2 minute read

Invictus

Next Article
Nieuw Leven

Nieuw Leven

De beelden raken me, verhalen van fysiek of mentaal gewonde oud-militairen snijden dwars door de ziel. Ik kijk naar de opening van de Invictus Games in Den Haag met 500 deelnemers uit 17 landen. Ieder met een eigen verhaal, en met de kracht om door te gaan en zichzelf op te richten.

De dochter van een deelnemer neemt plaats op een geel bankje. Onder de muzikale klanken van de Koninklijke Militaire Kapel ‘Johan Willem Friso’, draagt zij het gedicht ‘Invictus’ voor van William Ernest Henley: Out of the night that covers me, Black as the pit form pole to pole, I thank whatever gods may be, For my unconquerable soul…

Advertisement

De Engelsman schreef het in 1875 na de amputatie van zijn voet. Het was het favoriete gedicht van Nelson Mandela en het inspireerde dus ook de Invictus Games. Invictus…Onoverwonnen. Symbool voor de vechtlustige geest. Het laat zien wat je, ondanks je beperkingen, kunt bereiken. In the fell clutch of circumstance, I have not winced nor cried aloud, Under the bludgeonings of chance, My head is bloody but unbowed…

Ik spot bekenden. Niet alleen oprichter prins Harry en zijn vrouw Meghan, maar ook leden van het orkest. Omdat de KMKJWF in Coevorden speelt tijdens het Bommen Berend theaterconcert, zijn we namelijk extra betrokken. Mijn gedachten gaan naar de geschiedenis van Coevorden en de tekst op het wapenschild: Multis Periculis Supersum, Ik overleef ondanks vele gevaren. Da’s ook Invictus.

Sport, muziek, de woorden van een gedicht… ze geven kracht, voeding voor blijheid en afleiding van pijn, in elke situatie. It matters not how strait the gate, How charged with punishments the scroll, I am the master of my fate, I am the captain of my soul….

April 2022

Wat wij vinden wat kan en niet kan, verandert in de tijd. Maar het lijkt tegenwoordig wel of er echt niets meer kan, want iedereen vindt wel ergens iets van. Jan en alleman voelt zich aangevallen en op de teentjes getrapt. Alles moet tegenwoordig divers en inclusief zijn en je mag niemand kwetsen. Ondertussen neemt de intolerantie in de samenleving toe.

Het leven is gewoon niet altijd feest. En ja, soms is het gras bij de ander groener, heeft de ander meer geluk dan jij. Soms gebeuren er nare dingen waar wij allen van walgen. En ja, iedereen heeft beperkingen.

Maar wanneer is iemand kwetsbaar? Wanneer ben je kwetsend? Waar houd je rekening mee? Wanneer maak je excuses? En hoe staat het met het incasseringsvermogen en de zelfrelativering? Wat zijn de morele grenzen van onze vrijheid? Wanneer mag je de spot drijven?

Bij spotprenten gaat het per slot van rekening om het leveren van maatschappijkritiek. Zo’n prent heeft nut. En is het niet de satire, de (galgen)humor, die ons door zware tijden loodst? Dat zorgt toch voor nuchterheid en relativeringsvermogen. Zolang het maar gevat is en niet onsmakelijk of ongepast, dan moet dat toch kunnen?

Een beetje eelt op de ziel zou velen goed doen. Anders blijven we op onze tenen lopen. We zijn allemaal met elkaar verbonden door verhalen, door onze omgeving en zijn allemaal ongelijk. Dat hebben we te accepteren en dat maakt het leven mooi.

Zo ook in onze culturele gemeente. Laten we vooral samen cultuur vieren, samen van het leven genieten en elkaar ontmoeten: stad en platteland, wit en zwart, jong en oud, homo en hetero, mooi en lelijk, dik en dun, en ga zo maar door.

This article is from: