Stadmakers Den Haag #6: Arjen van Kampen

Page 1

“Wat wij gebruiken, moeten we allemaal zelf kunnen produceren” Arjen van Kampen VAN: Bambusa PIONIERS SINDS: maart 2010 TUSSENSTAND: 28 mei 2013

L

okaal geproduceerde biomassa. Dat is wat Arjen van Kampen betreft de toekomst voor een écht duurzame economie. Vanuit professionele en persoonlijke overtuiging startte hij samen met Pascal van der Straten daarom twee jaar geleden zijn eigen bamboetuin en passieproject Bambusa, We spreken Arjen in zijn tuin over mogelijkheden voor het lokaal telen van gewassen, biogebaseerde productie van materialen en chemische producten, en het belang van niet meer gebruiken dan je kunt produceren. tekst: Roos Berendsen


De route van:

Arjen van Kampen

‘Bamboe is gewoon een mooie plant’. Studievrienden Pascal en Arjen delen hun passie voor bamboe. Vanuit zijn baan bij een adviesbureau werkt Arjen aan Europese projecten op het gebied van de bio-based economy. Hij ziet een toenemende interesse bij chemische bedrijven in productie van materialen en chemicalieën op basis van biomassa. De populariteit van bamboe voor toepassing in tuinen, de hoge groeisnelheid en veelzijdigheid in toepassingen maken bamboe ook in Nederland een interessant gewas voor de biobased economy. Een bezoek aan een proeftuin in Schellinkhout in Noord-Holland maakte de twee vrienden zo enthousiast, dat ze zelf een bamboetuin wilden. Twee jaar geleden begonnen ze in het volkstuincomplex aan de ATVLoolaan met het onderhoud en telen van bamboe en andere gewassen die interessant zijn voor biogebaseerde productie. Een passieproject was geboren: Bambusa. ‘Bambusa’. Wat betekent dat eigenlijk? Wat is het idee? Het is de Latijnse soortnaam voor bamboe en staat tevens voor BAMboo for Urban Sustainable Agriculture. Het idee is om bamboe en andere gewassen te gaan telen in de stad. Hier zit een diepere gedachte achter vanuit duurzaamheid. Ik werk veel met chemiebedrijven en zie daar dat men wil toewerken naar een duurzame economie, een bio-based economy. De focus verschuift van aardolie en gas naar biomassa als grondstof voor industriële productie. In een bio-based economy worden materialen of energie geproduceerd uit hernieuwbare grondstoffen die uit de levende natuur komen, dus biomassa of ‘groene grondstoffen’. En bamboe is als groene grondstof zeer geschikt. Maar wanneer je als economie écht duurzaam wilt zijn, in alle facetten van de productie, dan moet je ervoor zorgen dat je ook je grondstoffen lokaal produceert. Veel van ons voedsel wordt op dit moment lokaal geproduceerd, maar om dit ook voor bio-gebaseerde materialen en chemicaliën te realiseren, zullen we een geheel nieuw productiesysteem moeten opzetten. Is het opzetten van zo’n lokaal productiesyteem een grote uitdaging? Het lokaal produceren van grondstoffen is niet nieuw. Veel van ons voedsel wordt natuurlijk lokaal geproduceerd, maar voor energie en materialen is dit minder vanzelfsprekend. Voor de ontdekking van de olie gebeurde dit


Is het opzetten van zo’n lokaal productiesyteem een grote uitdaging? Het beter benutten van stedelijk oppervlak is voor kleine landen als Nederland de sleutel om meer hernieuwbare grondstoffen lokaal te produceren. In steden is veel oppervlak dat niet nuttig wordt gebruikt zoals daken, parken maar ook bermen en braakliggende terreinen. Waarom zou je die niet met biomassa voor materiaalproductie beplanten? Bamboe is een snelgroeiend gewas, het hernieuwt zichzelf en daarnaast fixeert bamboe ook heel veel CO2, waardoor de lucht gereinigd wordt. Dat is in een stad natuurlijk heel gunstig. Maar bamboeteelt op landbouwgrond is geen goed idee. In Nederland is alle landbouwgrond in gebruik. Bamboe is Als je die zou willen gebruiken voor bamboeteelt, snelgroeiend, ga je in competitie met de voedselproductie. Ook hernieuwt het omzetten van voedsel, zoals maïs, in biodiesel, zichzelf en is geen duurzame oplossing als je bedenkt dat er reinigt de lucht in veel delen van de wereld een voedseltekort is. Het is beter om te werken met de stengels van gewassen of met houtachtige gewassen. Deze zogenaamde tweede generatie biomassa bevat lignocellulose dat je om kunt zetten in biobrandstof en chemicalieën. Ook kunnen de vezels gebruikt worden voor de productie van materialen, zoals composieten. Maar het grootschalig omzetten van lignocellulose biomassa naar echt hoogwaardige chemicaliën is lastig. Die ontwikkeling is wel in volle gang. Overigens wordt er nu ook steeds meer onderzoek gedaan naar derde generatie-biomassa op basis van algen. Ook dit kan interessante toepassingen gaan opleveren in bijvoorbeeld biobrandstoffen.

