Stadmakers Den Haag #2: Andries Micke & René Jansen

Page 1

“Keer het proces om: begin klein en laat draagkracht groeien” Andries Micke & René Jansen VAN: De Constant Rebecque Tuin PIONIERS SINDS: maart 2012 TUSSENSTAND: 28 maart 2013

H

oe maak je een braakliggend terrein aantrekkelijk? DCRondernemers kunstenaar/ verbinder René Jansen en architect Andries Micke luisterden naar de buurtbewoners en grondeigenaar en kwamen met een antwoord: De Constant Rebecque Tuin. Een park en speeltuin waarin ook stadslandbouw wordt bedreven, vlak naast culturele hotspot DCR. Door het faillissement en terugtrekken van financiers leek het project een stille dood te sterven, maar inmiddels is er toch zicht op een doorstart. tekst: Roos Berendsen


De route van:

Andries Micke & René Jansen

Het laatste deel van nieuwbouwproject De Veldheren is stopgezet. Het terrein naast het oude KPN-gebouw aan de Joseph Ledelstraat ligt de komende jaren braak en vormt de voortuin van de culturele broedplaats DCR. Dit voormalig kantoorpand van de elektriciteitsfabriek aan het Constant Rebecqueplein biedt sinds 2005 publieke podia voor beeldende kunst, theater, dans en muziek en ruim veertig werkplekken voor creatieve ondernemers. Binnenkort wordt de broedplaats hopelijk uitgebreid met een eigen openluchtpodium: de DCR-tuin. Hoe is het plan voor De Constant Rebecque Tuin ontstaan? Andries: ‘Het plan hebben we ontwikkeld op basis van twee ideeën vanuit de buurt; Borrel met de Buren vanuit Theater Zeebelt en een groenidee van letterlijk ‘de overburen’. Die hadden afzonderlijk van elkaar contact gezocht met de grondeigenaar Staedion. Er werd een projectgroep gevormd met de initiatiefnemers, Staedion en Stadsdeel Segbroek.’ René: ‘De eerste bijeenkomst met de projectgroep bracht al snel in beeld dat het een combinatie zou worden van wat de buurt en DCR als broedplaats belangrijk vinden. DCR wilde het terrein graag benutten als een kunstenbreed cultureel openluchtpodium, dat tegelijkertijd dienstdoet als een visitekaartje voor de DCR-ondernemers. Vanuit de bewoners kwam de wens voor een veilige speelomgeving en ‘de overburen’ zouden hier graag iets met voedsel doen. Voedsel is mijn passie en zodoende ben ik er als adviseur bij gevraagd voor het ontwerp. Maar er huist nog meer kwaliteit in ons gebouw en daarbij leek het ons goed als er iemand vanuit DCR zou aanschuiven. Toen heb ik Andries erbij gevraagd.’ Andries: ‘Het programma van eisen hebben we in het projectteam uitvoerig besproken. Hieruit kwam de vraag naar voren om twee schetsontwerpen te maken. Die hebben we uiteindelijk verwerkt tot een plan: De Constant Rebecque Tuin’ Hoe groot is het belang voor de buurt dat dit terreintje wordt ontwikkeld? René: ‘Heel groot. Het gebied rond het KPN-gebouw is een soort spookgebied, het is niet fijn hier ’s avonds te fietsen. Er is veel discussie geweest omtrent de ontwikkeling in dit gebied rond de Constant Rebecquestraat. Het was vervallen, maar ook beschermd stadsgezicht. Uiteindelijk is toch besloten voor dit sloop-nieuwbouwproject en aanvankelijk was voor dit braakliggend terrein ook woningbouw gepland. Maar omdat de huizen uit het oorspronkelijke plan niet lekker verkopen, hebben ze de ontwikkeling ‘on hold’ gezet. Het is hierdoor al jarenlang een grijs gebied.


Andries Micke & René Jansen

De route van: Andries: “Bij ontwerp A is het programma op een strook geplaatst, met harde overgangen zoals scènes van een film op een tijdlijn, en deze strook is als een krul op de lokatie gelegd. De tuin is daardoor een verzameling van postmoderne fragmenten die zonder vooropgezette intentie met elkaar relaties aan gaan die verschillen per overgang/snede. Hier is dus sprake van wat wel het montagelandschap wordt genoemd. (http://www.scribd.com/doc/33347210/Het-Montagelandschap)

Ontwerp variant B laat zich lezen als een samenvatting van de menselijke geschiedenis die verloopt van het in cultuur brengen van gewassen, via een meer recreatief deel naar de urbane, culturele samenleving (het podium). Ook is er een referentie naar een Nederlands landschapsfragment wat ontstaan is door turf te steken: lange stroken die uitwaaieren zoals zichtbaar rondom Nieuwkoop. Ontwerp B is voorgelegd aan de initiatiefgroep en gekozen om verder uit te werken.”


De route van:

Andries Micke & René Jansen

Staedion is nu bezig met een plan voor herontwikkeling van het grote KPN-gebouw dat ernaast staat. Dit terreintje nemen ze daarin mee. Deze ontwikkeling heeft een heel andere looptijd dan het oorspronkelijke plan. Het werd al snel duidelijk dat het drie jaar braak zou liggen. Via deelgemeente hoorden we dat het waarschijnlijk zelfs om zeven jaar gaat. Het belang groeit dus. De huizen staan er, maar nu moet het gebied nog aantrekkelijk worden. Hier kan ons plan voor de DCR-Tuin aan bijdragen.’ Hoe verliep het ontwerpproces? René: ‘Ik vond het ontwerpproces vrij lastig. Wat ons opviel is dat bewoners de neiging hebben om voorbeelden aan te dragen die ze dan letterlijk willen kopiëren. Maar het ging in dit geval ook om een visitekaartje voor de DCR. Dan moet je juist een eigen signatuur ontwikkelen!’ Andries: ‘Je vertaalt de eisen vanuit de betrokkenen tot een locatie-specifiek ontwerp. Je kunt niet letterlijk kopiëren, het is maatwerk.’ René: ‘Een ander punt is dat dit project ook heel erg van onderuit kán ontstaan. Met de ontwikkelingen van nu, de opmars van projecten ‘van onderaf’, gaat steeds vaker gelijk de schop in de grond. Er is dan minder ruimte voor ontwerp. Het is natuurlijk een soort Je kunt niet tegenbeweging, het een of het ander is niet beter letterlijk kopieren of de waarheid. Maar in ons traject is het zo gelopen dat ons is gevraagd ontwerpvoorstellen het is maatwerk te maken. Wij kregen de kans om dit ontwerp te maken.’ Wat waren randvoorwaarden vanuit grondeigenaar Staedion? Andries: ‘Gaandeweg bleek dat Staedion commitment van de bewoners wilde in het beheerproces na de totstandkoming van de DCR-Tuin. Een zekerheid dat ze ook wat terugkregen voor hun investeringen. Ze wilden dat het plan volledig gedragen werd door bewoners, met een actieve trekkersgroep. Maar het draagvlak was naar ons idee al voldoende aanwezig omdat het initiatief al vanuit twee groeperingen uit de buurt kwam.’ René: ‘Het leek meer op het vooraf dichttimmeren van de risico’s. Maar de vraag is in hoeverre je vooraf dingen dicht kúnt timmeren. Ik ken veel voorbeelden van dit soort projecten waarbij er juist een relatief kleine startgroep is. Alleen al voor de besluitvorming is het helemaal niet handig als je met een te grote groep begint. En daarbij is het voor buurtbewoners onbekend terrein, ze weten vaak niet waar ze aan beginnen dus kúnnen ze ook vooraf niet enthousiast zijn. Je moet zo’n startgroep juist het vertrouwen kunnen geven en geld beschikbaar krijgen zodat ze iets op poten kunnen zetten waar mensen enthousiast van kunnen worden. Dat is natuurlijk een omgekeerd proces.’


Werkt het feit dat jullie uit ervaring spreken mee bij het overtuigen van de grondeigenaar? Andries: ‘Wat vooral meespeelt, is dat we bij dit project überhaupt nooit met de ‘decision makers’ aan tafel zitten. De mensen die wij spreken, de ontwikkelmanagers, moeten het ook weer binnen de eigen organisatie verkopen voordat er iets inhoudelijk toegezegd of besloten kan worden. Dat vertraagt en zorgt ervoor dat je niet weet waar je aan toe bent. Dat werkt niet prettig.’ Grondeigenaar Staedion heeft zich teruggetrokken als financier. Had dat een specifieke reden? Andries: ‘Staedion zat gelijk aan tafel, was meteen bereid mee te werken. Alleen was nog niet duidelijk op welke manier precies. Naast toestemming voor het gebruik van de grond wilde Staedion aanvankelijk ook wat financieren, maar liet zich niet exact uit over het bedrag. Ze zetten twee mensen in de projectgroep, een sociale wijkmanager en een vastgoedontwikkelaar. Dit ging allemaal goed, tot het Vestia-debacle in 2012. Dat heeft vermoedelijk impact gehad.’ René: ‘Voor ons project betekende die periode een merkwaardig kantelpunt en abrupte beëindiging van het contact. Staedion heeft zich uiteindelijk teruggetrokken als financier. Wel mogen we de gronden gebruiken. Hiervoor moet het terrein voldoen aan een aantal basisvoorwaarden, zoals het zeven van de grond, een stukje algemeen onderhoud en het herstellen van de randen om het terrein. Dit heeft de deelgemeente met Staedion afgestemd.’ Andries: ‘Het laatste bericht is dat ze het overdragen aan een wijkbeheerder voor minimaal beheer. Ook hebben ze een hek geplaatst. Er werd afval gestort

Andries Micke & René Jansen

René: ‘Soms wel. Maar een onderlegger, een plan met een visie, waardoor je aangeeft dat je er als stad of buurt op verschillende manieren veel plezier van kunt hebben, dat is juist belangrijk.’ Andries: ‘Je kunt daarmee energie focussen, die efficiënt benutten en een plek creëren die allerlei dingen kan genereren en verbinden. Zo kan ons plan aanhaken op andere Haagse projecten zoals de Guerilla Gardners, de Honingbank, Eetbaar Den Haag en Gezonde Gronden. Je kunt aansluiten bij thema’s en programma’s zoals duurzaamheid, energie en hergebruik.’ René: ‘ik denk dat de behoefte er sowieso is en dat enthousiasme komt gaandeweg ook wel.’ Andries: ‘Op Borrel met de Buren komen mensen af die geïnteresseerd zijn. Dat soort mensen kan een trekkersrol vervullen. Dan kunnen later meer mensen aanhaken. Ik geloof erin dat mensen enthousiast worden als ze eenmaal iets zien staan of gebeuren.’

De route van:

Lijkt het feit dat het initiatief vanuit de bewoners komt te prevaleren boven het behalen van een professioneel resultaat vanuit een plan?


De route van:

Andries Micke & René Jansen

en het terrein werd gebruikt als overslag voor bouwwerkzaamheden van een stukje verderop. Dat was ook niet helemaal de bedoeling.’ Hebben jullie gezocht naar andere financiers? Andries: ‘We hebben voorgedragen andere fondsen te benaderen. Inmiddels ligt er een ontwerp en materiaal om te presenteren. Hier is vanuit de projectgroep eigenlijk nooit inhoudelijk op gereageerd. We kregen geen groen licht. Naast het budget hadden we ook het commitment van Staedion nodig zodat we met een stevig plan, met ontwerp én opdrachtgever, fondsen konden aanschrijven. Wij gaven aan dat we wilden weten wat het budget was. Zij gaven aan eerst zekerheid van de draagkracht bij bewoners te willen hebben. Dan zit je op elkaar te wachten. Eigenlijk moet je dat eerder signaleren als een gevaar voor je procesgang.’ Maakt deelgemeente Segbroek een doorstart mogelijk? Andries: ‘Het contact met hen verliep positief. Zij vonden het jammer dat het plan niet doorging.’ René: ‘De afdeling Groenbeheer heeft ons onlangs benaderd. Ze hebben een klein budget ter beschikking waarmee ze met bewoners aan de slag willen. Ondanks hun doel om ‘het meer van onderuit te laten komen’ wilden ze ons als ontwerper niet passeren. Ik heb toen wel gelijk ingehaakt. Het ontwerp is er, het hele traject met bewoners is gedaan. Hier kun je de boer mee op! Een gemiste kans als hier geen gebruik van wordt gemaakt om bijvoorbeeld dit minibudget op te schalen. Het traject van het benaderen van externe fondsen hebben we nog niet Een plan met visie doorlopen. We zouden dit op korte termijn in geeft focus. Daar kan kaart kunnen hebben, we kennen de weg. je de boer mee op ! Desnoods kan het ontwerp worden aangepast, maar de onderlegger, die is er.’ Leent het ontwerp zich voor een gefaseerde aanpak? Kun je het afpellen, opstarten vanuit het minibudget en gaandeweg verder uitbouwen? Andries: ‘Dat zou kunnen. Dat je begint met het tuinieren en dat je naar cultuur toewerkt. Dat is in groter perspectief ook de geschiedenis van de agrarische samenleving naar een geciviliseerde.’ René: ‘Wel is de materiaalkeuze vrij kostbaar. We zouden kunnen kijken of dit anders kan, maar hier zit ook een stuk signatuur in.’ Andries: ‘Het gaat om de kunststof rijplaten die ook in de bouw worden gebruikt. Hiermee kun je snel een verharding aanleggen die na vijf jaar ook weer gemakkelijk te verwijderen is. En we hebben allerlei ideeën om de kosten te drukken. Om te beginnen is er de restwaarde, ze kunnen worden hergebruikt. Daarnaast zou het een mooi visitekaartje voor


