Van start gaan als ARTS

Page 1

VAN START GAAN

ALS ARTS




INHOUD


1 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 2 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5. 3 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 4 4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 5 5.1. 5.2. 6 6.1. 6.2. 7 7.1. 7.2. 7.3. 7.4. 7.5. 7.6. 7.7. 7.8. 8 8.1. 8.2.

Voorwoord

1

Deel 1: Zelfstandig van start gaan Erkenning, accreditering en conventionering als huisarts Erkenning als huisarts Accreditatie van huisartsen Erkenning als geneesheer – specialist. Conventionering van huisartsen Keuze ondernemingsvorm: vennootschap of eenmanszaak? De eenmanszaak De vennootschap Vennootschapsvormen Financieel plan Deontologie Personenbelasting Samenstelling belastbaar inkomen Beroepsinkomen Voorafbetalingen belastingen Moet u een boekhouding voeren? Deel 2 van uw aangifte opvragen BTW U wordt schuldenaar van de BTW intracommunautaire opgave indienen Onderzoekswerk Getuigschrift voor verstrekte hulp Administratie Boekhoudkundige documenten Vergunningen Ondernemingsloket – sociaal statuut, sociale verzekering, KBO Sociaal statuut van de zelfstandige Inschrijving in de KBO: uw ondernemingsnummer via het ondernemingsloket Overige verzekeringen Beroepsaansprakelijkheid verzekering burgerlijke aansprakelijkheid ‘privé’ Auto-verzekering Brand- en diefstalverzekering Gewaarborgt inkomen De ongevallenverzekering Rechtsbijstand Hospitalisatieverzekering Pensioen Wettelijk pensioen voor zelfstandigen. Aanvullend pensioen voor zelfstandigen

3 4 4 6 8 8 10 10 12 15 20 20 21 21 25 30 31 32 33 33 34 34 35 36 36 36 39 39 43 45 45 47 48 49 50 51 52 54 55 55 57

Deel 2: Appendix steunmaatregelen financiering via vrienden / familie : de winwinlening stappenplan oprichting vennootschap

62 66 66


VOORWOORD

door Healthcareprofessionals.be

1


Geachte dokter, U zal weldra van start gaan met uw professionele carrière als huisarts of als specialist. Uit ervaring weten we dat starters na hun opleiding en stageperiode nog steeds met veel praktische vragen blijven zitten. Samen met diverse organisaties hebben we sinds dit jaar een informatieplatform voor startende artsen opgericht. Via diverse activaties trachten we jullie op de hoogte te brengen over de start van een zelfstandige activiteit in de medische wereld. We begeleiden jullie ook in het stappenplan van een starter. Zo organiseerden we afgelopen maanden diverse infosessies en ontmoetingen tussen professionals en starters. Op onze website kon u uw kennis bedrijfsbeheer testen. Dit boek is een logisch gevolg van onze campagne. Bij aanvang van uw zelfstandige activiteit willen we u graag de meest relevante informatie over het zelfstandige statuut meegeven. Zo besteden we aandacht aan de administratieve formaliteiten die u dient te volbrengen. We bekijken in welke juridische entiteit u zich kan vestigen. We lichten uw sociaal statuut toe en geven mee hoe u zich kan verzekeren tegen diverse risico’s gekoppeld aan uw professionele en persoonlijke leven. Verder overlopen we ook waaraan u zich op fiscaal gebied mag verwachten. In de appendix zal u informatie vinden over verschillende steunmaatregelen. We overlopen ook de stappen die u zal doorlopen bij de oprichting van uw eigen vennootschap. Deze publicatie is een verzameling van verschillende bronnen. We konden rekenen op de steun van verschillende private en publieke organisaties. Zonder hen was deze uitgave niet mogelijk geweest. Verder wensen we jullie alle succes toe met jullie carrière. Tot genoegen, Mathias Mallentjer Reinout Van der Veken.

2


DEEL 1

Zelfstandig van start gaan

3


1

Erkenning, accreditering en conventionering als huisarts

1.1.

Erkenning als huisarts Om in BelgiĂŤ de geneeskunde te mogen beoefenen, moet u in het bezit zijn van een diploma van Doctor in de Genees-, Heel- of Verloskunde. Zodra een zorgverlener zich vestigt in een provincie om er zijn beroep uit te oefenen, controleert en viseert de Provinciale Geneeskundige Commissie (PGC) zijn diploma. Inschrijving Provinciale Raad van Orde van Geneesheren Bij een eerste inschrijving dienen volgende originele documenten voorgelegd te worden (kopies worden niet aanvaard): Promotiebewijs/afstudeergetuigschrift van de Universiteit (wordt meegegeven bij proclamatie) Visum (wordt u toegestuurd in de week na de proclamatie via FOD) Bewijs van goed gedrag en zeden (model 1), niet ouder dan 3 maanden Inschrijvingsformulier respectievelijke Provinciale Raad, veelal te vinden op website van de bewuste Provinciale Raad Als pas afgestudeerde arts biedt u zich persoonlijk aan op het Provinciale secretariaat met bovengenoemde documenten of stuurt u ze AANGETEKEND op. U krijgt dan uw inschrijvingsnummer bij de Orde van Geneesheren. Er wordt ook een attest voor de aanvraag van het RIZIV-nummer meegegeven. Op het ogenblik dat u uw definitief diploma ontvangt, dient U dit ORIGINEEL diploma ook voor te leggen aan de Orde. Erkenning aanvragen De erkenning van het diploma van arts wordt toegekend door de dienst Erkenning Gezondheidszorgberoepen van de FOD Volksgezondheid. 4


Nadat het diploma van de academische graad in de huisartsgeneeskunde behaald werd, moet de FOD Volksgezondheid hiervan in kennis gesteld worden door volgende stukken over te maken: het evaluatieverslag door de stagemeester-coördinator (na het derde jaar) het evaluatieverslag door de praktijkopleider(s) na het derde jaar het volledig ingevulde stageboek een attest van definitieve inschrijving bij de Orde van Geneesheren De FOD Volksgezondheid stuurt hierop het invulformulier “Aanvraag tot erkend huisarts”. Bij gunstige beslissing van de Erkenningscommissie, wordt het RIZIV hiervan automatisch in kennis gesteld. Pas nadat het RIZIV een bevestiging geeft, mag u met het nieuwe RIZIV-nummer werken. Adres: Federale overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu: Eurostation II - Victor Hortaplein 40, bus 10, 1060 Brussel. Tel. : 02/524.71.11 - E-mail : info@health.fgov.be Erkenning als huisarts en de bijzondere beroepstitel van huisarts behouden Om de erkenning als huisarts en de bijzondere beroepstitel van huisarts te behouden oefent u de huisartsgeneeskunde uit conform de volgende criteria: U kan de huisartsgeneeskunde voltijds of deeltijds uitoefenen. In het laatste geval dient u dit te doen in het kader van een samenwerkingsakkoord met andere huisartsen dat continue hulpverlening waarborgt. U moet over een kabinet beschikken dat is uitgerust om alle aspecten van de huisartsgeneeskunde uit te oefenen. U moet dossiers over uw patiënten aanleggen en bijhouden. U moet deelnemen aan de officiële wachtdienst. Uw praktijk moet beantwoorden aan de erkenningscriteria van zodra die zijn vastgelegd door de wetgever. 5


U moet uw kennis, vakbekwaamheid en medische prestatie regelmatig evalueren, onderhouden en ontwikkelen zodat de toediening van de gezondheidszorgen overeenstemt met de actuele gegevens van de wetenschap. U moet bekwaam blijven in de belangrijke aspecten van het vakgebied, zoals de menselijke en sociale aspecten van de huisartsgeneeskunde, en in de algemene aspecten van de pathologie en de therapie, eigen aan elke leeftijdsgroep. U moet bekwaam blijven inzake de langdurige behandelingen van chronische aandoeningen, inzake spoedgevallen en de behandeling ervan, alsook inzake de epidemiologie, preventie, profylaxe en gezondheidsopvoeding. U moet bekwaam blijven inzake de organisatie van de huisartsenpraktijk en de samenwerking met de beroepen in de gezondheidssector. U moet op de hoogte zijn van de sociale, wettelijke, deontologische en financiĂŤle aspecten van de medische activiteit. Ministerieel besluit van 3 mei 1999, art 1.

1.2.

Accreditatie van huisartsen Accreditering is te beschouwen als een kwaliteitslabel dat u als arts verkrijgt wanneer u zich regelmatig bijschoolt en uw praktijk voert volgens bepaalde kwaliteitsnormen, waaronder het oordeelkundig en maatschappelijk verantwoord gebruiken van geneeskundige middelen. Er is een financiĂŤle beloning voor de accreditering. Als erkende dokter in de huisartsgeneeskunde wordt verondersteld dat u zich gedurende heel uw loopbaan bijschoolt door deel te nemen aan praktische en wetenschappelijke activiteiten zoals onderwijsopdrachten, het regelmatig bijwonen van wetenschappelijke vergaderingen of cursussen van permanente opleiding, samenwerkingen met andere artsen in de algemene geneeskunde, gespecialiseerde artsen en andere deskundigen, ... Pas erkende huisartsen worden voorlopig geaccrediteerd voor 1 jaar indien zij hiervoor met een gewone brief binnen de drie maanden na de erkenning door het Ministerie van Volksgezondheid, een aanvraag indienen bij het RIZIV. In de brief moeten volgende gegevens vermeld worden:

6


Het nummer van het LOK (Lokale Kwaliteitsgroep) Het bankrekeningnummer waarop het forfaitair bedrag kan gestort worden Wanneer de accreditering gelijktijdig met de erkenning aangevraagd wordt, begint deze te lopen op de eerste dag van de maand die volgt op die waarin het RIZIV kennisgenomen heeft van de beslissing van de FOD Volksgezondheid. Bij een latere aanvraag vangt ze aan op de eerste dag van de maand die volgt op de ontvangst van de aanvraag. Om dit alles in goede banen te leiden werd de Accrediteringsstuurgroep (AS) opgericht. Als huisarts kan u een aanvraag tot accreditering indienen bij de AS voor een periode van drie jaar indien u voldoet aan alle volgende vereisten: 200 navormingseenheden (N.E.) verwerven per jaar (met minstens 30 N.E. in de rubriek ethiek en economie). Minstens twee maal per jaar deelnemen aan uw LOK (10 N.E. per uur deelneming met een maximum van 20 N.E. per vergadering en een maximum van 80 N.E. per jaar). Een medisch dossier per patiĂŤnt bijhouden en alle gegevens uitwisselen met elke andere arts die door de patiĂŤnt wordt geraadpleegd en/of die hem verzorgt. Een hoofdactiviteit als huisarts uitoefenen en de effectieve continuĂŻteit van de verzorging verzekeren. Tijdens het voorgaande kalenderjaar een activiteitsdrempel van ten minste gemiddeld 5 contacten per werkdag (raadplegingen en bezoeken) bereiken (behalve voor de jonge artsen tijdens de eerste drie praktijkjaren). Geen herhaalde opmerkingen krijgen van de commissie voor de evaluatie van de medische profielen. Deze opmerkingen hebben betrekking op het voorschrijven en uitvoeren van diagnostische en therapeutische verstrekkingen volgens de door de commissie vastgestelde criteria. Meewerken aan initiatieven die worden georganiseerd door andere artsen voor het evalueren van de kwaliteit van de verstrekte zorg. Een verlenging van deze accreditering kan worden bekomen indien voldaan is aan alle gestelde voorwaarden die zijn vereist voor de gevestigde artsen: aan de voorwaarden voldoen die gelden voor de eerste accreditering. 600 N.E. verworven hebben die billijk gespreid zijn over de drie jaren. 7


Als huisarts ontvangt u een navormingsvergoeding voor accreditering. 1.3.

Conventionering Zorgverleners van wie de diensten vallen onder de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen (= terugbetaling binnen de verplichte ziekteverzekering) kunnen ervoor kiezen zich al dan niet te conventioneren. Er zijn 3 situaties mogelijk: Volledig geconventioneerde zorgverlener: de zorgverlener aanvaardt het akkoord met de ziekenfondsen en rekent steeds de officiële tarieven aan. Gedeeltelijk geconventioneerde zorgverlener: de zorgverlener aanvaardt het akkoord met de ziekenfondsen, maar rekent enkel op bepaalde plaatsen of tijdstippen het officiële tarief aan. Niet-geconventioneerde zorgverlener: de zorgverlener aanvaardt het akkoord met de ziekenfondsen niet en bepaalt vrij het honorarium. Zorgverleners zijn niet verplicht zich te conventioneren. U moet uw patiënten echter wel informeren over uw keuze en de gegevens hierover zichtbaar in de wachtkamer bevestigen. De absolute terugbetaling bij een geconventioneerde zorgverlener is gelijk ten opzichte van een niet-geconventioneerde zorgverlener. Het bijkomend honorarium dat de niet-geconventioneerde arts extra aanrekent wordt echter niet terugbetaald door de ziekteverzekering en valt aldus volledig ten laste van de patiënt. Interessante links: www.ordomedic.be www.riziv.be www.vlaamsartsensyndicaat.be/startende_artsen.html

1.4.

Erkenning als Geneesheer – Specialist. Erkenningscommissies - Geneesheren-specialisten Voor elke bijzondere beroepstitel die vermeld staat in het KB van 25 november 1991 bestaat er een bevoegde erkenningscommissie.

8


Samenstelling : De commissie bestaat uit een Nederlandstalige en een Franstalige kamer. De leden worden door de Minister benoemd voor een hernieuwbare termijn van 6 jaar. Elke kamer heeft een voorzitter en een ondervoorzitter. Een ambtenaar aangesteld door de Minister neemt de functie van secretaris op zich. Taken : Een advies verstrekken over het stageplan dat de kandidaat heeft ingediend. Controleren of het stageplan wordt uitgevoerd, en dit overeenkomstig de geldende criteria. De Minister advies verstrekken over de erkenningsaanvragen. Op verzoek van de Hoge Raad een met redenen omkleed advies uitbrengen over de criteria die eigen zijn aan elke discipline. Op verzoek van de Hoge Raad een met redenen omkleed advies uitbrengen over de waarde van de stagemeesters en stagediensten. Hoe de FOD bereiken? Federale overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Victor Hortaplein, 40 bus 10 1060 Brussel Contact Center: +32 (0)2 524.97.97

9


2

Keuze ondernemingsvorm: vennootschap of eenmanszaak? Alvorens te kunnen starten als zelfstandige, moet u een beslissing nemen over de ondernemingsvorm. Start u met een eenmanszaak? Of met een vennootschap? Welke vennootschapsvorm is voor u het meest geschikt? Hoewel de meeste beginnende zelfstandigen bij de opstart kiezen voor een eenmanszaak (en eventueel pas later een vennootschap oprichten), kan u ook onmiddellijk opteren voor een vennootschap. Beide ondernemingsvormen hebben voor- en nadelen. De juiste keuze maken is belangrijk omdat de beleidsvoering, boekhouding, belastingstelsel en aansprakelijkheid immers grondig verschillen naargelang de gekozen ondernemingsvorm. Daarom wordt nu eerst een overzicht gegeven van de voor- en nadelen van beide ondernemingsvormen en aanvullend worden de formaliteiten en kosten die gepaard gaan met de oprichting toegelicht. Tot slot worden de diverse vennootschapsvormen besproken.

