MOBILITY
THEMA: CIRCULAIR ONDERNEMEN TOEKOMST BATTERIJRECYCLING SLIM MOBILITEITSBELEID • CIRCULAIRE
ENERGIEOPSLAG • E-MOBILITY SCANIA
OUDE (FIETS)TIJDEN HERLEVEN

THEMA: CIRCULAIR ONDERNEMEN TOEKOMST BATTERIJRECYCLING SLIM MOBILITEITSBELEID • CIRCULAIRE
ENERGIEOPSLAG • E-MOBILITY SCANIA
Algemeen voorzitter RAI Vereniging
Als voorzitter van RAI Vereniging zie ik met welke uitdagingen de Europese automotive sector worstelt met toenemende concurrentie uit China en de V.S. Het is duidelijk: Europa moet versnellen om haar concurrentiepositie te behouden. We kunnen ons niet veroorloven om stil te staan, terwijl anderen enorme stappen zetten in batterijtechnologie, digitalisering en productieinnovatie. Daarom ben ik trots dat RAI Vereniging partner is van de Drive Forward Conferentie op 8 en 9 april op de Automotive Campus in Helmond. Dit is dé plek waar Europese beleidsmakers, ondernemers en innovators samenkomen om de mobiliteit van morgen vorm te geven. Waarbij het draait om verbinding: als we van personenvervoer tot infrastructuur en technologie onze krachten bundelen, kunnen we samen de innovatie aanjagen die zo hard nodig is.
Tijdens Drive Forward buigen we ons over drie thema’s die ontzettend cruciaal zijn:
‘De totale sector moet van het Automotive Industrial Plan profiteren’
– Decarbonisatie: Hoe maken we de overstap naar emissievrije voertuigen haalbaar, inclusief de juiste infrastructuur? En hoe verduurzamen we onze productie?
– Digitalisering: Welke rol spelen AI, slimme rijhulpsystemen en innovatieve mobiliteitsoplossingen in de toekomst van transport?
– Innovatie & Competitiviteit: Wat is er nodig om Europa’s technologische voorsprong te behouden en de wereldwijde concurrentie aan te gaan?
Drive Forward is een belangrijk evenement richting de toekomst van mobiliteit. Wie de kans heeft raad ik aan dit fantastische evenement te bezoeken. Hier komen experts en besluitvormers samen om strategische keuzes te maken. Dit sluit naadloos aan op de Strategische Dialoog van de Europese Commissie. Deze strate
gische dialoog heeft inmiddels geleid tot een ‘Automotive Action Plan’. Dit plan omvat onder meer extra geld voor innovatie op het gebied van batterijtechnologie en het uitrollen van snelladers voor vrachtwagens langs Europese snelwegen. Ook komt er de komende drie jaar meer flexibiliteit bij het halen van de CO2doelstellingen en wordt regelgeving voor het ontwikkelen en testen van zelfrijdende auto’s versoepeld. De Commissie zet in het plan fors in op innovatie, schone mobiliteit, versterking van het concurrentievermogen en vermindering van de bureaucratie. RAI Vereniging is wel van mening dat bij de nadere uitwerking van de plannen ook producenten van zware bedrijfswagens (heavy duty), toeleveranciers en innovatieve bedrijven een duidelijke plek moeten krijgen. Laten we niet vergeten dat Nederland een vooraanstaande rol speelt; niet alleen als toeleverancier, maar ook op het gebied van batterijtechnologie, voertuigsoftware, autonoom rijden en smart mobilityoplossingen. Bovendien ontwikkelt en bouwt ons land ruim 30 procent van alle zware trucks die in Europa rondrijden. Daarom is het belangrijk dat de totale sector van dit pakket gaat profiteren. Wij zullen daar bij de verdere uitwerking van de plannen, samen met onze Europese partners, uiteraard scherp op toezien.
Tegelijkertijd roepen wij zowel het kabinet als de Tweede Kamer op om in Europees verband meer gewicht in de schaal te leggen. Het kabinet moet zich in Brussel veel explicieter uitspreken over het belang van een concurrerende, innovatieve en duurzame automotive sector. Dit betekent directe betrokkenheid bij de strategische dialoog en intensievere samenwerking met andere koplopers, zoals Duitsland, Frankrijk en Zweden. We moeten samen een vuist maken! ●
ECO-TRENDS - pag. 21
In 2050 zullen bijna alle trucks en bestelwagens in de logistiek elektrisch zijn, voorspelt de nieuwste Outlook Logistiek van ElaadNL.
IN DE SPOTLIGHTS - pag. 22
Dieselspecialist Terlouw breidt uit met EMobility service.
MARKTANALYSE - pag. 24
Nederland beschikt binnen de EU over het grootste aantal openbare oplaadpunten (144.453 exemplaren).
GO!FACTOR - pag. 26
Oude tijden herleven in het Historisch Rijwielmuseum in Ommen dat een unieke collectie oer-Hollandse fietsen herbergt.
9
Jaarlijks verkoopt Broshuis, de specialist in het vervaardigen van klantspecifieke trailers en opleggers voor zwaar transport, zo’n 1.000 voertuigen, waarvan de bulk is bestemd voor buitenlandse afnemers. Dit betekent volgens algemeen directeur Pieter-Bas Broshuis dat uniforme Europese weten regelgeving ten aanzien van bijvoorbeeld typegoedkeuringen, toelatingsen voertuigeisen voor het bedrijf van levensbelang zijn. Hij is van mening dat er in Brussel op dit gebied nog flink wat werk valt te verrichten. Een Euroscepticus is Broshuis echter allerminst. “Wat mij betreft is er nog veel te weinig Europa, want zonder Europa geen handel!”
Inzameling/registratie autobatterijen goed op gang
Met de voortschrijdende elektrificatie van het voertuigpark wordt het belang om batterijen aan het eind van hun levenscyclus zorgvuldig in te zamelen voor second use of recycling steeds groter. Om dit hele traject voor importeurs zo gemakkelijk mogelijk te maken heeft ARN twee portalen ontwikkeld: ‘Mijn Batterij Opgave’ en ‘Mijn Batterij Inzameling’. ‘Dankzij deze portalen krijgen wij goed inzicht in zowel aandrijfbatterijen als startaccu’s die nieuw op de markt komen en welk volume beschikbaar komt voor inzameling en recycling’, vertelt Janet Kes, manager Batterijen bij ARN en themaleider materialen en recycling van het Battery Competence Center (BCC).
Circulariteit cruciaal voor automotive maakindustrie
7
UITGESPROKEN- pag. 27
Bas van der Zanden, Director e-Mobility Scania Nederland, geeft zijn mobiliteitsvisie.
Voor de autobranche kan Europa niet Europees genoeg zijn, vindt Wijnand de Geus, secretaris afdeling Auto’s van RAI Vereniging. Autofabrikanten verkopen immers geen auto’s per land, maar per continent. Daarom moet eigenlijk alles Europees geregeld zijn, van milieueisen, recyclingeisen en brandstofnormen tot en met veiligheidseisen. Europa heeft volgens De Geus bijgedragen aan de luchtkwaliteit en een schoon voertuigpark. “We zijn nu zover dat vrachtwagens qua vervuilende emissies helemaal schoon zijn.”
Redactieadres
GO!Mobility is een uitgave van RAI Vereniging, postbus 74800, 1070 DM Amsterdam, telefoon (020) 504 49 49, www.raivereniging.nl.
GO!Mobility
Postbus 77777
1070 MS Amsterdam
Bezoekadres: Europaplein
1078 GZ Amsterdam
Tel. 020-549 12 12
E-mail: m.timmer@railangfords.nl
GO!Mobility verschijnt 3 keer per jaar en is o.a. bestemd voor politici, overheidsinstanties, de media en leden van RAI Vereniging. Verspreiding vindt plaats op basis van controlled circulation.
GO!Mobility is ook als digitaal magazine te lezen op www.raivereniging.nl
Medewerkers
PRODUCTIE
Sjoerd van der Linden, Hans van Baalen
Markant Media
Ontwerp: PWAD Amsterdam
Vormgeving: Van Munster & Bos
REDACTIE
Menno Timmer, hoofdredacteur
Fotografie: Ton van Til, Johan Peter van der Stouwe, Studio Gemini, Hollandse Hoogte
Illustraties: Onno Kortland
REDACTIERAAD
Druk: W.C. den Ouden
ISSN: 2212-8182
Jeroen van de Braak, Tom van Steijn, Nadieh van Kesteren en Linda van Dijk
Binnen de automotive maakindustrie vindt de transitie van lineair naar circulair produceren in hoog tempo plaats. Daarbij staan de toepassingen van lichtgewicht composieten, innovatieve productietechnologieën, staalrecycling en – hergebruik en ‘design for recycling’ centraal. ‘De Nederlandse autosector is er klaar voor om een voortrekkersrol te vervullen in duurzame automotiveinnovatie en wij ondersteunen hen daarbij’, zegt Freek de Bruijn, Programma Manager Design & Materials bij RAI Automotive Industry NL.
REDACTIEADRES
GO!Mobility
Markant Media
César Francklaan 12 1272 EC Huizen
E-mail: markantmedia@kpnmail.nl
www.markant-media.com
Tel. 06-551 35 559
MEDEWERKERS
Sjoerd van der Linden
Ontwerp: Studio Baba Anousch (Iwan Daniëls)
Vormgeving: MB voorheen VMTB
Fotografie: Ton van Til
Illustraties: Onno Kortland
Druk: Drukkerij Aeroprint
ISSN: 2212-8182
© 2025 RAI Vereniging - alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere wijze, in elke vorm, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Dit magazine is gedrukt op duurzaam papier.
De vraag naar nieuwe motorfietsen heeft vorig jaar een nieuw record bereikt. Het verkoopvolume groeide in 2024 met 14 procent tot 19.900 exemplaren. De verkoop van brom- en snorfietsen liet daarentegen een daling zien van 7,1 procent tot 32.478 eenheden.
Volgens Martijn van Eikenhorst, sectievoorzitter Motoren bij RAI Vereniging, bevestigt de sterke groei van de motorfietsverkopen dat deze vervoermiddelen een slimme oplossing bieden voor stedelijke mobiliteit. ‘Motoren helpen verkeersdrukte te verminderen, nemen minder ruimte in beslag en dragen bij aan het terugdringen van CO₂-uitstoot in stedelijke gebieden. Steeds meer mensen, en ook organisaties zoals de politieeenheid Amsterdam, zien de motor als een duurzaam en flexibel vervoersmiddel. Deze trend toont het potentieel
van motoren als onderdeel van toekomstbestendige mobiliteit.’ Dat de markt van brom en snor
fietsen een daling liet zien had vooral te maken met de teruglopende verkoopaantallen van elek
trisch aangedreven exemplaren. Er werden vorig jaar 8.263 elektrische bromfietsen verkocht (12,4%) en 3.787 elektrische snorfietsen (- 29,5%). De vraag naar benzineaangedreven bromen snorfietsen eindigde in 2024 op een totaal van 20.143 exemplaren (16.216 bromfietsen en 4.212 snorfietsen). Goed voor een lichte plus van 1,4 procent. Deze toename was mede te danken aan het vervallen van bepaalde Europese typegoedkeuringen per 1 januari 2025, waardoor in december een verhoogd aantal op kenteken werd gezet. ●
Op 14 en 15 mei 2025 is het weer zover: de ReinigingsDemoDagen (RDD) strijkt opnieuw neer op het terrein van FlevoNice in Biddinghuizen. Dit unieke buitenevenement is dé plek waar professionals uit de afval- en reinigingsbranche samenkomen om de nieuwste technologieën, innovaties en trends te ontdekken. Bovendien is dit het enige evenement in de Benelux, dat zich richt op deze specialismen.
Meer dan 80 exposanten tonen in Biddinghuizen hun laatste technologieën, noviteiten, trends en producten.
Ruim 80 exposanten presenteren een breed scala aan producten en diensten op het gebied van afvalinzameling, straatreiniging, winterdienst en rioolbeheer. Of je nu een inkoper, beslisser, chauffeur of beleidsmaker bent – op de RDD valt er voor iedereen wat te beleven! De ReinigingsDemoDagen is geen traditionele beurs, maar een handson ervaring. Bezoekers kunnen live demonstraties bijwonen van de nieuwste reinigingsvoertuigen, veegmachines, winterdienstapparatuur en afvalcontainers. Dit biedt een unieke kans om de werking en effectiviteit van producten realtime te beoordelen en direct in gesprek te gaan met leveranciers en experts. Bovendien is de RDD hét moment
om nieuwe contacten te leggen en bestaande relaties te versterken binnen de afval en reinigingsbranche.
Wat de RDD extra bijzonder maakt, is dat het evenement wordt georganiseerd door en voor de leden van de Reinigingsvoertuigen binnen RAI CarrosserieNL. Een speciaal samengestelde werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de leden, draagt zorg voor de organisatie en invulling van het evenement. Dit garandeert een beurs die volledig aansluit bij de behoeften van de sector en waarin de nieuwste ontwikkelingen optimaal worden gepresenteerd. Toegangskaarten zijn te bestellen via www.reinigingsdemodagen.nl ●
Dit najaar organiseert RAI Automotive Industry NL opnieuw het NL Paviljoen op twee vooraanstaande internationale beurzen: IAA Mobility in Duitsland en Solutrans in Frankrijk. Deze gezamenlijke deelname biedt Nederlandse bedrijven een unieke kans om zich te presenteren op het wereldtoneel van mobiliteit en logistiek.
IAA Mobility, die van 9 tot 12 september plaatsvindt, is hét platform voor de toekomst van mobiliteit, met een sterke focus op elektrificatie, connectiviteit en duurzame innovaties. Van 18 tot 22 november staat Solutrans in Frankrijk op de agenda, dé Europese vakbeurs voor wegtransport en stedelijke mobiliteit, waar innovatieve oplossingen centraal staan. Door deel te nemen aan het NL Paviljoen kunnen bedrijven hun internationale zichtbaarheid vergroten, waardevolle contacten leggen met potentiële klanten en partners, en
Deelname aan de NL Paviljoens biedt Nederlandse bedrijven een unieke kans om zich te presenteren op het wereldtoneel van mobiliteit en logistiek.
profiteren van gezamenlijke promotie binnen een professionele setting. Het paviljoen biedt niet alleen een representatieve standruimte, maar ook een krachtig netwerk en ondersteuning om jouw bedrijf optimaal onder de aandacht te brengen. Wil jij jouw innovaties presenteren aan een internationaal publiek? Sluit je aan bij het NL Paviljoen en maak deel uit van een sterk Nederlands collectief. Neem contact op met RAI Automotive Industry NL voor meer informatie over deelname. ●
Het aantal personenauto’s in de EU is in 2023 met 1,4 procent gegroeid tot 249 miljoen eenheden, zo blijkt uit de nieuwe editie ‘Vehicles on European Roads 2025’ van ACEA. Volgens de uitgave blijft de gemiddelde leeftijd van het wagenpark stijgen en bedraagt inmiddels 12,5 jaar.
In sommige landen kunnen auto’s wel 17,5 jaar oud worden, zoals het geval is in Griekenland. In Nederland, waar ruim de helft (51,4%) van het personenautopark ouder is dan 10 jaar, bedraagt de gemiddelde leeftijd 11,9 jaar. In de meeste omringende landen zijn auto’s een stuk jonger: Luxemburg 8,0 jaar, België 9,9 jaar, Denemarken 9,6 jaar, Duitsland 10,3 jaar en Frankrijk 10,3 jaar.
Vrachtwagens zijn doorgaans het oudste voertuigtype, waarbij het EUgemiddelde 14,1 jaar bedraagt. Het gemiddelde voor zowel bussen en bestelwagens
bedraagt respectievelijk 12,2 en 12,7 jaar. In Nederland zijn trucks gemiddeld 9,9 en als bestelwagens gemiddeld 10,3 jaar oud. Het toenemende aantal verouderende voertuigen op de wegen versterkt het belang van het versnellen van de introductie van batterijelektrische en andere emissievrije modellen in Europa, stelt ACEA. Dat percentage blijft, ondanks een aandeel van inmiddels 13,6 procent in de Europese verkopen, vooralsnog beperkt. Want batterijelektrische voertuigen vertegenwoordigen op dit moment nog slechts 1,8 procent van het wagenpark in de EU. ●
In Nederland is ruim de helft van het personenautopark ouder dan 10 jaar.
Freek de Bruijn:
‘De Circular Economy R-ladder benadering stelt de industrie in staat om de hoeveelheid afval substantieel terug te dringen en grondstoffen zo efficiënt mogelijk te gebruiken.’
Binnen de automotive maakindustrie vindt de transitie van lineair naar circulair produceren in hoog tempo plaats. Daarbij staan de toepassingen van lichtgewicht composieten, innovatieve productietechnologieën, staalrecycling en – hergebruik en ‘design for recycling’ centraal. ‘De Nederlandse autosector is er klaar voor om een voortrekkersrol te vervullen in duurzame automotive-innovatie en wij ondersteunen hen daarbij’, zegt Freek de Bruijn, Programma Manager Design & Materials bij RAI Automotive Industry NL.
De Autoindustrie staat op een kantelpunt, waarbij het efficiënt omgaan met schaarse grondstoffen en materialen in evenwicht moet worden gebracht met de groeiende behoefte aan geavanceerde prestaties. Dit wordt in Nederland bereikt door innovatieve ontwerpprocessen en het gebruik van nieuwe materialen, vertelt De Bruijn. Hij wijst erop dat het traditionele lineaire economische model, waarbij producten aan het eind van hun levensduur als afval eindigen, niet langer houdbaar is. ‘De Nederlandse overheid streeft naar een volledige circulaire economie in 2050. Die visie wordt weerspiegeld in het National Circular Economy Programme (NCPE), dat een routekaart schetst voor het bereiken van een drastische vermindering van het gebruik van nieuwe grondstoffen. Het ambitieuze doel is om het verbruik van nieuwe grondstoffen tegen 2030 met 50 procent te reduceren, wat de weg vrijmaakt voor een volledige uitfasering in 2050.’
Om de automotive maakindustrie in dat traject te ondersteunen hanteert RAI Automotive Industry NL de zogeheten ‘Circular Economy Rladder methodologie’, die de nadruk legt op het minimaliseren van grondstofgebruik door middel van een hiërarchische benadering. De Rladder geeft de mate van circulariteit aan.
Hoe hoger de Rladder strategie in de bedrijfsvoering van een organisatie, hoe hoger de mate van circulariteit en hoe lager het grondstoffengebruik. De Rladder kent een zestal stappen/opties:
R1 – Weigeren en heroverwegen van producten; oftewel het langer of intensiever gebruiken van een product;
R2 - Verminderen; efficiënt produceren of het gebruik optimaliseren;
R3 – Hergebruik; meer tweedehands producten gebruiken;
R4 – Repareren, opknappen, herfabriceren en hergebruiken van producten/onderdelen;
R5 – Recyclen; materialen verwerken en hergebruiken;
R6 – Herstellen; energie terugwinnen uit materialen.
‘Het gebruik van polymeer (CFRP) zorgde voor een gewichtsreductie van 30%’
RAI Automotive Industry NL zet zich ervoor in om deze methodologie samen met haar leden toe te passen. De Bruijn: ‘De Rladder benadering stelt de industrie in staat om de hoeveelheid afval substantieel terug te dringen en de duurzaamheid van automaterialen te verbeteren, zodat grondstoffen zo efficiënt mogelijk worden gebruikt gedurende de hele product life cycle. Dit draagt niet alleen bij aan het bereiken van de milieudoelstellingen, maar sluit tevens aan bij het realiseren van een veerkrachtiger en meer soevereine autosector.’
Lichtgewicht voertuigconstructies
Het afgelopen decennium heeft de Nederlandse autoindustrie naar zijn oordeel een flinke vooruitgang geboekt op het gebied van design en de toepassing van lichtgewicht materialen. ‘Denk daarbij aan bijvoorbeeld koolstofvezel, dat een superieure sterktegewichtsverhouding bezit. Als sectie zijn wij onlangs een samenwerking aangegaan met de European Lightweight Clusters Alliance (ELCA). Dit partnership is erop gericht om de gecom bineerde krachten van de Europese regio’s te benutten teneinde lichtgewichttechnologie te bevorderen. Dankzij de samenwerking met ELCA verbreedt RAI Automotive Industry NL de toegang tot klanten, technologieën en best practices, waardoor de concurrentiepositie van de aangesloten leden wordt versterkt.’
Staalrecycling en hergebruik
Tegelijkertijd, vervolgt hij, zijn de Nederlandse en Europese automobielsectoren pioniers geweest waar het gaat om het toepassen van duurzame productiemethoden, met een belangrijke focus op staalrecycling en hergebruik. ‘Dat is mede te danken aan Auto Recycling Nederland, dat binnen de Topsector High Tech Systemen en Materialen (HTSM) een circulaire voortrekkersrol vervult. Dankzij ARN wordt in Nederland inmiddels 98,7 procent van het gewicht van elk voertuig gerecycled, waarmee ruimschoots wordt voldaan aan de Europese regelgeving die een recyclingpercentage van minimaal 95 voorschrijft.’ Hij rekent voor dat de Nederlandse recyclingprestatie voor 88,1 procent betrekking heeft op hergebruik en recycling en voor 10,6 procent energieterugwinning of andere nuttige toepassingen betreft.
Andere veelbelovende innovaties om het voertuiggewicht te reduceren is het gebruik van kunststoffen, composieten of hybride combinaties van materialen zoals staal en kunststoffen. Lichtgewicht composietmaterialen kunnen volgens de Bruijn in een breed scala aan autoonderdelen worden gebruikt. ‘We werken hierbij nauw samen met CompositesNL, een organisatie die zich speciaal heeft toegelegd op het gebruik van composietmaterialen in de autoindustrie. Verder winnen hybride combinaties met staal en kunststof aan populariteit. Die bieden het beste uit twee werelden, namelijk sterkte en duurzaamheid en verminderen tegelijkertijd het gewicht.’
3D-printen
Naast ontwikkelingen in materialen komt ook 3Dprinten binnen de autoindustrie steeds meer in zwang. ‘3Dprinten biedt ontwerpvrijheid, maakt goedkoper produceren mogelijk en zorgt voor minder energieverbruik. Deze technologie, die zowel geschikt is voor kunststoffen als metaal, maakt laagvoorlaag productie mogelijk, waardoor complexe onderdelen met minimale materiaalverspilling kunnen worden vervaardigd. Metaal 3Dprinten maakt bovendien gebruik van de sterkteeigenschappen van metaal, waardoor er meer openingen
De Nederlandse auto-industrie heeft de afgelopen tien jaar een flinke vooruitgang geboekt op het gebied van design en de toepassing van lichtgewicht materialen.’
(gewichtsreductie) in de structuur mogelijk zijn zonder dat de samenhang en sterkte van de constructie in gevaar komt.’
Samenwerkingen tussen Nederlandse automotive bedrijven en onderzoeksinstellingen zijn volgens hem essentieel voor het bevorderen van design en materiaalinnovatie. Een goed voorbeeld noemt hij het CYPRESS project, waarbij RAI Automotive Industry NL samenwerkt met verschillende leden om onder andere innovatieve automotive componenten te ontwikkelen, met een sterke focus op recycleerbaarheid. Dit project richt zich op de levenscyclus van verschillende onderdelen, hetgeen leidde tot aanzienlijke verbeteringen in duurzaamheid.
Innovatieve designoplossingen
Een RAIlid dat opvalt in de design en materialenwereld is Pontis Engineering. De Bruijn: ‘Zij
zijn gespecialiseerd in geavanceerde composietmaterialen en innovatieve designoplossingen voor de autoindustrie, zoals polymeer (CFRP)structuren voor elektrische voertuigen. Het gebruik van CFRP zorgde voor een gewichtsvermindering van 30 procent. Dat toont aan hoe groot het potentieel is van geavanceerde materialen in autodesign.’
Binnen het hele speelveld van circulariteit en gewichtsreductie speelt RAI Automotive Industry NL een cruciale rol, beklemtoont hij. ‘Wij ondersteunen de branche door middel van beleidsbeïnvloeding, kennisuitwisseling en internationale samenwerking. Ons doel is par tijen met elkaar te verbinden, zodat ze weten wie wat doet en welke productieve oplossingen er zijn. Door verbindingen te faciliteren tussen fabrikanten, leveranciers en andere belanghebbenden, draagt RAI Automotive Industry NL bij aan het bevorderen van innovatie en het aangaan van partnerships.’ ●
Auto Recycling Nederland (ARN) bouwt aan de toekomst van batterijrecycling
Met de voortschrijdende elektrificatie van het voertuigpark wordt het belang om batterijen aan het eind van hun levenscyclus zorgvuldig in te zamelen voor second use of recycling steeds groter. Om dit hele traject voor importeurs zo gemakkelijk mogelijk te maken heeft ARN twee portalen ontwikkeld: ‘Mijn Batterij Opgave’ en ‘Mijn Batterij Inzameling’. ‘Dankzij deze portalen krijgen wij goed inzicht in zowel aandrijfbatterijen als startaccu’s die nieuw op de markt komen en welk volume beschikbaar komt voor inzameling en recycling’, vertelt Janet Kes, manager Batterijen bij ARN en themaleider materialen en recycling van het Battery Competence Center (BCC).
Goede registratie is volgens haar belangrijk, omdat het volume aan ingezamelde batterijen op weg naar 2035, als alle nieuw verkochte personenauto’s emissievrij moeten zijn, op basis van het huidige en het te verwachten marktvolume jaarlijks zal gaan verdubbelen. ‘Werd in 2023 nog voor 300.000 kilo aan batterijen opgehaald, in 2030 zal dat naar verwachting al om 10.000 ton gaan. Reden waarom ARN de online por talen heeft opgetuigd.’
Mijn Batterij Opgave
Kes legt uit dat met de invoering van de EUregelgeving Beheer Batterijen en Accu’s in 2008 importeurs verantwoordelijk zijn voor het inzamelen, recyclen en verantwoord verwerken van batterijen en accu’s die op de Nederlandse markt komen. ‘Met importeurs is afgesproken dat ARN namens een groot deel van hen invulling geeft aan deze richtlijn. Financiering van de kosten die hiervoor worden gemaakt vindt plaats via een beheerbijdrage die afhankelijk is van het batterijgewicht.’ Om het verplichte registratieproces van nieuwe batterijen zo eenvoudig mogelijk te maken en soepel te laten verlopen heeft ARN voor importeurs van personenauto’s, trucks en motorfietsen een tool ontwikkeld waarbij zij via het Mijn Batterij Opgave Portaal kunnen opgeven hoeveel kilo aan lithium of loodzuur batterijen zij op de markt hebben gebracht. Kes: ‘Het portaal is gekoppeld aan de data van de RDW, zodat importeurs de ingevoerde data direct kunnen checken met de data van de RDW. ARN geeft de data vervolgens weer door aan de overheid.’
Mijn Batterij Inzameling
Om aanmelding van batterijen voor inzameling en verwerking gemakkelijk te laten verlopen, heeft ARN het Mijn Batterij Inzameling Portaal gebouwd. Kes benadrukt dat dit portaal alleen bedoeld is voor batterijen uit Nederlandse voertuigen van deelnemende importeurs. ‘ARN is verantwoordelijk voor de inzameling en verwerking van oude, defecte of buiten
Janet Kes: ‘Zo’n 70 procent van het volume aan ingezamelde EV-batterijen verloopt via ons collectieve systeem’
gebruik gestelde batterijen/modules. De gegevens over de in te zamelen batterij worden doorgegeven aan de inzamelaar, waarbij wij ook in kaart brengen in welke mate een batterij ‘kritisch’ is. Dat wil zeggen: hoe groot is het risico van ontbranding en in hoeverre is de transportveiligheid voldoende. Dat is namelijk van belang voor de verpakkingsinstructie van de inzamelaar.’
Sinds 2023 zijn er inmiddels 10.000 batterijen aangemeld via Mijn Batterij Inzameling. Zijn partijen verplicht om van dit online portaal gebruik te maken of kan dat ook via andere kanalen?
Zo’n 70 procent van het volume aan batterijen dat nieuw op de markt komt verloopt via ons collectieve systeem. Sommige merken regelen de inzameling en verwerking om voor hen moverende redenen zelf. Het leeuwendeel (95%) van de batterijen die ARN inzamelt is afkomstig van dealerbedrijven en komt uit nog rijdende voertuigen. Bij 80 procent van de aanmeldingen gaat het tegenwoordig om modules in plaats van complete batterijpakketten. Als namelijk alleen een module kapot is, kan de batterij weer worden gerepareerd. Vaak is recycling van een defecte module de beste optie, want als een module om veiligheidsredenen wordt gewisseld dan is een second use toepassing niet wenselijk.
‘Het volume aan ingezamelde EV-batterijen verdubbelt elk jaar’
Wat gebeurt er met die ingezamelde batterijen? Welk deel krijgt een tweede leven en welk deel wordt gerecycled?
Ongeveer 20 procent krijgt een tweede leven en 80 procent wordt gerecycled. Recycling vindt buiten Nederland plaats, maar wel binnen Europa. We zijn overigens wel bezig via het Battery Competence Cluster, waar ik zelf actief ben als themaleider Materialen en Recycling, om samen met de betrokken partners de productie van batterijpakketten naar Nederland te halen, nieuwe activiteiten te ontwikkelen op het gebied van batterijrecycling, de concurrentiepositie van de marktleiders te versterken en veelbelovende startups te helpen uitgroeien tot succesvolle batterijbedrijven. Tijdens het recyclingproces worden batterijen ontladen, ontmanteld, vermalen, waarna de kritische materialen (kobalt, nikkel) eruit worden gehaald om als grondstof te dienen voor nieuwe batterijcellen. Recycling krijgt met het in werking treden van de Europese Batterijverordening dit jaar, als opvolger van de regeling Beheer Batterijen en Accu’s, steeds meer gewicht. Zo gaan de recyclingdoelen fors omhoog en gaan er extra eisen gelden voor materialen in batterijen. Een groter deel van de batterijen die vanaf 2031 op de markt komen moet straks bijvoorbeeld uit gerecycled materiaal bestaan. Aan de Europese Batterij
verordening zijn overigens twee nieuwe categorieën toegevoegd: EVbatterijen en batterijen voor Light Electric Vehicles (LEV’s).
Als we het hebben over een tweede leven, waar moet je dan aan denken? Dan gaat het vooral om energieopslag voor verschillende toepassingen. Denk aan evenementen, vliegvelden of het aansturen van verlichting. Zo’n batterijpakket is de facto niets anders dan een in serie geschakelde hoeveelheid cellen die je uit elkaar kunt halen om vervolgens weer op te bouwen tot iets nieuws. Een goed voorbeeld van een Nederlandse partij die zich daarin heeft gespecialiseerd is Refurb Battery. Zij geven batterijen als het ware een herbestemming. Anders gezegd: de oorspronkelijke toepassing wordt verlaten en de batterij krijgt een nieuwe andere functie. Refurb Battery begon dit circulaire proces aanvankelijk met het inzamelen van fietsbatterijen voor Stichting Open, maar heeft inmiddels al meer dan 1 miljoen batterijen kunnen redden van de shredder. Wij bekijken met hen of het mogelijk is om dit ook voor batterijen uit elektrische scooters te doen.
Uiteindelijk zou het, op basis van de nieuwe geregistreerde batterijen – en rekening houdend met de gemiddelde levensduur – mogelijk moeten zijn om een inschatting te maken van het volume aan batterijen dat jaarlijks voor een 2e leven/recycling beschikbaar komt. Gebeurt dit ook en aan welke volumes zouden we dan moeten denken?
Het aantal batterijen dat een tweede leven krijgt neemt af. Tien jaar geleden werd nog voor 80 procent van de afgedankte batterijen een second use toepassing gevonden. Inmiddels zijn die verhoudingen precies omgekeerd. Dat heeft vooral te maken met het gegeven dat de huidige batterijen die nu op de markt komen qua kwaliteit en capaciteit een factor zes beter zijn dan batterijen van pakweg zes jaar terug. Nieuwe batterijen zijn bovendien goedkoper en gaan langer mee. Ze aan het eind van hun levensduur geschikt maken voor reuse is trouwens vaak arbeidsintensief en kostbaar. Recycling is dan een meer voor de hand liggende optie. Er zal met de nieuwe batterijverordening ook een vraag gaan ontstaan naar gerecyclede materialen.
In welke mate worden de schaarse grondstoffen waaruit batterijen bestaan daadwerkelijk teruggewonnen en hergebruikt?
Samen met RAI Automotive Industry NL is ARN nauw betrokken bij het Battery Competence Cluster (BCC) dat de ambitie heeft ervoor te zorgen dat er in Nederland een ecosysteem wordt opgebouwd in de batterijwaardeketen en dat er tevens een intensieve samenwerking met de Europese batterijketen ontstaat. Tot de doelstellingen behoort ook om op het gebied van batterijrecycling in Nederland activiteiten te ontwikkelen. Het Battery Competence Cluster kent een aantal strategische pijlers: batterijsystemen voor zware mobiliteit; nieuwe batterijmaterialen en productieprocessen; recycling en hergebruik en batterijsystemen voor een duurzame energievoorziening. Samen met onze inzameling en registratieportalen voor batterijen en het partnership met het Battery Competence Cluster bouwt ARN aan een gezonde en duurzame toekomst voor batterij recycling. ●
‘Ongeveer 20 procent van de ingezamelde batterijen krijgt een tweede leven en 80 procent wordt gerecycled’
Mobiliteit: van kostenpost naar concurrentievoordeel
Slim mobiliteitsbeleid kan bedrijven naast CO2-reductie ook kostenbesparingen en winst van reistijd opleveren. Een organisatie die daarbij werkgevers resultaatgericht en kosteloos ondersteunt is Breikers. ‘Na een grondige analyse wordt bijvoorbeeld duidelijk wat het oplevert als meer werknemers vaker de fiets pakken, denk dan aan een daling in ziektedagen’, vertelt directeur Rein Aarts. Daarnaast biedt volgens hem een bredere inzet van motorfietsen en scooters een enorm potentieel. ‘De gemiddelde werknemer heeft geen idee van wat er binnen het segment motoren en scooters allemaal wordt aangeboden.’
Breikers ondersteunt werkgevers kosteloos, op basis van éénopéén advies, bij de transitie naar slimme en duurzame mobiliteit. Dat kan volgens Aarts omdat Breikers door de overheid wordt gefinancierd om publieke doelstellingen te realiseren. ‘Wij bieden werkgevers mobiliteitsadvies op maat. Daarbij luisteren we heel goed naar de motieven die werkgevers hebben om ons in te schakelen. Dat kan het vermijden van files zijn, maar tegenwoordig is het vaker vanwege verduurzaming, (reis)kostenbesparingen, parkeerplekken reduceren of het
verbeteren van de vitaliteit van werknemers.
Van analyse tot actie ‘Het begint met het maken van een gedegen analyse van het bestaande mobiliteitsbeleid. De mogelijkheden en alternatieven die dan in beeld komen, zetten we om in een concreet plan van aanpak. Dat hebben we al voor meer dan 400 organisaties in NoordHolland en Flevoland mogen doen.’
