
6 minute read
Het Egelsysteem 2
In de vorige aflevering hebben we een begin gemaakt met de basisbeginselen van het zogenaamde ‘egelsysteem’. Dat wordt ook wel de ‘drierijenopstelling’ genoemd, naar aanleiding van de volgende schematische pionnenstructuur:
-+-+-+-+ +-+-+pzpp pzp-zpp+-+ +-+-+-+-+P+P+-+ +-+-+-+PzP-+-zPPzP +-+-+-+-
Advertisement
Wit beschikt over meer ruimte, maar onze conclusie was dat de zwarte stukken over het algemeen heel harmonieus komen te staan en dat latent veel dynamiek in de stelling zit. Het wordt tijd om de ‘egel’ aan het werk te zien! Ik ben zo vrij een voorbeeld uit mijn eigen toernooipraktijk te tonen:
Tonoli – Grooten, Sas van Gent 1990 r+-+r+k+ +-wqn+pvlp pzp-zppsnp+ +-+-+-+-+PsNP+-+ +PsN-+PzPPvL-+Q+KzP tR-+R+-+-
Het is duidelijk dat in deze ‘egel’ de witveldige lopers zijn geruild. Op het eerste gezicht zou je zeggen dat deze omstandigheid in wits voordeel is. Hij heeft veel van zijn pionnen op wit staan en dus zijn 'slechte' loper geruild. Maar de grootmeesterlijke opvattingen hierover zijn toch lichtelijk anders. Mede door de pionzet f2–f3 is de tweede rij verzwakt en hoewel zwart daar momenteel nog geen gebruik van kan maken, blijkt dat de witte koning in de toekomst veel kwetsbaarder is dan de zwarte. Zo is ook veld e3 verzwakt en met een doorbraak in het centrum (...d6–d5) zou de stelling behoorlijk open komen, waardoor wellicht de zwakte van veld e3 een rol zou kunnen spelen. Ook deze thematiek lijkt nog ver weg, maar na wits volgende – volkomen logische zet – zit er vrij onverwacht een combinatie in de stelling waarbij zwart gebruik maakt van meerdere thema's.
16.Pc2?!
Wit wil het paard graag op e3 posteren zodat ...d6–d5 bemoeilijkt wordt.
16...d5!?
De zet waar zowel de wit- als de zwartspeler steeds naar moeten kijken.
17.cxd5
Heel slecht zou 17.exd5? vanwege 17...exd5 en wits dame op e2 hangt, waarna zwart de tegenstander een dodelijk zwakke pion op c4 kan bezorgen: 18.Df1 dxc4 19.bxc4 Tac8 met al vrijwel beslissend voordeel.
17...exd5 18.Pxd5?
Beide spelers hadden uitsluitend rekening gehouden met deze mogelijkheid; zwart heeft echter een elegante tactisch 'grap' achter de hand. Wit had misschien moeten vluchten in de afwikkeling met 18.Txd5!? Pxd5
19.Pxd5 Dc5 20.Pce3 Lxb2 21. Dxb2 en met een pion voor de kwaliteit en een sterk paard op d5 heeft hij – mede vanwege de verzwakking in zwarts koningsstelling – wellicht (voldoende) compensatie.
18...Pxd5 19.Lxg7
Twee uitroeptekens. De eerste voor de kwaliteit van de zet, de tweede voor het diepzinnige idee dat erachter zit. Fischer blijkt hiermee zijn tijd ver vooruit te zijn, want pas vele jaren later wordt zijn ingeving gemeengoed bij (top)grootmeesters.
13...Dd7 14.Tg1
De gedachte achter de vorige zet. Met g2–g4 gevolgd door een torenverdubbeling op de g-lijn hoopt hij op de lange duur een aanval tegen de zwarte koning te ensceneren.
14...Tad8 15.Pe4 Df7 16.g4 mogelijke dreigingen Ph5+ in combinatie met f2–f4 vrijwel beslissend.) 24.Txg7+ Dxg7 en dan de tussenzet 25.Pxf6+! Kf7
26.Txg7+ Kxg7 27.Pxe8+ Txe8 en wit heeft voldoende materiaal veroverd.
23.Pc5 Pe7 24.Pxg7
Deze ruil is een belangrijk onderdeel van het hierboven geschetste plan. De loper op b2 verandert weldra in een monster...
24...Kxg7
19...Dxc2!
