6 minute read

De Reti opening 2

In de vorige aflevering hebben we een begin gemaakt met de Reti opening die begint met 1.Pf3. Voordat we de ‘typische Reti-stellingen onder de loep nemen, wil ik graag iets zeggen over twee andere mogelijkheden die door zwartspelers vaak op het bord worden gebracht:

Alternatief 1: 1…Pf6.

Advertisement

Alternatief 2: 1… c5

Alternatief 1: 1…Pf6. Hier vormde 2.c4 de pijler van het repertoire van de Rus Vladimir Kramnik. Indertijd verschenen er 'monografieën' van topspelers die in dit geval ‘Opening for White according to Kramnik 1.Nf3' genoemd werden. Als iemand succesvol is, krijgt hij vanzelf volgers, is de gedachte. Waarom speelde Kramnik zo? Het belangrijkste idee was om de tegenstander niet de gelegenheid te geven om het Grünfeld-Indisch te spelen omdat die opening altijd al te boek staat als lastig te bestrijden. Dat lijkt anno 2020 nog steeds zo te zijn. 2...g6 3.Pc3 Als zwart toch naar een soort van Grünfeld-opbouw wil, kan hij hier 3...d5.

rsnlwqkvl-tr zppzp-zpp+p -+-+-snp+ +-+p+-+-+P+-+-+ +-sN-+N+PzP-zPPzPPzP tR-vLQmKL+R

spelen. Ook mogelijk is natuurlijk 3… Lg7 maar dan zou wit met 4.e4 d6 5.d4 naar het KoningsIndisch kunnen overgaan en dat ligt niet iedereen. Bovendien had Kramnik tegen deze opening een heel venijnig systeem klaarliggen dat hij heel uitgebreid onderzocht had en waarmee hij een goede score had.

In de Anti-Grünfeld (zoals het systeem genoemd wordt met 3… d5) heeft wit twee interessante speelwijzen die voor zwart allebei onaangenaam kunnen worden.

Mogelijkheid 1: 4.cxd5 Pxd5 5. Da4+ Ld7 6.Dh4 Zo heeft Kramnik het vaak gespeeld. In de database treffen we een aantal partijen van hem aan met deze opzet.

Mogelijkheid 2: 4.Da4+ wordt de laatste jaren meer toegepast. 4… Ld7 5.Db3 dxc4 6.Dxc4 en in deze stelling heeft zwart allerlei problemen te overwinnen. In een partij Kramnik-Vachier Lagrave, 2011, volgde 6...a6 maar helemaal bevredigend bleek dat niet te zijn.

Alternatief 2: 1…c5 Natuurlijk kan wit plotseling overgaan naar het Siciliaans als hij 2.e4 speelt. Meestal speelt hij 2.c4 hetgeen impliciet een uitnodiging is om het egelsysteem op het bord te brengen. Zoals we weten uit mijn eerdere rubrieken, wordt dat gekenmerkt als wits d-pion tegen zwarts c-pion geruild worden. Dus bijvoorbeeld mee hij de strijd om veld e5 aangaat. In een partij NakamuraCaruana, 2017 volgde 2.b3!? d5

3.Lb2 f6!? rsnlwqkvlntr zpp+-zp-zpp

3...Pf6 en de egel staat op het bord.

Interessant is ook 2.b3 om te proberen het Dame-Indisch met verwisselde kleuren (én een tempo meer) op het bord te krijgen. Nu er nog geen paard op f6 staat, heeft zwart de extra mogelijkheid om ...f7–f6 waar-

4.Pc3!? Een stoffig oud idee (uit 1974) dat opnieuw opgepoetst wordt. (Hier werd voornamelijk

4.e3 gespeeld maar na 4...e5 blijkt dat zwart de strijd in het centrum definitief heeft gewonnen.) 4...Pc6 5.d4 cxd4 6.Pxd4 e5

7.Pxc6 bxc6 8.e4. r+lwqkvlntr met een interessante stelling.