René: ‘Ja. We zien momenteel dat overal subsidies worden gekort, maar op dit punt worden initiatieven juist vaak beloond. Fondsen maken zelfs hun eigen programma’s rond de thema’s projecten voor en door de buurt en tijdelijke invullingen. Zo heeft Fonds1818, zonder tussenkomst van bijvoorbeeld bewoners of ontwerpers, haar eigen buurtprojecten. Bij de ‘culturele grondleggers’ van Haagse tijdelijke projecten, zoals Iris Schutten of Sabrina Lindeman van Bureau Optrek, gaat het steeds meer om de waarde op de langere termijn. Vaak ligt de opgave in deze projecten in het zoeken naar sociale cohesie. Bureau Optrek zette in 2008 Hotel Transvaal op, een project dat inspeelde op een grootschalig sloop-nieuwbouwproject. Aan zo’n stedelijke ontwikkeling zit altijd een bepaalde looptijd verbonden en een tijdelijk project is dan een goede oplossing. Tegenwoordig is het minder aannemelijk dat een hele buurt tegen de vlakte gaat, dus moet je vanuit kleinschalige projecten op zoek naar sociale cohesie, zoals bij deze DCR Tuin. Al bij de ideevorming moet gekeken worden naar de waarde op lange termijn. Je lost niet alleen tijdelijk iets op, je moet er een blijver van maken! Ook voor ons terrein geldt dat het weliswaar een tijdelijke invulling betreft, maar voor hetzelfde geld blijkt dat het niet voor zeven, maar voor vijftien jaar is. Dus wat is tijdelijk?’

Een heldere rol en medewerking van gemeente en grondeigenaar moet je wel hebben

Tegenwoordig moeten projecten zichzelf financieren. Dat vraagt een andere, meer ondernemende houding van alle spelers. Iedereen wordt uitgedaagd om risico te nemen. Hoe gaat dat dit in dit project? Andries: ‘Ik heb eerlijk gezegd niet de indruk dat een corporatie vanuit een ondernemersgeest naar de wereld kijkt. De woningen staan hier leeg. Een aantal bewoners vindt dat raar en ook vervelend. We krijgen niet de indruk dat corporatie actie onderneemt om de verkoopbaarheid te verhogen en dat verbaast de bewoners. Ook argumenten vanuit ons plan om hier aan bij te dragen leken niet te landen. De Tuin heeft relatief weinig onderhoudskosten en biedt tegelijkertijd een verhoging van de kwaliteit van de wijk én de

Andries Micke & René Jansen

Jullie werken al een aantal jaren aan tijdelijke (buurt)projecten. Merken jullie bij Haagse grondeigenaren en beslissende partijen een verandering in houding ten opzichte van tijdelijke projecten?

De route van:

de leverancier kunnen zijn. En je kunt er in frasen, waardoor je partijen kunt aanbieden een plaat te sponsoren in ruil voor eigen beeld/signatuur. Een soort crowdfunding.’