Die had mijn tegenstander duidelijk overzien en het kost hem meteen de kop.
20.Dxc2 Pe3+ (ziehier de zwakte van e3!) 21.Kf2 Pxc2 Omdat zowel de toren op a1 als de loper g7 hangen, gaf hij zich gewonnen.
0–1
Dan komen we nu aan een heel bijzondere partij namelijk tussen de latere wereldkampioen
Bobby Fischer en de toen toekomstige wereldtopper en ‘egelspecialist’ Ulf Andersson
Fischer – Andersson, Siegen 1970
Het eerste gedeelte van het plan is al gelukt.
16...g6?
Gezien het vervolg moet deze zet een vraagteken krijgen. De loper op b2 staat op een stevig pionnenskelet e5/f6/g7 te bijten, maar hij verzwakt vrijwillig deze opstelling.
17.Tg3 Lg7 18.Tag1 Pb6
19.Pc5 Lc8
De lange diagonaal is nog dicht evenals de g-lijn. Dus moet wit nu iets bijzonders doen om ervoor te zorgen dat hij deze stukken (Lb2, Tg1, Tg3) 'tot leven kan wekken'.
20.Ph4!
Alles even planmatig. Hij gaat straks een paard op f5 planten!
20...Pd7 21.Pe4 Pf8 22.Pf5!
In deze vrij normale stelling, die met verwisselde kleuren een Siciliaanse Scheveninger is geworden, is het altijd de vraag welke plannen er zijn. Een gangbaar plan is bijvoorbeeld om een wit paard naar c5 te spelen (Nd2–e4–c5). De vraag is natuurlijk ook of wit kan aansturen op de bevrijdende actie d3–d4.
13.Kh1!!
Dit schijnoffer lag in de lijn van de verwachting.
22...Le6
Op 22...Lxf5 23.gxf5 g5 had Fischer 24.Pxg5 gepland. Na 24...fxg5 wint 25.Txg5. Er dreigt van alles en hij wint sowieso het geofferde materiaal (met rente) terug.
Op 22...gxf5 wint wit met 23. gxf5 Lxf5 (Geen oplossing is 23...Kh8 24.Txg7 Dxg7 25.Txg7
Kxg7 en nu is 26.Pg3 met de
Df7 38.Dc6.
34...Td8 35.h4
Ook nu won 35.Txf5 maar wat Fischer doet is ook goed.
35...Pd6 36.Dg4 Pf8 37.h5 Pe8
38.e4
-+-trnsn-mk +-zp-+q+p -zp-+-zPp+ zp-+-vL-+P -+-+P+Q+ zPP+-+R+-+-+-zP-+ +-+-+-tRK
38...Td2
Er volgt een grappig einde na 38...gxh5 39.Dg8+ Dxg8 40.
Txg8+ Kxg8 41.f7 mat.
39.Th3 Kg8 40.hxg6 Pxg6
41.f4 Kf8 42.Dg5 Pd6 43.
Lxd6+
25.g5!
Dit is natuurlijk de rechtvaardiging van zijn gehele idee.
25...Pf5
Na 25...fxg5 26.Tf3 Pf5 (Een elegante winstvoering is na 26...
Dg8 27.Lxe5+ Kh6 28.Db2! Er dreigt nu Pxe6 en Lg7+ gevolgd door een vernietigend aftrekschaak. 28...Lc8 verliest dan vanwege 29.h4!) 27.e4 wint wit een stuk.
26.Tf3
Nog sterker was 26.gxf6+.
26...b6 27.gxf6+ Kh8
Of 27...Dxf6 28.Pe4 met winst.
28.Pxe6 Txe6 29.d4!
Dat kon niet uitblijven: Lc4 dreigt.
29...exd4 30.Lc4 d3 31.Lxd3
Txd3
Hij geeft de kwaliteit maar op een andere manier. Want na 31...Ted6 32.Lc4! (Ook 32.Lxf5! wint.) 32...Td2 mag wit het mooi uitmaken met 33.Dxf5 gxf5 34. Lxf7.
32.Dxd3 Td6 33.Dc4 Pe6 34. Le5
Fischer speelt het rustig naar winst. Als hij even goed gekeken had, had hij ongetwijfeld
34.Txf5! gevonden. Want na
34...gxf5 35.Tg7! Df8 (35...Dh5 maakt hij aan alle tegenstand een eind met 36...Td5 37.Tg1
36.f7 Df3+ 37.Tg2++–) 36.Dc2!
25...Dxd6 26.Txd6 Lxc3
Zwart heeft tijdelijk een stuk gewonnen, maar dat kan wit heroveren. Dan dient hij echter wel zijn zwartveldige loper op te geven en daar was het Hodgson om te doen!
27.Lxg3 hxg3 28.Tc1 Lb4 29.
Txd7
Zwart heeft, behalve de heerschappij over de zwarte velden, een sterke pion op g3.
29...f5 30.Txg7 Txg7 31.Pf1 niet in.
Hij moest iets doen aan de dreigende penning ...Lb4–c5 maar nu voegt zwart een nieuw thema toe aan het geheel.
31...Lc5+ 32.Kh1 Lf2!
42...Kxe5 43.Td3 Ld5! Mooi gezien. De pion op c4 moet daar blijven, zwart wil graag weer een pion weggeven om lijnen voor zijn toren te krijgen.
44.Lxd5 exd5 45.Txd5+ Kf4 46.Td3
-+-+-+-+ +-tr-+-+-zp-+-+-+ zpP+-+-zpP+P+-mk-+ +-+R+-zpP -+-sN-vlP+ +-+-+-+K
Vooralsnog heeft Böhm de zwarte koning en de toren buiten de deur weten te houden. 46...g4!
En nu vond Andersson het genoeg. Want na 43.Lxd6+ Txd6 44.f5 verliest hij nog meer materiaal.
1–0
In mijn trainingsarchief heb ik de volgende bijzondere partij opgeslagen. Ik zat na afloop bij de analyse en was zeer onder de indruk van het vernuftige idee dat de zwartspeler op het bord toverde.
Böhm – Hodgson, Wijk aan Zee 1985 -+-+-+-mk +lwqnvlptrpzp-zpp+r+ +-+-+-zp-+PwQP+-zp
Hier speelt hij op! De witte koning zit de rest van de partij gevangen op h1. Hodgson merkte hier heel gevat het volgende op: "I'm a King up!"
Ofwel: de zwarte koning heeft vrij spel gekregen, terwijl die van wit staat opgesloten in een soort gevangenis.
33.Td1 fxe4 34.Td8+ Kh7
35.Pd2
In de hoop dat zwart bereid is om op f3 te ruilen. Dan zou de koning uit zijn hok bevrijd worden na gxf3.
35...Kg6 36.fxe4 Kf6 37.Lg4
Te7 38.b4 a5!? 39.b5
Niet met de bedoeling ...gxh3 te gaan spleen, maar om Tf3+ te verhinderen. Het is definitief gedaan.
47.Td8 Te7 48.Tf8+ Kg5
49.h4+ Kxh4 50.Pf1 Te1 51. Th8+ Kg5 52.Th5+ Böhm houdt wel van een geintje. Na ...Kxh5 is het bijna pat, maar niet helemaal dankzij de c-pion. Böhm gaf op voordat zwart de toren kon slaan. 0–1
Geraadpleegde bronnen:
• Schach für Igel van Magnus Georg Grabitz
• Megadatabase van Chessbase
Hodgson heeft het ‘Fischerplan’ van stal gehaald met ...Kh8, ...Tg8 en ...g5. Hij komt nu met een opmerkelijk pionoffer.
24...Lf6! 25.Dxd6 Vermoedelijk had wit het pionoffer beter niet kunnen aannemen.
Alleen zo krijgt zwart niet een extra lijn voor zijn toren. Hij wil namelijk heel graag binnenkomen op de onderste rij bij wit, die dodelijk verzwakt is. De consequentie is nu wel dat wit veld c5 kwijt is, zelf geen vrijpion kan creëren en last but not least zijn loper er zeker niet beter op wordt.
39...Ke5 40.Lf3 Kf4 41.a4 Tc7
42.e5
Hij geeft een pion in een ultieme poging de tegenstander te verleiden tot de zo gewenste ruil op f3. Maar daar trapt Hodgson
Eerdere afleveringen van deze rubriek, waarbij u de illustratieve partijen interactief kunt naspelen en downloaden, treft u aan op http://www.schaaksite. nl/2013/05/03/overzicht-begrijpwat-u-doet/
Reageren? Stuur een e-mail naar hgrooten@xs4all.nl (of via www.sterkspel.nl)