Laten we terugkeren naar de beginzetten (1.Pf3 d5 2.c4 c6

3.g3) zodat we onze verhandeling over deze flankopening kunnen vervolgen. rsnlwqkvlntr

Met deze paardzet geeft zwart te kennen dat hij liever nog even wacht met de ontwikkeling van zijn dameloper. Maar hij kan de loper ook direct in het spel brengen met 3...Lg4. Hiervan schrijft Demuth dat dit één van de meest interessante ontwikkelingszetten is die zwart heeft. Als reden geeft hij dat zwart de loper graag buiten de 'keten' wil spelen omdat hij haast heeft om ...e7–e6 te spelen. Niet alleen wordt pion d5 dan een soort betonblok (gericht tegen Lg2) maar ook kan zwart in dat geval na een eventueel cxd5 terugnemen met het veel prettigere ...exd5. Door de ontwikkeling van …Pf6 uit te stellen zijn zetten als Pf3–e5 veel minder aantrekkelijk geworden voor wit (aangezien zwart …f7-f6 bij de hand heeft). Daar wil ik graag aan toevoegen dat zwart ook nog kan kiezen om bijvoorbeeld met ...e6 en ...f5 een gunstige Stonewallopstelling van het Hollands in te nemen. Hij heeft dan namelijk zijn slechte loper al buiten de keten gekregen en het paard nog niet op f6 staan! De tekstzet wordt meestal beantwoord met 4.Lg2. Na 4... e6 5.0–0 kan zwart volgens de huidige theorie na 5.cxd5 het beste afstand nemen van zijn loperpaar met 5...Lxf3 (5...exd5 6.0–0 Pf6 7.d3 Le7 8.Pc3 en wit maakt zich op om tot e2–e4 te komen.) 6.Lxf3 cxd5 7.0–0 Pc6. Het is in deze stelling in beginsel niet eenvoudig voor wit om groot voordeel te bereiken maar hij kan bogen op het loperpaar en daarmee kan hij de tegenstander lange tijd aan de tand gaan voelen. In een paar toppartijen bleek dat zwart een vervelende middag tegemoet kan zien. Karjakin toonde dat aan in zijn partijen tegen Jakovenko in 2012,

Eljanov in 2015 en Sevian in 2019, allemaal door wit gewonnen.

4.Lg2 e6

rsnlwqkvl-tr zpp+-+pzpp -+p+psn-+ +-+p+-+-+P+-+-+ +-+-+NzPPzP-zPPzPLzP tRNvLQmK-+R

Hoewel dit duidelijk niet de meest gespeelde zet is voor zwart, neem ik hem toch als hoofdvariant. De reden is dat de ideeën van Reti het best naar voren komen in dit type stellingen.

Met 4...Lf5 kiest zwart voor een soort 'Londensysteem' met verwisselde kleuren. Deze opzet is vrij populair bij de huidige wereldtop. In de database zie ik bijvoorbeeld de partijen Nepomniachtchi-Carlsen, 2020, Aronian-Carlsen, 2016, GrischukAronian, 2018, RadjabovKamsky, 2012 en ga zo maar door.

5.0–0

Jarenlang de eerste keus. Tegenwoordig kiezen meer spelers ervoor om de discussie (of zwart al dan niet gaat slaan op c4) te vermijden door hier direct 5.b3 te spelen. In JonesMontoliu Cervero, 2019, zien we hoe het spel zich dan kan ontwikkelen. Wit komt met de 'hangende pionnen' te zitten en creëert daar snel een sterke vrijpion in het centrum mee.

5...Ld6

Het beste veld voor de loper in deze 'Semi-Slav'-stelling. Zwart kan ervoor kiezen om later e6–e5 voor te bereiden. Het iets bescheidener 5...Le7 vindt vaker plaats. De vermoedelijke reden is dat als wit ooit tot e2–e4 komt, de loper op d6 veel kwets- baarder staat dan op e7.

6.b3 0–0

Je zou er als zwartspeler aan kunnen denken om nu meteen

6...e5 te spelen,

rsnlwqk+-tr zpp+-+pzpp

-+pvl-sn-+ +-+pzp-+-+P+-+-+ +P+-+NzPP+-zPPzPLzP

tRNvLQ+RmK- omdat dat later veel lastiger gaat worden. In principe is deze opmars in het centrum datgene waar zwart op speelt. Als hij 'gratis' een sterk pionnencentrum met twee pionnen mag innemen, is de witte opzet (om de opmars van zijn eigen centrumpionnen uit te stellen) min of meer mislukt. Beide lopers op de lange diagonalen verliezen aan kracht als zwart e5 en d5 goed gedekt kan houden. Ik heb eigenlijk geen duidelijk voorbeeld kunnen vinden waarom dit niet speelbaar voor zwart zou kunnen zijn. Wit kan bijvoorbeeld wel iets voor elkaar krijgen met 7. Lb2 De7 8.d4 (Bepaald geen voordeel levert 8.cxd5 op na 8... cxd5 9.Pc3 Pc6 10.Pb5 Lb4 en het is eerder zwart die het voor het zeggen heeft.) 8...e4 9.Pe5 Pbd7 10.f4. Het is hem namelijk gelukt om een mooi paard op e5 te kunnen nestelen maar of hij daarom beter zou staan, is mij onduidelijk.

7.Lb2 Pbd7 8.Pc3

Dit wordt gezien als wits beste mogelijkheid om voordeel te halen. Met 8.d4 komen we in een stelling die ook uit het Catalaans kan ontstaan. Daarin kan wit met Pbd2, Dc2 een poging doen om e2–e4 door te zetten.

8...e5

Uiteraard heeft zwart andere speelwijzen maar deze actie in het centrum is telkens de basis van het plan om zijn spel te bevrijden.

9.cxd5 cxd5

r+lwq-trk+ zpp+n+pzpp

-+-vl-sn-+

+-+pzp-+-+-+-+-+

+PsN-+NzPPvL-zPPzPLzP tR-+Q+RmK-

10.Dc2!

Aangegeven door Demuth en door hem van een uitroepteken voorzien. Een zet die tot dusver weinig op het bord is verschenen. De dame op c2 controleert de belangrijke velden c7 en f5, hetgeen van belang wordt zoals we dadelijk zullen zien. Wit staat nu wel klaar voor de actie uit de bovengenoemde variant.

Hier levert 10.Pb5 Lb8 11.La3

Te8 12.Pd6 Lxd6 13.Lxd6 Db6 14.La3 toch niet op wat wit zich ervan voorgesteld heeft, vanwege 14...e4 en het is eerder zwart die comfortabel spel heeft. Wit is de controle over het centrum kwijt geraakt en daar mag zwart best het loperpaar voor inleveren.

10...a6

Dit haalt Pb5 uit de stelling, maar zwart komt zo niet toe aan de voltooiing van zijn ontwikkeling.

11.Ph4! Pb6 12.Pf5 Lb8 13.d4!? Dit nieuwe idee van Demuth is nooit eerder gespeeld. In een partij Zlotnikov-Bick, 2004, volgde 13.Pa4?! maar hoewel wit won, stond zwart hierna beter.

Na de tekstzet geeft Demuth de volgende variant:

13...e4 14.Pe3 Ld6 15.f3 exf3 16.exf3 Te8 17.Tfe1

En hij zegt dan dat wit een plusje heeft. Daar is de nieuwste Stockfish 12 het niet mee eens. Die vindt juist dat zwart na

17...Ld7 beter zou moeten staan. Tijd om deze stelling in de praktijk te gaan testen!

Illustratieve partijen:

• Kramnik-Vachier Lagrave, 2011

• Nakamura-Caruana, 2017

• Karjakin-Jakovenko, 2012,

• Karjakin-Eljanov, 2015

• Karjakin-Sevian, 2019

• Nepomniachtchi-Carlsen, 2020

• Aronian-Carlsen, 2016

• Grischuk-Aronian, 2018

• Radjabov-Kamsky, 2012

• Jones-Montoliu Cervero, 2019

• Zlotnikov-Bick, 2004

Geraadpleegde bronnen:

• The Modernized Reti door Adrien Demuth

Haarlemmerdijk 173 1013 KH Amsterdam Tel 020-6241171 Fax 020-6270885 info@schaakengo.nl www.schaakengo.nl de meest complete denksportwinkel

Schaak en Go winkel Het Paard

• Boeken, spellen en software op het gebied van Go, Schaken en Bridge

• Vele andere denkspellen waaronder Shogi, Gipf, Set, Katamino

• Legpuzzels en breinbrekers

• Boeken over over mathematische puzzels

• Gezelschapsspellen open van 10.00 uur tot 17.30 uur, maandag vanaf 13.00 uur, donderdag tot 20.00 uur.

This article is from: