Pluimveekrant december 2019

Page 1

Pluimveekrant I N N O VAT I E & O N D E R N E M E N

PluimveeActueel.nl

Deze krant is een speciale uitgave van Prosu Media Producties voor pluimveehouders in Nederland en Vlaanderen.

december - 2019

VIR-CHECK BRENGT VIRUSDRUK IN ZICHTBAAR SCHONE STAL IN KAART Met het reinigen en ontsmetten van stallen valt er nog veel te verbeteren. Uit veldproeven van Royal GD, Advee dierenartsen en De Hoop Mengvoeders blijkt dat een op het oog schone stal weinig zegt over het afdoden van taaie en resistente ziektekiemen. Met de zogenoemde VIR-check heeft de pluimveehouder een tool in handen om de virusdruk in de stal vast te stellen. “Met elkaar kijken we hoe we het kuiken de meest optimale start krijgt.” De VIR-check test op de aanwezigheid en hoeveelheid van de rotavirus A en D, astrovirus, aviaire nefritis-virus 3 en reovirus. Dit zijn de vijf meest voorkomende darmvirusinfecties bij vleeskuikens. Eenvoudige monstername via cloacaswabs bij zes kuikens van zes of zeven dagen oud moet dit inzichtelijk maken. De pluimveehouder kan dit zelf doen. Voor de interpretatie van de uitslag is het verstandig de andere erfbetreders erbij te betrekken. De Rodac-methode wordt door pluimveehouders vaak gebruikt om te beoordelen of de stal na het schoonmaken en desinfecteren ook daadwerkelijk vrij is van gemakkelijk groeiende bacteriën. “In de praktijk blijkt schoonmaak en desinfectie niet simpel en is de tijd beperkt. Terwijl leegstand mede bepalend is voor de goede start van de kuikens”, legt dierenarts en pluimveespecialist Sjaak de Wit van GD uit, “Helaas maakt het Rodac-plaatje alleen de gemakkelijk

groeiende bacteriën inzichtelijk. Het is geen garantie dat reiniging en desinfectie voldoende hebben gewerkt tegen naakte virussen, die doorgaans erg resistent zijn.” Uit veldproeven van GD, Advee dierenartsen en De Hoop blijkt dat eigenlijk iedere pluimveehouder een eigen visie en methode bij leegstand heeft. “Een op het oog schone stal zegt weinig of de kiemen gedood zijn.” Pluimveedierenarts Christiaan ter Veen van GD deed in 2013 onderzoek bij 98 koppels en bracht zo in kaart welke vijf virussen het meest voorkomen in de darmen van kuikens. “Bijna honderd procent van de kuikens op slachtleeftijd blijkt gemiddeld vier-en-een-half van de vijf virussen te hebben doorgemaakt. Dat betekent dus dat door niet succesvolle reiniging en desinfectie er vier of vijf van deze resistente virussen op de eendagskuikens liggen te wachten.” Een besmetting betekent niet meteen dat een kuiken ziek wordt. “Toch kun

je wel stellen dat over het algemeen geldt dat hoe jonger het kuiken is, hoe hoger de kans op darmschade”, legt pluimveespecialist Janny Hermans van Advee dierenartsen uit, “Beide rotavirussen kunnen alleen horizontaal worden overgedragen. Astrovirus, Aviaire Nefritis Virus en REO is verticaal, dus van moederdier via het broedei op nakomeling, ook mogelijk. Overigens niet alle drie tegelijkertijd.” Op broederijen en bij het lossen van eendagskuikens is de VIR-check ook meerdere malen uitgevoerd en is alleen Astrovirus of geen enkel virus aangetroffen. “Als op dag zes of zeven meerdere virussen worden aangetroffen, weet je dat deze al in de stal op het kuiken lagen te wachten. Ondanks alle inspanningen van de pluimveehouder is het beoogde effect van de reiniging en desinfectie niet helemaal geslaagd.” De VIR-check gaat uit van Polymerase Chain Reaction (PCR). Een snelle en zeer gevoelige methode om uit kleine hoeveelheden genetisch materiaal de aanwezigheid en hoeveelheid darmvirussen bloot te leggen. “Het gaat ons niet om een verwijtende vinger naar iemand te wijzen. De uitslag van de VIR-check is de maat voor wat kuikens al jong doormaken en laat zien of reiniging en desinfectie succesvol zijn”,

vertelt Flamur Llapashtica, specialist vleeskuiken bij De Hoop, “Het is een extra tool die we nu ter beschikking hebben om de ondernemers te helpen om de kuikens de meest optimale start te geven. We zijn continu op zoek naar extra dienstverlening en bezig met het optimaliseren van onder andere voer, water, stalkimaat, en dergelijk. Daar hoort reiniging en ontsmetting in de leegstand ook zeker bij. Dit zijn zaken die een pluimveehouder op orde moet hebben. Het is mooi dat we dit nu meetbaar kunnen maken, dat wekt de nodige beleving en nodigt uit om samen te gaan kijken wat anders of beter kan. Soms geeft een eenvoudig advies al aanknopingspunten om het effect van alle inspanningen in de leegstand te verbeteren. Het helpt bij de analyse wanneer de veehouder opschrijft wat hij precies doet en in welke dosering. Dit gebeurt echter zelden.” De check gaat uit van een stoplicht-principe. Rood geeft een score aan waaruit blijkt dat de schoonmaak en desinfectie niet succesvol is geweest. Bij een oranje score scoort een derde van de bedrijven beter. Met groen blijkt de reiniging en desinfectie grondig en succesvol te zijn geweest. In de proefperiode hebben de deelnemende bedrijven een vragenlijst gekregen om vervolgens te kijken

hoe ze de maatregelen in leegstand kunnen aanscherpen. “Het bijzondere is dat de VIR-check pluimveehouders motiveert om bij een volgende ronde nog beter te scoren. Het gaat leven”, vertelt Janny Hermans. Sjaak de Wit haakt daar op in. “Deze tool is niet het ultieme protocol voor het schoonmaken en de desinfectie. Het helpt de ondernemers bij het maken van de keuzes die passen bij het bedrijf. Er blijven ook altijd uitzonderingen. Het blijft immers biologie. Geen paniek. Rood betekent niet dat je automatisch een slechte koppel hebt of groen een goede. Er spelen nog veel meer factoren mee. De VIR-check is vooral een hulpmiddel om de kuikens een optimale start te geven, en om de schoonmaak en desinfectie succesvol te laten zijn.” Flamur Llapashtica vertelt ook dat maatregelen niet van vandaag op morgen het gewenste effect zullen sorteren. “Biofilm heb je ook niet zo afgepeld en bepaalde virussen zijn hardnekkig en moeilijk weg te krijgen. Het is een kwestie van tijdens de vaak drukke en hectische leegstand een goede organisatie en planning op te stellen, en vooral volhouden om van rood, naar oranje en uiteindelijk groen te komen.” ■ Tekst en foto’s: Martin de Vries

In deze editie focus op keurmerken en ketenconcepten

“Beter sturen op kwaliteit door vergaande samenwerking”

Pionier dimt rood en wit naar lichtbehoefte kip

“Pluimveesector moet terug naar de basis”

KEURMERKEN EN KETENCONCEPTEN 2

VERLICHTING 20

KEURMERKEN EN KETENCONCEPTEN 22


2

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen 3

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen

VOORWOORD Keurmerk voor passie

THEMA: KEURMERKEN EN KETENCONCEPTEN

‘Merk als bewijs dat een product of dienst aan bepaalde kwaliteitseisen voldoet.’ Het is de omschrijving die Dikke Van Dale geeft bij het begrip keurmerk. Talrijke keurmerken en concepten hebben hun intrede in de markt gedaan. Ik kan me voorstellen dat de consument, als die voor het supermarktschappen staat, het erg verwarrend vindt. Voor de pluimveehouder is een keurmerk of concept in ieder geval een manier om zich te onderscheiden. Een manier om het eigen product te verheffen boven bulk. En uiteraard een plusje binnen te halen om alle maatregelen binnen de bedrijfsvoering te kunnen bekostigen. Helaas blijkt volgens de Rabobank dat pluimveehouders met een keurmerk of concept de afgelopen jaren financieel minder gepresteerd ten opzichte van regulier. Het blijkt voor de ondernemer, die zich wil onderscheiden, moeilijk om die gewenste meerprijs dus ook daadwerkelijk binnen te halen. Je kop boven het maaiveld uitsteken is niet eenvoudig, dat blijkt ook uit het verhaal verderop in de krant over pluimveehouders Geert en Joke van der Kaa van de Walnoothoeve(n). Hun bijzondere bedrijf met unieke kippen dreigt kopje onder te gaan aan wet- en regelgeving. Geld is natuurlijk niet alles. De passie en de liefde voor de levende dieren is voor een pluimveehouder de belangrijkste drijfveer. Dag in, dag uit. Concepten als RoyalTop laten zien, dat de passie van ondernemers zoals de Friese Tjeerd Jukema, overal in de keten terug te vinden is. Het is dus aan de consument om ook wat extra neer te leggen voor dierenwelzijn, duurzaamheid én de liefde en passie. Alleen moet die consument niet vol vraagtekens voor het supermarktschap staan. Want waarom zou je meer betalen voor je stukje kip met kerst, als je niet weet waarvoor? Een euro kun je immers maar één keer uitgeven. Helemaal met de dure feestdagen voor de deur. Hoofdredacteur Martin de Vries

Keurmerk of concept geen garantie op een ‘plus’ Bulk of niche? Scharrel, vrije-uitloop of biologisch? Samenwerking of zelf vermarkten? Een keurmerk of ketenconcept geeft de pluimveehouder de mogelijkheid om zich onderscheiden en zaken te borgen. Toch blijkt een plus op het productprijs niet een vanzelfsprekendheid. “De een ziet het als een bedreiging doordat het hen aantast in de ondernemersgeest die er is en voor een ander is het een zegen omdat ze meer waardering ervaren”, stipt Jeroen van den Hurk aan. Hij is sectorspecialist pluimvee en kalveren bij de Rabobank. Hij merkt dat er onder pluimveehouders verschillend voor over keurmerken en ketenconcepten wordt gedacht. “Het is een goede manier om een deel van markt mee te bedienen die extra aandacht vraagt voor herkomst, borging van bepaalde zaken, dierwelzijn, transparantie et cetera. Veelal betreft het hier bovenwettelijke zaken die je op deze manier tot uiting kunt laten komen in product, prijs en presentatie. Keurmerken en ketenconcepten geven producenten de mogelijkheid om zich te onderscheiden en daarnaast ook voor retailers om zich te positioneren.”

Het Beter Leven Keurmerk van de Dierenbescherming is wat Van den Hurk betreft het meest sprekende voorbeeld. “En ook het best verkochte keurmerk in de Nederlandse retail in 2018. Daarnaast is zo goed als het volledige vers vlees in de Nederlandse retail sinds een paar jaar van traaggroeiers. Hiervoor zijn meerdere concepten en standaarden uitgewerkt, zoals Goed Nest Kip, Nieuwe Standaard Kip, noem maar op.” Toch blijkt het in de praktijk niet een vanzelfsprekendheid te zijn dat een keurmerk of concept ook beter is voor de portemonnee van de pluimveehouder. “Kijk je bijvoorbeeld naar pluimveevlees, dan hebben de keurmerken en concepten afgelopen jaren financieel minder gepresteerd ten opzichte van regulier.” Daar tegenover staat volgens Van den Hurk dat de deelnemende pluim-

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen, een uitgave van www.pluimveeactueel.nl | no. 4 | 2019

veehouders wel tevreden zijn met de wijze waarop ze hun dieren houden en ook met de beloning die daar voor geldt. “De legsector heeft dit jaar ook een snelle switch gemaakt naar één ster Beter Leven voor de Nederlandse retailmarkt.” Een keurmerk of concept kan bovendien een ‘license to operate’ zijn voor individuele pluimveehouders. “De financiële performance is belangrijk, maar evenzogoed ook andere aspecten. Een en ander laat onverlet dat je minimaal gecompenseerd moet worden voor de (extra) kosten die worden gemaakt.” ONDERSCHEIDEND PRODUCT Sectorspecialist Jan van der Haar van Countus vindt ook dat keurmerken en concepten mogelijkheden bieden om een onderscheidend product af te leveren. “Bovendien ben je niet zo snel uitwisselbaar. De keten bindt zich aan de pluimveehouder en de pluimveehouder aan de keten. Je trekt het product uit de bulk. De intensieve veehouderij zie je daardoor steeds meer uit de anonimiteit komen.”

Als positieve voorbeelden haalt Van der Haar ‘biologisch’ aan. Aangesloten pluimveehouders aan verschillende eisen voldoen om Skal-gecertificeerd te worden. “Het is niet eenvoudig om toe te treden, waardoor er ook niet een tussensegment ontstaat.” In het succes van concepten schuilt ook een gevaar. “Je ziet dat er dan vaak extra eisen komen, terwijl die niet goed in de prijs worden vertaald. Hierdoor komt de doelstelling om onderscheidend te blijven, onder druk te staan. Pluimveehouders rekenen over het algemeen ook veel. Bij biologische producten zie je ook dat als de markt vol is de prijs stagneert. Als er een verschuiving ontstaat van een vraag- naar een aanbodmarkt dan drukt dat meteen op het rendement.” Aan de andere kant is de prijs niet doorslaggevend, stipt Van der Haar aan. “Als een pluimveehouder eenmaal met een concept begint, stapt die er ook niet zomaar uit.” Volgens hem hoeven de adviseurs van Countus de ondernemers niets aan te dragen als het gaat om

INHOUDSOPGAVE IN DEZE EDITIE O.A.: keurmerken of concepten. “Zowel in ‘leg’ als ‘vlees’ hebben de ondernemers zich al dusdanig ver ingelezen, dat de berekening op de achterkant van de sigarendoos vaak al heel uitgebreid is. Het is meer sparren en finetunen.” WEINIG ERVARING Ten opzichte van Nederland heeft de Belgische pluimveehouderij weinig ervaring met keurmerken en concepten. Voorzitter Danny Coulier van Vlaamse pluimvee en konijnenhouders, ofwel de Landsbond, ziet een duidelijk verschil tussen de landen. “In België heeft de retail tot nu toe een andere kijk gehad op de term duurzaamheid. Volgens mij heeft de Nederlandse retail zich meer laten sturen door dierenrechtenorganisaties, maar duurzaamheid is meer dan dierenwelzijn alleen”, stelt Coulier, “Wij bekijken het totale plaatje op vlak van economie, ecologie en uiteraard ook dierenwelzijn. Wij blijven ervan overtuigd dat de huidige standaardkip op alle vlakken het meest duurzaam is, dit betekent niet dat er op een aantal punten wat ver-

betering mogelijk is, maar daarom moeten we het kind niet met het badwater weggooien.” Coulier stipt ook aan dat de structuur van de Belgische pluimveesector ‘iets minder geïntegreerd is’. Hierdoor poppen er minder keurmerken en concepten op. “En die er zijn, zijn vaak ook nog ‘geïmporteerd’. Anderen zitten dan vooral in een zeer gesloten circuit, waarbij een sterke samenwerking is tussen alle schakels van de productie.” De voorzitter stipt aan dat de Belgische pluimveehouder over het algemeen door de structuur meer vrijheid heeft om een keuze te maken tussen voederleveranciers, broeierijen en slachterijen. “Laat dit nu ook een troef zijn. Te sterk geconcentreerde schakels vormen een te grote dominantie.” Desalniettemin houdt de Belgische belangenbehartiger de ontwikkelingen in Nederland in de gaten. “Uiteraard volgen wij dit op de voet, maar wij kijken naar het totale plaatje van duurzaamheid. We kunnen alleen vaststellen dat er tot op de dag van vandaag onvoldoende meerwaarde gege-

nereerd wordt en dan vooral op economisch vlak en dit ten koste van ecologie.”

“IN BELGIË KIJKEN WE MEER NAAR HET TOTAALPLAATJE” Kansen liggen er volgens Coulier wel degelijk om het principe van concepten verder in België uit te rollen. “Zeker een vorm met de huidige standaardkip, maar het ontbreekt vandaag aan moed om met alle ketenpartners met een open geest en wederzijds respect de koe bij de horens te pakken en wat meer out off the box te denken. Het blijft een economisch gegeven dat voeding van vandaag nog altijd ondergewaardeerd blijft.” Kunnen we dan stellen dat Nederland vooroploopt met keurmerken en ketenconcepten? Of is

Nederland daarin juist doorgeslagen? Jeroen van den Hurk van de Rabobank trekt de beantwoording naar een breder perspectief. “Kijk je naar de markten om de Benelux heen, dan zie je weer veel meer keurmerken en concepten. Neem Frankrijk, Verenigd Koninkrijk, Scandinavië en ook Duitsland. Bij de oosterburen zagen we tijdens een recent bezoek nog dat steeds meer productie een standaard kent, die boven wet- en regelgeving zit. We zijn in Nederland met de goede dingen bezig en dat zal zich nog verder ontwikkelen. Mede om de toenemende druk vanuit Oost Europa het hoofd te bieden. De druk vanuit die markten richt zich vooral op de basisproducten, de zogenoemde bulkproductie. Keurmerken en concepten zijn bij uitstek geschikt om onderscheidend te blijven in de markt.” ■ Tekst en foto’s: Martin de Vries

KEURMERKEN EN KETENCONCEPTEN KEURMERKEN P. 2 ROYALTOP P. 4 NESTBORN P. 6 WALNOOTHOEVE P. 22

VERLICHTING FRESHLIGHTAGRI P. 8 POWERLAMPS P. 20

SPECIAAL KATERN WAGENINGEN / AERES P. 10

BEST GELEZEN

PLUIMVEEACTUEEL P. 14

COLUMN GERWIN BOUWHUIS P. 16

WATER H2OOSTRA P. 17

TOEKOMST AGRAFIEK P. 18

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen, een uitgave van www.pluimveeactueel.nl | no. 4 | 2019


4

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen 5

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen Hulst uit Veldhoven. ‘’Wij hebben gekozen voor Van Hulst. Wij broeden de eieren uit op zaagsel in de stal. Dit geeft veel rust in de stal. Echter, moet dit wel bij je passen”, stelt Jukema.

THEMA: KEURMERKEN EN KETENCONCEPTEN

De Heus is de aangewezen voerleverancier. “Het gaat om voer voor reguliere kuikens, maar wel speciaal voor het concept RoyalTop samengesteld. Bij ons levert dit op dit moment droge stalen op. Er wordt bijvoorbeeld gestuurd op slachtresultaten, geen gmo en darmgezondheid. Met het voer kan direct op belangrijke zaken als gezondheid en dierenwelzijn worden ingespeeld. Vleeskuikenhouders kunnen zo de meeste bonussen behalen.”

“BONUS OP BASIS VAN WELZIJN, JUISTE GEWICHTEN, GEEN VANGSCHADE, MINIMAAL ANTIBIOTICA EN LAAG UITVAL” De kuikens worden geslacht door GPS en koppelt alle slachtgegevens

ROYALTOP-VLEESKUIKENHOUDER TJEERD JUKEMA:

terug. De vleeskuikenhouder krijgt hiermee inzicht in zijn resultaten. Het beheersen van salmonella is binnen RoyalTop ook van belang. Als dit wordt geconstateerd, wordt in een bestrijdingsplan met financiële compensatie voorzien om zo snel mogelijk weer van de salmonella af te komen. Jukema raakte overtuigd van het ketenconcept. “Iedere schakel in de ketting is belangrijk. Door deze vergaande samenwerking kun je veel beter sturen op kwaliteit.” Er wordt een marktconforme prijs uitbetaald. “Bovendien werkt RoyalTop volgens een bonussysteem. Het doel is natuurlijk om ‘plusvlees’ af te leveren.” LAGERE BEZETTING, BETERE CONTROLE Waar het vleeskuikenbedrijf uit Wijnaldum eerst een bezetting van 42 kilo per vierkante meter afleverde, zit het nu op een kleine 39 voortschrijdend gemiddelde. “De extra ruimte voor de kuiken is natuurlijk ook een mooi signaal richting Den Haag. Met RoyalTop sorteren we ook al voort op eventuele nieuwe regelgeving.” Jukema merkt echter ook dat je makkelijker kunt sturen. “We hebben ruimte om scherper te zijn op bijvoorbeeld voetzooltjes.” Binnen het concept wordt een reguliere vleesprijs met een bonus uitbetaald. “De plus is gebaseerd op dierenwelzijnscriteria, juiste gewichten, geen vangschade,

minimaal antibioticagebruik en lage uitval. Gewichtsinschatting is overigens wel wat lastig, maar proberen ons best te doen om deze laatste halve cent er bij te krijgen.” VOORZITTERSCHAP STICHTING De overstap naar het ketenconcept heeft volgens Jukema voor hem goed uitgepakt. Van het gevoel ‘een nummertje’ te zijn, is totaal geen sprake. Sterker nog, de jonge Fries is sinds kort zelfs voorzitter van de RoyalTop-stichting. Alle betrokken ketenpartners zijn daarin vertegenwoordigd. “De aangesloten vleeskuikenhouders hebben als stichtingslid inspraak over de besluiten voor de toekomst van het RoyalTopconcept. De stichting moet ook zorgen voor korte lijntjes. Als een vleeskuikenhouder een probleem heeft met bijvoorbeeld het voer, dan nemen we daar notie van. Als

op hetzelfde moment tien anderen bij ons aankloppen, dan wordt het tijd om met de voerleverancier te kijken waar het probleem zit.”

“IEDERE SCHAKEL IN DE KETTING IS BELANGRIJK” Jukema hoopt dat RoyalTop door goede communicatie binnen de keten continu zorgt voor verbetering, waardoor het ketenconcept naar een nog hoger niveau wordt getild. Hij verwacht met zijn voorzitterschap daar een steentje bij te dragen. “Het concept moet na twee jaar nog wel groeien. Het gaat dan enerzijds om een

stukje marktwerking, die past bij kwaliteitsbeleving. Aan de andere kant stapt een boer ook niet zomaar over. Ze zitten vaak al jaren bij een bepaalde voerleverancier, broederij of slachterij. De kracht van het RoyalTop-concept is echter de ketenbeheersing en -controle. Daar hebben een vaste groep ketenpartijen zich aan gecommiteerd. Het positieve verhaal moet uiteindelijk niet alleen vleeskuikenhouders, maar ook afnemers van hoogwaardig pluimveevlees over de streep trekken.” ■ Tekst en foto’s: Martin de Vries

AKKERBOUW EN VLEESKUIKENS KUNNEN BIJ JUKEMA’S NIET ZONDER ELKAAR Op het gemengde bedrijf in Wijnaldum proberen vader Jaap, moeder Aukje en zoon Tjeerd Jukema zoveel mogelijk de kringlopen te sluiten. Tarwe wordt zoveel mogelijk gebruikt voor het voeren van de 75.000 vleeskuikens. De mest uit de stallen wordt weer over het land uitgereden. Op honderd hectare worden verschillende gewassen geteeld, waaronder pootaardappelen. “Het één kan niet zonder het ander”, legt Tjeerd Jukema uit. “Als je kijkt naar arbeid dan is akkerbouw de hoofdtak”, haakt Jacob? Jukema in. Samen met zijn vrouw Aukje besloot hij om in 1996 met vleeskuikens te beginnen. “Eigenlijk is dat uit nood geboren. De prijzen in de akkerbouw stonden fors onder druk. Het advies was om het bedrijf te verbreden. In die tijd was de vleeskuikenhouderij met een voerwinst van 0,70 gulden per afgeleverde kuiken gewoon erg interessant. Onder begeleiding zijn we begonnen. Ik ben me op de teelt blijven richten, Aukje op de vleeskuikens.” De ‘gok’ heeft uiteindelijk goed uitgepakt. “Het bedrijf staat er stabiel voor. Dit komt onder andere doordat er bij de kuikens een vast inkomen ontstaat. Er gaat veel meer tijd zitten in de akkerbouw dan in vleeskuikens”, legt Tjeerd Jukema uit. Zijn hart ligt echt bij het pluimvee. “Het leeft. Als de kippen zich niet lekker voelen zie je dat en kun je er adequaat wat aan doen. Dat vind ik prachtig. Toch blijft het de combinatie, die ons bedrijf sterk maakt.”

“Beter sturen op kwaliteit door vergaande samenwerking” Door een stukje ketenbeheersing en het afleveren van iets minder kilo’s per vierkante meter, is het vleeskuikenhouder Tjeerd Jukema uit Wijnaldum gelukt de uitval van het afgelopen jaar terug te brengen naar 2,7 procent. Twee jaar geleden stapte het bedrijf over op het RoyalTop-concept. Resultaat is rust in de twee stallen en slechts één keer was het nodig om dit jaar bij een koppel antibiotica te gebruiken. “Alle schakels in de keten van broedei tot slacht betrekken om kwaliteit te kunnen garanderen.” Met zo weinig mogelijk grondstoffen en energie zoveel mogelijk kilo’s met kwaliteit afleveren. Het is voor Tjeerd Jukema de uitdaging binnen een duurzame bedrijfsvoering. De cijfertjes zijn voor hem van ondergeschikt belang. “Natuurlijk zijn de verdiensten belangrijk. Maar als je merkt dat je uitval onder controle hebt en bij de vijftien bij slechts één koppel in twee jaar tijd antibiotica hebt hoeven te gebruiken, dan geeft dat zoveel werkplezier. Bovendien zijn het geen slechte resultaten toch?”, vertelt de Friese pluimveehouder. Samen met zijn ouders runt Jukema een akkerbouw- en vleeskuikenbedrijf. In de twee stallen houdt hij 75.000

in de keten en minder afval. Dat levert een lagere milieubelasting op. Met dierenwelzijn wordt er boven het wettelijke niveau gezet. Er wordt gemeten aan de hand van

harde criteria als voetzoolscores, vangletsel en early feeding. NoviPlus gecertificeerde vermeerderingsbedrijven

produceren alle broedeieren. Voor de broederij is gekozen voor earlyfeeding-kuikens hierbij kun je in het concept kiezen voor Lagerwey uit Lunteren of Van

vleeskuikens volgens RoyalTop. Het ketenconcept combineert dierenwelzijn met duurzaamheid. “We waren eerst bij een ander slachtbedrijf aangesloten, maar kregen steeds meer het gevoel een nummer te zijn.” Bovendien begon hij zich zorgen te maken over de hoge afkeuring. “Als we op dezelfde manier doordraaien zullen we de concurrentie met het buitenland niet winnen. Bovendien worden de marges dan wel heel klein.’’ DUURZAAMHEIDSEISEN IN DE KETEN RoyalTop stelt duurzaamheidseisen aan alle ketenpartijen. Doel is om het gebruik van grondstoffen en energie te verlagen. Hierdoor ontstaat een lagere CO2-foodprint

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen, een uitgave van www.pluimveeactueel.nl | no. 4 | 2019

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen, een uitgave van www.pluimveeactueel.nl | no. 4 | 2019


6

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen 7

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen THEMA: KEURMERKEN EN KETENCONCEPTEN

Enorme groei voor On farm hatching-concept NestBorn Sinds Belgabroed, Vervaeke-Belavi en Van Hulst begin vorig jaar het stalconcept NestBorn officieel lanceerden tijdens de Agridagen in het Belgische Ravels, is er een flink aantal pluimveebedrijven overgestapt op dit ‘natural on farm hatching’-concept. Van Hulst-adviseur Anton de Jong geeft aan dat er inmiddels zeven machines operationeel zijn. “Tot voor kort, maakte de broederijgroep gebruik van drie machines voor de thuismarkt in Nederland, België, Duitsland en Frankrijk. Sinds enkele weken werd hier één gloednieuwe machine aan toegevoegd, een extra capaciteit van vijfhonderdduizend eieren per week. De overige drie machines dienen voor internationaal gebruik.” Het NestBorn-concept is een systeem waarbij uitkomen in de stal, zonder investering voor de boer, gerealiseerd kan worden. Het is de broederij die de plaatsing van de eieren direct op het strooisel organiseert, zonder dat de boer ook maar iets aan zijn stal moet wijzigen. Door het gebruik van een realtime monitoringssysteem van eischaal- en luchttemperatuur, kan er door de boer en de broederij waar nodig bijgestuurd worden. Het resultaat is een optimale uitkomst en robuuste kuikens. De interesse voor NestBorn is sinds de lancering sterk gestegen en de ingebruikname van extra machines is dan ook een logische stap.

het gehele proces een stuk beter inzichtelijk en is het dus ook beter onder controle te houden. VERBETERD SCHOUWPROCES: MINDER WERK VOOR DE BOER De Jong: “De resultaten bij de pluimveebedrijven, die er nu mee

“MINDER STRESS EN HOGER WELZIJN DOOR DE JUISTE START” BETERE CONTROLE OVER PROCES Praktijkervaringen tonen aan dat uitkomen in de stal minder stress (meer dierenwelzijn) betekent. De pluimveehouder kan dit op een geruststellende wijze doen, omdat hij gebruik kan maken van een online en realtime temperatuursopvolgingssysteem. Daarmee wordt

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen, een uitgave van www.pluimveeactueel.nl | no. 4 | 2019

werken zijn zeer goed. Toen we NestBorn net geïntroduceerd hadden, realiseerden we een percentage van niet-uitgekomen eieren van rond de drie procent. Dankzij de opgebouwde ervaring en met de nieuwe schouwinstallatie, zitten we nu gemiddeld tussen de één

en anderhalf procent, wat een belangrijk tijdsvoordeel oplevert voor de pluimveehouder en ook de kwaliteit ten goede komt.” INTERNATIONAAL KARAKTER De Jong: “We staan ook op het punt van een internationale

doorbraak. Vanuit de NestBorn company (HFHC), worden er praktijkervaringen georganiseerd voor broederijen en integraties in Noordwest-Europa en daarbuiten. Deze testen tonen aan dat de technologie klaar is voor een verdere internationale uitrol, zeker omdat de positieve resultaten die we lokaal behalen, ook internationaal bevestigd worden.” Het concrete doel blijft om pluimveebedrijven zoveel mogelijk te helpen bij het optimaal opstarten met kuikens, die in de stal geboren worden. De Jong: “Naast een natuurlijkere en diervriendelijk uitkomstproces, hebben NestBorn kuikens ook gelijk en ononderbroken beschikking over water en voer.” DIERGEZONDHEID & ANTIBIOTICA De praktijkervaringen bij pluimveehouders, die tot nu toe met NestBorn hebben gewerkt, tonen aan dat de kuikens niet alleen in de opstart profijt hebben van de aanpak waar NestBorn voor kiest. “Ook merken we dat de ent-reacties lang niet zo heftig meer zijn.

Het draagt kortom bij aan de totale diergezondheid: betere darmgezondheid, hogere immuniteit, minder pootproblemen, betere scores voor voetzoollaesies en minder antibiotica. Al die aspecten zorgen ervoor dat de totale technische resultaten zoals uitval, voederconversie en dagelijkse groei verbeterd worden”, aldus De Jong. DOELSTELLING “Het uiteindelijke doel is alle boeren ervan te overtuigen dat NestBorn veel meer is dan enkel een juist antwoord voor vroege voeding. Er zijn nog bijkomende voordelen op vlak van dierenwelzijn, maar ook betere jaaropbrengsten per vierkante meter kunnen ermee worden gerealiseerd. Duurzaamheid voor iedereen!” ■ Tekst: Richard Bender Foto’s: Belgabroed MEER INFORMATIE? NestBorn, www.nestborn.eu Of neem contact op met Van Hulst via info@kuikenbroederijvanhulst.nl

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen, een uitgave van www.pluimveeactueel.nl | no. 4 | 2019


8

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen DOSSIER: VERLICHTING

PLUIMVEEBEDRIJF OOSTVOGELS:

neem geen risico en kies voor de zekerheid van Maxiban®

“Het is heel prettig licht voor de kippen”

Kuiken na kuiken. Ronde na ronde. Al een miljard keer bewezen.

• Minder aantastingen van de darm • Drogere stallen en minder voetzoollaesies • Meer volledig antibiotica-vrije rondes • Betere voederconversie en hoger aflevergewicht

In vrijwel elke pluimveestal vinden we tegenwoordig maatregelen, die bijdragen aan het dierenwelzijn en/of fijnstofreductie. Bij Pluimveeservicebedrijf Oostvogels in het Brabantse Achtmaal hebben ze twee jaar geleden geïnvesteerd in een combinatie van die twee. Door in alle stallen de ioniserende lampen van de Freshlight Group op te hangen werd er fijnstof afgevangen en vanwege het rustige licht hebben de kuikens een stuk minder stress dan voorheen. Joey Jochems van Oostvogels is momenteel samen met de rest van de medewerkers druk bezig een nieuwe stal te realiseren en ook daar komen de lampen te hangen. “We hebben het in alle stallen en dat gaat tot nu toe echt prima.” STAL AFDICHTING Volgens Jochems maken de lampen echt een verschil voor zowel pluimveehouder als kuiken, al blijft het lastig om exact aan te geven wat het met de dieren doet. “Het is moeilijk aantoonbaar welke effecten rechtstreeks door de ioniserende lampen worden veroorzaakt, maar één ding is zeker: het is prettig licht voor de kippen en we hebben weinig te maken met uitval en ziektes. De kuikens zijn er vrij rustig onder. Groot voordeel ten opzichte van bijvoorbeeld dimbare TL-verlichting is dat er totaal geen flikkering in het licht zit. Bijkomend voordeel is natuurlijk dat de lampen ook fijnstof afvangen.” Hiermee doelt Jochems op de reiniging, die de lampen verrichten door middel van ionisatie. Dit is een proces waarbij een atoom of molecuul uit ongeladen toestand een elektron kwijtraakt of er een bijkrijgt, waardoor het verandert in een geladen deeltje, ook wel ion genoemd. Ionisatie is geen spontaan proces. Er is energie voor nodig, die ionisatiepotentiaal wordt genoemd en dankzij de lampen wordt opgestart.

“STALVERLICHTING ZEKER NIET VERGETEN” Volgens Jochems was fijnstofreductie in eerste instantie ook de reden waardoor Oostvogels

riaal tot het voer, klimaat en dus ook de verlichting. Alles moet goed zijn om de diergezondheid en de daarbij horende technische resultaten zo optimaal mogelijk te krijgen. Alles wat daaraan bij kan dragen pakken we mee en dan moeten we zeker de stalverlichting niet vergeten.”

in contact is gekomen met de Freshlight Group. “We hebben er echt goede ervaringen mee. Het is lekker rustig in de stal en dat is voor ons als medewerkers ook bijzonder prettig werken. De lampen zijn goed dimbaar en eigenlijk is het hele systeem gewoon super makkelijk.” Ook ervaart Jochems dat de lampkwaliteit van de ioniserende verlichting erg goed is. “We hebben in die twee jaar tijd één lampje gehad dat stuk ging en verder hebben we geen enkele storing of mankementen meegemaakt.” BEZETTINGSGRAAD Het Brabantse bedrijf bestaat momenteel uit zeven stallen en de achtste is in aanbouw. Gemiddeld lopen er in elke stal tussen de 25.000 en 30.000 kuikens rond. Eén stal van 20.000, drie stallen van 25.000, nog eens drie maar dan met 30.000 kuikens en de stal die nu gebouwd wordt gaat een bezetting van 38.000 hennen. Jochems: “We gebruiken overal minimaal twintig lux lampen. Dat is voor de kippen voldoende, want in principe is tien lux voor de dieren al voldoende. Wetgeving schrijft echter voor dat we die twintig in de stal installeren.” Optisch varen de kuikens er wel bij, maar voor elk pluimveebedrijf zijn de technische resultaten maatgevend als het gaat om de return of investment. “Ik vind dat wel technisch op dit moment goed draaien. Dat komt natuurlijk niet alleen door het licht, het is een combinatie van factoren. Het begint met goed uitgangsmate-

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen, een uitgave van www.pluimveeactueel.nl | no. 4 | 2019

De fijnstofreductie zoals die is gemeten door de WUR bedraagt 37,5 procent. Begin 2020 zal de innovatieve fullspectrum verlichting met ionisatie worden toegevoegd aan de RAV lijst.

WILT U MEER INFORMATIE OVER ONZE FULLSPECTRUM VERLICHTING MET IONISATIE? Freshlight Group Tel.nr: 055 – 3020 021 E-mail: info@freshlightgroup.com Website: www.freshlight.eu

Maxiban®G160: coccidiostaticum op basis van narasin en nicarbazine. Europees identificatienummer: 5 1 772 Indicatie: Ter preventie van coccidiose in mestkippen veroorzaakt door Eimeria acervulina, E. brunetti, E. maxima, E. necatrix en E. tenella. Dit toevoegingsmiddel wordt in de vorm van een voormengsel in mengvoeder verwerkt. Waarschuwing: Niet gelijktijdig toedienen met een ander coccidiostaticum in het voer of met bepaalde geneesmiddelen, zoals tiamulin. Wachttijd: 0 dagen. Lees voor gebruik de productinformatie. Verantwoordelijke: BE: Eli Lilly Benelux N.V., division Elanco Animal Health, Markiesstraat 1, 1000 Brussel +32 (0)3 334 30 00 (αBE2234) - NL: Elanco Animal Health, Postbus 8580, 3503 RN Utrecht +31 (0)30 307 92 45 (αNL13196). Elanco®, Maxiban® en de schuine balk zijn handelsmerken van Elanco of haar filialen.

Tekst: Richard Bender Foto: Geraldine Nikkels

LUCHTZUIVERENDE LED-VERLICHTING Schone lucht Minder antibioticum Vermindering van pathogenen Minder uitval Gezonde dieren

© 2019 Elanco en haar dochterondernemingen.

Luchtwasser reiniger 2.0 voor: Biologische luchtwasser Chemische luchtwasser Combi luchtwasser

Zuiver - Eenvoudig - Veilig Milieuvriendelijk

onmaakkosten

Bespaart energie- en scho

Alles in één water behandelingsproduct

Als uw drinkwater fris en zuiver moet zijn! Zuiver - Eenvoudig - Veilig Milieuvriendelijk

+31 (0)55 - 302 00 21 www.freshlightgroup.com

T. (0522) 44 11 80 | E. info@h2oostra.com

T. (0522) 44 11 80 | E. info@h2oostra.com

PM-BE-19-0185(BNL)

vraag uw voerleverancier naar de voordelen van Maxiban®


10

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen 11

WAGENINGEN/AERES KATERN

AERES POULTRY EXPERTISE CENTRE Het Aeres Poultry Expertise Centre (PEC) heeft zich in de periode 2015-2019 ingezet voor een gezonde pluimveehouderij in Nederland en in de wereld. Een krachtig en positief ecologisch en economisch profiel vormde de basis. Bijdragen aan verdere verduurzaming was hierbij een uitdaging. PEC profileerde zich op de vlakken onderwijs, onderzoek en dienstverlening en fungeerde als schakelpunt voor deze drie kernactiviteiten. PEC was hierbij de aanjager van deze drie kernactiviteiten; voerde ze niet zelf uit maar organiseerde die met haar partners en in haar netwerk. Het onderwijs en onderzoek, ondergebracht als kernactiviteit onder Poultry Academy en Poultry Research, is deels uitgevoerd door Aeres Hogeschool Dronten en deels door Wageningen Universiteit. Binnen het onderwijs werden nieuwe modules en e-learning ontwikkeld op het gebied van pluimvee. Binnen het onderzoek werden praktijkgericht- en fundamenteel onderzoek gekoppeld om innovatie te versnellen. Veel van deze activiteiten werden uitgevoerd in het Poultry Innovation Lab in Barneveld, in de 3 sterren Beter Leven Pluimveestal in Dronten, bij Schothorst Feed Research of in de praktijk. Het inzetten van studenten binnen het onderzoek stimuleerde het kennisniveau binnen de pluimveeopleiding. Vanuit PEC zijn de afgelopen jaren verschillende projecten geïnitieerd en gefinancierd. De onderzoeken uitgevoerd door Aeres Hogeschool in Dronten werden veelal vanuit het lectoraat opgezet en uitgevoerd. Omvangrijke projecten met onderwerpen

als vogelmijtbeheersing of fijnstofproblematiek werden grotendeels door Wageningen University & Research uitgevoerd. Deze projecten richtten zich op kennisvergroting en -deling in de pluimveehouderij. Doordat het PEC als onafhankelijke partij bedrijven en onderwijs samenbracht, ontstonden interessante samenwerkingsverbanden en konden waardevolle projecten en onderzoeken worden gestart. Voorbeelden hiervan staan hieronder weergegeven. POULTRY INNOVATION LAB Resultaat van dit project is een (innovatieve) pluimveestal, het Poultry Innovation Lab. Deze stal fungeert als trainingsshowcase voor alle betrokkenen bij en geïnteresseerden in het pluimvee, nationaal en internationaal. Dus alle doelgroepen van het Poultry Expertise Centre. Hierbij is uitgangspunt, dat het niet gaat om een kopie van datgene, wat in de echte praktijk al bestaat. In de stal zitten innovaties op onderwijskundig en pluimvee-inhoudelijk gebied. Alle stakeholders (bedrijfsleven en kennisinstellingen) spelen een rol bij het ontwerp en het tot stand komen (bouw, inrichting) van het trainingsbedrijf. Projectleiding: Aeres Training Centre International. Het Poultry Innovation Lab van het Poultry Expertise Centre is een Proeftuinen-project van Regio FoodValley. Er werkt een aantal partijen uit de sector en de regio aan mee. Het Lab staat op het terrein van Aeres MBO Barneveld en bestaat uit een pluimveestal en een business center (bezoekersruimten en informatiecentrum). Het is ontwikkeld voor praktijktrainingen,

onderzoek en kennisoverdracht. Er worden activiteiten georganiseerd voor professionals uit de pluimveeindustrie, studenten uit het groen onderwijs en internationale professionals.

Star is sinds 1 september 2017 lector ‘Precisievoeding en Duurzame Pluimveehouderij’ in Dronten. Daarnaast werkt Star bij SFR als senior onderzoeker op het gebied van pluimveevoeding.

Het Poultry Innovation Lab brengt kennis en innovatie letterlijk onder één dak. De stal biedt ruimte om nieuwe stalinrichtingen uit te proberen, maar ook is experimenteren met verlichting, klimaat, voeding en huisvesting mogelijk. Belangrijke thema’s van het Lab zijn gezondheid en welzijn, voedselveiligheid en voedselzekerheid en duurzame systemen. In de stal zijn twee units, één voor duizend vleeskuikens en één voor duizend leghennen. De eerste steen van het pand is gelegd op 25 november 2015 en sindsdien worden verschillende projecten die via het PEC binnenkomen uitgevoerd in het Poultry Innovation Lab.

Met het lectoraat ‘Precisievoeding en Duurzame Pluimveehouderij’ spelen beide partijen in op ontwikkelingen in de veehouderij. Het lectoraat wordt ondersteund door het PEC. Door de samenwerkingen met PEC en het bedrijfsleven blijft de Hogeschool betrokken en op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen. Bijvoorbeeld op het gebied van grondstoffen en nutriënten. Daarmee ontstaat de mogelijkheid om een individueel topsportvoerprogramma voor pluimvee te ontwikkelen.

LECTORAAT PRECISIEVOEDING EN DUURZAME PLUIMVEEHOUDERIJ Schothorst Feed Research (SFR) en Aeres Hogeschool Dronten hebben samen het lectoraat ‘Precisievoeding en Duurzame Pluimveehouderij’ geïnitieerd. Met het lectoraat spelen Aeres Hogeschool Dronten en SFR in op ontwikkelingen in de pluimveehouderij, waarbij het optimaal verstrekken van pluimveevoer met aandacht voor diergezondheid, welzijn en milieu de kern vormen. Het lectoraat omvat onderzoek naar nieuwe technologieën en nieuwe eiwitbronnen, waarmee pluimvee meer op behoefte kan worden gevoerd. Daarbij worden projecten uitgevoerd gericht om ontwikkelingen in de circulaire landbouw te stimuleren. Dr.Ir. Laura

Precisievoeding richt zich op het optimaliseren van nutriëntenbenutting en rendementsverbetering, en het voorkomen van voedingsstoornissen door vraag en aanbod aan nutriënten met elkaar in balans te brengen. Daarnaast zal het op behoefte voeren van pluimvee bijdragen aan het minimaliseren van de uitscheiding van nutriënten naar het milieu. Innovaties om vleeskuikens en leghennen op individueel niveau te voeren zullen onderzocht worden evenals mogelijkheden om meer precies te voeren binnen een koppel. Daarnaast is verduurzaming van pluimveevoer een speerpunt. Er wordt naar alternatieve grondstoffen en methodes gekeken om eiwit in een meer duurzame vorm aan pluimvee te verstrekken. De doorwerking van onderzoeksresultaten in het onderwijs vormt een belangrijk speerpunt binnen het lectoraat. Het lectoraat voert samen met het bedrijfsleven verschillende onderzoeksactiviteiten uit die financieel worden ondersteund vanuit PEC. Een bijdrage vanuit het expertisecentrum maakt het aantrekkelijk voor bedrijven om ook te investeren in onderzoek. PEC fungeert hierbij als aanjager. Extra aantrekkelijk is dat studenten worden ingeschakeld voor proefwerkzaamheden, met als extra resultaat de doorwerking van deze resultaten in het onderwijs. Hierdoor kan Aeres Hogeschool Dronten onderzoek uitvoeren naar het gebruik van insecten in het pluimveevoer, effecten van vroege voeding op de broederij in relatie met transport van de eendagskuikens naar de stal, of het effect van ‘farm hatching’ en het verstrekken van insecten aan langzaamgroeiende vleeskuikens op prestatie en slachtrendement. Resultaten van deze proeven worden gepresenteerd op congressen en in wetenschappelijke tijdschriften. IPM VOOR VOGELMIJT OP PRAKTIJKBEDRIJVEN Dit project is tot stand gekomen

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen, een uitgave van www.pluimveeactueel.nl | no. 3 | 2019

FEED MILL BARNEVELD PEC ondersteunt dit project waarin op basis van de (internationale) (diervoeder)markt inhoudelijke en onderwijskundige innovaties gesignaleerd en ontwikkeld. De producten van dit project zijn trainingscurricula en -materiaal voor de doelgroep: operators en fabrieksmedewerkers in de diervoederbranche. Daarnaast is het inrichten en actualiseren van de mini feed mill voor de toekomstige internationale behoefte aan trainingen in nauwe samenwerking met de stakeholders van dit project. Extra aandachtspunten zijn gebruik van ICT-middelen voor kennisoverdracht, kwaliteitszorg in de keten en voedselveiligheid.

door financiële bijdragen van het bedrijfsleven, het ministerie van LNV, de Provincie Gelderland, de gemeentes in de regio Food Valley, AVINED en het Fonds Pluimveebelangen. De uitvoerende organisaties zijn Wageningen Universiteit & Research, BioNext en het Poultry Expertise Centre in samenwerking met LTO-NOP, NVP en vele andere belanghebbenden in de pluimveesector. Het doel van dit project is om te komen tot een effectieve en duurzame aanpak van vogelmijt op pluimveebedrijven. Een onderdeel van dit project is het toepassen van IPM (Integrated Pest Management) voor bestrijding van vogelmijt op praktijkbedrijven. Deze methode wordt met succes in de tuinbouw toegepast en kan ook voor pluimvee van grote betekenis zijn. Voor het introduceren van de IPM methode en het toepassen ervan op de pluimveebedrijven, is de samenwerking met de erfbetreders en adviseurs van cruciaal belang. Projectleiding ligt bij Wageningen UR. ONDERZOEK DIERENWELZIJN Dit onderzoek heeft als onderwerp het dilemma van dierenwelzijn (in dit geval de vrije uitloopsystemen bij pluimvee) versus voedselveiligheid/ diergezondheid en (het gevaar van) zoönosen. Diverse doelgroepen (pluimveehouders, dierenartsen, burgers) zijn betrokken bij het onderzoek. Het onderzoek bestaat enerzijds uit een literatuuronderzoek, anderzijds uit een enquête die resulteren in een analytisch rapport met conclusies. Projectleiding ligt bij Aeres Hogeschool Dronten en resultaten zijn gebruikt voor publicaties in wetenschappelijke tijdschriften en het afronden van een promotie onderzoek aan Wageningen University & Research. publicaties in wetenschappelijke tijdschriften en het afronden van een promotie onderzoek aan Wageningen University & Research. ONTWIKKELING LANDELIJKE PLUIMVEEOPLEIDING Doel van het project is het ontwikkelen van een modulaire, doorlopende leerlijn MBO en eerste twee jaar HBO waarin de pluimveeketen centraal staat en die aantrekkelijk is voor niet-traditionele doelgroepen van het agrarisch onderwijs zoals dierverzorgers, paraveterinairen en technici. De leerlijn wordt opgezet in overleg met Aeres Hogeschool, ROC A12, AOC Oost, AOC de Groene Welle en Citaverde. Projectleiding ligt in handen van Aeres VMBO/MBO Barneveld. Voordelen van deze doorlopende leerlijn zijn: • betere behandeling van de groeiende technische inhoud (smart farming voor milieu en dierenwelzijn) op bedrijfsniveau;

Adri Pasman, Walter Mastenbroek, Ernst Beitler, Jolanda Stolk, Sander Lourens, Laura Star en Jasper Heerkens. Niet op de foto: Jojanneke Zandvliet en Wim Deetman. • beter voldoen aan de vraag van het bedrijfsleven (kwantitatief en kwalitatief); • groter draagvlak voor de landelijke pluimveeopleiding (duurzaamheid); • positieve invloed van samen leren van HBO en MBO studenten; • deelnemers leren omgaan met verschillende waarden patronen, wat van belang is om de sector beter te laten voldoen aan behoeften van consument en maatschappij. Het project heeft als onderdelen: • ontwikkelen van de leerlijn (Nederlandstalig met vertaalslag naar Engelstalig) • deskundigheidsbevordering • publicatie van de materialen Voor het stimuleren van de doorstroom van MBO studenten naar het HBO in Dronten wordt ieder jaar het symposium ‘Pronken met Pluimvee’ georganiseerd. E-LEARNING MODULES Vanaf 2014 worden er in Barneveld onder leiding van PEC e-learning modules pluimvee ontwikkeld. De afgelopen twee jaren hebben studenten pluimvee negen modules kunnen volgen van voeding tot ondernemerschap. Deze modules worden nu aan de nieuwste eisen aangepast. De studenten starten ’s ochtends met de modules en maken in de middag vervolgens de bijbehorende praktijkopdrachten en de praktische opdrachten in de stal. Samen vormen de e-learning, stageopdrachten en praktijkopdrachten een mooi blended geheel waarin theorie en praktijk op elkaar aansluiten. De volgende onderdelen zijn in e-learning te volgen: • Voeding • Gezondheid • Welzijn en gedrag • Hygiëne • Productiesystemen • Bedrijfseconomie

WAGENINGEN/AERES KATERN

• Pluimvee en maatschappij • Ondernemerschap Naast bovengenoemde modules zijn er ook vier nieuwe modules gemaakt. Een module over vleeskuikens, ei-signalen, kuikenvlees en broederij. Voor het onlangs gestarte project IPM Vogelmijt wordt door het PEC ook een module gemaakt. Het e-learning pakket is samengesteld uit kennis, films, opdrachten en animaties. De deelnemer kan dan geheel zelfstandig alle onderdelen doorlopen. In de elektronische leeromgeving kan de deelnemer aan de hand van de modules vragen bij de begeleider neerleggen. De dagschoolstudenten werken op school aan de e-learning modules en deelnemers op afstand werken zelfstandig met de e-learning modules en krijgen vaak daarna een praktische training. Bij het pakket horen ook praktijkopdrachten en videotrainingen. Studenten kunnen alles nalezen en doorvoeren in de dagelijkse praktijk bij hun eigen bedrijf of bij het leerbedrijf. Alle pluimveestudenten in Nederland volgen de afgelopen twee jaar deze e-learning modules. Deze zijn tot stand gekomen in samenwerking met Poultry Expertise Centre en uitgeverij Roodbont. Samen bepalen zij jaarlijks welke modules ge-update worden. Op dit moment worden iedere drie jaar de modules geupdated. INTERNATIONAAL In dit project wordt een actueel, toekomstgericht, samenhangend en dekkend stelsel van kortere en langere cursussen en trainingen ontwikkeld, gericht op de internationale behoefte en ontwikkelingen. Dit betreft zowel initiële als post-initiële kennisoverdracht voor de pluimveesector, met extra aandacht voor de inbreng en de behoefte van

MELDPUNT GELDERSE VALLEI FIPRONIL PROBLEMATIEK Na het uitbreken van de Fipronil crisis in 2017 bleek er een grote behoefte zijn aan een landelijk aanspreekpunt voor boeren, erfbetreders en overheden. Het PEC kon snel schakelen door een landelijk meldcentrum op te zetten. Dit bleek tijdens en na afloop van de crisis van grote waarde voor de hele pluimveesector.

PEV, in nauwe samenwerking met onderwijs (Aeres MBO Barneveld, Aeres Hogeschool, Wageningen Universiteit), regionale overheden en het bedrijfsleven. Zo wil het PEV het voor techniekleveranciers en pluimveehouders gemakkelijker maken om met nieuwe betaalbare technieken de uitstoot van fijnstof te verminderen. Doelen van de pilots zijn: • betrouwbare reductiecijfers vaststellen van perspectiefvolle innovatieve technieken om deze te kunnen toepassen in de vergunningverlening; • innovaties stimuleren door te faciliteren, partijen en kennis verbinden en slimme meettechnieken inzetten. Tien innovaties worden getest voor de reductie van fijnstofemissie in de pluimveehouderij. Naast de innovatietak opent PEV ook een kennisloket waar bedrijfsadviseurs, veehouders en ambtenaren onafhankelijke informatie in kunnen winnen. Het PEV is onderdeel van het Poultry Expertise Centre (PEC). De volgende innovaties worden uitgetest in de praktijk:

het internationale bedrijfsleven. Naast trainingen en opleidingen zijn belangrijke punten ook het optreden als internationale certificaathouder voor functiegerichte cursussen in de pluimveehouderij, het aanbieden van BTEC-gecertificeerde opleidingen voor buitenlandse MBO-studenten en het aanbieden van examens en praktijkassessments. In dit project worden een aantal pilots ontwikkeld en uitgevoerd, waarin de (financiële) inbreng van en de samenwerking met het internationale bedrijfsleven centraal staan. Dit gericht op Nederlandse focuslanden op het gebied van de pluimveehouderij. Projectleiding ligt bij het Aeres Training Centre International (ATCI). Het PEC heeft een internationale positie opgebouwd op het gebied van opleidingen en trainingen. Voorbeelden daarvan zijn Indonesië, Myanmar, Ethiopië, Ghana, Nigeria. PEC is leverancier van opleiding en training voor exporterende consortia of bedrijven, zoals bijvoorbeeld Agrimex in Mexico en De Heus in Myanmar. In de periode 20152018 is een positie opgebouwd in Korea in samenwerking met het Koreaanse concern Harim. In Europa is samenwerking in ontwikkeling met het Vreta Kluster in Östergötland Zweden voor e-learning en research op het gebied van alternatieven voor voer (insecten). Het PEC is als onderdeel van Food Valley aangesloten bij het Smart Specialisation Platform Agrofood en daarbinnen bij de werkgroep High Tech Farming. Doel hiervan is om binnen Europa meer bekendheid te geven aan het PEC en van daaruit omzet te genereren voor de bestaande producten en diensten op de Europese markt. Tevens worden de mogelijkheden onderzocht van Europese financiering van (research) projecten.

PEC werd op maandag 7 augustus 2017 een meldpunt waar pluimveehouders uit de Gelderse Vallei terecht konden met vragen over de Fipronil problematiek. Dit is in overleg, en in samenwerking met LTO Noord, afdeling Gelderse Vallei en de gemeenten in de regio tot stand gekomen. Het meldpunt is speciaal voor alle pluimveehouders op de Gelderse Vallei, die direct of indirect met de problematiek te maken hebben. Het meldpunt is bedoeld om eerste aanspreekpunt te zijn, vragen te beantwoorden en knelpunten te inventariseren en door te geven aan de betrokken instanties. Het meldpunt kan direct verwijzen naar (hulp-) diensten. Het Meldpunt Fipronil, dat in de zomer van 2017 werd opgericht na het uitbreken van de Fipronil crisis, houdt als project op te bestaan. Het afgelopen jaar zijn meer dan 2.700 contacten (per telefoon en per e-mail) verwerkt, werden drie grote bijeenkomsten georganiseerd en 60 gesprekken door agrarische coaches gevoerd. PRAKTIJKCENTRUM EMISSIEREDUCTIE VEEHOUDERIJ In december 2016 hebben de partners van het Praktijkcentrum Emissiereductie Veehouderij (PEV) het manifest ‘Gezonde Leefomgeving Veehouderij’ gepresenteerd. Hierin is afgesproken de ontwikkeling van emissie reducerende technieken te stimuleren en te versnellen binnen de pluimveehouderij. Kansrijke technieken moeten snel in milieuvergunningen kunnen worden toegepast.

• Animal Live Plus Poultry* | Sproeien van micro-organismen • Aquamar* | UV-ionisatie techniek • FreshlightAgri | Negatieve ionisatie, evt. in combinatie met verlichting • Granovi | Warmtewisselaar met fijnstoffilter, in combinatie met recirculatie • Inno+ / Big Dutchman | Droge stoffiltering, combinatie met recirculatie mogelijk • Jansen Poultry Equipment, ScanAir, Gasolec | Negatieve ionisatie • Optiklep / Serutech | Negatieve ionisatie (generator/prikkeldraad) • Smits Agro / VFA | Elektrostatische precipitatie, zelfreinigend, met interne recirculatie • Statiq Air | Positieve ionisatie • Veko ventilatie - OctaFil | Aangepaste droogfiltering, met interne recirculatie *voor deze twee technieken wordt een vooronderzoek uitgevoerd, om meer kennis op te doen over het werkingsprincipe. Meer informatie op www.praktijkcentrumemissiereductie. nl. Partners in het PEV zijn Provincie Gelderland, Gemeente Barneveld, gemeente Ede, gemeente Renswoude, gemeente Scherpenzeel, Regio FoodValley, Wageningen University & Research, Aeres, LTO Noord - afdeling Gelderse Vallei, Gelders Agrarisch Jongeren Kontakt, Nederlandse Vakbond Pluimveehouders, Nederlandse Vakbond Varkenshouders, Nederlandse Melkveehouders Vakbond. ■ Lees verder op de volgende pagina »

PEV test samen met veehouders in de Regio FoodValley haalbare en betaalbare technieken om fijnstof te reduceren. Het PEV is onderdeel van het Poultry Expertise Centre (PEC). De uitvoering van de pilots vindt plaats door het

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen, een uitgave van www.pluimveeactueel.nl | no. 3 | 2019


12

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen 13

WAGENINGEN/AERES KATERN

De stallen zijn allemaal uitgerust met een Bolegg Terrace-systeem van Vencomatic. Voor elke 2.500 kippen is er een hectare aan uitloop beschikbaar. De uitloop bestaat niet uit gras zoals we dat in Nederland gewend zijn, maar is veelal begroeid met bomen. Met de loslopende kippen had het bedrijf te maken met uitdagingen zoals wormen, troepen in de stal, buitennesteieren en pikkerij ( mede door de hele snavels). Door goede begeleiding en het leren van fouten gaat dit steeds beter.

BUITENLAND EXCURSIE SPANJE 2019

Van 29 april tot en met 4 mei is er een buitenlandse reis naar Spanje geweest met de AVPH-minorklas. Deze studiereis is georganiseerd door de studenten van de Varkens- en Pluimveeopleiding van Aeres Hogeschool zelf. De markt van de pluimveehouderijsector is geheel anders dan in Nederland. Wat we op de bedrijven gezien hebben, is dat de internationale afzet vooral gericht is op landen die zuidelijker liggen. Nederland produceert vooral voor delen van Europa, maar de productie van Spanje gaat maar voor een klein deel naar dat gebied. Zij verhandelen ook veel eieren naar delen van Azië, Afrika, en een beetje Amerika. Ook bij deze lange afstanden gaat het om tafeleieren, die daarvoor echter wel op koudere temperaturen bewaard en getransporteerd worden. In Spanje lijkt het ook iets gebruikelijker om zelf de volledige afzet te regelen als pluimveehouder. Wat betreft de voeding geldt voor zowel de varkens- als de pluimveesector dat de prijzen hoger zijn en de kwaliteit en diversiteit minder is. De import van grondstoffen voor voeders is niet zo optimaal als in Nederland. Veel transport moet per as in plaats van per boot zoals in Nederland. Op donderdag 2 mei reden we vanaf het hotel in Lleida naar restaurant Hotel del Sol waar we onze contactpersoon Marco Wevers ontmoette. Marco werkt sinds augustus 2018 voor Hendrix Genetics en woont zelf al vijftien jaar in Spanje. Na deze ontmoeting reden we door naar het bedrijf Agas Alto Egg Farm. Dit familiebedrijf heeft de laatste jaren verschillende uitbreidingsstappen voltooid. We bezochten eerst de locatie met zeshonderdduizend kippen op de kooi. De eieren op dit bedrijf worden in eigen beheer gesorteerd en verkocht aan supermarkten en voor de export verkocht. De export is enerzijds richting Noordwest Europa en anderzijds naar het zuiden. Er werden witte eieren geproduceerd voor Israël.

Op vrijdag 3 mei bezochten we het bedrijf Rujamar. Allereerst werd de biologische locatie bezocht waar tachtigduizend biologische leghennen gehouden werden. Voor nog eens vijftigduizend biologische legkippen werd een nieuwe stal gebouwd. Op dit bedrijf werden alle eieren gesorteerd met een sorteermachine van MOBA.

Op het bedrijf worden alle eieren naar een centrale punt gebracht waar de eieren gesorteerd worden. Het is een indrukwekkend gezicht om te zien hoe alle eieren op grote banden getransporteerd worden. Op het bedrijf is een voerfabriek aanwezig waar de ondernemer de mogelijkheid heeft om zelf voer te maken. Omdat dit de laatste jaren niet altijd de gewenste resultaten gaf wordt het voer nu in Nederland afgenomen bij AgruniekRijnvallei.

Na dit bedrijfsbezoek vervolgden we onze weg richting het tot nog toe grootste bedrijf van Rujamar, een bedrijf met negenhonderdduizend scharrelkippen. Dit van oudsher kooi-bedrijf is omgebouwd naar scharrel door simpelweg de hekken voor de kooien weg te halen en plateaus in de stal te bouwen. Door slim te onderhandelen met de supermarkten is er een vraag ontstaan naar scharreleieren welke eerst veel door kooi werd opgevuld.

Iets verder op staan twee stallen die goed zijn voor 350.000 opfokhennen. Deze stallen zijn bedoeld om de opfok van de hennen te realiseren voor het scharrelbedrijf. Om te zien hoe op deze schaal kippen gehouden worden is een heel interessant gezicht. Het was een uniek inkijkje in de Spaanse pluimveehouderij, die een ieder lang zal heugen.

Op het bedrijf zijn tien leeftijden aanwezig zodat goede eieren voor de verkoop gegarandeerd kan worden. Het bedrijf heeft een koelruimte waar de eieren op koelkast temperatuur gehouden kunnen worden omdat deze langer geschikt blijven voor verkoop. Dit maakt dat het bedrijf minder overgeleverd is aan de grillen van de markt.

De MOBA sorteerder is uitgerust met een schouwmachine en een crack detector die feilloos de vuile eieren, beschadigde eieren en eieren met haarscheuren eruit sorteert. Om de geproduceerde eieren op het bedrijf en eieren van andere bedrijven te kunnen sorteren heeft de machine een capaciteit van 120.000 eieren per uur.

Na het bezoek aan dit bedrijf reden we enkele kilometers naar het bedrijf waar op dat moment zestigduizend vrije-uitloopkippen werden gehouden. Een vierde stal was bijna gereed zodat het bedrijf op termijn tachtigduizend vrije-uitloopkippen kan houden. De eieren zijn bestemd voor de binnenlandse en de Noordwest Europese markt. Om die te kunnen bedienen zijn de eieren KAT gecertificeerd. De eieren op dit bedrijf worden op het bedrijf met de kooikippen gesorteerd.

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen, een uitgave van www.pluimveeactueel.nl | no. 3 | 2019

OP DE HOOGTE BLIJVEN? Op de website PluimveeActueel.nl/wur-aeres worden regelmatig artikelen en reportages geplaatst over het pluimveeonderwijs en –onderzoek bij Aeres Groep. Meer informatie over de samenwerking tussen de Aeres en de Pluimveekrant kunt u krijgen bij Sander Lourens (s.lourens@aeres.nl) of Eline Kortes (eline.kortes@prosu.nl). ■

WAGENINGEN/AERES KATERN

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen, een uitgave van www.pluimveeactueel.nl | no. 3 | 2019


14

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen

Best Gelezen!

Kun je toekomstgericht produceren rationeel onderbouwen?

Via PluimveeActueel.nl houden wij pluimveehouders dagelijks op de hoogte van het laatste nieuws en de ontwikkelingen in de markt, in binnen- en buitenland. Via dit kanaal bent u altijd op de hoogte van de actuele gebeurtenissen in de Nederlandse pluimveesector. De redactie speurt iedere week naar de meest interessante verhalen van pluimveehouders en leveranciers.

Het is duidelijk dat we niet kunnen doorgaan met voedselproductie zonder verlaging van de carbon footprint, water footprint en footprint voor landbouwgebruik. Toekomstgericht produceren kun je niet geheel rationeel onderbouwen.

‘Royal’ Pas Reform aast op mondiaal marktleiderschap Ceo Harm Langen van ‘Royal’ Pas Reform denkt vooral kansen voor de fabrikant van broedmachines voor de pluimveehouderij. De eeuwling, dat sinds vrijdag het predicaat ‘Koninklijk’ mag dragen, wil mondiaal marktleider worden. “Bedreigingen zie ik niet. Onze groei zet zich door. Dan is het de kunst om het beter te doen dan de concurrentie.”

“Wereldwijd liggen er kansen om nog verder te groeien, in alle werelddelen”, vertelt Harm Langen bij het honderdjarig bestaan van Pas Reform. “Neem bijvoorbeeld Afrika. Daar zijn we nog niet groot, maar zien we ook de welvaart en daarmee de vraag naar broederijsystemen toenemen. Daarnaast is er heel veel groei in Azië. En ook hier in Europa, waar men druk in de vervangingsslag zit. Daar kunnen we van profiteren.” “Het gaat gewoon goed in de pluimveehouderij. Daarom zie ik ook weinig bedreigingen.” Langen

stelt dat er overal een verschuiving ontstaat van multi- naar singlesource suppliers. Daar kan Pas Reform, als enige leverancier ter wereld van complete geïntegreerde broederijsystemen, van profiteren. Ook noemt Langen als voorbeeld de toenemende vraag naar concepten als ‘early feeding’. Pas uitgekomen kuikens krijgen meteen na uitkomst vochtrijk voer in plaats van voer en water. “Daar kun je aan zien waar ontwikkeling in honderd jaar tijd toe geleid heeft.”

Scan de QR-code voor het volledige artikel

Het Nieuw Gemengd bedrijf is een nieuwe vorm van agrarisch ondernemerschap, waarin samenwerking en innovatie zorgen voor een zorgvuldige, duurzame, diervriendelijke productie van gezond en veilig voedsel. In deze samenwerking worden de krachten van de agrarische ondernemers gebundeld. Het gaat dus niet om één grootschalig bedrijf van één projectontwikkelaar, maar om verschillende familieondernemin-

streven maar je onderneming moet toekomstbestendig zijn. Als ondernemer moet je zorgen dat je de emotie die uit de samenleving komt, kunt verkopen’, aldus Hugo Bens. Bens investeerde de laatste jaren in zonnepanelen, sojavrij voeren, droogtunnels, emissiebeperking, bedrijfshygiëne, imago, risicomanagement en eikwaliteit. ‘Weet waar je eieren heen gaan en lever kwaliteit. Dat vertaalt zich terug in rendement’. De investering in zonnepanelen hebben ze bijvoorbeeld gerealiseerd bij vandebron.nl; burgers kunnen direct energie afkomstig van BensBoerderEI kopen. Imago en productpromotie vinden Hugo en Rianne belangrijk. ‘Zorg voor draagvlak in je omgeving en

doe wat bij je past’, zei Hugo Bens.

Scan de QR-code voor het volledige artikel

Meer focus op veevoer in keurmerk leghenhouderijen De klimaatimpact van het veevoer wordt een belangrijke pijler bij het certificeren van duurzame leghenhouderijen. Stichting Milieukeur (SMK) is druk bezig met het omvormen van Milieukeur naar het nieuwe ‘On the way to PlanetProof Eieren’. “Het voer is een belangrijke factor voor de CO2-footprint van leghennen.”

Nieuw Gemengd Bedrijf wint Ondernemersprijs Horst Ondernemers Cor Kuijpers, Marcel Kuijpers, Gertjan Vullings en Martin Houben van het NGB zijn de winnaar geworden van de Ondernemersprijs Horst aan de Maas 2019. Het thema was dit jaar Mens & Dier.

‘We zullen rekening moeten houden met de wensen van de consument en zullen de burger meer moeten betrekken bij het boerenleven. In dat speelveld moeten pluimveehouders rationeel blijven ondernemen’, zegt Hugo Bens. Tientallen bedrijfsadviseurs kwamen dinsdag 29 oktober naar de themabijeenkomst Pluimvee van Agrivaknet, de vereniging van bedrijfsadviseurs, naar Bens BoerderEI in het Brabantse Haps waar Hugo en Rianne Bens 100.000 scharrelhennen houden. Hugo Bens is ervan overtuigd dat je produceren in de toekomst rationeel moet onderbouwen. ‘Toekomst wordt vaak gekoppeld aan duurzaam. Dat is een mooi

gen op verschillende locaties die intensief samenwerken. Daardoor wordt het mogelijk om kringlopen te sluiten, dierwelzijn te verbeteren, transport te reduceren, milieuwinst te behalen, grond efficiënter te gebruiken en economisch een beter rendement te behalen. De Ondernemersprijs Horst aan de Maas werd uitgereikt op donderdag 21 november.

SMK organiseerde afgelopen dinsdag een hoorzitting over de wijzigingen binnen het certificatieschema van ‘On the way to PlanetProof Eieren’. Volgens Annika de Ridder, projectleider agroketens binnen SMK, is een dergelijke bijeenkomst van belang om inbreng uit de praktijk voor de concept-certificeringseisen te verwerken. Gebruikers, leveran-

ciers, adviseurs en andere belanghebbenden kwamen naar Nijkerk om een zienswijze op de beoogde wijzigingen te geven. “Voor ons is dit erg belangrijk omdat de beoogde criteria ook in de praktijk moeten werken. De aanwezigen spiegelen hun eigen ervaringen aan de doelstellingen.”

Scan de QR-code voor het volledige artikel

Scan de QR-code voor het volledige artikel

Pluvita-concept: “Meer bevruchte broedeieren”

Pluvita is een onderdeel van Agrifirm NWE welke vleeskuikenouderdieren opfokt en pluimveebedrijven volledig ondersteunt bij het realiseren van meer broedeieren en sterke nakomelingen’, zo staat te lezen op de website van Agrifirm. Maar wat betekent dat concreet?

In een kort gesprek met opfokbegeleider Ton van Kessel krijgen we hierop antwoord: “De twee hoofdpijlers van het Pluvita-concept zijn de nadruk op een goede uniformiteit bij zowel de hennen als de hanen en een optimale aansluiting van het opfoksysteem op het vermeerderingsbedrijf. Op het pluimveebedrijf van Beijer realiseren we dit door in te zetten op distributiesnelheid van het voer, de volledige drinkwatervoorziening boven de springtafels vanaf dag 1 en de mogelijkheid om ronddrinkers of nippels of een combinatie ervan te gebruiken.”

Maar om een goede uniformiteit te bereiken is er meer nodig dan enkel een snel voercircuit. Van Kessel: “De bezetting per vierkante meter is voor Pluvita heel belangrijk. Deze mag niet te hoog zijn omwille van de kwaliteit die aan de vermeerderaar wordt afgeleverd. De (technische) resultaten worden daardoor ook beter. Daarnaast heeft Agrifirm NWE een zeer uitgebalanceerd voer ontwikkeld op kruimelbasis. Hierdoor treedt geen selectieve opname op van voedingsstoffen waardoor de hennen én hanen alle benodigde voedingsstoffen opnemen en gelijkmatiger groeien. Wij

kiezen hier bewust voor een hennenvoer en een apart hanenvoer.”

ROSS – THE COMPLETE PACKAGE Scan de QR-code voor het volledige artikel

Laag pathogene vogelgriep H6 in Nederland Het is op dit moment rustig op het gebied van de hoog pathogene vogelgriep en op het gebied van de laag pathogene vogelgriep H3N1. In België is de screening bij bedrijven positief verlopen en er zijn geen nieuwe gevallen van H3N1 meer geconstateerd. Waakzaamheid op vogelgriep blijft echter geboden. Er zijn onlangs meerdere gevallen van de laag pathogene vogelgriep van het (niet bestrijdingsplichtige) type H6 aangetroffen in Nederland. Bij legbedrijven en kalkoenen zijn recent meerdere gevallen gevonden van laag pathogene aviaire influenza H6. Het betreft een NIET bestrijdingsplichtige variant van vogelgriep. De meeste gevallen zijn ontdekt via de monitoring

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen, een uitgave van www.pluimveeactueel.nl | no. 4 | 2019

(serologische positief) en een enkel geval op basis van de klinische verschijnselen. Het betrof bedrijven in de provincies Overijsel, Flevoland, Gelderland, Friesland, Groningen en Noord-Brabant.

The Reproductive Performance – The FCR & Liveability – The Processing Yield You Want ®

To learn more about Ross visit aviagen.com/ross

GLOBAL REACH

Scan de QR-code voor het volledige artikel

LOCAL TOUCH


16

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen

COLUMN

WENST U WARME FEESTDAGEN •

warmtewisselaar • Besparing van 65% op energiekosten • Zeer effecïente (lage weerstand)

• Volledig gecoate panelen • Krachtige centrifugaal ventilator •

BESCHIKBAAR VAN 20 TOT 110 KW ROBUUSTE, GOED TE REINIGEN INDIRECT GESTOOKTE HEATER

VERSCHILLENDE GELIJKDRUK VENTILATIESYSTEMEN

Wat kunnen Wat kunnen

Tel. +31(0)342-786952 • info@multiheat.eu • www.multiheat.eu

wij voor u wij voor u Wat kunnen Wat kunnen

wij voor u betekenen? betekenen? betekenen? betekenen? wij voor u

- Laden en lossen van pluimvee. - Laden en lossen van pluimvee.

- Laden - Laden en lossen van pluimvee.

- Hogedrukreiniging pluimvee-,

- Hogedrukreiniging - Hogedrukreiniging pluimvee-,

Mensenrechten en diergezondheid Wat kan er in twintig jaar veel veranderen. In die jaren bezocht ik, toen als jonge dierenarts, het jaarcongres van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde. Eén van de sprekers was een Belgische filosoof. Ik kan me nog goed herinneren dat die spreker een voor die tijd opmerkelijke uitspraak deed. Hij voorspelde dat, net zoals bij mensenrechten, ook dierenrechten zouden worden uitgeroepen. Sterker nog, hij voorspelde dat er dierenrechtenorganisaties zouden worden opgericht. In de congreszaal werd gniffelend gereageerd, maar achteraf gezien zat hij er niet ver naast… GESCHIEDENIS In 1945 werden de Verenigde Naties opgericht. Enkele belangrijke doelen waren de wereldvrede te bewaren (met de Tweede Wereldoorlog toen nog vers in herinnering) en de rechten van de mens te beschermen. Deze rechten hebben betrekking op bijvoorbeeld het recht op gelijke behandeling, het recht op bescherming tegen marteling, de vrijheid van meningsuiting, het kiesrecht en sociale rechten (zoals het recht op voedsel) en economische rechten (zoals het recht op gezondheid). De bovengenoemde spreker op het congres trok de lijn van het kiesrecht door naar de toekomst.

Vroeger hadden alleen mannen het politieke stemrecht, maar later kregen ook vrouwen kiesrecht. Ook de mensenrechten veranderden in de loop van de tijd. Zo werd onder andere kinderarbeid verboden. DIERENRECHTEN: DE VIJF VRIJHEDEN Een toenemende welvaart in een land gaat hand in hand met een toenemend welzijnsbewustzijn. In een ontwikkeld land projecteren bewuste burgers hun voorrechten ook op hun omgeving. Als mensen recht hebben op onder andere bescherming, voedsel en gezondheid, dan zouden dieren dan ook moeten hebben, zo is de redenatie. Deze gedachtegang is opgepakt door de Britse Farm Animal Welfare Council en verwerkt tot de zogenaamde vijf vrijheden voor dieren: (1) het recht vrij te zijn van honger en dorst, (2) het recht vrij te zijn van ongerief, (3) het recht vrij te zijn van pijn, verwonding en ziektes, (4) het recht vrij te zijn van angst en chronische stress en (5) het recht vrij te zijn om natuurlijk gedrag te kunnen vertonen. De rechten hebben dus niet alleen betrekking op de diergezondheid, maar ook op het dierenwelzijn. KIP VAN MORGEN Ook in Nederland werden dierenrechten organisaties, zoals Wakker Dier en de Dierenbescherming, opgericht. Deze organisaties kregen invloed op het Nederlandse politieke

klimaat. Zo werden er door de Partij voor de Dieren in 2012 Tweede Kamervragen aan de minister van Landbouw gesteld over locomotie stoornissen (kreupelheid) bij vleeskuikens. De minister verklaarde dat deze kreupelheid zou kunnen samenhangen met managementfactoren en genetica. Het duurde dan ook niet lang voordat de overheid, onder druk van de Tweede Kamer, normen voor voetzoollaesies opstelde. De dierenrechtenorganisaties oefenden ook invloed uit op supermarktorganisaties. Dit resulteerde er in dat het Productschap voor Pluimvee, Vlees en Eieren en het CBL (de koepelorganisatie voor supermarkten) overeenkwamen dat uiterlijk in 2020 in Nederlandse supermarkten alleen vlees van duurzaam geproduceerde vleeskuikens verkocht zou worden. Dit zogenaamde tussensegment (tussen biologisch en regulier in) werd Kip van Morgen genoemd. CONCEPTEN De Kip van Morgen werd door supermarkten onder verschillende benamingen in de winkel aangeboden. Inmiddels heeft elke supermarkt wel één of meerdere concepten. Elk concept heeft eigen voorwaarden waaraan het moet voldoen. Deze voorwaarden zijn vaak te linken aan één of meer van de bovengenoemde vrijheden voor dierenrechten, zoals het recht op natuurlijk gedrag of het vrij zijn van pijn. Deze worden dan

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen, een uitgave van www.pluimveeactueel.nl | no. 4 | 2019

van eenden.

pluimvee-,

- Hogedrukreiniging pluimvee-, varkens-, varkens-, kalveren- en runderstallen.

varkens-, kalverenen runderstallen. varkens-, kalveren-

en runderstallen.

kalveren- en - Roosterreiniging pluimveestallen. - Roosterreiniging pluimveestallen.

runderstallen.

- Roosterreiniging pluimveestallen.

- Overige agrarische werkzaamheden - Overige agrarische - werkzaamheden Roosterreiniging

pluimveestallen.

- Overige agrarische werkzaamheden

- Overige agrarische werkzaamheden.

Oude Nijkerkerweg 44 • 3882 MC Putten

www.pluimveeservice.nl

Oude Nijkerkerweg 44 • 3882 MC Putten Tel. 0341-355 299 • info@pluimveeservice.nl www.pluimveeservice.nl Tel. 0341-355 299 • info@pluimveeservice.nl www.pluimveeservice.nl

vertaald naar bepaalde kenmerken van het betreffende concept zoals de bezetting, de slachtleeftijd, de beschikking over daglicht, een buitenuitloop, afleidingsmaterialen, de voersamenstelling en de maximale daggroei. VOLKSGEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID Ook op het gebied van volksgezondheid en voedselveiligheid zijn in de loop van de tijd stappen gemaakt. Zo is de algemene diergezondheid sterk verbeterd door het nemen van managementmaatregelen, aanpassingen op het gebied van genetica en aanpassingen van de voeding van vleeskuikens. Dit blijkt onder andere uit de sterke daling van het gebruik van antibiotica. Verder wordt bij de conceptkuikens sterk gefocust op het voorkomen van Salmonella infecties. Een reductie van het antibioticumgebruik en de preventie van Salmonella infecties heeft als ultiem doel de volksgezondheid en voedselveiligheid en daarmee het imago van pluimveevlees te verbeteren. CONCEPTEN MET REGULIERE KUIKENS Ook bij regulier gehouden vleeskuikens zien we dergelijke ontwikkelingen terug. Zo zien we in het algemeen een hoger gezondheidsniveau (af te leiden aan een lager antibioticumgebruik) en een beter dierenwelzijn

(af te lezen aan een betere voetzoollaesiescore). Verder zijn er concepten met regulier gehouden vleeskuikens die een bonus uitbetalen indien afleidingsmaterialen in de stal en geen ‘kritische’ antibiotica worden toegepast. Ook de toepassing van ‘early-feeding’ en ‘on-farmhatching’ zijn innovaties die bij de regulier gehouden vleeskuikens worden toegepast en die het imago van de sector positief beïnvloeden. MENSENRECHTEN Uit bovenstaande blijkt dat in ons land naast de mensenrechten ook de dierenrechten vrij ver ontwikkeld zijn, met name op het gebied van diergezondheid en dierenwelzijn. Dit terwijl in andere delen van de wereld de mensenrechten nog niet gewaarborgd kunnen worden. En verder staat bij voorbeeld het gezondheidsniveau van kinderen in bepaalde landen nog steeds op een bedenkelijk niveau. Ter vergelijking: zo sterven er in West-Europa gemiddeld 0,5% van de kinderen in hun eerste vijf levensjaren, terwijl dit in de landen rond de Afrikaanse Sahara nog 7,7% is. Laten we daarom in ons streven naar een hoger welzijnsniveau (voor mens en dier) in Europa ook de rest van de wereld niet uit het oog verliezen. Drs. Gerwin Bouwhuis Pluimveedierenarts bij het GvP in Emmen

Oude Nijkerkerweg 44 • 3882 MC Putten Tel. 0341-355 299 • info@pluimveeservice.nl

www.pluimveeservice.nl

Pluimveekrant I N N O VAT I E & O N D E R N E M E N

Greengage ALIS inductie stalverlichting, meer besparen op je investering kan niet Greengage ALIS inductie verlichting is brandveilig, betrouwbaar, goedkoper, energie zuiniger en kostenbesparender dan welke andere vorm van verlichting ook. Greengage ALIS inductie heeft sensoren, nestlampen, TL tubes en stallampen voor elke doelgroep in de pluimvee sector. Indien wenselijk, via een webapp te bedienen en te controleren. Greengage ALIS inductie verlichting heeft een lange levensduur van minimum 100.000 branduren (bij continu gebruik 24/7 is dat 11 ½ jaren.) Greengage ALIS inductie verlichting is geschikt voor nieuwbouw, renovatie en voor vervanging van verouderde verlichting. Ga voor Greengage ALIS INDUCTIE VERLICHTING, de nieuwe verlichting van nu en de toekomst, en waarom zou u het niet doen? Bel of Mail Jan Geurtsen (gevestigd in Nunspeet - NL) van Greengage voor meer informatie, een demonstratie of een vrijblijvende offerte.

Tel: 06-10 378 298 of mail: jan.geurtsen@greengage.global

DE PLUIMVEEKRANT WENST U FIJNE FEESTDAGEN EN EEN GELUKKIG NIEUWJAAR!


18

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen 19

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen

DOSSIER: WATER

DOSSIER: TOEKOMST

“Wat de stal in komt, moet je aan de achterkant nog kunnen drinken” “Als je desinfectiemiddelen moet inzetten, ben je al te laat.” Eigenaar Cor Oostra van Handelsonderneming Oostra uit IJhorst stelt dat coli, groeiachterstand of een te hoog medicijnverbruik in de pluimveehouderij vaak aan de bron te voorkomen zijn. De vraag ‘Wat groeit er in de leidingen?’ is cruciaal. “Met H2Oostra hebben we een product waarmee we bacteriën losweken, wegspoelen en een beschermlaag aanbrengen zodat er geen hergroei plaatsvindt.” Het water in topconditie brengen is niet het eerste waar veel ondernemers aan denken als ze de bedrijfsvoering willen verbeteren. “Het belang van het dier vormt echter de basis. Vanuit een goed fundament moet je werken. Compensatie of noodgrepen, die kosten veel geld”, stipt Cor Oostra aan. H2Oostra is ontstaan uit de gedachte van een slaplantje, die in de Betuwe voldoende voedingsbodem vindt om te groeien. Hetzelfde plantje redt het echter niet in het mulle zand van de Sahara. “Micro-organismen hebben een voedingsbodem nodig. Als bacteriën geen voeding hebben, dan groeien ze niet en hoef je dus ook geen desinfectiemiddelen toe te dienen. Een bacterie groeit niet in het

water, maar in de biofilm. Als er geen hechtpunt is, dan houd je de leiding schoon.” Na het schoonspoelen van de leiding brengt de gepatenteerde waterbehandelingsmethode van Oostra een beschermlaag op leidingwand aan. “Of het nu gaat om pvc, pe of koper. Dat maakt niet uit. De laag zorgt er voor dat de bacterie wordt afgestoten en zich niet kan vermenigvuldigen.” H2Oostra is een product dat natuurvriendelijk is. “Acute desinfectie bij jonge dieren ontregelt de bioflora. Met het gevolg dat er medicijnen worden ingezet, die weer een biofilm achterlaten. Met het ene probleem creëer je een ander. Kijk, als alles gezond is, loopt het wel. Bij ziekte stapelen de problemen zich op. Eigenlijk geldt dat als

je desinfectiemiddelen moet inzetten, je al te laat bent.” Cor Oostra stelt nadrukkelijk dat de methode geen bacteriën doodt, maar wel supereffectief blijkt in het doel om het water schoon te maken en houden. Problemen in de pluimveestal gaan vaak over salmonella en legionella en zijn te herleiden aan de watervoorziening. “Temperatuur is een belangrijke factor. De stallen worden rond de dertig graden gehouden. De drinkwaterleiding ligt vaak boven de verwarmingsbuis en wordt zo een broeinest voor bacteriën. Belangrijk is dat het water in beweging blijft, daar moet je naar toe. Pak het probleem eerst bij de bron aan. Het water dat de stal in komt, moet honderd procent schoon zijn, maar ook aan de achterkant moet je het nog kunnen drinken. Het is ook een kwestie van bewustwording.” De onderneming uit IJhorst plaatst een doseerpomp net na de bron, voor het water de stal in gaat. “Er is ook een mengton, anders bezinkt het middel.” Eventueel kan toediening van H2Oostra worden afgewisseld

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen, een uitgave van www.pluimveeactueel.nl | no. 4 | 2019

met het enten of vaccineren via het drinkwater. “Van resistentie van medicijnen is geen sprake.” Bijkomend voordeel is dat er geen kalkaanslag aan nippels ontstaat en hierdoor waterverlies wordt beperkt. Het product is niet corrosief, waardoor alles wordt beschermd. Ook het ontstaan van biofilm wordt aangepakt. “Eventueel kun je desgewenst nog desinfectiemiddelen toedienen, maar de besparing van zeventig tot tachtig procent op die middelen is fors. Bovendien is H2Oostra uitstekend te combineren met bijvoorbeeld UVC-licht of een ozoninstallatie.” Oostra stelt dat bij veel veehouders de knop om moet. “We moeten veel meer dingen bij de bron aanpakken. Neem het medicijngebruik bij dieren. De resten komen weer in de mest terecht. Let maar op, als het gaat om vergisters komt er straks ook een keurmerk op biocides te hangen. Bovendien wordt alles over het land uitgereden. Wat betekenen de medicijnen met het oog op pfas? En wat denk je dat de biociden met het bodem leven

doet? Als je kijkt naar chloor dan vind je dat ook altijd weer terug in vlees, eieren en mest. Van de bloedlijnen van het pluimvee, komt het zo weer in de mens. Het probleem is veel groter en kunnen we bij de bron aanpakken.” H2Oostra wordt na een grondige reiniging van de leidingen idealiter vier weken met een hogere dosering aangebracht. In de eerste week gaat het om tweehonderd milliliter per kuub, dan wordt het teruggeschroefd naar honderd, waarna dan veertig tot vijftig volstaat. “Kosten komen dan uit rond de twintig cent per kuub water. Daarmee bespaar je onderhoudskosten aan de leidingen, extra werk aan het schoonhouden en minder veeartskosten. Belangrijkste is echter dat de dieren gezond zijn. Dat is de basis.” ■ Tekst en foto’s: Martin de Vries MEER INFORMATIE OVER H2OOSTRA? W: www.h2oostra.nl E: info@ho-oostra.com T: 0522441180

AGRAFIEK AWARD

Trotse en ambitieuze pluimveehouder voelt gemis van vader De jonge pluimveehouder Frits Stevens (23) uit het Belgische Hamont-Achel verloor bijna twee jaar geleden onverwacht zijn vader. Hij werd van de één op de andere dag zaakvoerder van het slachtkuikenbedrijf BVBA De Kiekoet. Zijn verhaal leverde hem de nominatie voor de Agrafiek voor jonge agrariërs in Vlaanderen op. “Het werk gaat natuurlijk voor”, verklaart Frits Stevens over zijn afwezigheid bij de uitreiking van de Agrafiek-award tijdens de Agribex, de internationale beurs voor de agrarische sector in Brussel. Op dezelfde avond stond een buurtvergadering over de weg langs zijn bedrijf gepland. “Je moet prioriteiten stellen.”

“HET WERK GAAT VOOR” Stevens verloor zijn vader in april 2018, na een kort ziektebed. “Papa heeft veel uitleg gegeven. Ik was

al veel in de stallen aan het werk, de dagelijkse leiding zeg maar. Van de een op de andere dag was papa er niet meer, dat betekent dat er ineens veel papierwerk bij komt.” STALVERVANGING De Kiekoet bestaat uit vier stallen waarin tachtigduizend slachtkuikens worden gehouden. Bovendien is er nog twaalf hectare grond aanwezig, waar ieder jaar korrelmais op wordt gedeeld. “Meestal voor de verkoop, maar soms ook een deel voor eigen gebruik.” “Elke dag werk er met veel zin en een grote trotsheid voor ons beroep”, motiveert Stevens.

“DAT PAPA ER NIET MEER IS, IS ECHT EEN GEMIS. DAT MERK IK IEDERE DAG” Twee stallen zijn echter nodig aan vervanging toe. Samen met zijn vader werden al plannen gesmeed om die door drie nieuwe onderkomens te vervangen. “Dan hebben we plek voor 175.000 kuikens.” De grote plannen wachten nog op goedkeuring. Er bestaat onenigheid met de buurt, waardoor de plannen voorlopig in de wacht staan. Frits Stevens heeft desalniettemin hoop om er met zijn buren op een goede manier uit te komen, al geeft hij

toe dat de kans hierop klein is. “Toch moet ik ook een keer verder. Alles staat op eigen naam en ik heb ook geïnvesteerd.” Buiten het werk in de pluimveehouderij zet de jonge ondernemer zich ook in als lid van de Groene Kring en de Pluimveebond. Een goede afleiding, zo zegt hij zelf. “Dat papa er niet meer is, is echt een gemis. Dat merk ik iedere dag. Dus stort je je volledig op je werk.”

toe aan fruitteler Sven Neufkens, die samen met zijn vriendin uit niets een tuinbouwbedrijf uit de grond stampten en daarbij een duidelijke duurzame visie bij uitdragen. ■ Tekst: Martin de Vries Foto’s: Michiel Saeyens / Frits Stevens

AGRAFIEK-AWARD Onder de genomineerden voor de Agrafiek-award zaten naast Frits Stevens nog twee pluimveehouders. Ook pluim- en melkveehouder Werner Hofmans uit Brecht en Olivier Mehuys uit Diksmuide, die vleesvee en eieren verkoopt onder andere via een webshop, vielen niet in de prijzen. De jury kende de ‘Belgische Oscars voor de land- en tuinbouw’

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen, een uitgave van www.pluimveeactueel.nl | no. 4 | 2019


20

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen 21

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen

DOSSIER: STALINRICHTING DOSSIER: VERLICHTING

“TEMPERATUUR LAGER DANKZIJ LUCHTCIRCULATIE”

Pionier dimt rood en wit naar lichtbehoefte kip Pluimveehouderij Kienmoorbrut van de familie Buurman in het Duitse Oberlangen is het eerste bedrijf met moederdieren, die de nieuwste generatie dimbare led-verlichting van Powerlamps in de stal heeft. De armaturen bevatten ledstrips met warm wit en rood licht. Buurman kan met de lampen de kleuren mengen en zo inspelen op het gedrag van het pluimvee. “Rood voorkomt pikkerij. De roze gloed geeft rust in de stal.” Rood licht is een beproefd concept om pikkerij te voorkomen. De hen, maar hoofdzakelijk hanen pikken op het rood van meegekomen bloed op het ei. Wat zorgt voor uitval. In de stallen van Marco Buurman in Oberlangen, net over de grens bij Emmen, hangt inmiddels meestentijds een roze gloed. “De bedoeling is om na het rood langzaamaan met wit licht te mengen, naar volledig wit om de hanen te stimuleren om actiever te worden. Het blijkt echter dat in de stal door de roze gloed rustiger is. Dat blijkt dus een gunstig effect te hebben op het stressniveau.” Buurman ontdekte dit door te experimenteren. Hij is namelijk de eerste pluimveehouder met moederdieren, die de nieuwe verlichting van Powerlamps in de stal heeft. “Een half jaar geleden hebben we dit bedrijf bijgekocht”, legt Buurman uit. Vier-en-eenhalve kilometer verderop heeft hij een pluimveehouderij met drie stallen voor in totaal dertigduizend moederdieren. “Een jaar of tien geleden hebben we een vergunning voor nogmaals dertigduizend dieren aangevraagd. Dat is uiteindelijk op niets uitgelopen. Uitbreiding maakt ons bedrijf toekomstbestendig, bovendien

heeft het best wat geld gekost om alles te onderzoeken. Een grotere schaal biedt ook voordelen. Denk aan de onderhandelingspositie bij voer- en dieraankopen. Als je niet kan bouwen, dan maar kopen.” Het houden van moederdieren heeft de Nederlander in achttien jaar Duitsland tot specialisme verheven. “Daarvoor heb ik ook een team om me heen van broederij, voerleveranciers en opfokorganisatie. De Ross 308 is de enige lijn, waarmee ik vanaf dag één werk.” Het Duitse ei is gewild, vertelt Buurman. “Ik denk dat ik op dit moment hier beter af ben dan in Nederland.” Meteen de verlichting aanpakken De stallen, die Buurman overnam, waren vrij nieuw. “De eerste keer dat we hier aan kwamen rijden, hadden ik de neiging om rechtsomkeer te maken. Het was hier niet bestraat. Achter de stal lag geen betonplaat. Met het oog op hygiëne is dit wel noodzakelijk. Bij moederdieren staat hygiëne op één.” De Nederlandse Duitser besloot om flink te investeren om het bedrijf geschikt te maken. Het voer- en watersysteem werden aangepakt. Ook de verlichting was van de

belangrijkste aandachtspunten. “De vorige eigenaar had wel dimbare verlichting, iets wat wij nu inmiddels wel aanpakken, maar toen op ons thuisbedrijf niet eens hadden. Toch klopte het in de overgenomen stallen niet. De kappen waren beschadigd. Zijkanten waren afgeplakt om te voorkomen dat er te veel licht bij de nesten kwam. Ook waren er veel grondeieren.” Powerlamps is uiteindelijk de partij geworden, die de verlichting mocht aanpakken. “Voor mij stond vast dat het dimbaar led moest worden.

Als de hen z’n eerste ei legt, kun je last hebben van pikkerij omdat er altijd wel wat bloed mee komt. De hennen, maar hoofdzakelijk de hanen pikken op de cloaca, waardoor ze zo de darmen eruit halen. Daarom het rode licht, de haan ziet het dan als zwart.” De tl-balken op het thuisbedrijf zijn vier jaar geleden voorzien van extra licht voor het dimmen tegen pikkerij. De verlichting heeft rooie hulzen voor het begin van de opvang en een extra rij voor het dimlicht. “Tijdens het eerste ei zie je dan desalniettemin wel pikkerij.

Vleeskuikenhouder Bart Janssen werkt in zijn stallen met het rode spectrum.

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen, een uitgave van www.pluimveeactueel.nl | no. 4 | 2019

Daarom voeren we voor de eerste veertien dagen alleen maar rood licht. Na die twee weken is het voorbij.” DOOFBAAR LICHT Het nieuwe concept van Powerlamps heeft in de balk twee strippen met rood en wit, die doofbaar zijn. “Ze beschikken over een los dimsignaal van nul tot tien Volt”, legt Robin de Boer van Powerlamps uit, “De verlichting kan hierdoor op alle gangbare stalcomputer worden aangesloten. Dat biedt de mogelijkheid om te experimenteren. Naast aan/uit zijn

er allerlei opties om in te spelen op de behoefte van de pluimvee.” Marco Buurman knikt instemmend. “Met vijftien lux dimbaar wit verlengen we eigenlijk de opfok. Zien we een eerste ei met pikkerij, dan gaan we naar fifty-fifty en ontstaat die rode gloed. Is er echt sprake van pikkerij dan gaan we over op puur rood. Dat bouwen we steeds meer af. Iedere week komt er iets meer voer en dus ook iets meer wit licht. De lichturen bouwen we vanaf dat moment verder op.” “Het principe gaat uit van dimkabels. Iedere voeding kan een led aansturen waardoor je eindeloos kunt mengen. Sinds mei kun je ook helemaal doven. Het dimbereik is dus groter. Je kunt zo ook echt schemeren.” Robin de Boer stelt dat Marco Buurman met zijn moederdieren pioniert met de nieuwe verlichting. “De Drentse vleeskuikenhouder Bart Janssen werkt in zijn stallen ook met dit rode spectrum. Dit combineert hij met full spectrum verlichting. “Hij pioniert in zijn vooruitstrevende bedrijf ook enorm en merkt met het rode licht zeker een positief effect op zijn vleeskuikens.” De Boer haakt in op het feit dat de verlichting bij Buurman inmiddels een veel bredere functie heeft gekregen dan het voorkomen van pikkerij. “Door goed te dimmen kun je de hormonen van de hanen aanslingeren. Bovendien werkt het positief voor botgroei, seksuele reproductie en eiproductie. We zitten bijvoorbeeld ver in de ontwikkeling van verlichting voor legkippen in volièresystemen. Aangezien ook het snavelkappen verboden is, kun je je voorstellen dat er vanuit de sector veel interesse in de mogelijkheden van deze lampen.” De verlichting in de twee stallen van Buurman is oplierbaar, waardoor je desgewenst nog meer met licht kunt sturen in de stal. Er is gekozen voor een kap

van melkglas. “De lichtverdeling wordt meer diffuus. Hoewel je met een heldere kap meer licht zou hebben, zie je met een kap van melkglas geen individuele ledchips. Die puntjes kun je als mens als storend ervaren. Met melkglas is de spreiding van het licht mooier. Je levert in de volledige hoeveelheid licht iets in, maar voor je eigen ogen is het rustgevender. Een stukje werkplezier”, aldus Marco Buurman. LICHTPLAN OP MAAT De ondernemer is dusdanig enthousiast dat hij ook in de stallen op het thuisbedrijf de verlichting wil ophangen. “Voor die drie stallen moeten we een ander lichtplan maken, omdat Marco anders zijn bestaande

stroomvoorziening helemaal moet omgooien”, vertelt Robin de Boer, “We willen maatwerk leveren om tot de meest gunstige oplossing te komen. Dat betekent dat we armaturen klantspecifiek kunnen produceren en leveren. We staan achter de kwaliteit en geven vijf jaar garantie.” Marco Buurman is tevreden. “Toen Freddie Woerts van Powerlamps voor het eerst zijn lichtplan presenteerde, had ik mijn twijfels over de aantallen. Per kant zijn vijftien armaturen ingetekend, er zaten er dertig. Ondanks dat er dubbele ledstrips in zitten, had ik mijn bedenkingen. Als je nu ziet wat het resultaat is, dan pakt het fantastisch uit.” Freddie Woerts heeft samen met Buurman eerst een aantal armaturen opgehangen om te

laten zien hoe de lichtspreiding in de stal zou zijn. Toen bleek al snel dat het voorgestelde lichtplan ruim voldoende zou zijn. “Ook qua energiebesparing is dat enorm”, voegt De Boer toe, “Er hing een installatie van 4200 Wattuur, nu is dat maar 1680 Wattuur.” De resultaten van alle aanpassingen in de stallen van Kienmoorbrut Buurman zijn er naar. Het eerste jaar sluit het bedrijf, met legnesten van Van Gent, naar alle waarschijnlijkheid met zeer goede resultaten af. “Je moet meetellen dat dit voor ons het eerste jaar is. Het is een goede opstart. Als je kijkt naar grondeieren is het bijna niet te geloven, maar dat is eigenlijk niets. Van de hele tijd grondeieren zoeken en uitval

slepen, wordt niemand vrolijk van. Dat heeft natuurlijk niet veel met de verlichting te maken. Toch, met licht kun je wel dingen stimuleren. Als er sprake is van pikkerij hoeven we niet te wachten op bestelde hulsjes. Het zoeken van de dader is natuurlijk ook niet eenvoudig. We kunnen met het licht direct experimenteren om de haan relaxter te krijgen.” ■ Tekst en foto’s: Martin de Vries WILT U MEER INFORMATIE? Website: www.powerlamps.nl

Robin de Boer van Powerlamps en Marco Buurman van pluimveehouderij Kienmoorbrut tonen de lichtbalk.

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen, een uitgave van www.pluimveeactueel.nl | no. 4 | 2019


22

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen 23

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen

THEMA: KEURMERKEN EN KETENCONCEPTEN

“Pluimveesector moet terug naar de basis” Op dit moment vinden er in het kader van Agroforestry diverse studies plaats om te bekijken of fruitteelt gecombineerd kan worden met het houden van pluimvee. Op de Walnoothoeve(n) in het Brabantse plaatsje Hoeven wordt echter al dertien jaar volgens dit concept gewerkt. Geert en Joke van der Kaa hebben alle scharrelweides voorzien van houtig klein fruit, waaronder diverse soorten bramen, bessen, druiven en pruimen. Het lijkt er echter op dat wetgeving ervoor gaat zorgen dat deze unieke pluimveehouderij gaat verdwijnen. “En daarmee verdwijnt ook een stuk cultureel erfgoed, want wij zijn één van de laatsten die nog werken met oudhollandse rassen zoals de Chaamse Hoen. Dat was ooit een befaamd streekproduct dat nu volledig lijkt te verdwijnen”, zo stelt Geert van der Kaa teleurgesteld vast. De Brabantse familie is nog in gesprek met de diverse ministeries, maar ondertussen wordt de Walnoothoeve(n) al langzaam afgebouwd. “Wetgeving maakt het voor ons onmogelijk om zo door te gaan. De politiek laat hierdoor een unieke kans liggen: kleine pluimveebedrijven en poeliers die streekproducten leveren aan de streek verdwijnen doordat er verplicht stallen bijgebouwd dienen te worden. Voor ons komt daarmee langzaam maar zeker het einde in zicht, maar ook voor andere ondernemers die hetzelfde doel

voor ogen hebben dreigt het doek te vallen.”

“NORMAAL BLIJVEN DENKEN” Volgens Van der Kaa gaat het sectorbreed op een aantal fundamentele punten mis. “Wij zijn begonnen door terug te gaan naar de basis. Je moet normaal blijven denken en dan kom je er

vanzelf achter dat hoe het vroeger gedaan werd niet eens slecht is. En dan zie je ook welke zaken toen goed gingen, die we nu nog kunnen gebruiken.” GROTE EN KLEINE PLUIMVEEBEDRIJVEN Van der Kaa onderneemt vanuit één centrale vraag ‘Hoe kunnen we het ons pluimvee zoveel mogelijk naar de zin te maken?’. “Deze vraag is voor zowel de kleinere als de grote pluimveehouderijen een zeer belangrijke vraag. Wij zijn zelf afkomstig uit de glastuinbouw. Daar hebben we afgelopen jaren heel veel mis zien gaan en we zien dat nu ook in de gehele pluimveesector gebeuren. Groter en groter tot het te groot wordt. Schaalvergroting, prijzen die onder druk staan, stijgende exportcijfers en kleinschalige productie die verdwijnt waardoor de consument vervreemd van het product. De lokale markt is een hele goede markt die nu volledig genegeerd wordt, zeker vanuit de politiek. Onze boodschap aan de

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen, een uitgave van www.pluimveeactueel.nl | no. 4 | 2019

sector is; kijk terug naar hoe men het vroeger deed en gebruik die kennis om nu verder te komen. We werken volgens de Slow Food methode en onze dieren voelen zich er heel goed bij. Het concept

“LEKKERSTE STUKJE BRABANTS VLEES” werkt, maar als de wetgeving het werken volgens dit concept onmogelijk maakt, dan houdt het snel op.”

ALLES ONDER ÉÉN DAK De Walnoothoeve(n) staat voor heel veel dingen. Een pluktuin voor de regio, biologische bestrijding en het organiseren van evenementen op de boerderij. Ook heeft de hoeve een eigen EEGgecertificeerde slachterij, doen ze hun eigen opfok en houden ze ook moederdieren. “De gehele keten binnen één bedrijf en daar zit ook ons verdienmodel, want we houden hier niet veel dieren, maar doordat we alles doen, kunnen we er onze boterham mee verdienen”, zegt Van der Kaa trots. “We voorzien diverse sterrenrestaurants van vlees, maar vanwege de regelgeving moet ik nu restaurants gaan afwijzen.”

Naast de oudhollandse rassen zoals de Chaamse Hoen, de Noord-Hollands Hoen, de Kraaikop en Brabanter lopen er op de Walnoothoeve(n) ook langzaam groeiende vleeskuikens van het ras Sasso en houden ze naakthals kippen. “Het slachten gebeurt als de hennen en hanen tussen de 17 en 26 weken oud zijn volgens traditionele gesloten methoden die stammen uit 1800. Daar komt absoluut geen dierenleed aan te pas. Door deze traditionele wijze ontstaat er ook een heerlijk stukje mals vlees.” Maar het staat vooral voor liefde voor het vak, de dieren en de producten die ze voortbrengen.

“Het zou toch vreselijk wezen dat de Chaamse Hoen, het lekkerste stukje vlees dat Brabant ooit heeft voortgebracht, straks voorgoed verdwijnt zodra wij er hier die stekker uit trekken? We geven het echter niet op, maar het is wel steeds een stapje vooruit, een stapje achteruit, om weer twee stapjes vooruit te kunnen doen. Het gaat heel langzaam. Onze tijd van ondernemer zit er bijna op vanwege onze leeftijd, maar ik blijf vechten om de politiek te overtuigen van het belang van kleine pluimveebedrijven. Daar hebben ook de grote jongens baat bij, want hier zien ze hoe mooi kippen, parelhoenen, duiven en al het andere gevogelte kan zijn.”

Tekst: Richard Bender Foto: Juli Ontwerp Buro

COLOFON De Pluimveekrant is een special interest uitgave dat deel uitmaakt van het kennis- en communicatiepodium www.pluimveeactueel.nl. Bladmanagement: Eline Kortes (06 - 20 97 90 24) eline.kortes@prosu.nl Adverteren: L isanne Andeweg (06 - 51 43 07 80) lisanne.andeweg@prosu.nl Jan Geert Vedelaar (06 - 51 26 87 55) jangeert.vedelaar@prosu.nl Eline Kortes (06 - 20 97 90 24) eline.kortes@prosu.nl Oplage: 4.500 exemplaren Frequentie: Vier keer per jaar Hoofdredacteur: Martin de Vries Redactie: Richard Bender, Monique van Loon en Aeres Fotografie: Martin de Vries, Industrie, Geraldine Nikkels en Juli Ontwerp Buro Vormgeving: Stefan Pruijssen Drukwerk: Hoekstra Krantendruk

Prosu Media Producties Postbus 283, 8250 AG Dronten T 0320 286939 | F 0320 286985 pluimveeactueel@prosu.nl www.prosumediaproducties.nl

Pluimveekrant Innovatie & Ondernemen, een uitgave van www.pluimveeactueel.nl | no. 4 | 2019


PLUIMVEEHOUDER ARNOLD KOCKS, ‘T HAANTJE RHK-AK 500:

ALLES IS EENVOUDIGER GEWORDEN

Arnold Kocks uit het Nederlandse dorp ‘t Haantje heeft zijn pluimveebedrijf op’ diervriendelijk vlees ‘gezet. In plaats van tot nu toe 100.000 dieren, houdt het sinds mei 2016 slechts 60.000 dieren in hetzelfde gebied. “Diervriendelijk vlees van vleeskuikens” is het concept van zijn klant, een supermarktketen. Nu bij Kocks hebben de dieren in de schuur meer ruimte, in plaats van 21 heeft hij nu 13 dieren per vierkante meter. Net als zijn broer Harrie in Schoonebeek, gebruikt hij sinds 2016 ook Heizomat’s biomassaverwarming voor warmteproductie. Bij Arnold Kocks is een 500 kW-ketel verantwoordelijk voor de warmte. Arnold Kocks ontmoette samen met zijn broer (Harrie), Alfred Chamoun op een handelsbeurs. “Prijs en kwaliteit, de verhouding was naar onze mening overtuigend Heizomat”, herinnert de kippenboer zich. Sinds 2002 had hij een houtsnippersketel en het döpik-systeem had alles wat hij wilde voor zijn bedrijf. Robuuste technologie, zelfreinigend en grote verbrandingskamers snel overtuigd. Voor Arnold Kocks was het goed gevulde reserveonderdelenmagazijn van döpik in Stadtlohn een belangrijk argument voor investeringen in een Heizomat-ketel. “Dat was een beetje moeilijker met de vorige verwarming van een concurrent,” herinnert Kocks zich goed dat hij altijd reserveonderdelen bij de hand had, omdat het niet werkte met de levering van de oude leverancier. Zorg, installatie, “alles ging goed en ging volgens plan.” Ook de tijdelijke afspraken werden nagekomen, voegt Arnold Kocks toe, die vandaag blij is met het zelfreinigende register: “Alles is een beetje eenvoudiger geworden.”


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.