
6 minute read
Niet feestelijk, wel bijzonder
De overdracht van de honderdste kerk
Kees van der Ploeg
Advertisement
Adolph
De kerktoren van Loppersum met oorlogsschade, 1945. Collectie Groninger Archieven, foto W.F. Pastoor (2437-2279).
Bestuursvoorzitter Pim de Bruijne voert het woord tijdens de overnameplechtigheid in de Mariakerk van Uithuizermeeden. Foto Duncan Wijting.
Groninger Archieven, Toegang 256 Hervormde gemeente Loppersum, 1640-1976, inv.nr. 37, stukken betreffende de vordering van klokken 1942-1945.
Over de auteurs
Martin Hillenga is historicus en eindredacteur van Groninger Kerken
Op 17 juni is de Mariakerk in Uithuizermeeden overgedragen aan de Stichting Oude Groninger Kerken. Dat
Versnelling
Toen de Stichting in 1969 met haar werk begon, verkeerden de kerken die werden overgenomen meestal in een ernstige staat van verval. De kerk van Obergum, in de vorige aflevering van Groninger Kerken besproken, is hiervan een goed voorbeeld. In veel gevallen ging het er toen om te redden wat nog te redden viel. In de eerste tien jaar werd dan ook een groot aantal bouwvallige kerken verworven.
Zoals bijgaande grafiek laat zien, trad na 1981 een zekere stabilisering op, maar vanaf 1992 begon het aantal overgenomen kerken geleidelijk aan weer te stijgen. Daarbij is eerst in 2003 en vervolgens in 2014 een versnelling in het aantal overnames vast te stellen. Daarom sprak de toenmalige voorzitter Harry de Olde bij zijn jaarrede in 2002 zijn zorg uit dat de aantallen nog over te nemen kerken de mogelijkheden van de Stichting te boven zouden gaan. Die vrees is gelukkig niet bewaarheid, dankzij verstandig overleg met de betrokken overheden en andere belanghebbenden, maar vooral dankzij een groot draagvlak onder de donateurs en de lokale bevolking in het algemeen.
In de laatste dertig jaar is van bouwvalligheid nog maar zelden sprake. Nu zijn de sterk gestegen onderhoudskosten en de verder afnemende kerkelijkheid meestal de redenen om een kerkgebouw af te stoten. Door het samengaan in 2004 van de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch-Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden als Protestantse Kerk in Nederland werden opeens gebouwen overbodig. Daarbij gaf de nieuwe plaatselijke gemeente vaak, maar lang niet altijd de voorkeur aan de oude kerk in het dorpscentrum. Het gevolg was dat nu ook waardevolle kerkgebouwen uit de negentiende en twintigste eeuw aan de zorgen van de Stichting werden toevertrouwd. Wel niemand onder de oprichtersgeneratie van 1969 had kunnen voorzien dat kerken als de Noorderkerk in Bedum en de gereformeerde kerk in Onderdendam ooit tot het bezit van de Stichting zouden gaan behoren.
Behoedzaam
De vijftigste kerk was de hervormde kerk uit 1880 in Overschild. Terwijl de overdracht hiervan de aanleiding vormde voor De Olde’s hierboven aangehaalde zorgen, was de kerkelijke gemeente juist blij dat het steeds duurdere onderhoud niet langer op het krimpende budget drukte. ‘Overschild is na de oorlog niks gegroeid, het aantal inwoners is eerder afgenomen dan toegenomen’, zo vatte de toenmalige kerkvoogd Homme Ritsema de situatie samen in het Nieuwsblad van het Noorden van 9 november 2002. Een vergelijkbare overweging speelde in Uithuizermeeden, waar men de in oorsprong dertiende-eeuwse Mariakerk altijd in een voortreffelijke staat van onderhoud heeft weten te houden. Toen na afloop van de overdrachtsplechtigheid werd gevraagd of het niet bitter was na zoveel eeuwen het bezit van het kerkgebouw te moeten afstaan, antwoordde Jan Weening, de voorzitter van de kerkenraad, dat men de overdracht vooral als een opluchting ervoer; de prioriteit van een kerkelijke gemeente ligt nu eenmaal niet bij de instandhouding van een monumentaal gebouw.
