MOBILITY
THEMA: MENSELIJK KAPITAAL ALS MOTOR VOOR GROEI
BATTERIJ WORDT MILJARDENBUSINESS
BEHOUD MEDEWERKERS CRUCIAAL • BOSCH
SERVICE TRAINING CENTER • OOC BIEDT
MAATWERK • ZONNEPANELEN OP TRUCKS

Personeel cruciale factor in mobiliteitstransitie
FRITS VAN BRUGGEN
Algemeen voorzitter RAI Vereniging
Nederland kampt al lange tijd met een structureel nijpend tekort aan vaktechnisch personeel. Uit de verschillende interviews in deze editie, die als thema ‘Menselijk kapitaal als motor voor groei’ draagt, blijkt duidelijk dat dit eigenlijk alle sectoren binnen de mobiliteitsbranche raakt. Er zijn simpelweg te weinig monteurs, vrachtwagenchauffeurs, IT-specialisten, etc. beschikbaar. En die zijn hard nodig om alle duurzaamheidsambities waar ons land voor staat te kunnen realiseren.
Voor de top van de Nederlandse automotive industrie voldoende reden om de noodklok te luiden en de overheid aan te sporen tot een actief industriebeleid. Mede op initiatief van RAI Vereniging werd daarom eerder dit jaar de ‘Versnellingsagenda Automotive Industry’ aan de minister van Economische Zaken Dirk Beljaarts aangeboden.
Deze agenda benadrukt het strategisch belang van de sector voor de Nederlandse economie en bevat concrete voorstellen om de positie van ons land als koploper in duurzame mobiliteit te consolideren en te versterken. Het doel is om de duurzame transitie van de sector niet alleen op technologisch vlak, maar ook economisch te verankeren en op die manier tienduizenden banen in Nederland te behouden en uit te breiden. Want zonder voldoende en goed opgeleide vakmensen dreigt ons land achterop te raken, komt de koppositie van de Nederlandse automotive maakindustrie in gevaar en raken de klimaatdoelstellingen uit beeld.










Verder zet RAI Vereniging zich in voor duurzame inzetbaarheid en het behoud van vaktechnisch personeel en potentieel talent binnen de carrosseriebranche (zie pag. 13) Dat gebeurt door middel van het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Carrosseriebedrijf (OOC), een samenwerkingsverband van werkgeversorganisaties, RAI CarrosserieNL en BOVAG, alsmede de vakbonden FNV Metaal, CNV Vakmensen en De Unie. Werkgevers en medewerkers in de carrosseriebranche kunnen bij het OOC aankloppen voor onafhankelijk en kosteloos advies en ondersteuning. Zodat zij kunnen inspelen op (arbeidsmarkt)ontwikkelingen en de instroom en behoud van personeel kunnen waarborgen en bevorderen. En dan is er natuurlijk nog Innovam, waarvan RAI Vereniging partner is (zie pag. 10). Innovam fungeert zo ongeveer als ‘klaslokaal voor de mobiliteitsbranche’.
‘We moeten de instroom van voldoende nieuw talent borgen'
Om de sector toekomstbestendig te houden biedt Innovam een breed palet aan complete leerprogramma’s aan voor technici via importeurs, (dealer)ketens en toeleveranciers. Deze voorbeelden laten zien dat RAI Vereniging zich binnen alle mobiliteitsgeledingen maximaal inspant om ervoor te zorgen dat er voldoende nieuw talent instroomt om aan de klimaatambities te kunnen voldoen en de ingezette route naar emissievrije mobiliteit soepel te laten verlopen. In dat kader heeft RAI Vereniging ook besloten om als partner van EV Experience de krachten te bundelen teneinde elektrisch rijden voor een zo breed mogelijk publiek tastbaar, begrijpelijk en aantrekkelijk te maken.
Voor RAI Vereniging reden om in verschillende organisaties te participeren, zoals ACE Mobility, Innovam en OOC en te investeren in onderwijsinnovatie. Zo valt op pag. 7 te lezen dat ACE Mobility, mede opgezet door RAI Vereniging, zich toespitst op vier werkgebieden: onderwijs- en talentontwikkeling, innovatie en onderzoek (R&D), Human Capital en een leven lang leren. ACE Mobility is betrokken bij tal van initiatieven die gezamenlijk meer dan een miljard euro aan innovatie-investeringen vertegenwoordigen, waarvan een aanzienlijk deel betrekking heeft op Human Capital.
Tijdens de EV Experience op 2,3 en 4 oktober op het Circuit van Zandvoort, kunnen bezoekers zelf ervaren wat er op het gebied van elektrisch vervoer, emissievrije oplossingen en autonoom rijden beschikbaar en mogelijk is. Het partnership is erop gericht om de vele duizenden bezoekers aan het evenement te inspireren, drempels weg te nemen en het gesprek over de toekomst van mobiliteit aan te gaan. Graag nodig ik iedereen uit om op de EV Experience de kracht van elektrisch rijden te voelen, inspiratie op te doen en zelf kennis te maken met de verschillende elektrische aandrijflijnen. Tot 2, 3 of 4 oktober! ●


ECO-TRENDS - pag. 21
Uitstoot fijnstof wegverkeer ruim 16 procent gedaald in tien jaar.
IN DE SPOTLIGHTS - pag. 22
Van den Born; koploper in maatwerkoplossingen lichte bedrijfswagens.


MARKTANALYSE - pag. 24

De Nederlandse tweewielermarkt blijft accelereren, zo blijkt uit Kerncijfers Tweewielers van RAI Vereniging en BOVAG.
EUROPA IS HANDEL!


GO!FACTOR - pag. 26
Passie voor mountainbiken deed Jeroen van Roekel besluiten een eigen MTB-museum op te richten.

6
Jaarlijks verkoopt Broshuis, de specialist in het vervaardigen van klantspecifieke trailers en opleggers voor zwaar transport, zo’n 1.000 voertuigen, waarvan de bulk is bestemd voor buitenlandse afnemers. Dit betekent volgens algemeen directeur Pieter-Bas Broshuis dat uniforme Europese weten regelgeving ten aanzien van bijvoorbeeld typegoedkeuringen, toelatingsen voertuigeisen voor het bedrijf van levensbelang zijn. Hij is van mening dat er in Brussel op dit gebied nog flink wat werk valt te verrichten. Een Euroscepticus is Broshuis echter allerminst. “Wat mij betreft is er nog veel te weinig Europa, want zonder Europa geen handel!”
Batterij wordt miljardenbusiness
De batterij wordt één van de belangrijkste onderdelen voor de energietransitie. Voor de Nederlandse hightechindustrie biedt dit veel kansen. Maar om de innovatie-ambities in de Nederlandse batterijketen te realiseren is de beschikbaarheid van technisch en IT-talent cruciaal, zegt Thomas van Berkel, Programma Manager Human Capital bij ACE Mobility. ‘Het batterijdomein is een goed voorbeeld van wat wij vanuit ons Human Capital programma doen om dit te bewerkstelligen. Human Capital is, samen met de technologische innovaties, immers de sleutel voor de maatschappelijke transities.’
Innovam: behoud van medewerkers is cruciaal

10
UITGESPROKEN- pag. 27
Frank Bouman, medeoprichter en eigenaar Jifeline, geeft zijn mobiliteitsvisie.
AUTO-INDUSTRIE GEBAAT BIJ MÉÉR EUROPA
Voor de autobranche kan Europa niet Europees genoeg zijn, vindt Wijnand de Geus, secretaris afdeling Auto’s van RAI Vereniging. Autofabrikanten verkopen immers geen auto’s per land, maar per continent. Daarom moet eigenlijk alles Europees geregeld zijn, van milieueisen, recyclingeisen en brandstofnormen tot en met veiligheidseisen. Europa heeft volgens De Geus bijgedragen aan de luchtkwaliteit en een schoon voertuigpark. “We zijn nu zover dat vrachtwagens qua vervuilende emissies helemaal schoon zijn.”
COLOFON
Redactieadres
GO!Mobility is een uitgave van RAI Vereniging, postbus 74800, 1070 DM Amsterdam, telefoon (020) 504 49 49, www.raivereniging.nl.
GO!Mobility
Postbus 77777
1070 MS Amsterdam
Bezoekadres: Europaplein
1078 GZ Amsterdam
Tel. 020-549 12 12
E-mail: m.timmer@railangfords.nl
GO!Mobility verschijnt 3 keer per jaar en is o.a. bestemd voor politici, overheidsinstanties, de media en leden van RAI Vereniging. Verspreiding vindt plaats op basis van controlled circulation.
GO!Mobility is ook als digitaal magazine te lezen op www.raivereniging.nl
opgeslagen
Medewerkers
PRODUCTIE
Sjoerd van der Linden, Hans van Baalen
Markant Media
Ontwerp: PWAD Amsterdam
Vormgeving: Van Munster & Bos
REDACTIE
Menno Timmer, hoofdredacteur
Fotografie: Ton van Til, Johan Peter van der Stouwe, Studio Gemini, Hollandse Hoogte
Illustraties: Onno Kortland
REDACTIERAAD
Druk: W.C. den Ouden
ISSN: 2212-8182
Jeroen van de Braak, Tom van Steijn, Chantal Roelofs, Nadieh van Kesteren en Linda van Dijk

Hoewel het tekort aan arbeidskrachten in algemene zin nijpend is, heeft de mobiliteitssector volgens Leo Fransen, directeur van Innovam, één voordeel. De instroom op mbo-niveau is namelijk relatief stabiel. ‘Het probleem in de sector zit niet aan de voorkant – de instroom van vakmensen – maar aan de achterkant; de uitstroom’, zegt hij. ‘We moeten voorkomen dat grote groepen werknemers jaarlijks overstappen naar een andere werkgever.’
REDACTIEADRES
GO!Mobility
Markant Media
César Francklaan 12 1272 EC Huizen
E-mail: markantmedia@kpnmail.nl www.markant-media.com Tel. 06-551 35 559
MEDEWERKERS
Sjoerd van der Linden
Ontwerp: Studio Baba Anousch (Iwan Daniëls)
Vormgeving: MB voorheen VMTB
Fotografie: Ton van Til, iStock
Illustraties: Onno Kortland
Druk: Drukkerij Aeroprint
ISSN: 2212-8182
© 2025 RAI Vereniging - alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere wijze, in elke vorm, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Dit magazine is gedrukt op duurzaam papier.

