5 minute read

‘Alle kinderen verdienen schaakles!’

Op veel scholen kun je schaken. Clubtrainers en leerkrachten, maar ook enthousiaste (groot)ouders zetten zich hiervoor in. Lees hoe zij dit aanpakken en waarom ze er zo van genieten.

De school van haar dochter zocht vrijwilligers voor het Creacircuit: drie ochtenden met creatieve activiteiten. Anna ten Caat meldde zich aan om schaakles te geven. Ten Caat: ‘Dat ging heel goed, de acht kinderen uit groep drie, vier en vijf leerden snel en de school vroeg me voor een volgende keer, maar toen kwam het coronavirus. Hopelijk krijgt het nog een vervolg. ’

Advertisement

Ten Caat leerde haar dochter op driejarige leeftijd schaken. ‘Op die leeftijd leerde ik het ook, van mijn vader. Ik speelde in de jeugdcompetitie, maar op de middelbare school stopte ik hiermee. Ik kreeg andere prioriteiten en het ontbrak aan goede begeleiders die het spel boeiend wisten te maken. Af en toe speelde ik nog wel wedstrijden.’

Wat-als-analyse

‘Ik heb mijn dochter bewust kennis laten maken met schaken’, zegt Ten Caat. ‘Het is goed voor de concentratie, voor out-of-thebox denken en voor vooruitkijken. Deze vaardigheden neem je mee in je leven. Daarnaast scherpt het je analytisch vermogen en krijg je een helicopterview. Je ziet het geheel - het hele bord - en de onderdelen: de relaties tussen de stukken. Bovendien kijk je ook nog opzij, naar de alternatieven. Je doet een mini wat-als-analyse.’

Dochter Emma is negen en heeft dus al zes jaar schaakervaring. Ze speelt bij ‘Anish Giri’, de jeugdafdeling van Schaakvereniging Lekstroom in Nieuwegein. Emma vertelt dat ze in een groepje van tien kinderen zit. ‘Maar er zijn maar twee meisjes! Ik was de eerste en heb foldertjes uitgedeeld aan klas genoten. Een goede vriendin van me vond het ook leuk dus dat is heel gezellig. Ik houd ervan dat je allerlei tactieken kunt doen. Je bedenkt een plan, gaat vooruitdenken en aanvallen.’

Sprookje

Ten Caat: ‘Ik probeer schaken spannend en glossy te maken. Ik let op de lichaamstaal van de kinderen. Als ik belangstelling zie, ga ik door met het verhaal. Ik begon de eerste les met ‘Schaken is oorlog’, maar dat werkte niet. Toen probeerde ik: ‘Houden jullie van sprookjes? Dat sloeg wel aan. Dus ik begon over de koning en zijn vrouw, de koningin. Die hebben paarden en raadsheren, de lopers. Ik speelde met m’n stem, lette op de intonatie. Ik vertelde over de schaakstukken net zoals je een sprookje vertelt. De aandacht was meteen terug en de kinderen gingen mee in het verhaal.’

Pluskinderen

Johan van den Brink van de Veenendaalse Schaakvereniging geeft les op De Bron, de school van zijn zoon, aan zo’n vijftien Pluskinderen. De schaakles loopt het hele schooljaar door. De groep van kinderen die wat extra’s aankunnen, schaakt een uur per week. Daarnaast kunnen ze ook voor Spaans of filosofie kiezen. De pluslessen zijn opgenomen in het taal- of rekenprogramma. Van den Brink was van plan om van lesgeven school niet meer binnen. ‘Ik was vorig jaar september begonnen met de schaakles, dus heb wel zo’n acht maanden ervaring opgedaan. Nu heb ik weer een vaste baan in de IT. Ik heb bedongen dat ik tijdens school uren ruimte kan maken om schaakles te geven, mocht dat weer van start gaan.’

‘Ik wil schaken onderdeel maken van een breder programma met robotica, program meren en werken met data. Dat is mijn vak en op school riepen ze daarvoor vaker mijn hulp in. De leerkrachten hebben zoveel te doen en de reguliere lessen zijn al een uitda ging. Veel kinderen kunnen tegenwoordig niet goed lezen en rekenen. Ik zou minimaal drie schaaklessen willen geven en de geïnte resseerde kinderen online verder willen laten gaan met Chessity.’

Van den Brink hoopt dat de schoolkinderen zich ook melden op de schaakvereniging. Een paar deden al wel mee aan het lokale jeugdtoernooi. De club in Veenendaal heeft zo’n veertig seniorleden en tien tot vijftien jeugdleden. ‘Het is bij de start van het seizoen weer spannend hoeveel kinderen terugkeren, maar tot nu toe lijkt de opkomst goed. De eerste avond gaf de oudere jeugd een simultaan, konden ouders ons vragen stellen, lieten we Chessity zien, gaven we de beginners les en kreeg iedereen een drankje. Zo krijgen ook nieuwe leden een warm welkom. ’

Sadistisch schaak

‘Op school gaat het er vooral om dat je de kinderen enthousiast maakt voor schaken. Dat kan op veel manieren. Ik laat filmpjes zien en vertel verhalen, bijvoorbeeld de legende over de verdubbeling van rijstkorrels op elke veld van een schaakbord. De hoeveelheid mogelijkheden die je dan krijgt, dat maakt altijd indruk. Ik doe ook veel spelletjes. Een heel populaire is sadistisch schaak. Daarbij speel ik tegen de één, terwijl de ander een schaakpuzzel oplost. Zodra dat is gelukt, mag dat kind één van mijn stukken in de beginpositie terugzetten. Dat vinden ze enorm leuk!’

Van den Brink: ‘Als je net als ik, wilt lesgeven, stap dan zelf op de school af. Veel scholen zijn welwillend. Als je opziet tegen zo’n hele schoolklas, geef dan aan dat je graag met een klein groepje begint. Ik zou willen dat de overheid zorgt voor stabiliteit en continuïteit in het schaakonderwijs en extra uitdaging voor kinderen die meer aankunnen. Er zijn volgens mij genoeg schakers met een brede kennis die hieraan bij willen dragen, maar die moeten ook in hun onderhoud kunnen voorzien.’

Bollebozen

Ben Eggink geeft sinds vier jaar les op de Canadaschool in Doetinchem, waar zijn kleinkinderen op school zaten. Als oudbasisschoolleerkracht benaderde Eggink zelf de school die al ervaring had met damles en enthousiast reageerde. Zo’n veertig kinderen vanaf groep vier hebben inmiddels schaken geleerd. Vanwege zijn leeftijd (69 jaar) wil Eggink pas weer lesgeven als er een coronavaccin is.

Eggink: ‘Vaak willen scholen schaken alleen aanbieden aan de bollebozen, in Plusklassen bijvoorbeeld. Ik vind dat alle kinderen het recht hebben om kennis te maken met schaken. We begonnen met een rooster, onder schooltijd, van lessen van drie kwartier. Kinderen die er belangstelling voor hadden, konden meedoen. Toen ik nog fulltime voor de klas stond, maakte schaken ook al deel uit van mijn lessen.’

Kampioensteam

‘Ik breng de kinderen de beginselen van het schaakspel bij’, vertelt Eggink. ‘Ik ken mijn beperkingen, veel meer kan ik ze niet leren. Ik ken ook de kracht van computers, zoals Lichess, daarmee kunnen ze verder. Het gaat om het enthousiasme, niet al té fanatiek, al ben ik ook een wedstrijdteam gestart. We deden mee aan de schoolschaakkampioenschappen van Doetinchem. Het eerste jaar werden we derde, het tweede jaar tweede en het derde jaar waren we kampioen!’

‘Als je deel uit wilt maken van het wedstrijdteam, dan moet je er wel wat voor doen. Dus ook schaken buiten school en je verbeteren. Ik vraag de kinderen wie van hun familie schaakt. Als dat niemand is, dan zeg ik dat ze de anderen het spel moeten leren. En dan vertellen ze dat ze een schaakbord hebben gekregen voor hun verjaardag. Dat is toch geweldig?’

Bach

‘Ik heb de school overtuigd van het nut van schaken. Dat zijn de bekende punten: het stimuleert creativiteit en scherpt de concentratie. Zo had ik een jongen met ADHD, die stuiterde altijd. Maar tijdens het schaken zat hij een half uur volledig geconcentreerd achter het bord. Ik zette er dan muziek bij op, zachtjes natuurlijk: Bach en Vivaldi. Dan kwam er een sfeertje in de groep... heel bijzonder.’

‘Het is zo’n fascinerend spel. Je moet de kinderen het vonkje aanbieden en dan hopen dat verder gaat. Het gaat vooral om het plezier, maar je moet ook leren verliezen. Zelf heb ik schaken geleerd van mijn broer, toen ik een jaar of acht was. Ik ben nooit lid geweest van een schaakclub, maar volg alle toernooien. Zo was ik ooit in Baden-Baden waar Judith Polgar simultaan gaf. Zo’n klein grietje was het toen, tegen twintig van die kerels. Ze won achttien partijen en maakte twee remises. Ik doe dus extra mijn best om de meisjes erbij te betrekken. Die kunnen het net zo goed.’

De KNSB wil alle kinderen de kans geven om te leren schaken. Dat kan als er veel enthousiaste schaaktrainers zijn. Daarmee komen we graag in contact. Geef jij schaakles aan kinderen? Laat het ons weten en sluit je bijvoorbeeld aan bij onze appgroep voor schoolschaakleraren.

Meedoen? Mail Lise ten Holder: ltholder@schaakbond.nl

This article is from: