
5 minute read
Twee partijverzamelingen
Als jeugdspeler speelde ik graag de partijen van Jan Timman na en niet alleen omdat hij de sterkste Nederlandse schaker en een echte wereldtopper was. Veel meer nog sprak de avontuurlijke en dynamische speelstijl van Timman tot de verbeelding. De huidige mondiale toppers spelen bijna iedere opening met wit en met zwart – iets dat dankzij databases en de toevloed aan informatie niet alleen makkelijker maar ook noodzaak is geworden. Timman streefde er altijd al naar om een complete schaker te zijn die ieder stellingstype kon spelen. In Timman’s Triumphs heeft de Nederlander 100 van zijn beste partijen verzameld met summiere biografische schetsen om de partijen in een context te plaatsen. Bij het naspelen van de vele prachtpartijen valt op dat alleen al het selecteren van die 100 partijen een enorme klus moet zijn geweest. Timman zelf zegt er iets over in de introductie. Het commentaar bij de partijen is plezierig licht, aange- vuld met korte varianten waarbij Timman de computerwaarheid combineert met treffende opmerkingen over de praktische en menselijke kant van een stellingsprobleem. Wat opvalt is het grote aantal zwartpartijen in de verzameling – Timman speelde altijd met beide kleuren op winst.
Een speler van een heel ander kaliber en met een veel kortere carrière is Stuart Rachels. En toch is ook The Best I Saw in Chess een bijzonder aangename partijverzameling. Rachels was een talentvolle jeugdspeler en een generatiegenoot van Anand, Ivanchuk, en Piket. Hij werd in 1989 verrassend gedeeld Amerikaans Kampioen (samen met Dzindzichashvili en Seirawan), plaatste zich voor het Interzonale toernooi in Manilla, en stopte op zijn 23e met schaken om uiteindelijk professor in de filosofie te worden. In zijn korte carrière werd hij slechts IM, maar alleen al zijn prestatie in het Amerikaans Kampioenschap geeft al aan dat hij van grootmeester-kaliber is. Een origineel boek dat het midden houdt tussen een partijverzameling, memoires en een leerboek en als een echte professor voegt Rachels er vele voetnoten aan toe.
Advertisement

De lezer aan zet
13.Pxe5
Een grappige combinatie waarna geforceerd een symmetrische pionstructuur overblijft. Wit staat daarna een tikje beter vanwege zijn minieme voorsprong in ontwikkeling en iets beter gepositioneerde stukken.
13...dxe5 14.d6 Lxg2
Niet slecht was ook 14...Pc6 15. dxe7 Dxe7 en wit staat maar weinig beter.
15.dxe7 Dxe7 16.Kxg2 Pa6
Niet het ideale veld voor het paard, maar ook na de alternatieven 16...Pc6 17.De4 en 16...
Db7+ 17.De4!? Dxe4+ 18.Pxe4
Pc6 19.Tfd1 staat wit een tikje beter.
17.Tfd1
Het is logisch om een toren op een van de open lijnen te zetten.
U krijgt ook 4 punten voor een van de volgende alternatieven:
17.Pd5, 17.Tad1 en 17.Tac1
17...Tfd8
r+-tr-+k+ zp-+-wqpzpp nzp-+-+-+ +-+-zp-+-+-+-+-+ +-sN-+-zPPzPQ+PzPKzP tR-+R+-+-
18.Df5
Een mooie actieve zet die zwart misschien het beste had kunnen beantwoorden met het licht verzwakkende 18...f6. U krijgt ook 5 punten voor 18.Tac1, en
18.h4. U krijgt 2 punten voor het altijd nuttige 18.a3
18...Pc7 19.h4
Ook nu heeft wit weer verschillende nuttige zetten. Daarom ook 5 punten voor 19.De4,
19.Tac1, en 19.a4 (nu het paard niet meer naar b4 kan springen is dit een mooie voorbereiding van a4–a5).
19...g6 20.Df3
Dit lijkt het beste veld voor de dame. Wit dreigt onder omstandigheden h4–h5, evenals Df3–b7. Toch is ook 20.De4 (3 punten) niet slecht, na 20...f5
21.Db7 Pd5 22.Dc6 Pxc3 23.Dxc3 blijft wit wat beter staan omdat de zwarte koning onveiliger staat dan de witte. U krijgt 1 punt voor 20.Dg4 De6, net als voor 20.Dg5 f6, wit staat wat beter na 20...Dxg5 21.hxg5 Pe6 22.Pe4.
20...h5
Voorkomt in ieder geval een van de witte ideeën. Wit houdt ook een voordeeltje na 20...Txd1
21.Txd1 Td8 22.Txd8+ Dxd8 23. Db7 (of 23.h5). Vergelijk dit ook met wat verderop in de partij gebeurt. De zet 20...f5 kan wit op verschillende manieren beantwoorden: 21.h5, 21.Pd5, en 21.Tac1 komen allemaal in aanmerking.
21.a4
Een mooi actief plan van Shirov. Wit heeft een klein plusje na 21.Tac1 (3 punten). Wit raakt vrijwel al zijn voordeel kwijt na
21.Db7 Pd5, net als na 21.De4 (1 punt)
21...Kg7 22.a5
Dit tijdelijke pionoffer is sterker dan 22.Txd8 Txd8 23.a5 en nu heeft wit vrijwel geen voordeel meer na 23...Db4.
22...Txd1
Dit is beter dan 22...bxa5 23. Txd8 Txd8 24.Txa5 a6 en nu houdt wit de druk vast met
25.Db7 Td7 26.Pe4.
