
6 minute read
Is schaken een geluksspel?
Nu we allemaal thuis moeten blijven, en er geen competitiepartijen of toernooien zijn om naar uit te kijken, kunnen wij schakers in ieder geval nog boeken lezen. Een echt leesboek is Hein
Donner: The Biography van Alexander Münninghof. De al wat oudere schaker zou dit boek al in zijn kast kunnen hebben staan, want in 1994 is het al verschenen als Hein Donner: 19271988. Deze Engelse editie (New In Chess, 2020) is vakkundig vertaald door Peter Boel en komt vrijwel overeen met de oorspronkelijke. Er zijn een aantal toevoegingen de belangrijkste daarvan is een interview met Harry Mulisch waarin de schrijver verhaalt over zijn vriendschap met Donner. Het slot van het boek bevat nog 34 partijen van Donner (twee meer dan in de Nederlandse uitgave, de partijanalyses zijn van Maarten de Zeeuw). Die partijen zijn chaotisch en verrassend zoals het leven dat in de biografie wordt beschreven. Donner wint van spelers als Fischer en Larsen, maar kon ook vreselijk blunderen. Donner zelf omschreef het schaken natuurlijk vaak als ‘een geluksspel’.
Advertisement
Iemand die ook zeer kan genieten van partijen die niet tot stand komen door correct spel is de Australische grootmeester David Smerdon. Hij schreef The Complete Chess Swindler, maar zal het niet eens zijn met de stelling dat er sprake is van geluk. Zijn boek is een handleiding in hoe zo optimaal mogelijk gebruik te maken van je kansen in een objectief verloren stelling. Schwindelen wordt daarmee een vaardigheid die te trainen is, en die zoals zijn voorbeelden (en opgaven) laten zien ook veel vermaak kan opleveren. Smerdon illustreert zijn favoriete schwindel met een schermafbeelding van Stockfish die aangeeft dat de beste 47(!) zetten allemaal winnen voor zwart, maar u zult begrijpen dat de arme zwartspeler met heel plausibele zetten het punt verspeelde.
16.0–0 b6
Dit is nauwkeuriger dan meteen slaan op e3. Na 16...Pxe3 (4 punten) 17.Lxe3 Txe3 18.Df2 Te8 (18...Db6 Abasov-Anand, Douglas 2019.) 19.Tad1 Dc7 (Op 19...Df6 kan nu 20.f5 en zwart kan zijn damevleugel nog steeds niet ontwikkelen. Dit is een belangrijk verschil met de partij Giri-So die in de volgende aantekening genoemd wordt. So krijgt dezelfde stelling maar met de extra zet ...b6 waarna hij op f5 dus gewoon verder kan gaan met ...Lb7.) 20.Tc1 Dd6
21.f5 Df6 22.Lb3 Ld7 23.Tc7 Te7 24.Txb7 en wit had een pion gewonnen in de snelschaakpartij Andreikin-Carlsen, Moskou
2019.
17.Tfd1
Een tussenzet die wit geen voordeel oplevert. Simpeler is 17.Ld4
Pxe3 18.Lxe3 Txe3 19.Df2 Te8
Oplossingen
De lezer aan zet
9...e5
Deze opstoot in het centrum is het hele idee achter 7...dxc4 en 8...Ld6. Zwart krijgt tegenspel in het centrum en maakt de ontwikkeling van haar dameloper mogelijk.
Ook goed is 9...a6 waarvoor u 6 punten krijgt. Zwart ontneemt wit daarmee veld b5, bereidt soms ...b5 voor, maar gaat meestal gewoon verder met ... e5 (soms nog na een andere nuttige voorbereidende zet ...
De7). U krijgt 2 punten voor een van de voorbereidende zetten 9...De7 of 9...Te8
10.dxe5
Na 10.d5 krijgt zwart heel goed spel met 10...Pb4!?, bijvoorbeeld 11.Db3 (of ook 11.Db1 e4! een pion die wit niet kan nemen: 12.Pxe4? Lf5) 11...a5 (11...c6 kan ook) 12.a3 e4 met scherp spel.
10...Pxe5 11.Pxe5 Lxe5 12.f4
Deze scherpe zet dwingt zwart tot nauwkeurig spel. Wit heeft ook 12.0–0–0 geprobeerd, maar zwart staat prima na 12...De7 13.Kb1 Td8.
r+lwq-trk+ zppzp-+pzpp
-+-+-sn-+
+-+-vl-+-+L+-zP-+
+-sN-zP-+PzPQvL-+PzP tR-+-mK-+R
12...Lxc3
Dit opgeven van het loperpaar is noodzakelijk, zwart moet tijd winnen want anders wordt ze onder de voet gelopen door het witte centrum. Daarom is 12...
Ld6 niet goed, want na 13.0–0–0 kan zwart e3–e4–e5 niet meer goed verhinderen. Na 13...Lg4 kan zelfs meteen 14.e4! (14. Tde1) 14...Lxd1 15.Txd1 en wit heeft prachtige compensatie voor de kwaliteit, RomanovShyam, Sitges 2016. De opstoot 16.e5 is niet meer op een goede manier te verhinderen.
13.Lxc3 Pg4
Dit is de beste zet, maar dat is niet zo eenvoudig om achter het bord te vinden. Zwart verhindert even de korte rokade.
Na 13...De7 (3 punten) speelt wit 14.0–0 Dxe3+ 15.Kh1 Db6
16.Tf3 met prachtige compensatie voor zijn geofferde pion in Svane-Cheparinov, Doha 2016. De witte lopers zijn erg sterk,
17.Tg3 en 17.f5 zijn lastige zetten voor zwart. Verder is het nog belangrijk dat wit na 16...
Le6 17.Lxf6 Lxc4 de desperado
18.Lxg7 heeft.
Dezelfde mooie compensatie krijgt wit na 13...Te8 (3 punten) 14.0–0 Txe3 15.f5! merk op dat 15...Ld7 nu al een pion verliest na 16.Lxf7+! Kxf7
17.Db3+ Le6 (17...Kf8? 18.Lb4+ en 17...Ke8 18.Tae1) 18.fxe6+
Txe6 19.Tad1 De7 20.Dxb7.
Op zich een goede gedachte is 13...g6 (6 punten) dit verzwakt de zwarte velden maar maakt het mogelijk om de loper te ontwikkelen en verhindert daarmee e3–e4. Toch staat wit wat beter na 14.0–0 Lf5 15.De2.
14.Ld4
De beste manier om e3 te dekken. Niet goed is 14.Ld2 Dh4+! (dit is nog sterker dan 14...Te8 15.0–0 Pxe3) 15.g3 Dh5 en wit is in de problemen. Zwart staat prima na 14.De2 Te8 15.e4 Lf5.
14...c5
Een scherp pionoffer dat nodig is. Het is nu belangrijk dat zwart voorkomt dat wit kan lang rokeren. Een paar voorbeelden:
- Wit staat beter na 14...Te8 (2 punten) 15.0–0–0 Le6 16.Ld3
- Na 14...b6 (2 punten) 15.0–0–0 staat wit beter.
- Op 14.Ld2 werkte de zet 14... Dh4+ goed. Met de loper op d4 staat zwart gewoon slecht na 14...Dh4+ (1 punt) 15.g3
Dh5 16.0–0–0 16...Pf2 gaat nu niet, en na 16...c5? heeft wit het sterke 17.h3! (niet duidelijk is 17.Lxc5 Lf5!) 17...cxd4
18.hxg4 Dg6 19.Ld3.
15.Lxc5 Te8
Nu valt zwart dan toch e3 aan, maar zoals al opgemerkt het is vooral belangrijk dat wit nu niet lang mag rokeren. Na de korte rokade is het zwart die mag aanvallen op de koningsvleugel.
19.Ld4
Op iedere loperzet heeft zwart een goed antwoord:
- 19.Lf1 Dh5! (niet 19...Dxh2+
20.Dxh2 Pxh2 21.Lb5!) 20.Ld4
Lb7 21.Dd2 (minder goed is 21.Te1?! Tac8 22.Dd2 Dd5!)
21...Pxe3 22.Lxe3 Df3 23.Lg2
Dxg2+ 24.Dxg2 Lxg2 25.Kxg2
Txe3 met een volledig gelijk eindspel.
- Op 19.Ld5 volgt 19...Lf5 20.e4
Tac8!. 19...Lb7
Deze loper staat natuurlijk prachtig op de lange diagonaal. De combinatie met dame en paard, en het feit dat de witte pluspion op e3 al hangt, maakt dat Ju haar pion moeiteloos terugwint.
Wit houdt haar extra pion na 19...Lf5 20.De2. Zwart kan vanwege onderste rij mat haar pion niet meteen terugslaan:
20.Tad1 Df6 21.Dd4 (Op 21.f5 volgt dus 21...Lb7 en na 22.Td7 rustig 22...Te7) 21...Dxd4+
22.Txd4 Lf5 23.Tfd1 1/2–1/2 Giri-So, Parijs rapid 2016.
17...Dh4
Geen punten voor andere zetten. Zwart moet het initiatief houden.
18.g3
Wit staat uiteraard niet beter na
18.h3 bxc5 19.hxg4 Lxg4.
18...Dh3
Dit is de beste zet. Na 18...Dh5 krijgt wit gratis een extra tempo: 19.Td5 en nu moet zwart alsnog verder gaan met 19...Dh3 (want op 19...Dh6 20.
Ld4 Le6 volgt 21.Tg5 Pxe3 22. Dc3). Na 20.Lf1 Dxh2+ 21.Dxh2
Pxh2 22.Kxh2 bxc5 staat wit nog wat beter.
Slecht is 18...Dh6 19.Ld4 omdat zwart na 19...Lb7 20.Tac1 niet goed op e3 kan slaan: 20...Pxe3 heeft twee lopers en een pion voor de kwaliteit en de loper op d4 is een sterke verdediger. Maar tactisch is de witte stelling heel kwetsbaar...
21.Lxe3 Txe3 22.Lxf7+! Kxf7 23. Td7+.
23...Pxe3
De wereldkampioen wikkelt af naar een duidelijk gewonnen stelling. U krijgt evenveel punten (6) voor 23...Tad8: op de volgende zet kan zwart alsnog op e3 slaan. Ook 6 punten voor 23...Pxh2 en omdat 24.Dxh2 faalt op 24...
Dxd1 gaat het ook hier helemaal mis voor wit.
24.Le2
Vanwege de ongedekte toren op d1 kan op 24.Lxe3 gewoon
24...Txe3 25.Dd8+ Te8!.
24...Dd5
U krijgt ook 5 punten voor 24...
Pg4.
25.Lxe3 Dxd2 26.Txd2 Txe3
Schaakmat!
De witte koning gaat mat in 4 na 29...Ph2+ 30.Kg2 Ld4+! 31.Kh1 Lxd5+ 32.Tf3 Lxf3 mat. In de partij volgde overigens 30...Le3+ 31.Kh1 Pf3 en wit gaf het op. Ze verliest materiaal en zal uiteindelijk alsnog mat gaan.
Combineren
Diagram 1
Duda-Giri
1.Txf6+! Kxf6 2.Lg5+ 1-0
Diagram 2
So-Nakamura 1…Pxe4! Wit gaat ten onder aan de vele vorken. 2.Dxe4 Pf2+ en spoedig 0-1
19...Pxe3? 20.Lxe3 Txe3 21.Td8+.
20.Lf1 Dh5
Nu zwart ook nog ...Dd5 bij de hand heeft is het tijd voor wit om de pluspion terug te geven en af te wikkelen naar remise.
Kashlinskaya stond op dit moment in het toernooi echter nog gedeeld aan kop, en haar ambitie zit haar nu waarschijnlijk in de weg.
21.De2
Dit is natuurlijk een blunder, ze moet de volgende zet van zwart over het hoofd hebben gezien. Het wordt remise na 21.Dd2
Pxe3 (tot dezelfde stelling leidt
21...Dd5 22.Lg2 Dxg2+ 23.Dxg2
Lxg2 24.Kxg2 Pxe3+, en op 21... Tad8 volgt 22.Te1) 22.Lxe3 Df3
23.Lg2 Dxg2+ 24.Dxg2 Lxg2
25.Kxg2 Txe3.
21...Lf3
Valt de verdediger van veld h2 aan en wint meteen een kwaliteit, omdat 22.Dxf3 Dxh2 mat is.
22.Dd2 Lxd1
Ook goed is 22...Pxe3 (4 punten) 23.Lxe3 Lxd1. Zwart wint ook na 22...Pxh2 (2 punten) 23.Dxh2 Lxd1 maar technischer is dat wel veel lastiger na 24.Dxh5 Lxh5 25.a4.
23.Txd1
Wanneer wit deze stelling zou kunnen vasthouden (als er geen tactiek zou bestaan!) dan zou het allemaal wel gaan. Wit
En nu staat zwart een volle kwaliteit voor. Het eindspel werd makkelijk gewonnen door Ju: 27.Kf2 Tee8 28.Td7 Tad8
29.Txd8 (29.Txa7 Td2) 29...
Txd8 30.Ke3 Kf8 31.a4 Ke7
32.Lc4 Td1 33.b3 f6 34.Ld3 h6
35.h4 Tc1 36.Ke4 Tc3 0–1
80-100 >2400
70-80 2300-2400
60-70 2200-2300
50-60 2100-2200
40-50 2000-2100
30-40 1900-2000
20-30 1800-1900
0-20 <1800
Diagram 3
Nepomniatchy-Danielian 1.Txf7! Dxf7 2.Ld5 +-
Diagram 4
Ding-Shankland 1.Te8+! Kg7 2.Lf8+ 1-0
Diagram 5
Nepomniatchy-Danielian 1.Txf5! Txf5 2.Lxe4 +-
Diagram 6
Duda-Giri 1.Dc3! Ld4 2.exd4 fxe4 3.d5! Dg5+ 4.Kb1 Pe5 5.dxe6 +-
Diagram 7
Wei-Vachier Lagrave 1.Dg7+! Kxg7 (1…Kh5 2.Dxf8 +-) 2.Pe6+ Kf7 3.Pxf4 Td8 4.hxg4 gxf4 5.c5 +-
Diagram 8
Dobrov-Nakamura 1.Pe6+!! Kf6 2.Dd8+! Kxe6 (2… Kf5 3.g4+ +-) 3.Ta6+ Kf5 4.g4+ Wit heeft inmiddels keuze uit winstwegen. 4…Kf4 5.Tf6+ 1-0