier bij elkaar thuis, lekker gezellig babbelen. Dat maakt deze plek zo bijzonder. Mensen kennen elkaar. Dat vind ik belangrijk.”
Gerrit
Lenie Voormalig wijkbeheerder Vestia
ZW0058
Een reis terug naar de Havikhorst
ZW0057
Een witte taxi komt de Havikhorst oprijden en stopt bij een van de flats. Twee mensen stappen uit: een man met grijze haren en een baard, en een vrouw die een telefoon in haar hand houdt. De man loopt naar de flat en gaat ervoor staan. Ondertussen richt de vrouw haar camera op hem en maakt foto’s. Als ik erop af stap, gaat de man, Gerrit is zijn naam, vertellen.
“Hier ben ik geboren”, zegt Gerrit in het Engels. “Zesenzeventig jaar geleden, in dit gebouw. Het voelt vreemd en bijzonder om hier terug te zijn.” Zijn vrouw kijkt naar hem en glimlacht, waarna ze nog een paar foto’s maakt van de flat en de omliggende straat. Ze zijn samen in Nederland op vakantie en bezoeken verschillende plekken waaronder zijn geboortehuis.
Gerrit vertelt verder: “Toen ik nog jong was, zijn mijn ouders en ik naar Australië verhuisd, naar Tasmanië. Daar woon ik nu al meer dan de helft van mijn leven.
Gerrit wijst naar een van de ramen boven in de flat “Dat was ons huis”, zegt hij zachtjes. “Ik weet niet wie er nu in wonen.”
Naam: Gerrit
Leeftijd: 67 jaar
Adres: Havikhorst
Woonsituatie: Met gezin
Lenie wordt geboren in de Achterhoek en op haar elfde verhuist ze met haar ouders naar Zuidwijk. Ze komen in de Kampen te wonen. Ze vertelt over de wijkbeheerder die persoonlijk bij haar familie in de Achterhoek was langsgekomen om te kijken of ze wel geschikt waren voor de wijk. Ook vertelt ze over haar eerste indruk van de Horsten eind jaren tachtig toen ze daar naar de basisschool ging. “Ik dacht toen bij mezelf, dit is wel echt heel lelijk. Toen was het zo grijs, met die betonplaten. Nee, ik vond het echt niet mooi.”
Later gaat Lenie als hoofd coördinator van het sociale beheer voor Vestia werken, wat haar terug naar de Horsten brengt. “Je liep toen al tegen dezelfde problematiek als nu aan, van het integreren van verschillende mensen uit verschillende plekken. Alleen toen kwamen de mensen uit Groningen en Zeeland, en konden die niet met elkaar opschieten, en nu komen ze uit de hele wereld. Maar je had hetzelfde probleem. De Horsten was toen al een moeilijke buurt; de mensen hadden minder een wijkgevoel dan andere buurten. Ik denk dat het toch echt aan de architectuur ligt. Ja die oorspronkelijke architect, die had er allemaal mooie ideeën over, over kleine wijken met cohesie als onderdeel van een grotere wijk, maar er was toen zo een woningnood na de oorlog dat ze wel in de hoogte moesten gaan bouwen. Ik denk dat je het gevoel van wijkcohesie dan meteen gaat verliezen.”
Zelf woont ze nu, na haar werkende leven in het zuiden van Rotterdam te hebben doorgebracht, op een plek in Zeeland met een dorpsgevoel. Dat doet haar erg thuis voelen, vertelt ze.
Wijkcollectie
als levend erfgoed van de wijk
Margret
ZW0059
Naam: Margret
Woonduur: Woonde 10 jaar op de Bronkhorst
Adres: Dordtsestraatweg
Woonsituatie: Alleen
Margret Molendijk woonde tien jaar op de Bronkhorst, maar is enkele jaren geleden verhuisd naar de Dordtsestraatweg. “Mijn woonplek is 100% verbeterd”, vertelt ze. “Waar ik nu woon, is het veel rustiger.”
Margret geeft aan dat ze zich op een gegeven moment niet meer prettig voelde op de Bronkhorst. “Er was veel criminaliteit, er waren schietpartijen, overal lag glas. Als ik dan met mijn hondje ging wandelen, kreeg hij glas in zijn pootjes. Ook was er veel afval en liepen er ratten rond.”
Toch komt Margret nog regelmatig in de Horsten, omdat haar dochter er woont. “Ze heeft een paar jaar geleden een appartement gekregen op de Diepenhorst. Maar ook zij wil hier weg hoor”, zegt Margret. “Alleen is het zoeken van een woning nu, een begin zonder einde.”
Wat Margret wél waardeerde aan de wijk, was de diversiteit van haar buren. “Dat is echt typisch Zuidwijk”, zegt ze met een glimlach.
Door Zuiderpark naar Zuidplein
ZW0060
Naam: Anoniem
Woonduur: 4 jaar
Woonsituatie: Moeder samen met dochtertje
Vanuit België kwam een moeder met haar dochtertje terecht op de Bronkhorst, waar ze vier jaar geleden een huis kreeg. “In de vier jaar dat ik hier woon, heb ik niet veel contact gehad met de mensen in de buurt. Op de een of andere manier was de aansluiting er niet”, vertelt ze.
Haar dochtertje gaat naar een school in de buurt en na school gaan ze vaak naar Zuidplein. “We lopen dan door het Zuiderpark en stoppen meestal nog even bij de speeltuin daar. Die twee plekken vind ik fijn in de wijk, het park en het winkelcentrum zijn dichtbij. Maar verder vind ik het hier niks”, zegt ze eerlijk.
Ze ervaart veel overlast in de wijk. “Er is veel herrie en drugsgebruik, vooral in de zomer.” Ze zou graag ergens anders willen wonen. “Maar dat zit er nu niet in”, voegt ze eraan toe.
De reigers van de Horsten ZW0061
Spiongaatjes van Zuidwijk ZW0062
In Zuidwijk valt iets bijzonders op aan de voordeuren. Bij veel deuren is het raampje bedekt met mat plakfolie tegen inkijk, maar in de folie zit vaak een kleine opening. Dit zijn geen standaard spionnetjes, netjes ingebouwd door de fabrikant. Nee, deze gaatjes zijn door de bewoners zelf gemaakt, zorgvuldig uitgeprikt in de raamfolie, precies op ooghoogte.
