2 minute read

FOMO en JOMO

Het gevoel dat je leven leuker zou kunnen zijn, dat anderen spannendere dingen doen en jij achterblijft… de angst dat jij altijd wat mist… overal bij moet zijn. Vooral op momenten dat je Facebook checkt terwijl je lui op de bank zit en gezellige foto’s langs ziet komen of een snapchat krijgt van een vriend die roept hoe leuk het feestje wel niet is. FOMO, the Fear Of Missing Out. Een universele angst dat andere mensen ervaringen opdoen zonder dat jij hier deel van uit maakt.

Ken je dat gevoel nog? Dat was van heel vroeger. Van vóór maart 2020. Toen was FOMO bijna een normaal fenomeen geworden in onze maatschappij waarin alles draaide om beleving en om de obsessie met het maakbare geluk.

Advertisement

Maar gelukkiger werden we er niet van. Dat merkten we vooral toen corona langskwam. We misten opeens niks. Er was nergens een feestje gaande. Niemand deed iets. Diep van binnen wisten we dat we ook helemaal niet alles hoefden meemaken, dat we moesten leren te genieten van dingen die we wel deden, van familie, van je huis. Dat we selectief moesten zijn. Het is immers best lekker om iets te missen. En zo gaf corona ons een gratis medicijn: JOMO, the Joy Of Missing Out.

Want we weten allemaal… het leven mag saai zijn. Soms, en voor niet te lange tijd. Op saaie dagen kan je immers zelf bepalen wat je wilt doen. Saaiheid is best oké.

Maar dus niet altijd, vooral niet in ons culturele jaar. Hopelijk hebben we corona dan de kop ingedrukt en voor mijn part steekt FOMO voor even de kop weer op. Want dán willen we absoluut niks missen toch?

November 2020

De zoon kreeg voor zijn achtste verjaardag een vlieger van zijn vader. Met die vlieger wilde hij een brief naar zijn overleden moeder sturen via het touw. Er stond in dat hij zijn moeder miste en niet kon wennen aan zijn stiefmoeder.

Het sentiment van de vader, de kinderlijke ideeën van de jongen, de vertederende liefde tussen vader en zoon, de rouw om de dode moeder, het niet kunnen verdragen van een stiefmoeder… André Hazes heeft er een waanzinnige smartlap van gemaakt. De tranentrekker werd tot twee keer toe een enorme hit.

We zien het ook bij de blues. De kracht van de sores in een lied! Het Nederlandse levenslied ontstond in de loop van de 19e eeuw in de arbeidersklasse. Ze werden in cafés voorgedragen en gezongen. Lange tijd werd dit genre weggedrukt, maar in de loop van de 20e eeuw werden ze populairder dan ooit. Inmiddels zijn levensliederen deel van ieders cultuur. Ze worden steeds meer geassocieerd met een knus gevoel van ouderwetse Nederlandse gezelligheid en van lekker met z’n allen meezingen. De kracht zit hem in simpele en krachtige teksten, een aansprekend sentimenteel onderwerp en een goed in het gehoor liggende melodie.

Het levenslied kan dus niet ontbreken in het culturele jaar. Sterker nog… we trappen er mee af door het levensliedproject waarbij deelnemers van hun eigen levensverhaal een lied maken. Met coaches en ambassadeurs gebruiken ze tekst en zang om het allerbeste uit zichzelf te halen.

We verheugen ons al op de songs over vaders aan de drank, zonen aan het front, gebroken liefdes, een café zonder bier, maar ook over hemel en aarde, de Costa del Sol en … de ondergang van het coronavirus … kortom over ons leven met een lach en een traan.

December 2020