
5 minute read
‘Schaken doe je met alles wat je hebt’
De belangstelling voor de psychologische en mentale aspecten van schaken groeit. Twee Nederlandse specialisten die zich al geruime tijd met dit thema bezighouden, zijn Anne-Marie Benschop en Karel van Delft.
Ja, ze kennen elkaar goed en hebben samen diverse jeugdtrainingen georganiseerd en ook een bijeenkomst voor Zeeuwse jeugdschakers, hun ouders en begeleiders, onder andere ter voorbereiding op het ONJK. We hebben het over Anne-Marie Benschop (51), voormalig dameskampioene (1991) van Nederland, en Karel van Delft (63), schrijver-journalist, psycholoog, schaaktraineren organisator in Apeldoorn. Beiden houden zich al jarenlang bezig met de relatie tussen schaken, psychologie en mentale weerbaarheid.
Advertisement
Vaste routines
Volgens Van Delft en Benschop nemen deze disciplines nog altijd een onderbelichte positie in in de schaaktraining van zowel talentvolle jeugdspelers als van senioren met ambitie, hoewel de aandacht wel gestaag groeit. Van Delft: “Voor iedere schaker met enige aanleg en ambitie, valt er nog veel te winnen op dit terrein. Met een complex begrip noem ik dat cognitieve herstructurering. Zo blijkt dat het voor schakers posi tief werkt om vaste routines te ontwikkelen. Bijvoorbeeld door niet teveel te eten voor een partij. Of om niet bang te zijn voor een sterkere tegenstander maar dit juist te zien als een uitdaging om ervaring op te doen.” Benschop: “Je schaakt met alles wat je in huis hebt. Dat zijn dus niet alleen opgedane schaakkennis maar ook de eigen persoonlijkheid, gevoelens en emoties. Iedere schaker heeft sterke en zwakke kanten, zoals tijdnood of tactische stellingen. Het is mogelijk om deze valkuilen te ontdekken en eraan te werken.”
Interview met Adriaan de Groot Karel van Delft studeerde in de jaren tachtig psychologie aan de Universiteit van Amsterdam, als basis voor zijn journalistieke carrière. Toen bleek dat zoon Merijn talent had voor het spel, raakte hij geïnteresseerd in de relatie tussen psychologie en schaken. Van Delft: “Ik vroeg mij af hoe schakers kunnen profiteren van psychologische kennis maar ook hoe schaken de leerprestaties kan bevorderen.” Daarom interviewde Van Delft, samen met de helaas vroeg overleden Renate
Limbach, prof. Adriaan de Groot. De Groot was rond 1990 hoogleraar cognitieve psychologie in Groningen en is bekend vanwege zijn proefschrift en boek Het denken van den Schaker uit 1946. Ook ging Van Delft op bezoek bij dr. Reinhard Munzert, verbonden aan de Universiteit van Keulen en auteur van het boek Schachpsychologie
Voorts wilde de Apeldoorner weten hoe schaken de leerprestaties van kinderen kan verbeteren. Een eigen onderzoek onder bijna driehonderd Apeldoornse leerlingen van basisscholen liet zien dat hun reken- en taalvaardigheden en informatieverwerking met gemiddeld tien procent omhoog gingen. Van Delft: “Schaken heeft ontegenzeggelijk een positieve ontwikkeling op de persoonlijkheidsontwikkeling van jonge kinderen. Niet alleen cognitief maar ook sociaal (samenwerken), emotioneel (verlies accepteren) en zelfreflectie. Dat geldt ook voor kinderen met bijvoorbeeld autisme, ADHD of angststoornissen.” Van Delft geeft individuele schaaklessen aan vijf autistische kinderen.
Succes in Apeldoorn
Over zijn eigen ervaringen schreef hij samen met zijn zoon Merijn in 2008 het boek Schaaktalent ontwikkelen , in het Engels vertaald als Developing Chess Talent . In 2021 verschijnt bij New in Chess ook de Engelse vertaling van zijn boek Schoolschaken. Voorts ontwikkelde Van Delft de cursus Praktische schaakpsychologie en schreef hij het boekje ‘Het zeventiende schaakstuk’ en ‘Ik leer schaken’ voor beginners. Uiteraard is hij een van de drij vende krachten achter het succesvolle Schaakstad
Apeldoorn. Van Delft zorgde ervoor dat grootheden als Arthur Joesoepov en Mark Dvoretsky regelmatig naar de Veluwe kwamen voor trainin gen met talentvolle jeugdspe lers. Dat heeft Apeldoorn geen windeieren gelegd met een grootmeester (Roeland Pruijssers), de IM’s Merijn van Delft, Nico Zwirs, Thomas Beerdsen en Stefan Kuipers en de FM’s Tim Lammers, Armen Hachijan en Sjef Rijnaarts.
Alleen schaakkennis
Voor Anne-Marie Benschop kwam de belangstelling voor de psychologische en mentale aspecten van schaken pas nadat zij op haar dertigste was gestopt. Een loopbaan die als zevenjarige begon bij schaakclub Wassenaar en haar onder andere in 1991 de Nederlandse damestitel opleverde. Terugkijkend constateert Benschop dat het in de regionale en nationale trainingen voor jeugdtalenten steevast draaide om bijvoorbeeld openingen of positiespel. “Ik kan mij niet herinneren dat er ooit aandacht is besteed aan mentale aspecten, zoals emoties tijdens de partij.” Rond 1990 was zij op haar hoogtepunt als schaker. Benschop: “Ik had zeker de ambitie om sterker te worden maar had een drukke baan en een dito sociaal leven.” Als dertigjarige stopte zij met het spelen van partijen en stortte zich op haar carrière als marketing- en strategiemanager bij ING Groep, gecombineerd met een druk sociaal leven en een gezin. Pas toen zij in 2009 een eigen praktijk opzette als individueel- en organisatiecoach, keerde de belangstelling voor schaken terug, zij het in een andere vorm. Benschop: “Door de coachopleiding raakte ik geïnteresseerd in de psychologische en mentale aspecten van schaken.”
Driehoek in balans
Benschop vindt het leuk om deze kennis te gebruiken. Zowel in de begeleiding van individuele (jeugd)schakers als in lezingen op schaakclubs. Daarbij hanteert de oud-dameskampioene vooral de Zelf Kennis Methode (ZKM) en de Focusdriehoek Resultaat-LerenPlezier. Benschop: “Om met deze focusdriehoek te beginnen; ik denk dat het belangrijk is dat er een goede balans is tussen deze drie elementen. Natuurlijk zijn resultaten belangrijk, zeker voor ambitieuze schakers, maar ze moeten niet allesoverheersend worden. Zo zie ik vaak bij talentvolle jeugdspelers dat ze na een mindere periode hun belangstelling voor het spel verliezen omdat het behalen van resultaten te zwaar op hen drukt. Terwijl ze er toch ooit mee zijn begonnen omdat ze schaken leuk en boeiend vonden. Zo heb ik ooit een jeugdspeler begeleid die veel interesse had in eindspelstudies. Wat bleek tijdens onze sessies? Hij speelde zijn beste partijen als hij meer van zijn compositietalent en minder van zijn resultaatgerichtheid in zijn partijen kon stoppen.”
Ook de Zelf Kennis Methode is volgens Benschop een belangrijk hulpmiddel. “Emoties en het karakter spelen een grote rol tijdens partijen. Iedere schaker heeft goede en minder goede schaakkwaliteiten. De een durft veel risico’s te nemen, de ander speelt juist op zeker.” Zij vervolgt: “Zelf voelde ik mij vroeger prettig in positionele stellingen maar was bang voor tactische posities. Juist door dat inzicht te verkrijgen en te begrijpen hoe dat emotioneel in elkaar zit, kunnen spelers beter worden.”
Kanaleneiland
De schaaktrainingen van AnneMarie Benschop zijn de laatste tijd wat minder geworden. Dat heeft onder andere te maken met haar drukke activiteiten in de Utrechtse wijk Kanaleneiland. Naar aanleiding van het bezoek van Tata Steel Chess aan het Spoorwegmuseum (januari 2016), is Benschop in 2016 gestart met schaaklessen op zes van de acht basisscholen in Kanaleneiland. Dit heeft een succesvolle schaakschool opgeleverd. “Ik schat dat inmiddels al zo’n 300 tot 500 daar schaakles hebben gehad,” zegt Benschop.
“Het leuke is dat de hele wijk erbij betrokken is. We hebben vier moeders, twee studenten en een statushouder opgeleid als schaaktrainer. Zo houd ik mij steeds meer bezig met maatschappelijke vernieuwing.”
Inmiddels heeft de schaakschool er een heuse ICT-afdeling bijgekregen. Benschop: “Schaken en ICT hebben voor een belangrijk deel dezelfde vaardigheden. In deze wijk wonen veel mensen die geen of weinig toegang hebben tot bijvoorbeeld internet of e-mail. Zij kunnen hier ICT-vaardig worden en hun kansen op werk vergroten.”
Belangstelling bij de KNSB
Afsluitend ziet Karel van Delft wel enige lichtpuntjes. “De belangstelling voor psychologische en mentale aspecten van schaken groeit. Een voorbeeld: Lise ten Holder, die sinds 1 september in dienst is bij de KNSB als coördinator schoolschaak en opleidingen, heeft al uitgebreid met mij gesproken over mentale training bij schaken. Zij wil graag studiemateriaal hebben om dat te gaan gebruiken op basisscholen. Dat lijkt mij een prima zaak.”