NAAR JOUW AMERIKA-issuu

Page 1


5 THOMASVILLE IN HET ZUIDEN

(1924-1926)

Selectie uit Anna’s verzameling postkaarten

Postkaarten

Je hield van ingekleurde postkaarten, zoveel is duidelijk. Ongelooflijk veel prenten had je gespaard en verzameld. Ook je dochter deelde die verzamelwoede en plakte ze later in het rode familiealbum, maar zonder de chronologie of verhaallijnen te respecteren. Er zijn kerstkaarten, gelukwensen, stadszichten van overal ter wereld en van allerlei periodes uit je leven. Het is aartsmoeilijk om de ‘code’ van dit rode boek te kraken. Na heel wat speurwerk vissen we uit die kleurrijke collectie een tiental plaatjes uit het zuiden van de States, ver weg van het vertrouwde Rumson en New Jersey, waar je toen woonde en werkte. Ze bevestigden wat onze oom beweerd had. Je verblijf had zich halfweg de jaren twintig niet tot het noordoosten van de Verenigde Staten beperkt. Bijna alle prenten zijn onbeschreven en zonder postzegel. Souvenirs. Op een ervan is ‘gelu…’ neergepend, alsof je ze als wenskaart wilde versturen maar later besloot om dit toch niet te doen.

De kleine verzameling is een visueel verslag van een reis door het zuidoosten van de States. Dit is opmerkelijk. Je loert over de omheining, richt je blik op de wereld en laat ons meekijken. Je lijkt wel een toerist. Toch laat het luxueuze Buckingham Hotel op een van de kaartjes vermoeden dat je die trip niet op eigen kosten had ondernomen. Vijf kaarten verwijzen naar Jacksonville en Saint Augustine, twee populaire stadjes in Florida bij de Atlantische Oceaan. Drie ansichtkaarten brengen Thomasville op de grens van Georgia en Florida in beeld. Ten slotte is er een folder met prenten uit Tallahassee, nog altijd de hoofdstad van Florida en ongeveer vijftig kilometer ten zuiden van Thomasville.

Deze bestemmingen ogen behoorlijk exotisch, ook voor wie toen in het noorden van Amerika leefde. Op een fel geelgroene kaart prijken bananenbomen met zware trossen en lichtjes gebogen stammen in een moestuin. Er is een turquoise sfeerbeeld van een vollemaan boven een meer op een bewolkte avond. De derde kaart trekt de meeste aandacht. Een alligator glijdt van een hoge glijbaan in een soort grote badkuip. Het

opspattende water laat vermoeden dat een ander dier hem net was voorafgegaan. Gelukkig is er een houten omheining. Wie goed kijkt, bemerkt links achter het bassin een man met bolhoed en twee dames in lange rok.

In kleine letters staat onderaan gedrukt: ‘Nog een stunt die de “jonge Joe Alligator” hun elke dag met oneindig veel geduld heeft leren uitvoeren in de Florida Alligator Farm, Jacksonville, Florida. De grootste alligatorboerderij van de wereld.’ Je hield van circussen en wildedierentemmers. Dit soort spektakel, Florida’s absolute publiekstrekker, had je al licht bevallen. Joe had de krokodillen van jongs af aan getraind, ze geleerd om op het staketsel te klauteren voordat ze zich aan de zwaartekracht overgaven. 1

Album met verzameling postkaarten van Anna’s dochter Marie­Thérèse

Dat je de voormalige alligatorworstelaar die naast de glijbaan plaatsnam, zelf in actie hebt gezien, is echter onwaarschijnlijk. Hij was een tiental jaar eerder gestorven. Sinds het einde van de vorige eeuw zocht de upper class uit het noorden gedurende de wintermaanden het milde klimaat van Florida op. Eerst vestigden ze zich rond Saint Augustine en later meer zuidwaarts. In jouw jaren werd er verwoed gebouwd en met grond gespeculeerd. Je laatste postkaart verwijst hier indirect naar. Het toont een hospitaal dat de industrieel Henry Flagler had gebouwd. Die partner van oliemagnaat Rockefeller trok later met zijn gewonnen fortuin spoorwegen door de moerassen van Florida. Zo bracht hij gasten naar

THOMASVILLE IN HET ZUIDEN

Florida Alligator Farm met Joe Alligator

zijn vele afgelegen luxehotels. Nu nog wordt Henry Flagler de ‘vader van Palm Beach’ genoemd.

De kaartenverzameling van je reis leidt eveneens naar Thomasville. Vóór Florida was dit het wintertoevluchtsoord voor de rijke noorderlingen geweest. Het had zichzelf gewiekst op de kaart gezet als kuuroord.