Arjen van Kampen

De route van:

veel meer. Zo produceerden we bijvoorbeeld in Nederland op grote schaal vlas, waar we zelf weer textiel en verf mee maakten. Door de ontdekking van olie is eigenlijk ons hele systeem een beetje ontwricht. Want tegenwoordig kan alles. Wij zijn nu gewend om onze producten, alles wat we willen, van heinde en verre te halen. En veel van onze productie is gebaseerd op olie, die we moeten halen uit het buitenland. Het probleem is dat we veel meer gebruiken dan we zelf zouden kunnen produceren. En dat is niet duurzaam. Het zou zo goed zijn om terug te gaan naar de gedachte: wat wij gebruiken moeten we allemaal zelf kunnen produceren. Dat is een enorme uitdaging, want zeker in een klein land als Nederland hebben we weinig oppervlakte beschikbaar om in deze vraag naar hernieuwbare grondstoffen te voorzien.

Op dit moment is bewustwording en de overstap naar een andere manier van denken belangrijk


De route van:

Arjen van Kampen

Is het opzetten van zo’n lokaal productiesyteem een grote uitdaging? Nee. Als je wilt produceren voor bio-energie, heb je een grote hoeveelheid materiaal nodig, wat een groot beslag legt op landgebruik en ook niet rendabel is. De geteelde bamboe zou je kunnen oogsten, hakselen en leveren aan energiecentrales die het verbranden. Dat brengt echter weinig op en benut niet optimaal de eigenschappen van de biomassa. Om grootschalige teel van bamboe rendabel te maken heb je een hoogwaardigere toepassing nodig. In een bio-based economy streef je naar een maximale waarde uit de oogst. Om dit toe te lichten wordt in presentaties vaak de ‘waardepiramide van groene grondstoffen’ gebruikt. Bovenin staan de meest waardevolle stoffen, die meestal ook het minst in de plant voorkomen, en onderop staan de minst waardevolle, veel overvloediger stoffen. Verwerking van de oogst in de bio-based economy begint bovenin en eindigt onderaan. De meest waardevolle stoffen worden verwerkt tot farma, geurstoffen of voeding. Stoffen die daarvoor niet geschikt zijn worden verwerkt tot bijvoorbeeld chemicaliën en materialen. Het restant, met de laagste waarde, maar qua volume het grootst, wordt benut voor de productie van biobrandstoffen en energie. Dit principe wordt bioraffinage genoemd. Daarmee wordt het maximale economische nut gehaald, met het minimum aan afval. Heel simpel gezegd kun je dus overal de fik in steken, dan hoeft een materiaal niet heel bijzonder te zijn. Bamboe heeft sterke stengels, bestaat uit hoogwaardige vezels en bevat lignocellulose. Al deze componenten kunnen in de nabije toekomst veel hoogwaardiger ingezet worden dan bron: biobasedeconomy.nl bio-energie. Bovendien vind ik persoonlijk dat duurzame energie zo veel mogelijk moet komen van lokaal geproduceerde zonne- en windenergie, maar niet van biomassa. Die moet echt benut worden voor toepassingen in de chemie of de productie van materialen. In de huidige productie-economie wordt biomassa meer gebruikt voor energie dan voor de productie van chemicaliën en materialen. In een verder ontwikkelde bio-based economy is die verhouding mijns inziens omgekeerd. In mijn werk zie ik dat vanuit de industrie hier enorm op wordt ingezet. Er worden veel processen ontwikkeld om vanuit biomassa, wat voor soort dan ook, hoogwaardige toepassingen te maken. Maar dat is dus het punt; op dit moment denk ik dat er alleen een ontwikkelde markt is voor bamboe die gebuikt wordt voor bio-energie.


Jullie hebben een proeftuin opgezet in Den Haag. Wat vonden de tuinburen van jullie bamboe? Op het tuincomplex heeft niemand bamboe en ze waren in het begin ook wel een beetje huiverig; twee van die jonge gasten die een tuin gaan aanleggen. Met bamboe. Het woekert ja, maar aan de andere kant is het een van de populairste planten die mensen in hun achtertuin gebruiken. Het is een beetje een haat-liefdeverhouding. We zijn begonnen met bamboe, maar ik denk dat we moeten toewerken naar een hele set gewassen die geschikt zijn voor toepassing in stadsparken en waar al duurzame toepassingen voor zijn. Zo hebben we in onze tuin ook vlas en miscanthus gezaaid. Voor vlas bestaan al hoogwaardige toepassingen. Je kunt er verf of composieten mee maken. Miscanthus is net als bamboe een snelgroeiend gewas dat vier meter hoog wordt. Op dit moment wordt het gebruikt als energiegewas. Het denken in bio-based economy is nog zo in opkomst, er zijn nog zoveel routes mogelijk. In die zin is het nu juist een heel interessante tijd om het experiment aan Het is nu juist een te gaan. En ik geloof in het concept van stedelijke heel interessante landbouw en de vele kansen die biomassa voor tijd om het hoogwaardige toepassingen kan bieden. Daar wil experiment aan te ik gewoon wat mee.