Regelmatig zijn er in de Hoge Horsten een of twee reigers aanwezig. Je loopt over het pad tussen de Diepenhorst en de Havikhorst, en daar om de hoek staat een reiger op het veld onder een balkon. Of dan loop je weer richting de Bronkhorst, en staat er een reiger boven op een lantarenpaal. Er is een klein meertje achter de Horsten, waar de reigers waarschijnlijk hun thuisbasis hebben, maar ze zijn ook blij om hun stukje natuur te verlaten en hun tijd tussen de woonblokken door te brengen. “Het eten van bewoners dat wel eens op straat belandt, is een maaltijd die de reigers niet zomaar overslaan.”
Op een middag vliegen de twee reigers achter elkaar aan, ze lijken elkaar uit te dagen of met elkaar te spelen. En dan vliegen ze met elkaar naar boven en landen ze vierhoog op een balkon van een bewoner van de Diepenhorst. Ze sluiten zich aan bij de grote groep duiven die zich daar op het dak al keurig op een rijtje hebben verzameld. We vragen ons af waarom alle vogels zich daar verzamelen en wat het geheim van de bewoner is die daar woont. Helaas hebben we diegene nog niet ontmoet en kunnen we ons alleen maar verwonderen over de vogels van de Horsten.
Wanneer er wordt aangebeld, gaat de deur meestal niet meteen open. Eerst verschijnt een oog achter het spiongatje, een blik die de bezoeker inspecteert en beoordeelt. Het is een stil bewijs van de voorzichtigheid van de bewoners. Daarna wordt de deur soms op een kleine kier geopend, maar niet altijd. Sommige bewoners houden de deur volledig gesloten en voeren het gesprek door de dichte deur heen. Anderen, na een periode van aarzeling en wellicht door de toon van het gesprek, openen de deur geleidelijk iets verder. Het lijkt alsof het vertrouwen stukje bij beetje gewonnen moet worden. Maar als dat eenmaal gebeurt, worden we soms zelfs binnen uitgenodigd voor koffie en wat lekkers.
Deze kleine gaatjes vertellen iets over de buurt. Ze zijn een stille getuige van een gevoel van onveiligheid, van een angst voor wat of wie er voor de deur kan staan. Of het nu vreemden zijn, verkopers of een onbekende mensen met verkeerde bedoelingen, de bewoners van de Horsten lijken op hun hoede.
Toch vertellen deze spiongaatjes niet alleen over wantrouwen. Ze laten ook zien hoe mensen veerkrachtig omgaan met dat gevoel. Ze creëren hun eigen oplossingen, hoe klein ook, om zichzelf te beschermen maar ook om zich veiliger te voelen in hun eigen huis.
Naam: Meneer B.
Leeftijd: 85 jaar
Woonduur: 50 jaar
Adres: Diepenhorst
Woonsituatie: Alleen
Meneer B. ZW0063
Meneer B. woont al 50 jaar aan de Diepenhorst. Op 85-jarige leeftijd heeft hij de wijk en de stad flink zien veranderen. “Alle goedkope woningen gaan achteruit, dat zie je overal in de stad”, zegt hij met een zucht. Hij wil liever anoniem blijven. “Mijn verhaal over de wijk is niet echt positief”, voegt hij eraan toe.
Net aangekomen met zijn fiets, brengt Meneer B. deze voorzichtig via een trapje achter het gebouw naar de kelder. Het is een hele opgave: met zijn boodschappen in de ene hand en de fiets stevig vast, moet hij balanceren op het smalle trapje terwijl hij tegelijkertijd de deur naar de kelder openhoudt. Hij klaagt er niet over, maar ik besluit hem toch even te helpen.
“Waar komt u vandaan?” vraag ik vriendelijk. Hij schuift zijn pet een stukje omhoog en kijkt me met een glimlach aan. “Boodschapjes gedaan hè, anders heb ik geen eten”, antwoordt hij nuchter. Meneer B. mag dan ouder worden, hij vindt het belangrijk om zelfstandig te blijven, vertelt hij. Ondanks de uitdagingen blijft hij zich aanpassen aan een wijk die niet meer is zoals vroeger.
Pakketjes aannemen
ZW0064
Iedere keer als we de Hoge Horsten bezoeken, zien we busjes van bezorgdiensten af en aan rijden. In bijna elke straat stoppen ze bij meerdere huizen om pakketjes af te leveren. Deze dag trekt een PostNL-busje onze aandacht, bestuurd door een vriendelijke vrouwelijke bezorger. Haar kleine gestalte maakt het contrast met de grote bus extra opvallend en geeft haar een stoere uitstraling.
Ze vertelt dat er in deze drie straten veel pakketjes worden besteld. “De hoeveelheid zelf is niet zo bijzonder”, zegt ze, “maar wat me opvalt, is dat er vaak niemand thuis is. Of misschien doen ze gewoon de deur niet open. Ik probeer de pakketjes dan bij de buren af te geven.” Als dat niet lukt, brengt ze de pakketjes naar een afgiftepunt in de buurt. “Daar kunnen mensen ze zelf ophalen”, legt ze uit. Het is niet ongewoon dat bewoners niet thuis zijn of de deur niet openen. Wel merkt ze dat veel mensen hier bereid zijn een pakketje voor hun buren aan te nemen.
Enkele bewoners bevestigen dit beeld. “We kennen onze buren niet altijd persoonlijk,” zegt een van hen, “maar een pakketje aannemen of even langsbrengen, dat doe ik meestal wel.” Het toont een klein gebaar van hulpvaardigheid, in een buurt waar mensen elkaar niet altijd kennen.
Rustig wonen ZW0065
Voormalig bewoner Linda ZW0066
Op de Diepenhorst woont een gezin bestaande uit een vader, zijn twee kinderen en hun opa en oma. Voorheen woonden ze aan de Moerkerkestraat, vlakbij Zuidplein. Het contrast tussen de twee buurten is groot, en het gezin lijkt gelukkig met de verandering.
Ik ontmoet oma en de twee kinderen terwijl ze vanuit school naar huis wandelen. Nieuwsgierig vraag ik hoe ze het vinden om hier te wonen. De kinderen kijken me aan, en de jongste, met pluizige roze oorwarmers op, reageert enthousiast: “Ik vind het superleuk om hier te wonen!” Ze is vrolijk, en hupt een beetje op en neer.