De route van:

Andries Micke & René Jansen

waarde van het vastgoed. En met relatief weinig inspanning kan de Tuin weer plaatsmaken voor een ontwikkelproject.’ René: ‘Kennelijk zijn ze teruggefloten om te bekijken wat hun kerntaak is. Mogen ze ondernemen? Kennelijk niet, want dat is risico lopen.’ Andries: ‘ We vroegen een relatief klein bedrag voor zo’n grote partij.’ René: ‘We hebben er niet helemaal de vinger op kunnen leggen wat nou precies de reden is geweest voor het abrupte stopzetten van de financiering.’ René: ‘In het verbinden of doorsnijden van die werelden waarvan je niet helemaal snapt hoe de besluitvorming in elkaar steekt, daar ligt nog een opgave.’ Andries: ‘Je vormt er een beeld van terwijl je het eigenlijk niet weet. Je trekt conclusies op basis van het ontbreken van informatie en niet op basis van het weten.’ Doen jullie dit allemaal op vrijwillige basis? René: ‘We werken aan dit project vanuit onze onderneming. We hebben aangegeven dat als het project in een volgende fase komt, wij onszelf meenemen in de begroting. Dit moet wel in balans zijn met het budget dat uiteindelijk wordt gevonden. We zouden bij Stroom een projectsubsidie kunnen aanvragen, maar dan moeten we het plan weer gericht schrijven op die subsidie. Dit heb ik ook aangegeven aan de deelgemeente.’ Andries: ‘We hebben ook veel tijd gestoken in onderzoek, want het is een heel specifieke ontwerpopgave: een park, een speeltuin én stadslandbouw zo integreren dat het zich verhoudt tot het hedendaagse. Hiervoor moet je inventariseren wat er allemaal speelt in de directe omgeving en dit in het ontwerp zien te verwerken. Ons plan hebben we diverse keren gepresenteerd maar toezeggingen bleven uit. Daar zijn we mee gestopt. Dat is natuurlijk de dynamiek in zo’n proces op het moment dat je geen duidelijke opdrachtgever hebt.’ Hebben jullie voor jezelf ergens de grens gesteld? Andries: ‘Ja, we willen best nog presentaties doen en fondsen werven, maar het moet wel lonen op de een of andere manier. Daarvoor moeten de bewoners zich ook wat meer actief opstellen.’ René: ‘En de onderlegger moet blijven bestaan. Je moet je ook naar je financiers kunnen verantwoorden. Als een project dat ergens naartoe werkt. Maar daar zit wel een soort paradox in: de bottom-upconstructie versus een vooropgezet plan.’ Hebben jullie contact gehad met andere initiatieven om te kijken op welke manier daar financiering of overeenstemming met de grondeigenaar zijn georganiseerd? René: ‘Nee. We hebben wel tijdens de eerste presentaties een aantal klinkende voorbeelden gegeven van initiatieven in de stad die sociaal


Impressie plan B Š Andries Micke

Andries Micke & RenĂŠ Jansen

De route van:


De route van:

Andries Micke & René Jansen

succesvol zijn en bovendien begonnen zijn met slechts drie of vier mensen. Zoals het Panderplein. Maar dat bewoners in de hele buurt er warm voor zijn gemaakt (“doe mee, dan wordt het van ons”), zoals bijvoorbeeld is gebeurd bij de Zeeheldentuin, dat hebben we in dit project tot nog toe gemist. De sociale ontmoeting tussen jong en oud heb ik ook gepresenteerd, maar ook daar is weinig uitgekomen.’ Andries: ‘Er is een enquête gedaan onder bewoners, kregen ze terug van wat oudere bewoners: “Ik heb het veel te druk voor tuinieren.” Het jammere is dat we wel alle elementen hebben aangedragen om het te laten gebeuren. Maar het mocht even niet gebeuren. We zijn ook primair gevraagd als ontwerpers, niet als trekker.’ Wie waren trekker? René: ‘Op papier was de projectgroep trekker, maar achteraf is duidelijk dat iedereen de bewoners en Zeebelt als trekker zag. En op een gegeven moment hebben wij een wat grotere rol toebedeeld gekregen. Maar bij de daadwerkelijke uitvoering doen wij weer een stapje terug. In die fase heeft het project een aanspreekpunt nodig. Ik noem dat zelf “de verbindende buurvrouw”. Ik ben gevraagd voor die rol, maar dat moet eigenlijk een bewoner, een bekende voor de buurt, zijn. Wat me opvalt is dat bewoners zich nog helemaal niet Zorg voor de bewust zijn van hoeveel kracht ze hebben als verbindende ze echt iets willen. Dit hangt ook van de verbindende buurvrouw figuur af, of die er wel is. Het Panderplein is gelukt omdat Annechien (Meijer, red.) die rol op zich nam en heel veel gesprekken voerde. Daarnaast was het een woongroep, dus al een verbonden club. We zitten wat dat betreft met deze locatie in een raar gebied, als het gaat om de fysieke plek, die verhoudt zich tot wel drie buurten. Welk advies kunnen jullie vanuit je ervaringen meegeven aan andere initiatiefnemers of ontwerpers van een soortgelijk project? René: ‘Probeer de mensen die er toe doen bij elkaar aan tafel te krijgen en hen er bewust van te maken dat als iedereen een stapje zet, het ook daadwerkelijk gebeurt. Ik heb zelf de ervaring dat als er een over de brug komt, de rest volgt. Ik denk dat wij daar zelf bij dit project ook van geleerd hebben. We hebben op een soort groen licht zitten wachten maar misschien hadden we zelf wat agressiever kunnen zijn en zelf alvast het traject van werving moeten starten. Maar het is wel tijd, investering en dus een extra groot risico dat je in dat geval zelf als kleine We hebben ondernemer moet nemen.’ René: ‘Je moet ook iets op een soort tastbaars organiseren. Een teaser. Zolang het op groen licht papier blijft, is het voor velen lastig voor te stellen wat er nu komt.’ Andries: ‘Dit is voor ons project ook gelijk een zitten wachten


Andries: ‘Dat klinkt makkelijk, maar is niet altijd eenvoudig’. Wat hebben jullie nodig om het project toch weer op te starten? René: ‘Er is nu iemand vanuit de deelgemeente die een soort draagkracht lijkt te hebben, maar dat is nog even afwachten. Een heldere rol en medewerking van gemeente en grondeigenaar moet je wel hebben. De behoefte en noodzakelijkheid van het project wordt nu door de deelgemeente benadrukt. En dat is ook hun taak.’ Tussenstand: 15 mei 2013: Andries mailt ‘oranje knipperlicht’ “Gisteren hebben we een gesprek gehad met iemand van stichting Boog, er wordt een nieuwe oproep gedaan en bijeenkomst gehouden met bewoners en Steadion om te ‘herbevestigen’ dat de meerderheid van de bewoners ons plan een goed idee vindt. Als die keuze wordt gemaakt gaan we gezamenlijk met st Boog en wellicht ook Steadion fondsen werven. Wordt dus vervolgd...” Tussenstand 19 juni 2013: Andries mailt ‘groen licht’ ”We hebben inmiddels een herbevestiging van een vernieuwde groep omwonenden dat ze ons plan graag uitgevoerd willen. Bovendien ook een bedrag van de gemeente uit het participatie budget dat ons de mogelijkheid geeft om fondsen te gaan werven en e.e.a. uit werken. Al met al goed nieuws voor het tuinplan.” Tussenstand 3 december 2013: Andries mailt ‘t Gras v/d buren Ons stadsmoestuin/cultuurpodium plan heeft inmiddels de naam: ‘t Gras v/d buren’ en de fondsenwerving is dankzij de opdracht van het stadsdeel ook goed op gang gekomen. We zijn ver genoeg om materiaal te bestellen. Dit jaar nog wordt duidelijk of we 80% van de dekking zullen behalen. MIXD- architecture: www.mixd.nl Jansen&Josten: www.jansen-josten.nl www.tgrasvdburen.nl © www.stadmakers.nl

Andries Micke & René Jansen

Ligt hier de nieuwe rol van de ontwerper? ‘Doe vast een stukje’, maak het vooraf zichtbaar?

De route van:

aanbeveling. We zouden vast een “paar platen” kunnen maken, en de rest kan later volgen.’ René: ‘Daar hebben we wel bewoners voor nodig. In ieder geval een stuk of drie. We kunnen natuurlijk ook de energie uit dit DCR-huis benutten. Zet het hek opzij en maak maar vast een stukje. Maar dan is het wel


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.