2.1.

De eenmanszaak De eenmanszaak is een onderneming die wordt gevoerd door een natuurlijk persoon. Het belangrijkste verschil met een vennootschap is dat de goederen van de eenmanszaak geen afgescheiden deel vormen van het eigen vermogen van de ondernemer, waardoor deze steeds met zijn volledige eigen vermogen instaat voor de eventuele schulden van de vennootschap. Het vermogen van de zaak is dan wel een geheel van productiemiddelen, maar het blijft samen met het privĂŠ-vermogen onderdeel vormen van het gehele vermogen. Dit gehele vermogen staat bij de eenmanszaak als geheel in voor alle mogelijke schulden! Voordelen De eenmanszaak heeft onmiskenbaar een aantal voordelen: Lage oprichtingskosten Doordat de eenmanszaak relatief eenvoudig opgericht kan worden, zijn hieraan weinig kosten verbonden. De oprichting gebeurt door een erkend ondernemingsloket en kost 81,5 euro + 81,5 euro per bijkomende vestigingseenheid. De eerste inschrijving voor niet-handelsondernemingen (zoals een medische praktijk) is gratis, ongeacht het aantal vestigingseenheden. 10


Weinig boekhoudkundige en administratieve verplichtingen In tegenstelling tot een vennootschap dient de eenmanszaak geen jaarrekening neer te leggen en mag zij ook een vereenvoudigde boekhouding voeren indien de omzet van het laatste jaar in principe ten hoogste 500.000 EUR, exclusief BTW bedroeg. Vlotte besluitvorming Daar waar in een vennootschap de beslissingen worden genomen binnen de algemene vergadering of door overleg in het bestuursorgaan, volstaat binnen de eenmanszaak de beslissing van de ondernemer. Nadelen Een eenmanszaak heeft ook nadelen: Onbeperkte aansprakelijkheid van de ondernemer De ondernemer blijft met zijn ganse vermogen aansprakelijk voor de schulden van zijn onderneming. Schuldeisers kunnen bijgevolg ook beslag leggen op de bestanddelen van het vermogen die niet beroepsmatig gebruikt worden. Beperkte optimalisatiemogelijkheden op het vlak van fiscaliteit en sociale zekerheidsbijdragen De ondernemer die kiest voor een eenmanszaak wordt belast in de personenbelasting. De tarieven die worden toegepast stijgen naarmate het inkomen stijgt. De hoogste tarieven in de personenbelasting liggen hoger dan het tarief in de vennootschapsbelasting. Beperkte mogelijkheden inzake opvolgings– en overnameregeling Daar waar de onderneming in een vennootschap een apart geheel vormt, vormt de eenmanszaak slechts een onderdeel van het gehele vermogen van de ondernemer en zal dit bij overlijden de gewone regels van vererving ondergaan, wat doorgaans zorgt voor een verdeling van het totale vermogen en dus ook van de eenmanszaak.

11


Oprichtingsformaliteiten In principe kan iedere natuurlijke persoon een eenmanszaak oprichten. Hiervoor moet een handelsnaam gekozen worden, zijnde een naam waarmee de onderneming in het openbaar bekend is, en moet een zakelijke rekening geopend worden bij een Belgische kredietinstelling. Na het openen van de rekening moet de ondernemer via een erkend ondernemingsloket een ondernemingsnummer aanvragen. Dit ondernemingsnummer is een uniek identificatienummer voor de onderneming, dat steeds op alle stukken uitgaande van de onderneming moet vermeld worden. Na aanvraag van het ondernemingsnummer moet eventueel het BTW-nummer geactiveerd worden (cfr. verder).

2.2.

De vennootschap De vennootschap is een andere vorm die een praktijk kan aannemen. Een vennootschap wordt opgericht door middel van een contract tussen de oprichters waarbij één of meerdere personen goederen of een bedrijvigheid bijeenbrengen om beroepsactiviteiten te ontwikkelen en zo winst te maken. Voordelen Een vennootschap als ondernemingsvorm brengt een aantal voordelen met zich mee: Continuïteit van de onderneming / successieplanning Bij overlijden worden enkel de aandelen van de vennootschap vererfd terwijl de werking en het voortbestaan van de vennootschap niet in het gedrang worden gebracht. Bij leven laat het bestaan van aandelen gemakkelijker de overdracht van de onderneming toe. Beperkte aansprakelijkheid / aparte rechtspersoonlijkheid Door toetreding tot bepaalde types van vennootschappen (NV, BVBA, CVBA, Comm. VA) kunnen de oprichters hun aansprakelijkheid beperken tot beloop van het gedeelte van hun vermogen dat zij in de vennootschap hebben ingebracht. Dit voordeel moet evenwel gezien de vele correcties (bankwaarborg, gerechtelijke doorbraak bij faillissement, …) gerelativeerd worden. 12


Fiscale motieven De winsten van de vennootschap zijn onderworpen aan de vennootschapsbelasting. De maximale tarieven in de vennootschapsbelasting liggen lager dan in de personenbelasting: het normale tarief bedraagt 33,99 % onder bepaalde voorwaarden (o.a. het betalen van een bruto bezoldiging van ten minste 36.000 EUR (aanslagjaar 2013) aan een bestuurder of zaakvoerder. In de personenbelasting kan dit tot 50% gaan!) kan de vennootschap van het verlaagd tarief genieten, met name 24,98 % op de schijf van 0 tot 25.000 EUR, 31,93 % op de schijf van 25.000 tot 90.000 EUR en 35,54 % op de schijf van 90.000 tot 322.500 EUR. De bezoldiging die de ondernemer als bestuurder of zaakvoerder ontvangt, is onderworpen aan de personenbelasting. Doordat de vennootschap zelf kan bepalen hoeveel ze uitkeert aan haar mandataris en op welke wijze ze dit doet, kan er wel voor gezorgd worden dat er op individuele basis gekozen wordt voor de beste samenstelling van het verloningspakket, rekening houdende met de bestaande wetgeving op het vlak van fiscaliteit en sociale zekerheidsbijdragen. Sociale motieven Een vennootschap betaalt een vaste jaarlijkse sociale bijdrage die wordt bepaald door de grootte van de vennootschap (naargelang het balanstotaal): 347,50 EUR 868 EUR Een natuurlijke persoon (zelfstandige) betaalt aan sociale bijdrage een evenredig percentage op zijn netto-inkomen (zie hoofdstuk 6: sociaal statuut en sociale bijdragen). Organisatorische redenen

13

De meest voorkomende vennootschapsvormen zijn verplicht een boekhouding te voeren overeenkomstig de wet op de jaarrekening (dubbel boekhouden, rekeningenstelsel) en moet haar jaarrekening (volledig of verkort) ter publicatie aanbieden.


Een eenmanszaak mag een vereenvoudigde boekhouding (drie dagboeken: inkomen, verkopen en financieel boek) voeren als de omzet van het laatste jaar in principe ten hoogste 500.000 EUR (excl. BTW) bedraagt. Een vereenvoudigde boekhouding heeft als voordeel de beperkte kostprijs, maar als nadeel dat het minder duidelijk en overzichtelijk is, hetgeen risico’s met zich meebrengt ten aanzien van de directe belastingen: een vereenvoudigde boekhouding kan sneller verworpen worden zodat een taxatie bij vergelijking mogelijk is. Nadelen Scheiding vennootschapsvermogen - privévermogen Waar een afgescheiden vermogen een voordeel is op het vlak van de schulden, is het een nadeel op het vlak van de inkomsten. De inkomsten zijn namelijk eigendom van de vennootschap en niet van de privépersoon achter de vennootschap. Op de overdracht van de inkomsten van de vennootschap naar het vermogen van de privé-persoon zal vaak een of andere vorm van belasting moeten betaald worden. Een evenwichtige samenstelling van diverse vergoedingen zorgt ervoor dat de inkomsten zo optimaal mogelijk kunnen overgedragen worden naar het privévermogen. Gespecialiseerde boekhoudkantoren kunnen helpen om de juiste samenstelling te vinden. Meer formaliteiten Er moeten algemene vergaderingen en bestuursvergaderingen gehouden worden, er moeten publicaties gebeuren in het Belgisch Staatsblad, de jaarrekening moet worden neergelegd, enz. Kortom: het runnen van een vennootschap vraagt meer discipline en administratie. Meer kosten Er zijn meer oprichtings-, werkings- en advieskosten verbonden aan een vennootschap.

14


2.3.

Vennootschapsvormen “Vennootschap� is een algemene term die een aantal verschillende vormen groepeert. Een aantal vennootschappen heeft geen rechtspersoonlijkheid. Dit betekent dat de samenwerking tussen de oprichters of vennoten wel een juridische vorm heeft, maar de mogelijkheden van de rechtspersoonlijkheid, zoals hierboven omschreven ontbreken. Deze vennootschapsvormen laten we hier verder buiten beschouwing. De vennootschappen die wel rechtspersoonlijkheid hebben, kunnen we onderverdelen in 2 grote groepen, namelijk de vennootschappen met volkomen rechtspersoonlijkheid (bijvoorbeeld de NV, BVBA of CVBA) waar alle vennoten beperkt aansprakelijk zijn voor de schulden van de vennootschap en de vennootschappen met onvolkomen rechtspersoonlijkheid (bijvoorbeeld VOF en Comm. V) waar de vennoten onbeperkt aansprakelijk zijn voor de schulden van de vennootschap. De belangrijkste vennootschapsvormen, die voor artsen deontologisch mogelijk zijn, worden hieronder kort besproken.

15


De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (BVBA) De BVBA is zeer populair als familievennootschap en is de meest gekende vennootschap. Ten eerste omdat een BVBA zeer gesloten kan gehouden worden (beperking overdracht aandelen) en ten tweede omdat deze de enige vennootschap is die geldig kan opgericht worden door 1 natuurlijk persoon (= EBVBA). De belangrijkste kenmerken van de BVBA zijn: kan ook door 1 persoon worden opgericht beperkte aansprakelijkheid voor alle vennoten notariĂŤle oprichtingsakte nodig minimumkapitaal 18.550 EUR, waarvan 6.200 EUR te volstorten (12.400 EUR te volstorten voor de EBVBA) beperkte overdraagbaarheid van aandelen redelijk veel formaliteiten aandelen zijn enkel op naam verplichte neerlegging van jaarrekening De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid starter (S-BVBA) Deze nieuwe variant van de BVBA werd recent ingevoerd. Een S-BVBA kan worden opgericht met een kapitaal van minimum 1 EUR. Wel moet zij ten laatste 5 jaar na de oprichting haar geplaatst kapitaal op 18.550 EUR brengen. Het financieel plan, dat de oprichter voorafgaandelijk aan de oprichting moet opmaken, moet bovendien opgemaakt worden met bijstand van een erkende boekhouder of accountant. Eenmaal de S-BVBA haar geplaatst kapitaal op 18.550 EUR heeft gebracht, verliest zij haar bijzondere hoedanigheid en gaat ze als een gewone BVBA door het leven.

16


In geval van een faillissement binnen de 3 jaar na de oprichting zijn de oprichters van de S-BVBA aansprakelijk voor de verbintenissen van de vennootschap als blijkt dat het eigen vermogen en de ondergeschikte middelen (vb. een achtergestelde lening) bij de oprichting kennelijk ontoereikend waren voor de normale uitoefening van de bedrijvigheid gedurende 2 jaar. Dit geldt eveneens voor de oprichters van de gewone BVBA! De belangrijkste kenmerken zijn: kan door 1 of meer natuurlijke personen opgericht worden, die niet meer dan 5% van de aandelen in een andere vennootschap hebben beperkte aansprakelijkheid van alle vennoten notariële oprichtingsakte nodig minimumkapitaal 1 EUR vennootschap om te vormen naar een ‘gewone’ BVBA binnen de 5 jaar of vanaf het ogenblik dat 5 voltijdse werknemers tewerkgesteld zijn beperkte overdraagbaarheid van de aandelen redelijk veel formaliteiten verplichte neerlegging van jaarrekening De coöperatieve vennootschap (CV) Een CV is vooral aangewezen indien het aantal vennoten sterk kan fluctueren en waarbij een soepele uittreding en toetreding van vennoten wenselijk is. Er zijn twee soorten coöperatieve vennootschappen: CV met beperkte aansprakelijkheid (CVBA) CV met onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid (CVOA) Belangrijkste gezamenlijke kenmerken CVBA en CVOA: ten minste 3 vennoten veranderlijk aantal vennoten variabel en vast gedeelte van het kapitaal 17

beperkte overdraagbaarheid van de aandelen


de aandelen van de coöperatieve vennootschap zijn op naam mogelijkheid tot vlotte toetreding en uittreding Belangrijkste specifieke kenmerken CVBA: notariële oprichtingsakte nodig beperkte aansprakelijkheid voor alle vennoten vast gedeelte van kapitaal min. 18.550 EUR, waarvan 6.200 EUR onmiddellijk te volstorten redelijk veel formaliteiten verplichte neerlegging jaarrekening Belangrijkste kenmerken CVOA: geen notariële akte nodig (tenzij er een inbreng gebeurt van een onroerend goed) onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid voor alle vennoten geen minimumbedrag voor het maatschappelijk kapitaal weinig formaliteiten in principe geen verplichting tot het neerleggen van een jaarrekening De vennootschap onder firma (VOF) De vennootschap onder firma is de eenvoudigste vennootschapsvorm. Het is een zuivere personenvennootschap. Dit betekent in principe dat de vennootschap ontbonden wordt door het overlijden van een vennoot en dat de vennoten hun aandeel niet kunnen verkopen of schenken zonder akkoord van de medevennoot. Alle beslissingen moeten met éénparigheid genomen worden. De VOF kan opgericht worden via een onderhandse akte. Er is slechts een minimum aan formele regels en er hoeft geen notaris ingeschakeld te worden. De inbreng van de vennoten kan bestaan in arbeid. De aandelen zijn niet overdraagbaar aan derden zodat het familiaal karakter gewaarborgd blijft. Alle vennoten zijn wel hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk voor de schulden van de VOF

18


Belangrijkste kenmerken: ten minste 2 vennoten onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid voor alle vennoten geen notariĂŤle akte nodig voor oprichting (tenzij inbreng van onroerende goederen) geen minimumkapitaal beperkte overdraagbaarheid aandelen tussen vennoten en derden weinig formaliteiten

19


2.4.

