Info Sfan 29

Page 10

Schoonheid verbrandde zijn gelaat. Hij wist niet meer waar hij was, of hoe hoe kan zijn. Dichte drommen mensen trokken voorbij, soms zingend met stemmen van gerafeld metaal, opeengekleefde plakken vuil voor de ogen, de mond geopend in een eindeloze, tandbedervende schreeuw van verveling. Maar men slingerde niet meer langs lantaarnpalen, beminde geen van onschuld kwijlende meisjes meer in de dichte verborgenheid van opgedroogd en door mieren onveilig gemaakt gras. Hoe schoon waren de tijden toen, hoe schoon ! Nu : basalt/beton/glas in een tijdloze vlek, als de getijden van een legendarische stroom (zoals bijvoorbeeld de Amazone : lijken van indianen dreven af naar de wijde zee : cellen die zouden ontbinden, uiteindelijk voor een nieuwe evolutie zouden zorgen, de verkrachting van de mens) die slechts in onze herinnering blijkt te bestaan. In de verte dreven de wolken af, bezwangerd met de reuk van ver brand vlees. Wat zou uit deze paring van vulkanische oorsprong geboren worden ? Zijn ogen traanden naar de lucht, waarin gigantische figuren van rood en blauw met elkaar schenen te worstelen, stenen en gruis naar de aarde wierpen. Deze titanische krachten deerden hem niet. Was hij niet onoverwinnelijk, een stem van oorsprong en verhaal, een klein maar wit gedicht op een bastion van aarde ? De dood loerde in de hemel. Vogels werden verkracht door schaduwvormen van wat eens de leegte was, bloed vloeide langs de luchtstromingen omlaag (herhaaldelijk verpletterde goddelijke gezangen begeleidden dit toneel). Meisjes betastten hun eens witte dijen die nu verschrompeld waren als de takken van een boom in de winter die steeds maar komen moet (of een geweldig hete woestijnzomer, wanneer de woestijnmuizen en schorpioenen voor overlevering kampen volgens een geijkt Walt Disney scenario). Op hun nu nog volle borsten zouden in de toekomst etterende zweren verschijnen, het zachte vlees zou wegrotten en in verdroogde restanten afvallen, door vurige minnaars te bewaren. Hun kinderen zouden zich met rotternij moeten voeden. Of (wie weet ?) met de vurig bewarende minnaars. Het leven is toch een gesloten kringloop, walgelijk wellustig. De mens verbande zichzelf steeds uit Eden en liet een spoor van bederf en verrotting achter, zijn voetsporen brandden zich in het gras en voor hem bleef slechts de ontbering van een woestijnplant over. Een treurig moment voor nog levende doden, voor de jakhals die zijn krengen zoekt. Had de mens zich uiteindelijk dan toch vernietigd, vroeg hij zich af, terwijl zijn ogen de kleuren van een kosmische ontzetting waarnamen ? Hij dacht aan de koepels van Ganymedes en Mars, waarvan de bevolking gestorven was bij gebrek aan voedsel en zuurstof sinds de Vreemdelingen het verkeer naar de buitenplaneten onmogelijk hadden gemaakt. Een voorraad geconserveerd vlees in de atmosfeerloze


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.