Oma glimlacht en knikt bevestigend. “Het is hier inderdaad veel leuker en vooral rustiger dan waar we eerst woonden”, vertelt ze. “Veel minder verkeer en mensen. Dat maakt het echt fijner, vooral met de kleintjes. We wonen hier nu acht jaar en zijn er heel blij mee.” De jongste voegt er opgewekt aan toe: “En ons huis is ook heel gezellig!”
Oma merkt op dat ze verder moeten, zodat ze op tijd kan beginnen met het avondeten. Terwijl ze doorlopen, blijft de jongste naar me zwaaien tot ze de portiek binnenstappen.
Naam: Anoniem
Woonduur: 8 jaar
Adres: Havikhorst
Woonsituatie: Vader, opa, oma, 2 kinderen
Naam: Linda
Adres: Bronkhorst
Woonduur: 2018-2021
Woonsituatie: Samen met haar zoontje
Linda woonde van 2018 tot 2021 op de Bronkhorst in de Hoge Horsten. De woning, aangeboden via het Moeder- en kindhuis, was een grote stap vooruit voor haar en haar zoon. Maar de onveilige situatie in de straat deed het geluk snel omslaan. “Ik had een urgentie vanwege geweld en bedreiging en dan plaatsen ze me daar, met al dat geweld! Wie bedenkt zoiets?”, vertelt ze. “We worden gewoon op een hoop gegooid en vergeten. Of nee, ze kijken niet naar ons om, we zijn te min.” Haar verzoeken om te verhuizen werden afgewezen, zelfs toen er kogels door haar raam werden geschoten. “Ik moest de burgemeester inschakelen. Pas toen stonden ze op de stoep om zich te verontschuldigen.”
Nu ze in een ander deel van Zuidwijk woont, begint Linda haar leven op te bouwen. Ze is actief in het buurtpreventieteam, de wijkraad, en kookt vrijwillig bij Inloophuis ZuidRijk. “Buurtpreventie is gewoon een rondje lopen, bij ZuidRijk train ik vooral mijn lachspieren”, zegt ze bescheiden. Maar zo is ze natuurlijk ook een belangrijk steunpunt voor de mensen om haar heen en draagt ze bij aan de cohesie en leefbaarheid van de wijk.
Haar ervaringen in de Horsten blijven echter zwaar wegen. “Ze weten echt wel wat er mis is, maar ze doen er niks aan. De wijkagent komt er al jaren niet en drugs worden openlijk verhandeld. Het is nu rustiger doordat een familie is uitgezet, en dat gun ik iedereen daar. Maar voor mij blijft het een trauma. Pas sinds kort loop ik er weer met het buurtpreventieteam, maar ik voel me er nog steeds onveilig.”
Stichting Wijkcollectie Wijkverhalen als levend erfgoed van de wijk
Meneer G.
ZW0067
Meneer G., 92 jaar, woont niet in de Hoge Horsten, maar is een bekende verschijning in heel Zuidwijk. Al 68 jaar woont hij in de Kampen, vlak achter de Hoge Horsten. Daarnaast is hij lid van Stichting Bewonersfonds en heeft hij 25 jaar als vrijwilliger gewerkt bij het Huis van de Wijk De Larenkamp. Door deze betrokkenheid kennen veel mensen hem, en dat maakt hem trots. “Vanuit De Larenkamp heb ik veel kunnen betekenen voor de wijk”, vertelt hij.
De Larenkamp was jarenlang een belangrijke ontmoetingsplek in de wijk, maar het gebouw was verouderd en werd niet goed onderhouden door de gemeente, vertelt meneer G. In 2018 werd het daarom gesloopt. “Er is een kleiner Huis van de Wijk verderop voor in de plaats gekomen, maar daar wordt veel minder georganiseerd”. De buurt en ik missen De Larenkamp enorm. Zuidwijk is niet meer zo actief. Een wijkgebouw brengt mensen samen, en dat hebben we nu niet meer.”
Waar vroeger De Larenkamp stond, staat nu een woontoren van tien verdiepingen, onderdeel van het project Slinge 303. “Ik begrijp dat er nieuwe woningen nodig zijn, maar de wijk heeft ook plekken nodig waar mensen elkaar kunnen ontmoeten”, zegt hij. Meneer G. blijft zich inzetten voor Zuidwijk. Als lid van het Bewonersfonds ondersteunt hij maatschappelijke initiatieven en overlegt hij met organisaties om samen met het bestuur te bepalen wat de wijk nodig heeft.
Naam: Meneer G. Leeftijd: 92 jaar
Woonduur: 68 jaar
Adres: Rosekamp
Victor komt net thuis van werk wanneer ik hem bij de ingang van zijn portiek tegenkom. Hij werkt in Utrecht, bij een fabriek die vleeswaren klaarmaakt en verpakt. Hij vertelt dat hij lange dagen maakt, hij reist iedere dag een uur heen en een uur terug. Victor heeft daarom weinig tijd voor zichzelf en om te verbinden met zijn buurt. De wijk ervaart hij als prima en rustig, iets onrustiger dan waar hij hiervoor in Schiedam woonde. Dat maakt hem niet zoveel uit, want hij is toch vooral op werk, vertelt hij.
Victor zijn gezin woont nog in Portugal, waar hij een lange tijd ook woonde. Zes jaar geleden kwam hij in zijn eentje naar Nederland, om werk te vinden. Hij vindt het leven en de levenskwaliteit hier goed. “Het is stil en rustig, en ik ben tevreden”, zegt hij met een brede lach. Hij woont samen met een vriend die hij hier heeft leren kennen, en staat verder open voor zijn buren, maar heeft geen uitgebreid contact. Daar is hij wel tevreden mee, omdat voor hem de wijk gewoon functioneert als een basis vanuit waar hij kan werken.
Naam: Victor
Adres: Havikhorst
Woonduur: 2 jaar
Woonsituatie: Samen met een huisgenoot
Naam: Anoniem
Leeftijd: Midden 20
Woonduur: 25 jaar
Slopen en heropbouwen ZW0069
Woonsituatie: Samen met moeder en zus
“Eigenlijk moet het gewoon gesloopt worden, dat is het enige dat helpt. En ik zou graag meer zien voor de kinderen, meer dingen om mee te spelen, meer plekken om te hangen. Ik ben hier opgegroeid, geboren en getogen, en de hele tijd dat ik hier heb gewoond is er niks verbeterd in de wijk, alleen maar achteruit gegaan. Nu valt het met kleine verbeteringen niet meer te redden”, vertelt een jongeman uit de Diepenhorst. “Er is hier veel gebeurd, en er gebeurt nog steeds veel. Kijk daar, en ook daar”, hij wijst naar de onderkant van lantarenpalen aan beide kanten van de straathoek waar we staan, “allemaal beveiligingscamera’s. Dan weet je wel wat voor buurt het is. Ja het is wel een goeie buurt, maar het is een beetje een getto”, zegt hij. “Ik ken Rotterdam goed, dit is waar ik vandaan kom, en overal heb je dezelfde problemen. Weet je, als ze nou eens zouden investeren in onze buurten, een beetje betere huizen, meer open, meer parkjes en dingen voor de kinderen, dan zou ik hier mijn hele leven willen blijven. Maar niet zoals het nu is. Nee, niet zoals het nu is.”