Jeroen de Liefde nieuwe sectiemanager
Zware Bedrijfswagens
Jeroen de Liefde is per 1 mei benoemd tot sectiemanager Zware Bedrijfswagens bij Koninklijke RAI Vereniging.
Jeroen de Liefde heeft een lange en brede ervaring in de mobiliteitswereld. Sinds 2023 is hij werkzaam bij RAI Vereniging waar hij eerder de functie vervulde van beleidsadviseur Duurzaamheid en Techniek. Hij heeft daar zich ingezet voor de collectieve belangen voor de trucksector en zich intensief beziggehouden met onder andere de vrachtwagenheffing en de invoering van zero-emissiezones.
Rogier van de Garde, voorzitter sectiebestuur Zware Bedrijfswagens, is blij met de komst van Jeroen. “Er is veel werk aan de winkel voor Jeroen. De trucksector staat onder druk door de transitie naar zeroemissie. Alleen een
heldere consistente duurzaamheidskoers met de juiste randvoorwaarden en een adequate financiering kan de opschaling naar emissieloze trucks versnellen. De route naar emissieloos transport bevindt zich nog in een beginfase, goed dat Jeroen daar voor onze sectie een voortrekkersrol in kan vervullen”.
De Liefde neemt de rol van sectiemanager Zware Bedrijfswagens over van Sacha Boedijn. Zij blijft actief als sectiemanager Personenauto’s en Lichte Bedrijfswagens en krijgt een extra coördinerende rol binnen RAI Vereniging ten behoeve van alle secties. ●

Flinke groei onderhouds- en reparatiemarkt personenauto’s
De onderhouds- en reparatiemarkt van personenauto’s is vorig jaar met 7,4 procent toegenomen tot 4,8 miljard euro, zo blijkt uit de BOVAG-RAI Aftersales Monitor. De groei kwam tot stand ondanks een daling van het aantal onderhoudsmomenten met 1,6 procent tot 13,2 miljoen in 2024.
De jaarlijkse onderhoudskosten namen volgens de monitor afgelopen jaar met 6 procent toe tot 743 euro per auto. Conventionele brandstofauto’s vertegenwoordigen met 86 procent nog steeds het grootste deel van de onderhouds-

markt. EV’s zorgen voor 2 procent van de omzet, terwijl het omzetaandeel van (P)HEV’s ten opzichte van 2021 met een factor vier is toegenomen tot 12 procent. Het gemiddelde jaarlijkse onderhoudsbedrag van een elektrische auto (332 euro) is nog steeds aanzienlijk lager dan dat van een brandstofauto (798 euro). Dit verschil wordt deels veroorzaakt doordat een elektrische motor ander onderhoud vereist. Ze beschikken bovendien over minder slijtagedelen, hebben geen olie(filters)
De gemiddelde jaarlijkse onderhoudskosten per auto bedroegen vorig jaar 743 euro.
nodig en elektrische auto’s zijn over het algemeen jonger. Eind 2024 was de gemiddelde leeftijd van benzineauto’s in het Nederlands wagenpark 13,7 jaar, terwijl de gemiddelde leeftijd van elektrische auto’s 2,8 jaar bedroeg. Ook het aantal onderhouds- c.q. reparatiemomenten dat jaarlijks nodig is voor een elektrische auto ligt met 1,4 (nog) aanmerkelijk lager dan dat van een brandstofauto (2,2). Het aantal onderhoudsmomenten bij onafhankelijke garagebedrijven laat vergeleken met dealers een stijgende lijn zien. In de eerste helft van 2024 bedroeg het aantal onderhoudsmomenten bij universele garagisten 2,8 miljoen en bij dealerbedrijven 2,0 miljoen. Voor de tweede helft van 2024 lagen die verhoudingen op 2,5 miljoen onderhoudsmomenten bij onafhankelijke autobedrijven en 1,9 miljoen bij dealers. ●
Jan Hendrik Dronkers ontvangt Gouden RAI Wiel 2025
Jan Hendrik Dronkers, secretaris-generaal bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, heeft tijdens het jaarlijkse Mobiliteitsdiner van RAI Vereniging Het Gouden RAI Wiel 2025 ontvangen als bekroning voor zijn decennialange inzet op het gebied van mobiliteit en infrastructuur. De prijs werd uitgereikt door Mark Harbers, voormalig Minister van Infrastructuur en Waterstaat.
Jan Hendrik Dronkers is een ervaren en gerespecteerde bestuurder die zich al jarenlang inzet voor de verbetering van de mobiliteit en infrastructuur in Nederland. Hij vervult bij het ministerie van IenW een sleutelrol bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid op het gebied van mobiliteit, infrastructuur en duurzaamheid. Onder zijn leiding heeft het ministerie belangrijke stappen gezet richting een duurzamer en efficiënter mobiliteitssysteem in Nederland.
Voor zijn huidige functie was Dronkers sinds 2010 directeur-generaal bij Rijkswaterstaat, waar hij betrokken was bij het aansturen van complexe en invloed-

rijke projecten, zoals het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT), de Westerscheldetunnel en de Maasprojecten. Zijn strategisch inzicht en daadkrachtige aanpak hebben bijgedragen aan de succesvolle uitvoering van deze projecten, die van groot belang zijn voor de bereikbaarheid en toekomstbestendigheid van de Nederlandse infrastructuur.
Bij het ministerie van IenW heeft Dronkers zich vanaf 2017 verder onderscheiden door zijn rol in de herstructurering van ProRail, waarbij hij de organisatie omvormde van een eigenaarsrol naar een Zelfstandig Bestuursorgaan (ZBO). ●
RAI Vereniging en EV Experience bundelen krachten
De overgang naar emissievrij vervoer gaat niet vanzelf. RAI Vereniging en EV Experience slaan de handen ineen om elektrisch rijden voor een breed publiek tastbaar, begrijpelijk en aantrekkelijk te maken. Als maatschappelijk partner van de EV Experience brengt RAI Vereniging kennis en netwerk samen om de dialoog over elektrisch rijden te voeren op de plek waar beleid, markt en praktijk samenkomen.
Met het partnerschap versterken RAI Vereniging en EV Experience elkaars krachten. De EV Experience biedt een podium waarop bezoe-

kers elektrisch vervoer en emissievrije oplossingen zelf kunnen ervaren. De hoofdrol is weggelegd voor de elektrische auto, maar ook andere vormen van mobiliteit zijn goed vertegenwoordigd – van elektrische fietsen, cargobikes, scooters, motoren, bedrijfswagens tot elektrische trucks. Meer dan tien bedrijfswagenmerken, zeven e-truck-merken, vijftig automerken en een groot aantal merken e-bike-merken van elektrische fietsen, motoren, cargo bikes en light electric vehicles maken op de EV Experience duidelijk hoe groot het aanbod al is en welke mogelijkheden er al zijn. De samenwerking is erop gericht om duizenden bezoekers te inspireren,
drempels weg te nemen en het gesprek over de toekomst van mobiliteit op tafel te leggen. De overgang naar elektrisch rijden bevindt zich volgens Fries Heinis, directeur van RAI Vereniging, in een cruciale fase. ‘Tijdens de EV Experience (2 t/m 4 oktober) ervaart iedereen zelf hoe toegankelijk en aantrekkelijk elektrisch rijden inmiddels is. Dat helpt om de overstap te versnellen. Wij pleiten er bij de overheid actief voor om elektrisch rijden ook de komende jaren te blijven stimuleren en de randvoorwaarden op orde te brengen. Als maatschappelijk partner van de EV Experience gaan we bewust de dialoog aan met overheid en politiek, om samen de condities te creëren die nodig zijn om de energietransitie te versnellen.’ ●

Thomas van Berkel: ‘Human Capital is, samen met de technologische innovaties, de sleutel voor de maatschappelijke transities.
Batterij wordt miljardenbusiness
Inzet Human Capital cruciaal voor toekomstbestendige batterijsector
De batterij wordt een van de belangrijkste onderdelen voor de energietransitie. Voor de Nederlandse hightechindustrie biedt dit veel kansen. Maar om de innovatie ambities in de Nederlandse batterijketen te realiseren is de beschikbaarheid van technisch en IT-talent cruciaal, zegt Thomas van Berkel, Programma Manager Human Capital bij ACE Mobility. ‘Het batterijdomein is een goed voorbeeld van wat wij vanuit ons Human Capital programma doen om dit te bewerkstelligen. Human Capital is, samen met de technologische innovaties, immers de sleutel voor de maatschappelijke transities.’
ACE Mobility staat voor ‘Automotive Center of Expertise’. Deze organisatie, mede opgericht door RAI Vereniging, is ruim 11 geleden ontstaan als een publiek-privaat samenwerkingsverband (PPS) tussen de automotive hogescholen (hbo’s) en het werkveld, met een scherpe focus op maatschappelijke uitdagingen. Binnen ACE Mobility wordt geïnvesteerd in onderwijsinnovatie, een leven lang leren, en onderzoek/innovatie. ACE Mobility kent vier operationele gebieden in de organisatie: innovatie & onderzoek (R&D), Human Capital, onderwijs- en talentontwikkeling en een leven lang leren.
Dubbele transitie
De automotive- en mobiliteitsindustrie ondergaat volgens Van Berkel op dit moment een dubbele transitie naar duurzaamheid en digitalisering. ‘Als intermediaire organisatie bewegen wij met deze ontwikkelingen mee. De afgelopen jaren is ACE Mobility zich steeds meer gaan richten op het Human Capitaldomein, waarin wij graag een sturende rol op het snijvlak van onderwijs-arbeidsmarktinnovatie vervullen.
Human Capital uitdagingen
Hij wijst erop dat ACE Mobility is betrokken bij tal van initiatieven die gezamenlijk meer dan
een miljard aan innovatie-investeringen vertegenwoordigen. ‘Daarvan heeft een aanzienlijk deel betrekking op Human Capital. Denk daarbij aan de inrichting van omgevingen en proeffabricagelijnen die tegelijkertijd ook allemaal gerichte Human Capital investeringen omvatten. Daarbinnen is ACE Mobility verantwoordelijk voor ruim 50 miljoen euro aan gerichte Human Capital activiteiten.’ Om de Human Capital uitdagingen te illustreren, rekent Van Berkel voor dat er alleen al in het batterijdomein een ecosysteem moet worden ontwikkeld dat in staat is 10.000 arbeidsplaatsen in te vullen en tevens een veelvoud daarvan aan om- en bijscholing moet kunnen faciliteren. ‘Daar is iedereen in de Human Capital keten voor nodig. Zeker als je bedenkt dat bijvoorbeeld in
‘Er is geen eenduidige, snelle oplossing voor de krapte op de arbeidsmarkt’
een aanpalend terrein als laadinfrastructuur ook nog eens zo’n 14.000 fte’s nodig zijn.’
Lespakket basis batterijtechnologie
ACE Mobility is daarom een aantal jaren geleden gevraagd een methodologische aanpak te ontwikkelen voor de opschaling van zowel de batterijtechnologie in Nederland, die aansluit op de Nationale Batterijstrategie, zoals voor bijvoorbeeld: Cooperative, Connected and Automated Mobility (CCAM), Waterstof en Duurzame Elektronica. ‘Het doel van de door ons ontwikkelde Human Capital Agenda is om voldoende gekwalificeerde professionals op te leiden en continu bij te scholen, zodat ze kunnen inspelen op technologische innovaties. Door een ecosysteemaanpak met een brede variëteit aan samenwerkende partners is het mogelijk om kennis te delen en tegelijkertijd veel concrete interventies te implementeren. Zo wordt niet alleen het tekort aan technisch personeel aangepakt, maar ook de duurzame groei en innovatiekracht van de sector versterkt.’ Een aansprekend voorbeeld noemt Van Berkel de creatie van een compleet lespakket op mbo-niveau 3-4 over basis batterijtechnologie. ‘Daarmee realiseren we een zeer gewenste basisopleiding in batterijtechnologie die voor zowel studenten als professionals nog ontbrak. Dit lespakket zal de komende
periode – onder andere via een speciaal opgezette transitiehub op de Automotive Campusbeschikbaar komen voor mbo-instellingen en LLO (Leven Lang Ontwikkelen) onderwijs.’
Bijdrage Nationaal Groeifonds
In ronde drie van het Nationaal Groeifonds heeft het Battery Competence Cluster – NL een subsidieaanvraag ingediend voor het versterken van de batterijketen waarbij bedrijven en kennisinstellingen gezamenlijk nieuwe duurzame batterijen ontwikkelen en op de markt brengen. Dat is, vervolgt Van Berkel, belangrijk voor het verduurzamen van mobiliteit en het draagt bij aan de economische ontwikkeling en het verbeteren van de internationale positie van Nederland. ACE Mobility heeft binnen deze aanvraag, samen met Brainport Development, het Human Capital werkpakket opgezet. Met als doel de instroom, ontwikkeling en behoud van technisch talent, dat nodig is voor het realiseren van de doelstellingen van het voorstel, te bevorderen. Van Berkel: ‘Het programma is opgezet met een langetermijnvisie en een integrale aanpak. Inclusief activiteiten zoals trainingsprogramma’s voor het bij- en omscholen van medewerkers, traineeship-programma’s voor nieuw talent en begeleidingsprogramma’s voor nieuwe bedrijven in de batterijsector die moeten leren hoe ze met H.R.- uitdagingen omgaan. Een ding is namelijk zeker: er is geen eenduidige, snelle oplossing.’
Modern werkgeverschap cruciaal
Alle mogelijke oplossingen die nodig zijn om de krapte op de arbeidsmarkt binnen de bat-


‘Alleen al in het batterijdomein moet een ecosysteem worden ontwikkeld dat in
arbeidsplaatsen in te vullen.
terijsector aan te pakken liggen op tafel, beklemtoont Van Berkel. ‘Niet alleen moeten onderwijsinstellingen hun opleidingsprogramma’s beter gaan afstemmen op de vraag van de industrie, ook het behouden van personeel is cruciaal. Dat gaat niet vanzelf, maar vraagt om modern werkgeverschap. Het opzetten van

is
uitsluitend actieprogramma’s met interventies is niet toereikend. Als werkgevers daar niet in meegaan, dan gaat het niet lukken. We nemen bedrijven daarom mee in H.R.- innovaties en in modern werkgeverschap. Dit betekent dat zij aan de slag moeten met thema’s als Leven Lang Leren en Ontwikkelen, remote working en

parttimebanen. Dat zijn oplossingen waarmee je mensen langer aan je kunt binden. Het is onze rol om de hele industrie sterk, wendbaar en toekomstbestendig te maken.’
VDL defensiefabriek
Hij legt uit dat als Nederland hoogwaardige maakindustrie wil behouden, er wel wat moet veranderen. ‘Dan volstaan ad-hocoplossingen niet langer, maar staat langetermijndenken centraal. Het ad hoc op korte termijn invullen van vacatures is niet de enige prioriteit. Het blijft nodig om verder te kijken dan de waan van de dag om zo te bouwen aan de toekomst, zodat er voldoende talent beschikbaar blijft voor de langere termijn.’ Een goed voorbeeld van een bedrijf dat flexibel weet in te spelen op geopolitieke en demografische ontwikkelingen noemt Van Berkel VDL Nedcar. De grotendeels leegstaande autofabriek in Born wordt het vlaggenschip van de versnelde samenwerking tussen Defensie en andere bedrijven in Nederland. ‘Dat kan alleen omdat zij over juiste expertise, kennis, competenties, capaciteit en infrastructuur beschikken en met hoge kwaliteit kunnen produceren. Dankzij die snelle omschakeling en aanpassingsvermogen behoudt VDL Nedcar haar maatschappelijke waarde. Wij zien in de mobiliteitsbranche tal van bedrijven vergelijkbare bewegingen maken en die zullen we als ACE Mobility moeten ondersteunen.’
Scholing hele keten
Met het ontwikkelen van nieuwe batterijen, gaan ook andere thema’s belangrijk worden, zegt Van Berkel. Een groeiend aanbod van

voertuigen met geavanceerde batterijsystemen betekent immers dat er tegelijkertijd uitdagingen komen voor bijvoorbeeld recycling en sloop. ‘Ook daar moeten bijscholingsprogramma’s voor komen. Er zijn dus veel disciplines waar we breed mee aan de slag moeten. Niet alleen is er het technische traject waarin mensen bijscholing moeten krijgen, maar daarnaast alles wat daarmee samenhangt. Denk aan infrastructuur, logistiek, veiligheid en wet- en regelgeving. Iedereen moet mee en we moeten blijven vooruitplannen om de waardeketen te ondersteunen en in staat te stellen haar unieke positie te kunnen behouden.’
Internationale samenwerking
Daarnaast is het naar het oordeel van Van Berkel van groot belang om ook op internationaal niveau een rol in de keten te vervullen en oplossingen te vinden die complementair en toepasbaar zijn in Nederland. ‘Op het vlak van Human Capital bevindt de batterijsector zich ten slotte niet op een eiland en er is daarom voortdurend aandacht voor de internationale samenwerking in Europa. Bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs, onderzoek en training. Want daar zit ons verdienvermogen: het behoud en wendbaarheid van onze industrie.’ Om zich op het internationale podium zo goed mogelijk te positioneren en tegelijkertijd als regio’s van elkaar te kunnen leren, hebben ACE Mobility en RAI Automotive Industry NL hun samenwerking recentelijk via het ondertekenen van een Memorandum of Understanding (MoU) verstevigd. Op nationaal en internationaal niveau werken beide organisaties samen door onder andere repre-

sentatie op toonaangevende beurzen, congressen en gezamenlijke deelname in consortia. Eerder werd, vervolgt Van Berkel, al samenwerking gezocht in het opzetten van de Automotive Learning Community en de initiatieven die voortvloeien uit het Nationaal Groeifonds waarvoor RAI Automotive Industry NL met Brainport Development mobiliteitsvoorstellen initieert en ACE Mobility de Human Capital werkpakketten organiseert. ‘Op deze manier leggen wij een gezonde basis voor de toekomst die moet resulteren in een nog betere en bredere ondersteuning voor onze leden en partners.’
Lange termijn ontwikkeling
Om de lange termijn ontwikkelingen binnen de batterijsector te ondersteunen, start Van Berkel een promotieonderzoek naar de toepassing van het ‘Human Capital Readiness Levels-framework.’ Dit onderzoek richt zich op het creëren van een generiek en uitwisselbaar raamwerk dat human capital-uitdagingen in technologische domeinen met elkaar verbindt en bestaande en toekomstige initiatieven beter op elkaar laat aansluiten. Door structuren en controlepunten binnen human capital-ecosystemen helder te definiëren en uitwisselbaar te maken, kan de impact op zowel arbeidsmarktontwikkeling als technologische innovatie naar zijn oordeel aanzienlijk worden vergroot. ‘Dit systeem overstijgt de batterijsector en biedt een bredere visie op hoe investeringen in Human Capital kunnen bijdragen aan een duurzame en wendbare economie, waarin talent optimaal wordt ingezet en gericht wordt gestuurd op de behoeften van de toekomst.’ ●

Sluiten achterdeur belangrijker dan stimuleren instroom
Innovam: behoud van medewerkers is cruciaal
Hoewel het tekort aan arbeidskrachten in algemene zin nijpend is, heeft de mobiliteitssector volgens Leo Fransen, directeur van Innovam, één voordeel. De instroom op mbo-niveau is namelijk relatief stabiel. ‘Het probleem in de sector zit niet aan de voorkant – de instroom van vakmensen – maar aan de achterkant; de uitstroom’, zegt hij. ‘We moeten voorkomen dat grote groepen werknemers jaarlijks overstappen naar een andere werkgever.’
‘Om verlies aan menselijk kapitaal te voorkomen moeten we dus de achterdeur dicht houden. Daarvoor is het cruciaal om de kwaliteit van het werkgeverschap bij bedrijven te verbeteren.’ Innovam werkt nauw samen met Stichting OOMT en BOVAG om ondernemers in hun rol als werkgever te ondersteunen om zo talent aan zich te binden. ‘Investeren in mensen geeft ze een reden om te blijven. Je slaat twee vliegen in één klap: de kwaliteit gaat omhoog en de stabiliteit van het team stijgt.
Klaslokaal mobiliteitsbranche
Innovam geldt in Nederland als de grootste opleider in de mobiliteitssector. Om de branche toekomstbestendig te houden biedt de organisatie een breed palet aan complete leerprogramma’s voor technici via importeurs (dealer)ketens en toeleveranciers. Het totale aanbod omvat inmiddels ruim 150 opleidingen. Jaarlijks volgen zo’n 45.000 mensen een cursus of training bij Innovam. Daarnaast neemt Innovam per jaar rond de 50.000 examens af en verstrekt cer tificaten en fungeert daarmee als ‘klaslokaal’ voor de mobiliteitsbranche.
Er zijn binnen Nederland tal van instituten die opleidingen voor de mobiliteitssector aanbieden. Wat maakt Innovam onderscheidend? Wie kunnen er allemaal bij Innovam terecht? Wij doen veel meer dan het verzorgen van trainingen en opleidingen. Voor het opleidings- en certificeringstraject van professionals werkt Innovam nauw samen met verschillende importeurs, zowel nationaal als internationaal. We verzorgen complete opleidingsplannen en bieden administratieve ondersteuning. En we stellen importeurs in staat om voor hun eigen (praktijk)trainingen gebruik te maken van onze moderne faciliteiten. Innovam werkt met opleiders uit de praktijk en is in alle scha-
kels van het opleidingstraject actief – van de instroom via de ROC’s, bijscholing en examinering tot en met certificering. We kunnen bovendien snel inspelen op technologische veranderingen. In een speciale state-ofthe-art Extended Reality-studio ontwikkelen we interactieve leermaterialen, zodat toekomstige professionals kunnen kennismaken met Virtual Reality, Augmented Reality en 3D-printtechnieken. Last but not least beschikt Innovam over een sterk netwerk van importeurs, fabrikanten, garagebedrijven en (dealer)ketens. De meeste van onze concullega’s doen aan ‘cherry picking’ en bieden een veel beperkter pakket aan.
Wie kunnen er allemaal bij Innovam terecht? Hoe breed is het opleidingspalet?
In onze zeer uitgebreide webshop, met trainingen voor elk niveau en elk mobiliteitssegment, kan in principe iedereen terecht: van personenauto, truck, fiets, caravan tot en met maritieme toepassingen. Daarnaast staan bij Innovam veel adviseurs en accountmanagers klaar om bedrijven te helpen met opleidings- en HR-vraagstukken.
‘Wij geloven sterk in een leven lang leren voor iedereen’
Welke leerprogramma’s zijn op dit moment het meest populair?
Bij de dealerholdings zijn dat momenteel vooral de eigen bedrijfsscholen, waarmee wij partijen in de mobiliteitsbranche helpen om vakmensen op te leiden. Denk aan mbo-opleidingen op verschillende niveaus, inclusief extra praktijkonderwijs en examenvoorbereiding. Dit helpt studenten om sneller de juiste vaardigheden te leren. Samen met roc’s zorgen we voor een goede combinatie van theorie en praktijk, zodat leerlingen optimaal worden voorbereid op hun toekomst in de branche. Dat doen we op dit moment voor onder andere Van Mossel, Louwman Group, enkele fietsbedrijven en schadeherstelbedrijven.

Leo Fransen: ‘Wat zorgen baart is dat vooral bij leerbedrijven de druk in de werkplaatsen enorm toeneemt als gevolg van personeelstekort.’
Het zal niemand verbazen dat alles wat te maken heeft met werken aan elektrische voertuigen enorm populair is. Dat het elektrificatieproces een grote vlucht zou nemen, zagen we al in een vroeg stadium aankomen: twaalf jaar geleden startte Innovam al met de eerste cursussen op dit gebied. Inmiddels zijn hiervoor opleidingscontracten afgesloten met diverse importeurs en autofabrikanten.
Wie bij Innovam is voor een training, een afspraak of iets anders, kan langs de EV-kennisroute lopen om te zien hoe elektrische voertuigen zijn opgebouwd, welke onderdelen erin zitten en wat nodig is om veilig te werken. Van e-bike tot e-truck. Gratis en voor iedereen.
Hoe speelt Innovam in op de snelle technologische ontwikkelingen?
Denk aan A.I en allerlei geavanceerde geautomatiseerde rijfuncties in voertuigen. We zorgen er uiteraard voor dat alle trainingen en het lesmateriaal voortdurend up-to-date zijn en aansluiten op de laatste technische ontwikkelingen. Zo maken trainingen op het gebied van werken met
waterstof of elektrisch aangedreven voertuigen of ADAS-systemen al jarenlang deel uit van ons opleidingsprogramma. De overdracht van dat lesmateriaal vindt deels op de traditionele manier plaats, face-to-face in een leslokaal, maar steeds vaker ook allerlei digitale manieren.
Wanneer we spreken over human capital, dan zijn er verschillende niveaus te onderscheiden: de jeugd, medewerkers die moeten worden omgeschoold (om bijv. te werken met elektrische of waterstof aangedreven voertuigen), of oudere medewerkers die moeten leren omgaan met nieuwe technologieën. Wat kan Innovam deze groepen bieden?
Laat ik beginnen met de BBL-groep, de Beroeps Begeleidende Leerweg. Dat zijn mbo-studenten die vier dagen per week werken en één dag naar school gaan. Voor hen heeft Innovam extra praktijktrainingen ontwikkeld, waardoor zij sneller inzetbaar zijn en zich beter kunnen voorbereiden op hun examens. Dan is er de categorie zij-instromers. In samenwerking met een aantal roc’s zijn speciale opleidingstrajecten opgezet om hen via een combinatie van werken en leren terug te brengen in de branche. Vervolgens hebben we nog de eerder genoemde bedrijfsscholen. Dat zijn in feite ‘in-company’ mbo-opleidingen met extra begeleiding,

‘Met lokale fietsondernemers heeft Innovam zogeheten ‘Cycle-Hubs’ opgezet, een fietsenwinkel en een opleidingsplek onder één dak.’
extra praktijk en extra examenvragen. Daarnaast helpen we BBL’ers die bij bedrijven werken, en soms moeite hebben om dat mbo-niveau bij te benen, zodat ze toch de eindstreep halen. Samen met lokale fietsondernemers heeft Innovam zogeheten ‘Cycle-Hubs’ opgezet; een fietsenwinkel en een opleidingsplek onder één dak. Die zijn er nu in Amsterdam, Roermond en Middelburg. Dit concept is bedoeld om mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt weer aan het werk te krijgen. Om
de oudere werknemers te ondersteunen biedt Innovam bijscholing in eigen tempo. Wij geloven sterk in een leven lang leren voor iedereen. Dat uitgangspunt staat centraal in de aanpak van Innovam.
Binnen de mobiliteitssector in het algemeen en in het bijzonder als het gaat om technische beroepen, zijn vrouwen fors ondervertegenwoordigd. Wat doet Innovam om vrouwen te boeien en te binden aan de mobiliteitsbranche? Ongeveer 2,5 procent van de studenten in de mobiliteit is vrouw. Met enige regelmaat vragen we bedrijven of ze willen meewerken aan een promotievideo om meer vrouwen in de techniek te interesseren. Maar de meesten zien dat niet zitten, vanuit de gedachte dat alle monteurs gelijk zijn en dat je vrouwen niet als een aparte categorie moet wegzetten. Dat neemt niet weg dat we het natuurlijk toejuichen als meer vrouwen voor een technisch beroep kiezen.
Het tekort aan arbeidskrachten in Nederland zou nog wel eens twee decennia kunnen blijven voortduren, wordt voorspeld. Hoe kijkt Innovam daar tegenaan? Hoe groot is het probleem?
De mobiliteitssector heeft één voordeel, namelijk dat de instroom van studenten op mbo-niveau relatief stabiel is. Dat is een groot pluspunt vergeleken met andere technische sectoren. Tegelijkertijd hebben de vergrijzing en ontgroening een behoorlijke impact. Wat zorgen baart, is dat vooral bij leerbedrijven de druk in de werkplaatsen enorm toeneemt door het personeelstekort. Daardoor krijgen BBL-studenten vaak te weinig begeleiding, omdat praktijkbegeleiders onvoldoende tijd voor hen hebben – terwijl 80 procent van de opleidingstijd van BBL’ers op de werkvloer plaatsvindt. Werkgevers zouden dus meer verantwoordelijkheid moeten nemen en voldoende tijd moeten vrijmaken voor praktijkbegeleiding. Helaas krijgt – begrijpelijkerwijs – de productie vaak voorrang boven het opleiden. Dat is jammer, want zo gaat talent verloren. Het probleem in onze sector zit dus niet bij de instroom aan de voorkant, maar bij de uitstroom aan de achterkant. Om de achterdeur dicht te houden en talent te behouden, is het van groot belang de kwaliteit van het werkgeverschap te verbeteren. ●
Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Carrosseriebedrijf (OOC)
Kwaliteit keuzeproces juiste technische vakmensen heeft prioriteit
Om vaktechnisch personeel en potentieel talent duurzaam te kunnen inzetten én te behouden voor de carrosseriebranche is het van groot belang dat leerlingen én werkzoekenden hun keuze voor een loopbaan op de juiste uitgangspunten baseren, zegt Joost van Borrendam, beleidsadviseur Duurzame Instroom bij het OOC.
‘Dit betekent dat werknemers in spe over de juiste kennis en beeldvorming over de sector moeten beschikken en dit moeten kunnen koppelen aan inzichten over zichzelf. Werkgevers moeten op hun beurt zorgen voor een goede werkomgeving, opvang en begeleiding van nieuw personeel om de kans op een succes-
volle loopbaanstart te verhogen en teleurstellingen met vertrek tot gevolg te voorkomen. Om ervoor te zorgen dat de juiste mensen op de juiste plek terechtkomen heeft OOC een breed instrumentarium ontwikkeld.’
Het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Carrosseriebedrijf (OOC) is een samenwerkingsver-
band van werkgeversorganisaties RAI CarrosserieNL en BOVAG, alsmede de vakbonden FNV Metaal, CNV Vakmensen en De Unie. Werkgevers en medewerkers in de carrosseriebranche kunnen bij het OOC aankloppen voor onafhankelijk en kosteloos advies en ondersteuning. Zodat zij kunnen inspelen op

Joost van Borrendam: ‘Een goede opvang en begeleiding van nieuwe medewerkers leidt uiteindelijk tot minder mobiliteit tussen de branches en verlaagt de uitstroom.
(arbeidsmarkt)ontwikkelingen en de instroom en behoud van personeel kunnen waarborgen en bevorderen.
Duurzaam ontwikkelen personeel
De ongewenste uitstroom van personeel binnen technische sectoren is volgens Borrendam te voorkomen. Hij rekent voor dat ongeveer 60 procent van de nieuwe werknemers in de carrosseriewereld al binnen twee jaar de sector heeft verlaten. Een cijfer dat vergelijkbaar is met andere technische branches. ‘In de strategieën van het OOC staat het duurzaam laten ontwikkelen van mensen nu en voor de toekomst centraal. Wij willen ervoor zorgen dat de instroom en duurzame inzetbaarheid, gecombineerd met kennisontwikkeling, op verschillende terreinen (techniek, arbeidsmarkt) toekomstbestendig is en blijft.’
Tot de activiteiten die dit faciliteren behoren onder andere: het ontwikkelen van gastlessen en voertuigtechniekpleinen, het verbeteren van de kwaliteit van het begeleiden van BBL’ers door praktijkopleiders, kennisontwikkeling van docenten, beeldvorming en voorlichting evenals het versterken van de verbinding tussen onderwijs en bedrijfsleven.
Daarbij vervult het OOC ook de rol van adviseur Onderwijs & Arbeidsmarkt. Hij wijst erop dat samen met BOVAG, RAI CarrosserieNL en de
‘We moeten die achterdeur juist wagenwijd open laten staan’
vakbonden CNV, De Unie en FNV Metaal, de website Voertuigtechniek.nl is opgetuigd, een herkenbaar platform waar kennis, praktische informatie en concrete activiteiten op een centrale plek worden aangeboden. ‘Iedereen die overweegt in onze sector te komen werken, kan op die manier de juiste keuze maken.’
Kennisontwikkeling
Een belangrijke pijler in het beleid van het OOC is ‘duurzame inzetbaarheid’. Dit houdt in dat de organisatie de eigen regie van mensen bevordert en tegelijkertijd werkgevers stimuleert om een omgeving te creëren die dit ook mogelijk maakt. Daarnaast ligt een sterke focus op ‘kennisontwikkeling’; wat hebben vakmensen nu en op langere termijn nodig?
‘Daarbij hanteren wij een horizon van 3 jaar, aangezien de technologische ontwikkelingen razendsnel gaan. Vervolgens wordt gekeken wat dit betekent voor het aanbod van trainingen in de markt en op welke manier dit kan meebewegen en voorsorteren op veranderingen die het OOC ziet aankomen.’
Weloverwogen keuze
Van Borrendam legt uit dat het onder andere zijn taak is om potentieel talent voor de carrosseriebranche te ondersteunen bij het maken van
een weloverwogen keuze – gebaseerd op de juiste informatie – om al dan niet in de sector te komen werken.
‘Anders gezegd: die mooie loopbaan die hen wordt voorgehouden moet ook goed aansluiten bij de wensen en capaciteiten van de persoon zelf. Tegelijkertijd probeer ik de relevantie hiervan bij werkgevers en andere partijen zo goed mogelijk op het netvlies te krijgen, zodat zij daar bij hun keuzeproces rekening mee houden. Los daarvan is een goede ontvangst van nieuwe werknemers van cruciaal belang, om te voorkomen dat zij op basis van andere verwachtingen binnen korte tijd weer teleurgesteld vertrekken. Vaak wordt geroepen de achterdeur zoveel mogelijk dicht moet worden gehouden om de uitstoom van personeel te voorkomen. Ik zou dat graag willen nuanceren. We moeten die achterdeur juist wagenwijd open laten staan en niemand aanleiding geven er door-

heen te lopen. Want alles dat je aan de voordeur goed doet, houdt mensen immers gemotiveerd om bij een werkgever te blijven.’
Voertuigtechniek.nl
Hij legt uit dat het OOC de regie heeft genomen om de kwaliteit van dat keuzeproces te verbeteren. Dat gebeurt onder andere via www.voertuigtechniek.nl, dat als kennisbank voor zowel leerlingen en werkzoekenden als voor docenten en bedrijven fungeert.
‘Talent dat een weg zoekt in de voertuigtechniek, maar nog niet precies weet welke kant men op wil, kan op deze website bekijken welke loopbanen er zijn en welke opleidingen daarop aansluiten.’
Onder de vlag van dit platform, dat mede dankzij de inspanningen van Jasper Burgers van RAI CarrosserieNL tot stand kwam, presenteert het
OOC zich regelmatig met een beursopstelling in de vorm van een voertuigtechniekplein bij scholen en tijdens events om leerlingen kennis te laten maken met tal van vaardigheden die bij autoschadeherstelbedrijven en binnen de carrosseriebouw aan bod komen. Denk aan virtueel spuiten of lassen, uitdeuken of een schaalmodel trailer in elkaar zetten.
Game als beroepsoriëntatietest
Een geheel nieuw element op www.voertuigtechniek.nl is een game die per 1 juni online is gegaan en waarbij spelers aan de hand van opdrachten kunnen ontdekken waar zij goed in zijn. ‘Het gedrag dat deze game uitlokt maakt het mogelijk om dat vervolgens te koppelen aan de door ons ontworpen (beroeps)profielen. Zo kan een redelijk nauwkeurig oriëntatieadvies worden gegeven aan leerlingen die een toekomst binnen de carrosserie- of autoschadeherstelbranche ambiëren. Op die manier laten we mensen kennismaken met het vakgebied en tegelijkertijd proberen we nieuw potentieel inzicht te verschaffen in hetgeen het best bij hen past.’

Maatwerk
Dezelfde aanpak hanteert het OOC bij het verzorgen van gastlessen teneinde maatwerk te kunnen bieden ten behoeve van de verschillende doelgroepen. Dit alles moet uiteindelijk resulteren in het maken van een betere keuze, benadrukt Van Borrendam. Hij roept carrosseriebouwers (bedrijven/vakmensen) die graag willen meehelpen bij het verzorgen van gastlessen op zich te melden bij info@voertuigtechniek.nl
Als laatste merkt hij op dat het OOC instrumenten ontwikkeld die werkgevers kunnen inzetten om stagiaires beter te ondersteunen en nieuwe medewerkers te behouden. ‘Daarbij ligt een gedeelde verantwoordelijkheid bij H.R.personeel, teamgenoten en leidinggevenden. Dan gaat erom medewerkers bij hun indiensttreding goed op te vangen en ze daadwerkelijk werkzaamheden te laten doen waarvoor ze zijn aangenomen. Hopelijk dat dit bijdraagt tot minder intersectorale mobiliteit.’ ●
‘Iedereen die overweegt in de carrosseriebranche te komen werken kan ondersteund door de kennisbank www.voertuigtechniek.nl de juiste keuze maken.’

Carlo Bijnens: ‘Onze voornaamste criteria voor het ontwikkelen van specifieke trainingen zijn: wat heeft de werkplaats nodig en kan een monteur daardoor sneller en eenvoudiger werken?
Bosch Service Training Center
‘Opleidingen behoren een integraal onderdeel te zijn van de bedrijfsvoering’
Hoewel de belangstelling voor technische opleidingen bij Robert Bosch zich weer in een opgaande lijn beweegt, blijft de populariteit voor het vak van automonteur en diagnosespecialist in het algemeen helaas nog achter, constateert Carlo Bijnens, Director After Sales Benelux-Frankrijk en verantwoordelijk voor de Bosch trainingscentra in Barneveld en Brussel. Dat heeft volgens hem mede te maken met de complexiteit in de werkplaats en alle uitdagingen waar de sector mee te maken krijgt. ‘Vaak worden problemen ad hoc opgelost en schieten trainingen er dan bij in. Om die vicieuze cirkel te doorbreken is het cruciaal dat opleidingen een vast onderdeel vormen binnen de bedrijfsvoering.’
Al meer dan 125 jaar is Bosch de voorkeursleverancier van originele onderdelen, componenten en systemen voor veel toonaangevende autofabrikanten wereldwijd. Om klanten die gebruik maken van Boschsystemen maximale ondersteuning te bieden en automotive specialisten die daarmee werken up-to-date te houden beschikt de onderneming overal ter wereld over eigen Bosch Service Training Centra. Inmiddels bezit Bosch wereldwijd zo’n 46 trainingscentra. Vorig jaar heeft het bedrijf in de Benelux ongeveer 2.000 monteurs opgeleid. Dat volume ligt volgens Bijnens eigenlijk onder de verwachting. ‘We hebben meer capaciteit ter beschikking en willen niets liever dan dat iedereen hiervan gebruik maakt. We zijn er ook niet blind voor dat er meerdere aanbieders in de markt zijn, maar tegelijkertijd zien we dat de weg naar een trainingscentrum om verschillende redenen soms ook weerstand oproept.’
Servicekwaliteit verbeteren
Hij legt uit dat ongeacht hoe goed en gekwalificeerd automotive specialisten ook zijn, er altijd situaties zijn waarbij zich in voertuigsystemen onbekende fouten kunnen voordoen. ‘In die gevallen kan het oplossen van problemen bijzonder tijdrovend worden of
zelfs geen succesvolle resultaten opleveren. In het ergste geval zijn klanten voor een lange tijd hun auto kwijt zonder gewenst resultaat en is de auto niet gerepareerd. Om dat te voorkomen heeft Bosch een breed palet aan technische trainingen opgetuigd, teneinde de servicekwaliteit te verbeteren en processen te versnellen.’
Het trainingsaanbod loopt uiteen van diagnose- en testapparatuur, transmissie en aandrijflijnen, chassis/remmen, benzine/
‘Kennis is de sleutel tot succes voor iedere werkplaats’
diesel/e-mobility tot en met comforttechnologie. Al deze trainingen hebben als doel ondersteuning te bieden in het lokaliseren van problemen, het sneller repareren van de auto en meer auto’s in dezelfde tijd te repareren
zodat de wachttijd van de klant wordt verkort. Met als resultaat dat via systematische procedures sneller en productiever wordt gewerkt en het rendement in de werkplaats verbetert.
Technische trainingen
De trainingen zijn vooral gericht op de partijen die gebruik maken van de Bosch diagnosetechniek binnen de garageconcepten, zoals Bosch Car Service (een netwerk van onafhankelijke garages voor APK, onderhoud en reparatie voor alle merken en modellen), Auto Crew (een Europese werkplaats formule van Bosch) en de Bosch Workshop Partners (officiële partners van Bosch die die trainingen ondersteunen en die gespecialiseerde workshops bieden over handgereedschappen en technologieën). Daarnaast hebben ook de Bosch dieselbedrijven toegang tot het volledige scholingsaanbod.
Voor iedere doelgroep zijn er passende trainingen, zegt Bijnens. ‘Voor zowel beginners als experts. Het aanbod bestaat uit eendaagse trainingen en trainingen die een aantal dagen duren. Tijdens de trainingen worden diverse technische aspecten behandeld in verschillende trajecten. Met name de belangstelling voor onze professionele diagnostic software ESI(tronic) is zeer groot. Op dat vlak
is per saldo een groot gebrek aan kennis bij klanten. Verder zijn de zogeheten VOP- en VP-cursussen enorm populair, waarbij mensen worden opgeleid om veilig met elektronica te kunnen werken conform de NEN 3140 norm.’
Om optimaal in te kunnen spelen op de transitie naar zero-emissie heeft Bosch een paar jaar geleden het opleidingsprogramma verder uitgebreid met vakinhoudelijke EV-trainingen, een training over waterstofaandrijving en een cursus voor onderhoud en reparatie aan Tesla-modellen.
Centraal ontwikkelingsplatform GTD
Hij noemt het belangrijk om een goede balans te vinden tussen vraag en aanbod. Om flexibel om te kunnen gaan met de wensen van klanten en desgevraagd maatwerk te kunnen leveren, heeft Bosch twee jaar geleden het centraal ontwikkelingsplatform GTD (Global Training Development) opgericht.
’Dit platform stelt ons in staat om binnen de verschillende regio’s te onderzoeken of er voor het ontwikkelen van specifieke trainingen voldoende draagvlak bestaat en in hoeverre dit levensvatbaar is. De voornaamste criteria daarbij zijn: wat heeft de werkplaats nodig en kan een monteur daardoor sneller en eenvoudiger werken? En uiteraard moeten wij er ook geld mee kunnen verdienen.’
Remote Diagnostic Service
Bijnens erkent dat als gevolg van het tekort aan vaktechnisch personeel en de druk in de werkplaats het volgen van opleidingen en het bijspijkeren van monteurs er soms wel eens bij inschiet. Hij onderscheidt globaal twee cultuurstromingen: toekomstgerichte bedrijven met een duidelijke langetermijnstructuur en een opleidingsplan en ondernemingen die problemen op de werkvloer (noodgedwongen) ad hoc trachten op te lossen. ‘Voor beide biedt Bosch “Remote Diagnostic Service” aan; een systeem waarmee bepaalde complexe activiteiten ‘over-the-air’ worden opgevangen.’
Praktijk staat centraal
Praktijkgerichte trainingen en het stellen van een diagnose in een realistische omgeving staan centraal in de filosofie van Bosch. ‘Wij

‘Wij geloven sterk in het zelf doen, zelf meten, diagnosticeren en het leren van fouten.’
geloven sterk in het zelf doen, zelf meten, diagnosticeren en het leren van fouten. Dat is de beste leerschool, zowel nu als in de toekomst. Vandaar dat in onze trainingen de verhouding tussen praktijk en theorie op respec-
tievelijk 70 en 30 procent ligt. Uiteraard blijven we voortdurend nieuwe leermethodieken ontwikkelen en bekijkt Bosch via het Global Training Development Platform (GTD) welke andere mogelijkheden er zijn om iedereen

(individueel) het juiste opleidingstraject te kunnen aanbieden.’
Webcast trainingen
Een actueel voorbeeld noemt hij een pilot met
Frankrijk voor online trainingen. ‘Als aanvulling op die live trainingen hebben wij webcasting toegevoegd aan ons opleidingsprogramma. Tijdens die online sessies is een trainer beschikbaar in een virtueel klaslokaal of in een praktijkruimte en worden alle vragen direct gedurende die online webcast beantwoord. Op die manier helpen wij werkplaatsen toekomstbestendig te maken en te houden. Want kennis is de sleutel tot succes voor iedere werkplaats.’ ●
Zonnepanelen op trucks: minder brandstof, minder slijtage
PACCAR Parts heeft ultradunne, flexibele zonnepanelen geïntroduceerd die op het dak van vrijwel elke cabine, trailer en opbouw kunnen worden aangebracht. De cellen laden de accu doorlopend bij met zonne-energie. De lichtgewicht panelen besparen zo brandstof, verlagen de CO2-uitstoot van de truck en verminderen de slijtage van dynamo en accu.
De zonnepanelen van PACCAR Parts zijn verkrijgbaar in twee formaten. De kleinste variant is slechts 3 millimeter dik en ongeveer 110 bij 30 centimeter groot, weegt 700 gram en levert via 16 cellen 55 Watt piekvermogen (Wp). De tweede versie is twee keer zo breed, weegt 1,3 kilo, heeft 32 cellen en levert 110 Wp. De zelfklevende panelen zijn flexibel genoeg om de rondingen van een dak of spoiler te volgen. Dat maakt montage eenvoudig. De opgewekte energie wordt via een bijgeleverde omvormer direct naar de accu geleid. Daar wordt die opgeslagen of direct ingezet

PACCAR Parts biedt lichtgewicht zonnepanelen aan voor cabine- en trailerdaken.
voor gebruik in de cabine. Op vrijwel elk cabinedak kan ten minste 1 groot én 1 klein zonnepaneel worden geplaatst. Door het gebruik van de panelen is het minder vaak – of zelfs niet – nodig om de motor bij het gebruik van accessoires op parkeerplaatsen te starten. Dat scheelt brandstof, CO2-uitstoot en beperkt de slijtage van bijvoorbeeld de dynamo en accu. Uiteraard bepaalt de beschikbaarheid van daglicht en de hoeveelheid gebruikte elektriciteit in de cabine hoe snel de investering terugverdiend kan worden. ●
Afgedankte auto’s in Nederland steeds ouder
De gemiddelde leeftijd waarop een auto in Nederland wordt afgedankt lag eind 2024 op gemiddeld 20 jaar. In 2023 was dat nog 19,7 jaar.
Volgens Paul Dietz, algemeen directeur van ARN komt dit vooral doordat mensen langer doorrijden met hun auto. Mede vanwege de verbeterde kwaliteit. Ook de onzekerheid rond
de transitie van brandstof naar elektrisch, de relatief hoge nieuwprijzen en belastingregels zorgen ervoor dat mensen langer in hun ‘oude auto’ blijven rijden.

Bij de oprichting van ARN was een auto gemiddeld 13,6 jaar oud voordat deze bij een autodemontagebedrijf terechtkwam. Rond 2003 was die leeftijd opgelopen tot 15 jaar en in 2014 tikte de teller 17,5 jaar aan. Eind 2023 stond de gemiddelde leeftijd op 19,7 jaar en zoals verwacht, zette die stijgende lijn door. Inmiddels
Autobezitter kiezen steeds vaker voor behoud in plaats van vervanging.
heeft de gemiddelde leeftijd van een afgedankte auto de mijlpaal van 20 jaar bereikt. Dat afgedankte auto’s 20 jaar oud zijn betekent volgens ARN niet dat dit ook de gemiddelde leeftijd van auto’s in Nederland is. Die bedraagt namelijk bijna 12 jaar. Ter vergelijking: in België bedraagt de gemiddelde leeftijd van personenauto’s 9,9 jaar, in Duitsland 10,3 jaar, in Frankrijk 11,2 jaar en in het Denemarken 9,6 jaar. Luxemburg heeft het jongste personenautopark van Europa: 8 jaar.
De cijfers maken duidelijk dat Nederlandse autobezitters steeds vaker kiezen voor behoud in plaats van vervanging. Of het nu uit financiële overwegingen is, vanwege milieubewustzijn of simpelweg omdat de auto nog prima functioneert—de levensduur van voertuigen stijgt. ●
Uitstoot fijnstof wegverkeer ruim 16 procent gedaald in tien jaar
In 2023 stootte het wegverkeer in Nederland 3,6 miljoen kilogram fijnstof uit, 16,3 procent minder dan tien jaar geleden, zo blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS. Deze afname komt vooral door schonere motoren en roetfilters.
Tussen 2013 en 2023 nam de hoeveelheid fijnstof door het wegverkeer af met 0,7 miljoen kilo. De fijnstofuitstoot door lichte bedrijfsvoertuigen is met 0,4 miljoen kilogram het meest afgenomen. Dit is 40,4 procent minder dan tien jaar eerder. Bij personenauto’s was deze afname 9,6 procent. In 2020 reed het wegverkeer door coronamaatregelen 13 procent minder kilometers dan een jaar eerder.
De uitstoot van fijnstof nam toen met 13 procent af. Na 2020 stegen de afgelegde kilometers. In
2023 werden er 13,8 procent meer kilometers gereden dan in 2020. De fijnstofuitstoot was in 2023 6,5 procent hoger dan in 2020, maar 7,5 procent minder dan in 2019. De meeste uitstoot in het wegverkeer (57,8 procent) kwam in 2023 van personenauto’s. In dat jaar stootten ze 2,1 miljoen kilo fijnstof uit.
De fijnstofuitstoot van personenauto’s was gemiddeld 0,019 gram per kilometer. Lichte en zware bedrijfsvoertuigen stootten volgens het CBS meer fijnstof uit per kilometer, respectievelijk 0,027