Breikers hanteert voor het leveren van een maatwerkadvies een geavanceerde mobiliteitsscan in
Rein Aarts en Martijn van Eikenhorst: ‘Als pakweg 7 procent van de verkeersdeelnemers bereid zou zijn op een andere manier naar het werk te gaan, dan zouden we al heel veel mobiliteitsproblemen oplossen.’
combinatie met een werkgeversvragenlijst. Aarts: ‘Deze analysetool geeft tevens een raming van de CO2reductie bij de inzet van verschillende vervoersmodaliteiten en de daarbij behorende kosteneffectiviteit. Aanpassing van het bestaande mobiliteitsbeleid kan bedrijven soms veel geld opleveren. Zeker als je
bedenkt dat mobiliteit voor veel werkgevers vaak de op twee na grootste kostenpost is.’
Aarts benadrukt dat het niet de bedoeling is om de werkgever te vertellen wat die moet gaan doen, maar juist het aanreiken van ingrediënten. ‘We zien vaak dat het autogebruik 90 procent is, terwijl 40 procent van de mede
werkers in een straal van 7 tot 10 kilometer van het werk woont. Daar liggen echt kansen.’
In het kader van de Europese Corporate Sustainability
Repor ting Directive (CSRD) zijn bedrijven verplicht om een duurzaamheidsrapportage uit te brengen. Ondernemingen moeten
op basis van deze richtlijn bijhouden hoe groot de uitstoot van hun wagenpark is. De richtlijn geldt verder voor het woon-werkverkeer van álle personeelsleden, dus ook voor mensen die geen auto van de zaak hebben. Welke gevolgen heeft dit in de dagelijkse praktijk voor bedrijven?
Eigenlijk zijn er twee richtlijnen.
De Europese CSRDwetgeving gaat dit jaar gelden voor bedrijven met meer dan 250 medewerkers en een omzet van meer dan 50 miljoen euro. Dit verplicht werkgevers om inzichtelijk te maken hoe groot hun totale duurzaamheidsimpact is op hun omgeving. Dan gaat het om de totale bedrijfsvoering, zoals de verwar
ming van kantoorgebouwen, het eten in de kantine en het reizen van werknemers. Allemaal zaken waar de werkgever direct invloed op heeft. Daarnaast is er voor 100+ werkgevers de nationale rapportageverplichting Werkgebonden Personenmobiliteit (WPM). De CSRDrichtlijn reikt echter verder dan WPM, aan
gezien daar ook ambities en een verbeterplan aan zijn verbonden.
Rob Soeters, die als mobiliteitsadviseur voor Breikers bij het gesprek aanwezig is, legt uit dat Breikers bij het geven van mobiliteitsadviezen uitgaat van het zogeheten STOMPprincipe(S)tappen, (T)rappen, (O)penbaar vervoer, (M)obility as a Service en (P)ersonenauto –waarmee prioriteit wordt gegeven aan meer duurzame vormen van mobiliteit. ‘Met STOMP beschikken we over een afwegingskader om gemaakte keuzes telkens opnieuw te toetsen aan de lijn die is uitgestippeld in de mobiliteitsvisie. Eigenlijk zit daar nog een element voor, namelijk hybride werken (thuiswerken). De meest duurzame kilometers zijn immers de kilometers die niet worden afgelegd.’
Rein Aarts voegt hieraan toe dat op basis van de mobiliteitsscans wordt bekeken waar een bedrijf het best op kan inzetten. ‘Dat gebeurt conform een ‘proven concept’. Dat wil zeggen: zaken eerst uitproberen. Mensen willen tenslotte niet zomaar hun reis kostenvergoeding voor de auto inleveren en gebruik maken van de fiets of het OV om vervolgens maar te zien waar het schip strandt. De praktijk laat zien dat al gauw 10 tot 20 procent van de werknemers –afhankelijk van de mate waarin de werkgever alternatieve vervoersmodaliteiten stimuleert – bereid is om anders te gaan reizen.’
Martijn van Eikenhorst: ‘Benut alle mobiliteitsvormen die er zijn en beperk je niet tot fiets, auto en OV binnen het STOMP principe, maar kijk meer naar de ‘Mobiliteitsladder’ van RAI Vereniging.’
Martijn van Eikenhorst, manager sectie Motoren en scooters van RAI Vereniging, brengt de ‘mobiliteitsladder’ ter sprake, waaruit blijkt dat de motorfiets en scooter voor praktisch iedere afstand een geschikt vervoersalternatief is. Op zijn vraag in hoeverre de gemoto
riseerde tweewielers binnen het STOMPprincipe een rol speelt, laat Soeters weten dat dit nog niet het geval is. ‘Er wordt wel naar gekeken om bijvoorbeeld elektrische scooters in deelconcepten uit te proberen, maar de slagingskans hangt sterk af van marktpartijen die dit aanbieden. Daar is nog wel wat zendingswerk
te verrichten.’ Een positieve uitzondering noemt hij de succesvolle pilot met elektrische, hybride en conventionele motorfietsen voor de politieeenheid Amsterdam die Breikers samen met sectie Motoren van RAI Vereniging heeft opgezet. Aarts merkt in dit verband op dat in de regio Groot-Amsterdam de problematiek die met automobiliteit samenhangt vooral te maken heeft met ruimtebeslag en luchtkwaliteit. ‘Overstappen op de motorfiets betekent dat op beide gebieden veel winst valt te behalen. Een tweede aandachtspunt betreft de voorzieningen, of beter gezegd het ontbreken daarvan, die bij werkgevers nodig zijn om het gebruik van fietsen of motorfietsen te stimuleren. Met name parkeervoorzieningen zijn onder de maat. Die zijn letterlijk in beton gegoten en je kunt dus niet zomaar even in een kantoorgebouw de standaard fietsenstalling ombouwen voor meer fietsen en motoren. Bovendien zijn fietsenstallingen vaak veel te klein. Dit houdt de transitie enorm tegen. Bij de ontwikkeling van nieuw vastgoed zouden daar veel ruimere eisen aan moeten worden gesteld. Dat geldt overigens ook voor de overstap naar elektrisch rijden aangezien in veel gebouwen de laadinfra ontbreekt.’
Welke kansen en voordelen biedt slim mobiliteitsbeleid werkgevers?
De mobiliteitsscan geeft een realistische raming van de CO2reductie én kostenbesparing die een onderneming kan behalen bij het kiezen van aanpassingen in vervoerswijzen. Wij kunnen duidelijk aangeven waar kansen liggen
segment motoren en scooters wordt aangeboden. Er bestaat, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de fiscale regeling om een fiets van de zaak aan te schaffen, geen aantrekkelijk instrument om het gebruik van motorfietsen een duwtje in de rug te geven. Dat zou veel werknemers over de streep kunnen trekken om met de gemo
‘Wij bieden werkgevers mobiliteitsadvies op maat aan’
en wat de kosteneffectiviteit is van een aangepast mobiliteitsbeleid. De tool kan zelfs berekenen hoeveel parkeerplaatsen er nodig zijn bij het gekozen mobiliteitsmodel. Gebleken is dat werknemers het enorm waarderen als hun werkgever meedenkt over het woonwerkverkeer en daarvoor alternatieven aanreikt. Dit past ook goed bij modern ondernemerschap en dat is bij de huidige krapte op de arbeidsmarkt niet onbelangrijk. Soms is het mobiliteitsbeleid van bedrijven gewoon gedateerd en is een upgrade wenselijk. Of men weet überhaupt niet wat er (fiscaal) allemaal mogelijk is. Daar helpen wij ze graag bij.
Uit een recent mobiliteitsonderzoek dat RAI Vereniging heeft uitgevoerd blijkt dat ruim driekwart (71%) van de werkgevers de voordelen en kansen die de motorfiets biedt voor zakelijk gebruik niet op het netvlies heeft staan. Welke kansen op duurzaamheidsgebied laten werkgevers daardoor liggen?
De gemiddelde werknemer heeft geen idee van wat er binnen het
toriseerde tweewieler naar het werk te komen. Wat wel heeft geholpen is de pilot die wij samen met sectie Motoren voor de politieeenheid Amsterdam hebben opgezet. Uit de evaluatie van de politie blijkt dat dit op het gebied van mobiliteit een van de meest succesvolle acties is geweest. Zij gaan de uitkomsten van de pilot gebruiken om het landelijke beleid van de politie te beïnvloeden. De grootste winst is nu een lagere CO2uitstoot van 30 procent ten opzichte van de auto en een besparing op parkeerplaatskosten die in veel grote steden erg zijn opgelopen.
Ligt er niet eveneens een taak voor de overheid om het gebruik van motoren meer te promoten in plaats van ze uitsluitend te gedogen?
‘Het huidige kabinet is vooral bezig om het eigen huishoudboekje op orde te krijgen’, stelt Van Eikenhorst vast. ‘Over de hele linie worden subsidies stopgezet of teruggedraaid. Dat maakt de transitie naar emissieloze motoren behoorlijk lastig. De industrie
Rein Aarts: ‘Gebleken is dat werknemers het enorm waarderen als hun werkgever meedenkt over het woon-werkverkeer en daarvoor alternatieven aanreikt.’
heeft immers massa nodig om de investeringen te verantwoorden. In Europa zien we steeds meer stimuleringsmaatregelen voor de motor komen en dat helpt enorm om steden verder te verduurzamen. Er is wel recent een uitgave verschenen van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat: ‘Met je motor naar het werk’, die veel praktische informatie biedt. Dat is een eerste stap. We hopen dat de moderne werkgever breder naar mobiliteit gaat kijken.
Duurzaam mobiliteitsbeleid vraagt vaak niet alleen om een andere mindset bij werkgevers, maar ook om een gedragsverandering bij werknemers. Wat zijn jullie ervaringen op dit gebied? De grootste fout die een werkge
ver kan maken is te denken dat je mensen een bepaald reisgedrag kan opleggen. Breikers beschikt over gedragsexperts die precies weten hoe ze werknemers moeten verleiden om van bepaalde vervoersmodaliteiten gebruik te gaan maken. Uiteraard kunnen ook campagnes effectief zijn om het reisgedrag te beïnvloeden. Een andere veel gemaakte denkfout is dat iedereen van reisgedrag zou moeten veranderen. Als pakweg 7 procent van de verkeersdeelnemers bereid zou zijn om op een andere manier naar het werk te gaan, dan zouden we al heel veel mobiliteitsproblemen oplossen. En dat is precies de groep aan wie Breikers een leuk, interessant en handig mobiliteitsalternatief wil aanbieden. ●
Ivar Jansen: ‘De cellen uit oude fietsaccu’s zijn eigenlijk altijd nog in uitstekende conditie’
Refurb Battery:
Refurb Battery controleert en hergebruikt Lithium-ion cellen uit ingezamelde fietsaccu’s en maakt ze geschikt voor allerlei toepassingen in circulaire energieopslagsystemen (CESS). Inmiddels heeft het bedrijf al bijna 2 miljoen li-ion cellen van de shredder gered en een tweede leven gegeven. ‘Met onze circulaire oplossingen ondersteunen we de verschillende vraagstukken in de energietransitie’, vertelt Ivar Jansen van Refurb Battery. ‘Denk daarbij aan het verminderen van de netcongestie en pieken in het netwerk, het terugdringen van CO2-uitstoot en het zuinig omgaan met schaarse grondstoffen. Onze energieopslagsystemen bieden een circulair, flexibel en schakelbaar alternatief.’
Het idee om Refurb Battery op te richten ontstond volgens Jansen in 2021 aan het eind van de coronaperiode. In die tijd was er een nijpend tekort aan cellen, met name aan de zogeheten 18650 cel, die veel wordt toegepast in fiets- en scooteraccu’s én in tal van andere appraten is te vinden, zoals handgereedschap, etc. ‘Wij kwamen toen in contact met een verkoper van batterijcellen van Samsung die regelmatig bij fietsfabrikanten kwam. Deze medeoprichter van Refurb Battery werkte voor een batterijenfabrikant en vroeg zich af wat er eigenlijk precies met al die fietsbatterijcellen gebeurde die al op de markt waren gebracht.’
Gered uit verbrandingsovens
‘Al snel bleek dat die allemaal door STIBAT keurig werden ingezameld voor recycling om vervolgens en masse in verbrandingsovens in Duitsland en Frankrijk te verdwijnen. Recycling was eenvoudigweg niet aan de orde, omdat fietsaccu’s überhaupt niet zijn ontworpen voor demontage of reparatie. Refurb Battery is die batterijen wel uit elkaar gaan halen en gaan testen. Toen werd al snel duidelijk dat die cellen uit oude fietsaccu’s eigenlijk bijna altijd nog in een uitstekende conditie zijn.’
Dat komt, legt hij uit, omdat fietsaccu’s nooit zwaar worden belast en altijd gelijkmatig worden geladen en ontladen. ‘En als zo’n batterij
het niet meer doet dan is de oorzaak meestal een kapot printplaatje van het Battery Management System (BMS), of het ligt aan een of twee mindere cellen die de kwaliteit omlaag trekken. Momenteel keuren wij circa 80 procent van alle fietsaccucellen in onze fabriek in Rijsbergen goed en die krijgen een tweede leven.’
Stroombuffers
Jansen benadrukt dat de ‘geoogste’ cellen geen tweede leven krijgen als fietsaccu. ‘Dat willen fietsfabrikanten niet. ‘Refurb Battery
50.000 cellen bevatten, in 12 mobiele 10 voets zeecontainers geplaatst. Die fungeren nu als energieopslagsysteem (CESS) en beschikken over een capaciteit van tussen de 380 tot 450 kWh.’
Die containers worden verhuurd als onder andere extra stroombuffer op bouwplaatsen. Denk aan aannemers of bouwbedrijven die op locatie hun elektrische grondverzetmachines moeten laden of aan bedrijven die naar een nieuw pand verhuizen en nog niet of onvoldoende op het stroomnet zijn aangesloten. Maar omdat de energieopslagmarkt flink in
‘Ons circulaire proces verlengt de levensduur van batterijcellen met een factor 3 tot 4’
bouwt deze cellen opnieuw op in een module door 320 van die cellen aan elkaar te koppelen. Via een BMS ontstaat dan een grote krachtige accu. We plaatsen twee van dergelijke modules in een tray (lade). Inmiddels hebben we 72 van die trays, die in totaal
beweging is, is er volgens Jansen ook een interessante vraag ontstaan naar wat kleinere stationaire systemen met een opslagcapaciteit van 50 tot 150 \ kWh. ‘Dat segment gaan wij eveneens faciliteren, evenals de groeiende B2Bmarkt voor thuisbatterijen.’
‘Refurb Battery wil uiteindelijk als dé recyclinghub van Li-ion batterijen in Noordwest-Europa gaan fungeren
ReUse ipv ReCycling
Refurb Battery werkt nauw samen met onder andere Stichting OPEN, Auto Recycling Nederland (ARN) en producenten zoals Accell Group. Met ARN onderzoekt Refurb Battery de mogelijkheden om op termijn ook scooteraccu’s een tweede leven te kunnen geven.
Jansen: ‘Ons proces is gericht op het maximaliseren van hergebruik en het minimaliseren van het aantal batterijen dat onnodig in verbrandingsovens terechtkomt. Accu’s worden gedemonteerd en cellen uitvoerig op kwaliteit gecheckt. Vervolgens hergebruiken we ze in maatwerkmodules, ontworpen voor circu
lariteit. Door de cellen op deze manier te hergebruiken, redden we ze van de shredder en verlengen we de levensduur van iedere cel tot wel 3 of 4 keer. Elke cel die een tweede leven krijgt voorkomt de productie van een nieuwe cel en bespaart dus energie, grondstoffen en uitstoot.’
Batterijpaspoort
Refurb Battery gebruikt voor de bouw van mobiele zeecontainers met energieopslag vooralsnog in 90 procent van de gevallen cellen uit fietsaccu’s of scooters. Met STIBAT is een overeenkomst gesloten om op hun inzamelpunt in Lelystad, waar Refurb Battery over een eigen sorteercentrum beschikt, een eerste selectie te kunnen maken. Jansen noemt het belangrijk om te vermelden dat al het afval dat bij het productieproces in Rijsbergen vrijkomt – nikkel, koper, behuizingen, etc. – allemaal verantwoord wordt gescheiden en geregistreerd. ‘Van iedere aangeboden fietsaccu weten we exact wat de ingrediënten zijn. Daarmee is de circulaire cirkel volledig rond. Bij het ontwerpproces van onze modules en trays is er bovendien rekening mee gehouden dat uiteindelijk alles weer tot en met de laatste schroef uit elkaar kan.’
Aangezien alle modules zijn voorzien van een slim BMS, dat inzicht geeft hoe iedere afzonderlijke cel presteert, is Refurb Battery in staat om slecht presterende cellen eenvoudig te traceren en vervolgens te vervangen. Verder is iedere batterijmodule voorzien van een eigen paspoort. Jansen: ‘Dit levert waardevolle data op die we niet alleen terugkoppelen naar de afnemers, maar ook naar fabrikanten en stichting Open.’
Jansen erkent dat het hele circulaire traject wel de nodige voeten in aarde heeft gehad.
‘Wet en regelgeving werkte vaak behoorlijk vertragend en we hebben regelmatig door brandende hoepels moeten springen om zaken goed voor elkaar te krijgen. Voor het opstarten van de fabriek in Rijsbergen was uiteraard een omgevingsvergunning vereist. Alleen was de PGS 37 1 en 2 richtlijn in 2021 nog niet definitief. Dit betekende dat de omgevingsdienst in Lelystad, waar onze eerste sortering plaatsvindt, er andere opvattingen op na hield dan de provincie Brabant. Dit zorgde ervoor dat het transport van batterijcellen van Lelystad naar Brabant lange tijd werd tegengehouden. Het verkrijgen van toestemming voor inpandige opslag voor
Lithiumion batterijen was eveneens een lastige klus. Die worden nu buiten in speciale containers opgeslagen.’
Europese recyclinghub
Op dit moment heeft de fabriek in Rijsbergen een behoorlijke schaalgrootte gekregen en onderzoekt Refurb Battery de mogelijkheden om het productieproces uit te breiden om ook andere batterijcellen dan die uit fietsaccu’s en scooters een tweede of zelfs derde leven te kunnen geven. ‘Het is onze ambitie om over pakweg vijf jaar als dé recyclinghub van Lithiumion batterijen voor NoordwestEuropa te gaan fungeren.’ ●
Gebruikte onderdelen zijn een slim alternatief voor nieuwe onderdelen. Met die boodschap hebben Auto Recycling Nederland, RAI Aftermarket en Stiba het initiatief genomen om hergebruik van onderdelen te stimuleren. Originele gebruikte onderdelen zijn online vindbaar, transparant geprijsd en worden met garantie geleverd.
De Nederlandse automotive sector neemt haar verantwoordelijkheid in de circulaire transitie door hergebruik van onderdelen te stimuleren. Daarom hebben bovenstaande partijen hun krachten gebundeld om hergebruik van onderdelen een vaste plek te geven bij reparatie en onderhoud van het Nederlandse wagenpark. Met als doel hergebruik van onderdelen te verdubbelen.
Vanaf nu is het mogelijk om voor veel voorkomende autoonderdelen de CO2besparing te berekenen: van productie en logistiek tot en met plaatsing. De consument kan via de website van RAI Vereni
ging (http:// www.arn.nl/co2calculator) en ARN direct zien wat het effect is van zijn of haar keuze, per type auto en per onderdeel. Zo kan hergebruik van een plaatwerk onderdeel gemiddeld al snel meer dan 80 procent CO2besparing opleveren. En de gemiddelde besparing van een origineel gebruikt onderdeel ten opzichte van een nieuw onderdeel bedraagt ongeveer 71,9 kg CO2. Dat staat gelijk aan: 19,4 dagen stroomverbruik, een vliegreis van Amsterdam naar Londen, 1.800 koppen koffie en 200 keer douchen. Er liggen dus volop kansen voor consumenten om op autokosten
Hergebruik van een plaatwerk onderdeel kan gemiddeld al snel meer dan 80 procent CO2-besparing opleveren.
te besparen. Want gebruikte onderdelen zijn in de meeste gevallen goedkoper, tot wel 60 procent ten opzichte van een nieuw
onderdeel. Ook om die reden zijn originele gebruikte onderdelen voor veel mensen een slim alternatief voor een nieuw exemplaar. ●
De verkoop van nieuwe elektrische auto’s steunt in 2025 nog sterker op zakelijke rijders, stelt ING. Volgens de economen van de bank zullen bedrijven dit jaar goed zijn voor meer dan 70 procent van de nieuwe instroom van elektrische auto’s.
Dit komt doordat zakelijke rijders kunnen profiteren van het laatste jaar met lagere bijtelling. In het vooruitzicht Automotive van ING Research constateren de onderzoekers dat
occasions in prijs zijn gedaald en daardoor naar verhouding nog aantrekkelijker zijn voor particulieren. Naar verwachting zullen er in 2025 meer dan 2 miljoen occasions van eigenaar gaan verwisselen waarmee 2025 zelfs een nieuw recordjaar kan worden.
Nu bedrijven vanwege de Europese CSRDrichtlijn moeten gaan rapporteren over emissies van zakelijk verkeer voelen zij extra druk om door te gaan met vergroenen van hun wagenpark.
Bovendien zullen eind 2025 naar verwachting extra veel elektrische auto’s op kenteken worden gezet doordat de bijtelling in 2026 naar het normale tarief wordt verhoogd van 17 naar 22 procent en de korting dan volledig vervalt.
Rico Luman, Sectoreconoom automotive bij ING laat weten dat nu het zakelijke aandeel in de nieuwverkoop naar verwachting boven de 70 procent uitkomt, het verwachte aandeel elektrisch in de nieuwverkoop – ondanks het wegblijven van particulieren – naar bijna 39 procent groeit, vergeleken met 35 procent in 2024. ●
De vergroeningsdruk en de beëindiging van de lagere bijtelling in 2026 zorgen ervoor dat het verkoopaandeel elektrisch dit jaar richting 40% gaat.
In 2050 zullen bijna alle trucks en bestelwagens in de logistiek elektrisch zijn, voorspelt de nieuwste Outlook Logistiek van ElaadNL. De Outlook beschrijft verschillende groeiscenario’s van de elektrificatie van logistieke voertuigen.
De onderzoekers van ElaadNL stellen vast dat de transitie naar batterijelektrische voertuigen nu nog in de opstartfase zit en verwachten dat er de komende jaren sprake zal zijn van een versnelling. Marktpartijen zijn allemaal overtuigd van een batterijelektrische toekomst, met name vanwege de op termijn lagere kosten. Een gevolg van deze ontwikkelingen is een grote impact op het elektriciteitsnet. Nu is nog slechts 3 procent van de bestelauto’s en minder dan 1 procent van de trucks batterijelektrisch. Volgens de outlook zal in 2050 het gehele bestelwagenpark, uitgaande van het midden en hoogscenario batterijelektrisch zijn. In het laagscenario blijft het steken op 96 procent. Voor trucks is het wagenpark
Nederland telt in 2050 naar verwachting 1,2 miljoen volledig elektrische bestelauto’s en 150.000 elektrische trucks.
tussen de 76 en 95 procent geëlektrificeerd in 2050. Uiteindelijk zal het grootste deel van het wagenpark in 2050 in alle scenario’s batterijelektrisch zijn. Het gaat naar verwachting om 1,2 miljoen volledig elektrische bestelauto’s en 150.000 elektrische trucks. In vergelijking met de vorige Outlook zal de elektriciteitsvraag in 2050 zijn toegenomen van 16,7 naar 18,4 terawattuur. Dit komt met name vanwege een op die termijn verwachte hoger elektrificatiepercentage van trucks. In de nieuwe scenario’s speelt waterstof slechts een kleine rol in nichesegmenten en bij speciale voertuigen, zo is nu de verwachting. ●
De aanleg van fietspaden in Nederland heeft ervoor gezorgd dat ongeveer 350.000 meer mensen op de fiets naar hun werk gaan, zo blijkt uit onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB).
Dit heeft ervoor gezorgd dat inmiddels een op de vier forensen de fiets naar het werk pakt. Wat meespeelt is dat mensen ook dichter bij hun werk gaan wonen, waardoor de gemiddelde woonwerkafstand 6 procent kleiner is. Ook zijn steden compacter geworden door de veranderde infrastructuur.
Het onderzoek richtte zich specifiek op vrijliggende fiets-
paden; fietspaden langs drukke wegen met een duidelijke scheiding tussen de weg en het fietspad. Een opvallende conclusie is dat hoewel fietspaden vaak de plaats innemen van rijstroken, het aantal opstoppingen van autoverkeer niet toeneemt.
De fietspaden maken het aantrekkelijker om op de fiets naar het werk te gaan. Fietsers hoeven minder om te rijden door bijvoorbeeld woonwijken, wat hun reistijden verkort. Meer forensen pakken daarom de fiets in plaats van de auto en gaan dichter bij
Een op de vier forensen pakt inmiddels de fiets naar het werk
hun werk wonen. De fietspaden zijn zo niet alleen van invloed op het verkeer, maar op de lange termijn ook op wáár in Nederland mensen gaan wonen en werken. Zo worden steden compacter, met hogere bevolkingsdichtheden en een groter banenaanbod. Fietspaden komen in de stad vaak in de plaats van rijstroken voor auto’s, omdat in steden de ruimte voor infrastructuur beperkt is. Toch leidt dit volgens het CPB niet tot meer verkeersopstoppingen, omdat forensen op de langere termijn overstappen van de auto naar de fiets. Deze verschuiving compenseert het verlies aan ruimte op de weg voor auto’s. ●
Terlouw Diesel Center in Mijnsheerenland staat bekend als specialist in diagnose van dieselauto’s en revisie van diesel onderdelen. Toch achtte directeur Peter Terlouw, tevens bestuurslid van de sectie RAI Aftermarket, de tijd rijp om de blik verder te richten en de aanwezige expertise uit te breiden naar het diagnosticeren, repareren van elektrische auto’s en reviseren van hoog voltage componenten. Dit resulteerde medio 2024 tot de officiële start van de E-Mobility divisie. Met de nieuwe loot aan de stam is het bedrijf volledig voorbereid op de toekomst, zegt Terlouw. ‘Want die is deels ook elektrisch.’
Robbin Heijerman: ‘Terlouw E-Mobility bedenkt slimme oplossingen voor problemen waarbij een klant bij de dealer duizenden euro’s kwijt zou zijn.’
Terlouw EMobility, legt uit dat de onderneming zich primair richt op de b2bmarkt, dat wil zeggen universele garagebedrijven die zich tot Terlouw wenden voor problemen waar zij zelf niet uitkomen. ‘Het kan dan gaan om uiteenlopende complexe storingen en mankementen, maar wij kunnen eveneens werkzaamheden aan het accupakket verrichten. Of, niet onbelangrijk, slimme oplossingen bedenken voor problemen waarbij een klant bij de dealer duizenden euro’s kwijt zou zijn. De stip op de horizon is om EV’s op steeds grotere schaal te gaan repareren, reviseren en testen, conform het dieselmodel.’
Terlouw zegt vooral het verschil te maken door de grote systeemkennis. ‘We kijken verder dan
klanten, die door een universele garagist zijn doorgestuurd, bij Terlouw EMobility terecht kunnen.
Volgens Heijerman zijn de zwakke punten van elektrische auto’s sterk afhankelijk van het specifieke merk. ‘Bij de eerste generatie hybride auto’s met relatief kleine accupakketten, is vaak sprake van een snelle degradatie van de accu. Daarnaast komen we ook (te) snel ontwikkelde voertuigen tegen waarbij de ontwerpkeuzes die zijn gemaakt, na pakweg 150.000 kilometer, toch niet zo duurzaam blijken.’
Hoewel Terlouw Diesel Center het volgens
Terlouw drukker heeft dan ooit, noemt hij het een logische stap om met de snelgroeiende elektrificatie van het wagenpark de kwaliteit, kennis en expertise in te zetten voor het onderhoud en reparatie van hybride en elektrische voertuigen. ‘De techniek on de motorkap van een EV is misschien anders dan bij diesel, maar de systeemkennis en procedures die nodig zijn voor het stellen van een diagnose zijn identiek en precies daarin zijn wij goed.’
Geld besparende oplossingen
Robbin Heijerman, die verantwoordelijk is voor
‘Wij kijken verder dan alleen de foutcode’
alleen de foutcode die wordt uitgelezen en we zijn volledig ingericht op grote arbeidsintensieve reparaties. Bij lokale garagebedrijven staat met name de doorloopsnelheid centraal.’ Hij benadrukt overigens dat ook particuliere
Het belangrijkste probleem waar Heijerman bij hybrides en volledig elektrische auto’s tegenaan zegt te lopen is dat de techniek in de basis zo is ontworpen dat die niet reparabel is. Daar komt bij dat complete componenten bij veel EVmerken alleen OE te bestellen zijn en dat er voor de aftermarket sowieso weinig reparatie onderdelen voor EV’s beschikbaar zijn. ‘Terlouw EMobility wil die leemte opvullen door componenten op een budgetvriendelijke manier te reviseren of te repareren om die vervolgens te voorzien van een Terlouw kwaliteitslabel. Garagisten die zich tot ons wenden moeten er immers van verzekerd zijn dat het gerepareerde of gereviseerde onderdeel aan onze normen voldoet. Daar ligt voor ons een interessante uitdaging.’ ●
Peter Terlouw (links) en Robbin Heijerman: ‘Wij willen componenten op een budgetvriendelijke manier reviseren of repareren om die vervolgens te voorzien van een Terlouw kwaliteitslabel.’
Nederlandse personenauto’s legden in 2023 119,6 miljard kilometer af. Dat is 4,3 procent meer dan in 2022, maar nog altijd 1,4 procent minder dan in 2019 voor de coronapandemie, meldt het CBS. Opvallend is dat zakelijke rijders van personenauto’s in 2023 voor het eerst meer kilometers elektrisch reden dan op diesel (incl. diesel hybrides). In totaal werd er 5,9 miljard kilometer volledig elektrisch gereden en 3,6 miljard kilometer op diesel. Inmiddels wordt bijna een kwart van de zakelijke kilometers met een elektrische auto gereden. Wel blijft de benzineauto, net als bij particulieren, favoriet.
Zakelijke rijders legden in 2023 in totaal ruim 25,5 miljard autokilometers af, gemiddeld 20.500 kilometer per auto. Terwijl de dieselkilometers terugliepen, nam het aantal elektrisch gereden kilometers juist toe. In 2018 werden de meeste zakelijke kilometers nog gereden met een dieselauto: ruim 13,6 miljard. Vijf jaar later was dat met drie kwart gedaald. Het aantal elektrische kilometers vertienvoudigde tegelijkertijd. Gemiddeld rijdt de zakelijke rijder 20.300 kilometer in een elektrische auto tegen 24.800 met een diesel. ●
Nederland beschikt binnen de EU over het grootste aantal openbare oplaadpunten. Volgens het rapport van de Europese koepelorganisatie ACEA telde Nederland in 2023 144.453 openbare laadpunten, goed voor een Europees marktaandeel van 22,8 procent. Op de tweede en derde plaats volgen Duitsland en Frankrijk met respectievelijk 120.625 (19,1%) en 119.255 (18,9%) laadpunten. In totaal staan er in de EU op dit moment 632.423 laadunits. Op basis van de ongeveer 3 miljoen personenauto’s die er op de Europese wegen rijden komt dit neer op een verhouding van 1 laadpaal per 5 auto’s. Volgens de Europese Commissie zijn er rond 2030 naar schatting 3,5 miljoen oplaadpun
ten nodig om de beoogde CO2reductiedoelen voor personenauto’s te kunnen realiseren. De prognoses van ACEA gaan echter uit van een veel hoger aantal en schat dat er tegen 2030 circa 8,8 miljoen oplaadpunten nodig zijn. Om dit te bereiken zouden per jaar 1,2 miljoen laders moeten worden geïnstalleerd, ofwel 22.438 per week. Met het toenemend aantal elektrische voertuigen in de EU, wordt ook de beschikbaarheid en strategische plaatsing van openbare snelladers langs snelwegen steeds belangrijker. Momenteel zijn er ongeveer 75.000 openbare snelladers beschikbaar. Dit komt neer op zo’n 40 BEV’s per snellader. ●
Afgelegde kilometers zakelijke personenauto’s 2023
Totaal 25,5 mrd w.v.
Benzine 13,9 mrd
Diesel 3,6 mrd
Volledig elektrisch 5,9 mrd
Plug-in-hybride 2,0 mrd LPG 0,1 mrd
Aantal laadpunten in de EU per lidstaat
De wereldwijde verkoop van elektrische personenauto’s en lichte bestelwagens is vorig jaar met 25 procent gegroeid tot 17,1 miljoen voertuigen, zo blijkt uit cijfers van het Britse onderzoeksbureau Rho Motion.
Belangrijkste motor achter de groei is de Chinese markt waar de vraag naar EV’s met 40 procent toenam tot 11 miljoen voertuigen. Een groot deel van dit verkoopvolume kwam voor rekening van de plugin hybrides (+81%), terwijl de vraag naar volledig elektrische auto’s een plus van 19 procent liet zien. De Europese markt kromp
daarentegen per saldo met 3 procent tot 3,0 miljoen EV’s. Binnen Europa waren de verschillen echter groot. Zo daalde de Duitse EVmarkt fors, mede door het afschaffen van subsidies, terwijl de verkoop van EV’s in de UK met 20 procent steeg. Noorwegen blijft de hoogste penetratiegraad van EV’s ter wereld te hebben. Eind 2024 bedroeg het verkoopaandeel van EV’s zelfs meer dan 90 procent. In NoordAmerika en Canada werden in 2024 in totaal 1,8 miljoen elektrische voertuigen verkocht (+9%). Een groei die
Het aantal gestolen voertuigen is vorig jaar met 0,7 procent toegenomen tot 20.265 voertuigen. De diefstal van personenauto’s steeg met 2 procent tot 6.500 exemplaren. Opvallend is dat het aantal gestolen vrachtauto’s sinds 2021 weer een stijgende lijn laat zien. Vorig jaar werden er 1.751 trucks gestolen (+13%). Eén en ander blijkt uit cijfers van de RDW en de Stichting Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV). Van de 1.750 vrachtwagens die in 2024 zijn verdwenen, zijn er 862 teruggevonden. Ook bij het aantal gestolen auto’s (6.500 in 2024) is het terugvindpercentage met bijna 58 procent relatief hoog, maar desondanks maakt VbVdirecteur Edwin
Karelsen zich zorgen. ‘Tien jaar geleden werden er nog meer dan 10.000 auto’s gestolen. Sindsdien hebben we er hard aan getrokken om dat aantal te laten dalen. In 2021 verdwenen er ‘slechts’ 5.897, maar sindsdien stijgt dat aantal weer. We moeten dus maatregelen blijven treffen om diefstal te voorkomen, maar ook om de opsporing makkelijker te maken. Zowel voor de autobezitter als de fabrikant. Samen kunnen we het dieven echt nog een stuk lastiger maken.’ Het diefstalpercentage van lichte bedrijfsvoertuigen nam toe met 16 procent, waarvan 46 procent werd teruggevonden.
In 2024 werden er 1.880 motoren gestolen (+4,5%). Alleen bij de
Verkoop elektrische personen- en bestelwagens in de wereld
mln (+25%)
mln (+40%)
mln (- 3,0%)
1,8 mln (+9,0%)
v/d wereld 1,3 mln (+27%)
mede werd aangezwengeld door de belastingkorting op de aanschaf van elektrische auto’s die president Donald Trump wil gaan
schrappen. In de rest van de wereld werden in totaal 1,3 miljoen EV’s verkocht (+27%). ●
scooters/bromfietsen is er sprake van een daling. Na het ‘recordjaar’ 2015, waarin maar liefst 13.696 brommers, scooters en snorfietsen zijn gestolen, is er al drie jaar op rij een daling te zien. Het diefstalcijfer voor 2024 kwam uit op 10.134 stuks (2,2%). ●
Oude tijden herleven zou Jules Deelder uitroepen bij het zien van de oude collectie oer-Hollandse fietsen die het Historisch Rijwielmuseum in Ommen herbergt. Sinds de drie initiatiefnemers Anton Wolters, Arie Broekmaat en Jan Koggel in 2017 besloten om een 20-tal verzamelde fietsen in een leegstaand pand in Ommen onder te brengen, weten steeds meer mensen de weg naar het museum te vinden. Vorig jaar waren dat er al 4.200, vertelt Dineke Broekmaat, bestuurslid van het Historisch Rijwielmuseum. De bijzondere verzameling omvat volgens haar inmiddels meer dan 100 uiteenlopende exemplaren en bestrijkt de periode van 1885 tot en met 1980. Er staat zelfs een oude werkbank met onder andere een wielrichter en oud fietsgereedschap. Broekmaat: ‘De collectie beperkt zich overigens tot fietsen met maximaal drie versnellingen. Een unicum is een exemplaar met het versnellingssysteem in de achteras; de Union 2versnellings terugtraprem. Door terug te trappen schakelt de fiets naar een andere versnelling. Een andere ware eyecatcher betreft deze ‘Safety fiets’ die kinderen in een schuur op de Veluwe hebben ontdekt. Deze fiets uit 1885 komt in de evolutie na de hoge bi en de loopfiets en is eigenlijk de eerste fiets die lijkt op de hedendaagse exemplaren. Hij heeft nog massieve banden en ook het frame is nog massief en niet hol zoals tegenwoordig. Als verlichting dient een olielampje aan de voorkant. Dat voldeed prima, want auto’s reden er toen nog niet. Het echte gouden tijdperk van de fiets brak trouwens pas een paar jaar later aan toen Dunlop de luchtband uitvond.’ Speciaal om groepen schoolkinderen te ontvangen is er in het museum een aparte educatieruimte ingericht waar zij bijvoorbeeld uitleg krijgen hoe een dynamo werkt en na de rondleiding zelf buiten kunnen rijden met een handbike of met de ‘vliegende Hollander’ uit 1900 die vooruitkomt en stuurt door een hefboom te bewegen. Verder organiseert het museum historische fietstochten. Zo wordt in april een thema expositie ingericht over ‘80 jaar bevrijding’ en vindt op 11 en 12 april de Tweede W.O Fiets Toer plaats. Het museum is van 1 april t/m eind oktober geopend. Zie voor meer info: https://www.fietsmuseumommen.nl/ of Facebook: Historisch rijwielmuseum Ommen. ●
Dineke Broekmaat
In deze rubriek laten we personen aan het woord die betrokken zijn bij of werkzaam in de mobiliteitswereld. Dit keer Bas van der Zanden, Director e-Mobility Scania Nederland.
Wat is uw favoriete vervoermiddel?
Vanuit zakelijk oogpunt is dat nog steeds de auto. Voor de kilometers die ik maak en de verscheidenheid aan bestemmingen is deze nog steeds het meest flexibel. Met de elektrische auto waarmee ik nu rijd draag ik niet alleen maximaal bij aan onze CO2 doelstellingen, maar het rijdt ook een stuk fijner en relaxter dan een brandstofauto. Dus niet alleen goed voor het klimaat, maar ook voor mijzelf.
Wat vindt u van het mobiliteitsbeleid in Nederland?
Als truckman vind ik dat er nog veel aan het mobiliteitsbeleid kan worden verbeterd. De transportbranche zit midden in één van de meest ingrijpende transities in de moderne geschiedenis en de ondernemers hebben een stabiel, helder en transparant beleid nodig. Een beleid waarmee voor de langere termijn grote investeringsbeslissingen genomen kunnen worden ontbreekt nu geheel.
Wat zou u als eerste veranderen als u het voor het zeggen had? Ik zou voorrang geven aan het weghalen van blokkades die een soepele en snelle transitie in de weg staan. Kilometerheffing zal hieraan bijdragen, net zoals het uitbreiden van de laadinfrastructuur voor trucks en het handhaven van een landelijk, éénduidig beleid rondom zeroemissie zones.
‘Transportondernemers hebben een stabiel, helder en transparant beleid nodig’
Vindt u dat het kabinet voldoende aandacht schenkt aan vervoersalternatieven, zoals de bus, de fiets of gemotoriseerde tweewielers?
Vanuit mijn truckachtergrond had ik graag meer focus gezien op de uitdagingen in de transportbranche die de verhoging van de efficiency in de weg staan. Zo is het nog steeds jammer dat Nederland niet direct meegaat in de verlenging van de Ecocombi naar 32 meter, zoals in diverse andere Europese landen.
Zou u zelf bereid zijn tenminste 1 keer per week de auto voor het werk te laten staan?
Zeker, ons bedrijf heeft een actief beleid voor wat betreft hybride
werken. Dit betekent dat er regelmatig een thuiswerkdag in de planning zit waarbij de auto de hele dag stilstaat.
Met welke politicus zou u wel eens van gedachten willen wisselen?
Toevallig heb ik kortgeleden om de tafel gezeten met Minister Barry Madlener van Infrastructuur en Waterstaat. De minister liet zich bij deze ontmoeting uitgebreid informeren over de transitie naar duurzame transportsystemen en de prioriteiten die daar, naar de visie van Scania, bij horen. Aan de orde kwamen onder andere de uitdagingen die transportondernemers ervaren bij de investering in en het gebruik
van batterij elektrische vrachtwagens, de netcongestie in laadinfrastructuur en de noodzaak voor éénduidige en consistente wet en regelgeving.
Hoe ziet het Nederlandse verkeersbeeld er over tien jaar uit? Ik hoop dat er tegen die tijd flinke stappen zijn gezet in de prioriteiten die ik eerder noemde. Transport is nog steeds een van de belangrijkste motoren van onze economie en ik hoop dat dit ook meer tot uitdrukking komt in de waardering die de transportsector verdient. Tevens hoop ik dat dan minimaal de helft van alle transport in Nederland zeroemissie plaatsvindt. ●
Als beleidsadviseur Duurzaamheid en Techniek a.i. is Jeroen de Liefde sinds medio 2023 bij RAI Vereniging actief op het snijvlak van voertuigtechniek en regelgeving. In die functie tracht hij een brug te slaan tussen de overheid en het bedrijfsleven met als doel leden op basis van Europese wet- en regelgeving en voertuigtechniek te ondersteunen in het realiseren van hun duurzaamheidsambities.
Dit betekent dat hij te maken heeft met uiteenlopende actuele dossiers. Een hot topic in de reductie van CO2uitstoot betreft bijvoorbeeld de invoering van zeroemissiezones. Hiervoor hebben 29 steden al 4 jaar geleden aangekondigd een zeroemissiezone in te gaan voeren. RAI Vereniging is nauw betrokken geweest bij het opstellen van de Uitvoeringsagenda Stadslogistiek (UAS) die dit regelt. Vanaf 1 januari 2025 krijgen nieuw geregistreerde bedrijfswagens alleen toegang tot zeroemissiezones als ze volledig uitstootvrij zijn. Oudere bedrijfswagens mogen de zeroemissiezones blijven inrijden, maar er geldt een overgangsperiode tot 2030. De Liefde: ‘Aan die overgangsperiode wordt echter gemorreld. Zo krijgen diesel bestelauto’s in emissieklasse 6 ineens nog een jaar langer toegang tot zeroemissiezones en de meest vervuilende bestelauto’s (Euro 4) mogen vanaf 1 januari 2025 nog 12 maanden de zeroemissiezones in zonder boete! Dat is zeer ongewenst, omdat veel ondernemers op basis van het voorgestelde beleid immers al investeringen hebben gedaan en er hierdoor een oneerlijk speelveld ontstaat. We hebben daarom de politiek laten weten om het ingezette beleid niet te wijzigen.’
Terugsluis Vrachtwagenheffing
Een ander belangrijk onderwerp in het verduurzamingsproces van de sector betreft de Vrachtwagenheffing die in 2026 van start zal gaan. Binnen en buitenlandse vrachtwagens gaan dan betalen voor het gebruik van de wegen tegen een naar CO2uitstoot gedifferentieerd tarief. Dit betekent dat trucks met de hoogste CO2uitstoot het meest gaan betalen en voertuigen met de laagste uitstoot het minst. ‘Het mooie aan de Vrachtwagenheffing is eigenlijk het ‘Meerjarenprogramma Terugsluis Vrachtwagenheffing 2026-2030’. ‘Dit pro
Jeroen de Liefde: ‘Wij ondersteunen en faciliteren leden met tal van activiteiten bij hun duurzaamheidsbeleid’
gramma is in nauw overleg met het ministerie van IenW en de logistieke sector tot stand gekomen, waarbij is afgesproken om de netto-opbrengsten uit de heffing, de zogeheten ‘terugsluis’, in te zetten voor de verduurzaming van de sector. Dit programma is uniek binnen het overheidsbeleid. RAI Vereniging heeft zich hier met succes voor ingezet en heeft tevens gepleit om de financiering naar voren te halen, zodat de opbrengsten al eerder dan 2026 voor de sector beschikbaar kunnen komen om te verduurzamen.’
Schoon en Emissieloos Bouwen
Om emissies in de bouw door werk, voer en vaartuigen te reduceren heeft RAI Vereniging
eind 2023 het convenant ‘Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB)’ getekend. ‘Wij vertegenwoordigen binnen dit convenant de bouwlogistieke voertuigen die uiteindelijk uitstootloos van en naar de bouwplaats moeten rijden.’
Stedelijke mobiliteit
Naast bouwlogistiek en regelgeving blijft stedelijke mobiliteit een belangrijk aandachtspunt. De Liefde benadrukt het groeiende belang van Lichte Elektrische Voertuigen (LEV’s), die zowel voor personen als goederenvervoer worden ingezet. ‘Dit zijn stuk voor stuk activiteiten waarmee wij leden helpen en faciliteren bij hun duurzaamheidsbeleid. ●
De Nederlandse fietsbranche kende in 2024 een stabiel jaar, met een lichte daling in verkoopaantallen en een solide omzetniveau. In totaal werden 858.126 nieuwe fietsen verkocht, 7% minder dan in 2023. De totale omzet kwam uit op €1,55 miljard (-4%) bij een gemiddelde van €1.809 per fiets. E-bikes blijven de drijvende kracht achter de markt en vormen een steeds belangrijker segment, zo blijkt uit het jaarlijks GFK-onderzoek dat in opdracht van RAI Vereniging en BOVAG wordt gehouden.
Het afgelopen decennium kende de fietsmarkt een sterke groei, met een piek tijdens de coronajaren. Sindsdien is de verkoop gestaag afgenomen. Aanvankelijk speelden leveringsproblemen volgens Paul Vreeburg, voorzitter sectie Fietsen van RAI Vereniging, een rol. Maar ook de consument maakt even een pas op de plaats na de COVIDpiek.
Verhouding segmenten
Ebikes blijven met een verkoopaandeel van 48 procent het dominante segment binnen de fietsmarkt. Elektrische fietsen vertegenwoordigen inmiddels bijna driekwart (72%) van de totale fietsomzet. Hoewel het aantal verkochte
ebikes vorig jaar een lichte daling liet zien, nam de gemiddelde prijs met 5 procent toe tot €2.719. Vreeburg benadrukte dat dit niet komt doordat ebikes per saldo duurder werden, maar dat consumenten vaker voor rijker uitgeruste fietsen kiezen. Van de nieuwverkoop behoort 13 procent tot de categorie fatbikes, waarvan er het afgelopen jaar 111.033 werden verkocht. Ondanks de groeiende diversiteit aan ebikes blijven traditionele ebikes – die breed worden ingezet voor woonwerkverkeer en recreatie – de ruggengraat van de markt, zowel in aantallen als qua omzet. Ook traditionele stadsfietsen blijven met een aandeel van 20 procent een belangrijk verkoopsegment.
Aandeel vakhandel 66%
De gemiddelde verkoopprijs van een nieuwe fiets steeg in 2024 met 3 procent naar €1.809. E-bikes en racefietsen behoren tot de duurdere fietsen. Twee derde van alle nieuwe fietsen wordt verkocht via fietsspeciaalzaken, waar ebikes inmiddels 63 procent van de verkochte fietsen en 82 procent van de omzet uitmaken. Tegelijkertijd winnen alternatieve verkoopkanalen zoals direct sellers en online platforms terrein. De online verkoop van fietsen daalde in 2024 met overigens met 7 procent naar 165.625 stuks. ●
E-bikes vertegenwoordigen inmiddels bijna driekwart (72%) van de totale fietsomzet.
De circulaire economie. Wie kent het niet. Het gaat erom dat we langer met onze spullen doen, en dat we spullen na gebruik hergebruiken, repareren, refurbishen en uiteindelijk recyclen. Zodat we eerst bijvoorbeeld een wasmachine tweedehands verkopen, vervolgens repareren en uiteindelijk van het ijzer weer nieuw ijzer maken en van het plastic weer nieuw plastic. Hierdoor doen we langer met onze spullen en hebben we veel minder grondstoffen nodig.
Goed voor de portemonnee, goed voor het milieu, goed voor bestaanszekerheid en we worden minder afhankelijk van landen als China. En… het is een prachtige business kans voor veel bedrijven. Juist voor bedrijven in de logistieke sector: er zijn meer stromen van goederen en dus meer logistieke bewegingen. Dus pak die kans.
netjes naar de milieustraat of een andere inzamelplek gebracht.
Meer informatie over logistiek en de circulaire economie: https://hetgroenebrein.nl/ programma/logistiekbeweegtdecirculaireeconomie/ https://www.rijksoverheid.nl/ documenten/rapporten/2022/11/22/verkennendonderzoekcopper8naarcirculairemobiliteit Https://versnellingshuisce.nl
Alleen laat de logistieke sector veel kansen vooralsnog liggen. Op een paar uitzonderingen na. Zoals Mainfreight, een wereldwijde logistiek dienstverlener gespecialiseerd in warehousing, transport en distributieoplossingen. Tot voor kort bestond hun business uit het vervoeren van goederen, die tijdelijk opslaan in een warehouse en dan zorgen voor het op tijd afleveren bij de klant. Bij het vervoeren van gamestoeltjes viel het bij het Warehouse op dat er vaak wieltjes kapot waren. Die stoeltjes werden vervolgens als kapot gemeld en vernietigd. Een medewerker kwam op het idee om in het warehouse reservewieltjes op voorraad te hebben en deze, in overleg met de klanten, op de stoeltjes te monteren en ze vervolgens weer in het proces in te brengen. Zo hoefden de stoeltjes niet te worden vernietigd maar konden ze gewoon weer de winkel in. Hierdoor vermindert de milieubelasting en het grondstoffengebruik en wordt een grote toegevoegde waarde geleverd. Zowel voor de logistiek dienstverlener, de retailer als voor de producent. Een prachtig voorbeeld van een circulair logistieke dienst. Een ander voorbeeld komt vanuit de verhuissector. Een tijd terug bestond hun business grotendeels uit het verhuizen van goederen. Voor een bepaald bedrag een inboedel van bewoners en bedrijven van A naar B brengen. Als er een oude bank tussen zat ging die naar het grofvuil. Wilde een bedrijf bureaus, dan kreeg het nieuwe bureaus en werden de oude
Inmiddels hebben diverse verhuisbedrijven een nieuwe kans gezien. Ze vervangen de oude spullen niet meer door nieuwe spullen, maar zorgen voor het revitaliseren en repareren van bijvoorbeeld meubels. Hierdoor kan dat oude bureau na reparatie weer terug naar de oorspronkelijke plek. Of kan die oude bank na reparatie weer in de verkoop.
Beide voorbeelden laten zien dat er een nieuwe businesscase ontstaat waarin bedrijven een zeer grote toegevoegde waarde leveren. Je wordt nu betaald voor het revitaliseren van producten, in plaats van per uur of kilometer. Met een hogere marge. En tegelijkertijd gaan producten langer mee, is er minder afval en neemt de leefomgeving toe in kwaliteit. En het levert nog mooi werk op ook. Kortom, een winwinwin.
Het valt mij als directeur van Het Groene Brein, medeinitiatiefnemer van Het Versnellingshuis en partner van het onderzoeksprogramma LogiCell op dat de logistieke sector, in den brede, op dit vlak vaak nog behoorlijk reactief is. Als wordt gevraagd om producten te gaan vervoeren, dan wil men wel. Maar hier gaat het niet om vervoeren, maar om het proactief zien van kansen en kijken wat je vervoert, zodat je veel meer toegevoegde waarde kan leveren. Door te repareren, producten tijdelijk op te slaan, samenwerkingen aan te gaan met spelers uit hele andere sectoren en door met producenten en retailers in gesprek te gaan. Er liggen volop. En er is genoeg steun te vinden met subsidies, hulp bij ideeën, kennis en meer. Dus ik zou zeggen, pak die kans! ●
Antoine Heideveld
Directeur Het Groene Brein
Haverman tegenwoordig
strateeg mobiliteit bij de provincie
ZuidHolland schreef het pleidooi ‘De ideale deelfiets’.
‘We zouden tien keer zoveel deelfietsen moeten hebben’, zegt OV-fiets-oprichter Ronald Haverman. ‘Maar voorlopig is het behelpen met steeds andere apps en OV-fietsen die vaak op zijn. De huidige praktijk is dus weerbarstig.’
Trend: de deelfiets
Haverman: ‘Wij denken dat een vertienvoudiging van dat aantal dagelijkse deelfietsritten van 20.000 naar 200.000 haalbaar is. Om dat te bereiken zouden er niet alleen veel meer deelfietsen moeten staan op NSstations, maar ook op andere OVknooppunten (metrostations, tramhaltes, bushaltes en stations van andere vervoerders) en op P+Rterreinen. En er moet naar de prijs gekeken worden. Elke dag een OV-fiets à vier euro vijfenvijftig is duur. Een maandabonnement zou ideaal zijn.’
BRON: FIETSERSBOND
Aparte categorie fatbikes ‘heilloze weg’
Adviesbureau DTV onderzocht in opdracht van het Ministerie van IenW de mogelijkheden om voor fatbikes een aparte voertuigcategorie in de wetgeving op te nemen of aparte regels te maken. Het adviesbureau sprak met vertegenwoordigers van BOVAG, RAI Vereniging, Fietsersbond, Inspectie Leefomgeving en Transport, RDW, SWOV, TNO, politie en de twee fatbikefabrikanten Brekr en Phatfour die beide zijn aangesloten bij convenant Veilige Fatbikes. De stakeholders zijn eensgezind over het feit dat het een heilloze weg is om juridisch onderscheid te maken tussen fatbikes en ‘normale’ elektrische fietsen. Het belangrijkste argument hiervoor is dat elk kenmerk dat gekozen wordt om onderscheid op te maken, eenvoudig te omzeilen is.
BRON: FIETSBERAAD CROW
Betaalbare mobiliteit in gevaar
Vakbonden hebben in hun ultimatum-brief volgens BOVAG dermate extreme en onrealistische eisen gesteld aan een nieuwe cao voor onder meer auto- en fietsbedrijven dat betaalbare mobiliteit voor de burger in gevaar komt. Zo tellen de eisen van vakbond FNV op tot een loonkostenstijging voor werkgevers van wel 40 procent. Kosten die 1 op 1 doorberekend zullen moeten worden in de werkplaatstarieven.
BOVAG kan en wil niet voldoen aan het ultimatum, omdat de gevraagde loonsverhogingen buitenproportioneel zijn, gegeven de situatie in de sector. Inmiddels wordt er op beperkte schaal actie gevoerd door vakbonden, waarbij opvalt dat de actiebereidheid onder monteurs beperkt is.
BRON: MEDIANET ECO
422 miljoen voor meer laadinfra
De Europese Unie heeft 422 miljoen Euro vrijgemaakt voor het uitbreiden van het netwerk van laadinfrastructuur. Het geld gaat naar 39 verschillende projecten, onder andere naar Milence en E.ON Drive. Volgens EU Commissaris Tzitzikostas, verantwoordelijk voor duurzaam transport en toerisme, leidt het geld tot het installeren van bijna 5.000 nieuwe laadmogelijkheden, inclusief 626 megawatt chargers.
BRON: TRANSPORT&MILIEU
Batterijen met zout
Onderzoekers aan de Princeton universiteit in Amerika hebben een belangrijke doorbraak gemaakt op basis van onderzoek naar batterijen. Ze zijn nu in staat om batterijen op basis van natrium (een zout) te maken die vrijwel dezelfde hoeveelheid ruimte innemen als de huidige lithium batterijen. Groot verschil is dat het mijnbouwtraject voor lithium batterijen zeer slecht is voor de planeet, terwijl het benodigde natrium gewoon uit zeewater gewonnen kan worden.
BRON: GADGERGEAR.NL
Alle data zijn onder voorbehoud. Voor een actuele update van de bijeenkomsten check de website van RAI Vereniging: www.raivereniging.nl
DRIVE FORWARD 2025
8 en 9 april
Tijdens de Drive Forward
Conferentie brengen beleidsmakers, ondernemers en innovators oplossingen in kaart voor de mobiliteit van morgen.
Automotive Campus, Helmond
2025 14 en 15 mei
De RDD is een initiatief van de leden in de reinigingsbranche van RAI Vereniging. Vertegenwoordigers van gemeentelijke reinigingsdiensten, provincies, waterschappen, afval
verwerkers en aanverwante bedrijven kunnen hier de laatste technologieën, noviteiten, trends, ontwikkelingen en producten zien, ervaren en met elkaar netwerken. Flevonice, Biddinghuizen
AUTONOOM RIJDEN, CCAM EN VERKEERSM ANAGEMENT DUITSLAND
19 t/m 22 mei
Handelsmissie naar ZuidDuits
land voor innovatieve Nederlandse bedrijven en onderzoeksinstellingen met technologieën, producten of diensten voor CCAM of verkeersmanagement. Duitsland
CLEPA MATERIALENREGELGEVING EN DUURZAAMHEIDSEVENEMENT 25 en 26 juni Frankfurt
Tijdens de Fiets Awards verkiezingen 2025, afgelopen februari, ging de titel E-bike van het Jaar naar de Koga E-F3
6.0. De Gazelle Cabby werd gekozen tot Cargobike van het Jaar. Fiets van het Jaar werd de Batavus Senz Active Exclusive. Daarnaast werden er twee Fiets Innovatie Awards uitgereikt. Die vielen toe aan Busch + Müller voor de innovatieve Briq-XL koplamp en aan ABUS voor het Yardo fietsslot dat met een vingerafdruk is te openen. De Fiets van het Jaar verkiezing en de Fiets Innovatie Awards zijn een initiatief van RAI Vereniging met als doel de innovatiekracht van de fietsindustrie breed onder de aandacht te brengen.