We sluiten het gesprek af met een vraag over zorg voor elkaar, waar hij erg positief over is. “Ja buren onderling zijn goed voor elkaar, mensen vragen elkaar of ze iets nodig hebben, doen boodschappen voor elkaar. Met mijn familie ook, wij zijn wel bekende figuren hier, en we helpen elkaar allemaal wanneer het nodig is. Dat is dan wel weer het mooie aan onze wijk.”
Meer structuur voor kinderen ZW0070
Een jongeman woont al 20 jaar in de Horsten, hij kwam hier op jonge leeftijd wonen, en woont er nog altijd. Sinds een jaar werkt hij in de haven, als stackerdraaier (het vastmaken aan elkaar van containers op zeeschepen). “Het is goed werk, wel zwaar, maar het is ook niet te zwaar. Je tilt nooit in één keer te veel kilo’s, meer rond de vijf of tien of hooguit twintig.”
Hijzelf had terwijl hij opgroeide, een goeie groep vrienden hier in de buurt. Hij maakt zich zorgen dat de jongeren nu die mogelijkheid niet meer hebben. “Er zijn geen speeltoestellen meer voor de kinderen, vroeger hadden we wel wat meer, ook meer bankjes en plekken om te chillen, maar alles wordt gesloopt of weggehaald, en er komt niks bij. En dan zo vanaf een jaar of 12 oud, zie je de jongeren niet meer. Ze gaan allemaal veel verder weg om met vrienden of buiten te zijn.”
Hij is een stille jongen en geeft verder niet veel weg, maar knikt instemmend wanneer de vriend waarmee hij samen is verder vertelt over de dynamiek in de wijk. Beiden vinden het jammer dat er weinig middelen of aandacht van buitenaf naar de wijk gaan. Ze zien een verband tussen het gebrek aan ondersteuning van buitenaf en de manier waarop mensen in de wijk met elkaar omgaan.
Naam: Jean-Pierre
Leeftijd: Midden 30
Adres: Diepenhorst
Woonduur: 10 jaar
Woonsituatie: Samen met vrouw en twee kinderen Stichting Wijkcollectie Wijkverhalen als levend erfgoed
ZW0071
Jean-Pierre woont inmiddels 10 jaar op de Diepenhorst. Hij kwam er met zijn vriendin met spoed wonen toen zij 8 maanden zwanger was van hun eerste kind. Hun dochtertje is nu 10 jaar oud en heeft er een broertje bij gekregen, nu 3 maanden oud. Ze hebben het goed gehad hier de afgelopen jaren, vertelt Jean-Pierre. “Het is een gezellige buurt, vooral als je hier al zo lang blijft wonen”, vertelt hij vanaf zijn balkon op de begane grond. Er komt op dat moment ook een buurman langslopen, en ze geven elkaar door het traliewerk
Moeder van drie zonen ZW0072
“Ik ben moeder van drie zonen,” zegt de vrouw met een warme glimlach. “Maar ze zijn al ouder hoor, allemaal twintig jaar en ouder.” Ze lacht even, duidelijk trots op haar volwassen kinderen.
Drie jaar geleden verhuisde ze naar haar huidige woning. Daarvoor woonde ze in Noordwijk en Rozenburg. “We kregen deze woning vanwege mijn medische urgentie”, legt ze uit. Het was een noodzakelijke stap, maar ook een spannende. “Ik vind het wonen hier gezellig en dat had ik niet verwacht!
Iedereen groet elkaar en iedereen kent elkaar in de portiek. Als ik bijvoorbeeld boodschappen ga doen in de supermarkt hier om de hoek, kom ik vaak buren tegen en dan groeten we elkaar. Dat vind ik veel waard.” Ze geniet duidelijk van het gevoel van verbondenheid, iets wat ze misschien niet overal zo heeft ervaren.
Een groot voordeel van haar woonplek in de Bronkhorst is de nabijheid van het ziekenhuis. “Het is fijn dat het ziekenhuis dichtbij is”, zegt ze met opluchting in haar stem. “Hierdoor hoef ik bijvoorbeeld niet te vragen of iemand mij brengt, maar kan ik gewoon zelf gaan. Daardoor ben ik van niemand afhankelijk.”
van het balkon heen een hand. Hij vertelt verder: “Maar ik zou meer willen zien voor de kinderen buiten, dat missen we hier echt. Ze hebben hier niks.” Hij wijst naar de voetbalgoal tegenover zijn balkon. “Ja wel één goaltje, maar dat staat tussen die bomen met allemaal hondenpoep, en dat is het dan. Dat is echt niet genoeg.”
Uiteindelijk zou Jean-Pierre graag verhuizen, het liefst buiten de stad. “Misschien Barendrecht of Pernis ofzo, waar alles gewoon net wat ruimer is. Hier hebben de kinderen maar één slaapkamer die ze moeten delen, maar dat kan op de lange termijn niet volgehouden worden. Dan wordt het wel wat duurder natuurlijk, maar dat komt wel goed”, zegt hij opgewekt. Direct op zoek naar een nieuwe woning zijn ze nog niet. “We hebben nu alles nieuw binnen, net alles opgeknapt, dus we kunnen ook wel nog even door hier. Maar wanneer de volgende stap komt dan komt ie.”
Opgegroeid in de wijk ZW0074
Naam: Anoniem
Skaten door de wijk ZW0073
We komen Destiny en haar twee vriendinnen tegen, al skatend tussen de Hoge Horsten. Ze lachen en kletsen terwijl ze soepel over de stoep voorbijsnellen. Destiny woont in de Bronkhorst, terwijl haar vriendinnen, die zussen zijn, in de Lokhorst wonen. Ondanks dat ze op verschillende plekken wonen en naar verschillende scholen gaan, weten ze elkaar altijd te vinden.
“Als we klaar zijn met school, halen we elkaar op van huis en gaan we skaten door de wijk”, vertelt Destiny enthousiast. De meiden zijn 10, 11 en 14 jaar oud. Destiny gaat naar school buiten de wijk in Carnisse, terwijl haar vriendinnen thuisonderwijs krijgen. Maar zodra de schoolboeken dicht zijn, trekken ze hun skates aan en gaan ze samen op pad.
“Samen skaten is gezellig”, zegt Destiny. “Met de skates aan ga je lekker hard, en met de wind in je rug nog harder!” Haar vriendinnen knikken instemmend. De wijk biedt hun genoeg ruimte en vrijheid om te oefenen. “In de buurt hier skaten is perfect, omdat je een groot rondje kan maken om de Hoge Horsten heen”, legt een van de zussen uit.
Maar niet alles is zonder spanning. “Oversteken is echt spannend”, geven ze toe. “Je kan vallen door de stoepranden, maar ook door het verkeer.” Toch vinden ze hun avonturen op skates vooral leuk. Met de skates aan en de wind in hun rug genieten ze van het skaten door de wijk.
Naam: Destiny en vriendinnen
Leeftijd: 10, 11 en 14 jaar
Adres: Bronkhorst en Lokhorst
Woonsituatie: Samen met hun ouders
Leeftijd: 16 jaar
Woonduur: 16 jaar
Adres: Diepenhorst
“Ik woon al mijn hele leven hier in dit huis, ik ben hier opgegroeid. Dus dat is 16 jaar, want zo oud ben ik nu. Het is een leuke wijk om op te groeien”, vertelt ze verder. “Ik was altijd veel buiten met andere leeftijdsgenootjes uit de buurt. De meesten wonen hier ook nog steeds, dus ik zie ze nog wel eens op straat.”
De wijk heeft alles wat ze nodig heeft. “Het is een fijne wijk”, zegt ze. “Ik ken de buren, mijn basisschool was altijd dichtbij en de winkels op loopafstand zijn ook chill.” Ze waardeert de korte afstanden en het gemak dat de buurt haar biedt.
Momenteel volgt ze een opleiding dans en theater in IJsselmonde. “Ik wil hier later waarschijnlijk mijn beroep van maken”, zegt ze met een lichte twijfel. De creatieve wereld trekt haar wel aan.
Stichting Wijkcollectie Wijkverhalen als levend erfgoed van de wijk
Een portiek in de Havikhorst ZW0075
In een portiek van de Havikhorst spreken we kort drie bewoners. Allen dragen ze hun eigen verhaal en achtergrond met zich mee, en hebben ze hun eigen visie op de wijk. Een bewoner is hier sinds april komen wonen, zij zoekt haar weg nog in de wijk, maar haar eerste indruk is positief. “Het is een leuke wijk, ik heb lieve buren, alles is dichtbij.” Een andere bewoner woont er al dertien jaar, samen met haar hondje. Ze vertelt dat ze voornamelijk thuis werkt, en niet veel reden heeft om buiten te komen, maar dat ze hiermee heel tevreden is. Binnen haar portiek kent ze iedereen: “Iedereen zegt elkaar gedag, dat is heel fijn.”
Een tijd later komt een vrouw met drie jonge kinderen de portiek binnenlopen. De kinderen hebben samengespeeld en worden nu weer bij hun eigen huizen afgezet. Twee moeders praten wat bij en roepen elkaar iets toe, vanaf hun eigen verdiepingen, en de kinderen springen wat traptreden op en af. Wanneer we een van de moeders kort vragen wat ze zou willen voor de wijk, zegt ze, vol overtuiging “Meer huizen!” en loopt verder de deur uit, de straat uit, terug naar haar eigen portiek.
Het vuilnis wordt opgehaald ZW0076
Een grote vuilniswagen staat voor de afvalcontainers van de Bronkhorst geparkeerd. Een enkele man stapt uit, gekleed in zijn feloranje overall, met om zijn middel een groot controlepaneel waarmee hij de grijper aanstuurt. Hij doet dit werk al 23 jaar. In die jaren is er veel veranderd. Niet alleen in de systemen waarmee hij moet werken, die steeds verder worden gemoderniseerd, de ondergrondse sensors die hem vertellen wanneer een container vol is, de knopjes die het vuilnis ophalen als een videospelletje maakt, maar ook in de gedragingen van de mensen, merkt hij op. “Mensen zijn verwend en lui geworden. Ze zetten alles maar neer, ze doen er geen moeite voor. En dan verwachten ze dat alles maar wordt opgehaald”, vertelt hij. Met zijn systeem kan hij het dan niet meenemen en moet er een apart team ingeschakeld worden. “Het is overal zo, in heel Rotterdam.”
Gedurende onze tijd in de Horsten hoorden we veel ontevredenheid over het vuilnis op straat, bewoners zelf merkten dit verschil ook op. “Er wordt steeds minder omgekeken naar waar het vuilnis neer wordt gezet of gegooid”, is een geluid dat we vaak terug horen. De vuilnisman beaamt dat, en vindt het spijtig, maar zegt ook dat het in andere wijken nog erger kan zijn dan in de Horsten, waar hij regelmatig komt. Maar hoe dan ook blijft hij vrolijk, en in een goed humeur. Hij ervaart het als goed werk en kan met trots vertellen over zijn langdurige ervaring met het afvoeren van het afval van de wijk.
Destiny ZW0077
Een ontmoeting op het buurtterras
Naam: Anoniem
Leeftijd: 22 jaar
Woonduur: sinds kort
Adres: Diepenhorst
We ontmoetten Destiny terwijl ze met haar vriendinnen door de wijk skeelerden en nodigde haar uit voor het buurtterras dat een week later plaats zou vinden. Samen met dezelfde twee vriendinnen kwam ze als een van de eerste bezoekers naar het terras en blijft als een van de laatsten.
Destiny woont in een vol huishouden. Ze heeft twee broertjes rond haar leeftijd en nog een zusje van anderhalf jaar oud. Verder hebben ze nog honden en katten en vier aquariums met vissen. “De katten slapen bij mij in bed”, zegt ze vrolijk “en binnenkort is mijn zusje oud genoeg om bij mij in de kamer te komen slapen.” Ze vindt het vanwege de drukte in huis wel fijn om veel buiten te spelen, waar ze meer ruimte voor zichzelf heeft. Naast skeeleren vindt ze touwtjespringen leuk net als alle sportlessen op school.
Het enige wat ze moeilijker aan de wijk vindt is de onveiligheid. “Nu mag ik hier zijn van mijn ouders, omdat ik met veilige mensen ben. Maar je hoort soms ook van die verhalen op TikTok en zo. Dan zegt iemand daar dat hij met een mes rondloopt.” Wanneer ik haar vraag of ze daar dan bang van wordt schudt ze haar hoofd. “Nee hoor, ik trek me er niet zoveel van aan”, zegt ze dapper. Stipt om half zes zegt ze ons gedag en skate ze met haar roze skates en roze vestje aan terug naar huis.
Naam: Destiny
Leeftijd: 11 jaar
Adres: Bronkhorst
Woonduur: 11 jaar
Woonsituatie: Samen met haar ouders en 3 broers en zussen
ZW0078
Woonsituatie: Samen met man en 2 kinderen
Op een koude woensdagmiddag organiseert de Wijkcollectie het tweede buurtterras tussen Diepenhorst en Havikhorst. Buurtbewoners kunnen hier gezellig samenkomen en genieten van een warme maaltijd.
Tijdens het buurtterras ontmoet ik een jonge moeder van 22 jaar met haar twee levendige kinderen: een meisje van 3,5 jaar oud en haar jongere broertje van 2. We zijn eigenlijk al aan het opruimen wanneer zij aankomen, maar hun komst brengt meteen weer wat leven in de brouwerij. De oudste dochter had gehoopt op spelletjes en snoepjes en is zichtbaar teleurgesteld als ze merkt dat die er niet zijn. Haar teleurstelling slaat zelfs een beetje om in boosheid. De moeder belooft haar dat ze morgen iets lekkers uit mag kiezen in de supermarkt, maar dat lijkt haar dochter niet helemaal tevreden te stellen.
De moeder vertelt ons dat ze uit Syrië komen en hier nu een woning hebben gekregen. Ze is erg blij met hun nieuwe thuis en vooral met de vriendelijke buren. “Mijn bovenbuurvrouw is heel lief en helpt me altijd met e-mails en brieven, want ik kan nog geen Nederlands schrijven of lezen, maar ik leer snel”, vertelt ze met een glimlach. In hun vrije tijd gaan ze graag naar de winkels, waar het in de winter lekker warm is. Maar zodra de zon schijnt, genieten ze volop van de speeltuin achter hun huis. “Dat vinden mijn kinderen echt geweldig”, zegt ze blij, terwijl haar kinderen wat verderop aan het spelen zijn.
Wennen aan een nieuw thuis
ZW0079
Naam: Iman
Leeftijd: 24 jaar
Woonduur: 3 maanden
Adres: Havikhorst
Woonsituatie: Alleen
Warmte in de wijk: Samenkomen op het Buurtterras
ZW0080
Iman woont sinds een paar maanden op de Havikhorst. Voordat ze hier kwam, woonde ze een tijd in Maastricht, nadat ze vanuit Irak naar Nederland was gevlucht. Nu heeft ze in Rotterdam een woning gekregen, maar ze vindt het lastig om steeds weer aan een nieuwe plek te moeten wennen. Eerst moest ze zich aanpassen aan Maastricht en nu begint dat proces opnieuw.
Iman kent nog niemand in de buurt of in Rotterdam. Ze vindt het moeilijk om contact te maken, vooral omdat ze de Nederlandse taal nog niet goed beheerst. Ze volgt een inburgeringscursus, maar die vindt ze ontzettend moeilijk, vertelt ze.
Ik ontmoet Iman tijdens het tweede buurtterras, dat plaatsvindt tussen de Havikhorst en de Diepenhorst. Eigenlijk was ze langsgekomen in de hoop iemand van Hef Wonen te spreken over een aantal gebreken in haar huis. Helaas lukt dat niet, maar zo raken we wel met elkaar in gesprek. “Ik zie veel mensen, maar ken ze niet”, zegt ze. “Ook niet met je buren?”, vraag ik. Ze schudt verlegen haar hoofd en antwoordt zachtjes: “Ik wil wel, maar is moeilijk.” Ik besluit Fahria erbij te roepen. Zij woont al 30 jaar op de Diepenhorst en kent de buurt goed. Ik vertel haar dat Iman hier net is komen wonen. Fahria komt er meteen bij zitten en begint Iman vragen te stellen en over zichzelf te vertellen. Langzaam komt het gesprek op gang en zie ik Iman iets meer ontspannen. Misschien is dit voor Iman het begin van een nieuw contact met iemand in de buurt.
Op een koude woensdagmiddag aan het einde van januari 2025 organiseerde de Wijkcollectie het tweede Buurtterras in de Horsten. De locatie was weer op het veldje tussen de Havikhorst en de Bronkhorst. Dit keer met een tent en een terraskachel in het midden en heerlijke bami met kip, gemaakt door bewoner Denise. Al een dag van tevoren was ze begonnen met de voorbereidingen. De kip was gemarineerd, de pindasaus lekker smeuïg en twee enorme bakken bami stonden stomend klaar voor de bewoners van de Horsten.
En de bewoners kwamen binnenstromen! Bekende gezichten die we bij het verzamelen van de verhalen hebben leren kennen, en die er vorig buurtterras bij waren geweest. Maar ook nieuwe gezichten, die even kwamen kijken wat hier nou gaande was, en vervolgens met een bordje eten of een kop warme koffie bleven hangen. Ook kwamen vertegenwoordigers van Hef Wonen langs en de jongerencoaches die zich op professioneel niveau inzetten voor de wijk. Samen warmden we onze handen bij de kachels en keken we terug op de afgelopen maanden en de verhalen die we met elkaar hebben gedeeld.
Het was ook een speciaal moment met de onthulling van de wijktekening die Nicole van Dijk de afgelopen maanden heeft gemaakt. De prachtige tekening brengt de bewoners en hun verhalen in beeld. Mensen herkenden zichzelf en elkaar, en wezen lachend naar een hoekje van de poster waar weer een ander bekend gezicht opdook. Het was mooi om te zien wat herkenning kan doen voor een gevoel van warmte en saamhorigheid. Het startte gesprekken. En dat is precies wat we met onze tijd in de Horsten teweeg wilden brengen. Verhalen verzamelen en delen, om juist nog meer gesprekken te voeren en nog meer verhalen te delen, tussen bewoners onderling, en met partijen die iets voor de Horsten kunnen betekenen. Het Buurtterras was daar een goed voorbeeld van, en we hopen dat dit de start is van nog veel meer verhalen in de wijk.