Toeristische boekjes prezen het stadje aan: de frisse droge lucht, de terpentijngeur van de dennenwouden, de ideale plek ook om te jagen, vissen, paardrijden én fietsen.2 Thomasville kon men vergelijken met jouw Rumson en Sea Bright, maar dan wel tijdens de wintermaanden en met meer nationaal prestige. Zonder de spoorwegen was dit kuuroord ondenkbaar. De zuidelijke terminus was via de kustlijn met New York verbonden en via het binnenland bereikte men Chicago. Bemiddelde gasten kwamen met hun eigen luxueuze Pullmanwagons in de herfst. In de lente werden ze dan met de laatste ‘Goodbye’­trein uitgewuifd. De uitbreiding van het spoorwegennet naar het zuiden van Florida luidde het einde van het gouden tijdperk van Thomasville in. Een van je postkaarten herinnert aan die vervlogen tijd. Het toont een park waar

voorheen geflaneerd en gepicknickt werd. Achter een fontein boven de kruinen van de bomen verrijst een Turks aandoende koepel. Die hoort bij het Masury Hotel, een van de meest luxueuze etablissementen van de ‘winterstad’.3

Niet iedereen snoof frisse lucht op vanaf veranda’s en balkons van deze elegante huizen. Gegoede burgers uit het noorden kochten zo’n zeventig katoenplantages in de omgeving op, waaronder het landgoed Mill Pond, waarvan je een kaart bewaarde. Die industriëlen hadden kapitaal, en de landerijen waren na de Amerikaanse Burgeroorlog spotgoedkoop. Nog decennialang likte het zuiden zijn wonden. Het conflict tussen het noorden en het zuiden was beslecht en de infrastructuur was vernietigd. Hier had de zuidelijke slogan van ‘King Cotton’ gefaald. Het zuiden was zijn ijzeren greep op de werkkrachten, de slaven, kwijt. Wie naar school ging en wie thuisbleef, wie er op de velden werkte, dat alles werd niet langer door ‘King Cotton’ bepaald. 4 Het maakte plantages minder winstgevend. Een koopje voor rijkelui dus.

Van alle postkaarten vormt de folder uit Tallahassee het bijzonderste bezit. Dat een meid met amper een diploma lager onderwijs die folder in handen kreeg en bewaarde, verraste ons. Op twee plaatjes prijkt een universiteit: het Florida State College for Women. De laatste kaart in de folder toont het bekende ‘Huis van Tallahassee Girl’, een hotel uit de gelijknamige roman van 1881.5 De twee mannelijke protagonisten uit die roman raken er kort na de Amerikaanse Burgeroorlog verzeild. Wat een bizarre plaats is het Zuiden! In de woorden van de auteur lijken ze wel ‘vreemde wezens van een andere planeet.’ A Tallahassee Girl draait rond een jonge vrouw uit Florida die met haar donkere lokken de twee helden in vervoering brengt. De jongelui geloven in romantiek. Liefde kan alles overwinnen, ook de kloof tussen het noorden en het zuiden. Op het einde van de roman zijn beiden wijzer geworden. Ze mijmeren over het veroveren van jonge vrouwen uit het zuiden: ‘Al ben je dichtbij genoeg om hun lintjes in het briesje te horen fladderen […], toch ben je miljoenen mijlen ver weg.’ ‘Tallahassee Girl’ was in de negentiende eeuw ook een populair wijsje dat een van de hoofdpersonages voor het eerst in Thomasville had gehoord. De auteur van de roman sprak de

Florida State College for Women

wens uit dat dit onschuldige deuntje de oude hymne van het zuiden zou vervangen.6

Zag jij de verscheurde wereld die uit die kaarten sprak? Of was Tallahassee Girl niets meer dan de naam van een hotel en het Florida State College for Women niets meer dan een school uit een folder?

Terug in Dixie

We gingen op zoek naar nazaten van Harry en Eleanor Butler. Een van hun kleinzonen troffen we aan bij Norfolk Virginia. Hij woont er met zijn echtgenote in een gele koloniale woning vlak bij de Atlantische Oceaan. Hij houdt van water, zoals alle Butlers. Onze ontmoeting lichtte een tip van de sluier op over je reis naar het zuiden. Thomasville, zo bevestigde hij, moet er je uitvalsbasis geweest zijn. Eleanor Mason Butler, de vrouw des huizes, was daar in een luxehotel geboren. Ze vertoefde er vaak en graag.7 Haar familie beheerde er zelfs een plantage in de buurt.

THOMASVILLE IN HET ZUIDEN

Van jongs af aan had Eleanor met haar ouders daar overwinterd. De plaatselijke krant begroette hen dan: ‘Meneer A.H. Mason en zijn vrouw uit Philadelphia arriveerden gisteren en zullen de winter op hun verrukkelijke landgoed Susina doorbrengen. […] Hun vrienden hier in Thomasville, en dat is iedereen die hen kent, zijn opgetogen hen in Dixie terug te zien.’ 8

De Masons die met hun vierspan het stadje bezochten, Eleanors vader die bij slecht weer toch met de koets rondreed – het was nieuws in de lokale kranten. Dat Eleanor als twaalfjarig meisje een hertenbok en een wilde kat geschoten had, meldde het dagblad eveneens: ‘Zijn gewei was heel groot en breed. De kop en de hoorns werden gisteren naar Philadelphia gestuurd, waar hij opgezet wordt.’9 De wilde kat, misschien een rode lynx, kwam ook bij de taxidermist terecht. Dat er hier in het zuiden op dergelijke wilde beesten geschoten werd, kon men zich in het noorden niet voorstellen, zo beweerde de Thomasville Enterprise. Al nam de grandeur van de luxehotels af, de kranten bleven berichten over de bezoeken van de getrouwde Eleanor Mason Butler aan haar familie in het zuiden.10

Daar in Thomasville, en dus niet in Rumson, was die intrigerende foto van jou, de kleine John Butler en drie andere meiden samen op een trap genomen. Thomasville was de juiste setting, aldus de nazaten van Harry en Eleanor Butler. Op de foto hield iemand een potje schoensmeer in de hand. Ook hiervoor bood het oord Thomasville mogelijk een verklaring.

Harry en Eleanor Butler hadden tijd zat. Gedurende het jachtseizoen voltrok zich een jaarlijks ritueel. Ze zakten naar Georgia af om de maand november op het landgoed Susina door te brengen. Het eenvoudige witte houten hoofdgebouw gold als toonbeeld van een zogenaamde ‘antebellumplantage’ uit het zuiden. Het was een van de weinige plantages die niet in de burgeroorlog in vlammen was opgegaan. Het diende in 1921 als decor voor de film, Old Kentucky Home. 11 Het huis stond op een heuvel omringd door statige eiken en magnolia’s. Voor de hoge façade en het balkon stonden vier elegante ionische zuilen. In het fronton zat een rozet in de vorm van een zonnebloem. De dubbele voor­ en achterdeur konden vroeger wijdopen worden gezet, zodat een briesje door het huis waaide.

IN HET ZUIDEN

Susina­plantage, Thomasville

Op de oudste, niet­gedateerde foto van de plantage vatten een zwarte man en vrouw post aan weerszijden van de hoofdingang. Of dit twee slaven zijn, valt niet meer te achterhalen.

Wat wel vaststond over de geschiedenis van het landgoed: meer dan honderd slaven hadden hier voor de Amerikaanse Burgeroorlog geleefd en gewerkt. De cijfers uit het testament van een voormalig eigenaar uit 1859 spreken boekdelen. De geschatte waarde van de slaven was een veelvoud van de raming voor de landerijen. Sandy was 800 dollar waard, Little Kisiah 300, Evaline en kind samen 1500, enzovoort. Naast Old Abraham stond er 0 dollar; wie oud was, had geen marktwaarde meer. Bij Aaron voorzag men 700 dollar voor ‘onderhoud’. De jongen was

THOMASVILLE

NAAR JOUW AMERIKA EN TERUG

De familie Mason in Thomasville

mentaal gehandicapt en dus werd dat als onkosten met een minteken aangegeven.12 Die verschrikkelijke boekhouding werd opgemaakt vlak voor de Amerikaanse Burgeroorlog en dus tientallen jaren voordat de Masons de plantage Susina verwierven. De Masons hadden eigenlijk niets met de katoenteelt te maken. Integendeel. Ze kwamen oorspronkelijk uit Engeland en hadden zich rond Philadelphia gevestigd. Daar hadden ze met groot succes een zwart poetsmiddel, een combinatie van vet en inkt, voor laarzen en schoenen op de markt gebracht. Was dit het potje schoensmeer dat we op de groepsfoto bespeuren?

Alle foto’s van Susina en omgeving onderzochten we. Dat waren er flink wat. De sfeer van die oudere plaatjes doet denken aan het kleine vakantie­eiland Gibraltar, waar de andere tak van de familie Butler ’s zomers te vinden was. Wel vallen hier meer honden, paarden en vooral veel meer jachtgeweren op. Tenslotte staat Susina – zo stellen zelfs de kranten – ‘synoniem voor wild’. Herten, fazanten, kalkoenen en kwartels zijn er in overvloed.13 De foto’s laten ook een ander aspect van Dixieland zien. Naast de piekfijn uitgedoste kleine Eleanor en haar broertje poseren zwarte kinderen op blote voeten en in sjofele kleren.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
NAAR JOUW AMERIKA-issuu by peterdegreef - Issuu