Financieel plan Richt u een vennootschap op, dan bent u bij de oprichting verplicht een financieel plan voor te leggen aan de notaris. Dit plan bevat een overzicht van de verwachtte inkomsten en uitgaven, van de aanwezige financiële middelen en van de investeringen die nodig zijn. U licht er ook uw strategie in toe en u maakt duidelijk hoe die strategie uw onderneming financieel gezond zal houden. Als u zelf geen specialist bent in de financiële aspecten van het ondernemen, doet u hiervoor best een beroep op een boekhouder of accountant. Belangrijk: Al is het niet verplicht, ook als u een eenmanszaak opricht is het interessant om vooraf een financieel plan op te stellen. Het biedt u de kans om gestructureerd na te denken over de financiële haalbaarheid van uw project. Bovendien is uw financieel plan een belangrijk instrument wanneer u bij uw bank aanklopt voor financiële steun.

2.5.

Deontologie Artsen kunnen overgaan tot de oprichting van een professionele vennootschap met of zonder rechtspersoonlijkheid. Voor de oprichting van deze vennootschap dient men vanzelfsprekend wel de bepalingen van de Code van geneeskundige plichtenleer na te leven (meer bepaald artikel 161 voor vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid en artikelen 162 en 163 voor vennootschappen met rechtspersoonlijkheid, waaronder de eenpersoonsvennootschap). De provinciale raad dient voorafgaandelijk aan de oprichting goedkeuring te verlenen aan de ontwerpstatuten en andere documenten die n.a.v. de oprichting opgesteld werden. Ook in het kader van samenwerking tussen artsen kan er geopteerd worden voor vennootschapsvormen. Ook hier dient de Code van geneeskundige plichtenleer (artikel 159 e.v.) nageleefd te worden en dient de provinciale raad op voorhand haar goedkeuring te verlenen.

20


3

Personenbelasting In wat volgt willen wij u een duidelijke en eenvoudige uitleg geven over de relevante aspecten van de personenbelasting die u als ‘starter’ moet kennen.

3.1.

Samenstelling van het belastbaar inkomen Een belangrijk principe in de inkomstenbelasting is dat een inwoner van België belastbaar is op zijn wereldwijd inkomen. Dit zijn de belastbare inkomsten die zowel in België als in het buitenland verkregen worden. Dit fiscaal principe heeft tot gevolg dat u uw wereldwijd inkomen moet aangeven in uw jaarlijkse belastingaangifte. Er zijn vier categorieën van belastbare inkomsten: onroerende inkomsten roerende inkomsten beroepsinkomsten diverse inkomsten Alvorens verder in te gaan op de belastbare beroepsinkomsten en de aftrekbare beroepskosten, geven we eerst een korte toelichting over de samenstelling van uw totaal belastbaar netto-inkomen. Onroerende inkomsten De categorie van de onroerende inkomsten bevat ondermeer uw tweede verblijf en de werkelijk ontvangen huurgelden indien u een gebouw verhuurt aan een persoon die het gehuurde goed beroepsmatig gebruikt. Het kadastraal inkomen van de gezinswoning (de woning waar u werkelijk verblijft en in principe ingeschreven bent in het bevolkingsregister) moet u in principe niet aangeven in uw jaarlijkse belastingaangifte en is dus vrijgesteld van de personenbelasting. Let wel, de onroerende voorheffing op uw gezinswoning blijft verschuldigd, dit is immers een belasting van het Gewest. Roerende inkomsten De categorie van de roerende inkomsten bevat o.m. interesten en dividenden. Let wel, de interesten op uw spaarboekje zijn vrijgesteld ten belope van 1.880 EUR/jaar (aanslagjaar 2014) (of 3.760 EUR/ jaar indien het een gemeenschappelijke rekening is). Indien u meer interesten ontvangt dan zal de bank een roerende voorheffing van 15% inhouden.

21


Doordat deze voorheffing bevrijdend werkt bent u niet verplicht om dit inkomen aan te geven in uw jaarlijkse belastingaangifte. Opgelet! Indien u een rekening beroepsmatig gebruikt bestaat het risico dat de fiscus de interesten kwalificeert als belastbare beroepsinkomsten. De roerende voorheffing is dan niet bevrijdend en u bent verplicht de interesten aan te geven als een belastbaar beroepsinkomen. Tip: Maak een strikte scheiding tussen uw privé- en beroepsrekeningen! Zo vermijdt u dat uw privé-interesten geherkwalificeerd worden naar belastbare beroepsinkomsten en dat de fiscus een inzagerecht heeft in uw privérekeningen. Diverse inkomsten Diverse inkomsten zijn inkomsten die geen beroepsmatig karakter hebben. Voorbeelden van diverse inkomsten zijn: Speculatieve verrichtingen op de beursmarkt Gerealiseerde meerwaarden op privé gronden en gebouwen indien ze aan- en verkocht zijn binnen een korte termijn (5 of 8 jaar) Gerealiseerde meerwaarden op privé gronden en gebouwen indien ze een speculatief karakter hebben Beroepsinkomsten De beroepsinkomsten worden hieronder besproken in punt 3.2. Binnen elk van de bovenvermelde categorieën van belastbare inkomsten kan u bepaalde kosten aftrekken. Zo bekomt u binnen elke categorie het belastbaar netto-inkomen, namelijk het netto onroerend, roerend, beroeps- of divers inkomen. Het totaal van deze nettoinkomsten is het totaal netto-inkomen.

22


Wordt het totaal belastbaar netto-inkomen belast? Neen. ‘Belastbaar’ betekent niet dat het ook effectief ‘belast’ wordt. De belastingen worden dus niet altijd berekend op uw totaal nettoinkomen. In voorkomend geval kan dit inkomen eerst nog verminderd worden met een aantal limitatief opgesomde ‘aftrekbare uitgaven’ die u werkelijk heeft gedaan. De aftrekbare uitgaven zijn: kosten van een hypothecaire lening die u na 01.01.2005 heeft afgesloten voor het kopen of bouwen van uw enige en eigen woning regelmatig betaalde onderhoudsgelden aan uw niet-inwonende ex-echtgenote of kinderen. Nadat u de aftrekbare uitgaven heeft afgetrokken van uw totaal netto-inkomen verkrijgt u het gezamenlijk belastbaar inkomen. Dit gezamenlijk belastbaar inkomen wordt belast aan de zogenaamde progressieve belastingtarieven, d.w.z. hoe meer uw verdient hoe zwaarder u belast wordt. De belastingtarieven voor inkomstenjaar 2013 (aj. 2014) zijn als volgt: TARIEVEN PERSONENBELASTING INKOMSTENJAAR 201 3 Inkomensschijf

Tarief

0.01 EUR - 8.5 90 EUR

25%

8.590 EUR - 1 2.220 EUR

30%

12.220 EUR - 20.370 EUR

40%

20.370 EUR - 37.330 EUR

45%

Boven 37.330 EUR

50%

Voorbeeld: Ann is een alleenstaande en heeft geen kinderen ten laste. Zij heeft in 2013 een gezamenlijk belastbaar inkomen van 35.000 EUR.

23

8.590 x 25 % 3.630 x 30% 8.510 x 40 % 14.270 x 45 %

= = = =

2.147,50 EUR 1.089,00 EUR 3.404,00 EUR 6.624,00 EUR

Basisbelasting

=

13.264,50 EUR


De basisbelasting op het gezamenlijk belastbaar inkomen is in dit geval 13.264,50 EUR. Deze basisbelasting is niet geheel verschuldigd. U kan immers nog genieten van een aantal belastingverminderingen. Welke belastingverminderingen? Er zijn meerdere soorten belastingverminderingen. We beperken ons tot de meest voorkomende vorm. Belastingvrije som Iedere belastingplichtige wordt niet belast op de eerste schijf van inkomsten ten belope van 6.990 EUR. Onder bepaalde voorwaarden kan deze vrijstelling oplopen tot 7.270 EUR indien de belastingplichtige een gezamenlijk belastbaar inkomen heeft van minder dan 25.990 EUR. De eerste 6.990 EUR die u verdient is dus fiscaal vrijgesteld. Gelet op het feit dat de eerste schijf van inkomsten belastbaar is aan 25% (zie belastingtarieven), betekent dit dat u 25% bespaart op 6.990 EUR. Voorbeeld: Ann heeft een basisbelasting van 13.264,50 EUR. Dankzij de belastingvrije som van 6.990 EUR moet zij hierop geen belastingen betalen. M.a.w. 6.990 EUR x 25% = 1.747,50 EUR zal via de belastingvermindering voor de belastingvrije som worden afgetrokken van de basisbelasting (d.i. 13.264,50 EUR min 1.747,50 EUR = 11.517 EUR). Naast bovenvermelde basisbelastingvrije som kan u genieten van een verhoging van uw belastingvrije som indien u ĂŠĂŠn of meerdere kinderen ten laste heeft. De verhogingen zijn als volgt voor inkomstenjaar 2013: Kinderen ten laste

Verhoging belastingvrije som

1

1.490 EUR

2

3.820 EUR

3

8.570 EUR

4

13.860 EUR

meer dan 4

13.860 EUR + 5.290 EUR per kind boven het 4de

24


Voor ieder kind jonger dat jonger is dan 3 jaar op 1 januari 2014 is er een bijkomende verhoging van 550 EUR. Maar let op, indien u deze verhoging op uw basisbelastingvrije som wilt genieten dan zal u uw eventuele kinderopvangkosten fiscaal niet mogen aftrekken via de aftrekbare uitgaven. 3.2.

Samenstelling van het belastbaar inkomen Het beroepsinkomen is het inkomen (exclusief BTW) dat u verkrijgt verminderd met de kostprijs van de verkochte goederen of geleverde diensten. Dit beroepsinkomen is ‘belastbaar’, maar wordt niet effectief ‘belast’ aangezien u hiervan nog de sociale bijdragen en beroepskosten kunt aftrekken (zie verder). Belangrijk: Bij de beroepsinkomsten maken we een belangrijk onderscheid tussen winsten en baten. De belastbare winsten zijn alle inkomsten (exclusief BTW) die u verkrijgt uit een nijverheids-, ambachts-, handels- of landbouwbedrijf. De belastbare baten zijn alle inkomsten (exclusief BTW) die u verkrijgt uit de uitoefening van een vrij beroep. Het onderscheid is belangrijk omdat het tijdstip waarop die beroepsinkomsten belastbaar zijn verschillend is. Winsten zijn in de regel belastbaar op het ogenblik dat u een zekere en vaststaande vordering heeft tegenover een klant of schuldenaar ongeacht het ogenblik van de effectieve betaling. Daarentegen zijn de baten in de regel belastbaar op het ogenblik dat u de inkomsten effectief ontvangt. Het onderscheid tussen winsten en baten is ook belangrijk met betrekking tot de aftrekbare beroepskosten. Indien u belastbare winsten geniet dan zal u uitsluitend uw werkelijk en bewezen beroepskosten kunnen aftrekken. Indien u belastbare baten geniet dan zal u de keuze hebben tussen de aftrek van de werkelijke beroepskosten en de forfaitaire beroepskosten. Aftrek sociale bijdragen De sociale bijdragen die u in de loop van het jaar heeft betaald kan u aftrekken van uw belastbare beroepsinkomsten. De sociale bijdragen zijn aftrekbaar, maar ze worden niet beschouwd als zijnde aftrekbare beroepskosten.

25


Dit is voordelig omdat u na de aftrek van de sociale bijdragen nog steeds de keuze hebt tussen de aftrek van de werkelijke of de forfaitaire beroepskosten om uw belastbaar beroepsinkomen verder te verminderen. Aftrekbare beroepskosten Beroepskosten zijn uitgaven die u maakt om belastbare beroepsinkomsten te verkrijgen of te behouden. Een uitgave of een kost is dus slechts een beroepskost indien u een oorzakelijk verband kan aantonen met uw beroepsactiviteit. PrivĂŠ uitgaven zoals een reis of de aankoop van een kunstwerk hebben in principe geen verband met uw beroepsactiviteit en zijn dus geen aftrekbare beroepskosten. Indien u een vrij beroep uitoefent en dus baten geniet, dan heeft u, net zoals een werknemer, de keuze tussen de aftrek van de werkelijke beroepskosten of de forfaitaire beroepskosten. Forfaitaire beroepskosten De forfaitaire kostenaftrek wordt als volgt bepaald: Bruto-inkomen (inkomstenjaar 2013)

Kostenaftrek ?

tot 5.650 EUR

28,7% max. 1.621,55 EUR

5.650 EUR tot 11.220 EUR

10% max. 557 EUR

11.220 EUR tot 18. 670 EUR

5% max. 372,50 EUR

18.670 EUR tot 63.635 EUR

3% max. 1.348,95 EUR

Maximum 3.900 EUR

De maximale forfaitaire kostenaftrek is 3.900 EUR/jaar. Belangrijk: Het voordeel van de forfaitaire kostenaftrek is dat u geen bewijzen en andere verantwoordingsstukken moet bijhouden. U heeft recht op deze forfaitaire kostenaftrek zelfs al zou u geen werkelijke kosten gemaakt hebben. Het nadeel van de forfaitaire kostenaftrek is dat het vrij laag is. Als zelfstandige doet u meestal uitgaven die hoger zijn dan het fiscaal forfait. Bijgevolg is het meestal aangeraden dat u alle bewijsstukken van uw uitgaven bijhoudt zodat u kan kiezen voor de hogere werkelijke kostenaftrek. 26


Werkelijke beroepskosten De werkelijke beroepskosten zijn lasten of uitgaven die verband houden met uw beroepsactiviteit. Zij moeten tijdens het jaar worden gedaan of gedragen met het oog op het verkrijgen of behouden van belastbare beroepsinkomsten. Deze kosten zijn fiscaal aftrekbaar op voorwaarde dat u de echtheid ervan kunt bewijzen. Dit betekent dat u voor iedere kost verantwoordingsstukken moet bewaren (bijv. factuur, ticket, enz.). Voor bepaalde kleine uitgaven is het soms moeilijk om alle verantwoordingsstukken of bewijsdocumenten bij te houden (bv. aankoop van papier, stylo’s etc.). Voor dergelijke uitgaven aanvaardt de fiscus dat u de werkelijke kostprijs op een redelijk bedrag raamt. Bepaalde uitgaven kunnen geen aftrekbare beroepskosten zijn omdat ze door de wet worden uitgesloten. Zo worden bepaalde belastingen uitgesloten van de aftrek (bijv. de personenbelasting). Let op, bepaalde uitgaven zijn beroepskosten maar de aftrek kan door de belastingadministratie geweigerd worden indien wordt aangetoond dat de uitgave ‘onredelijk’ hoog is. Hierbij denkt men bijvoorbeeld aan de aankoop van een Porsche. Echter, hoge uitgaven zijn niet noodzakelijk ‘onredelijk’. Volgens bepaalde rechters kan de aankoop van een luxewagen volledig verantwoord zijn indien de zelfstandige ondernemer regelmatig vermogende klanten moet bezoeken. Er bestaat geen wettelijk maximumbedrag voor de aftrek van de werkelijke beroepskosten. Indien de aftrekbare beroepskosten hoger zijn dan uw beroepsinkomsten spreekt men van een fiscaal beroepsverlies. Dit verlies kan gecompenseerd worden met uw eventuele beroepsinkomsten uit een andere beroepsactiviteit. Indien dit niet kan dan zal uw beroepsverlies eventueel gecompenseerd worden met de beroepsinkomsten van uw gehuwde partner (of uw wettelijk samenwonende partner) indien u een gemeenschappelijke aangifte indient. Zo niet, dan zal uw beroepsverlies kunnen overgedragen worden naar de volgende jaren en zal u dit overgedragen verlies kunnen compenseren met uw beroepsinkomsten van die jaren. Let op, u kunt in principe geen overdraagbaar beroepsverlies hebben indien u forfaitair belast wordt (zie hoger). 27


Een beroepskost is geen investering Het is belangrijk onderscheid te maken tussen een investering (bv. aankoop van een bureau, een auto, …) en een beroepskost (bv. aankoop van klein kantoormateriaal). Dit onderscheid is belangrijk omdat een investering in het jaar waarin u de investering betaalt niet rechtsreeks in de beroepskosten wordt afgetrokken. Een investering blijft immers voor meerdere jaren dienstig in de onderneming. De investering moet dus eerst in uw boekhouding worden ‘geactiveerd’ onder de vermogensbestanddelen van de onderneming. Deze boeking gebeurt in de regel tegen de aankoopprijs. De aankoopprijs zal vervolgens jaarlijks worden ‘afgeschreven’. De afschrijvingstermijn moet zo goed als mogelijk overeenstemmen met de economische levensduurte van de investering. Zo wordt een auto meestal op ongeveer 5 jaar afgeschreven, een gebouw op 33 jaar, enz. Voorbeeld: U koopt in 2013 een winkelpand voor een waarde van 50.000 EUR. De economische levensduurte van het pand wordt geacht 33 jaar te zijn. Voor het boekjaar 2013 zal u niet 50.000 EUR opnemen in uw aftrekbare beroepskosten maar zal u via de jaarlijkse afschrijvingen 1.515 EUR (d.i. 50.000 EUR x 1/33) aftrekken als beroepskost. Na 33 jaar zal u uw investering van 50.000 EUR volledig hebben afgetrokken via de jaarlijkse afschrijvingskosten. Een beroepskost daarentegen moet niet worden ‘geactiveerd’ in de vermogensbestanddelen van de onderneming, maar mag rechtstreeks opgenomen worden in de aftrekbare beroepskosten. Voorbeelden van aftrekbare beroepskosten Hierna vindt u een korte toelichting met betrekking tot een vijftal aftrekbare beroepskosten. Kosten voor personenwagens: Hier is het van belang u een onderscheid te maken tussen de kosten met betrekking tot de woonwerk verplaatsingen en de andere beroepsmatige verplaatsingen (bv. klantenbezoeken). Verplaatsingen van en naar een vaste werkplaats zijn forfaitair aftrekbaar aan 0,15 EUR per kilometer. 28


De financierings- en mobilofoonkosten mogen bovenop dit forfait afgetrokken worden. Let op, indien de wagen een bedrijfswagen is van uw werkgever of uw eigen vennootschap dan mag deze kostenaftrek nooit meer bedragen dan het belastbaar voordeel van alle aard eventueel verhoogd met uw eigen bijdragen voor de bedrijfswagen. De kosten met betrekking tot de andere beroepsmatige verplaatsingen met een personenauto zijn slechts voor 75% aftrekbaar. De brandstofkosten zijn sinds 1 januari 2010 voor 75% aftrekbaar. De financierings- en mobilofoonkosten blijven voor 100 % aftrekbaar. De aankoopprijs van de wagen mag ook worden afgeschreven. In de regel gebeurt de afschrijving van een personenwagen op vijf jaar. Kosten voor specifieke beroepskledij: Enkel de uitgaven met betrekking tot specifieke beroepskledij zijn aftrekbaar. Kledingstukken die doorgaans in het privĂŠleven wordt gedragen zijn dus niet aftrekbaar (bv. een kostuum en das). Onder specifieke beroepskledij moet worden verstaan de werkkledij die opgelegd wordt door een reglementering op de arbeidsbescherming of door een collectieve arbeidsovereenkomst alsmede de bijzonder kledij die bij het uitoefenen van het beroep wordt gedragen, die daaraan is aangepast en die wegens de aard van de beroepswerkzaamheid verplicht, noodzakelijk of gebruikelijk is (bv. de toga van een advocaat en de schort van een verpleegkundige). Afschrijvingskosten op een beroepsgebouw of op een gemengd gebruikte woning: Indien een gebouw of een woning geheel of gedeeltelijk beroepsmatig gebruikt wordt, dan kunnen de kosten geheel of gedeeltelijk opgenomen worden in de aftrekbare beroepskosten. Zo zal u bijvoorbeeld de verzekeringskosten, de water- gas- en elektriciteitskosten, de onroerende voorheffing etc. kunnen aftrekken in verhouding tot het werkelijk beroepsmatig gebruik. De waarde van het gebouw of de woning kan u ook jaarlijks afschrijven. De afschrijvingstermijn is in de regel 33 jaar. Indien u een woning koopt voor 200.000 EUR en u gebruikt de helft van de woning beroepsmatig, dan kan u jaarlijks 3.030 EUR opnemen in de kosten via de afschrijvingen (d.i. 200.000 EUR x 50% x 1/33). Opgelet, de volledige afschrijving van uw woning is in de regel voldoende om de belastingadministratie het recht te geven om de eventuele latere meerwaarde die u realiseert bij de verkoop van de woning of bij de stopzetting van uw beroepsactiviteit te belasten als een beroepsinkomen! 29


VAPZ-premies (cfr. Hoofstuk 7: verzekeringen): Het is algemeen gekend dat het wettelijk pensioen van een zelfstandige ondernemer laag is. Daarom sluiten heel wat zelfstandige ondernemers een vrij aanvullende pensioenverzekering af. De VAPZ-premies die u betaalt, kunt u aftrekken van uw belastbaar beroepsinkomen. Indien u ‘baten’ geniet dan is het niet onbelangrijk om te weten dat de VAPZ-premies worden gelijkgesteld met aftrekbare sociale bijdragen. Ze worden dus niet beschouwd als zijnde aftrekbare beroepskosten. Dit is belangrijk omdat u dan nog steeds kan kiezen tussen de forfaitaire kostenaftrek of de werkelijk kostenaftrek. Verzekering gewaarborgd inkomen (cfr. Hoofdstuk 7: verzekeringen): Wie als loontrekkende ziek wordt of door een ongeval een tijdje werkonbekwaam is, hoeft zich meestal weinig zorgen te maken over het financiële plaatje. Het inkomensverlies wordt hier immers gecompenseerd door een uitkering. Voor zelfstandigen en beoefenaars van vrije beroepen liggen de zaken anders. Wanneer zij werkonbekwaam worden, krijgen ze slechts een bescheiden wettelijke tegemoetkoming. Een verzekering gewaarborgd inkomen zorgt daarom voor een financiële compensatie wanneer u (lange tijd) werkonbekwaam bent door een ongeval of ziekte. Het waarborgt dus een compensatie van uw inkomstenverlies door de storting van een rente. De premies die u betaalt kunt u fiscaal aftrekken via de beroepskosten. Bijgevolg geniet u van een belastingbesparing die kan oplopen tot 50% van de betaalde en afgetrokken premie. 3.3.

Voorafbetalingen belastingen Als zelfstandige betaalt u eigenlijk pas over een tweetal jaar belastingen op uw huidige inkomsten. Dat is de tijd die nodig is voor de aangifte en de berekening. De fiscus rekent u daarvoor een belastingsvermeerdering aan, tenzij u uw belastingen vooraf betaalt, nog tijdens het inkomstenjaar. Hoe vroeger op het jaar u dat doet, hoe meer voordeel u geniet. Belangrijk: Op dit principe bestaat er een uitzondering. Indien u zich voor het eerst vestigt als zelfstandige in hoofdberoep dan bent u gedurende de drie eerste jaren vrijgesteld van een belastingvermeerdering indien u geen of onvoldoende voorafbetalingen doet.

30


Als beginnende zelfstandige in hoofdberoep hoeft u dus geen voorafbetalingen te doen om de vermeerdering te vermijden. Als u toch voorafbetalingen doet dan heeft u eventueel wel recht op een bonificatie. Het eerste (lopende) jaar wordt steeds voor een volledig jaar gerekend. Vanaf het vierde jaar moet u wel voorafbetalingen doen om een vermeerdering van de personenbelasting te voorkomen. Het tarief van de belastingvermeerdering wordt voor elk jaar vastgesteld door de federale Regering. Opgelet, indien u zich voor de eerste keer vestigt als een zelfstandige in bijberoep dan geniet u niet van de 3-jarige vrijstelling. U bent dus vanaf het eerste jaar verplicht om vooraf te betalen om een belastingverhoging te vermijden. De voorafbetalingen moeten gedaan worden uiterlijk : de 10de van de 4de maand de 10de van de 7de maand de 10de van de 10de maand de 20ste van de 12de maand Contactgegevens van de Dienst Voorafbetalingen: North Galaxy Koning Albert II laan 33, bus 42 1030 Brussel Tel. 02/576.40.50 3.4.

Moet u een boekhouding voeren? Een eenmanszaak of vrije beroeper is onderworpen aan de algemene regels van de boekhoudwetgeving. De algemene principes kunnen als volgt worden samengevat: U moet een volledige boekhouding bijhouden die alle verrichtingen, vorderingen, schulden, bezittingen enz. van uw onderneming weergeeft. Uw boekhouding moet gesteund zijn op verantwoordingsstukken die u gedurende minstens 10 jaar moet bewaren. Uw boekhouding moet een ‘getrouw beeld’ geven van uw onderneming en elke boeking moet volgens de zgn. principes van voorzichtigheid en goede trouw worden verricht.

31


De boekhouding van uw handelszaak (of vrije beroep) moet ook voldoen aan een aantal specifieke regels. Een eenmanszaak (of vrije beroeper) is in de praktijk vaak een zogenaamde kleine onderneming. Een kleine onderneming mag een vereenvoudigde boekhouding voeren. Een vereenvoudigde boekhouding bestaat uit vier soorten boeken die u moet bijhouden: Een verkoopboek: dit boek bevat alle facturen en creditnota’s die u naar uw klanten opstuurt (of erelonen die u van uw klanten ontvangt). Een aankoopboek: dit boek bevat alle facturen en creditnota’s die u ontvangt van uw leveranciers. Een financieel dagboek: dit boek vermeldt uw dagelijkse inkomsten en uitgaven in een chronologische volgorde. Een inventarisboek: dit boek moet minstens jaarlijks een overzicht geven van alle bezittingen, vorderingen, schulden en andere verplichtingen van uw onderneming. De meeste vrije beroepen zijn aan een gereglementeerde boekhouding onderworpen die door Ministeriële Besluiten zijn vastgelegd. Voor de meeste vrije beroepen moeten de ontvangsten- en dagboeken voldoen aan de wettelijke vastgestelde vormen. 3.5.

Deel 2 van uw aangifte opvragen Zelfstandige ondernemers moeten hun inkomsten aangeven in deel 2 van de aangifte in de personenbelasting. Deel 1 van de belastingaangifte bevat enkel de beroepsinkomsten van een loontrekkende. Behoudens wanneer u uw belastingaangifte elektronisch invult via TaxOn-Web, krijgt u van de belastingadministratie in principe enkel deel 1 van de aangifte in uw brievenbus indien u in de loop van het belastbaar jaar een zelfstandige onderneming bent gestart. U moet dan zelf het initiatief nemen om deel 2 van de belastingaangifte op te vragen bij u bevoegde belastingcontrole. U moet dit opvragen minstens 1 maand vóór de uiterlijke indieningsdatum van de belastingaangifte. Voor de volgende belastbare jaren zal u dan automatisch deel 2 van de belastingaangifte ontvangen.

32


4

BTW De diensten verstrekt door artsen zijn bij wet vrijgesteld van BTW. In volgende gevallen moet toch u voor BTW-doeleinden worden geïdentificeerd omdat u schuldenaar wordt van de BTW in België of omdat u bepaalde formaliteiten dient te vervullen. U moet dan het formulier 604 A indienen bij het BTW-controlekantoor waardoor u een BTWidentificatienummer verkrijgt.

4.1.

U wordt schuldenaar van de BTW In volgende gevallen wordt u schuldenaar van de BTW en moet u via een bijzondere aangifte Belgische BTW afdragen: U doet aankopen bij leveranciers gevestigd in andere lidstaten waarbij het bedrag van de (buitenlandse) aankopen de grens van 11.200 EUR op jaarbasis overschrijdt. Vanaf het overschrijden van deze aankoopdrempel en het volgende kalenderjaar bent u ertoe gehouden om op uw buitenlandse aankopen in België BTW af te dragen. U kan ook kiezen om al uw buitenlandse aankopen aan Belgische BTW te onderwerpen. Deze keuze is geldig voor de rest van het jaar (waarin u deze keuze geuit heeft) en voor de twee daaropvolgende kalenderjaren. Wanneer u tegen vergoeding onderzoekswerk verricht in opdracht van een vrijgestelde belastingplichtige (rechts-)persoon of een niet BTWbelastingplichtige. Bijvoorbeeld, u verricht onderzoekswerk voor een ziekenhuis dat voor de BTW geen belastbare handelingen stelt. Wanneer aan u een dienst (zoals een intellectuele dienst) wordt verricht door een belastingplichtige gevestigd in een andere lidstaat van de Europese Unie en u bij wet daardoor schuldenaar wordt van de BTW in België. Dit geldt niet voor alle diensten. Voor bepaalde diensten (zoals werken in onroerende staat, restaurant- en cateringdiensten, enzovoort) is de BTW verschuldigd in het land waar deze handelingen plaatsvinden.

33


4.2.

U moet een intracommunautaire opgave indienen Wanneer u intellectuele diensten (zoals onderzoekswerk) verstrekt aan een belastingplichtige gevestigd in een andere lidstaat, dan moet u deze handeling opnemen in een “intracommunautaire opgave” op voorwaarde dat de dienst belastbaar is in de desbetreffende lidstaat. De opgave moet elektronisch ingediend worden via de INTERVAT-toepassing. INTERVAT wordt aangeboden op de internetsite van de FOD Financiën (www.minfin.gfov.be). De Administratie kan de grensoverschrijdende handelingen op die manier controleren.

4.3.

Onderzoekswerk (regeling vanaf 1.04.2011) Verricht u ook onderzoekswerk, dan neemt u best contact op met een accountant om u met deze ingewikkelde regelgeving te begeleiden. In een notendop: Verricht u onderzoekswerk (voor bijvoorbeeld een farmaceutisch bedrijf) waarvoor u een vergoeding ontvangt, dan is er BTW verschuldigd. Op het formulier 604 A dat u moet indienen bij de BTW-controle moet u te kennen geven of u kiest voor de gewone BTW-regeling of voor de bijzondere BTW-regeling. Gewone BTW-regeling Kiest u voor de gewone BTW-regeling, dan moet u zelf facturen uitreiken met BTW. U moet dan ook periodieke BTW-aangiften indienen, een BTW-boekhouding voeren, enzovoort. U kan wel recht op aftrek genieten van de BTW geheven op de goederen en diensten aan u verstrekt die kaderen in het onderzoekswerk. Bijzondere BTW-regeling Kiest u voor de bijzondere BTW-regeling, dan bent u ontheven van heel wat formaliteiten. U zal bijvoorbeeld geen periodieke BTWaangiften moeten indienen. Daartegenover staat dat u geen recht op aftrek heeft met betrekking tot de onderzoeksactiviteiten. Verricht u onderzoekswerk voor een andere belastingplichtige - zoals een farmaceutische bedrijf – die in België is gevestigd, dan zal de klant u een stuk (self-bill) uitreiken waarop de BTW wordt vermeld. 34


De klant zal de BTW afdragen via zijn periodieke BTW-aangifte. U moet dan zelf geen factuur uitreiken of periodieke BTW-aangifte indienen. Verricht u onderzoekswerk voor een vrijgestelde belastingplichtige – zoals een ziekenhuis – of een niet-belastingplichtige die in België is gevestigd, dan moet u een factuur uitreiken met toepassing van BTW en zal u de BTW via een bijzondere BTW-aangifte moeten afdragen aan de Belgische Staat. Verricht u onderzoekswerk voor een buitenlandse belastingplichtige, dan is er geen Belgische BTW verschuldigd. Daarnaast mag u niet vergeten nog een aantal administratieve formaliteiten te vervullen. Doet u aankopen in een andere EU lidstaat dan moet u BTW betalen in België via een bijzondere aangifte gezien u een BTW-nummer heeft. Jaarlijks zal u tevens een klantenlisting moeten indienen. In deze listing dient u de belastingplichtigen te vermelden waaraan u belastbare diensten heeft verstrekt voor 250 EUR of meer. De lijst moet voor 31.03 ingediend worden. 4.4.

Getuigschrift voor verstrekte hulp Wanneer de uw handelingen als arts aanleiding geven tot een tegemoetkoming van de verzekering, moet aan de patiënt (of bij toepassing van de derdebetalersregeling aan de ziekenfondsen), een getuigschrift voor verstrekte hulp worden uitgereikt waarvan het model is vastgelegd. Het ontvangstbewijs is een document dat aangehecht is aan het getuigschrift. Wordt er contant betaald dan mag de zorgverstrekker het ontvangstbewijs niet afscheuren. Wanneer de patiënt betaalt door storting of door overschrijving hoeft het ontvangstbewijs niet uitgereikt te worden. Het fiscale dubbel van het getuigschrift is geanonimiseerd, wat wil zeggen dat de identiteit van de verzekerde niet is opgenomen.

35


5

Administratie

5.1.

Boekhoudkundige documenten Als geneesheer bent u verplicht een boekhouding te voeren. Daarvoor heeft u volgende documenten alvast zeker nodig: Ontvangstbewijsboekje U moet voor alle beroepsontvangsten (honoraria, voorschotten, bezoldigingen en terugbetalingen van kosten) een ontvangstbewijs afleveren, dat stelt u op in origineel en in duplo. Op elk ontvangstbewijs moet u de naam, de voornamen, het adres en het beroep vermelden. U moet op verzoek van de ambtenaar van de directe belastingen uw ongebruikte ontvangstbewijsboekjes tonen. Deze boekjes moeten bewaard worden gedurende 6 jaar. Voor geneesheren bestaan volgende ontvangstbewijzen: A. Mod. A (wit) = als zelfstandige; B. Mod. C (groen) = in een inrichting voor geneeskundige verzorging. Fiscaal dagboek U moet uw ontvangsten en uitgaven optekenen in een fiscaal dagboek. Het dagboek bestaat uit een kolom ontvangsten en een kolom uitgaven, op hun beurt verdeeld in verschillende rubrieken. Het dagboek mag geleverd worden door iedere drukker, maar v贸贸r gebruik moet het genummerd en geparafeerd worden door de hoofdcontroleur van de directe belastingen.

5.2.

Vergunningen Medisch afval Sinds 1 juni 1998 bestaat er een uitgebreide reglementering op het beheer van afvalstoffen in de geneeskundige praktijk. Wat is medisch afval? Er bestaan twee soorten medisch afval: risicohoudend en nietrisicohoudend. Het afvalstoffenbeleid is echter een aangelegenheid onder bevoegdheid van de Gemeenschappen en de Gewesten, die elk hun eigen normen hebben uitgevaardigd (inzake welk afval al dan niet risicohoudend is). 36


Risicohoudend medisch afval zijn afvalstoffen die een bijzonder risico inhouden doordat ze een microbiologische of virale besmetting, een vergiftiging of een verwonding met zich mee kunnen brengen. Dit kan afval zijn afkomstig van geneeskundige behandeling van mensen besmet met een ziekte, afval van laboratoria dat viraal of bacterieel besmet is, bloed en bloedderivaten, anatomisch afval, organen, enz.. Deze categorie dient verplicht te worden opgehaald door een gespecialiseerd en erkend bedrijf. U mag dit medisch afval ook zelf naar een vergunde opslagplaats vervoeren. Niet-risicohoudend medisch afval houden geen bijzonder risico in door hun aard en zijn vergelijkbaar met huishoudelijk afval. Dit afval mag met het gewoon huishoudelijk afval worden verpakt in de gewone huisvuilzak en verwijderd worden door de gemeentelijke ophaaldienst voor zover de gemeente hiertegen geen uitdrukkelijk verbod heeft uitgevaardigd. Opgelet! Bij vermenging van risicohoudend en niet-risicohoudend medisch afval worden de regels van de strengste categorie toegepast. Administratieve verplichtingen Elke arts dient een afvalstoffenregister bij te houden dat maandelijks up-to-date wordt gehouden. Het bevat gegevens over de oorsprong, aard, hoeveelheden en bestemming van de afvalstoffen. Hiervoor bestaat geen voorgeschreven formulier. Indien ophaalbewijzen de hiervoor vermelde gegevens bevatten kan dit ook als een register worden beschouwd. Elke arts moet bovendien de bedrijfsafvalstoffen die hij/zij gedurende het kalenderjaar heeft geproduceerd v贸贸r 10 februari van het volgende jaar melden aan OVAM. Dit gebeurt op daartoe voorziene meldingsformulieren die gratis bij OVAM te verkrijgen zijn. De arts moet hier een kopie van bewaren. Ophalers leveren vaak kant- en-klare meldingsformulieren af aan de arts die ze dan enkel hoeft te ondertekenen en op te sturen. Meer informatie? Meer informatie vindt u op de website van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (www.ovam.be).

37


Vergoeding voor muziek wachtkamer De onderneming die regelmatig muziek speelt in publiek toegankelijke bedrijfsruimten of bedrijfsterreinen (vb. wachtzaal, restaurant, toonzaal, informatiebalie, loskade, enz.) moet in principe twee gebruikslicenties aanvragen: een bij SABAM voor de auteurs en de componisten en een bij de Billijke vergoeding voor de uitvoerende artiesten. Vrije beroepen zoals artsen, tandartsen,... die in hun wachtkamer muziek afspelen, moeten echter geen ‘billijke vergoeding’ meer betalen. De vergoeding aan Sabam, de instantie die instaat voor de inning van auteursrechten, blijft voorlopig wel verschuldigd (tarief 121). De tarieven kunnen geraadpleegd worden op www.sabam.be. Het contract kan worden afgesloten bij het inningskantoor van uw regio. Ook voor het muziekje bij de wachttoon van de telefoon dient u (per toestel) SABAM te betalen (indien de auteur van deze muziek geen 70 jaar dood is). Voor een wachtzaal tot en met 10m² betaalde u in 2012 78,87 EUR, inclusief 6% BTW. Meer info vindt u op www.sabam.be.

38


6

Ondernemingsloket – sociaal statuut, sociale verzekering, KBO Bij het ondernemingsloket kan u terecht voor het administratief in orde brengen van volgende zaken:

6.1.

Sociaal statuut van de zelfstandige Een zelfstandige is een persoon die in BelgiĂŤ een beroepsactiviteit uitoefent zonder gebonden te zijn aan een arbeidsovereenkomst of een statuut. Er bestaat geen vorm van ondergeschiktheid. Het is dus iemand die beroepshalve geen werknemer of ambtenaar is. Om die reden heeft de zelfstandige een eigen sociaal statuut nodig en is hij onderworpen aan een specifieke regeling binnen de sociale zekerheid. Een zelfstandige kan zijn activiteit als een bijkomende activiteit uitoefenen. In dat geval geniet hij sociale voorzieningen via zijn (minstens halftijds) uitgeoefende activiteit in loondienst of via een ander statuut (bijvoorbeeld van gepensioneerde). Verplichtingen als zelfstandige Aansluiting bij een sociaal verzekeringsfonds Als zelfstandige moet u zich aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen. U kunt dit fonds vrij kiezen. Deze verplichting geldt ook voor de zelfstandige in bijberoep. Vanaf 1 april 2010 dient elke beginnende zelfstandige aangesloten te zijn bij een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen ten laatste op het moment van het begin van de effectieve uitoefening van de zelfstandige activiteit. Indien u een vennootschap opricht om uw zelfstandige activiteiten uit te oefenen, moet u zowel zichzelf als uw vennootschap aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds.

39


Aansluiting bij een ziekenfonds In België genieten we een stevig uitgebouwde ziekteverzekering. Deze is zelfs verplicht: iedereen met een inkomen is verplicht een deel van zijn loon af te staan aan de ziekteverzekering. Dit valt onder de sociale bijdragen. Dankzij deze bijdrage heeft iedereen recht op de terugbetaling van consultaties bij de huisarts, tandarts of specialist, terugbetaling van medicijnen en kosten bij ziekenhuisopname. Daar blijft het echter niet bij: als u werkonbekwaam wordt door ziekte of ongeval kan u dankzij de ziekteverzekering rekenen op een uitkering. Om in aanmerking te komen voor de uitkeringen van de ziekte- en invaliditeitsverzekering moet u zich aansluiten bij een ziekenfonds naar uw keuze. U moet een attest van uw sociale verzekeringskas voorleggen dat aantoont dat u met uw verplichtingen op het vlak van sociale bijdragen in orde bent. In België zijn er vijf nationale landsbonden: de Landsbond der Christelijke Mutualiteiten, de Landsbond van de Neutrale Ziekenfondsen, het Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten, de Landsbond van Liberale Mutualiteiten van België en de Landsbond van de Beroeps- en Onafhankelijke Ziekenfondsen. Wordt uw zelfstandige activiteit uw bijberoep, dan verandert er op het vlak van uw ziekteverzekering niet zo veel. U blijft genieten van uw rechten als werknemer, ambtenaar of uitkeringsgerechtigde. U moet uw ziekenfonds wel informeren over uw nieuwe bijberoep. Het is aan te raden een afspraak te maken met uw ziekenfonds, of vraag hen u een brochure toe te sturen over hun aanbod voor zelfstandigen. Zo kan u beslissen of u naast het basispakket waar u als zelfstandige recht op heeft, ook gebruik wil maken van andere voorzieningen (bijvoorbeeld een bijkomende hospitalisatieverzekering).

40


Betaling van de sociale bijdragen via uw sociaal verzekeringsfonds Als zelfstandige, moet u sociale bijdragen aan uw sociaal verzekeringsfonds betalen. Aan het begin van elk kalenderkwartaal (de maanden januari, april, juli en oktober) ontvangt u een vervalbericht met de bedragen die uiterlijk voor het einde van elk kwartaal moeten worden betaald. De bijdrage is afhankelijk van het bedrijfsinkomen dat de zelfstandige genoot tijdens het voorgaande derde jaar van activiteit. Er is een minimale en een maximale bijdrage. Bij het begin van de activiteiten is een dergelijke berekening niet mogelijk, aangezien de inkomsten nog niet bekend zijn. Indien u als zelfstandige begint zal u gedurende drie jaar voorlopige bijdragen moeten storten. Na deze drie jaren zullen uw bijdragen berekend en geregulariseerd worden op basis van de reĂŤle beroepsinkomsten uit het eerste activiteitsjaar. Indien u uw zelfstandige activiteit in bijberoep uitoefent zult u minder hoge sociale bijdragen kunnen betalen. Rechten als zelfstandige Het sociaal statuut voor zelfstandigen voorziet niet alleen plichten maar ook rechten. Wanneer u in regel bent met de wettelijke voorschriften heeft u recht op: De gezinsbijslagen De gezinsbijslagen bestaan uit: het kraamgeld of de adoptiepremie, de maandelijkse kinderbijslag, andere voordelen zoals de leeftijds- en wezenbijslagen. De ziekte- en invaliditeitsverzekering Het sociaal statuut der zelfstandigen omvat een ziekte- en invaliditeitsverzekering die bepaalde geneeskundige zorgen en de arbeidsongeschiktheid dekt.

41

In het kader van deze verzekering moet u zich bij een ziekenfonds naar keuze aansluiten.


Geneeskundige zorgen Alle zelfstandigen genieten van dezelfde gezondheidszorgdekking die volledig gelijk is met deze van de loontrekkenden en dit zonder te moeten bijdragen voor een vrije verzekering bij hun ziekenfonds. Arbeidsongeschiktheid De verzekering voor arbeidsongeschiktheid voorziet, onder bepaalde voorwaarden, een vervangingsinkomen als u uw beroepsactiviteit wegens ziekte of ongeval moet onderbreken: gedurende de eerste maand dat u arbeidsongeschikt bent, ontvangt u geen uitkering, vanaf de tweede maand geniet u een dagvergoeding, vanaf het tweede jaar (periode van invaliditeit) zijn de bedragen van de uitkeringen hoger. De moederschapsverzekering Als u een vrouwelijke zelfstandige of helpende echtgenoot bent, hebt u recht op 6 tot 8 weken moederschapsverlof (7 tot 9 bij meerlingen). U heeft tijdens deze periode van arbeidsongeschiktheid recht op een moederschapsuitkering. Sinds 1 januari 2006 kunt u ook een beroep doen op een moederschapshulp door middel van dienstencheques. Het pensioen Naast het rustpensioen dat een zelfstandige op het eind van zijn beroepsloopbaan ontvangt, bestaat er ook een overlevingspensioen voor de overlevende echtgenoot. Wanneer u een hoger pensioen wenst te bekomen, kunt u onder bepaalde voorwaarden een verzekeringscontract afsluiten voor een vrij aanvullend pensioen. (cfr. verder).

42


De faillissementsverzekering Bij een faillissement kunt u dankzij deze verzekering: uw recht op ziekteverzekering en op kinderbijslag gedurende maximum vier kwartalen behouden een tijdelijke uitkering bekomen 6.2.

Inschrijving in de KBO: uw ondernemingsnummer via het ondernemingsloket De Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) is een beveiligd register dat alle gegevens bevat van Belgische ondernemingen, zowel handelsondernemingen als vrije beroepen. U moet via een ondernemingsloket al uw activiteiten laten registreren in de KBO, ten laatste op de dag van de start van uw zelfstandige activiteit. Dat geldt ook voor elke bijkomende activiteit die u als zelfstandige aanvangt. Is niet alles correct geregistreerd in de KBO, dan riskeert u een geldboete. Dankzij de KBO vindt de overheid snel de gegevens terug van alle Belgische ondernemingen. Zo heeft u als zelfstandige ook heel wat minder administratieve formaliteiten te vervullen. Na de registratie in de KBO krijgt u een ondernemingsnummer toegekend. Dat nummer bestaat uit een 0 of een 1, gevolgd door 9 cijfers. Het ondernemingsnummer moet u verplicht vermelden op alle documenten van uw praktijk. Het openen van een professionele rekening. Vooraleer u een zelfstandige activiteit begint, moet u een zichtrekening openen bij een bank of een andere financiĂŤle instelling. Dit geldt zowel voor een activiteit als natuurlijk persoon of als vennootschap. Deze rekening moet verschillen van uw privĂŠrekening. U mag ze uitsluitend gebruiken voor verrichtingen in verband met uw beroepsactiviteit. Op alle handelspapieren van uw praktijk (brieven, facturen, ...) moet u uw rekeningnummer vermelden, samen met de naam van uw onderneming en die van uw financiĂŤle instelling.

43


Waar vindt u een ondernemingsloket? U bent vrij in de keuze van ondernemingsloket. Waar uw onderneming gevestigd is, heeft daarbij geen belang. Negen instellingen zijn momenteel erkend als ondernemingsloket. Ze beschikken over meer dan 200 lokale kantoren verspreid over gans BelgiĂŤ. Zo kan u bijvoorbeeld bij Acerta HR dienstengroep terecht. Wat te doen bij een wijziging van de toestand van de onderneming? Wanneer hun toestand wijzigt, moeten handels- en ambachtsondernemingen binnen de maand de wijziging van hun inschrijving in de KBO vragen bij een ondernemingsloket. Sommige wijzigingen zijn betalend, anderen zijn gratis.

44


7

Overige verzekeringen Naast de verplichte deelname aan de sociale verzekering, kan u vrijblijvend intekenen in een aantal andere ‘aanvullende’ verzekeringen. In wat volgt belichten we de meest relevante verzekeringen uit het marktaanbod.

7.1.

Beroepsaansprakelijkheid De zelfstandige die door zijn fout, onvoorzichtigheid of nalatigheid schade berokkent aan een derde kan hiervoor aansprakelijk gesteld worden. Tegen de gevolgen van een dergelijke schade kan men zich indekken door het afsluiten van een beroepsaansprakelijkheidsverzekering. De wet geeft aan patiënten het recht om tot maximaal 20 jaar na een (para) medische fout alsnog klacht in te dienen, ook al bent u op dat moment niet meer actief in de betreffende verzorgingsinstelling, of bent u niet meer actief als zorgverlener, bent u met pensioen,... Uw aansprakelijkheid gaat ook over naar uw erfgenamen, na uw overlijden! Bovendien schrikken patiënten er steeds minder voor terug om klacht in te dienen. U hebt als zelfstandig zorgverlener heel wat onkosten, waardoor besparen op verzekeringen interessant kan lijken. Het is echter uitsluitend in uw eigen belang te beseffen dat u voor eigen rekening werkt en dat elke beroepsfout die u maakt en waarvoor klacht wordt ingediend door een patiënt dus ook voor uw eigen rekening is! Bovendien is er niet alleen de door de patiënt geëiste schadevergoeding, u zal quasi altijd ook een advocaat moeten inschakelen waardoor de kosten snel kunnen escaleren. Een verzekering beroepsaansprakelijkheid afsluiten is niet wettelijk verplicht, maar of het verstandig is om uw carrière te riskeren of uw erfgenamen te belasten door een menselijke vergissing is erg twijfelachtig. Bijgevolg is deze verzekering in de praktijk onmisbaar voor zorgverleners, zowel voor de zelfstandigen als voor de zorgverleners in loondienst want ook al werkt u in loondienst, in b.v. een verzorgingsinstelling of een ziekenhuis, uw werkgever kan u - volgens de wet - steeds een ‘‘zware fout’’ of een ‘‘repetitieve lichte fout’’ verwijten en de kosten op u verhalen. Bovendien blijkt uit de praktijk dat de rechter een ‘‘gewone fout’’ soms aanziet als een ‘‘zware fout’’ ! De patiënt heeft ook het recht om u persoonlijk aan te klagen.

45


Als zorgverlener weet u beter dan wie ook wat er allemaal kan mislopen in de dagelijkse uitoefening van uw beroep. Het verwisselen van dossiers, het toedienen van een te hoge dosis (vloeistof, medicijn, ...), een fout in de behandeling, het geven van een verkeerde richtlijn, het fout hanteren van een instrument, het aanreiken van een verkeerd instrument, het voorbehandelen van de verkeerde patiënt/het verkeerde lidmaat,... . Tot slot kan u in bepaalde situaties een advocaat goed gebruiken: bij vervolging voor onopzettelijke slagen en verwondingen of wegens de schending van het beroepsgeheim; in een conflict met een collega, een arts of de verzorgingsinstelling zelf met betrekking tot een fout; bij ontslag als gevolg van een (para)medische fout, ... Zorg er dus voor dat u altijd beschermd bent! Uw carrière hangt er immers van af!

Tip : Waar moet u op letten als u een polis B.A. (Burgerlijke Aansprakelijkheid) Beroep onderschrijft? Uw contract moet zowel de contractuele als de extra-contractuele aansprakelijkheid waarborgen. Ook uw aansprakelijkheid als uitbater van beroepslokalen moet verzekerd worden. Uw contract moet zowel de resultaats- als de middelenverbintenissen verzekeren. De uitsluitingen van uw contract moeten tot het absolute minimum beperkt worden. Sommige uitsluitingen zullen de dekking aanzienlijk uithollen (bijv. uitsluiting van ondeontologische handelingen, verouderde technieken, onredelijke risico’s, overbodige handelingen). Informeer u grondig! Uw contract moet standaard 5.000.000 EUR in lichamelijke letsels en 250.000 EUR in materiële schade waarborgen. Er zijn diverse schadegevallen gekend waarvan de uitkeringen meer dan 2.500.000 EUR bedragen.

46


De huidige rechtspraak geeft patiënten het recht om tot maximaal 20 jaar na de gebeurtenis alsnog klacht in te dienen. De aangebrachte schade dient dus verzekert te zijn volgens het systeem van “het schadeverwekkend feit”. Dit wil zeggen dat u verzekerd bent voor de schade berokkend aan derden ingevolge prestaties die u uitvoerde tijdens de duur van het contract zelfs indien de schade zich voordoet na de afloop van de polis. Informeer u grondig! De polis dient een waarborg Rechtsbijstand te voorzien die u vrije keuze van advocaat waarborgt bij belangenconflicten.

7.2.

Verzekering burgerlijke aansprakelijkheid ‘privé’ Het afsluiten van een verzekering B.A. Privé-Leven is onontbeerlijk om u te beschermen tegen de financiële gevolgen die zouden voortvloeien uit het inroepen van uw burgerlijke aansprakelijkheid. De verzekering B.A. Privé-Leven dekt de gevolgen van fouten die werden gemaakt in uw privé-leven en die lichamelijke en/of materiële schade aan derden hebben veroorzaakt. De waarborgen werden uitgebreid tot schade die wordt veroorzaakt door de leden van uw gezin, huisdieren enz.; bovendien bent u automatisch gedekt als eigenaar, huurder of bewoner van een gebouw, als kampeerder, wielrenner, sportbeoefenaar, enz... Enkele voorbeelden: U steekt in allerijl de straat over. Een automobilist, die u probeert te ontwijken, rijdt een andere auto aan en raakt gewond. Bij een bezoek aan vrienden breekt u een kostbare vaas. Een dakpan van uw woning beschadigt een geparkeerde wagen. Uw hond bijt de postbode. Een voorbijganger breekt zijn been op uw ondergesneeuwde stoep.

47


Deze basiswaarborgen worden aangevuld met onder andere: een wereldwijde verzekering, de dekking van schade veroorzaakt door de verzekerde kinderen die tijdens de schoolvakanties of in hun vrije tijd diensten verlenen voor rekening van anderen, zelfs tegen betaling, van schade veroorzaakt door een tweede verblijf, voor schade veroorzaakt aan de kamer en aan de inhoud ervan tijdens het verblijf in een ziekenhuis of in een hotel, voor schade veroorzaakt door liften en goederenliften, door het gebruik van bootjes als amateur (onder bepaalde voorwaarden), buurtproblemen, enz. Deze verzekering voorziet ook een waarborg juridische bescherming: de waarborg rechtsbijstand en verhaal. 7.3.

Auto-verzekering Verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid De verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid moet afgesloten worden voor elke auto, motor of bromfiets. Deze wettelijk verplichte verzekering vergoedt de schade die u met uw voertuig aan anderen (derden) veroorzaakt. De verzekering dekt enkel de schade die is veroorzaakt aan derden en komt dus niet tussen voor de schade aan uw eigen voertuig. Verzekering Mini en Maxi (Omnium) Voor vele zorgverleners is een wagen onmisbaar in de uitoefening van hun beroep en is het dan ook belangrijk deze goed te verzekeren. Ook wanneer u uw voertuig niet beroepsmatig gebruikt, wil u natuurlijk een dergelijk grote investering goed verzekeren. Om uw eigen voertuig te verzekeren, hebt u de keuze tussen: De verzekering Mini: vergoedt de schade aan uw eigen voertuig ten gevolge van brand, diefstal, glasbreuk, natuurkrachten, contact met dieren en het neerstorten van lucht- en ruimtevaartuigen. De verzekering Maxi: vergoedt de bovenstaande schade + de schade aan uw voertuig door botsen, van de weg raken, ... Totaal verlies: Vergoeding van de schade in geval van totaal verlies gebeurt volgens werkelijke of volgens aangenomen waarde. 48


Rechtsbijstandsverzekering Bij een geschil in verband met uw auto of een ongeval waarin uw voertuig betrokken wordt, kan de tussenkomst van een advocaat nodig zijn om uw belangen te verdedigen. Bestuurdersverzekering Bij een ongeval zijn de inzittenden van uw voertuig steeds verzekerd voor hun lichamelijke letsels en bijhorende medische kosten, alsook voor hun materiĂŤle schade. Maar bent u, als bestuurder, altijd verzekerd? Indien u aansprakelijk bent, is het antwoord hierop negatief. De bestuurdersverzekering kan de bestuurder vergoeden naar aanleiding van een ongeval: bij overlijden: de begrafeniskosten, de economische schade, de morele schade van de begunstigden; bij lichamelijke letsels: vergoeding van de economische en morele schade ingevolge tijdelijke of blijvende (volledige of gedeeltelijke) ongeschiktheid; kosten voor geneeskundige behandeling en aanverwante kosten, met inbegrip van esthetische kosten (tot 3 jaar na het ongeval); herstel of vervanging van kledij en bagage. 7.4.

Brand- en diefstalverzekering Gebouw U bent eigenaar Als eigenaar van een onroerend goed (woning, appartement, kabinet of praktijkruimte) is het aangeraden uw kostbaar eigendom te beschermen tegen brand, storm, waterschade,... Zo blijft u bij eventuele schade niet met lege handen achter en kan u de nodige herstellingen laten uitvoeren. U bent huurder

49

Als huurder hebt u financiĂŤle verplichtingen tegenover de eigenaar van het gebouw en tegenover de medehuurders in het gebouw. Uw huurcontract verplicht u meestal om hiervoor een brandverzekering af te sluiten.


Uw bezittingen Wanneer u een opsomming maakt van al uw bezittingen blijkt de waarde van uw roerende goederen vaak groter te zijn dan u denkt. De waarde van meubelen, decoratie, TV, DVD-recorder, hifi-installatie, kledij,... loopt al gauw op. Ook de apparatuur, instrumenten, producten voor de uitoefening van uw beroep,... - die zich in uw kabinet of praktijkruimte bevinden - vertegenwoordigen een groot kapitaal. Bescherm uw woning, praktijkruimte en bezittingen daarom goed tegen de risico’s van brand, glasbraak, water, ontploffing, storm,...! Vergeet ook niet u te verzekeren tegen diefstal, ongeacht of u eigenaar of huurder bent van een onroerend goed! De diefstalverzekering moet u samen met uw brandverzekering afsluiten. 7.5.

Gewaarborgd inkomen Wanneer het plots door ziekte of een ongeval onmogelijk wordt om uw job als zelfstandig medicus uit te oefenen, worden uw inkomsten beperkt tot de uitkeringen van de Sociale Zekerheid. De uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid zijn echter zeer beperkt en kunnen mogelijks zelfs niet volstaan om uw financiële verplichtingen te blijven naleven, laat staan om uw levensstandaard en die van uw gezin in stand te houden. Daarom is het belangrijk een aanvullende verzekering Gewaarborgd Inkomen af te sluiten. Belangrijk! In het geval dat u geen aanvullende verzekering Gewaarborgd Inkomen afsluit, dan zien de scenario’s er als volgt uit: Zelfstandigen en vrije beroepen Als zelfstandige ontvangt u tijdens de eerste maand arbeidsongeschiktheid geen enkele uitkering… Vanaf de 2de maand arbeidsongeschiktheid ontvangt u slechts een heel beperkte vergoeding, die veel te laag ligt om aan uw dagelijkse financiële verplichtingen te voldoen (huur/lening woning of kabinet, vaste kosten zoals water, elektriciteit,...). Loontrekkenden en bedienden Als bediende valt u vanaf de 2de maand arbeidsongeschiktheid terug op slechts 60% van uw loon.

50


Waarom een verzekering Gewaarborgd Inkomen afsluiten ? Zoals u ziet volstaat de uitkering van de Sociale Zekerheid niet om bij ziekte of ongeval uw levensstandaard op hetzelfde niveau te houden. Het ‘Gewaarborgd Inkomen’ is de oplossing bij uitstek om deze situatie te vermijden. Zoals de naam laat vermoeden, waarborgt deze verzekering een compensatie voor inkomstenverlies door storting van een rente. Wat waarborgt een ‘Gewaarborgd Inkomen’? Het Gewaarborgd Inkomen waarborgt de betaling van een compenserende rente bij ‘economische’ ongeschiktheid (afname van de fysieke vermogens om een beroepsactiviteit uit te oefenen) of fysiologische invaliditeit (medische beslissing waarbij de afname van de lichaamsvermogens wordt bevestigd). Gedurende de periode waarin u arbeidsongeschikt bent, hebt u eveneens recht op een terugbetaling van uw premies in evenredigheid met de graad van invaliditeit. U kunt zich verzekering voor een vaste rente voor de volledige duur van de polis of voor een rente die jaarlijks wordt aangepast, zelfs bij arbeidsongeschiktheid. Een groot voordeel van de verzekering ‘Gewaarborgd Inkomen’ is dat de bijdrage onbeperkt aftrekbaar is. 7.6.

De ongevallenverzekering Inleiding Aangezien de technologie in onze huidige wereld steeds belangrijker wordt, zijn we geneigd te denken dat de mens stilaan niet meer centraal staat in de maatschappij. Dat is allesbehalve het geval op het vlak van verzekeringen en zeker niet voor de verzekering lichamelijke ongevallen. In het dagelijkse leven vinden we de verzekering lichamelijke ongevallen onder de meest uiteenlopende vormen terug : de arbeidsongevallenverzekering, bij opening van een bankrekening, bij aansluiting bij een sportclub, enz.

51

Al deze verzekeringsvormen hebben betrekking op het lichamelijke welzijn van de verzekerde personen.


Waarom een ongevallenverzekering afsluiten ? Naast het lichamelijke ongemak, kunnen de kosten bij invaliditeit hoog oplopen. Als u het slachtoffer bent van invaliditeit na een ongeval, moet u uw woning misschien aanpassen aan uw handicap; misschien moet u om medische redenen ook van beroep veranderen en een nieuwe opleiding volgen. De door de ongevallenverzekering uitgekeerde vergoedingen zorgen ervoor dat u het financiële aspect van deze beproevingen sneller te boven komt. Wat houdt een verzekering lichamelijke ongevallen (ook “individuele ongevallen” genoemd) precies in? Het is een overeenkomst waarbij de verzekeraar zich ertoe verbindt, mits betaling van een premie, de begunstigde de afgesproken bedragen uit te betalen indien de verzekerde een letsel oploopt ten gevolge van een gewaarborgd ongeval. Wat dekt deze verzekering ? Deze verzekering voorziet in een financiële tussenkomst bij lichamelijke ongevallen die zich voordeden in het kader van uw privéen/of beroepsleven. Wat houden die tussenkomsten in? De verzekering kan in de volgende dekkingen voorzien: overlijden, blijvende invaliditeit (met eventueel vergoedingspercentages in functie van uw beroep), tijdelijke arbeidsongeschiktheid, behandelingskosten, kosten voor opsporing, redding, repatriëring, alsook het indienen van een klacht tegen verantwoordelijke derden. 7.7.

Rechtsbijstand Inleiding Elke burger moet zijn rechten kunnen laten gelden. Dat is een basisrecht dat zowel door de Grondwet (Artikel 8) als door het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (Artikel 6.1.) wordt gewaarborgd. Jammer genoeg blijft het vaak bij theorie.

52


Mensen beschikken niet altijd over de financiĂŤle middelen om hun rechten voor een rechtbank te doen gelden en vaak zijn de geschillen niet belangrijk genoeg om de gerechtskosten ervan te rechtvaardigen. De Rechtsbijstandsverzekering biedt een oplossing voor dit probleem. Waarom een Rechtsbijstandsverzekering afsluiten? Als u een Rechtsbijstandsverzekering afsluit, verbindt de verzekeraar zich ertoe om, tegen betaling van een verzekeringspremie, de kosten te betalen die voortvloeien uit een door of tegen de verzekerde ingestelde procedure. De Rechtsbijstandsverzekering zorgt er dus voor dat u uw rechten als eiser of verdediger kunt doen gelden, in een bestuurlijke, gerechtelijke of andere procedure of buiten een procedure om (Artikel 90.1. van de Wet op de landverzekeringsovereenkomst). De waarborg omvat : de gerechtelijke kosten: dit zijn de kosten die worden gemaakt om tot een gerechtelijke beslissing te komen, ongeacht of die in uw voordeel of in uw nadeel is. Bijvoorbeeld : de dossierkosten, oproepingskosten, rolrechten, expertisekosten, zegelrechten, rechtsplegingskosten, kosten en honoraria voor advocaten, uitvoeringskosten, enz... De verzekering heeft daarentegen geen betrekking op boetes en vereffeningen. de buitengerechtelijke kosten: dit zijn de kosten die worden gemaakt om een geschil in der minne te regelen of om een procedure voor te bereiden. Dit betekent dat u loyaal moet samenwerken met uw verzekeraar. U moet samen tot een overeenkomst komen over de manier waarop het geschil zal worden opgelost. Enerzijds heeft de verzekeraar de taak om advies te geven. Anderzijds moet u als verzekerde te goeder trouw zijn. Daarom moet u alle maatregelen en beslissingen samen bekijken tot er overeenstemming wordt bereikt. Indien een meningsverschil optreedt tussen de verzekeraar en uzelf, moet de objectiviteitsclausule worden toegepast. 53


Ook andere elementen werden in de Rechtsbijstandsverzekering opgenomen, zoals bijvoorbeeld de reis– en verblijfkosten van de verzekerde wanneer hij voor een buitenlandse rechtbank moet verschijnen, het voorschieten van de borgsom aan buitenlandse autoriteiten, enz… de objectiviteitsclausule: deze clausule is in alle Rechtsbijstandspolissen opgenomen en bepaalt dat u het recht hebt om een advocaat naar keuze te raadplegen indien u met uw verzekeraar niet tot een overeenkomst kunt komen. Indien de advocaat het standpunt van de verzekeraar volgt, krijgt u de helft van de honoraria en consultatiekosten terugbetaald Indien u tegen het advies van de advocaat in op eigen kosten een procedure instelt en u een beter resultaat behaalt dan wanneer u volgens het standpunt van de verzekeraar had gehandeld, dient de verzekeraar alle kosten die voor uw rekening zijn gebleven, te aanvaarden en te vergoeden. Indien de geraadpleegde advocaat uw standpunt volgt, moet de verzekeraar ongeacht het resultaat van de procedure alle onkosten dekken, met inbegrip van de honoraria en de consultatiekosten.

7.8.

Hospitalisatieverzekering Inleiding Uit statistieken blijkt dat jaarlijks gemiddeld één op drie gezinnen geconfronteerd wordt met een hospitalisatie n.a.v. ziekte of ongeval. Het prijskaartje van (para)medische behandelingen wordt steeds duurder. Een hospitalisatie of een behandeling kunnen dan ook zware financiële gevolgen hebben! De gemiddelde kostprijs voor één dag ziekenhuisopname kan (na uitkering van het ziekenfonds) oplopen tot 100 euro of meer. De totale kosten kunnen dan ook meerdere honderden of zelfs duizenden euro bedragen. Waarom een Hospitalisatieverzekering afsluiten ? Zoals u weet, is de tussenkomst van het RIZIV beperkt en moet u zelf nog een groot deel van de kosten betalen. Jammer genoeg weegt ook het comfort van een privé-kamer in het ziekenhuis steeds meer en meer door op uw persoonlijk aandeel van de ziekenhuisfactuur. Om ook binnen enkele jaren nog van dit comfort te kunnen genieten zonder financiële zorgen, is een goede hospitalisatieverzekering onmisbaar!

54


8

Pensioen Belgische pensioensysteem:

De eerste pijler is het wettelijk pensioen. Deze pijler wordt gefinancierd door de verplichte bijdragen van de werknemers.

De tweede pijler wordt gevormd door de aanvullende pensioenen die sommige werkgevers voor hun werknemers voorzien.

De derde pijler wordt gefinancierd door pensioenverzekeringen die individueel zijn en bij een bank of verzekeringsinstelling worden afgesloten.

8.1.

Wettelijk pensioen voor zelfstandigen. Via uw sociale bijdragen bouwt u rechten op voor uw pensioen. Als zelfstandige kunt u na een actieve loopbaan aanspraak maken op een pensioen. Als u op de normale pensioenleeftijd met pensioen gaat, wordt uw wettelijk pensioen automatisch toegekend door het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekering der Zelfstandigen (RSVZ). Alleen als u vroeger of later met pensioen wilt gaan, moet u bij uw gemeentebestuur een aanvraag indienen. U kan uw pensioen ook elektronisch aanvragen via de website www.pensioenaanvraag.be. Er wordt een belastingvoordeel toegekend aan de personen die hun pensioen niet aanvragen voor de wettelijke pensioenleeftijd.

55


De betaling van de pensioenen is de taak van de Rijksdienst voor Pensioenen. Het wettelijk pensioen dat u als zelfstandige krijgt, ligt een stuk lager dan dat van een ambtenaar of werknemer. Dat verschil kan tot 40 procent bedragen. Daarom kiezen de meeste vrije beroepers voor een vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ). (Zie verder) Een aanvullende pensioenverzekering is niet verplicht, maar het is ongetwijfeld één van de meest interessante spaarformules voor zelfstandigen. De bijdragen die u voor uw VAPZ betaalt, zijn fiscaal aftrekbaar en de premie die u bij uw pensioen uitbetaald krijgt, wordt mild belast. Als zelfstandige in bijberoep kunt u alleen een VAPZ afsluiten als uw sociale bijdragen minstens even hoog zijn als die van een hoofdberoep. Komen de opleidingsjaren als geneesheer-specialist in aanmerking voor de berekening van het zelfstandigenpensioen? De periode waarin u een opleiding als geneesheer-specialist heeft gevolgd in een verzorgingsinstelling kan voor de berekening van uw zelfstandigenpensioen in aanmerking genomen worden als periode die gelijkgesteld wordt aan een effectieve activiteitsperiode. Voorwaarden: de periode mag niet gelijkgesteld zijn in een ander pensioenstelsel dan dat van de zelfstandigen; u moet bewijzen dat u, hetzij op het ogenblik dat de opleiding begon, hetzij binnen de 180 dagen die volgen op die opleiding, een zelfstandigenactiviteit uitoefende die pensioenrechten opent; u mag geen enkele beroepsbezigheid uitoefenen gedurende die opleidingsperiode tenzij een bezigheid in het kader van die opleiding, op voorwaarde dat u – voor die periode – niet onderworpen bent aan een wettelijk Belgisch of buitenlands pensioenstelsel. Aanvraag: Een aanvraag tot gelijkstelling moet u indienen bij uw socialeverzekeringsfonds of rechtstreeks bij het RSVZ. Voor het indienen van die aanvraag bestaat geen termijn. Als de aanvraag tot gelijkstelling wordt aanvaard, moet u aan uw socialeverzekeringsfonds regularisatiebijdragen betalen. Daardoor kan uw opleidingsperiode te gepasten tijde in aanmerking genomen worden voor uw pensioenberekening. 56


Opmerking: Wanneer u nog geen gelijkstelling hebt aangevraagd, zal bij uw aanvraag om een zelfstandigenpensioen te genieten (of bij het automatisch onderzoek van uw pensioenrechten) automatisch onderzocht worden of uw opleidingsperiode als geneesheer-specialist gelijkgesteld kan worden.

8.2.

Aanvullend pensioen voor zelfstandigen Voor zelfstandigen bestaan er onder de tweede pijler twee formules voor aanvullend pensioen die fiscaal aftrekbaar zijn: het gewoon vrij aanvullende pensioen voor zelfstandigen het sociaal vrij aanvullende pensioen voor zelfstandigen Het gewoon vrij aanvullend pensioen Het vrij aanvullend pensioen staat los van de verplichte bijdragen die u als zelfstandige of helper aan uw socialeverzekeringsfonds heeft betaald. Het wordt betaald bovenop het wettelijk pensioen onder de vorm van een kapitaal of een lijfrente. Er zijn verschillende mogelijkheden: een aanvullend rustpensioen een aanvullend overlevingspensioen ten gunste van de langst levende echtgeno(o)t(e) Vrijwillige bijdrage Om een vrij aanvullend pensioen op te bouwen kunt u vrijwillig een bijdrage betalen aan uw socialeverzekeringsfonds. Uw fonds maakt uw bijdrage over aan een verzekeringsinstelling. De bijdrage die u betaalt, is een percentage van uw beroepsinkomsten.

57


Voor wie Zelfstandigen die bijdragen aan het tarief hoofdberoep betalen en meewerkende echtgenoten (maxistatuut), kunnen een verzekeringscontract voor een vrij aanvullend pensioen afsluiten. Bovendien kunt u enkel stortingen doen voor de kwartalen waarvoor u uw normale bijdragen volledig hebt betaald. Betaling 2 mogelijkheden: Betaling van het verzekerd pensioenkapitaal (bijdragen en gekapitaliseerde interesten), vermeerderd met de winstdeelname Omzetting van het pensioenkapitaal (bijdragen en gekapitaliseerde interesten) in een lijfrente die per kwartaal wordt betaald Het vrij aanvullend pensioen wordt uitbetaald zodra het wettelijk pensioen ingaat. Het sociaal vrij aanvullend pensioen Sinds 1 januari 2004 is het “sociaal” vrij aanvullend pensioen de nieuwe variant van het vrij aanvullend pensioen. Sociale pensioenovereenkomst Het “sociale” in de benaming verwijst naar de idee van solidariteit die in de pensioenverzekering ingebouwd zit. Uw verzekeraar moet ervoor zorgen dat met een deel van de ontvangen premies een apart solidariteitsfonds wordt opgericht: het solidariteitsfonds kan bijspringen wanneer u niet meer in staat bent om uw bijdragen voor het aanvullend pensioen te betalen. Voorbeeld: u bent inactief door ziekte of faillissement. u kunt eventueel een inkomensvervangende vergoeding krijgen bij permanente arbeidsongeschiktheid, overlijden voor de pensioenleeftijd of ernstige ziekte lopende pensioenrenten of overlevingspensioenen kunnen verhoogd worden 58


Voor die extra bescherming moet u ten minste 10% van uw bijdrage afstaan aan het solidariteitsfonds. Een solidariteitsreglement bij uw polis legt uit hoe het solidariteitsluik wordt beheerd. Wat is het verschil tussen het gewone VAPZ en het sociale VAPZ? In het gewone VAP kunt u tot 8,17% van uw beroepsinkomen storten. Het sociale VAP laat toe tot 9,40% van uw beroepsinkomen storten. Daarbij hebt u naast het aanvullend pensioen ook een verzekering tegen arbeidsongeschiktheid en invaliditeit. Vanaf de zevende maand arbeidsongeschiktheid wordt de VAPZ-premie verder door de verzekeringsmaatschappij betaald, en vanaf de dertiende maand ontvangt u een maandelijkse rente. De maximumbijdrage voor de sociale pensioenovereenkomst ligt 15% hoger dan voor het gewone VAPZ. U kan dus méér pensioenkapitaal opbouwen. Uw fiscaal en sociaal voordeel liggen ook hoger dan bij een gewone VAPZ. Het bedrag dat u kunt sparen voor uw VAPZ wordt berekend op basis van het beroepsinkomen dat ook als basis voor de berekening van uw sociale bijdragen wordt gebruikt. U kunt het volledige bedrag sparen, maar ook minder. De minimale bijdrage bedraagt 100 euro per jaar. Belangrijk: Als geconventioneerde arts heeft u onder bepaalde voorwaarden recht op een financiële tegemoetkoming vanwege het RIZIV. Deze RIZIV-toelage moet door de arts zelf worden aangevraagd en kan uitsluitend worden gebruikt om een aanvullend pensioen op te bouwen of om een verzekering gewaarborgd inkomen te financieren. De RIZIV-toelage wordt elk jaar rechtstreeks door het RIZIV in uw verzekeringspolis gestort. Voor 2013 is dit bedrag: 4.444,05 EUR voor de artsen die voor hun volledige beroepsactiviteit tot het akkoord zijn toegetreden 2.169,60 EUR voor de artsen die niet voor hun volledige beroepsactiviteit tot het akkoord zijn toegetreden Artsen die in 2012 voor de eerste maal toetreden tot het akkoord, bij de toekenning van het eerste RIZIV-nummer, ontvangen de Sociale Voordelen voor dat jaar in verhouding tot de periode van toetreding.

59


60


DEEL 2 Appendix

61


Steunmaatregelen – Impulsfonds voor huisartsgeneeskunde Om de vestiging en de werking van huisartspraktijken financieel te ondersteunen werd het “Impulsfonds voor de huisartsgeneeskunde” opgericht. Het Impulsfonds omvat 3 pijlers. Impulseo I voorziet een financiering om: Jonge huisartsen te helpen bij de installatie van hun praktijk; Huisartsen te stimuleren om zich te installeren in zones die een tekort aan huisartsen kennen. Impulseo II voorziet: Een financiële ondersteuning voor een onthaal- en administratief bediende voor huisartsengroeperingen. Impulseo III voorziet in: Een financiële tegemoetkoming voor de bediende die de huisarts bijstaat in het onthaal en het praktijkbeheer. Een financiële tegemoetkoming voor de kosten van de dienstverlening van het medisch telesecretariaat dat het praktijkbeheer van de huisarts of de huisartsengroepring ondersteunt. Het RIZIV heeft de werking en het beheer van het financieel pakket Impulseo toevertrouwd aan het Participatiefonds. Meer informatie over deze maatregelen vindt u terug op de website van het RIZIV of van het Participatiefonds.

62


Impulseo I Impulseo I omvat: een lening en een premie van het Impulsfonds een financiering van het Participatiefonds gratis begeleiding. Renteloze lening De lening is bedoeld voor de financiering van de eerste installatie als erkende huisarts. De installatie moet plaatsvinden na 1 juli 2006 en binnen de 4 jaar na de erkenning als huisarts of binnen de 4 jaar na de terugkeer uit een ontwikkelingsland. De installatiedatum is de datum van inschrijving voor deelname aan de huisartsenwachtdienst. Maximumbedrag: € 15.000. Intresten: 0%. Geen enkele waarborg vereist. Terugbetaling: op 5 jaar, met één jaar vrijstelling van kapitaalaflossing. Premie De eenmalige premie van € 20.000 is specifiek bedoeld voor huisartsen die zich installeren in een zone die beantwoordt aan de volgende voorwaarden: ofwel een zone voor positief grootstedelijk beleid afgebakend in het kader van het grootstedenbeleid; ofwel een huisartsenzone met: ofwel minder dan 90 huisartsen per 100.000 inwoners; ofwel minder dan 125 inwoners per km² en minder dan 120 huisartsen per 100.000 inwoners. De lijst met de zones die beantwoorden aan deze criteria bevindt zich op www.riziv.fgov.be (rubriek Zorgverleners > Geneesheren > Impulsfonds) of is beschikbaar bij de huisartsenkringen.

63


Het moet gaan om een nieuwe installatie na 1 juli 2006 binnen een prioritaire zone. Onder nieuwe installatie verstaan we: een huisarts die zijn activiteit start, of een huisarts die zijn activiteit reeds uitoefent, maar beslist om zich te gaan vestigen in één van de betrokken prioritaire zones. Deze premie kan afzonderlijk worden aangevraagd of kan worden gecumuleerd met de lening van het Impulsfonds en/of de lening van het Participatiefonds. U hoeft de premie niet terug te betalen, behalve als u binnen de 5 jaar na vestigingsdatum uw huisartsenactiviteit stopzet of deze voortzet buiten een van de bovenvermelde zones. Het bedrag van de premie zal in dat geval worden teruggevorderd door het Impulsfonds, evenwel zonder aanrekening van interest. Voor het aanslagjaar 2012 is er voor de premie een verminderde aanslagvoet van 16,5% voorzien. Lening Participatiefonds De geneesheer kan bij het Participatiefonds een bijkomende lening afsluiten onder voordelige voorwaarden: Maximumbedrag: € 30.000. Intresten: 3% per jaar tijdens de eerste twee jaar, 4% per jaar tijdens de drie laatste jaren. Geen enkele waarborg vereist. Terugbetaling: op 5 jaar, met één jaar vrijstelling van kapitaalaflossing. Begeleiding Aan Impulseo is ook een gratis begeleiding verbonden. Die begeleiding wordt georganiseerd door een van de steunpunten waarmee het Participatiefonds een samenwerkingsovereenkomst heeft afgesloten. Zij helpen u bij de indiening van uw kredietaanvraag, en achteraf na uw start gedurende de eerste 18 maanden van uw activiteit.

64


Het steunpunt zal met u de sterktes en zwaktes van uw project analyseren en u begeleiden bij uw eerste stappen als zelfstandige. Het steunpunt zal u ook advies kunnen geven en u helpen bij de keuzes van het beheer van uw onderneming. Een lijst van de erkende steunpunten vindt u op de website van het Participatiefonds. In de praktijk Met Impulseo I kunt u zowel materiële als immateriële investeringen financieren, of er het bedrijfskapitaal mee invullen dat u nodig hebt om uw praktijk te starten. Concreet kunt u met Impulseo bijvoorbeeld de verbouwing van een kabinet, de aankoop van doktersmateriaal of van een wagen mee financieren. Het patiëntenbestand van een andere dokter overnemen, behoort eveneens tot de mogelijkheden. Voorbeeld 1 Voor uw installatie - buiten een prioritaire zone - hebt u € 45.000 aan investeringen nodig (de verbouwing van lokalen €10.000, meubelen en specifiek materiaal: € 15.000, voertuig: €20.000). U kunt deze als volgt met Impulseo financieren: IMPULSEO:

€ 15.000 lening Impulsfonds

€ 30.000 lening Participatiefonds

Totaal:

€ 45.000

Voorbeeld 2 Dezelfde investering, maar binnen een prioritaire zone: IMPULSEO:

€ 20.000 niet terugbetaalbare premie Impulsfonds

€ 15.000 lening Impulsfonds

€ 10.000 lening Participatiefonds

Totaal:

€ 45.000

Bron: www.fonds.org

65


Impulseo aanvragen Een aanvraag voor een van de maatregelen van het Impulsfonds kan u indienen via het Participatiefonds of een van de steunpunten of professionele organisaties waarmee het Participatiefonds samenwerkt. Participatiefonds de Lignestraat 1 1000 Brussel Tel: 02 210 87 87 Fax: 02 210 87 79 www.fonds.org

Financieringsvormen Via familie / vrienden: de winwinlening De Winwinlening is voor ondernemers een uitstekend instrument om gemakkelijker (start)kapitaal te vinden in de directe omgeving. Wie als vriend, kennis of familielid gedurende een looptijd van 8 jaar tot €50.000 leent aan een Vlaams bedrijf krijgt een jaarlijkse belastingvermindering van 2,5% op het geleende bedrag, gekoppeld aan een eventuele fiscale recuperatie indien de kredietnemer het bedrag niet kan terugbetalen. Een onderneming kan zo tot een bedrag van €100.000 Winwinleningen verkrijgen met een maximum van €50.000 per kredietgever. Meer informatie op www.winwinlening.be. Stappenplan oprichting vennootschap

Opstelen financieel plan

Bekendmaking oprichtingsakte

Opmaak statuten

Aanvraag bankattest

Registratie oprichtingsakte

Inschrijving in de KO

66


Opstellen financieel plan De oprichters van een NV, BVBA, CVBA, of Comm.VA moeten een financieel plan opstellen, waarin het bedrag van het maatschappelijk kapitaal van de op te richten vennootschap wordt verantwoord. Indien de vennootschap failliet gaat binnen de 3 jaar na de oprichting en uit het financieel plan blijkt dat het maatschappelijk kapitaal kennelijk ontoereikend was voor de normale uitoefening van de voorgenomen bedrijvigheid gedurende ten minste 2 jaar, zijn de oprichters hoofdelijk aansprakelijk voor alle schulden van de vennootschap. Enkel voor de S-BVBA is de inhoud van het financieel plan nader gedefinieerd en geldt de verplichting om beroep te doen op een erkend boekhouder of accountant. Kostprijs: ongeveer 500,00 EUR Wanneer de oprichters van een NV, BVBA, CVBA of Comm.VA een inbreng in natura doen (vb. machines, onroerend goed), moet een bedrijfsrevisor hierover soms een verslag uitbrengen. Kostprijs: ongeveer 1.250,00 EUR Aanvraag bankattest Bij de oprichting van een NV, BVBA, CVBA, Comm.VA moet er, voor de oprichtingsakte met de statuten bij de notaris verleden wordt, een bijzondere rekening geopend. Daarop wordt de inbreng in geld dan gestort, waarna de bank een bankattest uitreikt. De notaris moet over dit bankattest beschikken voor het verlijden van de oprichtingsakte. Kostprijs: ongeveer 50,00 EUR Opmaken statuten / inbreng Bij de oprichting van een NV, BVBA, CVBA, Comm. VA moeten de statuten bij notariĂŤle akte worden opgemaakt en zijn er dus notariskosten ten belope van minimum 750 Ă 1.200 EUR.

67

Bij de oprichting van een V.O.F., CVOA of Comm. VA kunnen de statuten bij onderhandse akte worden opgemaakt. Hier moeten desgevallend advieskosten betaald worden.


Registratie oprichtingsakte Voor alle vennootschappen met rechtspersoonlijkheid moet de oprichtingsakte binnen de 4 maanden geregistreerd worden. Aangezien het verschuldigde recht 0% is, moet in de meeste gevallen een minimumbedrag van 25 EUR betaald worden. Een uitzondering hierop is het geval waarbij een natuurlijk persoon een woning inbrengt. In dat geval is het tarief van 10% van toepassing. Dat is ook het geval indien er schulden worden overgenomen die b.v. nog kleven aan een onroerend goed dat ingebracht wordt. In dat geval zal op het bedrag van de overgenomen schuld eveneens 10% verschuldigd zijn. De bekendmaking oprichtingsakte Een uitreksel van de oprichtingsakte moet bekendgemaakt worden in het Belgisch Staatsblad. Kostprijs: publicatie oprichtingsakte 243,94 EUR Inschrijving in de Kruispuntbank voor Ondernemingen Net zoals een eenmanszaak moet een vennootschap ingeschreven worden in de KBO via een erkend ondernemingsloket. Als er meerdere vestigingen zijn, moet elke zetel ingeschreven worden. Kostprijs: 81,5 EUR + 81,5 EUR per bijkomende vestigingseenheid. De eerste inschrijving voor niet-handelsondernemingen is gratis, ongeacht het aantal vestigingseenheden. Aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds Vennootschappen moeten zich aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds en de jaarlijkse vennootschapsbijdrage betalen. De VZW’s, de feitelijke verenigingen en de burgerlijke vennootschappen die geen handelsvorm hebben aangenomen, zijn vrijgesteld.

68


Wat moet u doen? Iedere verzekeringsplichtige vennootschap moet zich aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds binnen 3 maanden na de datum van de neerlegging van de oprichtingsakte. Bijdrage 2012 Vennootschappen met een balanstotaal van maximaal 588.005,65 EUR betalen voor 2012 een bijdrage van 347,50 EUR. Vennootschappen met een balanstotaal hoger dan 588.005,65 EUR betalen voor 2012 een bijdrage van 868 EUR. De jaarrekening van het voorlaatste afgesloten boekjaar is bepalend. Voor het bijdragejaar 2012 is dit dus in de regel het boekjaar 2010. Deze jaarrekening is in principe neergelegd bij de Balanscentrale van de Nationale Bank van BelgiĂŤ (NBB) en de overheid baseert zich op de gegevens van de NBB om te bepalen welke vennootschappen de lage of de hoge bijdrage verschuldigd zijn. U moet dus geen formulieren of bewijsstukken bezorgen. Vennootschappen waarover de NBB geen gegevens bezit, betalen de bijdrage van 347,50 EUR. Ook de startende vennootschappen die geen voorlaatste boekjaar hebben, betalen dus de lage bijdrage.

69




Š2013, Production Office BVBA, Pourbusstraat 2 B1, 2000 Antwerpen Verantwoordelijke uitgever : Mathias Mallentjer, Pourbusstraat 2 B1, 2000 Antwerpen. Werkten mee aan deze editie : Reinout Van der Veken, Mathias Mallentjer, AMMA verzekeringen, Acerta HR dienstengroep : juridische dienst van het ondernemingsloket en sociaal verzekeringsfonds, ING Belgium, studiedienst SBB Accountants & Adviseurs. Vormgeving : www.phonogrfk.be Met speciale dank aan : FOD Volksgezondheid, RIZIV, FOD Economie, SBB Accountants & Adviseurs, AMMA verzekeringen, ING Belgium, Acerta HR dienstengroep Deze publicatie is opgesteld voor startende artsen en hun dienstverleners. De redactie streeft naar betrouwbaarheid van de informatie, waarvoor ze echter niet aansprakelijk kan worden gesteld. Deze publicatie is laatst bijgewerkt op 1 juli 2013. Meer informatie over onze campagne kan u terugvinden op www.healthcareprofessionals.be.



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.