Toch werd door de verschillende sprekers behoedzaam omgegaan met de eventuele ‘feestelijkheid’ nu de honderdste kerk aan de Stichting werd overgedragen. Jan Weening noemde deze bijeenkomst liever ‘bijzonder’ dan ‘feestelijk’, en in zijn bijdrage sloot de voorzitter van de Stichting, Pim de Bruijne, zich hierbij aan. Het was bovendien ook voor hem persoonlijk een bijzondere gebeurtenis, want deze overdracht was zijn laatste o�ciële daad voordat hij als voorzitter zou aft reden. Hij legde er de nadruk op dat het geen eenvoudig besluit kan zijn geweest na zeven eeuwen de verantwoordelijkheid voor het kerkgebouw los te laten, al zullen er ook in de toekomst nog geregeld kerkdiensten worden gehouden. Voor de Stichting, zo benadrukte hij onder verwijzing naar het beleidsplan, gelden de kerkgebouwen als ‘bakens van betekenis’. Het onderhoud daarvan vergt een professionele staf, die in de loop van de jaren navenant is gegroeid, maar even belangrijk zijn de zeshonderd vrijwill igers die plaatselijk zorgdragen voor de kerkgebouwen, en de ruim zesduizend donateurs. ‘De monumentale kerk raakt een snaar in het collectieve bewustzijn’, zo vervolgde hij en memoreerde de opmerkingen die bezoekers in gastenboeken achterlaten. Daaruit blijkt dat men in de kerken verbondenheid met generaties ervaart, een gevoel van zingeving die de waan van alledag overstijgt.


Hoe de behoudstaak van de Stichting in de toekomst precies gestalte moet krijgen, valt nu nog niet te zien, maar verbreding van de functie van de kerkgebouwen en verankering in de lokale gemeenschap zullen een voornaam aandachtspunt blijven. ‘De kerk moet van het dorp blijven’, zo vatte De Bruijne dat bondig samen.
Goede herder
René Paas, Commissaris van de Koning en uit dien hoofde ook beschermheer van onze Stichting, wist zijn herinneringen aan de kerkelijke praktijk uit zijn jeugd via een wat ongebruikelijke interpretatie van de gelijkenis van de goede herder te verbinden met de ‘kolossale opgave’ waarvoor de Stichting zich gesteld ziet. Hij ging in op de kerken als eeuwen overstijgende herkenningspunten in het landschap en op de betekenis van de rijke kerkinterieurs met hun orgels, die naar zijn idee nog veel meer aandacht van bezoekers van elders verdienen. Hij zag het kerkgebouw als ziel van de gemeenschap, gedragen door de vele vrijwill igers, maar stipte ook de problemen aan: zulke monumenten lijken voor de eeuwigheid gebouwd, maar vergen, nog afgezien van de aardbevingsschade, voortdurende aandacht om ze
Gedenksteentje in stand te houden. Omdat hij zich realiseerde hoezeer de behoudstaak drukte op de kerkelijke gemeenten, eindigde hij zijn bijdrage toch met een felicitatie, want de overdacht verzekerde het behoud van de kerk. Hierbij verwees hij opnieuw naar de gelijkenis van de goede herder die na het terugvinden van het verloren schaap immers een feest aanrichtte.

Slechts passanten
Nadat onder het toeziend oog van de notaris de overdrachtsdocumenten waren getekend, bracht Patt y Wageman, de directeur van de Stichting, de taak en verantwoordelijkheid van de Stichting nog eens onder woorden, en ook zij vroeg zich af of we hier van een feestelijke gebeurtenis mogen spreken. Vanaf de oprichting in 1969 is de behoudstaak opgevat als een maatschappelijk relevante opdracht doordat belangstell ing voor het erfgoed wordt gecreëerd en tegelijkertijd de opdracht van onderhoud en gebruik steeds wordt beschouwd in wisselwerking met ontwikkelingen in de samenleving. Juist het behoud van soms al bijna duizend jaar oude bouwwerken in een voortdurend veranderende maatschappij maakt ons ervan bewust dat we slechts passanten in de tijd zijn met als opdracht dit erfgoed zo goed mogelijk door te geven aan de volgende generatie. Zoals de Protestantse Gemeente van Uithuizermeeden pas na lang wikken en wegen de kerk heeft overgedragen, moet ook de Stichting goed nadenken over wat de overname van een kerk betekent voor de toekomst: ‘want we nemen een kerk over voor eeuwig’. Ook zij benadrukte hoe belangrijk, praktisch en ideëel, de rol van de vrijwill igers is. Zij zorgen ervoor dat de deur openstaat voor bezoekers, zowel bewoners als toeristen, dat er allerlei activiteiten plaatsvinden, maar ook dat er nog altijd ruimte is voor bezinning, rust en contemplatie. Elke tijd laat zijn eigen sporen achter, die wij dan weer archiveren, onderzoeken en uitdragen. En ook hier zijn niet alleen wetenschappers bij betrokken, maar ook onze vrijwill igers.
Voor iedereen
De dynamiek van het behoud is wezenskenmerk van de Stichting. Toen in 1971 de kerk van Obergum na een heft ig omstreden restauratie weer in gebruik werd genomen, werd daaromheen een programma gepresenteerd onder het motto ‘Eeuwenlang was ik voor enkelen –nu ben ik voor iedereen’. Als het maar even kan, staat de deur van de kerken open. In 2009 schreef de toenmalig commissaris van de koningin en beschermheer, Max van den Berg, in het voorwoord bij het jubileumboek Ooit gebouwd voor Altijd dat de stichting ook ‘lijkt opgericht voor altijd’. Inderdaad: de zorg voor deze gebouwen die de eeuwen trotseren, is voorgoed overgedragen aan de Stichting, die aldus een belangrijke bijdrage levert aan de leefbaarheid, aan onze identiteit en aan ons cultureel erfgoed in een multiculturele samenleving waarin kennisdeling en dialoog onmisbaar zijn.
Groninger Kerken Jaargang 39, aflevering 3 – september 2022
Groninger Kerken is een uitgave van de Stichting Oude Groninger Kerken. Donateurs die jaarlijks minimaal € 25 betalen, ontvangen het magazine vier keer per jaar. Wilt u donateur worden? Neem dan contact met ons op of raadpleeg de website.
Kernredactie drs. R.H. Alma drs. I. Basteleur
R. Compaan dr. C.P.J. van der Ploeg drs. P. Wageman
Eindredactie drs. M. Hillenga
Redactieraad dr. C.P.J. van der Ploeg, voorzitter drs. M. Hillenga, secretaris drs. R.H. Alma drs. A. van Deijk dr. A.J.M. Irving dr. A.B. Mulder-Bakker
J.F. Oldenhuis
Grafisch ontwerp Jochem.studio
Drukwerk MarneVeenstra, Groningen
Omslagfoto
Jan Altink, Oostum (uitsnede), 1958. Olieverf op doek. Collectie Groninger Museum, bruikleen Stichting De Ploeg
Beschermheer van de stichting mr. drs. F.J. Paas, Commissaris van de Koning in de provincie Groningen
Raad van toezicht mr. R. Zwart, voorzitter dr. E.A.M. Bulder, vice-voorzitter ir. P.E. Bekkering drs. C.J. Kool drs. M. van Zanten
Advertenties
Voor meer informatie en tarieven over adverteren in ons tijdschrift kunt u contact opnemen met het secretariaat van de Stichting Oude Groninger Kerken.
Contact- en redactieadres Stichting Oude Groninger Kerken Coehoornsingel 14 9711 BS Groningen
050 – 312 35 69 info@groningerkerken.nl www.groningerkerken.nl
Professionele Organisatie voor Monumentenbehoud (POM).
Veel van onze kerken hebben de deuren 'los' voor bezoekers. U bent van harte welkom. Kerk open, kom binnen! www.groningerkerken.nl



















