WILD LAND-inkijkexemplaar-10page

Page 1


Woord vooraf

Het boek Wild Land is een schot in de roos. Het combineert aandacht voor de terugkeer van wilde dieren, oprechte verwondering over de schoonheid en de veelzijdigheid van de natuur en een intense beleving van al die natuurpracht. Als voorzitter van Natuurpunt vind ik dit boek dan ook een aanrader voor iedereen, en dus niet alleen voor mensen die actief zijn in het natuurbehoud.

Over de hele wereld staat de natuur zwaar onder druk. De biodiversiteitscrisis en de klimaatcrisis plaatsen ons voor ongeziene, grote uitdagingen, die zelfs de stabiliteit van onze samenleving in gevaar brengen. De aarde kent momenteel een massaextinctie, waarbij meer dan één miljoen soorten planten en dieren in hun voortbestaan bedreigd worden en het uitsterven van soorten honderden keren sneller verloopt dan op het natuurlijke tempo. Ook in het dichtbevolkte Vlaanderen heeft de natuur het zwaar te verduren, al

 De vos, èèn van de weinige roofdieren in België.

leveren acties voor meer en betere natuur soms hoopgevende successen op. Dat bewijst bijvoorbeeld de terugkeer van een aantal iconische dieren zoals de wolf, de oehoe, de raaf, broedende kraanvogels en de bever. Die successen van het natuurbehoud moeten we vieren. Ze geven ons vertrouwen dat we de komende jaren nog veel meer kunnen bereiken!

Die diersoorten konden gelukkig terugkeren dankzij het herstel van populaties, een verbeterde soortenbescherming, het behoud en herstel van habitats, instandhoudingsacties gedurende vele, vele jaren en dat alles ondersteund door degelijke wetgeving, langetermijnfinanciering en gedreven mensen. De natuur kan zich herstellen als ze maar voldoende ruimte krijgt. Daarbij is het van cruciaal belang om natuurgebieden robuuster te maken en met elkaar te verbinden, zodat een echt natuurnetwerk kan ontstaan. Natuurpunt werkt daar in Vlaanderen keihard aan mee.

In Wild Land beschrijft Paul Cobbaert op een heldere en aantrekkelijke manier de terugkeer van een groot aantal iconische

dieren in onze landschappen. Hij gaat na hoe het komt dat die wilde dieren terugkeren naar ons land en wat dat betekent voor onze natuur. Daarvoor ging hij in gesprek met een bont gezelschap van wetenschappers en onderzoekers, natuurwerkers, beleidsmakers en actievoerders – ze konden allemaal hun boeiende verhaal kwijt in dit boek.

De auteur wist ook schitterende momenten van natuurbeleving vast te leggen in meer dan tweehonderd prachtige foto’s. Hij wil ons in woord en beeld laten kennismaken met de schoonheid van onze eigen wilde natuur. We hoeven zeker niet naar exotische oorden te trekken om fascinerende dieren te observeren, al lijkt het gras aan de andere kant van de wereld misschien groener, mysterieuzer en indrukwekkender. We staren met grote ogen naar buitenlandse beelden van exotische dieren en hun weelderige biotopen, maar vergeten intussen hier door het raam naar buiten te kijken. Nochtans is wat zich in onze achtertuin afspeelt minstens even boeiend. En wie dat schouwspel heeft gezien, zal er nooit meer naast kunnen kijken – ook onze natuur is onwaarschijnlijk wild. Ik kan alleen maar hopen dat Wild Land veel harten en ogen zal openen voor de natuur die er nog is en dat het boek ook veel mensen wakker zal schudden. Want jammer genoeg valt er niet enkel goed nieuws te melden. Recente rapporten wijzen erop dat één op acht vogelsoorten op aarde met uitsterven bedreigd is. Sinds 1970 is de vogelpopulatie in Noord-Ame-

rika afgenomen met naar schatting drie miljard vogels. In de Europese Unie zijn er sinds 1980 zowat 600 miljoen vogels minder. Veel van onze vogelpopulaties staan onder grote druk. Ze hebben te lijden onder de uitbreiding en intensivering van de landbouw, die een probleem vormt voor 73% van alle bedreigde soorten; onder niet-duurzame vormen van houtkap en bosbeheer en onder de klimaatcrisis.

Ook de achteruitgang van de insecten blijft verontrustend. Studies spreken over een lokale daling van de aantallen tot 75% op enkele decennia tijd. Ook de rode lijsten van diverse ongewerveldengroepen laten geen fraai beeld zien. Niet minder dan de helft van de Belgische bijen is bedreigd. Ook bij de dagvlinders vinden we heel wat zorgenkindjes. En van de 44 Europees beschermde habitats verkeren er slechts drie in goede staat.

Het herstel van een aantal vogels, zoogdieren en andere dieren is hoopgevend, maar mag niet leiden tot de conclusie dat het goed gaat met de natuur. Die successen kunnen ons wel bijkomende energie geven om voort te werken aan meer en betere natuur. Al mogen we niet de illusie hebben dat het gemakkelijk zal zijn, want de succesverhalen spelen zich af tegen een achtergrond van achteruitgang van de biodiversiteit en de uitdagingen zullen de volgende jaren alleen maar groter worden. Met een groeiende wereldbevolking en een exploderende consumptie neemt de druk op planten en dieren in het wild steeds verder toe, waardoor nog meer soorten in

het gedrang komen. Die trend kunnen we alleen maar keren door een radicale verandering in onze voedsel-, energie- en industriesystemen en een drastische verstrenging van de wetten voor milieu- en natuurbescherming.

Het traditionele natuurbehoud heeft zich de voorbije decennia sterk toegespitst op het veiligstellen van de natuur in een aantal beschermde gebieden of natuurreservaten. Maar de grote milieuvraagstukken van bodem-, water- en luchtvervuiling en klimaatverandering stoppen niet aan de rand van natuurgebieden. Reservaten konden niet verhinderen dat ook de natuur in de beschermde gebieden tot op zekere hoogte is afgetakeld. Het streven naar grote(re) samenhangende eenheden natuur, het herstel van gedegradeerde gebieden, maar ook de creatie van ‘nieuwe natuur’ en de integratie van natuur en natuurbehoud buiten de eigenlijke natuurgebieden zijn meer dan dringend nodig. Natuurpunt probeert de weg te wijzen met ‘Natuur in het hart’, een aantal toekomstbeelden die tonen hoe Vlaanderen er in 2050 zou kunnen uitzien als we de nodige transities in onze samenleving echt realiseren en de natuur de heel belangrijke rol laten spelen die haar toekomt.

Dit boek besteedt terecht veel aandacht aan grote en ‘aaibare’ soorten. Ik hoop dat Wild Land erin slaagt meer verbinding en verwondering te creëren voor zowel in het oog springende soorten als de minder bekende soorten en soortgemeenschappen in onze natuur, en dat we nog sterker in

actie schieten om die natuur te beschermen. Want wie met zoveel trots, respect en bewondering naar onze natuur kijkt, zal ook spontaan geneigd zijn om die beter te beschermen.

Wild Land is een hoopgevend boek waar ik Paul Cobbaert oprecht voor wil bedanken.

Bart Vangansbeke, Voorzitter Natuurpunt

INLEIDING

Waarom ik dit boek wou maken

De IJzermonding, Nieuwpoort. Een beschermd natuurreservaat. De plek waar de IJzer in de Noordzee uitmondt, waar zoet en zout water elkaar ontmoeten. Het is een kille zaterdagmiddag in januari als ik hier wandel met vrouw en kinderen. De zon komt af en toe piepen. We keuvelen wat, als we plots een bolvormig ding boven water zien komen. Iets grijs. Ik kan het niet thuisbrengen. Een dolgedraaide eend? Neen. Wellicht plastic, het meest prominente goedje in onze Noordzee. We blijven even kijken en zien tot onze verbazing een machtig beest opduiken. Een zeehond, verdorie. Was dit roofdier niet verdwenen uit onze wateren? Wat een fascinerende verschijning. Een kippenvelmoment!

Als we verder wandelen richting het staketsel, worden we een tweede keer opgeschrokken. Deze keer door de gewel-

 Wat een intrigerend beest, deze velduil.

dige vleugelslag van een vogel die enkele meters verderop op een paal tot stilstand komt. Hij (of zij) staart ons indringend aan met felle, gele ogen. Is dat geen velduil? Was ook dat beest niet verdwenen uit ons land? Ik moet mezelf in de arm knijpen. Zelfs mijn vrouw en kinderen zijn onder de indruk. En zij zijn, zacht uitgedrukt, geen fanatiekelingen zoals ik. Wat een schoonheid krijgen we hier te zien. En dan zwijg ik nog over de onstuimige konijnen die de duinen onveilig maken. Over de prettig gestoorde steenlopertjes die mosselen zoeken op de pier. Over de wulp met zijn indrukwekkende snavel.

Deze schoonheid tonen, in woord en beeld, dat is het opzet van dit boek. We hoeven niet naar exotische oorden om fascinerende dieren te zien. Het kan ook in eigen land. We moeten vooral léren kijken. Al beken ik meteen: ook ik haalde tot vier jaar geleden mijn schouders op voor het wild in eigen land. Ik had olifanten gespot

in Sri Lanka, een jaguar in Belize, tijgers in India, neushoorns in Zuid-Afrika, een lynx in Spanje en jachtluipaarden in Tanzania. Wat zou ik dan geboeid zijn door grauwe ganzen, kleine bruine vogels en een verdwaalde ree? Het is aan de IJzermonding dat mijn ogen zijn opengegaan. Die toevallige ontmoeting met een zeehond en een velduil. Het liet me niet meer los. Wat zou België nog meer te bieden hebben?

Een jaar lang heb ik elke uithoek van het land verkend. Ooievaars en boomkikkers zoeken in het Zwin, dassen en klauwieren in de Voerstreek, rode wouwen en wilde katten in de Oostkantons, edelherten en ringslangen aan de Baraque de Fraiture, blauwborsten en visdieven in Doel, ijsvogels en koereigers in de moerassen van Harchies en ga zo maar door. Ik heb een nacht in een vervallen hut gezeten

om een wasbeer te zien. Ik heb uilen gespot, vossen, vleermuizen, salamanders, tientallen akker- en weidevogels, zelfs de grauwe gors. Ik heb dikwijls naar adem moeten happen, onder de indruk van de wilde schoonheid. Heb ik alle dieren gezien? Neen, bijlange niet. De wolf is me niet gelukt, de woudaap ook niet, evenals de gladde slang en de eikelmuis. Ook het baardmannetje en de bunzing waren me te snel af. Dat is wildlife.

Dit boek bestaat uit drie delen. In het eerste deel vertel ik het verhaal van de terugkeer van wilde dieren naar ons land. Het lijstje is stilaan indrukwekkend.

Waarom verdwenen ze en waarom keren ze terug? En wat zegt het over onze natuur? Ik ben bioloog noch natuurkundige, vrees dus geen wetenschappelijk traktaat. Ik studeerde politieke wetenschappen en ben freelance journalist van beroep. Ik wil vooral verhalen vertellen. Over koning Leopold I en de laatste wolf, over nazi’s en wasberen, over boze boeren en jagers, over de (illegale) uitzetting van bever en raaf, over Lambik en de vogelvangers, over nationale parken zoals Yellowstone, Virunga en Hoge Kempen, over de Belgische roots van de bruine beer. Al deze verhalen, en veel meer, komen aan bod. Ik

WAAROM IK DIT BOEK WOU MAKEN

ben daarvoor met tientallen mensen gaan praten die er meer van kennen dan ik. In het tweede deel – een fotodeel – wil ik de schoonheid van onze wilde dieren tonen. For the record : alle foto’s in het boek zijn zelf genomen en onbewerkt. Ik ben geen fotograaf, weet amper wat sluitertijd en diafragma betekenen, maar dat doet er niet toe. Of beter: in déze doet dat er niet toe. Het wil zeggen dat wildlife voor iedereen toegankelijk is. Voor de kenners: alle foto’s zijn genomen met een Nikon Coolpix P1000. Omdat de ruimte beperkt is, evenals mijn mogelijkheden, ligt de focus op zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. In het derde en laatste deel blik ik vooruit op het wilde land dat België moet worden. De inspiratie haal ik bij sir David Attenborough, bioloog en legendarisch documentairemaker. De finale trigger om dit boek te maken, was zijn laatste worp: Een Leven op onze Planeet. Wat schrijft de man? Als we de planeet willen redden, dan moeten we de biodiversiteit herstellen.

‘We must rewild the world.’ We moeten de wereld weer wild maken. Dat is dé uitdaging voor de mensheid in de komende decennia. Ondanks de terugkeer van enkele spectaculaire soorten gaat het niet goed met onze biodiversiteit. Maar ik ben geen doemdenker, verwacht van mij geen apocalyptische scenario’s. Ik geloof in de kansen die we hebben om de biodiversiteit, en dus de planeet én de mens, te redden. We zouden eigenlijk drie dingen moeten doen: méér natuur creëren, méér dieren redden en béter samenleven. That’s it.

Vanwaar mijn passie komt? Goede vraag. Ik ben gek op dieren. Altijd al. Ik was zes toen mema – zo noemen we mijn grootmoeder –me meenam naar het circus. Dat was toen nog met exotische dieren die in kooien tentoongesteld werden op het dorpsplein. ‘Welk dier dat is,’ vroeg een onwetend jongetje naast mij aan zijn moeder. Zij haalde haar schouders op. Haast woedend draaide ik mij hun richting uit. ‘Een lama,’ brieste ik. Hoe kan het, dat je dat niet weet?

En dan was er, enkele jaren later, het ontroerende boek van Hector Malot: Alleen op de Wereld. De hoofdrolspelers: de eenzame Rémi, drie honden en een aap. Vooral de aap fascineerde mij: Joli-Coeur. Ik heb het boek verslonden, als kind én als volwassene. Toen het ellendige coronavirus ons maandenlang in ons kot hield, heb ik een nieuwe versie gekocht en gelezen. Wederom was ik tot tranen toe ontroerd. Het is dit boek dat mij de magie en de kracht van dieren heeft doen inzien. Dieren wekken verwondering op. Wellicht daarom ben ik er zo gek op. Verwondering is een kwaliteit die mensen verliezen als ze volwassen worden. Helaas, want verwondering maakt het leven waardevol.

 Gespot: een kleine pad op een grote boomstronk aan het kasteel van Loppem.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.