Kluger Hans #02

Page 1

Kluger Hans nr. 2 – driemaandelijks – zomer 2009

02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64

Inhoud inleiding

hendrik carette – een verloren paradijs naar het gelijknamige schilderij van Emil Nolde

peter dehullu – eenakter naar een televisie-uitzending met 7 sprekers en 1 publiek

nicolas leus – waadruim: legenda naar nieuwe, onbenoemde elementen: volg de gids

robert van ruyssevelt – cul-de-sac naar postkaarten en onvervulde verlangens

petr borkovec – 4 gedichten naar het Tsjechische origineel

achterflap werk van Kati Heck


de redactie

Inleiding Een inleiding is een poortwachter waar men argeloos aan voorbijwandelt. Allicht. Soms is ze een knokploeg. Een richtingwijzer. Een besmetting. Ze bemoeit zich met hoe het vervolg gelezen zal worden. Deze inleiding had kunnen beginnen met: ‘Het realisme, niet als negentiendeeeuwse kunststroming, maar als filosofische verklaringsgrond voor de verhouding tussen taal en werkelijkheid, kan ook als uitgangspunt van het tweede nummer van Kluger Hans gezien worden.’ Maar wie de moeite neemt om hier dieper op in te gaan, al is het maar door op Wikipedia bij het lemma ‘realisme (filosofie)’ te kijken, ontdekt al snel dat het welklinkende nonsens is. Ze had kunnen beginnen – of verdergaan – met een citaat uit het juryrapport van de Gouden Uil dat, bij monde van juryvoorzitter Guy Mortier, ‘goede literatuur’ definieert als: ‘van alle tijden en van alle mensen, maar bovenal brandend actueel’. Ze had vervolgens de populariserende en mythologiserende retoriek van deze uitspraak blootgelegd, boutadisch het per definitie elitaire en cultureelbepaalde van oordelen over literatuur aangekaart en zich vrolijk gemaakt over de inperking van literatuur tot zijn maatschappelijke echo. ‘Een echo is onschadelijk.’ Ze had meteen ook het essayboek de revanche van de roman van Thomas Vaessens en/of de Librisjury door de modder gehaald, die ook maatschappij en literatuur met elkaar verbinden. Wie zou vervolgens gecontroleerd hebben of die uithaal nog met de werkelijkheid strookte? De werkelijkheid. Ze klinkt monolithisch en is kneedbaar, blijft aan de vingers kleven en maakt vlekken in de vorm van vraagtekens. Hoe geeft literatuur de werkelijkheid weer? En hoe wordt literatuur weer werkelijkheid? Met een antwoord op deze vragen, door erop te schuren tot ze verdwenen lijken, had deze inleiding kunnen beginnen, verdergaan, eindigen:

02


‘Literatuur is meer dan een naadloze kopie van de werkelijkheid. Wie haar oprecht probeert na te bootsen, komt ofwel niet verder dan een geslaagde gimmick – genre: een sokkel omgekeerd op de grond zetten en beweren dat de wereld op de sokkel rust – of zal met de mislukking terdege rekening moeten houden. Maar die mislukking is een mislukking op de manier waarop God een wezen naar zijn evenbeeld wou scheppen en bij de mens uitkwam: een creatief moment. In de taaldaad zitten mimetische pretenties, maar tegelijk ook een productieve consequentie: een nieuwe werkelijkheid ontstaat. De teksten in Kluger Hans 2 proberen een werkelijkheid te herhalen: van een schilderij tot het cliché van het pastorale landschap, over een televisieuitzending, muurlandschappen, postkaarten en de ontzetting bij de dood van een vriend. Tegelijkertijd roepen ze een autonomie over zich uit, die alleen maar bestaat dankzij zijn spankracht met datgene waar ze een reactie op is. Ze echoën een sjabloon of een werkelijkheid die we voor ons zien, maar toch afwezig blijft.’ Pas na de inleiding begint het echt. Elke tekst kan maar het best geïnterpreteerd worden op de manier waarop ze de werkelijkheid onthult en misinterpreteert. Daartussenin vindt de lezer zijn begeerte en ontluistering.

03


Kleef hier schilderij

04


Hendrik Carette

Een verloren paradijs (bij het gelijknamige schilderij van Emil Nolde uit 1921)

De man is een demonische naakte baardaap en hij loert naar de naakte vrouw die naast hem als een verschrikte vrouw haar lompe hompen vlees vertoont. Beiden zitten als gedrongen dwergen bij de rode gepunte paal van een penis die hoog door een groengouden bijbelse slang wordt omwonden en beklommen. Man en vrouw zijn gedrochtelijk gezwollen onder de boom van de levensdrift en de voeten van deze twee verweesde wezens zijn slechts hoeven of klompen. Haar bleekblauwe angstige ogen werden opengesperd aan een Deens zeestrand. Zijn ogen werden zwartgeblakerd in een hut op de Duitse heide na een veenbrand.

05


Peter Dehullu

Eenakter 7 monologen en een publiek

Personages Phara Presentatrice. Draagt een ketting met steentjes rond de hals en een rood, wat loshangend hemd. Filip Politicus. Is gekleed in een donkergrijs maatpak, spreekt een taal die het midden houdt tussen West-Vlaams en Antwerps. Esmaa Oudste zus. Draagt een paarse hoofddoek, spreekt net als haar zussen met een Hollands accent. Hajar Tweede zus. Zit in het publiek, herkenbaar aan haar blauwe hoofddoek en bril. Jihad Jongste zus. Draagt een groene hooddoek op een zwart kleed. Hans Woordvoerder van een katholieke instelling. Heeft een jommekeskopje, met tekenen van beginnende kaalheid. Spreekt in een geaffecteerd Nederlands dat een West-Vlaamse achtergrond verraadt. Lieven Co-presentator. Kortgeschoren blonde kop, draagt een modieus jasje.

06


Debuut

Setting Een tafel met Phara en Lieven aan het hoofd, aan de linkerkant Esmaa en Jihad en rechts Filip en Hans. Het publiek zit rondom in een U-vorm. Camera’s zijn op strategische plaatsen opgesteld. Gedurende het hele stuk verandert niemand van plaats.

Tekst Phara (362 woorden) Ja dames, kennen jullie Filip Dewinter? Van wat kent u hen? Laten we op een paar punten doorgaan, hĂŠ. Jullie dragen de hoofddoek. Dat doen jullie al lang? Als een statement? Of Dus het is evident voor jullie. Meneer Dewinter, voor u is dat, die hoofddoek, een symbool van de onderdrukking van de vrouw. Kan u het hen uitleggen? Laten we eens bij de hoofddoek blijven. Mijnheer Dewinter, dit is een concrete vraag. Drie. Neen, maar u zegt dus eigenlijk, dit zijn uitzonderingen. Mijnheer Dewinter, laten we het hier houden. Laten we het hier houden. Mijnheer Dewinter? Mijnheer Dewinter. Ja, neen, vind ik fantastisch. (publiek lacht) Ja, dames doe maar. Ja.

07


Peter Dehullu – Eenakter

Mijnheer Dewinter, hier blijven. Mijnheer Dewinter. Mag ik even? Mag ik even proberen? Hij is bang dat hoe langer hoe meer meisjes in de Nederlanden de hoofddoek gaan dragen. Esmaa, een antwoord hierop? Zegt u? Neen. Nu draaien we weer rondjes. Nu wil ik Nu wil ik Nu wil ik toch even nog iets Mijnheer Dewinter Ja, ik wil iets zeggen, jaja. (publiek lacht) U wil de islam in Europa terugdringen. Maar ik wil nu toch eens heel concreet horen wat u dan eigenlijk wil. Wat moet er weg voor u? Als u de macht hebt, wat wil u dan terugdringen van die islam? Heel concreet. En binnen de grenzen van Vlaanderen. Dus, dat zegt u wel. Ja. Maakt u het dan eens concreet. Ja. Mijnheer Dewinter, u vindt wel, en dat schrijft u ook in uw boek, dat ze zich ook moeten aanpassen en dat ze zich moeten gedragen en kleden zoals de meerderheidsbevolking. Maar wat doet u dan met de orthodoxe joden in Antwerpen? Maar u moet niet tegenspreken wat in uw boek staat. En de islam? Past die in? Maar maakt u dat eens eh

08


Debuut

Ja. Maar Mijnheer Geybels. Ik heb nog een vraag, mag ik nog een vraag stellen? Volgens mijnheer Dewinter is er geen plaats voor de islam binnen Europa. Is er volgens u wel een plaats voor de islam binnen Europa? Het klinkt alsof u er niet gelukkig mee bent. Stoort de hoofddoek u? Heel kort, mijnheer Dewinter, kan dat? Jullie mogen nog eens terugkeren. * Filip (2150 woorden) Ja. Absoluut. Ik ken hen. Van hun programma. En uiteraard van dat fameuze fragment met Hans Teeuwen, dat overigens, dacht ik het het het televisiemoment van Nederland is geweest, eh, een of twee jaar geleden. Dus, dat is overal gekend. Ik vind dat ze moedig zijn. Ze komen uit voor hun standpunten en hun mening en ik heb respect voor hen. Ik vind ze best sympathiek. Trouwens, een van hen draagt de kleuren van mijn favoriete voetbalclub: Cercle Brugge, groen en zwart. Dus, eh (Publiek lacht en applaudisseert) wat dat betreft valt het allemaal mee. Absoluut. Ik ken het verhaal dat die beide dames omtrent de hoofddoek brengen. Ze zeggen: het is onze keuze, we worden daar niet toe verplicht. Natuurlijk is er een enorme sociale druk om dat wĂŠl te doen binnen de islam. En ik vind, eh, ja, die die die die hoofddoek toch een symbool van de onderdrukking en de discriminatie van de vrouw binnen de islam. Het gaat veel verder dan die hoofddoek, dat weten we allemaal. Kijk maar naar de Koran, naar de sharia, daar zien we hoe de islam ten opzichte van de vrouw werkelijk reageert.

09


Peter Dehullu – Eenakter

en ik heb zoiets ik heb zoiets, als ik even mag ik heb zoiets (publiek lacht) Heel kort, heel kort, heel kort. Ik heb zoiets van: als ik dat hoor, van het is mijn eigen keuze, dan zeg ik: jaja, dat ken ik. Eh, iedere vrouw met een blauw oog, die is ook altijd tegen de kast gelopen. En En iedere vrouw in Saoudi-Arabië Of in Iran met met een Ik ben ervan overtuigd dat de positie van de vrouw in de islam een minderwaardige positie is, mevrouw. Maar ik oordeel niet Daar doe ik niet aan mee, daar doe ik niet aan mee. Ik oordeel niet over individuele gevallen. Want ik weet hoe dat werkt, natuurlijk, hé. Men zet twee knappe, jonge, sympathieke, intelligente moslima’s rechtover mij. Drie. Nummer drie is in versterking er ook bij. Gedeelde smart is halve smart. En dan word ik geacht om on the spot on the spot on the spot te oordelen. Maar, als ik mag antwoorden op uw vraag. Vindt u dat al uw moslimzusters in... in pakweg Soedan, Nigeria, Iran, Afghanistan en nog een tiental andere landen persoonlijk kiezen voor het dragen van de burka? Als van de hijab? Neen, dat doen ze natuurlijk niet. Denkt u dat vrouwen in de islam Miljoenen Kiezen Voor genitale verminking? Neen, natuurlijk niet. Maar de islam is wel de islam. In Nederland of in Soedan. Met zo’n hoofddoek op? Absoluut. U bent geen geëmancipeerde vrouw wanneer u dit soort van dingen op uw hoofd draagt. En ik denk, ik denk dat het natuurlijk veel verder gaat dan alleen die hoofddoek. Dat is uw persoonlijke keuze

10


Debuut

Ik trek aan geen touwtjes Da’s een persoonlijke keuze. Mevrouw, dus uw Bij u is het een persoonlijke keuze om dat te doen maar het wordt natuurlijk wel enigszins anders – en die vraag wou ik aan u stellen – wanneer u vindt dat heel onze samenleving uw regels moet gaan toepassen. En dan kijk, dan stel ik u de vraag Dan stel ik u de vraag: vindt u dat u met die hoofddoek op ook les moet kunnen geven in het onderwijs? (luider) Vindt u dat u met die hoofddoek op moet kunnen aan het loket zitten in het openbaar ambt? Bij een ministerie (luider) of bij een gemeentebestuur. En dan zeg ik neen, want dan... Geeft u het antwoord, geeft u het antwoord. Dan kom ik terug. Geeft u het antwoord. Dat is maar een symbool. Neen, daar praten we nooit over, dat klopt. Neeneenee. Maar vindt u niet dat in het openbaar ambt er neutraliteit moet zijn? Dat er in het onderwijs neutraliteit moet zijn? En dat ook de moslims zich daar moeten aan houden? Want men dringt natuurlijk altijd maar standpunten op aan heel de samenleving. En da’s het verschil Ja. Kijk eens aan. Ik kom eens luisteren naar uw les, dat doe ik. Maar op een neutrale manier, als het even kan. Zo hoort het bij ons. Mag ik een vraag stellen? Da’s duidelijk. Ik focus niet op het individu. Ik focus op de islam.

11


Peter Dehullu – Eenakter

Voor mij is de islam een totalitaire godsdienst die verstard en versteend is. Dat er binnen die islam natuurlijk een aantal individuen zijn, die daar soms een andere mening over hebben, dat is best leuk maar niet relevant voor de godsdienst als dusdanig. En daar houdt het bij mij op. Zolang het uw individuele keuze is, prima. Dan bent u voor mijn part katholiek, boeddhist, islamiet, maakt nie uit. Maar u mag die keuzes niet aan onze samenleving opdringen. Laat mij eens een vraag stellen? Laat mij eens een vraag stellen? Straks zijn de moderators niet meer nodig in dit programma. (publiek lacht) Laat mij eens een vraag stellen? Ik kom hier zo weinig dat dit even moet kunnen. U hebt een programma op de Nederlandse televisie en dat noemt ‘De meiden van Halal’. Nu, ik vraag mij af: voor wanneer een programma op de Iraanse, Saoudische, voor mijn part de Marokkaanse televisie De kerels van het kruis. De kerels van het kruis. Zou dat kunnen? Binnen de islamitische gemeenschap? Ik vrees van niet. En dat is de realiteit die u onder ogen moet zien. (geroezemoes in publiek) Neeneeneenee, ik stel de juiste vragen, die wel moeilijk te beantwoorden zijn. Wel kijk, de wereld op zijn kop. De wereld op zijn kop, wel zover zijn we gekomen dat moslims hier bij ons hun wetten opdringen aan ons en hier komen zeggen hoe wij het doen. (publiek zegt ja, ja, ja en applaudisseert) En daar daar daar bent u helaas de stille getuige. Dat zijn geen fans, deze mensen zijn neutraal uitgenodigd, neem ik aan. Maar mevrouw Dat klopt Niet veralgemenen, nooit doen. Klopt Maar het is ook een feit Het is ook een feit Ik doe dat niet. (Esmaa lacht) En lees mijn boek, ik zal het gratis bezorgen. Of neen, betaalt u toch maar vijftien euro.

12


Debuut

(publiek lacht) Maar één ding wou ik toch zeggen. Het is niet omdat een kat in een viswinkel wordt geboren dat hij plotseling een vis wordt. (publiek gniffelt) Kijk, ik vind couscous ook lekker. En ik vind zelfs een aantal Marokkaanse voetballers top. We hebben Boussoufa bij Anderlecht, we hebben Lashaf bij Antwerp gehad we hebben Zokarim Bashar bij bij ook bij Antwerp. Prima spelers. Dat betekent daarom nog niet dat ik een Marokkaan of een islamiet ben geworden. Omdat ik toevallig couscous lekker vind en Marokkaanse voetballers prima spelers vind. Zo werkt het natuurlijk niet. Bwa. Ik heb op zijn minst de moordenaar van Theo van Gogh Een aantal dingen weten verklaren die er bij mij niet inkunnen. En ik vrees Dat het de radicale jongens zijn Dat het de fundamentalisten zijn Dat het de extremisten zijn die de touwtjes in handen houden van de structuren van de islam, van de moskeeën, van al dat soort dingen. En dat er natuurlijk heel wat culturele moslims zijn, dat er heel wat moslims zijn die zogenaamd gematigd zijn, maar die vooral gematigd zijn in hun toepassing van de islam. Gematigd zijn in het feit dat zij die islam maar matig in de praktijk brengen. En dat zijn dan de moslim waar men zich aan spiegelt om te zeggen: ja, kijk dat is dan die Europese islam. Maar er bestaat geen Europese islam. Dat is zoiets als een... als een roze olifant op, met twee poten en een giraffenek die Sualees praat. Die bestaat niet, de Europese islam. Ik keer niets om. Neen, neen. Laten we het dan hebben over de islam en de Koran. Ja. Voor Voor de moslims. Islam betekent vrede voor diegene

13


Peter Dehullu – Eenakter

die tot de islam behoren. Niet voor de kafirs en dat zijn wij de ongelovigen. (publiek applaudisseert) Als ik daarover één ding één ding Eén ding mag zeggen De islam Mag ik twee voorbeelden geven, als ik even mag antwoorden, toch, mevrouw? Ik ben hoffelijk, wat dat betreft. U bent charmant, maar u moet me even laten uitpraten. Eén dingetje maar. U bent met twee, ik ben alleen. Zelfs de vertegenwoordiger van de kardinaal helpt me niet in mijn strijd tegen de islamisering, dus wat dat betreft (publiek lacht) Nochtans, ik heb nochtans liever een kruis in de kuiten, dan een minaret in de tuin, wat dat betreft. Neen, mevrouw. Als u Als u de fundamentele principes van de islam verlaat, ja. Als u akkoord bent met de gelijkheid tussen man en vrouw. Als u akkoord bent met de scheiding tussen kerk en staat. Als u vindt dat een moslim dat een moslim zijn godsdienst ook overboord mag gooien. Als u vindt, als u dat allemaal vindt, dan als u vindt dat de islam niet langer de doodstraf moet toepassen, wat men doet in nogal wat islamitische landen ten aanzien van mensen die afvallig zijn, als u vindt dat ook homoseksualiteit, een laatste vraagje als u vindt dat ook homoseksualiteit moet kunnen in onze samenleving, dat dat misschien een afwijkende vorm van seksualiteit is, maar een vorm van seksualiteit. Vindt u dat allemaal als islamiet? Dat vindt u allemaal? Maar dan belijdt u de ware islam niet, mevrouw Ik vrees dat ik de ware islam in de praktijk zie in zoveel landen.

14


Debuut

Dit zijn twee charmante dames, waarmee ik uiteraard wel bereid ben om samen te leven. Als zij de basisprincipes van hun geloof overboord gooien, wat ze blijkbaar doen, prima. En doe nog ook die hoofddoek af en dan lukt het perfect. Natuurlijk, omdat u hier te gast bent. (publiek rumoert) Mevrouw. Mevrouw. Mevrouw. Dat verhaal heb ik al zo dikwijls gehoord. De islam is hier te gast. De islam. En dat betekent dat men zich moet schikken en gedragen naar onze regels, waarden en normen. En niet de regels en normen van een godsdienst die sinds het moment dat ze veertienhonderd jaar geleden in de Koran werd neergeschreven niet meer geëvolueerd is. Het gaat hier over. Het gaat hier over de theorie van de islam. Nooit over de individuele moslims. Die beoordeel ik ook niet kop per kop, dat is niet mijn taak. Waar ik het over heb, is dat er uiteraard godsdienstvrijheid is in Europa. Da’s goed. Dat is een goeie zaak en dat onderscheidt ons van de islamitische landen en wereld. Maar dat die godsdienstvrijheid betekent dat iedereen individueel zijn godsdienst mag beleven, absoluut. Maar dat betekent niet dat we de structuren van de islam hier moeten binnenhalen. Dat we een islamitische zuil Dat we een islamitische zuil moeten tolereren. Zoals we dat momenteel volop aan het organiseren en aan het subsidiëren zijn. Ik heb geen lessen in democratie van moslima’s te ontvangen, want We We hebben We hebben op dit moment

15


Peter Dehullu – Eenakter

Natuurlijk is dat zo. U mag Jamaar, u mag dragen wat u wil Maar daar gaat het U mag dragen wat u wil Laat mij even Laat mij even uitpraten. U mag dragen wat u wil en een orthodoxe jood mag ook dragen wat hij wil. Trouwens We hebben joods-christelijke wortels in Europa, geen islamitische, maar dat even terzijde. Maar u mag dragen wat u wil Maar dat houdt op Dat houdt op Dat houdt op op het moment dat je bijvoorbeeld voor de klas staat. Dat houdt op wanneer u ambtenaar bent. Dat houdt in onze maatschappij, in Europa op, wanneer u een publieke functie bekleedt. Dan zijn we neutraal. Daar erkent u de scheiding tussen kerk en staat niet. Maar niet alleen aan de wetten. Ook dat. Mag ik nog even reageren op eh? Ik vind het een beetje, ja, kenschetsend voor de Kerk vandaag wat de woordvoerder van de kardinaal zegt. De kerken lopen leeg en de moskeeĂŤn lopen vol. En daar is een reden voor. Onder andere het feit dat de katholieke Kerk en het christendom in Europa geen ruggengraat en geen karakter durft te tonen om de eigen identiteit centraal te durven stellen. En te durven zeggen: wij zijn Europeaan, wij zijn een christelijk avondland en continent en wij verdedigen die beschaving. Men laat zich onder de voet lopen, onder andere door de moslims en de islam. En dat blijkt ook vandaag weer. Ik vind dat bijzonder pijnlijk en schaamtelijk. Nog even Dat doe ik ook, mevrouw. Dat doe ik ook. Maar dat doe ik ook, mevrouw. Zeker, wanneer het past, maar mag ik hier nog even op reageren?

16


Debuut

Maar ik maak mij daar zorgen over, zeker als ik vaststel dat we er vijftigduizend op het grondgebied van Europa hebben. (Filip lacht) Mevrouw Mevrouw Mevrouw, ik heb ooit een moslim geholpen bij een verkeersongeluk, die in een brandende wagen ligt, en ik heb hem eruit gehaald. En ik vind dat dat mijn taak en mijn plicht is als mens. En dat heeft niets met religie te maken. Ik vind dat een heel pijnlijke opmerking die u maakt. * Esmaa (1413 woorden) Ja. Kent hij ons? is de vraag. Ja. Ja. Neen. Als onderdeel van ons geloof. Althans ik. Vindt u ons onderdrukt? Vindt u ons onderdrukt? Maar kort hé, we hebben niet veel tijd. (publiek lacht) Ok, goed. Het punt is duidelijk. Het punt is duidelijk. Het punt is duidelijk. We wonen in Nederland. we hebben nog geen blauw oog. Misschien zo meteen, maar dat weet ik nog niet, (publiek lacht) want wij (verwijzend naar Jihad) maken vaak ruzie. Ik wil u vragen: komen wij, volgens u, onderdrukt over en denkt u nog steeds dààdwerkelijk – hier dat wij tegenover u zitten – dat wij nog steeds sociaal onder druk staan om een hoofddoek te dragen? Denkt u dat werkelijk? Gelooft u echt wat u zegt?

17


Peter Dehullu – Eenakter

Neeneeneenee. Betrek het op mij. Wij zijn een onderdeel Wij zijn een onderdeel van wat u net heeft gezegd. Daar doet u niet aan mee, maar dat is geen discussie, mijnheer. Ho ja, hij weet het wel. Drie, hé. Neenee, u zei dat u luister, hé. U zegt dat u luistert. U zegt dat u luistert. U zegt toch dat u luistert, maar, hij Vindt u ons? Direct, he. Maar we zijn in Nederland. Stop. U gaat te ver. U gaat te ver. Laten we het binnen de grenzen houden. Laten we het lekker over ‘de Nederlanden’ hebben. Heh, want we spreken dezelfde taal, gelukkig. Ik kan u perfect verstaan. Laat de vrouwen in Soedan zijn voor wat ze zijn. Laat de vrouwen in Saoudi-Arabië zijn voor wat ze Wij zitten, neenee, Wij hebben het hier eventjes hier Want u bent bang blijkbaar ergens voor, maar ik wil graag weten: komen wij op u – het is een hele simpele vraag: komen wij Komen wij onderdrukt over op u? Dan Antwoord ja of neen, en dan kunnen wij verderpraten. U vindt ons nu onderdrukt? (lacht) Ik denk dat u een poppetje bent van het Vlaams Belang dat iedere keer – waar mensen dus aan een touwtje trekken die dus – u wordt gedwongen Neen, niet u. Waarschijnlijk iemand anders daarboven. Bij u is het een persoonlijke keuze en bij ons niet? Ja. Oh neen. Absoluut niet. Absoluut. Ja.

18


Debuut

Ja. Neen. Maar u geeft antwoord op de vraag. U geeft zelf antwoord op uw vraag, ik zeg: Stop. (commotie bij het publiek) Heel even Taraa. Oh, wij hebben u ook laten uitpraten. (lacht) (publiek lacht) Anders moet u daar politiek bedrijven. Ja. Neutraliteit? Ja. Ik ben het Oh Jaaa (moedeloos, tegen presentator) Ik weet al waar hij naartoe wil. (lacht) Ja, ok, stop. Die moslims waar u het over heeft. U spreekt nu twee, twee van de onderdelen van de moslims waar u het over heeft. Ik sta voor de klas. Ik geef Engels en burgerschapskunde. Ja, daar moet u pas bang voor zijn. Ik geef Moet u vooral doen. Ik vind dat het vak centraal staat, het maakt niet uit wie er voor de klas staat, als die maar bekwaam is. Blijkbaar ben ik bekwaam genoeg om die lessen te geven. Ten eerste heb ik ervoor gestudeerd Dat heb ik zeker gedaan. Jaja, hoort ook bij ons. Wacht, ik ben nog niet klaar, ik ben nog niet klaar. Als ik Als ik Als u zich daar zorgen om maakt, als u daar bang voor bent, dan wil ik hierbij uw angst wegnemen. Ik ben in staat om neutraal voor de klas te gaan staan. Ik ben bekwaam om les te geven. Ik ben bekwaam om “neutraal” les te geven. Ik geef overal les in, zolang het maar om het lesmateriaal gaat. het gaat niet om mij. Het gaat ook niet om de moslims, het gaat om het beroep wat ze uitoefenen. U focust nog steeds op de uiterlijke kenmerken. Maar ik ben een onderdeel daarvan. Heeft u net gezegd. U haalt zoveel Hij moet hier blijven. U moet hier blijven. U heeft nu U trekt de discussie tòtààl uit proportie.

19



Debuut

Ik heb geen verstand Ja. Wij zoek voor de Wij zoeken Oooooh Wij zijn Wij zijn hier geboren Mijnheer Dewinter, contact, contact met de Nederlanden. Wij zijn hier geboren en getogen. Ik heb een Nederlands paspoort. Ik spreek de taal volgens mij, als wij even ga kijken net zo goed als u, of misschien wel beter. Even arrogant doen, want u heeft fans meegenomen. (publiek hoont) Ooh-ooh-ho. Maar goed. U moet af van het zien van de islam als een totaliteit. Dat is één. Omdat dat niet bestaat. Zoals je niet over de Belg kunt spreken, of de Belgen. Alleen al in Belgen, alleen al in België heb je de Walloniërs, heb je de Vlamingen, alleen al daaraan zit heel veel diversiteit. Als ik één Belg of één Vlaming pak, kan ik niet spreken van: dat is een dief, die moet hier uit. Hij moet gestuurd worden naar Waarom doet u dat dan? Waarom doet u dat dan? (Esmaa lacht) Neeneeneenee. Wat is het probleem? Heeft u ons horen roepen? Heeft u ons horen roepen dat u in een tulband moet lopen? Ja. Heeft u Heeft u ons Heeft u heeft u een moslim in de Nederlanden horen roepen dat hij graag wil dat de sharia wordt ingevoerd op de manier waarop u bang voor bent? Heeft u dat iemand horen roepen? Ja? Ja, ons ook niet.

21


Peter Dehullu – Eenakter

Neen, de extremisten. Wij staan aan uw kant als u de extremisten wilt aanvechten. Ok, ik wil hier effe wat zeggen. Ik wil hierop wil ik wat zeggen. U U U U keert alles om. U U U beweert dus nu dat alle uitzonderingen op de regel de regel zijn. Wij zijn niet een uitzondering op de regel. De liberale moslim waar u het over heeft, de moslim die bepaalde... die een bepaalde stroming, de Europese islam aanhangt, is niet een uitzondering op de regel. Het is de regel. De andere mensen, de moordenaar van Theo van Gogh en alle andere extremisten, dat zijn de uitzondering op de... De islam staat voor een vredelievend Islam betekent vredelievendheid. Vrede. Dat is wat mensen prediken als ze het hebben over de islam. Neen. Maar mijnheer Dewinter. Ze is in de kleuren van uw voetbalteam. Laat haar even uitpraten. Vind ik ook. Dan krijgen we toestemming van Mijnheer Dewinter Dan moet u eventjes dezelfde vraag aan Is het multiplechoice? Ja of neen, het is gewoon de vraag. U heeft geen keus, da’s het enige. Neen. Sorry.

22


Debuut

Te gast? U hebt ons achtergesteld, als ik zo vrij mag zijn. De islam is een godsdienst, mijnheer, het is geen ras. En dat doe ik. Heel goed. Heel goed. Ja, hij weet niet wat democratie is. Willen we een lesje maatschappijleer doen? Burgerschapszin? Blijkbaar bent u niet goed op de hoogte van wat democratie betekent, maar goed. (Publiek mort) Bijvoorbeeld in Antwerpen, wat doet u Wat doet u met de orthodoxe joden in Antwerpen? Ik mag vragen, ik mag vragen. Waarom maakt u daar een onderscheid in? Ik ben nog publieker Publieker kan je het niet krijgen. Publieker kun je het niet krijgen. En op televisie, en voor de klas. Uw geluk kan niet op vandaag. We overschrijden de wet niet. Precies. Je moet je houden aan de wetten van het land waar je woont, ongeacht welk geloof dan ook. Ook het islamitische. Ook de moslims. Bent u het dan eens met mijnheer Dewinter? Precies. Jammer. Jammer dat u dat zo ziet en zo vertelt. Ja. Ik wil daar nog wat op zeggen. Jammer, het is heel jammer dat mijnheer Dewinter teruggaat in de tijd, terwijl er nu juist progressie, er moet progressiviteit komen, niet alleen van moslims, maar ook van mijnheer Dewinter en zijn aanhangers. Wat ik wel eventjes als als als echt punt wil aanhangen, wat ik hier eventjes nog, eh, nog kwijt wil, is dat we nu echt aan het praten zijn over dingen die absoluut, die er niet toe doen, terwijl

23


Peter Dehullu – Eenakter

er grotere problemen zijn. U zou zich eigenlijk moeten zorgen maken over de economische crisis. Waar u en ik echt problemen mee hebben. Wat ons eigenlijk bindt. Ik ben bang voor de honger, u bent bang voor de honger. Neen, ik vind helaas dat Ik merk wel dat Nederland veel verder is, in alle opzichten. Het is geen discussie meer, mensen die zijn gewoon Hollands en Nederlanders. Die passen zich aan aan de wet en verder is er, hebben ze een eigen levensstijl. Ik ben bang dat ik uit Amsterdam kom, waar die diversiteit heel erg centraal staat. als mens. Heel goed. * Hajar (1 woord) Drie. * Jihad (985 woorden) (lachend) Ik wist het, ik wist het! Ja. Ja. Jaja. Ik bedoel. Het geldt voor Vindt u ons gewoon onderdrukt? Maar dat is toch raar Neen. Maar u geeft antwoord op de vraag. U geeft zelf antwoord op uw vraag, ik zeg: Stop. (commotie bij het publiek) Het is geen monoloog, hĂŠ, het is een dialoog. Nou, allereerst geeft zij les en

24


Debuut

staat ze voor de klas met de hoofddoek op. In Nederland. Dus blijkbaar is het mogelijk. En ten tweede: u maakt zich zo druk om een stukje stof, hé. Kijk, dit stukje stof betekent voor mij veel meer dan dat het voor u betekent, maar u u u u houdt zich zo vast aan een hoofddoek, maar blijkbaar kun je dan niet denken Met een hoofddoek kun je niet achter een loket staan, dan kun je geen les geven. Je kan alles prima doen. Behalve bepaalde uniformberoepen kan in Nederland – nog – niet, misschien komt het nog: politie, marechaussee, noem maar op. Of dingen in verband met veiligheid. En even terug: ik wil ook niet praten over Saoudi-Arabië, Soedan, dat soort landen staan ook ver van mij, eh, van mij af. Neen, eh, ik bedoel, neen. Daar kunnen we misschien een andere keer over praten, maar moeten we het nu hebben over, he, België en Nederland, dus laten we het vooral daarover hebben. Ik kan praten uit mijn eigen ervaring. Wat ik bewust heb gekozen. Want als ik gedwongen zou worden, zou ik rond dit tijdstip hier ook niet mogen zijn. Zou ik ook niet mogen werken, zou ik niet mijn mening mogen uiten en zou ik al helemaal niet op tv mogen komen, als we voldoen aan het beeld wat u heeft. Dus het klopt ergens niet. En als iemand een En als iemand een Maar dat heb je Dat heb je overal Ja. Maar wij kunnen u blijkbaar niet overtuigen. Maar dat is niet waar. Dat geloof ik niet. Ik geloof u daar niet in. Ja. tuurlijk. Daar gaan we weer. Alle argumenten Blijf binnen de grenzen. Ik ben bang dat hoe meer mensen zoals Filip Dewinter komen, hoe erger het is met de samenleving. Dus dat is mijn angst. (licht gemor bij publiek) Net zoals hij

25


Peter Dehullu – Eenakter

een angst heeft tegenover meisjes zoals ik, of zoals Esma, of wat dan ook, ben ik bang voor dit soort typetjes, want zij ontwrichten de hele samenleving, niet wij. (publiek hoont haar weg) Fans. Ok, u hebt fans meegenomen. Bij ons ook niet. En die heb je in elke Die heb je in elke Neen, helemaal niet. Neen. Neen. Mijnheer Dewinter. Mag ik even een ander, mag ik een beetje een ander, een zijweg, effe een zijweg nemen. We kunnen geen We kunnen wel een theologische discussie voeren Maar u praat de hele tijd. En wij praten Ik wil ook wat zeggen Omdat het geen strijd is. Omdat het geen strijd is. Maar dat vind ik best wel discriminerend wat u zegt. Wat u zegt, vind ik echt discriminerend. U heeft over één groep en één religie. Want ik vraag me af, hé? Kunnen wij met elkaar samenleven? Dat is de vraag. U hoeft het niet eens te zijn met mijn hoofddoek. U U U hoeft het niet eens te zijn met wat ik morgen ga eten, wat ik morgen ga doen, en of ik morgen naar de moskee ga. Kunnen wij samenleven? Mee eens. Ben ik, ja. Ben ik, ik leef in Nederland.