23.Txd1 bxa5
Dit aannemen van het pionoffer brengt zwart in grote problemen. Veel beter was stug verdedigen (en het handhaven van de symmetrie) met 23...Td8 24.axb6 axb6 en dit moet zwart na
25.Txd8 Dxd8 26.Dc6 Pe6 27.e3
Dc7 remise kunnen houden. Misschien moet wit uit praktisch oogpunt daarom de torens erop houden met 25.Ta1 maar objectief staat wit hier maar heel weinig beter.
24.Dc6
Dit is de beste zet, maar ook na 24.Db7 (5 punten) oefent wit zware druk uit op de zwarte stelling.
24...Td8 25.Txd8
Geen punten voor 25.Ta1 zwart houdt het gelijk met 25...Tb8
26.Txa5 Tb6 27.De4 a6!? 28.Txe5
Dd6 en zwart wint zijn pion op b2 terug.
25...Dxd8 26.Dc5
-+-wq-+-+
zwart, maar in het paardeindspel wordt het zwarte paard volledig gedomineerd.
28.Dxa8 Pxa8 29.Pd5 f5
Nu staat wit aantoonbaar gewonnen. Ook 29...Kf7 30.e4 Ke6 31.Kf3 wint voor wit. Het taaist was 29...e4 maar na 30.b3
(30.f3 exf3+ 31.Kxf3 a4) 30...Kf7
31.f3 Ke6!? 32.fxe4 Ke5 33.Kf3 f5 wint wit toch een pion in het paardeindspel, bijvoorbeeld met 34.Ke3 fxe4 35.Pe7 Kf6
36.Pc6.
30.Kf3
Deze en de komende paar witte zetten zijn de enige die winnen.
30...Kf7 31.e4
Maar niet 31.b3 Ke6 32.e4 Kd6 en zwart houdt remise.
31...Ke6 32.Ke3 Kd6
n+-+-+-+ +-+-+-+-+-mk-+p+ zp-+Nzpp+p
-+-+P+-zP
+-+-mK-zP-zP-+-zP-+ +-+-+-+-
33.Kd3
Maar dit is niet de beste zet! Shirov overziet dat zwart nu ruil van de paarden kan aanbieden. Dat had hij kunnen verhinderen met 33.f3! (10 punten) omdat zwart dan zijn paard niet kan bevrijden: 33...Pc7? 34.Pxc7 Kxc7 en nu wint het pionneneindspel na 35.exf5! gxf5 36.g4 hxg4 (36...f4+ 37.Ke2 – niet 37.Ke4? hxg4 - 37...hxg4 38.h5+–) 37.h5! (niet 37.fxg4 f4+) en de pion loopt naar dame.
33...Pc7 34.Pe3
Het pionneneindspel is remise en daarom was 33.f3 dus beter:
34.Pxc7 Kxc7 35.Kc4 (35.f4 Kd6)
35...Kc6.
34...Ke6 35.Pc4 een slechte zet, maar wit wint ook na 39...Pa4 40.b5 Pb6 41. Kd3 Kc5 42.Pb7+ 40.gxf4 exf4+ 41.Kxf4 Pd3+ 42.Kg5 Pxf2 Wit wint ook na 42...Pxb4 43.Kxh5 Pd3 44.f3 43.Kxh5 Pd3 44.Kg6 Pf4+ en zwart gaf op.
+-+-+-+-
Dankzij deze zet krijgt wit groot voordeel.
26...f6 27.Dxa7
Beter dan 27.Dxa5 Db8, of 27. Pe4 Pd5 28.Dxa7+ Dc7.
27...Da8+
Dameruil was de bedoeling van
Zwart houdt remise na 35.exf5+ gxf5 36.Pc4 e4+ 37.Kd4 a4.
35...Pa6 36.exf5+ gxf5 37.
Pxa5
Shirov heeft nu een gezonde pion meer in een paardeindspel.
Hij won na
37…Pc5+ 38.Ke3 Niet 38.Kc4?
Pe4 38...Kd5 39.b4 f4+ Dit is
30-40 1900-2000 20-30 1800-1900 0-20 <1800
Schaakmat!
9.d4!
Heel fraai, nadat zwart deze pion en-passant geslagen heeft is veld d3 niet meer toegankelijk voor het paard en loopt de h-pion door. Zwart houdt remise na 9.h5 Pc5 10.h6 Pd3+ 11.Ke2 Pe5.
9...exd3 10.h5 Pc5 11.h6 d2+ 12.Kd1 Pe4 13.h7
1–0
Combineren
Diagram 1
Janik-Praggnanandhaa
1.Ta6+ Kd5 (of 1...Kb5 2.a4 mat) 2.e4 mat
Diagram 2
Osmak-Tan 1.Dxh5! Dxg3 2.De8 mat
Diagram 3
Xiong-Esipenko
1.Txg6+! Kh7 2.Th6+ Kxh6 3. Dxf8+ Kh7 4.Dg7 mat
Diagram 4
Nepomniachtchi-Erdos
1.Txd8+! Pxd8 2.Dd7+ Kb8 3.c7+ 1-0
Studie Afek
Diagram 5
Gara-Kosteniuk
1…Txg2+! gevolgd door 2…d4 en spoedig 0-1
Diagram 6
Sliwicka-Baljabayeva
1…Txd3! 2.Txd3 (2.Lxd8 Txd8 -+) Txd3 3.Dxd3 Dxf2+ -+
Diagram 7
Wojtaszek-Vidit
1.Pe6+!! Kg4 2.Dd4+ Kf5 3.Pg7+ Kg5 4.Dh4 mat
Diagram 8
Petrov-Gumularz
1…Txf3! 2.gxf3 Txf3 3.Pf4 Pxd4! en zwart wint het geofferde materiaal met rente terug, bijvoorbeeld: 4.Tg2 Txh3+! 5. Pxh3 Pf3+ enz.