De uitstoot van fijnstof door het wegverkeer nam tussen 2013 en 2023 met 0,7 miljoen kilo af.
gram en 0,112 gram en zijn daarmee verantwoordelijk voor 38,9
Uitvoeringsagenda zero-emissie getekend
procent van de totale uitstoot van fijnstof. ●
Tijdens een speciale bijeenkomst op het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in Den Haag hebben gemeenten, een tiental brancheorganisaties en staatssecretaris Chris Jansen het in maart bereikte akkoord over zero-emissiezones officieel bekrachtigd.
Op basis van de nieuwe afspraken komt er o.a. een boetevrije periode van minimaal zes maanden en bestelauto’s met emissieklasse 6 krijgen een jaar langer ontheffing. Met deze onder-

tekening wordt er toegewerkt naar slimme, duurzame logistiek en schonere lucht in binnensteden. Namens RAI Vereniging ondertekende directeur Fries Heinis het akkoord. Begin januari hebben de eerste zestien gemeenten een zero-emissiezone ingevoerd. Nog eens vijftien andere gemeenten volgen binnenkort. Naast deze gemeenten en RAI Vereniging hebben ook BOVAG, Evofenedex, VHG, OnderhoudNL, TechniekNL, Aannemersfederatie Nederland, NOA, Transport & Logistiek Nederland en de Stichting Natuur en Milieu de afspraken ondertekend.
Even leek de introductie van de zero-emissiezones volgens Heinis in chaos te stranden, met onduidelijkheid over handhaving en begrijpelijke frustratie bij ondernemers over een te vroege investering in een elektrische bedrijfswagen. ‘Goed dat het kabinet hier regie heeft genomen. Met de nieuwe afspraken is er duidelijkheid en weet iedereen waar hij aan toe is.’ De komende tijd zal RAI Vereniging blijven hameren op het creëren van goede randvoorwaarden. Zo blijft laadinfrastructuur een belangrijk aandachtspunt. Daarnaast zijn subsidies en fiscale regelingen cruciaal om ondernemers te ondersteunen bij de overstap naar schone bestelwagens en vrachtwagens. ●
Staatsecretaris Chris Jansen en Fries Heinis tekenen het akkoord.
Van den Born: koploper in maatwerkoplossingen lichte bedrijfswagens
Van den Born behoort in Nederland tot de grootste ombouwers van lichte bedrijfswagens tot 3,5 ton. Jaarlijks verricht het familiebedrijf, dat werk biedt aan 50 medewerkers, inmiddels jaarlijks zo’n 2.000 aanpassingen aan bestelwagens. Een gunstige prijs-kwaliteitsverhouding in combinatie met een hoge betrouwbaarheid van het eindproduct en een no-nonsenseaanpak hebben ervoor gezorgd dat het aantal voertuigmodificaties de laatste jaren met ruim 60 procent is gegroeid, vertelt manager operations Martine Bosch.

Martine Bosch: ‘Ik ken geen autofabrikant waarvoor wij niet zijn gecertificeerd’
Van den Born is in zes sectoren actief: infrastructuur, installatie en bouw; groen en reiniging; specials; stadsdistributie, waterschappen en provincies en glas- en schildersbedrijven. Voor al die segmenten biedt de onderneming een breed scala aan oplossingen, zowel voor inrichtingen van bestelauto’s als voor het opbouwen van chassiscabines, open laadbakken, kippers, glasrasteel opbouwen, kranen, etc. De afgelopen jaren heeft de onderneming volgens Bosch echt een groeispurt doorgemaakt. ‘Niet alleen qua volume, ook het aantal werkzaamheden per voertuig is toegenomen. Voertuigen zijn beter uitgerust en beschikken tegenwoordig over meer voorzieningen. De snelle voortschrijding van de elektrificatie van de mobiliteitsmarkt speelt
ons daarmee in de kaart, want steeds vaker moet er een compleet elektraplan komen voor om te bouwen voertuigen.’
EUROBORN glasrasteel
Zij wijst erop dat productontwikkeling en -innovatie centraal staan in de bedrijfsvoering. Zo zijn bijvoorbeeld alle open laadbakken die voor groendiensten zijn ontwikkeld voorzien van een Ergo Keurmerk. Het beste bewijs van de voortrekkersrol die Van den Born binnen de carrosseriebranche vervult noemt zij het ‘EUROBORN glasrasteel’. ‘Met dit door ons ontwikkelde aluminium profiel zijn wij toonaangevend in de markt. Dit concept heeft in de branche veel navolging gekregen en geldt zo langzamerhand als de norm. In plaats van gelaste of houten rekken zijn deze profielen namelijk niet alleen veel lichter, ze hebben ook een lange levensduur en beschermen een voertuig beter.’
Certificeringen
Om een zo hoog mogelijk kwaliteitsniveau te kunnen garanderen kent het ombouwbedrijf een groot aantal certificeringen, zoals de NEN 9001 (kwaliteitsmanagement), NEN 14001 (internationale standaard voor milieumanagementsystemen) en NEN 9140 (werken met elektrische voertuigen). Al die certificeringen laten zien dat wij conform strenge eisen werken, vervolgt Bosch. Dat is cruciaal omdat certificeringen en kwaliteit hand in hand gaan. Dat is ook de reden dat autofabrikanten nauw met ons samenwerken. Ik ken geen autofabrikant waarvoor wij niet zijn gecertificeerd.’
Trouwe medewerkers
Zodra het tekort aan vaktechnisch personeel ter sprake komt merkt Bosch op dat het vinden van de juiste mensen lastig is, maar dat het personeelsverloop bij Van den Born gelukkig klein is. ‘We weten medewerkers goed binnen te houden. Jubilea van 12,5 jaar, 25 jaar of langer komen veelvuldig voor. Dat heeft alles te maken met de prettige werksfeer en cultuur. Mensen opleiden doen we meestal zelf, vaak samen met leveranciers, want een opleiding carrosseriebouw bestaat niet meer.’
Zelf zegt zij zich als vrouw in een vooral door mannen gedomineerde sector als een vis in het water te voelen. ‘Ik heb als voordeel dat ik als kind altijd al affiniteit had met auto’s. Soms zijn er natuurlijk wel vooroordelen bij sommigen, maar dat geeft mij een extra stimulans om het nog beter te doen.’
Groeiambities
Het wegvallen van de BPM-vrijstelling op bestelwagens heeft volgens Bosch per saldo eigenlijk weinig nadelige effecten op de werkdruk gehad. ‘Binnen het segment chassiscabines is het werk wat teruggelopen. Daar staat tegenover dat het ombouwen van elektrische voertuigen is aangetrokken. Deze zomer verwachten wij zelfs extra drukte die voortvloeit uit aanbestedingen voor het Rijk, Waterschappen en Provincies. Onze ambitie is om binnen pakweg vijf jaar 25 procent groei te realiseren.’ ●

‘Productontwikkeling en innovatie staan centraal in onze bedrijfsvoering.’
Deelmobiliteit in 2024
gedaald
Het totale aanbod voor consumenten van deelauto’s, deelscooters, en deel(bak)fietsen is in 2024 licht gedaald, zo blijkt uit rapport de Staat van de deelmobiliteit 2024 van CROW-KpVV en het Nationaal Programma Natuurlijk!Deelmobiliteit (N!D). Hoewel deelvervoer een duidelijke impact heeft op autobezit en -gebruik, daalde het totale aanbod van deelauto’s na jaren van stevige groei, vorig jaar met 6 procent, zegt Maarten van Biezen, Programmadirecteur Natuurlijk!Deelmobiliteit. Hij verwacht overigens wel dat het aanbod dit jaar weer zal groeien. Eén op de vijf respondenten stelt volgens hem de aankoop van een auto uit, ruim een
kwart ziet er helemaal van af en nog eens een vijfde heeft de auto al de deur uit gedaan. Daarnaast zorgt delen ervoor dat auto’s bijna 30% minder worden gebruikt.
Deelmobiliteit blijft in absolute aantallen voornamelijk geconcentreerd in grote steden, zoals Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Eindhoven en Groningen. Maar ook kleinere gemeenten als Wageningen en Culemborg hebben een relatief hoog aantal deelvoertuigen.
Een derde van de Nederlanders heeft een deelauto binnen 400 meter loopafstand van huis. Voor meer dan tien gemeenten geldt dit voor ruim 80% van hun inwoners. Verder valt op dat het

Ontwikkeling deelmobiliteit in Nederlands
Totaal aantal deelvoertuigen
wagenpark van deelauto’s veel verder is in de elektrificatie dan privéauto’s. Met een lichte stijging
Aantal verkeersdoden daalt licht
Het aantal verkeersdoden is in 2024 licht afgenomen tot 675, vergeleken met 684 dodelijke slachtoffers in 2023, zo blijkt uit nieuwe CBS-cijfers. Volgens het CBS is het aantal dodelijke verkeersslachtoffers de laatste 25 jaar in alle leeftijdsklassen tot 80 jaar afgenomen. Ook als rekening wordt gehouden met de bevolkingsgroei en vergrijzing.
Hoewel het CBS er de nadruk op legt dat het aantal verkeersdoden de afgelopen kwart eeuw een daling liet zien van 42 procent, vindt SWOV-directeur Martin Damen een nuancering op zijn plaats. Als je de cijfers van 2024 naast die van 2000 legt, zie je inderdaad een forse daling met 42 procent, zegt hij. ‘Maar die daling zit vooral in de eerste tien jaar van die periode. Sinds 2010 daalt het aantal verkeersdoden
niet meer verder. De grote winst werd begin deze eeuw bereikt, of eigenlijk net daarvoor.’
Afgaand op de CBS-cijfers blijven de aandachtgroepen naar het oordeel van Damen grotendeels hetzelfde: fietsers, ouderen en dan vooral ouderen op de fiets. Vorig jaar kwamen er 246 fietsers om het leven in het verkeer. Dat zijn er 24 minder dan in 2023, maar nog steeds meer dan tussen 2000 en 2022. In die periode kwamen jaarlijks gemiddeld 199 fietsers om in het verkeer. In 2024 kwamen 30 mensen om in het verkeer door een ongeval met een bromfiets, brom- of snorscooter. Dat cijfer ligt ruim een factor 3 lager dan In 2000 toen er nog 104 bromfietsers, brom- en snorscooters door een verkeersongeval overleden. ●
Ontwikkeling
(-3%
ten opzichte van 2023 is nu meer dan de helft van de deelauto’s in Nederland elektrisch. ●

verkeersdoden
in Nederland
Nederlandse tweewielermarkt blijft accelereren
Tweewielers zijn en blijven in Nederland onverminderd populair. Het totaal aantal fietsen, motoren en brom/snorfietsen is het afgelopen decennium met ruim 9 procent gegroeid tot 26,5 miljoen eenheden, zo blijkt uit de nieuwe editie Kerncijfers Tweewielers 2025 van RAI Vereniging en BOVAG. Alle voertuigsegmenten binnen het tweewielerpark stegen in volume stevig. Inmiddels telt ons land 24,4 miljoen fietsen, 8,4 procent meer dan in 2014. Het aantal brom- en snorfietsen is vergeleken met 10 jaar geleden met 16,5 procent toegenomen tot 1,29 miljoen exemplaren en er rijden op dit moment ruim 829.000 motorfietsen rond (+16,2%). De grote populariteit van tweewielers, zowel voor recreatief gebruik als praktische toepassingen zoals
Bijna
woon-werkverkeer, weerspiegelde zich eveneens in de verkoopcijfers. Zo wist de fietsbranche het hoge verkoopniveau, dat de laatste jaren schommelt rond de 900.000 eenheden, te consolideren. Het volume kwam in 2024 uit op 858.000 fietsen. Het besef dat de motorfiets qua ruimtebeslag, flexibiliteit, betaalbaarheid en gebruiksgemak een groot aantal voordelen biedt heeft zich de afgelopen jaren nadrukkelijk vertaald in hogere verkoopcijfers. In 2024 piekte de motorfietsmarkt en steeg het aantal nieuwe registraties met 14 procent tot 19.900 machines. Hoewel brom/snorfietsen voor grote groepen mensen een aantrekkelijk en betaalbaar mobiliteitsalternatief vormen en een interessante oplossing bieden voor binnenstedelijk vervoer,
een vijfde personenautopark geëlektrificeerd
Het Nederlandse wagenpark telde per 1 januari dit jaar 9,64 miljoen personenauto’s, 2,4 procent meer dan een jaar geleden. Van dit volume is bijna een vijfde inmiddels geheel of gedeeltelijk elektrisch aangedreven. Dit betekent dat er in ons land op dit moment zo’n 1,72 miljoen volledige elektrische, hybride of plug-in hybride auto’s rondrijden. Een en ander blijkt uit de nieuwe editie Kerncijfers Auto’s 2025 van RAI Vereniging en BOVAG. De elektrificatie van het Nederlandse wagenpark hangt uiteraard nauw samen met de bereidheid van consumenten om over te schakelen naar zero emissie.
Vorig jaar groeide de nieuwverkoop van volledig elektrische personenauto’s met 16 procent tot 132.185 exemplaren. Tegelijkertijd steeg het aantal nieuw aangeschafte plug-in hybrids met 30,1 procent tot 52.350 voertuigen en die van hybride modellen met 11,4 procent tot 107.893 eenheden. In totaal werden het afgelopen jaar 292.428 full EV’s, hybrides of plug-in hybrids op kenteken gezet, waarmee het verkoopaandeel van voertuigen met een volledige of gedeeltelijke elektrische tractie uitkwam op 76,6 procent. Fors meer dan in 2023 toen dit aandeel nog 67,9 procent bedroeg. ●

Ontwikkeling Nederlands tweewielerpark
moest de markt in 2024 enigszins pas op de plaats maken. Mede als gevolg van de invoering van de helmplicht eindigde de teller op 32.493 verkochte brom/snorfietsen (-7%). ●

Nederlands personenautopark naar brandstof (per 31-1-2025)
Buiten de gebaande paden
Je eigen route uitstippelen over ruige terreinen, weg van de traditionele fietsroutes. Dat is waar het hart van een mountainbiker sneller van gaat kloppen. De passie voor deze sport deed Jeroen van Roekel besluiten de historie van het mountainbiken te laten herleven in een eigen museum. Het fysieke museum bestaat dit jaar precies 10 jaar, maar het idee voor dit bijzondere privé-initiatief dat met een groepje vrijwilligers en zonder subsidie tot stand kwam, ontstond al in de jaren 90, vertelt Van Roekel.
‘Ik was altijd aan het fietsen en in 1989 zag ik voor het eerst een mountainbike in de etalage van de plaatselijke fietsenwinkel staan. Ik was direct verkocht, maar had als 17-jarige weinig geld. Toch lukte het mij toch om in datzelfde jaar mijn eerste MTB aan te schaffen; een Panasonic. Een paar jaar later zag ik in een fietsenzaak tientallen afgedankte huurmountainbikes staan. Ik besloot een flinke par tij te kopen, omdat ik het jammer vond dat ze op de schroot zouden terechtkomen. Van de 10 fietsen, maakte ik er 6 weer rijdend. Toen werd het idee voor een mountainbikemuseum geboren. Het is zonde dat mensen dit soort fietsen weggooien en dankzij ons museum blijft een deel van het cultureel erfgoed behouden. Onze collectie omvat inmiddels zo’n 1.000 fietsen, verdeeld over 160 merken. Het museum in Arnhem beschikt over een Trailcenter, een fietscafé en bezoekers kunnen er terecht voor fietsverhuur. We kennen drie regels: geen entreekosten, er wordt niets verkocht op retrogebied en het gaat om de sfeer. Deze unieke MTB is gedoneerd door Jan Schauff, een oude Duitse fietsfabrikant. Hij was zo onder de indruk van het museum dat hij voor onze jaarlijks terugkerende kerstmarkt in 2023 een 40 jaar oude Schauff MTB – een van de 1e MTB’s die in Europa werden vervaardigd - weer nieuw heeft opgebouwd op basis van onderdelen die hij nog had liggen. Een mooier compliment kun je als museum toch niet krijgen?’ Meer info: www.mountainbikemuseum.nl/ ●
Jeroen van Roekel

In deze rubriek laten we personen aan het woord die betrokken zijn bij of werkzaam in de mobiliteitswereld. Dit keer Frank Bouman, medeoprichter en eigenaar Jifeline.
Wat is uw favoriete vervoermiddel?
Vanwege het avontuur: de motorfiets. Het is een totale ervaring. Motorrijden doe je met je hele lichaam en al je zintuigen. Doordat je extra kwetsbaar bent op de motor, ben je anders met het verkeer bezig. Ongeacht het vervoermiddel vind ik het belangrijk om galant te zijn in het verkeer. Ruimte geven aan anderen en vooral niet haasten. Het maakt je dag een beetje mooier.
Wat vindt u van het mobiliteitsbeleid in Nederland?
De gedachte dat burgers snel, gemakkelijk en comfortabel van A naar B moeten kunnen reizen, ondersteun ik van harte. Dat de overheid hier moderne technologie voor wil inzetten laat mijn techniekhart sneller kloppen. Ik ben van mening dat mobiliteit belangrijk is in het leven van mensen. Het biedt ook kansen. Denk aan het bereikbaar maken van opleiding, werk, sport voor kinderen en de invulling van ons sociale leven. Daarom moet mobiliteit voor iedereen beschikbaar en betaalbaar blijven. Dat is denk ik ook meteen de spagaat waarin we zitten. Schonere mobiliteit vraagt om andere vormen van vervoer, maar ook een verjonging van het wagenpark.
Wat zou u als eerste veranderen als u het voor het zeggen had? Mobiliteit is belangrijk. Zonder goede mobiliteit raken mensen

Frank Bouman
‘Ik verwacht dat de auto toch het dominante vervoermiddel zal blijven’
afgesloten van de samenleving. In Nederland hebben zo’n 6 miljoen mensen geen rijbewijs en hebben nog eens een groot aantal mensen geen eenvoudige toegang tot een auto. Die zijn dus allemaal afhankelijk van het OV. Sinds 2000 is dat deels geprivatiseerd en dat heeft niet altijd het gewenste resultaat gehad. Momenteel vinden er weer grote bezuinigingen plaats en worden buslijnen ook opgeheven. Verbeter het openbaar vervoer niet alleen in de stad, maar ook op het platteland. Het buurtbus initiatief
draagt in hoge mate bij aan de bereikbaarheid van een heel groot deel van Nederland.
Vindt u dat het kabinet voldoende aandacht schenkt aan vervoersalternatieven, zoals de bus, de fiets of gemotoriseerde tweewielers? Ik kom van het platteland en woon 20 kilometer van het werk. Als ik met de bus naar het werk zou willen reizen, zou mij dat 1 uur en 34 minuten kosten. Het industrieterrein waar ons bedrijf is gevestigd is met het OV niet eens bereikbaar. Of de politiek hier oog
voor heeft? Ik vraag het me af, maar het is wel een dingetje.
Zou u zelf bereid zijn tenminste 1 keer per week de auto voor het werk te laten staan?
Vrijdag pak ik vaak de trein naar ons kantoor in Arnhem. De auto helemaal laten staan lukt niet, want om vanuit mijn woonplaats bij het dichtstbijzijnde treinstation in ‘s-Hertogenbosch te komen, gebruik ik toch de auto. Ik begin graag vroeg, want als ik vóór 7.00 uur de trein pak, heb ik nog een parkeerplaats in ‘s-Hertogenbosch. Ook dat is voor mij onderdeel van het beleid, zorg dat de OV-stations bereikbaar zijn.
Met welke politicus zou u wel eens van gedachten willen wisselen? (en waarom?)
Met oud-politicus Klaas Dijkhoff. Hij is een denker en we zijn van dezelfde generatie.
Hoe ziet het Nederlandse verkeersbeeld er over tien jaar uit?
Ik verwacht dat de auto toch het dominante vervoermiddel zal blijven. Het brengt mensen snel van A naar B en is voor velen ook nog een soort statussymbool. Doordat we het verkeer veiliger en autonomer proberen te maken, neemt de technologische complexiteit verder toe. Dit maakt auto’s steeds duurder, blijven mensen langer doorrijden en stijgt de gemiddelde leeftijd van ons wagenpark – een van de oudste wagenparken van Europaverder.
Dat auto’s snel uit het staatbeeld zullen gaan verdwijnen zie ik eerlijk gezegd niet snel gebeuren. ●
Branchecertificeringssysteem maakt werken aan EV’s veiliger
BOVAG en RAI Vereniging hebben het Instituut voor Duurzame Mobiliteit (IvDM) opdracht gegeven om een certificeringssysteem te ontwikkelen waarmee kan worden aangetoond dat werkplaatsen veilig werken aan elektrische voertuigen conform de NEN 9140 norm. Inmiddels zijn de eerste stappen gezet voor dit branchecertificeringssysteem.
In een later stadium zal wellicht ook een cer tificeringssysteem worden opgezet voor het vakkundig werken aan elektrische voertuigen, zegt Wout Benning, Beleidsadviseur Duurzaamheid en Techniek bij RAI Vereniging. ‘De NEN9140 norm heeft tot doel de risico’s bij het werken aan e-voertuigen weg te nemen en we willen de mogelijkheid bieden dit te toetsen en te certificeren.’
Risico’s wegnemen
Een werkgever moet er volgens hem voor zorgen dat werknemers de werkzaamheden aan e-voertuigen veilig kunnen uitvoeren. ‘De NEN 9140 heeft tot doel de risico’s, die voortkomen uit gevaren die anders zijn dan en/of aanvullend zijn aan gevaren bij het werken aan motorvoertuigen met een verbrandingsmotor weg te nemen. Daarbij wordt, in aanvulling op de voorschriften van autofabrikanten, ook rekening gehouden met onze nationale wettelijke kaders die kunnen afwijken van de wettelijke kaders in andere landen. De norm geeft bovendien invulling aan de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) die leidend is.’
De snelle opmars van elektrisch aangedreven voertuigen heeft naar zijn zeggen grote gevolgen gehad voor iedereen die aan hoogvoltsystemen moeten werken.
Aanscherping NEN 9140
‘In de NEN 9140-veiligheidsnorm is vastgelegd welke personen aan een e-voertuig mogen werken, welke opleiding of instructie iemand moet hebben, hoe de verantwoordelijkheden liggen en hoe je veilig werkt. Daarnaast geeft deze norm voorschriften voor veilige opslag van (vermoedelijk) beschadigde e-voertuigen en gevaarlijke elektrische onderdelen van e-voertuigen.’

‘Het branchecertificeringssysteem gaat controleren of er veilig gewerkt wordt volgens NEN 9140’
Zo schrijft NEN 9140 onder meer voor welke handelingen een technicus mag verrichten bij een bepaald niveau van kennis, welke beschermings- en beveiligingsmaatregelen hierbij moeten worden genomen en welk gereedschap geschikt zijn. Vorig jaar is de NEN 9140 verder aangescherpt en uitgebreid naar alle e-voertuigen met een hoogvoltsysteem spanningsklasse B én opslag van elektrische energie aan boord. Benning: ‘Dat is een goede ontwikkeling die wij als branche toejuichen. Feit blijft dat controle op de naleving door de deze norm door de Arbo pas geschiedt nadat een calamiteit heeft plaatsgevonden. Voor BOVAG en RAI Vereniging reden om de handen ineen te slaan en een certificeringssysteem te ontwikkelen.’
Uitrol branchecertificeringssysteem
Inmiddels is de eerste stap om die methodiek uit te rollen bijna voltooid, waarbij met het certificeringssysteem kan worden aangetoond dat bij autobedrijven alle maatregelen genomen zijn om veilig te kunnen werken aan elektrische voertuigen volgens de NEN 9140 norm. Er wordt, besluit Benning, eveneens gekeken of dit certificeringssysteem is uit te breiden naar de andere bedrijven en partijen die zich bezighouden met elektrische mobiliteit en hoogvoltsystemen. ‘Verder wordt momenteel onderzocht of het mogelijk is een dergelijk certificeringsysteem ook op te tuigen om de vakkundigheid van een werkplaats voor het repareren van e-voertuigen te kunnen aantonen.’ ●
EU-aandeel mondiale batterijproductie slechts 7 procent
Hoewel de vraag naar batterijen voor elektrische voertuigen (EV’s) aanzienlijk is toegenomen heeft de EU moeite om aan deze vraag te voldoen met productie in de eigen regio, zo blijkt uit de nieuwe ACEA factsheet ‘EU Battery supply chain & import reliance.’
Volgens deze factsheet importeerde de EU in 2023 voor ongeveer € 27 miljard aan batterijen. Ongeveer 90 procent van deze import kwam uit slechts drie Aziatische landen, waarbij China alleen al goed was voor 87% van de totale import. Wat betreft de batterijtoeleveringsketen en productiecapaciteit, blijft de EU concurreren met grote wereldspelers zoals China en is sterk afhankelijk van import. De factsheet bevat de meest recente gegevens over de rol van de EU in de wereldwijde batterijtoeleveringsketen – van geassem-
bleerde batterijen en belangrijke componenten tot de winning en verwerking van grondstoffen – en laat duidelijk zien hoe groot de importafhankelijkheid is de verschillende stadia.
Belangrijkste highlights
– De EU vertegenwoordigt slechts 7% van de wereldwijde batterijproductie; China heeft een aandeel van 83 procent en de V.S. 6 procent;
– 15% van de batterijproductiecapaciteit in de EU wordt beheerd door bedrijven met hoofd-
kantoor in Europa, waarvan driekwart eigendom is van Koreaanse ondernemingen;
– China en de VS zijn goed voor 87 procent van de wereldwijde productiecapaciteit in de toeleveringsketen;
– Alle fasen van de raffinage van grondstoffen (behalve kobalt) worden gedomineerd door China;
– China is ‘s werelds grootste exporteur van batterijen voor elektrische voertuigen, en exporteert ongeveer 12% van de batterijen voor elektrische voertuigen. ●











‘To see a World in a Grain of Sand’
In 2012 reed ik samen met een vriendin mijn eerste woestijnrally in Tunesië. Hoe we daar terecht waren gekomen is een verhaal apart, maar ik wilde de zandduinen in en dit leek ons de meest veilige manier om dat te doen. Dus daar reden wij in mijn Toyota Landcruiser HDJ 80, liefkozend LaToya genoemd. Om vervolgens te ontdekken dat de andere deelnemers dachten dat wij in de organisatie zaten. Twee dames in een witte auto in wit t-shirt, het kon niet anders dan dat die een stempel- of controlepost waren.
Een mooi voorbeeld van conceptuele blindheid: het onvermogen om iets te herkennen of begrijpen omdat men het concept nog niet kent of omdat het buiten het bestaande mentale model valt – zoals vaak bij nieuwe technologieën of ideeën die hun tijd vooruit zijn. De beste antidote tegen conceptuele blindheid is veelvuldig blootgesteld worden aan het onbekende.
De volgende woestijnrally die ik reed was in Marokko met het eerste volledig uit vrouwen bestaande rallyteam ter wereld, gesteund door een cordon van sponsoren, in een met knalroze en sponsorlogo’s bestickerde auto en wij in dito race-gear. Blootstelling aan het onbekende ten top.
maakt geëvolueerde hersenen om te doorgronden - tenzij we ze benaderen door de lens van het kleine en er veelvuldig mee in aanraking komen.

Om toentertijd de vrouwelijke monteurs te vinden moesten we alle auto-technische mbo en hbo-opleidingen af en ontdekten we dat er in heel Nederland welgeteld zes dames op de opleidingen zaten en er nog minder actief werkzaam waren als monteur. Sinds drie maanden ben ik aan de slag als directeur van de Automotive Campus in Helmond, Brainport, waar bedrijfsleven, onderwijsen onderzoeksinstellingen, gemeente Helmond en provincie Noord-Brabant samenwerken aan innovaties voor de benodigde maatschappelijke transitie richting decarbonisatie en elektrificatie.
‘To see a World in a Grain of Sand’ is de eerste zin van een beroemd gedicht van William Blake (1757-1827) dat verbeeldt hoe het grote in het kleine te zien is. Het gaat erover dat we enorme concepten als ‘de wereld’, ‘decarbonisatie’ of ‘elektrificatie’ niet kunnen bevattendeze dingen zijn te groot voor onze onvol-
Automotive Campus is die zandkorrel waarin de nieuwe wereld te zien is. De zandbak waarin geëxperimenteerd, ontdekt, getest en samengewerkt wordt en waar de slimme, veilige en groene mobiliteit van de toekomst in het klein al ontwikkeld wordt. Waar iedereen welkom is en waar je blootgesteld kunt worden aan de innovatieve concepten die je nu misschien nog over het hoofd ziet. Beter nog, ik nodig iedereen uit om actief deel te komen nemen, want het zelf mee ontwikkelen van de innovatie is de allerbeste manier om niet te missen wat er komen gaat.
En hoe mooi is het om te zien dat de vrouwelijke techneuten er inmiddels gewoon een wit t-shirt kunnen dragen, zonder dat gedacht wordt dat ze van de stempelpost zijn. ●
Sascha Bloemhoff, directeur Automotive Campus
Vrouwen in technische opleidingen
– Technische mbo-opleidingen: Ongeveer 15% van de studenten is vrouw. (Specifiek voor autotechniek zijn de percentages lager. Bijvoorbeeld, bij de afdeling motorvoertuigentechniek is slechts 4,7% van de studenten vrouw.)
– Technische hbo-opleidingen: Het aandeel vrouwelijke studenten ligt rond de 28%.
– Technische wo-opleidingen: Hier is ongeveer 43% van de studenten vrouw
Bron: Vrouwen in de techniekvhtonl+1UWV+1

José Serrano, analist Energietransitie bij RaboResearch
‘Voor zware batterij-elektrische trucks moeten de kosten nog flink dalen voordat ze kunnen concurreren met fossiele alternatieven.’
Voor zware bedrijfswagens is de overstap naar batterij-elektrisch rijden nog niet rendabel in Nederland. Ondanks subsidies en beleidsmaatregelen blijven zware batterij-elektrische voertuigen (HCV’s) financieel minder aantrekkelijk dan hun fossiele tegenhangers, zo blijkt uit een nieuw rapport van RaboResearch over de concurrentiepositie van batterij-elektrische bedrijfswagens op de Nederlandse markt. Serrano verwacht dat schaalvoordelen in de productie en verdere dalingen in batterijprijzen de komende jaren wel degelijk effect zullen hebben. ‘Maar zelfs bij een daling van 30 procent in batterijprijzen, zakt de totaalprijs van een elektrisch zwaar voertuig slechts met zo’n 6 procent, tenzij fabrikanten deze besparing volledig doorberekenen’, waarschuwt hij.
BRON: TRANSPORT-ONLINE.NL
Deelscooter schoner dan auto Elektrische deelscooters stoten fors minder broeikasgassen uit dan benzinebromfietsen en (elektrische) auto’s, maar leveren alleen milieuwinst op als ze deze vervoersmiddelen ook vervangen in hun gebruik, zo blijkt uit nieuw onderzoek van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM), in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
BRON:MOBILITEIT.NL
Maatwerk hubs
De hub. Al tientallen jaren het toverwoord in de stadslogistiek. In theorie de ideale oplossing voor zero-emissie bevoorrading, minder ritten, en een leefbaardere binnenstad. Maar in de praktijk blijkt de magie vaak uit te blijven. Tijdens de Vervoerslogistieke
Werkdagen stelden Hans Quak, Bram Kin en Luuk Meijer van TNO in hun publicatie ‘Hubs – waarom het op papier mooi klinkt, maar in de praktijk zelden een groot succes wordt’ - die praktijk stevig ter discussie. Hun analyse is helder: veel hubconcepten, en dan met
name de zogenoemde ‘white label’ of neutrale stadshubs, missen voldoende economische grondslag.
Toch groeit de vraag naar distributieruimte in en rond steden. Volgens TLN zouden Gemeenten zich minder moeten richten op standaard hubs aan de stadsrand en meer op het faciliteren van bestaande logistieke netwerken. Denk aan slimme combinaties met andere functies, zoals wijkhubs of circulaire hubs.
BRON: WAREHOUSE TOTAAL
Geen toegang milieuzones
Meer dan een kwart miljoen bestelauto’s mogen sinds begin dit jaar de zero-emissiezones in Nederlandse binnensteden niet meer in. Dat stelt Overstappen.nl op basis van eigen onderzoek. Een analyse van de huidige kentekenregistraties bij de RDW laat zien dat een aanzienlijk percentage van de Nederlandse bestelauto’s niet voldoet aan de nieuwe, strengere eisen voor milieuzones.
BRON: MOBILITEIT.NL
Start testfase vrachtwagenheffing
De voorbereidingen voor de invoering van de vrachtwagenheffing in Nederland zijn begonnen. Op de A12 bij Bodegraven is het eerste wegportaal uitgerust met controleapparatuur om vrachtverkeer te monitoren. Deze systemen worden de komende tijd uitgebreid getest in aanloop naar de beoogde invoering van de heffing medio 2026. Binnenkort volgt plaatsing van een tweede portaal op de A16. Leverancier Vitronic en de RDW testen de systemen op betrouwbaarheid, privacy en werking bij verschillende weersomstandigheden.
BRON: TLN
België introduceert afstandsregels
Vanaf 1 september 2026 treedt in België de nieuwe Code van de Weg in werking. Deze herziening introduceert diverse wijzigingen die gericht zijn op het verbeteren van de verkeersveiligheid. Een belangrijke aanpassing betreft de regels voor automobilisten bij het passeren van voetgangers. Volgens de nieuwe regelgeving moeten bestuurders bij het voorbijrijden van voetgangers een minimale afstand bewaren om de veiligheid van de voetgangers te waarborgen. Binnen de bebouwde kom is een afstand van minimaal 1 meter verplicht, terwijl buiten de bebouwde kom een afstand van minimaal 1,5 meter moet worden aangehouden. Deze afstandsregels zijn van toepassing op alle voertuigen, inclusief auto’s, motorfietsen en fietsen.
BRON: LETSELSCHADE.NU
Alle data zijn onder voorbehoud. Voor een actuele update van de bijeenkomsten check de website van RAI Vereniging: www.raivereniging.nl
IAA MOBILITY 2025 9 tot 14 september
RAI Automotive Industry NL organiseert, in samenwerking met RVO, de ministeries van Infrastructuur, Economische Zaken en Buitenlandse Zaken, de Nederlandse ambassade in Berlijn en het
consulaat-generaal in München, tijdens de IAA Mobility een NL Paviljoen. München, Duitsland
BATTERY DAY 25 september
Het toonaangevende evenement voor professionals, onderzoekers, innovators en beleidsmakers die de toekomst van batterijtechnologie vormgeven.
Cleantech, Park Arnhem


Reinigings DemoDagen
MOBILITY SHIFT 2025 3 oktober
Jaarlijks event van RAI Vereniging over de toekomst van mobiliteit Circuit Zandvoort tijdens de EV-Experience


Op 14 en 14 mei organiseerde de sectie RAI CarrosserieNL van RAI Vereniging op het terrein van FlevoNice in Biddinghuizen alweer de 11e editie van de ReinigingsDemoDagen (RDD). Dit unieke buitenevenement is dé plek waar professionals uit de afval- en reinigingsbranche samenkomen om de nieuwste technologieën, innovaties en trends te ontdekken. De beurs, waaraan meer dan 90 exposanten deelnamen, trok 3.000 bezoekers.