26


Debuut

Ja. Jawel. Ik dacht dat we het over Nederland hadden. Ook ik en u Of mijnheer Dewinter en ik, Nederland en BelgiĂŤ Dat vind ik allemaal. Dat is niet waar. Maar dan kent u de ware islam niet, mijnheer Dewinter. Ja, los van wat dan ook. Kunt u met ons samenleven? Want daar gaat het toch om. Maar waarom denkt u Neen. Blijkbaar, we moeten ons aanpassen aan u, omdat u het liever niet Maar ik ben toch niet te gast. Waar ben ik te gast? Maar daar maakt u een hele goeie opmerking. Ik ben geboren en getogen in Nederland. Ik heb de Nederlandse nationaliteit. Ik ben niet te gast in dat land. Ja, maar. Anders leef ik niet in Nederland. Hij weet niet wat democratie is. Weet u wel wat democratie is? Dat is jammer, dat is jammer. Jammer dat u mij ook niet gewoon kan zien als Jihad, en heel de tijd maar moslima. Ik zit hier ook gewoon als vrouw, ik zit hier als jonge meid, ik zit hier als communicatiemedewerker, om het nog concreter te maken. Ik zit hier niet continu alleen maar als moslim, ik wil niet zo gezien worden, want ik noem u ook niet de hele tijd stropdasman stropdasman. (Publiek lacht en mort) Ja, dat doe ik ook niet. ik wil gewoon Dat is toch vreemd, dat is toch vreemd. U mag toch ook dragen wat u wil. Dat is toch vreemd.

27


Peter Dehullu – Eenakter

We overschrijden We overschrijden de wet toch ook niet? Als we, blijkbaar, als we met de hoofddoek op al die dingen kunnen doen. En ook u, ook mijnheer Dewinter moet zich eraan houden. Precies. Wat houdt Hoever Precies. Precies. Dat is democratie. En als er gestemd wordt dat ze juist mogen komen, is dat ook democratie. Jammer. Jammer dat u dat zo ziet en zo vertelt. U kan niet een hele groep De hoofddoek is bijna geen discussie meer, eigenlijk. (Filip lacht) Nog iets wat wat ik vooral heb: ik heb vastgesteld dat ik anders sta in het leven sinds het ongeluk. Ik vraag me af: als er drie moslims mijnheer Dewinter hadden geholpen uit het vliegtuig, omdat hij niet had kunnen lopen, hoe die er dan over had gedacht. Want op zo’n moment maakt het niet uit waar je vandaan komt (publiek lacht) wie je bent Prima. Maar ik hoor toch helemaal niets menselijks. Ik hoor nu pas iets menselijks vanuit uw kant. Ik hoor de hele tijd * Hans (476 woorden) Mijn oren tuiten even nog, ik moet even op adem komen. Ja, kijk. We gaan gewoon naar een nieuwe samenleving. We groeien gewoon naar een nieuwe sa-

28


Debuut

menleving. Goed, een joods-christelijke samenleving, daar komen we vandaan. Hoe ver ga je terug? Het is een vraag. Want je kan ook naar een Germaans-Keltische samenleving teruggaan. Het is voortdurend in evolutie allemaal. Elke evolutie brengt groeipijnen mee. Voor iedereen. Ook het christendom heeft dat in het Westen gekend. Nu is het wel zo dat het christendom heeft zich volledig moeten schikken sinds de Franse Revolutie, sinds de Verlichting, noem maar op, heeft ook het christendom zich moeten schikken naar. En ik denk dat de islam net hetzelfde lot beschoren zal zijn hier in Europa. Willen zij hier overleven, zullen zij zich, net zoals dat christendom, moeten schikken naar. Zullen zij moeten aanvaarden, zoals christenen, dat er – en niet alleen de islam, maar dat er nog vele andere godsdiensten zijn: het boeddhisme, het hindoeïsme is in opgang, los van al die andere spiritualiteiten En dat gaat aan een heel snel tempo De wetten bepalen dat. In een democratie wordt daarover gestemd, wordt daarover beslist: wat kan, wat niet kan. Neen, dat brengt voor iedereen Dat brengt iedereen op een gegeven moment in moeilijkheden. In die zin dan: stel dat men stemt, waar sprake van geweest is, al die kruisbeelden moeten uit gerechtszaken. Dat is een heel pijnlijke zaak. Want sommige zijn historisch en oud en noem maar op en we komen uit die traditie en ons licht wordt daardoor geschraagd door heel veel christelijke principes en noem maar op. Dus moeten die nu plots weg of niet? Stelt u voor dat daarover gestemd wordt en dat de meerderheid van de bevolking op dat ogenblik zegt: die moeten weg. wat kunnen wij dan doen? Goh, het is een voldongen feit. Of dat die plaats er nu is of niet is, het is een voldongen feit Ja maar, het is met zovele dingen die voldongen feit zijn. En dat houdt geen waardeoordeel in, dat is feitelijk. En dan komt het erop aan: hoe gaan we daar mee om. Dat is voor mij de hamvraag. Neen.

29


Peter Dehullu – Eenakter

Neen, neen. Hij stoort mij niet. Neen, omwille van het debat daarnet, maar hij stoort mij niet, neen. Want anders kan je op den duur gaan zeggen: van, ja, dan moeten nonnen al hun kappen afdoen. Maar de vraag is (publiek protesteert) Maar de vraag is De vraag is De hoofddoek is momenteel een zeer geladen thema en eerlijk gezegd: een zeer moeilijk thema. Staat het in de Koran? Staat het in de overlevering van de profeet? Is die hoofddoek inderdaad plots opgekomen na de oliecrisis als teken van een identiteit? Ik weet het niet, maar men beweert het. Zo eenvoudig ligt dat niet. De Kerk is een heel rijk veld Mag ik nog één vraagje. * Lieven (123 woorden) Zoals zij hier zitten Mijnheer Dewinter, kunt u met hen samenleven? Dat was de vraag. Mogen we u er ook even bij betrekken? Wat vindt u van heel deze discussie? Dat aanpassen, aanpassen Wat bedoelt u daarmee? Uhu Maar u zucht. (publiek lacht) Nu, dus, mogen we nog even afrondend bij jullie komen, dames, of meiden? Dat is niet meer voor nu, dat is niet meer voor nu. Dit was een heel pittig gesprek. Neen, we moeten afronden, mijnheer Dewinter.

30


Debuut

Vindt u de Vlaamse allochtonen te mak? We moeten afronden, meiden van Halal. Fantastisch dat jullie hier waren. Bedankt, Esmaa, Hajar in de tribune en Jihad Alaraichi. Ook bedankt aan Filip Dewinter en Hans Geybels. Doe de groeten aan de kardinaal.

Het stuk werd voor het eerst opgevoerd op 12 maart 2009 in Brussel. Een registratie valt nog na te kijken op het YouTube-kanaal van VLDeLeeuw.

31


Nicolas Leus

Waadruim: legenda 2

zicht op afgrond

D

Henegouwse blauwe steen ( h 0,6m x l 4m x b 2m (ongeveer)) waarop een baksteen ligt

4

kleinste gemene deler (pittoresk)

f

gele plastic kuip met schuimend water

n

vetvlek (esthetisch)

V

ruigte / welomlijnd gebeuren

à

transparant douchegordijn

ù

verveling (goedlachs)

1

vage ruimte met TL-verlichting en een exemplaar van ‘La nausée’

H

weeïge trend (naar ruimtelijkheid) / overstromingsgebied

Y

beeldspraak (enigzins schetsmatig)

PP

randgegeven: omhelzing van het tekort

L

zwarte papierhoop (niet van R. Ruthenbeck)

7

hoek met de gloed van een houtstoof en aangepaste muziek (nog te beslissen)

T

tastbare rand / blotevoetenpad

9

driftzone / fricties (etstechniek)

ç

poging tot gelatenheid / natuurgeluiden bij valavond

r

perifeer gezichtspunt

3

denkweg (overwoekerd)

8

kleefpasta (middernachtblauw)

!

iets om te vergeten

32


33


Nicolas Leus – Waadruim: legenda

X

desoriënterend element

n

nog! -interval- encore!

d

niemandsland met geluid van stuiterende pingpongballen

AA

gedempte toon met nagalm

s

spoorwegberm met heermoes tijdens de hondsdagen

++

onbenoemd element (nieuw!)

D

rechtopstaande blauwe matras (op langste zijde)

8

binnenwereld (mag bloot)

h

hangende potloodlijnen

f

gouden koepel waaronder het geluid van porno

P

poging tot falen / kortsluiting

§

iets groen-wit van D. Buren (in promotie)

7

oud idee om aan te raken

y

buitensnoer (8m) met gloeilamp (25 Watt) (enkel overdag)

W

zwak betekenisveld

4

module van Tony Smith (standaardhoogte van een Amerikaanse deuropening)

d

iets aantrekkelijk (geleend) (lavendelblauw slipje?)

K

projectie van een schaduw op haar schaduw, vervagend aan de randen

j

geurspoor

minstens één maal per dag hoort men boven het tafereel, een door de kunstenaar ingesproken lexicon met termen uit de landschapsarchitectuur en de ruimtelijke ordening (ca. 22 minuten)

34


35


Nicolas Leus – Waadruim: legenda

A

zompige zone in wording

5

Infinito van G. Anselmo (in een hoekje)

O

iets filosofisch ter verstrooiing

G

plaasteren stalagmiet in primaire kleur naar keuze (h 120 cm)

y

afzonderingsoord (met zicht op speeltuin)

JK

de geur van mahonie in april

P

hooischuur (Pagodes van Debussy)

4

opstaande wand (h 1,30m x b 3m) waartegen een kleine spiegel met bewasemd zelfbeeld

Sd

grijze zone / uitzichtloos

F

ijsnevel

x

fladderend laken / gebroken stem

75

ambiance (overblijvend)

a

snik (één maal per dag)

2

twee felroze oneffenheden

b

wachtzaal met stoel en een poster uit P-magazine

1

innerlijk gebeuren (met geluid van een stadstuin)

9

vrije zone (zonder meer)

h

onbeslist moment

3

nog warm

het volledige gebied baadt in een oranje gloed

36


37


Nicolas Leus – Waadruim: legenda

x

molshoop en zijn dubbel

S

anekdote / rimpeling

F

hoekje met verbrokkelde randen ( http://www.idiosyncratics.net/)

2

witte rubbermat met zuignappen (vermindert het risico op uitglijden)

E

wegomlegging als artistieke ingreep

a

toogpraat (met overtuiging) (tussen 16 en 18u)

Q

plaats om je erbij neer te leggen

3

grasgroen gebied op grote hoogte (met vlindernet)

0

hoek met bijeengeveegde confetti en een roze ballon

L

niets (is ook goed)

6

douche (met druppelende kraan)

ty

rozemarijstruik in bloei

9

zoetwaterkade met café (mag saai) (voor M. Duras)

N

tasveld (nog leeg) met muziek van Luigi Nono

(‘Fragmente – Stille an Diotima’)

5

onleesbaar

JJ

stilte tussen twee mensen (opnieuw)

U

implosieverlangen

M

waterblauwe strook met druppelglans

t

lek in de voorstelling

38


39


Nicolas Leus – Waadruim: legenda

F

geknield

m

aspect van herinnering (windstil)

B

vergeelde hoek met papiervloer (niet betreden!)

2

zitput met surroundgeluid (toonladder gespeeld op een alphoorn)

1

perforatie

7

kamerscherm met vergrote prints van statistieken (om in te kleuren met potloden)

3

donkere tatoeage

5

het gekwaak van eenden

3

transparante kubus met open bovenkant waarin een blauw plastic zeil gespannen wordt tussen een korte bovenzijde en het midden van de bodem (waarop het dan mag regenen)

8

onteigeningszone / ascetische fantasie

6

kleine transistorradio ( iets van Autechre, luid en overstuurd)

4

muur met projectie van een blote schouder

9

gele wand met ‘dynamiet’ en ‘aporie’ in witte neonletters

a

stilstand / neiging om te kijken naar het bewegen rondom

0

iemand (toch wel)

c

strak gespannen zijde over ook bolle oneffenheden

44

lofzang op de breedte

40


41


Robert van Ruyssevelt

Cul-de-Sac Eind 2008 verscheen de dichtbundel Cul-de-Sac van Robert Van Ruyssevelt. Het is de tweede bundel, na Dagboek van een modelbouwer (2004), die de auteur uitgeeft in eigen beheer. Cul-de-Sac is in vele opzichten een merkwaardig boek met diverse ingangen. Het vormt een vluchtlijn uit een doordeweeks poëtisch denken. De prozapoëzie van Cul-de-Sac vormt een caleidoscopisch geheel. Gedichtenreeksen, met als titel ‘Screen’, ‘Kleef hier afb.’ en titelloze gedichten worden verspreid doorheen de bundel gepresenteerd. De traditionele indeling in afzonderlijke cycli wordt verlaten ten voordele van dwarsverbanden. Cul-de-Sac is opgevat als een open geheel waar doorheen de lezer vrij beweegt om af en toe stil te staan bij het materiële karakter van de woorden. Toch is het materiële of narratieve aspect van Cul-de-Sac geen doel an sich. De prozagedichten worden door verschillende invalshoeken ingekleurd. Herinneringen en individuele emoties van de dichterlijke persona fungeren als leidraad. De bundel baseert zich op het taalgebruik van de fotoroman, waarbij gedichten beeldend worden uitgewerkt tot picturale taferelen. Flarden van reële dialogen verschijnen doorheen het associatieve woord- en beeldgebruik van de tekst. Cul-de-Sac vormt een aanval op het klassieke beeld van poëzie. De gedichten nemen een onpersoonlijk standpunt in, dat ruimte laat voor denken en verbeelding van de lezer. Ze vormen een vluchtlijn uit het courante denken dat in veel dichtbundels wordt gedemonstreerd. In tegenstelling tot deze poëzie laten de hybride prozagedichten van Cul-de-Sac een ander tijdbeeld van de taal zien. Omdat u ons niet op ons woord hoeft te geloven en omdat de bundel nauwelijks vindbaar is, besloot de redactie tot het opnemen van een ruime selectie gedichten, die de verschillende aspecten toont van Cul-de-Sac. We hopen dat de bundel zo alsnog de aandacht krijgt die hij verdient.

42


Vandaag zal ik haar niet aanspreken. Volg mensen die strakke tassen met singles dragen en fluit een melodietje uit de toptien. Enkele meisjes steken een middenvinger op, ik kijk door de kelderroosters, open een voordeur en ruik aan mijn persoonlijke sleutel in de koele, onverlichte gang. De ingevette pomp duwt de deur in het slot, de vernikkelde arm glimt – vader smeert het gewricht wekelijks. Ook deze dagliefde is onopvallend afgesloten. Vermoeidheid stijgt me in de wangen, ik leun wat tegen een muur, druk een wang op de frisse, gele tegeltjes en dut even in. Zij draagt een kartonnen koker, die zeker een meter boven haar schouder uitsteekt, en laat onze plaats van afspraak zomaar achter zich. Haar hoofdje staat naar andere dingen, en ook zij sluit een deur af, gooit een jas over een stoel en schopt schoentjes uit, die tegen een muur opbotsen om een hele nacht als verdorde vruchten te liggen, uit een lek karton gevallen. Uit de koker schuift een wigwam. De gemiste kansen stapelen zich op; blijken doorslagjes van een geweldig voornemen te zijn; dus zit ik voor pakjes ongeopende brieven die over een tafelblad geschoven worden, als wilde men dat ik een goedkoop goocheltrucje uithaalde. Dan schrijf ik een definitie op een smalle strook papier, een lange zin met zeker twee bijzinnen, vergezeld van een telefoonnummer – sta op en schuif het papier tussen kast en muur. Maar wie zit naakt op een onbeslapen bed, in een enigszins bekend voorkomende kamer, een arm in een been van een vleeskleurige panty, en steekt hem in het zonlicht? Wie is dat?

43


Robert van Ruyssevelt – Cul-de-Sac

Screen 2 We doorboorden de vijver – eigenaardig hoe vertrouwde kraters zo gemakkelijk verwond werden – maar het oude water hield stand – ook een burgerkasteel ligt stil en verlaten achter ons hek, want de spijlen staan warm in onze vuisten – we laten de garages aan de linkerkant liggen – een doel staat ons klaar voor de ogen – en stappen zoals we schrijven aan een hoofdstuk van een omvangrijke roman: een karwei dat nog voor valavond geklaard dient te worden – dus merken we niets van de natuur – een woede jaagt ons verder, koppig kijken we naar het wegdek – wij hebben niet de vereiste instelling om de natuur te ondergaan – daarenboven is er niets wat ons aan haar bindt, dan alle absolute tegenstellingen – we kiezen de willekeurige weg – onder een heldere lucht en krachtige middagzon valt het zwaar aan liefde te moeten denken – maar alles wijst erop dat zij reeds lang aan de gang is – op zeer vermoeiende wijze

44


de brander van de centrale verwarming jaagt z’n enkele vlam kaarsrecht omhoog achter het dikke, vettige glas. Dat suizen trekt de bewoners aan. Ze luisteren aan hun deuren, kijken door het spiongaatje, tellen de klikjes van de lift – herkennen het sluiten van elke voordeur, het gerinkel van iedere sleutelbos, het slaan van de verplichte sleutelhanger. Kinderen hebben geen recht op een sleutelbos, zij bezitten slechts twee Yalesleutels aan een rood elastiekje, maar dragen de sleutelhanger aan een riemlus van broek of plooirok. Bij de allereerste oogopslag weet je waar ze wonen, en daar zijn ze trots op. Men weet wie naar de kelder afzakt. En hoort het gebrek aan geluid. De drang tot steunen, hijgen en schelden wordt onderdrukt, lippen tot witte lijntjes geperst, de extase naar het onderlichaam gejaagd, als een snelwerkend serum. De mannen staan wijdbeens, een zakdoek in de ene hand en zich jachtig aftrekkend met de andere, de vrouwen drukken knieën in een witgroen kussen en vingeren zich haastig, of gebruiken een korte, brede kunstpenis die tegelijk de clitoris masseert met een halfzacht boogje. Het licht valt binnen door de boogopeningen van de aanpalende kelders. Want deze kelder maakt deel uit van de gemeenschappelijke ruimtes. Toch weiger je over de schouders te kijken, omdat je weet dat verre lichamen in vreemde houdingen meer opwinding schenken dan de aanblik van verduisterde genitaliën.

45


Robert van Ruyssevelt – Cul-de-Sac

de leidingen kraken en steunen, maar ik weiger aan een epidemie te denken: ik volg de voorschriften: barbiejurken tegen de muur gespeld – op mijn televisietoestel kan ik de bewegingen volgen van ieder die onze gemeenschappelijke ingang gebruikt – als de postbode voor de gleuven staat jeuken mijn handen: ze verlangen naar liefdesbrieven – het gewone formaat: witte enveloppe en rode inkt – geschreven met het Keatongezicht – en een geschonken pluk haar, bijna doorschijnend, als van een albino. Ze schrijft me aan: ik hitlerde jij hitlerde wij hitlerden zij hitlerden einde: wij renden toen maar over alle deuren op de grond – bespuwde, beschreven, gekerfde toiletdeuren – ze huiveren – dan pas regent het melk en stofgoud – en laait liefde achter de latrines

46


Help yourself... liefde een dorp was, waar je in staat gesteld werd achterom te kijken zonder je hoofd om te draaien; met open ogen op het verleden gericht, rustig kon lopen suffen, verzekerd van een egaal wegdek, dat zich spreidde onder je vermoeide, gloeiende voeten. Een verlaten parkeerterrein, om het zomaar te zeggen (je bedenkt plots dat het beter zou zijn de lucifer van je weg te strijken). Hier rammelen de losse stukken van je persoonlijkheid in hun houders en je stapt over het achteloos weggegooide – normaliter zou je bukken, om het tweede leven van de dingen van dichtbij te bekijken – voor een voorbijrijdende auto het alweer verder jaagt. Een onvermijdelijke monoloog schenkt de broodnodige rust. We schetsen om beurten hoe we hier aankwamen, ontroerd door de broosheid van het desolate. Maar diep in ons geheugen loopt een heel mooi iemand heen en weer om af en toe een afwasteiltje met geluksnummers onder onze neus te houden; boven het perfecte hoofdje torenen de splinternieuwe toestellen uit. Voor dat kraam lopen we op onze handen, nochtans schijnt er niets uit de zakken te vallen; toch hebben we ons niet voorbereid op deze handstand – waar trouwens niemand van de voorbijgangers oog voor heeft – misschien rekenen we op een gratis lot. Uit gemakzucht, want wij, eenvoudige, verliefde mensen kunnen ons niets meer verbeelden zonder aanwijsbare redenen. Wij leven met toeval; het onmiddellijke palmt ons in.

47


Robert van Ruyssevelt – Cul-de-Sac

Een zwellende man heft de armen; een denkbeeldige lichaamsoefening, in feite denkt hij aan seksuele betrekkingen. En inertie ligt aan de basis van die inspiratie; hij zwijgt, want zijn woorden kunnen als acties begrepen worden. En een gedeclameerd liefdesgedicht als teken van vermoeidheid. Toch stoppen de voorbijgangers, beneveld met koud geworden speeksel. Hij is immers één met wat hij begeert. Maakt rondjes, licht als een baltsend vuurvliegje. In z’n geoefend oog lacht het vrouwelijk gezicht van de roadie die de P.A.’s aansluit, de soundcheck zal niet lang meer uitblijven nu. Een ondoorzichtig paar beëindigt een tongkus, ze praten tegelijkertijd: tijdens het kussen dachten ze allebei aan de wall of sound. En de meeuwen houden ervan over stille pleinen te cirkelen. Ze verzamelen in spiralen om naar hun slaapplaatsen te vliegen. Muziek en seks, met hun beamend karakter, slaan op één of ander verleden, maar nu barst de zwellende man bijna, hij is duidelijk geil als een gier en men duikt neer in hurkzit, het hoofd tussen de knieën gestoken. Langs de gevels rent een woelmuis.

48


de naadloze bal van de verbeelding botste weg – daar op de voetgangersbrug, en verlamd was je – een fietser leunde en Kleef hier afb. 8

lachte – want er waren twee fietsers die leunden en lachten – de striptekenaar liet een centrum ontploffen, ja, dat was het! Eindelijk een evacuatie, oranje vet klotste tegen zwarte rotsen, Zo klonk de ouderwetse explosie Ga naar de keuken en zet een grote pot water op het fornuis – laat het koken tot elke centimeter aangedampt is – schakel de gastoevoer uit – zit neer op een stoel in het midden – naar de ramen gericht: buiten zal een man roepen: kukluku, als je me nodig hebt, kom ik – ondertussen loopt hij rondes rond varens - maar de tijd schettert als een trompet: het is ieder voor zich, nu, en hij verhangt zich aan een lekkende tuinslang, nat als een uitgekomen nestkuiken: een lokaas

49


Robert van Ruyssevelt – Cul-de-Sac

PEAK SEARCH: de verliefden zijn in de meerderheid. Voorlopig althans. Een statistisch feit, zoals men tijdens de zomermaanden kinderen aftelt op de speelpleinen. Hertellen levert geen noemenswaardige schommelingen op. Het is zondag: de vrouwen zitten en wachten. Men geniet van de stoelendans, omdat er aanwijsbare tekens zijn die wijzen op het mogelijke uitvallen van de muziek. En tekens zijn een pauze, gevolgd door een storing. Die storing gaat gepaard met een handeling, uit een logica gescheurd. Mid jaren zestig: de Kleine Goddaert te Antwerpen, drie meter voor de hoek die uitgeeft op het plein voor de pettenfabriek ‘Indian Caps’. Een jongen drukt een bolle broodzak tegen zijn borst en kijkt nadrukkelijk naar de zes honden­drollen die over het smalle, afhellende voetpad verspreid liggen. Met een schokje komt hij weer tot leven en haalt zes boterpistolets uit de zak, die hij lichtjes in de drollen drukt. Moonwalkt een parkeergarage in. De boterpistolets liggen als vettige ogen naar de hemel te staren, die samenklontert tot een trillende, grijze balk. Iemand fluit schril op haar vingers. Zo scheurt de tijd een smal straatje open om een boodschapper te laten verschijnen. En de boodschap is het motief tot handelen. Wat was het teken?

50


Je dreigt met één of meerdere maaiers, want de herinneringen groeien op – wuiven je uit – gaan het tuinpad af en slaan hekjes dicht – ze verlaten de knarsende omheining – waar niet gesproken wordt – de motor snort, de stuurstang drukt zich in je warme handen; met korte, kinderachtige sprongetjes word je naar een liefde begeleid – het operationele denken stelt een inname voor: oprukken naar een centrum – u schuilt in kelders – kauwt op korsten – proeft woede en struikelt onder het vluchten – slaat smalle voeten om – en wanneer u languit valt is het mij toegewend – ik help u overeind en sla voorzichtig het straatvuil van uw jas: “niemand valt zomaar”, weten we

51


Robert van Ruyssevelt – Cul-de-Sac

Screen 7 beginnen we nog eens opnieuw? – hoe voel? – prima altijd – zijn slapen druipen – ondertussen hebben eva en bruno vriendschap gesloten – ze zijn aan het spelen – je kan ze nog krijgen, ga je gang – verveelt het u niet? – krijg ik een zoen van u? – natuurlijk, lieve jongen – u is mooier dan de foto’s die ik zag – ze gaat verder de tuin in – ik zal mijn best doen – arme jongen, je bent veel alleen niet – hoe heeft u dat geraden – er zijn dingen die men niet moet raden, maar wel kan voelen, kom, laat ons een eindje wandelen en beter kennis maken – u zal het experiment steeds op een door u gekozen ogenblik mogen onderbreken – goed – u kan morgen beginnen – dank u, ik hoop dat ik u voldoening zal kunnen schenken – nu heeft ze alleen nog maar zijn prijzen – bent u één scherm? – is er iemand? – nee, wie had kunnen komen – zij was er altijd als hij terugkeerde – hij zit in zijn auto en kijkt met lege blikken naar de deur

52


Petr Borkovec

4 gedichten ingeleid en vertaald uit het Tsjechisch door Jana Beranová

Om het half jaar wisselt de Europese Unie van voorzitter. De eerste helft van 2009 is Tsjechië dat. In de rubriek ‘Richting EU’ presenteert Kluger Hans telkens de literatuur uit dat land. Op www.klugerhans.net komt een overzicht aan de hand van bio’s, fragmenten, interviews,... In het tijdschrift geven we elk nummer ruimte aan een jonge auteur uit het betreffende land. In dit nummer: de Tsjech Petr Borkovec. Peter Borkovec (1970) is een van de opvallendste van de Tsjechische dichters die na de val van het communisme in 1990 begonnen te publiceren. Hij sleepte al snel prijzen in de wacht en zijn poëzie werd in verschillende talen vertaald. Zijn poëzie is van het begin af aan gefascineerd door de beeldende buitenkant der dingen. De poëzie van Borkovec beweegt zich van de ene suggestieve verpakking naar de andere en opent geleidelijk aan nieuwe terreinen. De sublieme interactie tussen waarnemingen en voorwerpen, en de reactie erop, blijken subtiele tekens van leven met onvermoede zeggingskracht, soms zelfs tederheid. Landschappen vormen een belangrijk aspect in zijn werk. Ze veranderen en veranderen bijna niet. ‘Als je je erin verliest, houden ze op te bestaan’, zei hij ooit in een interview met zijn Engelse vertaler Justin Quinn. Hij observeert ze vanuit het raampje van zijn auto, vanuit het smelten van sneeuw, hoe ze voorbij lopen als hij wandelt. Momenten die hij tot in het absurde weet uit te buiten. Naast zeven dichtbundels – waarvan een ruime keuze onder de titel From the Interior in Engelse vertaling verscheen – vertaalde Borkovec zelf Russische poëzie uit de twintigste eeuw, de Griekse drama’s Oedipus Rex en Oresteia en klassieke Koreaanse poëzie (met een Koreaanse geleerde). Hij was ook lange tijd redacteur van twee literaire tijdschriften met veel aandacht aan wereldliteratuur. Hij dicht zich in de poëzie van anderen in en bouwt daarop voort zonder aan originaliteit in te boeten. Hij is docent creatief schrijven en organisator van poetry meetings.