Stem op jouw twee favoriete muurschilderingen!
Kunstenaars lieten zich inspireren door alle verhalen van de bewoners van de Hoge Horsten. Hef Wonen neemt het initiatief om twee muren in de wijk te laten beschilderen met kunstwerken die gebaseerd zijn op de verhalen van bewoners. Met de muurschilderingen komen de woorden van bewoners terug in het straatbeeld. Een eerbetoon aan de ervaringen, veerkracht en verbondenheid van bewoners.
Op de volgende pagina’s vind je de kunstwerken van studenten van de Willem de Kooning Academie en het Grafisch Lyceum Rotterdam. De studenten werden begeleid door kunstenaars van Rotterdam Signpainters. Bewoners kunnen per opleiding stemmen op hun favoriete ontwerp, waarna de gekozen muurschilderingen op de flats zullen worden aangebracht door de schilders van Rotterdam Signpainters.
Rotterdam Signpainters bestaat sinds 2021 als groep. Zij combineren hun krachten en verschillende achtergronden in reclame, grafisch ontwerp en illustratie. Rotterdam Signpainters zet zich in om karakter en vakmanschap terug te brengen naar de openbare ruimtes en winkelpuien van Rotterdam.
Met een sterke achtergrond in grafisch ontwerp, typografie en muurschilderingen combineren zij traditionele ambacht met eigentijdse expressie.
Stem via onderstaande QR-code op jouw twee favoriete ontwerpen of gebruik de volgende link https://ap.lc/mLCsT. Alle bewoners worden persoonlijk per brief geïnformeerd door Hef Wonen over de uitslag en planning van de muurschilderingen.
Stem op jouw favoriete kunstwerk
De twee winnende ontwerpen kunnen dankzij een financiële bijdrage van het NPRZ gerealiseerd worden.
Willem de Kooning Academie 1
Titel: 1001
Namen:
Tess Kitching, 21 jaar
Giulia Zamperlini, 25 jaar
Anouk Seelt, 20 jaar
1001
Wij hebben voor jullie een nieuw huisje gemaakt
Dit is huisnummer 1001
Een huis waar iedereen welkom is
Een nieuw huis heeft een nieuw huisnummer nodig dat nog niet in jullie straat bestaat
En het niet uitmaakt waar je vandaan komt, wie je bent of wat je doet
Waar iedereen geniet van de muziek die gespeeld wordt,
Want binnen muziek spreekt iedereen dezelfde taal
Waar kinderen spelen met elkaar
En met de hond van de buurman
Waar buren elkaar een handje helpen
Huis 1001
Een huis vol liefde
Waar iedereen mag zijn
Stem hier op jouw favoriete ontwerp:
Titel: Roots and Recipes
Namen:
Chau Phan, 21 jaar
Alkis, 28 jaar
Roots and Recipes
Wat mensen dichter bij elkaar brengt, misschien nog meer dan een hapje van iets lekkers, is wanneer dat lekkers ook mooi is, gedeeld wordt met anderen, in de ochtendschemering.
Deze muurschildering viert de diversiteit en eenheid van een gemeenschap door het universele symbool van een gedeelde maaltijd. Een eettafel, omringd door mensen met verschillende culturele achtergronden die samen genieten, symboliseert verbondenheid, saamhorigheid en harmonie.
De zorgvuldig gekozen bloemen en het warme kleurenpalet, gecombineerd met de aardse tinten van de tafel, creëren een gastvrije sfeer die openheid en vreugde uitstraalt. De muurschildering draagt de boodschap uit dat, net als bloemen die samen bloeien, diverse gemeenschappen tot bloei komen wanneer ze zich verenigen. Dit bevordert warmte, gedeelde waarden en een feestelijk gevoel.
Stem hier op jouw favoriete ontwerp:
Willem de Kooning Academie 3
Titel: Zuidwijks Cube
Namen:
Meira Kohen, 19 jaar
Laura Karakova, 21 jaar
Gulia Maccarone, 29 jaar
Ines Florencio, 21 jaar
Hannah Sophie Pelser, 23 jaar
Zuidwijks Cube
Wij zijn een team van vijf jonge creatievelingen die de kans kregen om een muurschildering voor jouw buurt te ontwerpen! Ons concept is gebaseerd op een Rubiks kubus, die de veranderende gemeenschap weerspiegelt. Tijdens een bezoek aan de buurt waren we gefascineerd door de verscheidenheid aan objecten die mensen voor hun ramen plaatsen, elk object biedt een kijkje in hun leven. Dit hielp ons om de gemeenschap te zien als een mozaïek van verhalen. Het ontwerp toont verschillende karakters en details uit de huizen van de buurt, zoals gordijnen met bloemen, om de individualiteit te benadrukken. De kubus representeert hoe mensen samenleven, verhuizen en in de loop der tijd veranderen. Ons doel is om een glimlach op je gezicht te toveren wanneer je langs dit kunstwerk loopt!
Stem hier op jouw favoriete ontwerp:
Titel: Vrije Vlucht
Namen:
Jasmijn Ariëta Essâdja de Vos, 20 jaar
Vrije vlucht
De vogel vliegt in de richting van vrijheid, maar zijn vleugels dragen de last van het verleden en de pijn die hij heeft ervaren.
Toch blijft hij hopen en bouwt hij een nest, vastbesloten om een nieuwe toekomst en een eigen familie te creëren. Droom groot, ondanks alles.
Stem hier op jouw favoriete ontwerp:
Grafisch Lyceum Rotterdam B
Voor altijd samen
Naam:
Kenza Nicolle, 17 jaar
Voor altijd samen
In mijn werk laat ik het verhaal zien van de herinneringen van een echtpaar aan vroeger. Ik heb hierin klaprozen verwerkt omdat deze symbool staan voor hoop en vernieuwing.
Stem hier op jouw favoriete ontwerp:
Grafisch Lyceum Rotterdam C
Een zee van verhalen
Naam:
Savine van den Hoek, 19 jaar
Een zee van verhalen
In de verhalen kwam ik vaak tegen dat bewoners familie/ vrienden missen. Ook kwamen dieren vaak voor in de verhalen. Kinderen en kleinkinderen worden erg geliefd en dieren zorgen voor gezelschap als je alleen woont en geven emotionele steun.
Ik koos binnen het thema Wensen en dromen voor een kwal die als een “droom” uit het boek komt. Kwallen staan voor liefde, veerkracht, overleving, geloof en aanpassing.
Stem hier op jouw favoriete ontwerp:
Bij Hef Wonen staan we dicht bij onze huurders. Dat doen we elke dag, op verschillende manieren. Onze onderhoudsmonteurs zijn door heel Rotterdam actief. Ze doen meer dan alleen reparaties: ze luisteren, denken mee en bouwen een band op met bewoners. Dit doen ze met betrokkenheid, eerlijkheid en lef.
Ook onze sociaal beheerders spelen een belangrijke rol. Zij zijn zichtbaar in de wijk, praten met bewoners en werken samen met andere organisaties om een prettige leefomgeving te creëren.
Wij zoeken contact met bewoners maar andersom gebeurt dat ook. Huurders nemen vooral contact met ons op via het Klant Contact Centrum (KCC). Gemiddeld beantwoordt een KCC-medewerker veertig vragen per dag. Die gaan over van alles, bijvoorbeeld over de huur, reparatieverzoeken of het woningaanbod.
We proberen ons echt in te leven in de bewoner. Een collega vertelt: “Ik wil huurders het gevoel geven dat ze gehoord worden. Het is belangrijk om in de schoenen van die bewoner te gaan staan en te bedenken waarmee de bewoner echt geholpen is.” Soms is iemand vooral op zoek naar een luisterend oor. Een vriendelijk, persoonlijk gesprek kan dan veel betekenen. “Echte aandacht kost tijd, maar is belangrijk. Sommige mensen zijn eenzaam. Dan is het fijn dat ze ons kunnen bellen.”
Echte betrokkenheid zit vaak in kleine dingen. Zoals een bloemetje sturen bij een bijzondere gelegenheid. “Ik sprak eens iemand die 100 werd. We hebben bloemen gestuurd vanuit Hef Wonen. Van dit soort acties krijgen wij veel energie.”
Ons werk is meer dan een taak: het draait om mensen. We helpen graag, denken mee en staan klaar, altijd met hart voor de bewoner.
Wil je meer lezen over wat wij doen? Ga dan naar onze website (www.hefwonen.nl)!
Hef installeert brandmelder
Beste bewoner,
Wat een prachtige verhalen!
Mooi om te zien dat iedereen in de buurt zo zijn eigen verhalen heeft.
Ik lees ook de wensen die er zijn.
Bijvoorbeeld betere speelplekken voor de kinderen.
Als buurtcoach ben ik er voor jullie. Samen kunnen we kijken wat er nodig is in de buurt, zodat iedereen met plezier woont.
Naast de Wereld op Zuid aan de Aldenkamp zit de Rijnmond Actief Groep. Dit is een gezellige plek waar je mij iedere dinsdag kunt vinden.
Ook helpen bewoners hier met allerlei activiteiten voor de wijk.
Ik loop vaak door de buurt. Spreek mij gerust aan.
Soms bel ik aan en vraag ik of er wensen zijn.
Ik ben ook bereikbaar op 06-57 77 66 69
Hartelijke groet!
Marco
Buurtcoach wmo radar
Marco.KoomansvandenDries@wmoradar.nl
Werkdagen: dinsdag, donderdag en vrijdag.
Buurtcoach Marco © Marco Koomans van den
Stichting Wijkcollectie Wijkverhalen als levend erfgoed van de wijk
Opzoomeren - Zet je straat in het zonnetje
Het is fijn wonen in een straat waar je je buren kent. Daarom maken duizenden Rotterdammers ieder jaar samen met hun buren hun straat gezelliger, mooier, schoner, groener en/of veiliger. Opzoomeren noemen we dat. Iedere Rotterdammer kan meedoen. Opzoomer Mee helpt je op weg met een financiële bijdrage, praktische tips en materialen.
Van een schoonmaakactie tot een straatfeest. Van een paar bloempotten in de straat tot een muurschildering op een kale muur. Hoe kleiner je begint, hoe groter het effect. De ene buur neemt het initiatief om samen wat plantjes in de straat neer te zetten, een ander heeft nog een barbecue staan en voor je het weet zit je met z’n allen op een zonnige middag in de straat, met een drankje in de hand en een hoop gelach om je heen. Het zijn die momenten waarop je elkaar net wat beter leert kennen.
Als je eenmaal bent begonnen wil je bezig blijven. Dan zegt iemand: “Zullen we dat bankje ook eens opknappen?” Of: “Ik ken nog wel iemand die kan helpen met een schilderijtje op de muur.”
Het mooie is ook dat je er niet alleen voor staat. Via de Rotterdamse stichting Opzoomer Mee kun je hulp krijgen bij het uitvoeren van een idee om samen met de buren iets te doen. Je kunt een bijdrage vragen voor de kosten van je straatactiviteit, maar je kunt ook materialen lenen. Zo kun je een rijdende keet reserveren met daarin tafels en stoelen voor je activiteit of juist spelletjes voor de kinderen in de straat. Op die manier wordt het nog makkelijker om iets leuks te doen met de buren.
Kijk dus eens op www.opzoomermee.nl en laat je inspireren! Of bel ons om te ontdekken hoe Opzoomer Mee je kan helpen met een activiteit in jouw straat: 010- 213 10 55.
Colofon
Verhalen uit de Hoge Horsten
tekst
Stichting Wijkcollectie, Hef Wonen, Opzoomeren, wmo radar redactie en coördinatie
Stichting Wijkcollectie fotografie
Stichting Wijkcollectie, Hef Wonen, Opzoomeren, wmo radar vormgeving
Axolotl Design illustraties
Nicole van Dijk drukker Flyerman oplage
400 met dank aan alle deelnemers en betrokkenen Zuidwijk, in het bijzonder de bewoners die hun verhalen hebben gedeeld productie
Stichting Wijkcollectie en Hef Wonen
© Stichting Wijkcollectie en Hef Wonen 2025
Wat maakt een wijk tot een thuis? Dat zijn niet alleen de stenen, de straten of de voorzieningen. Het zijn vooral de mensen, met hun herinneringen, dromen, zorgen en kleine dagelijkse rituelen. Lees de verhalen van bewoners van de Hoge Horsten in Zuidwijk, Rotterdam.