gaan

Hoe ver staat Den Haag op dit moment af van een biobased economy? We hebben onze plannen doorgerekend en onze conclusie op dit moment is dat rendabele productie nu nog een stap te ver is. Er is eerst een hoogwaardige toepassing nodig en die zijn op dit moment nog in ontwikkeling. We zouden kunnen beginnen met de beschikbare oppervlakte op braakliggende terreinen te gebruiken om ervaring op te doen met grootschalige teelt in steden. Op deze manier doen we ook praktijkervaring op met een andere manier van denken over productie van materialen: je produceert hier, het wordt hier verwerkt, toegepast en weer afgebroken. Zodra je op die manier gaat denken en kijken, komt er een transitie op gang. Met andere chemische processen of producten op basis van lokaal geteelde gewassen.

Arjen van Kampen

In de bouw- en architectuurwereld is bamboe een opkomend materiaal. In de proeftuin in Noord-Holland verkopen ze bamboecomposieten. Dan is het materiaal gehakseld en zijn de vezels samengeperst tot een blokje. Dat is heel geschikt als bouwmateriaal. Maar de composieten die ze daar verkopen komen uit China. Voor een lokale productie zouden we kunnen beginnen die in Nederland te produceren.

De route van:

Produceren voor de bio-energie is zonde zeg je? Welke markt hebben jullie dan in gedachten?


De route van:

Arjen van Kampen

Wat zou het belang zijn voor bijvoorbeeld de gemeente om te investeren in een lokaal productiesysteem? Zelfvoorzienendheid. Ik denk dat er vanuit de stadsontwikkeling heel anders over gedacht zou moeten worden. Voor nieuwbouw of herstructurering van huizen zijn materialen nodig. Dan is de vraag: hoe kunnen we zo veel mogelijk materialen op basis van biomassa ter plekke produceren? Ik zie het, buiten een geschikte invulling van braakliggende gronden, als een nieuw evenwicht tussen biomassa, parken en de stad. We zouden biomassa op grote schaal in de bebouwde omgeving moeten toepassen. Daarbij kun je denken aan aan parken, bermen, daken of wanden. Groene daken en gevels bestaan al, maar je zou ook gewassen moeten telen die tot materialen verwerkt kunnen worden. Locaties creëren waar mensen hun eigen grondstoffen in kleinere eenheden telen en ook toepassen. Dat geeft gelijk ook meer kansen voor kleinschalige bedrijvigheid en ambacht. Het herstelt ook de verbinding tussen mensen en de natuur, die mijns inziens steeds meer aan het verdwijnen is. Ook ontstaan er nieuwe ketens, tussen bijvoorbeeld de gemeente en chemie. Ik denk dat het een heel leuk en spannend experiment is dat heel veel perspectief biedt om in de toekomst duurzaam te gaan produceren. Als jij een bamboe of andere gewas kunt telen in de stedelijke omgeving dan wordt het ook tastbaar. Je ziet de bamboe groeien en kunt er tegelijkertijd producten mee maken. Dat is heel anders dan dat je het wegbrengt naar een plek waar het verbrand wordt. Op die manier heeft het ook een educatieve waarde, wat het écht duurzaam maakt. Hoe zou zo’n lokale productieketen in de Haagse regio eruit kunnen zien? Op de campus van de TU Delft staat een pilotinstallatie die zich richt op raffinage van biomassa en een aantal bedrijven daar gaat zich bezighouden met testen en procesontwikkeling. Als er vanuit die pilotinstallatie een werkend systeem wordt ontwikkeld, zou vervolgens geprobeerd moeten worden om daar zo veel mogelijk lokaal geproduceerde biomassa in in te zetten en het systeem hier ook op te ontwerpen. Deze pilotinstallatie vormt dan de eerste afzet voor lokaal in steden geproduceerde biomassa. Wanneer je er vervolgens in slaagt om op basis van dit proces ook lokaal tasbare producten te maken met bedrijven uit de regio (bijv. chemiebedrijven in de regio Rotterdam, dan kun je dit proces heel zichtbaar maken voor een breed publiek. Voor de productie van de biomassa, zou je een bamboebos kunnen aanleggen dat ook functioneert als park in een stad. Combineer dit met kleinschaligere projecten in de stad, bijvoorbeeld een paar huizen die hun eigen biomassa telen. Zaai een braakliggend terrein in en maak daar een plek van waar mensen kennis kunnen maken met bamboe, oogst het systematisch en zet het af aan die kleinschalige projecten. Of aan de fabriek, die er een bouwproduct


Schellinkhout Š Arjen van Kampen


De route van:

Arjen van Kampen

van maakt. En het mooiste is het als dat bedrijf het weer hier in de regio afzet. En er bijvoorbeeld parkbankjes van maakt. Op die manier krijg je lokale ketens. En als we een jaarlijkse opbrengst biomassa hebben, kunnen we elk jaar kijken aan wie we dat weer kwijt kunnen en hoe ver de stand der techniek is. Dan heb je al een heel mooi experiment lopen. In de bottom-up stadsontwikkeling is het zoeken naar een rendabel model voor nieuwe lokale economieën. Hoe zie je dat voor je? Mensen pakken steeds meer lokaal dingen op. Het leuke van die ontwikkeling vind ik dat er een nieuw soort sociaal-economisch model achter zit, waarin mensen samen met elkaar dingen realiseren en voorzien in hun behoefte. Dat gebeurt nu al met energie; groepen van mensen investeren bijvoorbeeld gezamenlijk in zonnepanelen of windenergie om niet meer afhankelijk te zijn van externe energieleveranciers. Zo zou je ook locaties kunnen creëren waar mensen hun eigen grondstoffen telen en toepassen en zelf mogen beslissen wat ze met de Creeer locaties oogst doen. In mijn werk zie ik dat er al gewerkt waar mensen hun wordt aan lokale verwerkingsmethoden voor eigen grondstoffen biomassa door middel van procesintensificatie. telen en toepassen Daardoor wordt het mogelijk om lokaal met mobiele installaties materiaal om te zetten in chemische bouwstenen of eindproducten. Zo krijg je een heel interessant model van mensen die samen biomassa beheren en vervolgens beslissen hoe ze dat gaan verwerken en hoe ze er het meeste geld voor krijgen. Op welke Haagse bodem zou bamboe goed groeien? Volledig zandgrond is niet zo geschikt. Maar op een combinatie van zand en veen, of veengrond, groeit het goed. We hebben soorten van twee meter, maar

Arjen in eigen tuin © Roos Berendsen


Het is echt een opstartend initiatief. We zijn heel erg blij dat de tuin er nu staat, zodat we de kennis kunnen opdoen die we nodig hebben over het telen en onderhoud van de gewassen. We staan heel erg in het begin, maar ik heb het gevoel dat we hier echt wat mee moeten. Op dit moment hopen we een terrein te vinden want we willen het graag aanleggen. We weten inmiddels genoeg over de soorten en het zou mooi zijn als we een demonstratieproject konden optuigen. Wat hebben jullie hiervoor nodig ? Lokale partners. We moeten een nieuw netwerk aanboren. We weten dat de provincie Zuid-Holland bezig is met projecten op het gebied van bio-based economy, maar op stadsniveau is het nog een onontgonnen terrein. Voor kleinschalige initiatieven is dat een stuk ingewikkelder. Terwijl het voor de grote bedrijven vaak meer een marketingstrategie is om te laten zien: wij doen dit. Wat dat betreft zouden we met Bambusa een mooie showcase kunnen ontwikkelen. Hebben jullie contact gehad met de gemeente? We hebben informeel contact gehad met iemand van de gemeente die betrokken is bij de braakliggende terreinen. Uit die reactie kregen we de indruk dat ze een beetje bang zijn voor het onderhoud van bamboe. Omdat het woekert. Is dat woekeren op geen enkele manier tegen te gaan? Jawel, dat kan prima. Als je het ingraaft met worteldoek en een bamboebegrenzer dan blijft het erbinnen. Dat hebben we hier in de tuin ook gedaan. Maar het zijn wel extra kosten. In Leiden is overigens al een soort bamboebos opgezet, maar dan alleen als groenvoorziening zonder toepassing van de biomassa. En de tuinburen? Die zijn niet zo huiverig meer voor bamboe. We hebben inmiddels de eerste complimenten voor onze tuin mogen ontvangen.

Arjen van Kampen

Wat wordt jullie volgende stap?

De route van:

ook een aantal die zes tot tien meter hoog worden. Dat duurt een jaar of vijf, mits de weeromstandigheden goed zijn. Het moet ’s zomers wel boven de 15 graden komen.


De route van:

Arjen van Kampen

Meer biobased-economy: www.biobaseddelta.nl www.be-basic.org www.wageningenur.nl www.bamboe-ic.nl Enschede bracht vlas onder de aandacht met www.dekrachtvanvlas.nl

Š www.stadmakers.nl


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.