53


Petr Borkovec – 4 gedichten

54


Richting EU

Tomaten

Ze zei: het graf is verzakt. De doodkist is vast stuk, zei ze. Ze zei: vijf kruiwagens zand waren niet genoeg. Maar eigenlijk zei ze – je ziet het verzakte graf niet, je bent er niet om te zeggen: het is vast de doodkist. Je hebt er niet genoeg zand in gedaan. Ik heb tomaten van thuis gebracht, zei ze, ze smaken heel anders. Maar ze bedoelde: je kent de weg naar huis niet. Jij smaakt anders, zei ze. Ik ordende de zestien verwijten, tekens, getuigen op de vensterbank langs de keldertrap, pakte met ÊÊn been in de lucht de slappe en uitgedeukte vlekken aan. Ik legde ze neer, die bleekgroene tomaten, roodgerijpt bij de stengel, vol rot, in de vlagen van lichaamstemperatuur en lette erop, rustig, zacht en zorgvuldig, dat ze elkaar niet raakten om elk van hen op te tillen en te laten vallen, minstens tweemaal.

55


Petr Borkovec – 4 gedichten

56


Richting EU

Bank

Toen ik hoorde dat Jiří gestorven was (uit Karlsbad kwamen twee telegrammen, een over zijn dood en een over de sectie), ik weet niet hoe ’t kwam maar ik ging zitten in de kamer en staarde naar de bank, en ik zag dat hij blauw was, overduidelijk blauw, en ik herhaalde dat tegen mezelf: Hij is blauw, blauw, dat kan iedereen toch zien – omdat we het sinds de dag dat de bank thuiskwam nooit eens zijn geworden over de kleur; Jiří had het altijd over het bijzondere groen. Verdwaasd zat ik in de kamer en herhaalde bij mezelf: hoe kon je zo blind zijn, die bank is toch blauw zoals blauw blauw is, dat had je niet, echt niet tegen me moeten zeggen, dat hij groen was. Verbijsterd hoorde ik toen mezelf en alsof ik opeens wakker werd barstte ik verschrikkelijk in tranen uit.

57


Petr Borkovec – 4 gedichten

58


Richting EU

Standbeeld

De hele dag regen en wind de hele dag om de te warm gestookte woning. Niets te doen. Je loopt, van al het herkauwen doodop, je boeken in de boekenkast weer na, de kaarten op vochtige muren. Bezig met niets in dunne contouren. Een losgeraakte marmeren bloemknop wiegend zacht op het zompige grasperk. Regen. Drijfnat. De zondvloed in bad. De hele dag regen. Strand, bos en een figuur, het huis, de deurpaneel, de vensterbank bewerkt door beitels met vaste regelmaat. De regen foetert, ’n stem achter de muur. En water druipt van een gebruinde rug, een bloemetjesjurk ligt in het zand.

59


Petr Borkovec – 4 gedichten

60


Richting EU

Avond

Dit zadel tussen de bulten. Deze schommelende schemering, losgetornd door motoren en weerkaatsende vliegtuigen. Deze luchtaanval – met de sirenes van spoorlijn, rivier en brug. Deze minuut vóór we getroffen worden door de bommen van zachte heuvels.

61


Medewerkers Kluger Hans 2 Jana Beranová is dichteres en vertaalster. Ze vluchtte met haar ouders na 1948 uit voormalig Tsjechoslowakije en kwam uiteindelijk in Rotterdam terecht, waar ze economie studeerde. Geleidelijk aan schakelde ze over naar literatuur. Beranová werd bekend met haar vertalingen van Tsjechische auteurs, onder wie Milan Kundera (van wie ze onder andere De ondraaglijke lichtheid van het bestaan vertaalde) en Nobelprijswinnaar (1984) Jaroslav Seifert. In de zomer van 2008 publiceerde ze bij uitgeverij De Bezige Bij De geboorte van Sisyphus: een monumentale bundel met werk van de dichter Miroslav Holub (1923 - 1998). Voor haar inspanningen voor de Tsjechische literatuur kreeg Beranová in 2005 van de Tsjechische staat een hoge onderscheiding. Zelf schreef ze onder andere één roman en zeven dichtbundels. De meest recente is Vinger van de tijd (2007). Ook is zij docente poëzie aan de Amsterdamse schrijversvakschool. Vorig jaar kreeg ze voor haar inzet voor de letteren in Rotterdam de Erasmusspeld. In januari werd ze tot stadsdichter benoemd voor 2009 en 2010. Hendrik Carette (Brugge, 1946) is dichter, criticus, een gevreesd polemist en vertaler van poëzie van Henri Michaux en Christian Dotremont. Hij schrijft columns voor het maandblad Meervoud en publiceerde o.m. in Ons Brussel, Poëziekrant, NieuwZuid, Septentrion en Het Liegend Konijn. In de beruchte bloemlezing van Gerrit Komrij De Nederlandse poëzie van de negentiende en twintigste eeuw in 1000 en enige gedichten (Uitg. Bert Bakker) is hij present met drie gedichten en ook in het schitterende kijkboek Misschien het tedere begrijpen. Dichter bij Kunst van Jos en Maurits Smeyers (Davidsfonds/ Literair, 1999) staan twee van zijn beeldgedichten naast werken van Fernand Khnopff en Paul Delvaux.

62


Gedichten van Hendrik Carette werden vertaald in het Duits, het Catalaans, het Servo-Kroatisch en recentelijk in het Fries. Peter Dehullu (Kortrijk, 1983) verzamelt betekenis. Kierkegaard: ‘La répétition est une épouse aimée dont on ne se lasse jamais.’ Kenneth Goldsmith: ‘When I reach 40, I hope to have cleansed myself of all creativity.’ Hij werkt als psycholoog bij het CLB. Nicolas Leus (Gent, 1968) is beeldend kunstenaar, ook met woorden. Hij publiceerde in 2007 bij uitgeverij Croxhapox Waadruim: legenda, waar de huidige publicatie een aanvulling op vormt. Robert van Ruyssevelt (1957) schrijft proza en poëzie. Hij publiceerde de dichtbundels Dagboek van een modelbouwer (2004) en Cul-de-Sac (2008). De auteur leeft en werkt in Antwerpen. De bundel Cul-de-Sac is te bestellen op het emailadres robert.van.ruyssevelt@telenet.be.

63


Colofon REDACTIE Bart De Block Marie Meeusen Olaf Risee – hoofdredactie website Xavier Roelens – hoofdredactie tijdschrift David Troch Reinout Verbeke – eindredactie in samenwerking met DESDA VORMGEVING Grafisch Ontwerpburo ttwwoo www.ttwwoo.nl

DRUK Parys Printing, Evergem

CONTACT Adres: Kluger Hans p/a Aaigemstraat 94 B-9000 Gent

Telefoon: 0486 39 65 58 Email: info@klugerhans.net Website: www.klugerhans.net

LOS NUMMER 7 euro + verzendingskosten ABONNEMENTEN België

25 euro

Overschrijvingen: FORTIS, 001-5750704-38

Nederland

29 euro

Overschrijvingen: FORTIS, BE24 001575070438

Buitenland 35 euro

Overschrijvingen: FORTIS, BE24 001575070438

(IBAN), GEBABEBB (BIC+Swift) (IBAN), GEBABEBB (BIC+Swift)

Vermeld adres en mailadres bij uw overschrijving!

BIJDRAGEN EN SPONTANE INZENDINGEN Liefst per mail of cd. Inzendingen op papier in zesvoud. Van lange inzendingen worden enkel de eerste tien pagina’s aan de redactie voorgelegd. Het copyright blijft eigendom van de auteurs, gelieve contact op te nemen met de redactie bij problemen of vragen. MET STEUN VAN Vlaams Fonds voor de Letteren Kluger Hans denkt aan het milieu en kiest daarom voor papier met een FSC-label. 64


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.